Lessuggesties
Wat vindt u in deze lessuggesties? -
Informatie over Pluk van de Petteflet en de boeken over Pluk Lessuggesties voor alle leeftijden Deelname aan de stampertjes-zoektocht: win een musicalbezoek voor de hele klas!
© Uitgeverij Querido
Alle illustraties in deze lessuggesties zijn getekend door Fiep Westendorp en zijn afkomstig uit het boek Pluk van de Petteflet. Deze illustraties mogen niet overgenomen of gekopieerd worden. © Fiep Amsterdam bv; Fiep Westendorp Illustrations.
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Annie M.G. Schmidt-week 2014 Van woensdag 14 tot en met zondag 24 mei 2014 is het weer Annie M.G. Schmidtweek. Tien dagen lang staan de boeken van Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp in de boekhandel, in de bibliotheek, op scholen en op kinderdagverblijven in de schijnwerpers – de boeken over Pluk in het bijzonder dit jaar. U kunt met uw klas op diverse manieren deelnemen aan de Annie M.G. Schmidt-week. In deze lessuggesties krijgt u verschillende tips om met uw leerlingen aan de slag te gaan. En leuk voor alle leeftijden: de Stampertjes-zoektocht! Op de laatste pagina van dit document kunt u zien hoe ook uw klas hieraan mee kan doen. De winnende klas wint een bezoek aan de Pluk van de Petteflet-musical, inclusief vervoer!
Pluk van de Petteflet: tijdloze klassieker De avonturen over Pluk van de Petteflet verschenen tussen 1968 en 1970 in weekblad Margriet en werden voor het eerst in boekvorm uitgegeven in 1971. Het boek over het jongetje en zijn kraanwagen dat zijn intrek neemt in de torenkamer van de Petteflet is door de jaren heen onverminderd populair gebleven.
Verkrijgbaar van Pluk van de Petteflet: Pluk van de Petteflet – (gebonden en paperback uitgave) – € 19,95 / € 12,50 – ook verkrijgbaar als luisterboek Pluk redt de dieren (gebonden) – € 15,95 – ook verkrijgbaar als luisterboek En voor de allerkleinsten: Dag Pluk! (stofboekje) – € 6,95 Welterusten Pluk! (Stofboekje) – € 6,95
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Lessuggesties De boeken over Pluk van de Petteflet zijn geschikt voor kinderen tot een jaar of zeven. Onderstaande lessuggesties kunt u zelf beoordelen voor uw leerlingen. Ze zijn onderverdeeld in een groepsgesprek en ‘doe-opdrachten’. Alle verwijzingen naar het boek zijn gebaseerd op de 35ste druk (2010). Bij eerdere drukken kunnen de paginanummers afwijken.
Groepsgesprek over het boek Lees het boek (gedeeltelijk) voor en laat de kinderen naar de illustraties kijken. Laat ze eerst spontaan reageren. Ga dan vragen stellen: 1. Wat vind je leuk aan dit boek? Of grappig? Of spannend? 2. Is er ook iets wat je niet leuk vindt? Of saai? Of lelijk? Of erg? Of raar? 3. Wat begrijp je niet helemaal? 4. Wat viel je op in het verhaal en aan de tekeningen? Op deze laatste vraag kunnen antwoorden komen als: Opvallend in de tekst: • Nergens wordt gerept over een vader of moeder van Pluk. • Pluk is een heel zelfstandig en verantwoordelijk jongetje dat in zijn eigen kraanwagentje rijdt, dieren even belangrijk vindt als mensen, een kakkerlak als vriendje heeft, niet naar school gaat en toch heel veel kan. • Dieren kunnen praten met mensen. • In het verhaal komen veel vogels voor, echte en neppe: vooral duiven, meeuwen en de krullevaar. • Veel namen zeggen iets over de persoon die die naam draagt: mevrouw Helderder, meneer Pen, de Stampertjes, Langhors, de heen- en weerwolf, de Lispeltuut, de krullevaar. • Er komen grappige personages en fantasiefiguren in voor: mevrouw Helderder, de kluizelaar, vader Stamper, de Adjudant en Majoor, meneer Plomp van het vogelmuseum. • Aardrijkskundige namen zijn verhaspeld: Egwijk (samenvoeging van Egmond en Noordwijk of Wijk aan Zee), Waas (Waal en Maas). • Er wordt veel getoverd in het boek, vooral met de hasselbramen. • Er komen veel dingen van vroeger in voor: geen supermarkten maar kleine winkeltjes: bakker, slager, kruidenier; er zijn vaste telefoons en geen mobieltjes, guldens in plaats van euro’s, geen computers, een dokter die de zieke thuis bezoekt, deftig theedrinken gebeurt met de pink in de lucht, schoonmaakspullen als boenders en zwabbers. • Soms zijn er ouderwetse uitroepen: Gunst! (p. 40), Schandelijk! (p 152), Gut! Enig! (p. 196).
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Opvallend in de illustraties: • De tekeningen zijn allemaal in kleur en ze hebben verschillende formaten. Soms staan ze in een hoekje van een pagina, soms vullen ze een hele bladzijde, aan het eind van het verhaal staat een tekening over twee pagina’s. • Het zijn grappige, karikaturale tekeningen met veel hoekige lijnen. • De ogen van alle mensen zijn cirkeltjes of stippen en kinderneusjes zijn van voren dopjes en van opzij puntjes. • Er zijn veel kinderen met borstelige haardossen, vooral de Stampertjes. Al die opmerkingen over patronen, stijl en opbouw, karakteristieken in tekst en illustraties kunnen prikkelen tot verder gesprek en onderzoek en de kinderen nog meer betrekken bij het verhaal. Over het soort boek ‘Ik ben Dollie,’ zei de duif. ‘En de Petteflet is hier vlakbij.’ (p. 7) ‘Het komt door die bramen…’ zei meneer Pen. ‘Die hasselbramen. Het zijn speelbramen, zodra je ervan eet, wil je spelen in plaats van werken.’ (p. 146) De dieren in het boek kunnen praten. En de hasselbramen zijn een soort toverbramen. Pluk van de Petteflet lijkt wel een sprookje. Maar is het een sprookjesboek? Praat er samen over. Of is het meer een avonturenboek, een boek over kinderen en het milieu? Iemand zei dat Pluk van de Petteflet een roman is voor kleuters. Een roman is een dik boek met een lang verhaal. Vind jij Pluk van de Petteflet een boek voor kleuters, of moet je er ouder voor zijn? Waarom vind je dat? Tips voor de leerkracht: - Er is niet één waarheid, één oplossing of één goed antwoord. Een gesprek kan opbloeien door de diversiteit aan meningen en interpretaties. - Er zijn uiteraard (veel) meer vragen mogelijk. Verschillende antwoorden leveren ook andere vervolgvragen op. - Alles mag gezegd of opgemerkt worden. Niets is gek of stom. Laat de kinderen merken dat het belangrijk is wat ze zeggen. - De kinderen moeten het boek goed kennen voordat ze er een groepsgesprek over kunnen voeren. Dan kunnen ze hun mening uitleggen aan de hand van fragmenten en illustraties uit het boek. - Stel geen gesloten vraag waarop maar één antwoord mogelijk is. Vraag liever: ‘Waar zie je dat?’, ‘Hoe bedoel je dat?’, ‘Kun je dat laten zien?’ of ‘Vertel eens…’. - Laat het gesprek niet langer duren dan nodig. Het ene boek/verhaal geeft meer gespreksstof dan het andere. - Deze manier om een groepsgesprek te voeren werkt het best als er regelmatig zo met elkaar wordt gepraat. Dan raken de kinderen eraan gewend en gaan ze het leuk vinden om op ontdekkingsreis te gaan in een volgend boek.
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Doen - voor peuters en kleuters Kleurplaat Pluk van de Petteflet Voor de jongste leerlingen staat er op www.anniemgschmidtweek.nl een kleurplaat van Pluk en zijn rode kraanwagen, een illustratie van Fiep Westendorp. Na het voorlezen van het eerste Pluk-verhaal kunnen de kinderen hiermee aan de slag. Welke kleur maken zíj de kraanwagen? En welke kleur krijgt de pet van Pluk? Een Petteflet bouwen Bouw van blokken of duplo een Petteflet met een torenkamer voor Pluk. Zien hoe een hijskraan werkt Pluk had een klein rood kraanwagentje. Hij reed ermee door de hele stad en hij zocht naar een huis om in te wonen. (p.7) Zo begint Pluk van de Petteflet. Laat een kind van thuis een kraanwagen meenemen om te laten zien hoe een hijskraan werkt. Of bouw met elkaar een hijskraan van constructiespeelgoed als Duplo of K’nex. Een boom vol vogels tekenen Koop (gekleurde) kippenveertjes of verzamel vogelveren die je vindt in een bos of park of op straat. Geef elk kind een veer. Vraag de kleuters hun veer op een tekenpapier te plakken en er daarna een vogel omheen te tekenen. Knip de vogeltekeningen uit. Schilder op een groot vel een boom en prik of lijm alle vogeltekeningen op de takken. Zo ontstaat er een vrolijke boom vol vogels.
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Doen – alle leeftijden Een kakkerlak in een luciferdoosje stoppen ‘Lig je lekker, Zaza?’ riep hij. Zaza lag in een luciferdoosje met watten. ‘Prima!’ riep hij met z’n hele kleine kakkerlakkenstem. (p. 10)
(Illustratie van Zaza, afkomstig uit Pluk van de Petteflet. © Fiep Amsterdam bv; Fiep Westendorp Illustrations)
Een van de eerste vrienden van Pluk is de kakkerlak Zaza. Pluk heeft hem al in het eerste hoofdstuk gered van een wisse dood. Maak van een bolletje boetseerklei, wat ijzerdraadjes, stukjes tandenstoker en kleine kraaltjes een kakkerlak. Zaza is zwart, maar jouw kakkerlak mag gekleurd zijn. Hij is zo klein dat hij in een luciferdoosje past. Doe watten in een luciferdoosje en leg je kakkerlak erin. Geef hem een eigen naam en schrijf die op het versierde schuifje van het doosje. Vergeet geen luchtgaatjes te prikken in het schuifje. En geef hem natuurlijk een stukje appelschil! Laat elkaar je kakkerlakkendoosjes zien. Maak er een tentoonstelling van.
Nieuwe achternamen bedenken ‘Ben jij Pluk?’riepen ze. ‘Pluk van de kraanwagen? Pluk van de kakkerlak?’ (p. 13) In het begin van het boek weten de Stampertjes al heel veel over Pluk van de Petteflet: dat hij een kraanwagen heeft, dat hij een kakkerlak heeft gered… Aan het eind van het boek weten ze natuurlijk nog meer over hem. Bedenk drie dingen die de Stampertjes dan kunnen zeggen en schrijf ze op: Pluk van …, Pluk van … en Pluk van … Lees elkaar voor wat je hebt gevonden. Schrijf je voornaam drie keer onder elkaar op. Schrijf achter de voornamen ‘van’. Geef jezelf drie nieuwe achternamen die bij je passen. Je kunt daarbij net als Pluk denken aan waar je woont (van de Petteflet), aan iets bijzonders wat je bezit (van de Kraanwagen) of een huisdier dat je hebt (van de Kakkerlak). Misschien heb je een nog beter idee voor een achternaam: Rosa van de Paarden, Jerry van de Sliding, Jesse van de Lekke Band… Stel jezelf in de groep voor met je beste nieuwe achternaam en vertel er iets over. Teken een portret van jezelf met nieuwe achternaam. Iets van je achternaam komt ook voor op de tekening. Hang de tekeningen (met nieuwe handtekening!) op in een portrettengalerij.
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Praten als de Lispeltuut Toen hield het getuut op en er kwam een heel zacht fluisterend stemmetje uit de schelp. Het stemmetje zei: ‘Daar if de fee.’ Pluk keek om zich heen. Hij verwachtte half-en-half dat er een fee zou verschijnen tussen de duinen. Maar het stemmetje ging door en zei: ‘Tuffen die fruiken if de fee.’ Nu begreep Pluk dat de schelp het niet had over een fee. Tussen die struiken is de zee, bedoelde de schelp. (p. 78) De Lispeltuut is een slissende schelp. Hij zegt voor iedere s een f. Dus: De Lifpeltuut if een fliffende fchelp. Kies een woord met een s erin en schrijf het op. Schrijf het woord nog keer, maar vervang de s door f. Fluister je woord, zoals de Lispeltuut het zou zeggen. Verzin een zin met een paar woorden met een s erin. Schrijf je zin op zoals de Lispeltuut hem zou uitspreken. Fluister je zin, zacht maar hoorbaar. Geef in een groep een grote schelp aan elkaar door: zo’n groot slakkenhuis waarin je de zee kunt horen ruisen, bijvoorbeeld een wulk. Als je de schelp hebt, luister je naar wat hij zegt. Daarna zeg je fluisterend je eigen, nieuwe Lispeltuut-zin. Vogelgeluiden nadoen Hij zette het ding aan. Het bandje begon te draaien. En daar klonk: ‘Ahoy… weee… weeeeee…’ het schelle gekrijs van een meeuw. ‘Dat was een meeuw,’ zei meneer Pen. ‘Luister nou verder.’ ‘Roekoe… roekoe…’ ‘Een duifie…’ zei de agent vertederd. ‘Inderdaad,’ zei meneer Pen. ‘En nu even goed luisteren!’ ‘Prrr… ta lie loe!’ Het schalde door de winkel. (p. 182) Meneer Pen heeft de geluiden van een meeuw, een duif en de krullevaar opgenomen. Probeer ‘Ahoy… weee… weeeeee…’ te laten klinken als het schelle gekrijs van een meeuw. Wie van de groep kan dat het beste? Die krijgt de Meeuwenprijs. En hoe klinkt het geluid van een duif? ‘Roekoe…roekoe…’ Samen uitproberen. Wie wint de Duivenprijs? En hoe klinkt het geluid van de krullevaar? ‘Prrr… ta lie loe!’ Verzin er allerlei manieren voor. De mooiste stem krijgt de Krullevaarprijs. Verdeel de groep in drie groepjes: meeuwen, duiven en krullevaren. Een kind is dirigent. De dirigent geeft aan welke groep aan de beurt is, welke groepen samengaan, hoe hard of zacht de geluiden moeten zijn, hoe lang of hoe kort. Geef zo een spannend vogelconcert. Maak een opname.
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Muur vol tekenen
(illustratie van Mevrouw Helderder en Aagje, afkomstig uit Pluk van de Petteflet. © Fiep Amsterdam bv; Fiep Westendorp Illustrations)
Ze volgden Aagje naar de huiskamer. En daar stond mevrouw Helderder te tekenen op de pas gewitte muren. ‘Hallo,’riep ze. ‘Kom binnen, neem maar allemaal een kleurstift en doe mee!’ De kleine Stampertjes stortten zich juichend op de doos met viltstiften. Ze zochten de mooiste kleuren uit en ze begonnen gekke poppetjes te tekenen. (p. 166) Mevrouw Helderder heeft te veel hasselbramenjam gegeten en tekent haar keurig witte muren vol. Volg haar voorbeeld! Knip uit tijdschriften allerlei meubels: tafel, stoelen, banken, kasten, bedden, noem maar op. Plak de meubels aan de onderkant van een wit vel tekenpapier. Teken daarna met viltstift de witte kamermuur vol gekleurde bloemen, vogels, vissen, schepen, huizen met rook, bloemen in potten, gekke poppetjes en zo verder. Hang daarna alle tekeningen precies naast elkaar. Dan zie je een lange kamer met meubels en een muur vol tekeningen. Een groot stapelbed tekenen Kijk naar het driehoge stapelbed van de Stampertjes (op pagina 12 van Pluk van de Petteflet). Maak net als Fiep Westendorp ook een stapelbed, maar dan eentje voor de hele groep. Elk kind schildert op een rechthoekig stuk papier zichzelf in bed met alles wat daarbij hoort: dekbed, kussens, knuffels, speelgoed, losse kleren, enzovoorts. Let erop dat de geschilderde bedden allemaal ongeveer even groot zijn, want ze moeten in het stapelbed van de groep passen. Hang naast elkaar stroken behangpapier aan de muur. Schilder daarop in grote lijnen een stapelbed met net zoveel bedden als er kinderen in de groep zijn. Elk kind plakt het eigen bed in het stapelbed. Schilder tenslotte met elkaar (touw)ladders aan het stapelbed, spinnenwebben, kleren aan hangertjes en waslijnen, speelgoed en plantjes en kruiken in hoeken en gaten. 2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Alle vogels laten vliegen Maar zodra ze door de glazen deur naar buiten stapte op de bovenste galerij… ontzettend… het leek alsof de hemel verduisterd werd door een sneeuwstorm… ze vlogen vlak vóór haar, ze zaten op de vloer, ze fladderden voor haar ogen, ze schreeuwden afgrijselijk! (p. 39) Dat zijn de meeuwen die mevrouw Helderder wegpesten uit het torenkamertje. Speel het spel Alle vogels vliegen met figuren uit Pluk van de Petteflet. Begin met te zeggen: Alle vogels vliegen! Daarop moeten de kinderen met hun armen in de lucht vliegbewegingen maken. Het gaat erom dat ze dat alleen doen als iets wordt genoemd dat echt kan vliegen. Het is een reactiespelletje. Wie zich vergist is af. Ga steeds sneller: - Alle duiven vliegen! - Alle meeuwen vliegen! - Alle Stampertjes vliegen! - Alle mussen vliegen! - Alle Lispeltuten vliegen! - Alle Duizeltjes vliegen! - Alle Dollies vliegen! - Alle Pettefletten vliegen! - Alle Liezebetjes vliegen! - Alle vlinders vliegen! - Alle vliegen vliegen! - Alle uitgestorven vogels vliegen! - Alle hasselbramen vliegen! - Alle Leentjes vliegen! - Alle Aagjes vliegen! - Alle tortels vliegen! - Alle spuitbussen vliegen! - Alle reigers vliegen! - Alle wormen vliegen! - Alle wespen vliegen! - Alle frieten vliegen! - Alle zeekoekoeken vliegen! - Alle kakkerlakken vliegen! Zeg, als het lang genoeg geduurd heeft: Alle krullevaren vliegen! Dit is een valstrik, want de krullevaar is een vogel die eerst niet kan vliegen (zie p. 169), maar later wel (p. 192).
Deze lessuggesties zijn gebaseerd op de lessuggesties van Lieke van Duin & Jos van Hest, 2010.
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Oproep: Stampertjes gezocht!
(Illustratie van Pluk en Aagje met de Stampertjes. Afkomstig uit Pluk van de Petteflet. © Fiep Amsterdam bv; Fiep Westendorp Illustrations)
Bij de familie Stamper thuis liggen matrassen op de grond, want wat maken de Stampertjes een lawaai! Hoe hard kan uw klas stampen en zingen? Hoe doet uw klas mee? Lees het verhaal waarin de Stampertjes worden voorgesteld voor, zodat iedereen weet wie de Stampertjes zijn. Het leukste is natuurlijk voorlezen uit het boek. Is het boek uitgeleend in de schoolbieb? Het verhaal staat, tot het einde van de Annie M.G. Schmidtweek, ook op www.anniemgschmidtweek.nl. Bekijk dan met de kinderen op onze site de ‘Stampsong’ (de tekst vindt u op de volgende pagina). Maak een filmpje van uw leerlingen en upload deze op Youtube. Mail de link naar
[email protected], o.v.v. de naam van uw school. Uit alle inzenders wordt de winnaar van de hoofdprijs gekozen. Wat kunt uw klas winnen? De winnende klas wint een uitje naar de Pluk van de Petteflet-musical, inclusief vervoer. De winnaars krijgen voor 31 mei 2014 bericht. De ingezonden filmpjes worden geplaatst op www.anniemgschmidtweek.nl en op ons Facebook-account (Facebook/Queridokind) [Uitgeverij Querido en Senf theaterproducties stellen 30 kaartjes voor de musical inclusief busreis beschikbaar. Het bezoek aan de musical vindt vermoedelijk in schooljaar 14/15 plaats, aangezien 7 juni al de laatste voorstelling van dit seizoen is. De datum van het bezoek wordt uiteraard overlegd met de winnende school.]
2
Lessuggesties Annie M.G. Schmidt-week 2014 www.anniemgschmidtweek.nl
Stampsong - tekst Nummer één stampt als-ie blij is en dat is haast elke dag Nummer 2 stampt als-ie slagroom uit de spuitbus eten mag Nummer 3 dat is een rare, want die stampt, maar waarom, geen idee Hoe of wat of waar dus stampt-ie maar en dan doen we lekker mee en gaan we Stampen, stampen, stampen, stamp, laat het dreunen, laat het knallen dat de foto’s uit hun lijsten vallen en de lampekappen van de lampen Stampen, stampen, stampen! Nummer 4 is heel gevoelig en die stampt wanneer-ie huilt Nummer 5 omdat-ie spijt heeft als-ie speelgoed heeft geruild Nummer 6 is boos op nummer vijf of drie of nummer twee Maar dat duurt nooit lang want hij wordt steeds bang want we stampen met hem mee, daar gaan we Stampen, stampen, stampen, stamp, laat het dreunen, laat het knallen dat de foto’s uit hun lijsten vallen en de lampekappen van de lampen Stampen, stampen, stampen !
2