http://www.edusom.nl
Actielessen
Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek
Wat leert u in deze les?
Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet
Grammatica: voltooide tijd
Veel succes!
Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en Gemeente Amsterdam
HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website.
HET GESPREK DEEL 1
Po-Sam gaat naar de bibliotheek. Als hij binnenkomt, ziet hij Safiya. Po- Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya
Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya
Po-Sam Safya Po-Sam
Safiya! Jij hier? Ook toevallig, laatst kwam ik Esi tegen. Esi? Van de taalcursus? Ja, die! Goh, hoe is het met haar? Goed, ze heeft een kind en ze werkt hard. Vroeger was ze heel anders. Ze was altijd bezig met feesten. Ze is dus veranderd? Ja. Ze is heel serieus geworden. En ze spreekt goed Nederlands, weet je, ze leert veel via internet. Daar zijn zoveel programma’s om de taal te leren! Ze heeft me Oefenen.nl laten zien. Ken je dat? Ja zeker, Po-Sam. En Klik en Tik en Taalklas? Ja, en Eten en Weten en Taal op je werk. Die ken ik heel goed. O, kom je hier vaker oefenen? Nee, ik werk hier. Ik ben bibliotheekmedewerker. Zo! Jij hebt het ver geschopt. Ja, ik heb mijn doel bereikt. Maar, ik heb er hard voor gewerkt hoor. Hoe heb je het gedaan? Was de taal geen probleem voor je? Tja, de taal. Weet je, ik heb gewoon heel erg mijn best gedaan. Ik heb niet alleen geleerd van de taalcursus en via internet, maar vooral ook in de praktijk. Veel met mensen praten, samen dingen doen. En jij? Hoe is het met jouw Nederlands? Je komt hier dus oefenen? Ja, want thuis is de computer nooit vrij. Mijn vrouw gebruikt hem, en mijn kinderen. Ach, arme Po-Sam. Laat je toch de kaas niet van het brood eten! Huh? Ik eet helemaal geen brood met kaas hoor. Nee ik bedoel: laat je niet afpakken wat van jou is. Maar het is geen probleem hoor, hier in de bibliotheek is altijd wel een computer vrij. Vooral als je ‘s morgens komt. En we hebben ook veel leerboeken, woordenboeken, taalmethodes. En je kunt ook hulp krijgen. Kom, ik zal je alles laten zien. Ha! Daar is Oefenen.nl. Maar hoe kan ik oefenen? Je moet eerst inloggen. Als je inlogt, kun je in het programma. O ja. Maar hoe doe je dat?
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
2
DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de radio/tv lessen op internet.
De bibliotheekmedewerker Een bibliotheekmedewerker is een man of een vrouw die op een bibliotheek werkt. Bijvoorbeeld: Als je bibliotheekmedewerker wilt worden, moet je een opleiding doen. Het ver schoppen Als je het ver geschopt hebt in je leven, heb je veel bereikt. Bijvoorbeeld: - Waar werk jij nu? - Ik ben directeur van een bank. - Zo, jij hebt het ver geschopt! Het doel Een doel is waar je wilt komen. Voorbeeld 1: Het doel van onze reis is Parijs, de hoofdstad van Frankrijk. Voorbeeld 2: Estela wil arts worden. Dat is haar doel. Bereiken Als je iets bereikt, kom je daar. Voorbeeld 1: Na een reis van zeven dagen bereikten we Amsterdam. Voorbeeld 2: Zij heeft hard gewerkt en veel bereikt. Ze is dokter geworden. Je best doen Als je je best doet, doe je iets zo goed mogelijk. Bijvoorbeeld: Mijn dochter doet erg haar best op school, ze haalt goede cijfers. Vooral Als je vooral brood eet, eet je meer brood dan andere dingen, bijvoorbeeld aardappels of rijst. Bijvoorbeeld: James houdt van dieren, vooral van katten. Niet alleen…. maar ook ….. Als je niet alleen van lezen houdt, maar ook van muziek, dan houd je van lezen én van muziek. Bijvoorbeeld: Juan gaat niet alleen naar de bibliotheek om kranten te lezen, maar ook om met internet te oefenen. Je de kaas van het brood laten eten Als je je de kaas van het brood laat eten, pakken anderen af wat van jou is. Bijvoorbeeld: Anderen lenen jouw auto altijd en dan heb jij geen auto. Laat je de kaas toch niet van het brood eten!
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
3
Afpakken Als je een boek afpakt van een ander, neem je het boek weg. De ander heeft het boek niet meer. Bijvoorbeeld: De politie heeft zijn rijbewijs afgepakt. Inloggen Als je inlogt, kom je in een programma. Bijvoorbeeld: Om te kunnen oefenen moet je inloggen.
VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Lees tekst 1 en beantwoord de volgende vragen. Kruis het goede antwoord aan. 1. Heef Safiya haar doel bereikt? Ja, Safiya heeft haar doel bereikt. Nee, Safiya heeft haar doel niet bereikt. 2. Wie werkt er in de bibliotheek? Po-Sam werkt in de bibliotheek. Safiya werkt in de bibliotheek. 3. Waarom kan Po-Sam thuis niet oefenen? Omdat hij geen computer heeft. Omdat zijn vrouw en kinderen veel op de computer zitten. 4. Wat bedoelt Safiya met: laat je de kaas niet van het brood eten? Dat Po-Sam de computer niet van zich af moet laten pakken. Dat zijn vrouw hem moet helpen bij het oefenen op de computer. 5. Waarom komt Po-Sam naar de bibliotheek? Om boeken te lenen. Om op de computer te leren.
Bekijk de antwoorden op pagina 17.
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
4
Opdracht 4. Grammatica De voltooide tijd. Als iets gisteren, vorige week of vorige maand is gebeurd, kun je dat zo zeggen: - Ik heb gisteren naar de televisie gekeken. - Ik heb een week geleden een nieuw wachtwoord gekregen. - Zij heeft vorige maand een baby gekregen. Kijk naar de zinnen. Zin (a) is de tegenwoordige tijd. Zin (b) de verleden tijd. Maak bij de zinnen ook de voltooide tijd. Kijk eerst naar het voorbeeld.
Voorbeeld: 1a. Po-Sam leest de krant. 1b. Po-Sam heeft de krant gelezen.
2a. Safiya krijgt een nieuw wachtwoord. 2b. Safiya …………………………. een nieuw wachtwoord ……………………………..
3a.
Ik stuur jou een e-mail.
3b. Ik ………………………………. jou een e-mail …………………………………………
4a. Po-Sam werkt op de computer
4b. Po-Sam …………………………….. op de computer ………………………………… Bekijk de antwoorden op pagina 17
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
5
HET GESPREK Opdracht 5. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via de website.
HET GESPREK DEEL 2 Po-Sam en Safiya zitten bij de TaalPC. Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safya Po-Sam Safiya Po-Sam Safiya Po-Sam Safya Po-Sam Safiya
Om in te loggen moet je je gebruikersnaam en je wachtwoord invullen. Je gebruikersnaam en je wachtwoord? Ja, want zo krijg je toegang tot een programma. Je gebruikersnaam is de naam die je gebruikt voor het programma. Zeg maar, wat kies je als naam? Nou gewoon, mijn eigen naam, dat is het makkelijkst te onthouden. Prima, typ maar in. Zo, en nu je wachtwoord. Wat kies je als wachtwoord? Ha! Dat ga ik jou niet vertellen! Dat is een geheim… Zo. Nu heb je nog een email-adres nodig. Dat heb je nog niet, hè? Wacht, dan gaan we eerst een email-adres voor je maken. Kijk, eerst je naam en dan een apenstaartje. Apenstaartje? Ja, apenstaartje of ‘at’, en dan bijvoorbeeld: gmail.com. Aha, mijn eigen mailadres:
[email protected] Ja. Gefeliciteerd. Nu heb je je eigen account. Nu kun je beginnen. Ha! Hier zie ik Station Nederlands! Dat hoort toch bij Edusom, van de Ghanese radio? Ja, en ook bij de Somalische radio. En de Turkse en Marokkaanse televisie. Zie je? O ja, nog iets. Bij het programma kun je je resultaten zien. Resultaten? Ja wat je goed en fout gedaan hebt. En dan kun je nog eens extra oefenen met wat nog niet goed was. Wat handig! Ja, dat is heel handig. Ja, en nu maar oefenen. Als er iets is, nou dan roep je me maar…
Po-Sam zit te werken. Even later komt Safiya langs. Safiya Po-Sam
Weet je Po-Sam, dit is misschien ook interessant voor je. Volgende week vrijdag is er een internetcursus hier in de bibliotheek, dan kun je leren twitteren en Facebook gebruiken. Twitteren, Facebook? Nee, dat hoeft voor mij niet. Dat is meer voor mijn kinderen. En misschien voor mijn vrouw. Laat mij maar Nederlands leren met de computer!
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
6
DE WOORDEN Opdracht 6. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de radio/tv lessen op internet. De gebruikersnaam Met een gebruikersnaam kun je in een internetprogramma komen. Bijvoorbeeld: Mag ik zelf mijn gebruikersnaam kiezen? Het wachtwoord Een wachtwoord is een woord waarmee je toegang krijgt tot een programma. Een wachtwoord is geheim. Bijvoorbeeld: Als je je wachtwoord vergeten bent, kun je een nieuw aanvragen. De toegang Als je toegang hebt, kun je naar binnen. Bijvoorbeeld: Daar mag je niet komen. Zie je wel, er staat ‘Verboden Toegang’ Onthouden Als je iets onthoudt, vergeet je het niet. Bijvoorbeeld: Als je het telefoonnummer niet kunt onthouden, moet je het even opschrijven. Het geheim Een geheim is iets dat niemand mag weten. Bijvoorbeeld: Zal ik je een geheim vertellen? Sinterklaas bestaat niet. Niet aan anderen vertellen, hoor. Het resultaat Een goed resultaat van je werk is dat je je werk goed gedaan hebt. Bijvoorbeeld: Hasan werkt erg serieus. Zijn resultaten zijn zeer goed. Handig Als iets handig is, kun je het makkelijk gebruiken. Bijvoorbeeld: Dat is een heel handig woordenboekje. Het is klein, het past in je zak en er staan heel veel woorden in. Interessant Als je iets interessant vindt, vind je het leuk en wil je er meer over weten. Bijvoorbeeld: Carmen vindt wiskunde interessant. Zij wil er meer over weten.
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
7
Tip voor het leren van woorden Leer drie woorden per dag! Herhaal vandaag de woorden van gisteren, zo kunt u ze goed onthouden.
VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 7. Lees het gesprek deel 2 en beantwoord de volgende vragen. Kruis het goede antwoord aan. 1. Hoe krijg je toegang tot een programma? Met een wachtwoord en een pincode. Met een gebruikersnaam en wachtwoord. 2. Wat is de gebruikersnaam van Po-Sam? Zijn eigen naam. De naam van zijn vrouw. 3. Gaat Po-Sam de internetcursus volgen? Ja. Nee 4. Waarom wil Po-Sam zijn wachtwoord niet aan Safiya vertellen? Omdat het een geheim is. Omdat het een lang wachtwoord is. 5. Wat vindt Po-Sam handig aan het programma? Dat het bij CRTV hoort. Dat je resultaten kunt zien.
Bekijk de antwoorden op p. 17
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
8
Samenvatting Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. De eerste zin staat al opgeschreven. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op!
1 Po-Sam komt Safiya tegen in de bibliotheek.
2 Safiya werkt bij ………………………………………………………………………………………………….
3 Safiya helpt ………………………………………………………………………………………………………..
4 ………………………………………………………………………………………………………………………………
5 ……………………………………………………………………………………………………………………………….
Bekijk de antwoorden op p. 18 Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
9
DE WOORDEN Opdracht 8. Lezen. Lees de tekst hieronder en beantwoord de vragen. In de bibliotheek. Esi kan al erg goed Nederlands, en houdt veel van lezen. Ze gaat elke maand wel een keer naar de bibliotheek om daar een boek te lenen. Soms gaat ze ook in de leeszaal zitten met een krantje. Ze is nu al een tijdje niet geweest. Ze heeft erg haar best gedaan om een heel dik boek uit te lezen. Dat is haar gelukt. Ze heeft haar doel bereikt! 1. Vindt Esi het leuk om te lezen? Ja, Esi houdt erg van lezen. Nee, Esi houdt niet zo van lezen. 2. Wat was het doel van Esi? Naar de bibliotheek gaan. Een dik boek uitlezen. 3. Waarom was Esi al een tijdje niet naar de bibliotheek geweest? Ze had niet haar best gedaan om een boek uit te lezen. Ze deed heel erg haar best om een dik boek uit te lezen.
Opdracht 9. Zinnen die hetzelfde betekenen. Welke zinnen lijken op elkaar? Trek een lijn tussen de zinnen die hetzelfde betekenen. Ik heb mijn doel bereikt
Jij bent ver gekomen!
Jij hebt het ver geschopt!
Ik heb er hard voor gewerkt
Ik heb heel erg mijn best gedaan.
Laat je toch niet afpakken wat van jou is!
Laat je de kaas niet van het brood eten
Ik ben gekomen waar ik wil zijn.
Bekijk de antwoorden op pagina 18
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
10
Opdracht 10. Vul de goede woorden in. Kies uit: wachtwoord - bereikt - bibliotheekmedewerker - inloggen 1. Als je …………………………………………………...wilt worden, moet je een opleiding doen. 2. Om te kunnen oefenen op de site oefenen.nl moet je eerst ………………………………… 3. Als je je ………………………………………… vergeten bent, kun je een nieuw aanvragen. 4. Zij heeft hard gewerkt en veel ………………………………………... Ze is dokter geworden.
Opdracht 11. De boekenkast.
Hierboven zie je vijf titels van boeken. Jij zoekt een boek over taalcursussen die je thuis kunt doen. Je wilt zelfstandig een taal leren. Schrijf de titels van de boeken op die jij kunt gebruiken: …………………………………………………………………………………………………………………………………..
Bekijk de goede antwoorden op pagina 18
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
11
Opdracht 12. Woordraadsel Hieronder staan vijf zinnen. Vul het goede woord in de juiste zin, en zoek het woord op in de woordzoeker. Kies uit: handig - toegang - geheim - interessant - resultaat 1. Een ……………….. is iets dat niemand mag weten. 2. Als je iets …………………… vindt, vind je het leuk en wil je er meer over weten. 3. Als iets …………………………. is, kun je het gemakkelijk gebruiken. 4. Je hebt je werk goed gedaan. Het heeft veel ……………………………. opgeleverd. 5. Als je …………………………… hebt, kun je naar binnen.
V H A N D
O K S O N
L K E S S
U N B R O
P K U D R
J T N M A
M J T S X
M D L R R
M Z M O H
S L Q A O
R E S U L
A L Y B R
I G T T M I
N O O T P C
T R E I V L
E P G N G G
R G A M O K
E E N T I F
S H G I C S
S E U E E M
A I R R L E
N M O T S D
T A A T S L
T I F F A H
E
T
H
N
I
R
K
P
H
O
G
E
Bekijk de goede antwoorden pagina 19
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
12
SPREKEN Spreek samen! Doe samen met uw taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Vraag uw taalviend ook of u de woorden goed heeft uitgesproken.
Opdracht 13. Spreek samen met een taalvriend A
Wat doe jij hier? Wat doe jij hier?
B
Ik ben bibliotheekmedewerker. Ik ben bibliotheekmedewerker.
A
Zo! Jij hebt het ver geschopt! Zo! Jij hebt het ver geschopt!
B
Ik heb er hard voor gewerkt. Ik heb er hard voor gewerkt. En jij, wat doe jij hier? En jij, wat doe jij hier?
A
Ik kom hier om te leren. Ik kom hier om te leren.
B
Zal ik je even helpen? Zal ik je even helpen?
A
Graag, hoe kan ik internetten? Graag, hoe kan ik internetten? Internetten doe je zo!
B
Internetten doe je zo! A
En hoe kan ik mailen? En hoe kan ik mailen?
B
Mailen doe je zo! Mailen doe je zo!
A
En hoe kan ik twitteren? En hoe kan ik twitteren?
B
Twitteren doen we later! Twitteren doen we later!
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
13
LEZEN Opdracht 14. Lees. DE INFORMATIE. Overal kun je Nederlands leren. Leren in de bibliotheek Wilt u beter Nederlands leren? Kom naar de bibliotheek. Daar staan allerlei taalmethodes en woordenboeken in de kast. Er zijn taalcursussen voor alle niveaus: van beginners tot gevorderden. U vindt er alle bekende methodes, zoals IJsbreker, Code Nederlands, de Delftse Methode en Nieuwe Buren. Vanuit iedere moedertaal is er wel een geschikte taalcursus te vinden. Zo zijn er taalcursussen voor mensen die Arabisch, Chinees, Engels en Thai spreken. Leesboeken De bibliotheek heeft verder leesboeken speciaal voor volwassenen die net beginnen met lezen. Het verhaal is voor volwassenen interessant, maar dan technisch minder moeilijk geschreven. Ideaal om te oefenen met het lezen van Nederlands. Internet Wilt u leren met het internet? Ook dat kan inde bibliotheek. U kunt gratis lessen volgen met speciale oefenprogramma’s op de computer. Taal, rekenen, internetten, kennis van de Nederlandse samenleving. Wilt u hulp bij het werken met de computer? En bij het kiezen van een programma dat bij u past? In veel bibliotheken wordt tegenwoordig begeleiding gegeven. Ook worden er cursussen gegeven, bijvoorbeeld over Twitter en Facebook, maar ook over fotograferen. Vraag het aan de bibliotheekmedewerker. Of neem een folder mee. Lezen en lenen Natuurlijk kunt u ook kranten en tijdschriften komen lezen aan de leestafel. En als u lid bent van de bibliotheek, kunt u boeken lenen. Want daar is de bibliotheek ook nog steeds voor.
TIP VAN DE WEEK 1 Stap eens binnen bij de bibliotheek bij u in de buurt.
TIP VAN DE WEEK 2 Als u op internet werkt: wees voorzichtig met uw wachtwoorden. Ze zijn geheim!
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
14
PRAKTIJK Opdracht 15. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT
De opdracht bij deze les is: “Zoek een bibliotheek bij jou in de buurt.” Kijk op het internet. Zoek op welke bibliotheek dicht bij jou in de buurt zit. Als je al bij een bibliotheek zit, ga naar de site van die bibliotheek. Beantwoord de volgende vragen. 1. Kun je je op de site inschrijven, of moet je naar de bibliotheek gaan? Je moet ………………………………………………………………………
2. Hoeveel kost het om je in te schrijven bij de bibliotheek? Het kost ………………………………………………………………………..
3. Kun je bij jou bibliotheek Nederlands les krijgen? Ja, je kunt …………………………………………………………………………………
IDEE VAN DE WEEK Schrijf je in bij de bibliotheek in jouw buurt! Oefen veel op het internet. Lees boeken in het Nederlands.
SPREEKWOORD VAN DE WEEK Het spreekwoord van de week is: Je bent nooit te oud om te leren! Heeft u in uw taal ook zo’n spreekwoord? HOE GAAT HET? Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
15
Opdracht 16. Kent u de woorden? Kruis aan.
Bibliotheekmedewerker Het ver schoppen Het doel Bereiken Je best doen Vooral Niet alleen… maar ook… Je de kaas van het brood laten eten Afpakken Inloggen De gebruikersnaam Het wachtwoord De toegang Onthouden Het geheim Het resultaat Handig Interessant
Kunt u ook een zin maken met de woorden? Nee? Kijk nog eens bij de voorbeeldzinnen op pagina 3, 4, 7 en 8. Opdracht 17. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over leren in de bibliotheek. En u? Weet u nu meer over leren in de bibliotheek? Heeft u de woorden goed geleerd? Goed
Gaat wel
Niet zo goed...
Ik weet wat ik allemaal kan doen in de bibliotheek. Ik weet hoe ik me moet inschrijven bij de bibliotheek Ik kan een praatje maken over boeken die ik leuk vindt.
Antwoorden Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
16
Opdracht 3. 1. Heef Safiya haar doel bereikt? Ja, Safiya heeft haar doel bereikt. Nee, Safiya heeft haar doel niet bereikt. 2. Wie werkt er in de bibliotheek? Po-Sam werkt in de bibliotheek. Safiya werkt in de bibliotheek. 3. Waarom kan Po-Sam thuis niet oefenen? Omdat hij geen computer heeft. Omdat zijn vrouw en kinderen veel op de computer zitten. 4. Wat bedoelt Safiya met: laat je de kaas niet van het brood eten? Dat Po-Sam de computer niet van zich af moet laten pakken. Dat zijn vrouw hem moet helpen bij het oefenen op de computer. 5. Waarom komt Po-Sam naar de bibliotheek? Om boeken te lenen. Om op de computer te leren.
Opdracht 4. 2b. Safiya heeft een nieuw wachtwoord gekregen. 3b. Ik heb jou een e-mail gestuurd. 4b. Po-Sam heeft op de computer gewerkt.
Opdracht 7. 1. Hoe krijg je toegang tot een programma? Met een wachtwoord en een pincode. Met een gebruikersnaam en wachtwoord. 2. Wat is de gebruikersnaam van Po-Sam? Zijn eigen naam. De naam van zijn vrouw. 3. Gaat Po-Sam de internetcursus volgen? Ja. Nee 4. Waarom wil Po-Sam zijn wachtwoord niet aan Safiya vertellen? Omdat het een geheim is. Omdat het een lang wachtwoord is. 5. Wat vindt Po-Sam handig aan het programma? Dat het bij CRTV hoort. Dat je resultaten kunt zien.
Samenvatting.
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
17
Let op! Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn! 1. 2. 3. 4. 5.
Po-Sam komt Safiya tegen in de bibliotheek. Safiya werkt bij de bibliotheek als biblioteekmedewerkster. Safiya helpt Po-Sam bij het leren op het internet in de bibliotheek. Po-Sam krijgt een e-mailadres en een wachtwoord. Samen gaan Safiya en Po-Sam werken en leren op het internet.
Opdracht 8. 1. Vindt Esi het leuk om te lezen? Ja, Esi houdt erg van lezen. Nee, Esi houdt niet zo van lezen. 2. Wat was het doel van Esi? Naar de bibliotheek gaan. Een dik boek uitlezen. 3. Waarom was Esi al een tijdje niet naar de bibliotheek geweest? Ze had niet haar best gedaan om een boek uit te lezen. Ze deed heel erg haar best om een dik boek uit te lezen.
Opdracht 9. Ik heb mijn doel bereikt
Jij bent ver gekomen!
Jij hebt het ver geschopt!
Ik heb er hard voor gewerkt
Ik heb heel erg mijn best gedaan.
Laat je toch niet afpakken wat van jou is!
Laat je de kaas niet van het brood eten
Ik ben gekomen waar ik wil zijn.
Opdracht 10. Kies uit: wachtwoord, bereikt, bibliotheekmedewerker, inloggen. 1. 2. 3. 4.
Als je bibliotheekmedewerker wilt worden, moet je een opleiding doen. Om te kunnen oefenen op de site oefenen.nl moet je eerst inloggen. Als je je wachtwoord vergeten bent, kun je een nieuw aanvragen. Zij heeft hard gewerkt en veel bereikt. Ze is dokter geworden.
Opdracht 11. Titel van het goede boek: Leer een taal zonder docent.
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
18
Opdracht 12. 1. 2. 3. 4. 5.
Een geheim is iets dat niemand mag weten. Als je iets interessant vindt, vind je het leuk en wil je er meer over weten. Als iets handig is, kun je het makkelijk gebruiken. Je hebt je werk goed gedaan. Het heeft veel resultaat opgeleverd. Als je toegang hebt, kun je naar binnen.
V H A N D
O K S O N
L K E S S
U N B R O
P K U D R
J T N M A
M J T S X
M D L R R
M Z M O H
S L Q A O
R E S U L
A L Y B R
I G T T M I
N O O T P C
T R E I V L
E P G N G G
R G A M O K
E E N T I F
S H G I C S
S E U E E M
A I R R L E
N M O T S D
T A A T S L
T I F F A H
E
T
H
N
I
R
K
P
H
O
G
E
Les 3 Actielessen - Station Nederlands - Edusom © ITTA 2015
19