Lessuggesties
Lessuggesties: Ecosysteem, voedselketen en vervuiling Handleiding docent Tijdsduur
60 minuten
Kerndoelen
4, 40 en 41
Benodigdheden Werkblad Ecosysteem en werkblad vervuiling
Filmpje ecosysteem http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20100721_ecosysteem01/
Filmpje plankton http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20030611_plankton01/
Filmpje voedselketen https://teleblik.nl/media/25299/fragment?start=364&end=449
Filmpje vervuiling in de voedselketen: http://www.schooltv.nl/video/vervuiling-van-de-voedselkringloop-hoe-komen-giftige-stoffen-in-hetvoedsel-van-de-zeehond-terecht/#q=voedselketen
Voorbereiding Zet de filmpjes over plankton, de voedselketen en het ecosysteem klaar.
Opbouw les over een ecosysteem en een voedselketen Deze lesonderdelen zijn bedoeld om de leerlingen een beeld mee te geven over de verschillende aspecten van ecologie en vervuiling. Door in de klas als start-activiteit een woordspin te maken met het woord water, komen de thema’s als drinkwater, planten en dieren, vervuiling vanzelf naar voren. Een logisch vervolg is deze les over ecosysteem/voedselketen en vervuiling/zuivering om daarna na te denken over oplossingen die beter zijn voor het milieu. Op die wijze zijn ook de onderdelen van de lessuggesties opgebouwd en sluiten ze aan bij de personages bioloog, laborant en ingenieur. Inleiding Ecosysteem en voedselketen [15 min] Dit filmpje vindt u onder de link bij de benodigdheden. Laat het geluid uit. Geef als vraag mee: Waar gaat dit filmpje over? Laat de leerlingen dit opschrijven en bewaar de antwoorden voor later in de les. Leg de leerlingen uit wat een ecosysteem en een voedselketen zijn. Zie de achtergrondinformatie. Introduceer de term voedingsstoffen, als leerlingen deze niet kennen. Laat het ecosysteem van de Noordzee zien, zie figuur 1.
Leg aan de hand van de afbeelding uit wat een ecosysteem is. Zoek met de leerlingen op de afbeelding naar voedselrelaties binnen het ecosysteem. Deze lijn van relaties noemen we een voedselketen. Kom aan het einde tot de conclusie dat plankton aan de basis staat van voedselketens in zee en een belangrijke plek inneemt in een ecosysteem. Het filmpje aan het begin van de les ging over plankton. Laat het eventueel nog een keer zien.
Voedselketen Een voedselketen beschrijft de voedselrelaties tussen soorten in een levensgemeenschap. Een geheel van voedingsrelaties tussen dieren en planten die eten en opgegeten worden.
Ecosysteem Een ecosysteem is een samenhangend geheel van organismen en niet levende natuur in een bepaald gebied. Voorbeelden van ecosystemen zijn woestijnen, tropisch oerwoud, savanne, prairie, oceanen en hooggebergte.
Plankton aan de basis van voedselketen in zee Plankton staat aan de basis van de voedselketen. Een groot deel van het plankton bestaat uit microalgen. Dit zijn kleine plantjes, algen, of diertjes die op of vlak onder het wateroppervlak leven. Ze leven zowel in zee- als in zoetwater. Plankton wordt door allerlei dieren gegeten, zoals schelpdieren, garnalen en vissen.
Ecosysteem de Noordzee [40 min] Na de uitleg over ecosysteem en voedselketens kunnen de leerlingen op internet meer informatie zoeken hierover. Ook afbeeldingen van ecosystemen met uitleg zijn daar te vinden. De leerlingen kunnen in groepjes ook afbeeldingen zoeken van onderstaande dieren en deze na printen en uitknippen in de goede volgorde zetten. De leerlingen maken een zo lang mogelijke voedselketen gebaseerd op deze dieren. Na afloop bespreekt u in een leergesprek de gemaakte ketens en komt u met de leerlingen tot de conclusie dat er verschillende ketens mogelijk zijn. In de verschillende ketens kunnen dieren een andere plek innemen. Weten de leerlingen nog wat de basis is van elke voedselketen in zee?
Soorten: - reuzenhaai
- plankton
- kwal
- haring
- garnaal
- krab
- kokkel
- makreel
- scholekster
- hondshaai
- zeehond
- zeekat
- kreeftje
- tong
- bruinvis
- Haringhaai
- jan-van-gent
- zeeworm
Afsluiting Ecosysteem en voedselketen in de gracht? [15 min] Leg de link naar de voedselketen in de gracht. Tijdens het Eco-Experience komen de leerlingen in contact met een gracht. Vraag de leerlingen of een gracht een ecosysteem is. Heeft de gracht een voedselketen? De gracht heeft beide. Het is een door mensen gemaakt systeem maar het is door de natuur overgenomen.
Achtergrond informatie/ antwoorden Wie eet wie De antwoorden bij het leerling-werkblad Ecosysteem de Noordzee. • Reuzenhaai eet plankton. Er is geen dier dat een levende reuzenhaai eet. • Kwal eet plankton en af en toe een kleine of jonge vis. Vissen eten kwallen. • Haring eet plankton. Haring wordt gegeten door andere vissen en vogels. • Garnaal eet plankton. Ze worden gegeten door krabben, makrelen, hondshaaien, zeewormen en zeekatten. • Krab eet planten, wormen, vis, garnalen en schelpdieren. Krab wordt gegeten door vogels en grote vissen. • Kokkel eet plankton. Kokkels worden gegeten door scholeksters. • Makreel eet plankton, garnalen en kleine kreeftjes. Makreel wordt gegeten door zeehonden. • Scholekster eet mosselen, kokkels en zeewormen. • Plankton haalt voedingsstoffen uit het zeewater. Plankton wordt door erg veel dieren gegeten. • Hondshaai eet garnalen, kleine kreeftjes, jonge haring, kokkels en zeewormen. • Hondshaai wordt gegeten door andere haaien. • Zeehond eet vissen. • Zeekat eet krab, garnalen, kleine kreeftjes, kokkels, tong en andere inktvissen. • Zeekatten worden gegeten door bruinvissen, grotere inktvissen, zeehonden en jan-van-genten. • Tong eet zeewormen. Tong wordt gegeten door zeekatten en bruinvissen. • Bruinvis eet tong, haring, zeekat, kabeljauw, krab en makreel. Een levende bruinvis wordt niet door een ander dier gegeten. • Zeewormen eten plankton, kleine kreeftjes en garnalen. Ze worden gegeten door scholeksters en tong. • Jan-van-gent eet vis en zeekat. • Kabeljauw eet andere vis, krabben, inktvissen, zeekatten en zeewormen. Ze worden gegeten door zeehonden. • De haringhaai jaagt op kleine scholen diepzeevissen, andere haaien en zeekatten.
Vervuiling dichtbij: omgeving Bij deze opdracht gaan de kinderen in 2 minuten spullen verzamelen rondom de school die te maken hebben met milieuvervuiling. - Geef ze 5 minuten om rond de school spullen te verzamelen, met een vuilniszak. - Bespreek de voorwerpen die ze hebben gevonden en realiseer dat de natuur veel tijd nodig heeft om dit op te ruimen. Recyclen van spullen (plastic bijvoorbeeld) is veel beter, maar dan moet het wel in de prullenbak of Retourette belanden en niet in de natuur. Er worden steeds meer producten van oude spullen gemaakt. Straatpaaltjes van oud plastic, kunst van gerecycled materiaal of oude meubels die weer helemaal ‘hip’ zijn. - In de grote bosatlas is informatie te vinden over vervuiling en stedelijke dichtheid in de wereld en in Nederland. De laatste kunnen de kinderen met het werkblad doen. Bespreek dat daarna met elkaar.
6
Jan-Van-Gent
Zeeworm
Hondshaai
Scholekster
Kreeftje
Krab
Garnaal
Haringhaai
Plankton
Reuzenhaai
Tong
Zeehond
Kokkel
Kwal
Bruinvis
Zeekat
Makreel
Haring
WERKBLAD
WERKBLAD
Ecosystemen
In de natuur leven planten en dieren samen. Soms zijn ze zelfs afhankelijk van elkaar. Als voedsel. Sommige beestjes eten de planten, andere eten weer die beestjes. Zo staat alles met elkaar in verbinding. We gaan eens ontdekken hoe een ecosysteem er uit ziet. En als voorbeeld nemen we de Noordzee.
Wat leer je?
• wat een ecosysteem is; • wat een voedselketen is; • dat plankton aan de basis staat van een voedselketen.
Aan de slag!
Hieronder zie je de namen van dieren die rond de Noordzee leven. Zoek ze op internet op als je ze niet kent en print een plaatje uit als je dat makkelijker vindt. reuzenhaai, kwal, haring, garnaal, krab, kokkel, makreel, scholekster, plankton, hondshaai, zeehond, zeekat, tong, bruinvis, zeewormen, jan-van-gent, kabeljauw.
Maak
elijke voedselk een zo lang mog
eten van de bove
7
nstaande soorte
n.
WERKBLAD
sme. belangrijk organi in zee staat een en et lk se ed vo r. n de Aan het begin va onder in het kade t organisme hier da n ke Te t? da is Welk organisme
lketen als door ve t met een voedse ur be ge er t da Wat denk je een ander? dt gegeten door ziek wordt en wor
8
rvuiling een dier
WERKBLAD
Vervuiling dichtbij!
In onze omgeving komen we vaak zwerfvuil tegen. Dat zwerft langer rond dan je zou denken. Snoeppapiertjes, kauwgom, sigarettenpeuken of blikjes bijvoorbeeld. Dat is slecht voor het milieu. Hier een overzichtje hoelang het duurt voor dat iets vergaat. Klokhuis appel - 14 dagen Bananenschil - 1-3 jaar Kartonnen drinkbekertje - minimaal 6 maanden Sigarettenpeuk - 2 jaar Kauwgom - 25 jaar Frisdrankblikje - 50 jaar
Vervuiling bij jou in de buurt. Ga eens naar buiten en zoek rondom de school eens naar vervuiling. Schrijf op wat je hebt gevonden. En hoe lang het duurt voordat het vergaat? Wat een rommel!
Schrijf op wat je
allemaal hebt ge
nu Wat vind je daar
vonden.
van?
9
WERKBLAD
Nederland
Waar denk jij dat de milieuvervuiling het grootst is in Nederland? Kleur of omcirkel deze plaatsen op de kaart. Misschien kun je in de bosatlas hier wel meer over vinden…
vo Waarom kies je
? or deze gebieden
10
Lessuggesties: Watergebruik Handleiding docent Tijdsduur
30 minuten
Kerndoelen
39 en 44
Lesdoelen De leerlingen worden zich bewust van: - hoe drinkwater gemaakt wordt. - de hoeveelheid water die zij thuis per dag gebruiken.
Benodigdheden Werkblad Hoeveel water gebruik jij per dag?
Filmpje waar komt water vandaan? http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20081124_waterflessen01/
Filmpje over het maken van drinkwater http://www.schooltv.nl/video/nieuws-uit-de-natuur-water-uit-de-kraan/#q=water (van 4.40 min- 13.25 min)
Voorbereiding Leg de werkbladen klaar.
WERKBLAD
Hoeveel water gebruik jij per dag? Als jij ’s ochtends naar school gaat heb je al veel water gebruikt. Je bent naar de wc geweest, je hebt gedoucht en je tanden gepoetst. Al het water loopt via buizen het huis uit, naar het riool in de straat. Het water komt uit bij de rioolwater-zuiverings-installatie. Dat is een plek waar afvalwater wordt schoongemaakt. Je kunt immers niet zomaar vervuild afvalwater in de sloten en kanalen dumpen. Wat leer je? • Hoeveel water je op een dag gebruikt; • Hoeveel water verschillende apparaten gebruiken; • Waar water vandaan komt.
Aan de slag!
Je gaat berekenen hoeveel water jij thuis per dag gebruikt. Dat doe je door de tabel in te vullen. Waarschijnlijk doe jij de was en afwas niet zelf. Vul dit dan in voor je ouders. Eén emmer is tien liter. Hoeveel liter water gebruik je dus per dag? En dan te bedenken dat heel veel mensen op de aarde geen (schoon) water hebben. Hoe vaak?
Hoeveel
op internet na Zoek maar eens iken e dagelijks verbru hoeveel water w . jouw berekening en zet dat naast t? Zit jij er ver naas
emmers? Naar de wc Wasmachine Tandenpoetsen Douchen Vaatwasser Afwassen Totaal: Aantal emmers X 10 liter = _____ liter.
voor zo Hoe kun jij er nu
rgen dat je minde
r water verbruikt?
12
Lessuggesties: groene energie Handleiding docent Tijdsduur
15 minuten
Kerndoelen
39, 42 en 44
Lesdoelen De leerlingen maken kennis met: - de woorden spaarlamp, zonnepaneel, kerncentrale, radioactief, energie, windmolen, stroom, windenergie, stuwdam, elektriciteit, windturbine en kernenergie. De leerlingen leren: - hoe de kracht van de zon wordt omgezet naar energie; - dat ze zonne-energie thuis kunnen gebruiken voor verschillende doeleinden.
Benodigdheden Werkblad Groene energie
Waarvoor wordt zonne- energie gebruikt?: http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20101018_zonneenergie01/
Filmpje Hoe wordt een zonnepaneel gemaakt? http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20060411_zonnepaneel01/
Voorbereiding Leg de werkbladen klaar. Zet de filmpjes zonnepaneel en zonne-energie klaar. Als er weinig tijd (meer) is, zijn de werkbladen ook leuk om mee te geven naar huis. Dan kunnen de leerlingen thuis met hun gezin over deze onderwerpen doorpraten en worden ouders er ook bij betrokken.
Antwoorden:
Zonneboiler: Het water dat uit de slang druppelt zal warmer zijn dan het water in de fles. Jullie zonneboiler is een miniatuurversie van een echte zonneboiler. De zon warmt het water op. Het temperatuursverschil is natuurlijk wel afhankelijk van de hoeveelheid zon die de boiler krijgt. De tijd van het jaar, de buitentemperatuur en hoe lang de boiler kan opwarmen voordat het water gaat stromen,
Groene energie
Onze energie halen we nu nog uit fossiele brandstoffen, zoals aardgas, aardolie en steenkool. Dit gebruik je bijvoorbeeld om de verwarming aan te zetten, te koken en om met de auto te kunnen rijden. Deze fossiele brandstoffen raken op en kunnen soms vervuilend zijn. Daarom moeten we meer gebruik maken van groene energie. Wat is groene energie? Groene energie bestaat uit zonne-energie, windenergie en waterenergie. En daar worden steeds meer ingenieuze dingen voor ontwikkeld. Met dit werkblad ga je aan de slag met zonne-energie.
Wat leer je?
• Nieuwe woorden die te maken hebben met groene energie; • Dat je de zon kunt gebruiken om energie op te wekken; • Dat je zonnepanelen kunt gebruiken om thuis elektrische apparaten te laten werken.
Aan de slag!
Je gaat de filmpjes kijken over zonne-energie en zonnepanelen. Praat met je groepje over de volgende stellingen: • Zonnepanelen zijn goed voor het milieu. • Zonne-energie is een onderdeel van groene stroom. • Ieder gebouw moet zonnepanelen hebben. • De zonnepanelen staan altijd schuin en richting het noorden. • Er kunnen auto’s rijden op zonne-energie. • Kun jij zelf nog een toepassing verzinnen voor zonne-energie?
WERKBLAD
Maak je eigen zonneboiler We gaan onze eigen zonneboiler maken. Warm water door de zon opgewarmd scheelt natuurlijk veel energie. Je moet dit wel buiten en op een warme plek doen. Liefst tussen één en twee uur in de middag, wanneer de zon op zijn sterkst is.
Wat heb je nodig?
250 m dunne soepele waterslang voor aquaria (te krijgen bij dierenwinkel) Elastiekje Lage wijde glazen pot Aluminiumfolie Grote plastic petfles
Aan de slag
1. Vouw de slang heen en weer als een accordeon en laat ongeveer 50 cm loshangen aan beide kanten. Het elastiekje houdt de plooien bij elkaar. 2. Duw het bundeltje in de pot. En doe folie om de pot heen zodat je de opening goed afsluit.. Laat de pot een uur opwarmen in de zon. 3. Vul de petfles met koud kraanwater, zet hem naast je zonneboiler op de tafel en hang een van de uiteinden van de slang in de fles. Het andere einde van de slang laat je langs de tafel naar beneden hangen. 4. Om het water te laten lopen zuig je zachtjes aan het uiteinde van de slang alsof je door een rietje zuigt. Dan gaat het water stromen.
petfles vergelijkt het water uit de Wat voel je als je pelt? t uit de slang drup met het water da il bepalen? ometer het versch m er th n ee et m Kun je
15
WERKBLAD Ben je klaar? Dan heb je vast nog tijd voor deze woordzoeker. Succes!
Z K W Y S F M V E C J I C K Y U H O E E I Q T H A T N W Q I R K M S N B R R N Z U U A C E U N E V O P N S A Z N D U W Y N P R A B I A A E K D T S C M H D U Z H G W E H A P E I A T P E O M A A U Y I L V R A R O D R E A N L G M X W N E A L N N A I O G R U T E E O M D K O A E E C Y O E P I L R N M U T T O M E N T O M E B P J Q A B Y U R U P L E I P E N F D W M E L C R I Q J A R E P U H O M N Z Q M E B C W E E G F V Y S O A I E L I S I I I U W I N D E N E R G Y E B U N T T E N E C I W B Y L T Z O X H E E Z M D Q Q Z Z U I N I G A L R Z I U G S H O O X W U M T G S B O L T A B zuinig energie stewdam spaarlamp stroom
elektriciteit
zonnepaneel windmolen
windturbine
kerncentrale windenergie kernenergie radioactief batterij
16
Deze uitgave is u aangeboden door Accent Praktijkonderwijs. Dankzij een financiële bijdrage van de Rabobank kon het drukwerk worden gerealiseerd. Andere partners die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de Eco-Experience zijn: - Waterschap Vallei en Veluwe - LEA - OSAR - MarnixAcademie - BureauBos - MOVARO