Winterreis Arzl Im Pitztal reisverslag Arzl im Pitztal. Het Pitztal is een ongeveer 40 kilometer lang zijdal van het Inndal, dat bij Imst afbuigt. Het ligt in het district Imst in de Oostenrijkse deelstaat Tirol. De rivier Pitze, ook wel Pitzbach genoemd, stroomt door het dal. Oostenrijk heeft 8.200.000 inwoners. In Tirol zijn er 728.600.
Het eerste dorp in het Pitztal is Arzl. Het ligt op een hoogte van 883 meter en telt 2.938 inwoners. Wald ligt aan de andere oever van de Pitzbach. Hotel Arzlerhof. Wij verblijven in het Hotel Arzlerhof. Het hotel wordt uitgebaat door Andrea en Frans Staggl. Zij hebben twee kinderen. Zij zijn zeer gastvrij. De gastvrijheid van de Oostenrijkers is wereldwijd gekend.
Je kan er ook lekker luieren en van de wellness genieten. We kunnen gratis gebruik maken van het hallenbad, de sauna en het stoombad. Zaterdag 20 februari Leins - Wald - Benni Raich brug-Arzl.
Na het ontbijt maken we een wandeling naar het dorpje Arzl. In het informatiecentrum vragen we documentatie van de streek. Daarna gaan we naar het hotel Montana. In het etablissement drinken we nog een glas. Op de middag moeten we terug naar het hotel Azlerhof voor het middagmaal.
In de namiddag vertrekken we met de bus naar Leins-Oberleins. We wandelen over de ‘Galtwiesen’ naar het Gasthof Waldeck. We vervolgen het parcours langs een brede halfverharde weg omhoog naar de Benni Raich Brücke. De brug is genoemd naar de Oostenrijkse Alpenskiër Benjamin (Benni) Raich. Hij is tweevoudig Olympisch kampioen en drievoudig wereldkampioen en is 73 jaar geworden.
De brug verbindt Arzl en Wald aan beide zijden van de Pitzeklamm. Het is de hoogste 'Fußgänger-Hängebrücke Europas' staat op het informatiebord. De brug hangt 94 meter boven de Pitze en heeft een spanwijdte van 138 meter. Het is voorzien van een speciaal platvorm voor Bungeejumping. Verderop mondt de Pitze op 700 meter hoogte uit in de Inn. We wandelen over de brug en komen terug in Arzl. In het hotel gaan we genieten van de welness.
In de nammiddag vertrekken we met de bus naar Leins-Oberleins. We wanden over de ‘Galtwiesen’ naar het Gasthof Waldeck. Verderop In het Waltertal tussen Roppen en Arzl komen we voorbij aarde piramides. Dit zijn kleine wonderen van de natuur. Alleen onder zeer bijzondere klimatologische omstandigheden ruiken deze bizarre torens.
Zondag 21 februari. Het Inntal. Van Imsterberg naar Krönburg via Schönwies
Het Inntal is het dal waar de rivier Inn stroomt. Het dal is een plek waar je gemakkelijk kan wandelen omdat het vlak is. De Inn ontspringt bij de Lunghin in het Zwitserse Kanton Graubünden, stoomt door het Inntal in Oostenrijk tot in het Duitse Passau, waar de Inn in de Donau uitmondt. De wandeling start in Imsterberg. In het centrum van dit dorpje nemen we de richting Schönwies.
Schönwies ligt aan de Inn. De hoge bergen aan beide zijden van Schönwies geven lange schaduwen over het landschap. Het hoogste punt van de gemeente is de 2728 meter hoge top van de Bergwerkskopf. De weg van St. James, een Pelgrimsweg naar Santiago de Compostela, leidt voorbij Schönwies en kruist op verschillende routes in de regio Imst. Belangrijke plaatsen en wegen langs deze route worden aangeduid met een sint-jakobsschelp. Je ziet hier meestal typisch Oostenrijkse huizen. Bijna allemaal vrijstaand. Meer en meer worden er ook moderne huizen gebouwd.
We gaan verder naar Krönburg. Dit is nog 3,5 kilometer stappen langs de panoramaweg richting Landeck. De hoofdstad Landeck was al in de middeleeuwen een belangrijk kruispunt, herkenbaar aan de talrijke kastelen en burchten. De ruïne van Krönburg op de steile rotswand tussen Zams en Schönwies is van ver te zien. De burcht werd gebouwd in 1380 door de heren van Strakenburg. De burcht op de steile rots gaf bescherming aan de inwoners tegen mogelijk indringers.
We komen aan in Krönburg. Het historisch centrum van Imsterberg troont hoog uit over het Inntal. Het heeft een beeld hoe het leven was in de middeleeuwen. Onder het kasteel ligt het Krönburg klooster uit 1865 met een bedevaartkerk Mariahilf, gebouwd in 1717 en een herberg. Het klooster is voor het grootse deel gebouwd van materialen uit het in verval geraakte Krönburg. Sinds 2005 zijn het kasteel, het klooster en het gezamenlijke pand eigendom van de barmhartige zusters Zams. Aangezien Krönburg aan de Jakobsweg ligt, biedt het eveneens betaalbare kamers voor pelgrims aan. We nemen het middagmaal in Gasthof Krönburg. Het bevindt zich naast een bedevaartskerk aan de voet van de ruïnes van kasteel Krönburg. Het skigebied Venet en de stad Zams liggen op 10 kilometer afstand van het stadje.
De wandeling zit er op. Met de bus rijden we terug naar Arzl. We rijden door Imst. In 1950 is hier het eerste SOS kinderdorp gebouwd door Hermann Gmeiner samen met enkele vrienden met als doel, verwaarloosde en verweesde kinderen een tehuis bezorgen.
Er worden ook onbegeleide kinderen en jongeren van de vluchtelingengroep opgevangen. Imst was reeds in de Romeinse tijd een belangrijk verkeersknooppunt, gelegen aan de Via Claudia Augusta. In de Altstadt zijn talrijke fraai geschilderde huizen.
Maandag 22 februari. Van Sölden in Ötztal naar de Gaislachalm
We rijden met de bus naar het Ötztal, tot in Sölden (1.377 m.). Sölden is de grootste gemeente van Oostenrijk. In Vent zien we aan de linker zijde Hotel Post. Het kasteel is een historische plaats waar keizerin Sisi van Oostenrijk twee maal de winter doorbracht. Zij wist uitstekend waar het vorstelijk genieten was. In 1887 is er hier een water lawine geweest. Er waren toen 5 personen vermist.
Het Ötztal is het langste dal in Oostenrijk en is 67 kilometer lang. Het dal loopt van Haiming in het noorden tot aan Obergurgl, Vent en Timmelsjoch in het zuiden. De Timmelsjoch ligt op de grens tussen Oostenrijk en Italië (Italiaans Passa del Rombo). De pas verbindt Sölden in het Ötztal met het Italiaanse St. Leonhard in Passeier en is een toeristische route voor degene die Meran (Merano) willen bezoeken. De Timmelsjoch scheidt de Ötztaler Alpen van de Stubaier Alpen. De naam Timmels stamt vermoedelijk af van het Latijnse tumulus wat heuvel betekent.
We rijden verder richting Hoch-Sölden. Aan een parking stappen we uit. Hoch-Sölden ligt op 2.090 meter. Het is een bergplateau te midden van een grandioos almenlandschap. Het is het hoogst gelegen skidorp van het Ötztal Arena. Het wandelgebied strekt zich uit van 1.377 meter tot boven de 3.000 meter. Met als uitgangspunt Sölden. De nieuwe James Bond Film ‘Spectre’ is onder andere in het Sölden opgenomen. Eigenwillig is de natuur, die zich uitstrekt van glooiende weiden tot aan de eeuwige sneeuw op 3.772 meter.
Op 24 kilometer van Sölden ligt het Ötzi-dorp. In 1991 zorgde de vondst van de uit het jaar 4000 voor Christus stammende ijsmummie voor een ware sensatie. Als aanwinst en bron van informatie voor vele onderzoekers en archeologen werd Ötzi al snel wereldberoemd. Wetenschappers hebben het DNA van de ijsmummie vergeleken met mannen uit de Oostenrijkse rigio Tirol. De gids vertelt een grap over Ötzi. Het kan in geen geval een Oostenrijker of een Italiaan zijn. Het is een Nederlander. Hij was namelijk op sandalen. Het zijn toch enkel Nederlanders die sandalen dragen in de bergen.
We nemen de winterwandelweg langs de ‘Fortstrasse’. Het is een bosweg, licht omhoog door een dicht bos tot aan Gaislachalm (2040 m). In het berghof nemen we het middagmaal. Het is zonnig en we kunnen buiten eten op het terras. Na het eten zetten we de wandeling verder richting Sölden. We nemen de skilift tot in de vallei. Daarna wandelen we verder tot aan de bus.
We rijden terug naar het hotel. Onderweg tussen Sauters en Roppen passeren we voorbij ‘Area 47’. Dit is een vrijetijdsbesteding voor jong en oud. Je kunt er raften, canyoning en andere outdoor avonturen beleven. Er zijn ook evenementen en waterpret.
Dinsdag 23 februari Richting Zugspitze Arena.
Vandaag rijden we richting Zugspitze Arena. Naar het Gurgtal. Bij de samenkomst van het Inntal en het Gurgtal waarin de Bichgerbach stroomt ligt Imst. We rijden voorbij Imst. De spitse toren die de laatgotische MariaHemelvaartkerk bekroont is de hoogte van Tirol. In 1814 brandde het dorp volledig af. Tirol is vooral afhankelijk van het toerisme. 60% in de winter en 40% in de zomer. We rijden door de Fernpasstunnel, een bergpas van 4, 3 kilometer lang. Daar komt geen einde aan. De Fernpas is al eeuwen bekend als bergpas. De Via Claudia Augusta liep over deze pas. Tunnels kosten miljoenen euro’s. Heden is er enkel geld voor onderhoud. Op het hoogste punt van de Fernpass ligt het Fernstein meer. Het meer is dicht gevroren.
Vervolgens rijden we richting Zugspitze Arena. De Zugspitze is de hoogste berg van Duitsland (2962 m). De top kan langs Tiroolse zijde worden bereikt via Ehrwald-Obermoos. Aan de Beierse kant is de top vanuit Garmisch-Partenkirchen bereikbaar met de tandradbaan. We rijden richting Berwang (1342 m). Hier verlaten we de bus. Berwang is de hoogste gelegen plek in de Tiroler Zuspitze Arena en ligt op een zonneplateau met een panoramisch uitzicht op de Zugspitze. De Berwang bestaat uit verschillende dorpen: Brand, Bichlbächle, Gröben, Kleinstockach, Mitteregg, Rinnen en Tal. De dorpsnaam is afgeleid van ber (beer) en wang (wei).
.
We wandelen verder richting Rinnen. Bergwang
is een winterlandschap met hoge bergen rondom. Ongerepte sneeuwtapijten..... Prachtig! De sfeer dat je hier kan proeven, kan je niet met woorden beschrijven. Deze pure schoonheid wil je blijven fotograferen. Vervolgens gaan we naar Mitteregg en houden een middagrust in Gasthof Wechner. Na het middagmaal wandelen we terug via Brand naar Rinnen.
Woensdag 24 februari Sneeuwschoenwandelen op de Hochzeiger (2560 m)
Wij rijden zuidwaarts, richting Zuid Tirol, Italië. Voor ons zien we de Alpenspitze (2628 m.) De berg wordt wel eens verward met de Zugspitze. Aan de linker zijde zien we de Wildspitze, het is de hoogste berg van Tirol (3774 m). We rijden verder voorbij St. Leonhard en Jerzen tot in Hochzeiger. Dit is een skigebied dat 1100 m. boven Jerzen ligt. Het gebied reikt van 1450 m. tot 2450 m. In de toekomst zou men rechtstreeks met de kabellift van Arzl tot aan de Hochzeiger kunnen. De raming voor dit project is 30 miljoen euro.
Vandaag wandelen we met sneeuwschoenen door de ongerepte natuur. Zo beleeft u de winter. Op afgelegen paden wandelen we door kniehoge poedersneeuw. We gaan naar links door de sneeuw, richting Sechzeiger (2395 m).
Op bergtoppen en kammen en op open vlaktes wordt de sneeuw snel weggeblazen, maar op beschutte plekken blijft de sneeuw liggen en de sneeuw die wordt weggeblazen komt daar ook bij. Het sneeuwtapijt kan soms 5 meter dik zijn. Op de bergkam is het ijzig koud. De gure wind blaast in mijn gezicht. Ik trek mijn muts dieper over mijn oren. Het uitzicht is adembenemend mooi. Het is helder weer. We kunnen rondom kilometers ver kijken. In welke richting je ook kijkt, de bergtoppen liggen te blaken in de zon. We wandelen verder. Het topkruis van de Sechzeiger is al in zicht.
Vooral het zicht vanaf de Sechzeiger in het Inntal met Imst centraal onder in het dal is schitterend. We gaan terug naar beneden langs de oever van het bergmeertje. Het water van het meer wordt in de winter gebruikt voor de sneeuwkanonnen. Met de skilift gaan we terug tot aan het Middenstation. Hier nemen we het middagmaal. In de namiddag gaan we met de gondel naar beneden.
Donderdag 25 februari Naar Serfaus (1427 m) en Ladis (1436 m) op het zonneplateau.
We rijden via de autosnelweg A12 richting Westen, vervolgens richting Zuid-Tirol, Italë. Link zien we de ruïne Krönburg bovenop de spitse berg. Vervolgens nemen we de afslag St. Mauritz. In Landeck rijden we door de tunnel tot in Oberinntal. We rijden voorbij Prutz. Vanuit de bus zien we de waterkrachtcentrale en een vislift. Een vislift is een trap voor vissen zodat ze voorbij de stuwdam kunnen komen. In Prutz heerst een microklimaat. Hier kweekt men de ‘Mirabelle’. Een zeer zoete pruim. Het is een kruising tussen een Mirabelle pruim en een abrikoos. Men maakt er lekkere likeur van. We rijden voorbij Kaunertal. Dit is een zijdal van het Oberinntal. Rechts zien de we de waterkrachtcentrale van Kauner.
Voorbij Ried rijden we rechtsaf. Langs de via Claudia Augusta, de keizerlijke route, rijden we naar boven tot in Fiss. Hier verlaten we de bus. Ladis, Fiss en Serfaus zijn drie zonnedorpen op het zonneplateau in het Oberinntal. Ze hebben de naam zonnedorpen gekregen omdat ze het grootste aantal zonuren, weinig neerslag en nevel hebben. Ladis ligt op 1192 meter, er wonen 480 mensen.
Ladis is rustiger dan Fiss en Serfaus. De drie historische dorpen liggen op een hoogvlakte tussen 1200 meter en 1400 meter boven het Inntal in Tirol. Sinds 5000 jaar is dit zonnige plateau bewoond. Af en toe krijgen we zicht op het lager gelegen Ladis.
Langs een winterwandelweg gaan we naar de ‘Leithe’ Alm. Na de middag stappen we terug verder langs de panorama weg naar het dorpje Serfaus. Vervolgens wandelen we tot aan de parking in Fiss.
Vrijdag 26 februari Seefeld, Gschwandtkopf (1495 m)
We rijden via landelijke wegen om van het landschap te genieten. We rijden over de blauw-groen gekleurde Inn. We passeren voorbij Roppen en Stams. Aan de rechter zijde zien we het klooster Stift. Het klooster werd in 1723 gesticht door graaf Meinhard II van Görz. Heden wordt het klooster gebruikt als kostschool voor skiatleten. In de verte zien we de skischans. He landschap rondom bestaat vooral uit ‘Wiesen en weiden’, (grasweiden en bergweiden). We rijden voorbij de Supermarkt Hoffer. De keten levert goederen in gans Europa. In de omgeving van Telfs verlaten we de snelweg en rijden bergop richting Seefeld. Dit dorp ligt op een 1180 meter hoog plateau, tussen bergmeren bossen en weiden. Net voor Seefeld, nabij de Seekirchl, het kerkje bij het meer, verlaten we de bus.
Hier begint de wandeling. Een parcours met veel mooie uitzichten in de vallei van de inntal. We wandelen door het Kirckwald en de Möser Mähder met een korte klim in de richting van het dorpje Mösern. Het dorpje ligt op 13 kilometer van Seefeld. Het is een rustig plaatsje met ongeveer 300 inwoners. Het wordt ook het "zwaluwnest van Tirol" genoemd. Mösern biedt een prachtig uitzicht op het Inntal en de omringende bergen. We wandelen rond de 1995 meter hoge berg Gschwandtkof.
We wandelen langs de Möser Steig in de richting van Auland. Je hebt er een prachtig uitzicht op de Zugspitze en de Hohen Munde. De uitzichten vanuit de hoogste punten in de dalen zijn indrukwekkend. In de verte zien we dorpen met typische Tiroler huizen. Vervolgens wandelen we langs de Möserer see. In de buurt van het meer nemen het middagmaal. Na het middag bezoeken we Seefeld.
Marc & Caroline MaCa