Docentenhandleiding Extra lessuggesties
Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Veren Badderplaats maken Eieren Diepte zien Voerplaats maken Slimme vogels Vogellokker maken Biotopen (leefgebieden) Adressen
p. p. p. p. p. p. p. p. p.
2 2 2 3 4 4 5 5 6
1
1 Veren De veren van vogels zijn bedekt met waterdichte was. Zo blijven vogels droog als het regent of als ze in het water hebben gezwommen en gedoken. De meeste vogels hebben vier soorten veren. Veren om te vliegen (‘slagpennen’) groeien op de vleugels en staart. Ze houden de vogel in de lucht en laten hem sturen. Slagpennen hebben een sterke schacht (een hoornige buis). Bij vleugelveren zit de schacht dicht bij de voorrand en bij staartveren in het midden. Uilen hebben hele speciale slagpennen met zachte randjes aan de voorkant. De vleugel maakt dan minder geluid, zodat de prooi de uil niet hoort aankomen. Onder de slagpennen groeien donsveren die de vogel warm houden. Donsveren hebben kleine schachten en zijn zacht en wollig. Ze houden de lucht rond het lichaam vast. Activiteiten • Laat veren zoeken in de tuin, op het schoolplein of in de buurt. N.B.: Wel erna altijd handen wassen: wassen: vogels (veren) kunnen bacteriën met zich mee dragen. dragen Goede plekken om veren te vinden zijn onder bomen, langs oevers en de kust. • Een van de beste manieren om veren te bewaren is om ze in ribbelkarton te steken. Daarna kunnen ze in een schrift geplakt of in een doos bewaard worden. Bewaar ze in het donker, want zonlicht verbleekt de kleuren. • Houd de veer vlak en druppel er wat water op. Het water rolt er meteen weer af en de veer blijft droog. Dit komt door het vet op de veer (vet stoot water af).
2 Badderplaats maken Om hun veren in goede conditie te houden nemen vogels graag een bad. Nodig: grote deksel (bijvoorbeeld van een vuilnisbak), of ondiepe schaal kleine stenen, water bakstenen of stukken hout •
•
• •
Kies een vlakke plek, onbegroeid of met wat kort gras en leg de bakstenen in een driehoek. Het moet een open plek zijn, zodat katten de vogels niet ongezien kunnen besluipen tijdens het wassen. Leg de deksel ondersteboven op de bakstenen of stukken hout neer, zodat hij niet kan wiebelen. Een schaal moet ondiep zijn, zodat de vogels snel kunnen wegvliegen als er gevaar dreigt. Leg de kleine stenen in het diepste gedeelte. Vul het bad met koud water tot 2 cm onder de rand. Maak het bad regelmatig schoon en vervang het water ook regelmatig. Bekijk het bad vanuit huis of vanuit een schuilplaats. Stel een eventuele verrekijker alvast scherp op het bad voordat de eerste vogels aankomen.
3 Eieren Eieren hebben een harde buitenschaal met een flexibele binnenbekleding. De schaal is sterk door de kalk, een mineraal dat in voedsel zit. Het effect van kalk wordt
2
duidelijk als het ei een nachtje in de azijn heeft gestaan. Een deel van de kalk lost dan op en het ei wordt zacht en rubberig. Nodig: jampotje met brede opening (er moet een ei doorheen passen) en deksel azijn, 1 kippenei • • •
Vul het potje half met azijn en doe er het kippenei in. Draai de deksel er losjes op en laat het ei minstens 8 uur staan. Giet de azijn weg en knijp in het ei. In plaats van te breken zal het ei buigen.
4 Diepte zien Bij de meeste vogels staan de ogen aan de zijkant van hun kop, waardoor ze een wijder gezichtsveld hebben dan wij. Dat helpt bij het vinden van voedsel en het ontwijken van roofvogels. Ze kunnen door hun ogen en kop te draaien zo wel 320 graden in de rondte kijken. Alleen uilen kunnen hun ogen niet verdraaien, maar zij kunnen hun hals weer in een cirkel van ca. 270 graden draaien. Hierbij worden speciale beenderen in de hals gebruikt. Roofvogels, zoals Haviken, Arenden en Uilen hebben wel twee naar voren gerichte ogen, zodat ze goed diepte kunnen zien en afstanden schatten.
Oehoe
Wulp
Hoe werkt ‘diepte zien’? Ook mensen hebben hun ogen voorin het hoofd zitten, en niet aan de zijkant. Dat betekent dat mensen ook goed afstand kunnen schatten. Dat merk je eigenlijk pas als je één oog uitschakelt: • •
Leerlingen werken in tweetallen. De één houdt een vinger omhoog, de ander doet één oog dicht en probeert de opgestoken vinger met zijn eigen wijsvinger te raken door van de zijkant in één beweging ernaar toe te gaan. Meestal zal de leerling die probeert de vinger te raken óf te ver naar voren zitten óf te ver naar achteren.
Stel, een valk die een muis op de grond ziet en een duikvlucht neemt. Deze valk heeft zijn ogen niet van voren zitten maar van opzij. Hij ziet de muis met één oog en kan dus niet goed inschatten of die op 10 meter afstand is of op drie. Stel dat hij op 10 meter gokt terwijl het drie meter is…. Doordat een valk twee ogen voorop zijn kop heeft kan hij goed diepte (afstand) inschatten.
3
5 Voerplaats maken Nodig: doorzichtige plastic fles met dop 2 potloden of stokjes, ongeveer twee keer zo lang als de doorsnede van de fles trechter, touw vogelzaad uit de dierenwinkel •
• • • • •
Duw een potlood vlak boven de bodem aan de ene kant naar binnen en aan de andere kant weer naar buiten. Wijs bij het duwen met het potlood van je lichaam af. Doe hetzelfde met het tweede potlood, haaks op het eerste potlood. Als het goed is zijn er nu vier zitplekken voor de vogels. Maak vlak boven de zitstokken gaatjes in de fles, zodat de vogels de zaadjes eruit kunnen halen. Vul de fles met zaad (gebruik een trechter) en draai de dop erop. Hang de fles met een touwtje op aan een lage tak van een boom, bijvoorbeeld in de buurt van het raam van de klas.
Sommige vogels eten vrijwel alles, maar de meeste zijn kieskeurig. Als je wilt zien welk voer welke vogels het lekkerst vinden, maak dan het volgende feestmaaltje: Nodig: 6 dezelfde schaaltjes meelwormen (te koop in bijna elke dieren- of hengelsportwinkel) broodkruimels zonnebloemzaden geweekte havermoutvlokken vette spekrandjes zacht fruit • • • •
Zoek een open plek in je achtertuin, niet te dicht bij struiken en bomen. Let op dat er geen katten of andere rovers bij de schaaltjes kunnen komen. Zet de schaaltjes in een rij en doe verschillend voer in elk schaaltje. Als de vogels komen eten, bekijk ze dan vanuit het huis of vanuit een schuilplaats. Denk er aan om het eten vóór het donker op te ruimen – ander trek je misschien ongewenste gasten als muizen of ratten aan. Je kunt ook netjes in plaats van schaaltjes gebruiken. Vogels kunnen dan niet met het voer wegvliegen.
6 Slimme vogels Vogels kunnen slim zijn als ze voedsel proberen te vinden. Maar kunnen tuinvogels uitvinden dat ze een deksel kunnen openen? Nodig: 2 kleine doorzichtige potjes of plastic bakjes vogelzaad een stuk stevig papier of karton plakband, schaar, pen of potlood kiezelsteentjes
4
• •
• • • •
•
Zet een van de potjes of bakjes omgekeerd op het papier (of karton) en teken de omtrek na. Maak een deksel voor het potje of bakje, door de getekende omtrek uit het papier te knippen. Laat een stukje (‘lipje’) uitsteken. Bevestig de deksel met een stukje plakband aan het potje/bakje. Dit is het scharnier. Doe wat kiezelsteentjes in beide potjes, zodat de vogels de potjes niet omduwen tijdens het eten. Doe daarna vogelzaad in beide potjes of bakjes en doe de deksel dicht. Zet de potjes naast elkaar op een goede voerplek. Kijk wat er gebeurt als de vogels aankomen en beginnen te eten. Ze beginnen met de open pot. Als die leeg is, is er misschien een vogel slim genoeg om de deksel van de andere pot open te doen. Herhaal het experiment de volgende dag, om te zien of de vogels zich kunnen herinneren dat de deksel open kan…
7 Vogellokker ogellokker maken Nodig: dun karton van 8 x 30 cm stukje dik karton grote, ronde stift lijm, plakband schaar, potlood dik stukje touw •
• • • • • •
Trek een streep lijm in de lengte over het midden van het dunne karton. Rol het karton strak op. Gebruik de stift om het karton omheen te winden. Plak het laatste randje van het karton vast met plakband. De stift mag er uit; je houdt een kokertje over. Knip een 5 cm lange gleuf in het karton. Het beste resultaat krijg je als de spleet scherpe, nette randjes heeft. Zet de koker overeind op het stukje dikke karton. Trek met het potlood twee keer de omtrek van de uiteinden, en knip de twee rondjes uit. Lijm één rondje aan het einde van de koker vast. Maak een gat in het andere rondje, zodat het touw er net door kan. Trek het touw door het gaatje en leg een knoop aan het einde. Zo zal het touwtje blijven zitten aan de koker. Lijm ook dit schijfje vast aan de koker, met de knoop aan de binnenkant. Houd het touw vast en draai de vogellokker snel boven je hoofd in het rond. Suizend door de lucht komt er geluid uit.
8 Biotopen (leefgebieden) Nodig: een groot stuk wit papier kleurpotloden of –stiften kaartjes voor aantekeningen prikbord vogelplaatjes uit tijdschriften vogelgidsje om vogels te kunnen herkennen 5
•
•
•
Laat de leerlingen een plattegrond met leefgebieden (biotopen) maken van hun eigen buurt. Door middel van excursies in elk leefgebied kunnen ze uitzoeken welke vogels daar leven. Teken een plattegrond van de buurt en geef de verschillende leefgebieden aan, zoals huizen, tuinen, parken en vijvers. Prik de kaart op het prikbord. Bezoek elk leefgebied en schrijf op welke vogels je ziet en wat ze doen. Maak een kaartje voor elk leefgebied. Schrijf wat informatie over de vogels bovenaan. Zoek in tijdschriften naar plaatjes van de vogels. Knip ze uit en plak ze op de kaartjes. Prik deze kaartjes op de grote plattegrond.
9 Adressen Voor scholen in Haarlem en omgeving zijn er de volgende mogelijkheden voor excursies en demonstraties: Duincentrum De Zandwaaier Ingang Zeeweg, Overveen Postadres: Tetterodeweg 27 2051 EG Overveen T 023-5411123 F 023-5411124
[email protected] www.npzk.nl Meer lesmogelijkheden en excursies zijn te vinden op www.nmewijzer.nl . Jeugdvogelclub van de Vogelwerkgroep ZuidZuid-Kennemerland Johan Stuart (contactpersoon) Zeilpad 6 1991 MT Velserbroek T 023-5389481 www.jeugdvogelclub.web-log.nl
[email protected] Het is ook mogelijk om roofvogeldemonstraties op school te organiseren: www.roofvogel-demonstratie.nl T 0113-581035
[email protected]
6