www.edusom.nl
Thema Op het werk.
Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel geleerd over wat er allemaal gebeurt ‘op het werk’. In deze les gaat u de woorden uit deze lessen nog een keer oefenen.
Wat leert u in deze les?
De woorden uit les 12, 13, 14 en 15.
Veel succes!
Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
WOORDEN Opdracht 1. Raad het goede woord. Kijk naar les 12. 1. Vul het goede woord in op de stippellijn. 2. Maak dan 1 goed woord van de letters die in het rode kader staan. Let op! Je moet de letters nog wel in de goede volgorde zetten.
* Iemand die voor een baas werkt:
.
* Niet blijven:
w e
.
. . . . . .
e g . . . .
* Meubel om kleren en spullen in te bewaren:
* Hier kan je een broodje eten op het werk:
.
a . .
k a . . . .
.
Maak nu het woord van de letters:
. .
.
.
Kijk naar de antwoorden op p. 7. Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
2
WOORDEN Opdracht 2. Zoek de juiste tegenstelling. Kijk naar les 13. Vul het goede woord in op de
.
.
.
.
.
1. Lopen:
.
.
.
.
.
2. Dom:
.
.
.
.
.
3. Veilig:
.
.
.
.
.
4. Dicht:
.
.
.
.
.
5. Nooit:
.
.
.
.
.
Kijk nu naar de antwoorden op p. 7. Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
3
WOORDEN Opdracht 3. Welk woord hoort er niet bij? Kijk naar les 14. Welk woord hoort er niet bij? Kies A, B of C. Kijk eerst naar het voorbeeld. Voorbeeld: 1. Een afspraak maken bij de tandarts. A. Agenda. B. Tijd. C. School. Het goede antwoord is: C, want ‘School’ hoort niet bij Een afspraak. En ‘A. Agenda’ en ‘B. Tijd’ horen wél bij Een afspraak.
Nu u:
1. De kamer is niet netjes. Overal ligt papier. A. Opruimen. B. Rommel. C. Bioscoop.
2. Pak de bezem uit het magazijn! A. Vegen. B. Schoon. C. Bier.
3. Ik veeg elke dag op het werk. A. Baby. B. Vloer. C. Bezem.
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
4
4. Aan het werk! De pauze is afgelopen. A. Weer beginnen. B. Niet stil zitten. C. Doos.
5. Kofi, je moet eerst opruimen. A. Rommel. B. Dokter. C. Netjes.
Opdracht 4. Raad het goede woord. Kijk naar les 15. Maak het woord af op de . . . . . . . . . . . .
1. Kofi werkt niet, hij is vandaag:
v............
2. Wanneer je moet werken, zie je op het:
r............
3. Ik kan vandaag niet komen, maar ik kom wel:
d............
4. Sorry betekent hetzelfde als:
h............
5. Eerst komt vandaag, dan komt morgen, dan komt:
o............
Kijk nu naar de antwoorden op p. 7.
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
5
WOORDEN Opdracht 5. Raad het goede woord. Kijk naar les 12, 13, 14 en 15. 1. Vul het goede woord in op de .
.
.
.
.
2. Maak dan 1 goed woord van de letters in de
.
Let op je moet de letters nog in de goede volgorde zetten! Tip: het is een naam.
.
* Een stuk papier of plastic met informatie:
d
* Gesloten:
* De baas:
.
c h .
* Op de dag na morgen:
. . r t
. . t
. o v . . .
.
. . . .
Maak nu het woord van de letters: .
. .
.
Kijk nu naar de antwoorden op p. 7. Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
6
Antwoordblad Opdracht 1. * Werknemer. * Weggaan. * Kast. * Kantine. Het woord van de letters: werk.
Opdracht 2. 1. Stilstaan. 2. Slim. 3. Gevaarlijk. 4. Open. 5. Altijd.
Opdracht 3. 1. C. 2. C. 3. A. 4. C. 5. B.
Opdracht 4. 1. Vrij. 2. Rooster. 3. De volgende keer. 4. Het spijt me. 5. Overmorgen.
Opdracht 5. * Kaart. * Dicht. * Chef. * Overmorgen. Het woord van de letters: Kofi. Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
7
OEFENEN VOOR HET INBURGERINGEXAMEN
Deze herhalingsles over de vier lessen ‘Op het werk’ past in het thema ‘Werk en Inkomen’ van KNS van het Inburgeringsexamen.
OEFENEN VOOR HET EXAMEN LUISTEREN Luister nog een keer naar de gesprekken van de lessen. Luister via http://www.edusom.nl en / of via www.stationnederlands.nl. Maak de oefeningen van Station Nederlands. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SPREKEN Zoek een taalvriend, iemand die goed Nederlands spreekt. Doe de extra opdrachten. met uw taalvriend. OEFENEN VOOR HET EXAMEN SCHRIJVEN Oefen met de extra opdracht. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LEZEN Voor het examen Lezen kunt u oefenen met de opdrachten bij de teksten van de gesprekken uit de lessen over werk. Ook kunt u oefenen met de extra opdrachten.
Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: http://www.inburgeren.nl/inburgeraar/examen/examen.asp Maak de voorbeeldexamens. Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen.
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
8
Extra Opdracht 1. Leesopdracht. Lees de tekst en geef antwoord op de vragen. 1.
Wie vraagt aan Sem iets over een televisie? a. De manager b. De klant c. De collega
2.
Waarom vraagt hij aan Sem over de televisie? a. Omdat het heel druk is. b. Omdat hij de televisie niet kan vinden. c. Omdat een andere televisie uitverkocht is.
3.
Wat zegt de collega? a. Dat de televisie uitverkocht is. d. Dat de andere televisie beter is. e. Dat de televisie in het magazijn is.
DE TELEVISIE
Sem is op zijn werk. Hij is verkoopmedewerker in een elektronicawinkel. Hij zet de artikelen op hun plek en hij geeft advies aan de klanten. Het is koopavond en het is heel druk. Er komt een klant naar hem toe. "Pardon, mag ik u wat vragen?”zegt de klant. Sem antwoordt: "Natuurlijk." "Heeft u deze televisie uit de folder nog? Ik zie hem nergens." Sem gaat kijken en ziet de televisie ook niet. Hij zegt: "Ik weet niet of wij hem nog hebben. Ik vraag het even aan mijn collega." Sem gaat naar zijn collega. Die zegt dat de televisie uitverkocht is. Sem vertelt het aan de klant. "Deze televisie hebben we niet meer, maar deze is ook zeer goed. Die hebben we nog wel." "O," zegt de klant. "Dan kijk ik even verder."
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
9
Extra Opdracht 2. Leesopdracht. Lees de tekst en geef antwoord op de vragen. 1. Met wie maak je afspraken over je werk? a. Met de werknemer. b. Met de werkgever. c. Met de wet. 2. Wat zijn voorbeelden van primaire arbeidsvoorwaarden? a. De arbeidsduur, het salaris en je vakantiedagen. b. Reiskostenvergoeding of een cursus volgen. c. Vergoeding voor een telefoon, sparen met het bedrijf, thuis werken. 3. Waarover kun je onderhandelen? a. Alleen over afspraken die in de wet staan. b. Alleen over aanvullende afspraken. c. Over alle afspraken, primair en secondair.
ARBEIDSVOORWAARDEN
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
10
OEFENEN VOOR HET EXAMEN KNS
Extra Opdracht 3. Kijkopdracht Kijk naar films van ETV Op de website ETV.nl vindt u films die gaan over werk. In het programma Taal werkt! praat presentatrice Şenay Özdemir over: de eerste werkdag, vragen op het werk, opdrachten en veiligheid. http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.detail&pid=69 Bij ETV.nl vind je nog meer programma’s die gaan over werk, bijvoorbeeld het programma Werkwijzer. Kijk hiervoor op: http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.detail&pid=85
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
11
Extra Opdracht 4. Spreekopdracht. 1. Lees de zinnen en probeer ze te gebruiken. WAT KUNT U ZEGGEN IN DIE SITUATIE? Als u met iemand kennismaakt, zeg dan: - Dag, mijn naam is ….. Ibrahim Ada. - Ibrahim Ada. - Hallo, ik ben Ibrahim. - Ik heet Ibrahim Ada. Als een opdracht niet duidelijk is, zeg dan: - Het is niet duidelijk. - Kunt u het nog eens vertellen? - Wat moet ik nu precies doen? Als u een collega om hulp vraagt, zeg dan: - Kan je me even helpen? - Zou u me even kunnen helpen? - Ik heb een probleem. Als u een dag vrij wil, zeg dan: - Kan ik een vrije dag krijgen? - Mag ik een vrije dag opnemen? - Ik zou graag een vrije dag hebben.
2. Kunt u het nu? Bespreek met uw taalvriend. Ik kan…
Ja, dat kan ik Nee, nog niet
… me voorstellen aan een collega … een opdracht op het werk begrijpen. … vragen stellen ter verduidelijking. … problemen vertellen aan een collega. … praten over de oplossing van problemen. Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
12
Extra Opdracht 5. Schrijfopdracht. Schrijf over het werk wat u graag wilt doen. Schrijf: Waar het werk is, Wat voor werk het is, Hoeveel uur u wilt werken, Hoeveel dagen uw wilt werken,
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
13
ANTWOORDBLAD OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN Extra Opdracht 1. 1. b. De klant. 2. b. Omdat hij de televisie niet kan vinden. 3. a. Dat de televisie uitverkocht is.
Extra Opdracht 2. 1. b. Met de werkgever. 2. a. De arbeidsduur, het salaris en je vakantiedagen. 3. b. Over aanvullende afspraken.
Extra Opdracht 3 tot en met 5. Bespreek en oefen met uw taalvriend.
Les 16 Beginners- Station Nederlands - Edusom © ITTA 2013
14