Winkelen in Amsterdam 2005-2006
Project: 6025
drs. T. Fedorova drs. J. Slot
Weesperstraat 79
Postbus 658
1018 VN Amsterdam
1000 AR Amsterdam
Telefoon 020 527 9527
Fax 020 527 9595
[email protected]
www.os.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, juni 2007
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam 2005-2006
2
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Inhoud Inleiding
5
Leeswijzer
7
1 Winkelaanbod in Amsterdam 1.1 Overzicht van het detailhandelaanbod 1.2 Ontwikkelingen in het aanbod van detailhandel
9 9 12
2 Consumentengedrag 2.1 Ontwikkelingen in koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel 2.2 Koopstromen 2.3 Bestedingen aan dagelijkse en niet-dagelijkse goederen 2.4 Rol van supermarkten 2.5 Warenmarkten 2.6 Aankopen via internet
15 15 18 20 22 27 30
3 Herkomst bestedingen en functie van winkelgebieden 3.1 Herkomst van bestedingen per stadsdeel 3.2 Balans van toevloeiing en afvloeiing in stadsdelen 3.3 Verzorgingsfunctie winkelgebieden niet-dagelijkse goederen 3.4 Waardering winkelgebieden 3.5 Vervoermiddelen naar winkelgebied 3.6 Bezoekfrequentie winkelgebieden 3.7 Gebruik verruimde openingstijden winkels
33 33 35 37 39 41 42 44
4 Conclusies 4.1 Het winkelaanbod in Amsterdam in 2006 4.2 Waar doet de Amsterdammer zijn boodschappen? 4.3 Waar komt het geld dat in een stadsdeel wordt besteed vandaan? 4.4 Conclusies en specifieke karakteristieken per stadsdeel
47 47 47 48 48
Bijlage 1 Tabellen
53
Bijlage 2 Kaarten
59
Bijlage 3 Begrippenlijst
67
Bijlage 4 Onderzoeksopzet
69
Bijlage 5 Vragenlijst
71
3
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
4
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Inleiding
De Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam (O+S) rapporteert iedere twee jaar over ontwikkelingen in detailhandel en in het consumentengedrag van Amsterdammers. Daarvoor voert O+S een grootschalig consumentenonderzoek uit. De huidige rapportage – Winkelen in Amsterdam 2005-2006 - sluit aan bij eerdere onderzoeken van O+S die in de periode 1996-2004 hebben plaats gevonden. Voor het consumentenonderzoek zijn telefonische enquêtes in Amsterdam en een aantal regiogemeenten1 afgenomen. De steekproeven die voor het onderzoek zijn gebruikt, zijn in Amsterdam op stadsdeelniveau getrokken. In de vragenlijst zijn vragen opgenomen over gebieden waar men boodschappen doet, wat men uitgeeft en de waardering van de meest bezochte winkelgebieden. Op basis van het consumentenonderzoek wordt in de eerste plaats gerapporteerd over de kooporiëntatie van de Amsterdammers en de regiobevolking. Het gaat daarbij om de vraag wie waar zijn boodschappen doet. Tevens wordt ingegaan op de herkomst van de bestedingen die in de stadsdelen worden gedaan. Duidelijk wordt daardoor in hoeverre de detailhandel in een stadsdeel een functie heeft voor de eigen inwoners en of de detailhandel die functie ook voor inwoners uit andere stadsdelen of de regio heeft. Daarnaast zijn gegevens over de omvang van de winkelbestedingen, de waardering van winkelgebieden en het bezoek aan markten in dit rapport opgenomen. Naast het gedrag van de consumenten en de vraag naar detailhandel wordt er ook aandacht besteed aan het aanbod van de detailhandel in Amsterdam. Hierbij komt het aantal winkels per stadsdeel en de winkelvloeroppervlakte aan bod. Hoe dit rapport is opgebouwd staat in de leeswijzer op de volgende bladzijde.
1
Er is geënquêteerd in de gemeenten: Edam-Volendam, Landsmeer, Beemster, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zeevang, Oostzaan, Zaanstad, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn en Almere.
5
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
6
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Leeswijzer
In dit rapport komen drie belangrijke onderwerpen aan bod: het winkelaanbod in Amsterdam (hoofdstuk 1), het consumentengedrag (hoofdstuk 2) en de herkomst van de bestedingen in de Amsterdamse winkelgebieden (hoofdstuk 3). Dit rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 bevat een overzicht van het winkelaanbod in Amsterdam. Er komen onderwerpen aan bod als het aantal winkels en winkelvloeroppervlak per stadsdeel en per inwoner. Ook wordt er uitgelegd hoe deze statistieken tot stand zijn gekomen. De kooporiëntatie en het consumentengedrag van de Amsterdammers wordt uitgebreid beschreven in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de ontwikkelingen die de koopkrachtbinding de laatste jaren heeft doorgemaakt (paragraaf 2.1). Verder zijn de grootste koopstromen tussen de stadsdelen in beeld gebracht (paragraaf 2.2). Hoeveel Amsterdammers wekelijks besteden aan verschillende typen goederen is in paragraaf 2.3 beschreven. Ook is hier aandacht besteed aan de rol van de supermarkten, warenmarkten en internet bij het aankopen doen (zie paragraaf 2.4 – 2.6). De waardering van winkelgebieden in Amsterdam en de herkomst van bestedingen daar zijn beschreven in hoofdstuk 3. Als eerste wordt ingegaan op de herkomst van bestedingen in winkelgebieden op stadsdeelniveau (paragraaf 3.2). Hierbij is ook gekeken of de toevloeiing van koopkracht in stadsdelen in evenwicht is met de afvloeiing (paragraaf 3.2). De herkomst van bestedingen op niveau van winkelgebieden is in paragraaf 3.3 beschreven. Daarbij worden winkelgebieden onderscheiden met een wijkverzorgende functie, een stadsdeel verzorgende functie, een stadsdeel overschrijdende of een regionaal verzorgende functie. Verder in hoofdstuk 3 komen de rapportcijfers aan de orde die de respondenten geven aan verschillende aspecten van een winkelgebied. Op basis van deze rapportcijfers is er een top twintig samengesteld van de door Amsterdammers meest gewaardeerde winkelgebieden (paragraaf 3.4). Welke vervoermiddelen naar een winkelgebied het meest gangbaar zijn staat in paragraaf 3.5. De frequentie van bezoek naar een winkelgebied en of er vaak aankopen na zessen of op zondag worden gedaan is in paragraven 3.6 en 3.7 te vinden. De algemene conclusies zijn gedaan op het niveau van de hele stad. Ze kunnen ook worden gezien als een bondige samenvatting van dit rapport. Verder is per stadsdeel bekeken welke opvallende karakteristieken of afwijkingen van het Amsterdamse gemiddelde er zijn.
7
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Meer cijfermatige informatie dan in de tekst van dit rapport is verwerkt is te vinden in bijlage 1. Verder is dit rapport voorzien van een aantal kaarten waarop duidelijk is te zien hoe de administratieve grenzen van de gemeenten en stadsdelen lopen (bijlage 2). Verder zijn hier ook meerdere plattegronden te vinden waarop alle winkelgebieden in Amsterdam met de bijbehorende naam en verzorgingsfunctie zijn afgebeeld. Begrippen die wellicht een nadere toelichting nodig hebben zijn in de begrippenlijst opgenomen (bijlage 3). Informatie over hoe dit onderzoek is opgezet is te vinden in bijlage 4. Daarbij is ook aandacht besteed aan de respons op de consumentenenquête. De vragenlijst die tijdens de telefonische gesprekken met de respondenten werd gebruikt is aan het einde van dit rapport te vinden (bijlage 5).
8
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
1 Winkelaanbod in Amsterdam
In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van het winkelaanbod in Amsterdam. Er komen onderwerpen aan bod als het aantal winkels en winkelvloeroppervlak (wvo) per stadsdeel en per inwoner. Verder wordt ook naar de ontwikkelingen in het winkelaanbod per stadsdeel gekeken. Deze statistieken zijn gebaseerd op de gegevens van O+S. Dit zijn gegevens van de Kamer van Koophandel, aangevuld en geactualiseerd met de resultaten van de doorlopende enquête die O+S uitvoert. Daarmee worden alle mutaties, zoals veranderingen van naam, activiteiten, adres of opheffen van winkels op tijd opgespoord. Verder is een definitie van het begrip winkel van belang. Volgens de wet is ‘winkel’ een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht. O+S gebruikt echter een strengere definitie gebaseerd op de SBIcodes voor de detailhandel die ook de Kamer van Koophandel gebruikt (zie definitie in begrippenlijst). Winkels worden in twee groepen gesplitst: dagelijkse en niet-dagelijkse goederen (zie begrippenlijst). .
1.1 Overzicht van het detailhandelaanbod In 2006 telt Amsterdam rond de zes duizend winkels met een totaal winkelvloeroppervlak van meer dan 900.000m2. Winkels in dagelijkse goederen vormen ongeveer eenkwart van het totale winkelaanbod. Per inwoner telt Amsterdam 0,3m2 aan winkels in dagelijkse goederen en circa 1m2 aan winkels in niet-dagelijkse goederen. In tabel 1.1 (dagelijkse goederen) en 1.3 (niet-dagelijkse goederen) is te zien dat het winkelaanbod nogal sterk verschilt per stadsdeel. Stadsdeel Centrum heeft het ruimste aanbod zowel aan dagelijkse als niet-dagelijkse goederen. Ook los van de administratieve indeling naar stadsdelen zijn winkels in Amsterdam het meest geconcentreerd in het stadscentrum. Dit is ook duidelijk te zien op kaart 1.2 (dagelijkse goederen) en kaart 1.4 (niet-dagelijkse goederen).
9
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 1.1 Winkelaanbod in dagelijkse goederen en bevolking naar stadsdeel, 2006 wvo (m2 per 10.000 inwoners)
inwoners
huishoudens
winkels
wvo (m )
gemiddelde 2 wvo (m )
81.980
53.092
369
30.620
87
3.735
335
164
1
105
-
-
Westerpark
34.080
20.970
54
5.169
98
1.517
Oud-West
31.719
20.155
110
10.562
100
3.330
Zeeburg
43.501
22.258
63
8.880
141
2.041 3.136
stadsdeel Centrum Westpoort
2
Bos en Lommer
30.443
15.772
59
9.547
165
De Baarsjes
34.247
19.973
88
8.563
100
2.500
19.855
177
2.262
Amsterdam-Noord
87.794
42.817
116
Geuzenveld-Slotermeer
41.222
19.178
62
9.920
165
2.406
Osdorp
45.465
21.658
60
11.801
200
2.596
Slotervaart
44.227
20.003
55
10.287
198
2.326
Zuidoost
78.907
39.673
92
19.344
228
2.451
16.323
148
2.784
Oost-Watergraafsmeer
58.628
32.717
119
Oud-Zuid
83.594
50.245
244
27.510
116
3.291
46.885 743.027
28.045 406.720
116
17.080
155
3.643
1.608
205.566
133
2.767
ZuiderAmstel Amsterdam
bron: DBA/O+S Kaart 1.2 Winkels in dagelijkse goederen in Amsterdam, 2006
bron: DBA/O+S
10
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 1.3 Winkelaanbod in niet-dagelijkse goederen en bevolking naar stadsdelen, 2006
stadsdeel
wvo (m2 per 10.000 inwoners)
inwoners
huishoudens
81.980
53.092
335
164
Westerpark
34.080
20.970
77
11.227
156
3.294
Oud-West
31.719
20.155
314
37.146
124
11.711
Zeeburg
43.501
22.258
96
11.151
134
2.563 3.537
Centrum Westpoort
winkels
wvo gemiddelde (m2) wvo (m2)
1.531 190.547 36
19.314
130
23.243
1.610 -
Bos en Lommer
30.443
15.772
74
10.769
156
De Baarsjes
34.247
19.973
122
11.050
96
3.227
231
64.040
302
7.294
Amsterdam-Noord
87.794
42.817
Geuzenveld-Slotermeer
41.222
19.178
97
16.400
178
3.978
Osdorp
45.465
21.658
164
47.716
318
10.495
Slotervaart
44.227
20.003
78
12.117
192
2.740
Zuidoost
78.907
39.673
257 120.840
542
15.314
Oost-Watergraafsmeer
58.628
32.717
239
38.138
182
6.505
83.594
50.245
793
83.737
117
10.017
46.885 743.027
28.045 406.720
234
32.503
181
6.932
4.343 706.695
178
9.511
Oud-Zuid ZuiderAmstel Amsterdam
bron: DBA/O+S Kaart 1.4 Winkels in niet-dagelijkse goederen in Amsterdam, 2006
bron: DBA/O+S
11
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
1.2 Ontwikkelingen in het aanbod van detailhandel Sinds het vorige onderzoek (2003) tot het einde van het huidige onderzoek (2006) is het aantal winkels in Amsterdam afgenomen, maar het totale winkelvloeroppervlak is toegenomen. Per saldo zijn er in Amsterdam 49 winkelvestigingen minder geworden. Tegelijkertijd is de winkelruimte 57.000 m2 groter geworden. Gecorrigeerd voor de toename van de inwonerstal betekent dit een toename van 66m2 van winkelruimte per 100 inwoners. Een afname van het aantal winkels die gepaard gaat met een toename van het winkelvloeroppervlak duidt erop dat detailhandel grootschaliger is geworden. De ontwikkelingen van het aantal winkels en winkelmeters per inwoner zijn in figuur 1.5 (dagelijkse goederen) en 1.6 (niet-dagelijkse goederen) te zien. In Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, ZuiderAmstel en Oud-Zuid is het winkelaanbod per inwoner toegenomen. In de andere stadsdelen is er sprake van enige afname van het winkelaanbod. Figuur 1.5 Groei van het aantal winkels in dagelijkse goederen en het aantal winkelmeters per 10.000 inwoners, 2006 t.o.v. 2003 (procenten)
rd am st e Am
ze n
D e
G eu
Bo
s
en
Lo
m m er B a v O ar os eld sj t-W -S es at lote er rm g Am raa eer fs st m er da ee r m Z u -N o or id d er Am st e O ud l -Z ui d C en t ru Sl m ot er va a O u d rt -W es t O sd o Z u rp id o W es ost te rp ar Ze k eb ur g
% 40 35 30 25 20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20
groei aantal winkels
groei wvo m2 per 10.000 inwoners bron: DBA/O+S
12
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 1.6 Groei van het aantal winkels in niet-dagelijkse goederen en het aantal winkelmeters per 10.000 inwoners, 2006 t.o.v. 2003 (procenten)
% 50 40 30 20 10 0 -10 -20 rd am st e
st e
Am
eb rd u a m rg N Zu id oor er d Am st e O ud l -Z ui d C en t O ru m ud G -W eu ze De es B aa t O nve os ld rs je t-W -S s l o at te er rm gr aa eer fs m ee r O sd W es orp te r Sl par k ot er va ar t
os t
Ze
id o Zu
Am
Bo
s
en
Lo
m m
er
-30
groei aantal winkels
groei wvo m2 per 10.000 inwoners bron: DBA/O+S
13
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
14
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
2 Consumentengedrag
In dit hoofdstuk wordt gekeken in hoeverre de stadsdeelbewoners verbonden zijn aan hun eigen stadsdeel voor het kopen van dagelijkse en niet-dagelijkse goederen. Met andere woorden: hoeveel procent van hun budget wordt besteed in het eigen stadsdeel en hoeveel daarbuiten. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de ontwikkelingen van de koopkrachtbinding (zie begrippenlijst) aan het eigen stadsdeel sinds het vorige onderzoek (2003-2004). Verder is er een beeld geschetst van de grootste koopstromen tussen de stadsdelen in Amsterdam. Ook wordt hier aandacht besteed aan de bestedingen van consumenten in absolute zin en of deze bestedingen in een supermarkt of op een warenmarkt plaats vinden of via internet worden gedaan.
2.1 Ontwikkelingen in koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel De koopkrachtbinding van Amsterdammers aan de eigen stad is vrij sterk (zie tabel 2.1). Slechts 4% van de dagelijkse en 13% van de niet-dagelijkse goederen wordt van buiten Amsterdam gehaald; de rest wordt binnen de gemeente gekocht. Omdat de dagelijkse goederen veelal in de buurt van het woonadres worden aangeschaft is die binding hoger dan bij de niet-dagelijkse goederen. De totale koopkrachtbinding aan de stad verandert nauwelijks door de jaren. Binnen de stadsdelen is echter meer variatie te zien. Tabel 2.1 Koopkrachtbinding aan het eigen stadsdeel en stad, 2003-2004 en 2005-2006 (procenten) dagelijkse goederen stadsdeel
niet-dagelijkse goederen
2003-2004
2005-2006
2003-2004
2005-2006
Centrum
73,4
74,6
63,6
62,1
Westerpark
64,1
62,4
17,8
18,8
Oud-West
85,6
81,5
49,0
50,2
Zeeburg
73,7
71,5
23,7
23,1
Bos en Lommer
67,9
70,5
22,5
27,0
De Baarsjes
71,7
69,7
25,6
24,4
Amsterdam-Noord
84,1
83,7
64,2
65,7
Geuzenveld-Slotermeer
75,3
74,6
36,6
39,7
Osdorp
82,7
77,7
59,8
60,0
Slotervaart
73,1
74,6
22,2
21,5
Zuidoost
79,8
81,2
61,7
63,9
Oost-Watergraafsmeer
77,7
79,3
41,9
42,4
Oud-Zuid
80,3
81,2
42,9
43,8
ZuiderAmstel
80,1
85,5
38,4
41,0
stadsdelen gemiddeld Amsterdam
76,4 96,2
76,3 95,7
40,7 87,0
41,7 87,0 bron: O+S
15
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
De bewoners van Amsterdam-Noord, Oud-West en Zuidoost doen zowel de meeste dagelijkse als de niet-dagelijkse boodschappen in hun eigen stadsdeel. Bewoners van ZuiderAmstel en Oud-Zuid zijn in het bijzonder sterk gebonden aan hun stadsdeel wat betreft het dagelijkse assortiment. In Centrum en Osdorp ligt de binding aan de nietdagelijkse goederen boven het gemiddelde terwijl de dagelijkse goederen relatief vaak worden gedaan in de andere stadsdelen. In Westerpark is de laagste koopkrachtbinding zowel in de dagelijkse als in de niet-dagelijkse sector. Deze variatie tussen de stadsdelen is enerzijds te verklaren door het aanwezige winkelaanbod in een stadsdeel (zie tabel 1.1 en 1.3). Anderzijds speelt ook het aanbod in de naburige stadsdelen een rol. De inwoners van bijvoorbeeld Oud-West zijn sterk gebonden aan hun stadsdeel omdat ze daar kunnen kiezen uit een reeks supermarkten. In Westerpark is het aanbod beperkter. Veel inwoners uit dit stadsdeel wijken voor de dagelijkse boodschappen uit naar het Centrum en Oud-West. Ook kan de ligging van het stadsdeel zelf en de winkelcentra daarin een rol spelen. Amsterdam-Noord en Zuidoost liggen betrekkelijk afgezonderd van de rest van de stad en daarom zijn de bewoners meer georiënteerd op het winkelaanbod in eigen stadsdeel, vooral wat betreft het dagelijkse assortiment. In de afgelopen twee jaar zijn er enkele opmerkelijke veranderingen in de koopkrachtbinding in stadsdelen geweest.2 De grootste stijger is ZuiderAmstel waar de koopkrachtbinding in de dagelijkse goederensector met vijf procentpunten is gegroeid. Daarmee heeft ZuiderAmstel de grootste koopkrachtbinding in vergelijking met de andere stadsdelen (86%). De komst van de nieuwe winkels in het stadsdeel en de stijging van het aantal winkelmeters per inwoner met een derde heeft daar ongetwijfeld invloed op gehad. In Osdorp wijken de bewoners juist steeds vaker uit naar de andere stadsdelen voor dagelijkse goederen. De koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel is hier met vijf procentpunten afgenomen tot 78%. De veranderingen in de koopkrachtbinding zijn beter zichtbaar op een lange termijn. Op een reeks van tien jaar is bij de meeste stadsdelen een dalende trend te zien wat betreft koopkrachtbinding in de niet-dagelijkse goederensector (zie figuur 2.2 en figuur 2.3). Dit is in het bijzonder sterk in Amsterdam-Noord en Slotervaart (beiden een daling van tien procentpunten in de periode 1996-2006). De dagelijkse goederen worden nog altijd dicht bij huis aangeschaft.
2
Hier wordt gekeken alleen naar de significante verschillen tussen percentages in 2003-2004 en 2005-2006 met foutenmarge van 5%
16
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 2.2 Ontwikkeling koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel (dagelijkse goederen), 1996-2006 (aflopend gesorteerd op koopkrachtbinding in 2006)
1996-1997
1997-1998
1999-2000
2001-2002
2003-2004
Amsterdam
Westerpark
De Baarsjes
Bos en Lommer
Zeeburg
GeuzenveldSlotermeer
Slotervaart
Centrum
Osdorp
OostWatergraafsmeer
Oud-Zuid
Zuidoost
Oud-West
ZuiderAmstel
Amsterdam-Noord
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
2005-2006
bron: O+S Figuur 2.3 Ontwikkeling koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel (niet-dagelijkse goederen), 1996-2006 (aflopend gesorteerd op koopkrachtbinding in 2006)
1996-1997
1997-1998
1999-2000
2001-2002
2003-2004
Amsterdam
Westerpark
Slotervaart
Zeeburg
De Baarsjes
Bos en Lommer
GeuzenveldSlotermeer
ZuiderAmstel
OostWatergraafsmeer
Oud-Zuid
Oud-West
Osdorp
Centrum
Zuidoost
Amsterdam-Noord
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
2005-2006 bron: O+S
17
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
2.2 Koopstromen De mate waarin Amsterdammers voor hun bestedingen op het eigen stadsdeel georiënteerd zijn en waar ze hun boodschappen verder halen is op kaart 2.3 en 2.4 afgebeeld. Er is een duidelijk verschil tussen de koopstromen wat betreft dagelijkse en de niet-dagelijkse goederen. Over het algemeen hangt de mate van de koopkrachtbinding direct samen met het aanbod van winkelvoorzieningen. De koopkrachtafvloeiing (zie begrippenlijst) van de dagelijkse goederen vindt meestal plaats tussen de buurstadsdelen (zie kaart 2.3). Dit heeft te maken met de fijnmazige winkelstructuur in deze sector en met het feit dat men minder bereid is om een lange afstand af te leggen voor dagelijkse boodschappen. In de niet-dagelijkse sector heeft Amsterdam twee belangrijkste stromen: naar het Centrum en naar Zuidoost. Deze twee stadsdelen hebben ook het grootste aanbod van winkelvoorzieningen in de niet-dagelijkse sector (zie kaart 2.4).
2.2.1 Koopstromen van dagelijkse goederen De grootste afvloeiing van de koopkracht voor de dagelijkse goederen vindt plaats in het stadsdeel Westerpark. Het aantal winkelmeters per inwoner is hier ook het kleinst van Amsterdam. De koopkracht vloeit naar de naburige stadsdelen Centrum (16%) en OudWest (10%). Locaties als Haarlemmerstraat in het centrum en Kinkerstraat in Oud-West waar supermarkten zijn gevestigd zijn de grootste trekkers. Ook in Zeeburg vloeit relatief veel koopkracht af naar Oost-Watergraafsmeer (13%). Het winkelaanbod in Zeeburg is kleiner dan in de meeste andere stadsdelen en daarbij trekt de Dapperstraat in Oost-Watergraafsmeer een deel van de koopkracht naar zich toe. De koopkrachtafvloeiing heeft echter niet altijd te maken met een gering winkelaanbod in een stadsdeel, maar ook met het feit dat sommige winkelgebieden op de grens tussen twee stadsdelen liggen. Ze trekken bewoners van de twee naburige stadsdelen aan, maar administratief gezien vallen ze onder één stadsdeel. Een voorbeeld daarvan is Jan van Galenstraat die de grens tussen Bos en Lomer en De Baarsjes vormt, maar administratief gezien onder De Baarsjes valt. Hoewel het aanbod van winkelvoorzieningen van dagelijkse goederen in Bos en Lommer relatief groot is vloeit er 16% van de koopkracht af naar het naburige De Baarsjes. In feite gaat het om de foodwinkels op de Jan van Galenstraat die de bewoners uit Bos en Lommer trekken.
18
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 2.3 Kooporiëntatie dagelijkse goederen, 2005-2006
16% 10% 15%
5%
6%
7%
7%
8%
12%
5%
7%
13%
10% 10%
8%
Koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel (2005-2006) koopkrachtbinding boven stedelijk gemiddelde koopkrachtbinding rond stedelijk gemiddelde koopkrachtbinding onder stedelijk gemiddelde
Koopstromen voor dagelijkse goederen (2005-2006) koopstromen van 10% en meer koopstromen van 5%-9%
bron: O+S
2.2.2 Koopstromen van niet-dagelijkse goederen Het ruime winkelaanbod in het Centrum en in Zuidoost trekt veel koopkracht uit de andere stadsdelen. Op kaart 2.4 is de afvloeiing van koopkracht uit de hele stad naar deze twee stadsdelen duidelijk zichtbaar. Het kernwinkelapparaat in stadsdeel Centrum voorziet in een zeer uitgebreid en gevarieerd aanbod van niet-dagelijkse goederen. In Zuidoost is dat anders: vooral de woninginrichtingbranche (IKEA, Villa ArenA) is hier prominent aanwezig. De Amsterdamse koopkracht die in Zuidoost wordt besteed komt voor en belangrijk deel bij de woninginrichters terecht.
19
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 2.4 Kooporiëntatie niet-dagelijkse goederen, 2005-2006
11%
40%
22%
17%
12% 29%
22% 12%
24% 21%
22%
22%
22% 14% 11%
15%
10%
12%
10%
16% 10%
11%
Koopkrachtbinding aan eigen stadsdeel (2005-2006) koopkrachtbinding boven stedelijk gemiddelde koopkrachtbinding rond stedelijk gemiddelde koopkrachtbinding onder stedelijk gemiddelde
Koopstromen voor niet-dagelijkse goederen (2005-2006) koopstromen van 20% en meer koopstromen van 10%-19%
bron: O+S
2.3 Bestedingen aan dagelijkse en niet-dagelijkse goederen In het consumentenonderzoek wordt gevraagd hoeveel geld huishoudens wekelijks aan dagelijkse boodschappen uitgeven. Het gaat hierbij om bestedingen bij supermarkten en speciaalzaken. In tabel 2.5 is een overzicht van de wekelijkse bestedingen aan dagelijkse goederen te zien, waarbij onderscheid naar stadsdeel is gemaakt.
20
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 2.5 Bestedingen aan dagelijkse goederen per week naar stadsdelen, 2005-2006 bestedingen
stadsdeel
bestedingen aan
aan dagelijkse
dagelijkse
goederen van
goederen per
gemiddelde
huishouden
persoon
huishoudgrootte
(x €)
(x €)
Centrum
1,5
100
65
Westerpark
1,5
89
55
Oud-West
2,0
91
58
Zeeburg
1,6
88
45
Bos en Lommer
1,6
75
39
De Baarsjes
2,0
88
51
Amsterdam-Noord
1,9
99
48
Geuzenveld-Slotermeer
1,7
85
40
Osdorp
2,1
92
44
Slotervaart
2,1
92
42
Zuidoost
1,8
90
54
Oost-Watergraafsmeer
2,1
87
44
Oud-Zuid
2,2
85
47
ZuiderAmstel
2,0
95
57
Amsterdam totaal
1,7
91
50
regio
2,1
105
50 bron: O+S
Een Amsterdammer geeft wekelijks gemiddeld €50 uit aan dagelijkse goederen. Bij een gemiddeld huishouden is dat €91 per week. Huishoudens in de regio, die over het algemeen wat groter zijn dan de Amsterdamse huishoudens, geven gemiddeld € 105 per week aan dagelijkse boodschappen, maar per persoon is dat hetzelfde bedrag van €50. De gemiddelde bestedingen van Amsterdammers zijn ten opzichte van de periode 20032004 weinig veranderd. In de periode 2003-2004 gaf een gemiddeld huishouden €94 per week aan de dagelijkse goederen (€51 per persoon) in lopende prijzen.3 De bestedingen van de regiobewoners zijn vrijwel gelijk gebleven. Landelijk gezien zijn de bestedingen aan dagelijkse goederen ook bijna gelijk gebleven.4 Per jaar geven Amsterdammers gezamenlijk circa 2 miljard euro aan dagelijkse boodschappen uit. De uitgaven aan niet-dagelijkse boodschappen bedragen iets meer, ongeveer 2,5 miljard euro per jaar.5 In vergelijking met het vorige onderzoek zijn de bestedingen aan dagelijkse goederen ongeveer gelijk gebleven. Wel wordt er ongeveer 0,1 miljard euro per jaar minder aan niet-dagelijkse goederen uitgegeven.
3
Lopende prijzen: prijzen zonder correctie voor inflatie. In 2003 bedroegen de bestedingen van huishoudens aan dagelijkse goederen € 4.865 (op jaarbasis) wat circa €94 per week is. In 2005 was dat €4.821 (op jaarbasis) of bijna €93 (per week). Bestedingen en marktaandelen 2005, Hoofdbedrijfschap Detailhandel, januari 2006. 5 Deze bedragen hebben alleen betrekking op de artikelgroepen die in het onderzoek zijn meegenomen. Uitgaven aan auto’s, uitgaan en dergelijke blijven daarom buiten beschouwing. 4
21
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
2.4 Rol van supermarkten De dagelijkse boodschappen worden in Amsterdam en de regio doorgaans in de supermarkt gedaan (zie tabel 2.6). Dit bestedingspatroon verandert bijna niet in de jaren. Het marktaandeel van de andere aankoopkanalen als bakker, slager, delicatessenwinkel, toko en markt blijft beperkt. Tabel 2.6 Aandeel supermarkten, andere winkels en niet-winkels in de bestedingen aan dagelijkse goederen, 2005-2006 (procenten) niet-winkels stadsdeel
supermarkten speciaalzaken
(markt, boer)
Centrum
70
24
6
Westerpark
74
22
4
Oud-West
72
22
6
Zeeburg
77
19
3
Bos en Lommer
79
19
2
De Baarsjes
75
22
4
Amsterdam-Noord
79
18
3
Geuzenveld-Slotermeer
80
17
3
Osdorp
79
20
1
Slotervaart
80
18
1
Zuidoost
75
23
2
Oost-Watergraafsmeer
80
17
2
Oud-Zuid
75
23
3
ZuiderAmstel
70
27
3
Amsterdam
76
21
3
regio
82
16
2 bron: O+S
Supermarkten worden onderscheiden in primaire supermarkten en secundaire supermarkten. De primaire supermarkt is die supermarkt waar de consument het grootste deel van de supermarktbestedingen doet. In de secundaire supermarkt doet men “ook nog” boodschappen. De primaire en secundaire supermarkt kunnen overigens allebei tot dezelfde winkelketen behoren. Dit hoeft echter niet het geval te zijn. De belangrijkste supermarkt voor de Amsterdammers is de Albert Heijn. Ruim de helft van de mensen besteedt hier het meeste geld (53%, zie tabel 2.7). De Dirk van den Broek supermarkten volgen met ruim twintig procent. Op de derde plaats komt de C1000 met negen procent.
22
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 2.7 Primaire en secundaire supermarkten voor Amsterdammers, 2005-2006 (procenten) primaire supermarkt
secundaire supermarkt
AH
52,7
43,3
Dirk
21,4
20,3
8,7
8,9
Vomar
3,9
4,4
Lidl
1,7
4,6
Dekamarkt
1,6
1,6
C1000
Edah
1,5
2,2
Aldi
1,4
4,0
De Natuurwinkel
1,1
1,2
Super De Boer
0,6
1,3
Komart
0,6
0,8
Deen
0,6
0,6
Plusmarkt
0,5
0,5
anders
3,7
6,3
totaal
100
100 bron: O+S
Ook in het vorige onderzoek6 waren Albert Heijn, Dirk van den Broek en C1000 de belangrijkste primaire supermarkten. De verhoudingen tussen de supermarkten zijn in grote lijnen gelijk gebleven. Alleen is de groep klanten die Albert Heijn als eerste supermarkt noemt met twee procentpunten gestegen terwijl het aandeel van C1000 is gedaald met twee procentpunten. Bij de secundaire supermarkten bestaat de top drie eveneens uit de Albert Heijn, Dirk van den Broek en C1000. Deze supermarktketens gelden dus én als primaire én als secundaire supermarkt. Ketens Lidl en Aldi zijn vooral secundaire supermarkten. De voorkeur van consumenten voor een bepaalde supermarkt wordt bepaald door een aantal factoren zoals het winkelaanbod, huishoudensamenstelling en –inkomen. De nabijheid van een bepaalde supermarkt zal echter vaak een cruciale rol spelen bij het halen van dagelijkse boodschappen want bij een groot afstandsverschil tussen supermarkten zal de consument meestal voor de dichtstbijzijnde winkel kiezen. Albert Heijn is de enige supermarktketen die in heel Amsterdam winkels heeft. In totaal gaat het om meer dan vijftig winkelvestigingen. De andere ketens hebben aanzienlijk minder winkels (zie kaart 2.8).
6
Winkelen in Amsterdam 2003-2004, O+S
23
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 2.8 De belangrijkste primaire en secondaire supermarkt ketens per stadsdeel, 2006
Vestigingen van supermarkten 2005-2006 Albert Heijn C 1000 Dirk van den Broek Vomar
bron: Locatus
Verder is Albert Heijn vooral de primaire supermarkt bij de hogere inkomens. Bijna twee derde (64%) huishoudens met een inkomen hoger dan €2.050 per maand doet de meeste boodschappen bij een Albert Heijn. Dit aandeel is nog verder gestegen sinds de periode 2003-2004 (58%). Naarmate het huishoudinkomen daalt, doen steeds minder consumenten hun dagelijkse boodschappen bij Albert Heijn (zie figuur 2.9).
24
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 2.9 De belangrijkste primaire supermarkt ketens per huishoudeninkomen, 2005-2006
70
%
60 50 Albert Heijn Dirk van den Broek
40 30 20 10 0 minder dan €1.000
€1.000 tot €2.050
boven €2.050 .
netto huishoudeninkomen per maand
bron: O+S
Bij Dirk van den Broek is de situatie precies andersom. Naarmate het huishoudinkomen daalt, stijgt het aandeel huishoudens dat Dirk van den Broek prefereert boven de andere supermarktketens. Bij de andere ketens zijn er geen opmerkelijke verschillen tussen de inkomensgroepen van consumenten. Per stadsdeel bekeken is Albert Heijn nagenoeg de belangrijkste primaire én secondaire supermarkt (zie tabel 2.10). Alleen in Zuidoost moet Albert Heijn zijn positie als eerste primaire supermarkt delen met C1000. Dirk van den Broek is bijna overal de tweede primaire supermarkt behalve in Zeeburg met C1000 en in Oost-Watergraafsmeer en Zuidoost met Vomar als tweede primaire supermarkt.
25
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 2.10 Primaire en secundaire supermarkten per stadsdeel, 2005-2006 (procenten) eerste
tweede
eerste
tweede
primaire
primaire
secundaire
secundaire
stadsdeel
supermarkt
supermarkt
supermarkt
supermarkt
Centrum
AH (73)
Dirk (14)
AH (50)
Dirk (18)
Westerpark
AH (62)
Dirk (28)
AH (52)
Dirk (27)
Oud-West
AH (54)
Dirk (26)
AH (42)
Dirk (24)
Zeeburg
AH (61)
C1000 (27)
AH (46)
C1000 (30)
Bos en Lommer
AH (53)
Dirk (28)
AH (38)
Dirk (29)
De Baarsjes
AH (48)
Dirk (44)
AH (51)
Dirk (36)
Amsterdam-Noord
AH (30)
Dirk (26)
AH (33)
C1000 (19)
Geuzenveld-Slotermeer
AH (60)
Dirk (13)
AH (47)
Dirk (14)
Osdorp
AH (40)
Dirk (27)
AH (36)
Dirk (29)
Slotervaart Zuidoost Oost-Watergraafsmeer
AH (58)
Dirk (35)
AH (54)
Dirk (33)
AH/ C1000 (beide 31)
Vomar (19)
AH (32)
C1000 (24)
AH (51)
Vomar (14)
AH (38)
Vomar (17)
Oud-Zuid
AH (55)
Dirk (28)
AH (47)
Dirk (25)
ZuiderAmstel
AH (60)
Dirk (19)
AH (41)
Dirk (18)
Amsterdam
AH (52)
Dirk (20)
AH (43)
Dirk (19) bron: O+S
De mate waarin de eerste primaire supermarkt de tweede overheerst verschilt ook sterk per stadsdeel. Het grootste verschil in het marktaandeel van de eerste en de tweede primaire supermarkten is in het stadsdeel Centrum. Bijna driekwart van de bewoners van het Centrum halen de meeste boodschappen bij de Albert Heijn. Voor deze bewoners (net als voor vele andere bewoners binnen de ring) is dit de dichtstbijzijnde supermarkt (zie tabel 2.11 en kaart 2.8).
26
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 2.11 Vestigingen en winkelvloeroppervlak van de belangrijkste primaire en secondaire 7 supermarkt ketens, 2006
stadsdeel
Albert Heijn Dirk van den Broek aantal wvo aantal wvo 2 2 winkels (m ) winkels (m )
Centrum
12
8.886
Westerpark
3
1.432
1
680
Oud-West
4
2.382
1
807
Zeeburg
3
3.143
Bos en Lommer
2
1.961
1
845
De Baarsjes
2
2.045
1
1.245
Amsterdam-Noord
4
4.481
1
1.270
Geuzenveld-Slotermeer
2
2.795
1
2.868
1
1.056
Slotervaart
4
3.293
2
1.555
Zuidoost
3
Oost-Watergraafsmeer
4
Oud-Zuid
8
7.850
2
2.204
4 56
4.553 53.549
1 11
880 10.542
Vomar aantal winkels
1 2
Osdorp
ZuiderAmstel Amsterdam
C-1000 aantal wvo 2 winkels (m )
1
1.797
wvo 2 (m )
864
1
800
1
1.700
1
1.350
1.791
1
1.360
4.086
2
1.884
2
2.057
3.774
1
932
1
1.765
1 8
892 8.656
7
8.536
bron: Locatus
Op afstand de tweede primaire supermarkt Dirk van den Broek (14%) heeft geen vestigingen in het Centrum. De bewoners van dit stadsdeel wijken vooral uit naar de buurstadsdelen Oud-Zuid (Marie Heinekenplein) en Westerpark (Tweede Nassaustraat) om hun boodschappen bij Dirk van den Broek te halen. In Amsterdam-Noord en De Baarsjes daarentegen zijn de verschillen tussen Albert Heijn en Dirk van den Broek minimaal. In beide stadsdelen is er een relatief grote vestiging van Dirk van den Broek aanwezig. In De Baarsjes wonen bovendien relatief veel gezinnen met lage inkomens die Dirk van den Broek vaker als primaire supermarkt noemen. In Zuidoost deelt Albert Heijn zijn eerste positie met C1000. Hier hebben consumenten relatief veel keuze uit verschillende vestigingen van C1000 en ook Vomar (tweede primaire supermarkt).
2.5 Warenmarkten Bijna elk stadsdeel in Amsterdam heeft een warenmarkt.8 Alleen in Westerpark, Slotervaart en ZuiderAmstel is geen markt, maar bewoners wijken makkelijk uit naar de markten in de andere stadsdelen (zie kaart 2.12).
7
De tellingen van Locatus waren verricht in de periode 2005-2006. Een warenmarkt is een markt waar (ook) dagelijkse goederen worden verkocht. Niet-dagelijkse goederenmarkten zoals de boekenmarkt bij de Oude Manhuispoort zijn in dit onderzoek dus niet meegenomen.
8
27
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 2.12 Warenmarkten in Amsterdam, 2006 Buikslotermeerplein Buikslotermeerplein
Mosveld Mosveld
Lambertus Zijlplein Zijlplein Lambertus Noordermarkt Noordermarkt Plein 40-45 40-45 Plein
Gulden Winckelplantsoen Winckelplantsoen Gulden Lindengracht Lindengracht Nieuwmarkt Nieuwmarkt Vespuccimarkt Vespuccimarkt Ten Ten Katemarkt Katemarkt Dapperstraat Dapperstraat Sumatrastraat Sumatrastraat
Tussenmeer Tussenmeer Albert Albert Cuijpstraat Cuijpstraat
Stadionplein Stadionplein
Ganzenhoef Ganzenhoef
Kraaiennest Kraaiennest Fazantenhof/Amsterdamse Fazantenhof/Amsterdamse Poort Poort
Reigersbos Reigersbos
Zeven van de tien Amsterdamse huishoudens kopen wel eens iets op de markt. In figuur 2.13 is te zien dat inwoners van de stadsdelen Oud-West en Centrum relatief vaker een bezoek aan de markt brengen dan een gemiddelde Amsterdammer. In Slotervaart, Osdorp en ZuiderAmstel zijn er naar verhouding weinig bewoners die wel eens iets op de markt kopen. In de overige stadsdelen schommelt het marktbezoek rond het gemiddelde voor de hele stad.
28
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 2.13 Huishoudens die wel eens aankopen doen op de markt (procenten)
90
%
80 70 2001-2002 2003-2004 2005-2006
60 50 40 30 20
Amsterdam
Slotervaart
Osdorp
ZuiderAmstel
Bos en Lommer
Zuidoost
De Baarsjes OostWatergraafsmeer Zeeburg
Amsterdam-Noord
Oud-Zuid
Centrum GeuzenveldSlotermeer Westerpark
0
Oud-West
10
bron: O+S
Het aandeel Amsterdammers dat wel eens een markt bezoekt blijft stabiel in de jaren.9 Ook per stadsdeel bekeken zijn er weinig veranderingen te zien, behalve in Oud-West waar het percentage marktbezoekers is gegroeid van rond driekwart in de periode 20012004 tot 83% in 2005-2006. In figuur 2.13 is te zien dat de bewoners van Oud-West al in de vorige periodes relatief vaker iets op de markt kochten dan de meeste andere Amsterdammers. Vooral trekt de Ten Katemarkt – de populairste markt in Oud-West – meer bezoekers aan. Voor bijna één op de vijf huishoudens is deze markt de belangrijkste plaats om van groente en fruit te kopen (in 2003-2004 voor 16% van de huishoudens). In tabel 2.14 zijn de populairste markten10 in Amsterdam te zien evenals het aandeel huishoudens dat wel eens iets op deze markten koopt (zie meer gedetailleerde informatie in bijlage 1, tabel 5.2). De Albert Cuyp (27%) is al jaren de populairste markt onder Amsterdammers, op afstand gevolgd door de Dappermarkt (14%) en de Ten Katemarkt (11%). De meeste markten in Amsterdam hebben een lokaal verzorgende functie en trekken publiek uit het eigen stadsdeel en de buurstadsdelen, maar de Albert Cuyp is populair bij de bewoners van bijna alle stadsdelen.
9
In 2002 was het percentage Amsterdammers, dat wel eens een markt bezocht 69% en in 2004 - 70%. De populairste markten zijn markten die ten minste door 5% van de Amsterdammers zijn bezocht.
10
29
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 2.14 Bezoek aan populairste markten in Amsterdam per stadsdeel, 2005-2006 (procenten)
stadsdeel
Albert Cuyp- Dapperstraat straat
LindenTen gracht, Kate- Westerstraat straat
Centrum
27
16
5
24
Westerpark
10
6
14
40
Oud-West
12
1
82
1
Zeeburg
Plein 40-45 Mosveld 2 1
Noordermarkt
andere markt
totaal
14
13
100
23
5
100
2
2
100
14
75
1
1
4
4
100
Bos en Lommer
9
2
14
5
10
3
57
100
De Baarsjes
8
2
56
3
2
4
24
100
Amsterdam-Noord GeuzenveldSlotermeer
6
4
1
1
43
3
43
100 100
5
2
1
76
1
1
15
Osdorp
16
3
4
3
13
1
2
58
100
Slotervaart
23
4
18
1
15
3
35
100
1
81
100
Zuidoost OostWatergraafsmeer
8
8
1
30
63
1
1
1
5
100
Oud-Zuid
83
2
4
1
1
9
100
ZuiderAmstel Amsterdam
72 27
4 14
2 11
0 7
2 5
19 25
100 100
1 6
1
5
bron: O+S
Amsterdammers geven gemiddeld €20 per keer uit op de markt. In de periode 2003-2004 was dat € 21,2 en in 2001-2002 € 19,5 (in lopende prijzen). De marktbestedingen in de diverse stadsdelen verschillen onderling sterk. De inwoners van Westerpark en Centrum besteden het meest op de markt (respectievelijk €26 en €24). De marktbestedingen van de inwoners van Oud-West blijven beperkt tot €16 per bezoek.
2.6 Aankopen via internet Aankopen doen via internet wordt steeds populairder. Ruim één op de drie huishoudens koopt tegenwoordig wel eens iets op internet. In de periode 2001-2002 was dit minder dan één op de vijf en in 2003-2004 deed een kwart van de huishoudens aankopen via internet. Het aandeel huishoudens dat over internet beschikt is ook toegenomen (van 62% in 20032004 tot 72% in 2005-2006). Inwoners van Westerpark, Centrum, Zeeburg en Oud-Zuid kopen het meest producten via internet (meer dan 40% van de huishoudens). In Amsterdam-Noord, GeuzenveldSlotermeer, Osdorp en ZuiderAmstel doet minder dan 30% van de huishoudens aan webwinkelen (zie figuur 2.15). In deze stadsdelen is het aandeel huishoudens dat over een internetaansluiting beschikt ook lager dan het Amsterdamse gemiddelde (72%). In Bos en Lommer is het aandeel huishoudens met een internetaansluiting ook laag (62%), maar niettemin doet rond eenderde van de inwoners aankopen op internet.
30
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 2.15 Huishoudens die wel eens internetaankopen doen op het totaal aantal huishoudens, (procenten)
% 45 40 35 30 25 20 15
2003-2004 2005-2006
10 5
W
es te
rp C a rk en tr Ze u m D e ebu Ba rg ar O O sjes os u t-W dat Ou Zui er d- d g W Bo raa es f t s s en me e Lo r Sl mm ot er er va Z u a rt Zu id id oo G er eu Am s t ze nv s el O tel d s Am - S d st lote orp er da rme m er Am N o st ord er da m
0
bron: O+S
Boeken zijn veruit de meestgekochte artikelen via internet (37%, zie figuur 2.16). 11 Verder kopen Amsterdammers ook vaak elektronische artikelen (27%) en CD’s of DVD’s (25%). Daarnaast boekt bijna één op de vijf huishoudens wel eens een vliegticket, een reis of een hotelkamer via internet. Per artikelgroep bekeken zijn er weinig verschuivingen in de jaren. De top vier van de belangrijkste producten die worden aangeschaft via internet is al sinds 2001 ongewijzigd.
11
Dit wordt bevestigd ook door een landelijk onderzoek van Forester Research. In 2006 schijnt ruim één op de vier Nederlanders een boek via internet te hebben gekocht. Daarnaast boekt bijna eenkwart Nederlanders vakantie via internet, één op de vijf Nederlanders koopt kaartjes voor evenementen en rond 17% kleding via internet.
31
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 2.16 Artikelen die Amsterdammers via internet aanschaffen, 2005-2006 (procenten)
% 40 35 30 25 20 15 10 5
vl ie
el ec
tro
ni s c bo h e ek gt CD ar en t ic ke , D ike VD len ts ,r ei , v i ze de n o kle , h o vr din tel ije s g ti j , m da ds o ge wo ar de lijk ni tik n e hu se b gin len r is ho ood icht ud sc ing h e so lijk ap p ftw e ri j a en w ie are rtik uu len , h ele a rw n e er n b rdw ke ar ro n, m e fi o d r p t i e ts ka ogi ek, en ar ste fo t te n rija o s vo rtik or el st en el lin ti j ds gen ch rif te an n de rs
0
bron: O+S
Hoe betalen Amsterdammers hun aankopen op internet? De creditcard is net als in de periode 2001-2004 het populairste betaalmiddel op internet (61%). Daarnaast betaalt circa een kwart van de huishoudens per acceptgiro of overschrijvingskaart, ook net als in de jaren daarvoor. Op de derde plaats staat nu telebankieren (7%), een betalingssysteem dat sinds het vorige onderzoek in populariteit is toegenomen. In de periode 2003-2004 werd telebankieren door slechts 2% van de huishoudens genoemd.
32
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
3 Herkomst bestedingen en functie van winkelgebieden
In het vorige hoofdstuk stonden consumenten en hun bestedingen centraal. In dit hoofdstuk zijn dat winkelgebieden die centraal staan. Ten eerste is gekeken naar herkomst van bestedingen per stadsdeel (zie begrippenlijst). Welk deel van de bestedingen in een stadsdeel is afkomstig uit het eigen stadsdeel, welk deel uit de rest van Amsterdam en welk deel uit de regio. Omdat de vragenlijst was ingevuld alleen door inwoners van Amsterdam en sommige regiogemeenten blijven de bestedingen van overige Nederlanders en buitenlanders (toeristen) in Amsterdam buiten beeld. Er is ook gekeken in hoeverre afvloeiing en toevloeiing van koopkracht (zie begrippenlijst) in stadsdelen in evenwicht zijn. Daarbij werd orientatie-index gebruikt. Verder wordt ingezoomd op niveau van afzonderlijke winkelgebieden (zie definitie in begrippenlijst). Afhankelijk van waar het publiek vandaan komt om in een bepaald winkelgebied boodschappen te doen worden verschillende verzorgingsfuncties van winkelgebieden onderscheiden. Daarna komt de waardering van de winkelgebieden aan de orde. Er is een ranglijst gemaakt van de beste winkelgebieden in Amsterdam die de hoogste cijfers van de respondenten hebben gekregen. Tot slot wordt ingegaan op de vervoermiddelen, bezoekfrequentie en gebruik van verruimde openingstijden in verschillende winkelgebieden.
3.1 Herkomst van bestedingen per stadsdeel In tabel 3.1 is te zien waar de bestedingen aan dagelijkse goederen in stadsdelen vandaan komen. Gezien het feit dat dagelijkse goederen normaliter dicht bij huis worden aangeschaft komt het merendeel van de bestedingen van de bewoners van het eigen stadsdeel. Daarnaast worden de dagelijkse goederen ook wel eens dichtbij het werk gekocht. In ZuiderAmstel - het stadsdeel waar relatief veel forensen werken - is het ook het hoogste percentage bestedingen afkomstig uit de regio (9%).
33
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 3.1 Herkomst van bestedingen aan dagelijkse goederen per stadsdeel, 2005-2006 (procenten)
herkomst eigen stadsdeel
herkomst overig Amsterdam
herkomst regio
totaal
Centrum
78,0
19,4
2,6
100
Westerpark
80,4
19,4
0,3
100
Oud-West
66,7
32,4
0,9
100
stadsdeel
Zeeburg
86,8
12,0
1,2
100
Bos en Lommer
76,6
21,2
2,2
100
De Baarsjes
67,8
30,8
1,4
100
Amsterdam-Noord
88,2
6,2
5,6
100
Geuzenveld-Slotermeer
88,3
10,7
0,9
100
Osdorp
83,1
15,8
1,1
100
Slotervaart
77,7
21,3
1,0
100
Zuidoost
88,7
5,8
5,6
100
Oost-Watergraafsmeer
77,7
19,1
3,2
100
Oud-Zuid
76,2
21,2
2,6
100
ZuiderAmstel Amsterdam
67,7
23,3 96,7
9,0 3,3
100 100 bron: O+S
Voor de niet-dagelijkse goederen zijn consumenten vaker bereid om grotere afstanden af te leggen dan voor de dagelijkse goederen. In tabel 3.2 is te zien dat de bestedingen in de niet-dagelijkse sector voor een groot deel afkomstig zijn van de andere stadsdelen en/of regiogemeenten. De bestedingen van de rest van Nederland in Amsterdam zijn hier dus niet in meegenomen omdat daar geen gegevens over beschikbaar zijn. Tabel 3.2 Herkomst van bestedingen aan niet-dagelijkse goederen per stadsdeel, 2005-2006 (procenten) herkomst eigen stadsdeel
herkomst overig Amsterdam
herkomst regio
totaal
Centrum
29,5
55,3
15,2
100
Westerpark
66,2
31,4
2,4
100
Oud-West
40,3
56,7
3,0
100
Zeeburg
75,0
22,1
2,9
100
stadsdeel
Bos en Lommer
71,0
26,6
2,4
100
De Baarsjes
62,9
35,5
1,6
100
Amsterdam-Noord
69,5
11,1
19,4
100
Geuzenveld-Slotermeer
72,0
24,5
3,5
100
Osdorp
53,5
41,3
5,2
100
Slotervaart
72,7
24,1
3,3
100
Zuidoost
34,2
43,9
21,8
100
Oost-Watergraafsmeer
57,4
36,5
6,1
100
Oud-Zuid
58,1
35,6
6,3
100
ZuiderAmstel Amsterdam
56,8
30,2 87,4
13,0 12,6
100 100 bron: O+S
Vooral stadsdelen met een ruim winkelaanbod kunnen veel koopkracht van elders aantrekken (zie kaart 3.3). In het Centrum – het stadsdeel waar de meeste winkelketens
34
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
wel een of meerdere vestigingen hebben – is meer dan de helft van de omzet afkomstig uit de andere stadsdelen en nog eens 15% uit de regio. De winkelcentra in Zuidoost (Amsterdamse Poort) en Amsterdam-Noord (Boven ‘t IJ) trekken naar verhouding ook veel regionale koopkracht. Oud-Zuid, Oud-West, Osdorp en Oost-Watergraafsmeer zijn niet alleen populair bij de eigen inwoners, maar ook bij de hele stad. In Zeeburg, Slotervaart en Geuzenveld/Slotermeer zijn de winkels daarentegen vooral georiënteerd op de lokale bevolking. Kaart 3.3 Winkelmeters en herkomst van omzet in detailhandel in niet-dagelijkse goederen, 2005-2006
Herkomst van omzet (detailhandel in niet-dagelijkse goederen, 2005-2006) 100 50 10 eigen stadsdeel overige stadsdelen regio
Winkel vloeroppervlak (detailhandel in niet-dagelijkse goederen, 2006) buiten beschouwing minder dan 20.000 m2 20.000 m2 tot 100.000 m2 meer dan 100.000 m2
bron: DBA/O+S
3.2 Balans van toevloeiing en afvloeiing in stadsdelen Om te meten in hoeverre het winkelaanbod verzorgend is voor de eigen bewoners in een stadsdeel en tegelijkertijd in hoeverre de toevloeiing en de afvloeiing van de koopkracht in balans zijn wordt in dit onderzoek een oriëntatie-index toegepast.12 Als de oriëntatie-index boven 100% ligt betekent dit dat de detailhandel in een stadsdeel niet alleen op de lokale bewoners is georiënteerd, maar ook op de bewoners van buiten dit stadsdeel. De toevloeiing overtreft de afvloeiing van de koopkracht. Blijft de index onder 100% dan is de afvloeiing van de koopkracht groter dan de toevloeiing. In dit geval is de detailhandel vooral lokaal verzorgend van aard. In figuur 3.4 (dagelijkse goederen) en figuur 3.5 (niet-dagelijkse goederen) is de oriëntatie-index per 12
In de oriëntatie-index wordt het draagvlak voor voorzieningen (het aantal consumenten dat in een stadsdeel boodschappen doet) gerelateerd aan het aantal inwoners van het stadsdeel.
35
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
stadsdeel te zien. De ontwikkelingen in de oriëntatie-index sinds het vorige onderzoek zijn over het algemeen gering. Voor een gemiddeld stadsdeel in Amsterdam ligt deze index nog steeds rond 100%. Figuur 3.4 Ontwikkeling oriëntatie-index voor dagelijkse goederen, 2003-2004 en 2005-2006 (procenten)
% 160 140 120 100
2003-2004 2005-2006
80 60 40 20
Zu
id e
rA m O st ud el O -Z u ud id O Sl - W os ot es er t t-W va at ar C er e gr n t aa tru fs m Am m e st er Os er da d m o D -N rp e Ba oor ar d Zu sjes id G e u Bo Z o o st ze s e nv en eb el Lo urg dSl mm ot e W e rm r es e te e r rp ar k Am st er da m
0
bron: O+S
Wat betreft de dagelijkse goederen sector in Amsterdam hebben de stadsdelen ZuiderAmstel, Oud-Zuid en Oud-West per saldo de grootste toevloeiing van de koopkracht. Deze toevloeiing is enigszins te verklaren door het grote winkelaanbod wat betreft het dagelijkse assortiment. Dit assortiment wordt niet alleen door de meeste eigen bewoners geconsumeerd. Ook de bewoners van de buurstadsdelen en de regio zorgen voor een kwart tot een derde van alle bestedingen in deze drie stadsdelen. In Slotervaart, Centrum, Oost-Watergraafsmeer, Osdorp, Amsterdam-Noord en De Baarsjes is de toevloeiing en de afvloeiing van de koopkracht in dagelijkse goederen min of meer in evenwicht.13 Bijvoorbeeld in Amsterdam-Noord vloeit er relatief weinig koopkracht af buiten de stadsdeelgrenzen, maar er is ook weinig toevloeiing. In De Baarsjes is de situatie precies andersom. De afvloeiing van de eigen koopkracht is groot en gaat vooral naar Oud-West, maar er is ook relatief veel toevloeiing vanuit dit stadsdeel. In de overige stadsdelen (Zuidoost, Zeeburg, Bos en Lommer, Geuzenveld-Slotermeer en Westerpark) ligt de oriëntatie-index ver onder 100%. Daar vloeit relatief meer koopkracht af naar de buurstadsdelen dan er van buiten toevloeit. In Westerpark en Zeeburg is het winkelaanbod per bewoner relatief kleiner dan het Amsterdamse gemiddelde. De meeste huishoudens in Zuidoost doen de dagelijkse boodschappen wel in hun eigen stadsdeel. Toch vloeit er iets meer koopkracht af (vaak naar Diemen en buiten de regio), dan er naar Zuidoost toevloeit. 13
36
Dit zijn de stadsdelen waar de oriëntatie-index niet meer dan 10% afwijkt van 100.
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Figuur 3.5 Ontwikkeling oriëntatie-index voor niet-dagelijkse goederen, 2003-2004 en 2005-2006 (procenten)
250
%
200 150
2003-2004 2005-2006
100 50
C en t Z u ru m id oo O s Am O s d t st ud orp er da -We m st -N O oo O os t-W Zu ud rd G eu at ide Zui ze erg rAm d n v ra el afs ste l dSl me ot er De erm Ba ee ar r Bo Slo sje s t e rv s en a L o a rt m m Ze er W eb es u r te g rp ar k Am st er da m
0
bron: O+S
In de sector van de niet-dagelijkse goederen heeft Centrum veruit de grootste toevloeiing van de koopkracht van buitenaf gevolgd door Zuidoost. Ook in Osdorp en Oud-West overtreft de toevloeiing de afvloeiing. Dit zijn ook de vier stadsdelen met het grootste winkelaanbod per inwoner in de niet-dagelijkse sector in Amsterdam. In figuur 3.5 is goed te zien dat de index in het Centrum afgelopen jaren iets gedaald is terwijl de detailhandel in Zuidoost en Oud-West een lichte stijging van de oriëntatie-index realiseert. Deze ontwikkeling is bekend sinds 2001 en zet zich voort ook in 2006. In de andere stadsdelen ligt de oriëntatie-index onder de 100%. Dit wil zeggen dat de bewoners de meeste aankopen buiten hun eigen stadsdeel doen, vaak in het Centrum en Zuidoost.
3.3 Verzorgingsfunctie winkelgebieden niet-dagelijkse goederen Binnen elk stadsdeel in Amsterdam is er een aantal winkelgebieden te onderscheiden. In dit onderzoek zijn er ruim tachtig winkelgebieden gedefinieerd. De definitie van een winkelgebied is gebaseerd op een aantal criteria. Winkelgebieden zijn meestal concentraties van winkels die relatief veel publiek kunnen trekken. Aan de hand van een plattegrond met detailhandelsvestigingen wordt gekeken naar de samenstelling en de logische grenzen van deze concentraties. Overigens gaat het niet uitsluitend om concentraties van winkels, maar ook om hun functie als publiektrekpleisters. Daarom worden in dit onderzoek ook afzonderlijke winkels
37
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
zoals IKEA en Mega Praxis in Zuidoost apart onderscheiden. Winkels die verspreid zijn over de stadsdelen vallen onder categorie overige winkels en zijn niet in kaart gebracht. Op basis van de herkomstcijfers van de bestedingen aan niet-dagelijkse goederen wordt gekeken of een winkelgebied vooral door de buurtbewoners wordt bezocht of ook ander publiek trekt. Daarbij worden winkelgebieden onderscheiden met een wijkverzorgende functie, een stadsdeel verzorgende, een stadsdeel overschrijdende of een regionaal verzorgende functie (zie kaart 3.5 hieronder en voor meer gedetailleerde informatie bijlage 1 tabel 5.1 en bijlage 2, kaarten 6.2 – 6.7).14 Kaart 3.5 Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen, 2005-2006
Classificatie winkelgebieden 2005-2006 regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend stadsdeel verzorgend wijk verzorgend buiten beschouwing
Van de ruim tachtig winkelgebieden die hierboven in kaart zijn gebracht zijn er dertien met de regioverzorgende functie (zie kaart 3.5, gebieden in het rood), twee meer dan bij het vorige onderzoek. De Dapperstraat, de P.C. Hooftstraat/Van Baerlestraat en de Spaklerweg worden steeds vaker door de regiobewoners bezocht. De Dappermarkt is ook dit jaar tot de beste markt van Nederland verklaard door de Centrale Vereniging voor de 14
In de wijkverzorgende winkelgebieden komt meer dan 80% van de bestedingen uit het eigen stadsdeel. Stadsdeelverzorgende winkelgebieden zijn gebieden waar tussen de 60% en de 80% van de bestedingen is afkomstig uit het eigen stadsdeel. In stadsdeeloverschrijdende gebieden komt meer dan 30% van de bestedingen uit de andere stadsdelen. En in de regioverzorgende gebieden komt meer dan 10% van de bestedingen uit de regio. Gespreide winkels die onder overige winkelgebieden vallen en winkelgebieden die door relatief weinig respondenten zijn genoemd zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.
38
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Ambulante Handel (CVAH). De Eerste Oosterparkstraat trekt echter meer lokale bewoners en heeft in tegenstelling tot het vorige onderzoek geen regioverzorgende functie meer. De andere regioverzorgende gebieden bevinden zich in het Centrum (omgeving van de Dam, het Damrak en het Rokin), in Amsterdam-Noord (winkelcentrum Boven ’t IJ), in Zuidoost (Amsterdamse Poort, Villa ArenA en de omgeving van IKEA) en in ZuiderAmstel (Gelderlandplein). De winkelgebieden in het Centrum trekken zoals bekend niet alleen consumenten uit de regio maar ook uit de rest van Nederland en buitenlandse toeristen. Verder is te zien dat een groot aantal winkelgebieden binnen de ring een stadsdeeloverschrijdende functie heeft (zie kaart 3.5, gebieden in het oranje). De winkels aan de uitvalswegen van het centrum richting de ringweg trekken niet alleen koopkracht uit het eigen stadsdeel maar ook uit de rest van Amsterdam. Winkelgebieden aan de rand van de stad hebben vaak een wijkverzorgende functie. Vaak zijn dat ook relatief kleine winkelgebieden bestemd voor de lokale bevolking (zie kaart 3.5, gebieden in het donker groen). Voorbeelden zijn De Wieken en In de Banne in Amsterdam-Noord en Ganzenhoef en Kraaiennest in Zuidoost
3.4 Waardering winkelgebieden De meest gewaardeerde winkelgebieden in Amsterdam en omgeving zijn in tabel 3.6 te zien. Respondenten die in Amsterdam wonen is gevraagd een aantal aspecten van het meest bezochte winkelgebied te beoordelen. Daarbij worden rapportcijfers van 1 tot en met 10 gebruikt.
39
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 3.6 De best gewaardeerde winkelgebieden in Amsterdam en omgeving, 2005-2006
15
keuzekeuze- mogelijkactiviaankleding/ mogelijkheden teiten sfeer/ service/ heden nonvan inrichting uiterlijk foodprijs- winke- parkeer- gemidcentrum- gezelligbediefoodwinkels winkelgeb. heid ning winkels winkels niveau liers voorzien. deld
wineklgebied Halfweg
7,5
7,1
7,4
7,9
7,7
6,4
7,4
7,3
7,8
7,4
2
Amstelveen Centrum
7,7
7,7
7,6
7,3
6,9
7,6
6,9
6,9
7,4
7,3
3
Beethovenstraat
8,0
7,5
7,5
8,0
7,3
7,2
6,3
7,2
6,4
7,3
4
Gelderlandplein Haarlemmerstraat, Haarlemmerdijk e.o. Buikslotermeerplein (Boven 't IJ) Jordaan, Westelijke grachtengordel, etc. Osdorperplein, Tussenmeer
7,6
7,4
7,0
7,5
7,0
7,0
6,4
6,6
8,3
7,2
7,6
7,4
7,9
7,5
7,3
7,8
6,7
6,8
5,4
7,2
7,1
7,0
7,0
7,2
6,9
6,9
6,9
7,1
8,4
7,2
7,4
7,5
7,9
7,5
7,4
7,6
6,4
6,9
5,8
7,2
7,1
6,9
6,9
7,1
7,2
7,1
7,0
7,1
7,0
7,0
7,4
7,3
6,7
7,3
7,2
6,1
6,8
6,9
7,6
7,0
10 Maasstraat Albert Cuypstraat, 11 Albert Cuypmarkt
7,3
7,0
7,3
7,6
7,1
6,5
6,7
6,8
7,0
7,0
7,0
6,7
7,4
7,3
7,7
7,2
7,1
7,0
5,1
6,9
12 Diemen Centrum
7,2
6,8
7,1
7,3
6,8
6,2
6,6
6,7
7,4
6,9
13 Rijnstraat
6,9
6,7
7,0
7,5
7,4
6,5
7,2
6,7
6,2
6,9
14 Belgiëplein e.o.
7,1
6,8
6,8
7,5
7,2
5,9
7,0
6,9
6,9
6,9
15 Sierplein Bos en Lommerplein, 16 Gulden Winckelplantsoen
7,0
6,8
6,7
7,3
7,3
5,9
7,1
6,5
7,4
6,9
6,8
6,9
6,6
7,1
7,4
6,3
6,7
6,7
7,0
6,8
17 Plein 40-45
7,0
7,0
6,7
6,9
6,5
6,6
6,8
6,5
7,6
6,8
18 Amsterdamse Poort
6,9
6,6
6,6
7,1
7,3
6,7
6,7
6,6
6,9
6,8
19 Brazilië 20 Middenweg
6,8
6,8
6,5
7,3
6,5
5,6
6,9
6,7
8,3
6,8
6,9
6,8
7,0
7,4
6,9
6,6
6,8
6,6
6,0
6,8
1
5 6 7 8 9
Reigersbos
bron: O+S
In Amsterdam krijgt de Beethovenstraat de beste waardering op basis van een gemiddeld rapportcijfer (7,3). Het Gelderlandplein, de Haarlemmerstraat, het Buikslotermeerplein en de Jordaan scoren slechts één tiende lager. Het beste winkelgebied dat buiten Amsterdam ligt, maar door Amsterdammers hoog gewaardeerd wordt, is Halfweg in Haarlemmermeer. Ook krijgt Amstelveen Centrum van de Amsterdammers een hoge waardering. Deze twee winkelgebieden buiten Amsterdam zijn vooral genoemd door respondenten uit Osdorp en ZuiderAmstel. Sfeer speelt een cruciale rol bij het beoordelen van een winkelgebied. Daarnaast zijn de aankleding en de inrichting van een winkelgebied van belang, de keuzemogelijkheden van food- en non-foodwinkels en service van de winkeliers. Parkeervoorzieningen en het prijsniveau spelen opvallend genoeg nauwelijks een rol bij het algemeen oordeel. De verklaring ligt waarschijnlijk in de onderzoeksopzet waarbij de winkelgebieden worden beoordeeld alleen door respondenten die daar vaak boodschappen halen. Dit wil zeggen dat mensen die het liefst hun boodschappen met de auto halen ook zeer waarschijnlijk naar een gebied met parkeervoorzieningen zullen gaan. 15
40
Herziene berekeningswijze, oktober 2007.
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Volgens de respondenten die daar vaak winkelen zijn de Haarlemmerstraat en de Jordaan de meest gezellige en sfeervolle winkelgebieden in Amsterdam (beide een 7,9). De Jordaan samen met de Beethovenstraat krijgt ook de hoogste waardering qua aankleding en de inrichting (beide een 7,5). Voor het aanbod van de food-winkels krijgt de Albert Cuypstraat (7,7) samen met de Zeilstraat (7,7) de hoogste waardering en voor het aanbod van de non-foodwinkels – de Haarlemmerstraat (7,8). Qua service scoort de Beethovenstraat (8,0) het beste in Amsterdam. Respondenten zijn het meest tevreden over het prijsniveau op de Javastraat (7,5). De Beethovenstraat (6,3) heeft juist een van de laagste scores op dit gebied. Het Buikslotermeerplein (8,4) heeft volgens de respondenten de beste parkeervoorzieningen; op de Leidsestraat (2,4) worden de (afwezige) parkeervoorzieningen het slechtst beoordeeld.
3.5 Vervoermiddelen naar winkelgebied Stadsdelen en winkelgebieden daarin die het meest met de auto worden bezocht liggen aan de rand van de stad (zie kaart 3.7, gebieden in het rood en donker oranje). Dit zijn gebieden waar goede parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Bijvoorbeeld in AmsterdamNoord is parkeren gratis en daar doet dan ook 39% van de huishoudens boodschappen met de auto (zie bijlage 1 tabel 5.3). In Oud-West is dat slechts 4%. In winkelgebieden die vaak met de auto worden bezocht worden de parkeervoorzieningen meestal ook hoog gewaardeerd. De voorbeelden daarvan zijn Boven ’t IJ in AmsterdamNoord en Gelderlandplein in ZuiderAmstel. In deze twee gebieden komt bijna één op de twee bezoekers met de auto en de parkeervoorzieningen worden in beide gebieden met een rapportcijfer boven een 8,0 gewaardeerd. In dit onderzoek wordt er niet gevraagd naar de exacte parkeerlocatie als respondenten met de auto boodschappen gaan doen. In het geval van een winkelcentrum met een eigen parkeerterrein of -garage of een winkelstraat met een blauwe zone wordt er van uitgegaan dat respondenten deze parkeergelegenheid gebruiken en daar waardering voor uitspreken. Bij de winkelstraten waar geen parkeerplaatsen zijn (zoals bijvoorbeeld de Kalverstraat) gaat het om de mogelijkheid de auto ergens in de buurt te parkeren. Bezoekers van de Magna Plaza kunnen de parkeergarage van de Bijenkorf gebruiken. De bezoekers van de Kalverstraat kunnen in principe in de parkeergarage van de Stopera parkeren of in de parkeervakken op de grachten, maar ze moeten vandaar een eindje lopen naar het beoogde winkelgebied. Het rapportcijfer voor de parkeervoorzieningen gaat daardoor omlaag.
41
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 3.7 Consumenten die het winkelgebied waar de meeste boodschappen worden gedaan met de auto (of motor) bezoeken, Amsterdam 2005-2006 (procenten)
Aandeel consumtenen dat met auto(motor) winkelgebied bezoekt (2005-2006) minder dan 10% 10% - 20% 20% - 40% 40% en meer buiten beschouwing
bron: O+S
In het Centrum en Oud-West komt minder dan één op de tien bezoekers met de auto winkelen. De uitzonderingen zijn het gebied rond de Dam en de Kalverstraat in het Centrum. Daar komt iets meer dan 10% van de Amsterdammers met de auto (forensen niet meegerekend). Vooral het publiek dat op de Dam (en Magna Plaza) winkelt komt met de auto. De parkeervoorzieningen op de Dam worden gewaardeerd met een 3,9, op de Kalverstraat met een 3,8. Het laagste rapportcijfer voor de parkeervoorzieningen krijgt de Leidsestraat (2,4, geen parkeerplaatsen). Bovenaan staat het Buikslotermeerplein (8,4, gratis parkeerterrein), het Gelderlandplein (8,3, één uur parkeren tegen een gereduceerd uurtarief) en het winkelcentrum Brazilië (8,3, betaalde parkeergarage).
3.6 Bezoekfrequentie winkelgebieden Hoeveel keer per week doen Amsterdammers hun boodschappen? De meerderheid (57%) brengt minstens drie keer per week bezoek aan winkels, een kwart twee keer per week en rond 18% doet eens per week boodschappen of nog minder vaak.16
16
42
Het gaat hier om winkelgebieden die respondenten het meest bezoeken. Bijvoorbeeld eenmalige aankopen onderweg zijn hier niet meegerekend.
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
De bezoekfrequentie hangt samen met een aantal factoren. Ten eerste is hier de gezinssamenstelling van belang. De minst frequente bezoekers zijn alleenstaanden, die vaak één of zelfs minder dan één keer per week winkelen. De meest frequente bezoekers zijn gezinnen zonder kinderen. Verder doen huishoudens die normaliter met de auto winkelen aanzienlijk minder vaak boodschappen. Vier van de vijf automobilisten doen boodschappen één keer per week. Van degenen die graag lopen doet meer dan twee derde bijna elke dag of om een dag hun boodschappen. Fietsers zitten in de middenmoot. Ook is er veel variatie te zien per stadsdeel. In Amsterdam-Noord en GeuzenveldSlotermeer doet men relatief vaak boodschappen één keer in de week (zie bijlage 1 tabel 5.4). Dit zijn stadsdelen aan de rand van de stad waar men vaak met de auto gaat winkelen, vooral in Amsterdam-Noord. Binnen de ring worden winkelgebieden over het algemeen frequenter bezocht, vooral in Centrum en Oud-West. Daar doet rond 70% van de huishoudens minstens drie keer per week boodschappen. Dit zijn ook stadsdelen waar men normaliter naar de winkel loopt of fietst. Op kaart 3.8 zijn winkelgebieden te zien met het aandeel van frequente bezoekers.17 Voorbeelden van winkelgebieden met een hoge bezoekfrequentie zijn Hugo de Groot plein, Nieuwmarktbuurt, Dam/Magna Plaza en Haarlemmerstraat. Gelderlandplein, Buikslotermeerplein (Boven ’t IJ) en de Amsterdamse Poort hebben daarentegen relatief weinig frequente bezoekers.
17
Huishoudens die drie of meer keer per week in een bepaald winkelgebied boodschappen doen.
43
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 3.8 Frequente bezoekers van winkelgebieden in totaal aantal Amsterdamse bezoekers, 2005-2006 (procenten)
Aandeel consumenten dat winkelgebied vaker dan 2 keer per week bezoekt (2005-2006) 75% en meer 50% - 75% minder dan 50% buiten beschouwing
3.7 Gebruik verruimde openingstijden winkels De verruimde openingstijden bieden Amsterdammers de mogelijkheid om bijvoorbeeld na zessen door de week of op zondag boodschappen te doen.18 Ruim twee derde van de Amsterdamse huishoudens gebruikt deze mogelijkheid wel eens. Het percentage huishoudens dat hun boodschappen op dezelfde tijdstippen ‘als vroeger’ blijft doen verandert niet sinds 2001. Bewoners van Centrum, Westerpark en Oud-West doen boodschappen relatief vaker na zessen en/of op zondag dan een gemiddeld huishouden in Amsterdam (zie tabel 3.9). Dit is te verklaren door het feit dat in de zogenaamde toeristische winkelgebieden in het stadsdeel Centrum de winkels ook elke zondag open zijn en door de week vaak iets langer open blijven dan in de rest van de stad. Ook in De Baarsjes, Zeeburg en Oud-Zuid doet men iets vaker boodschappen op ‘ongebruikelijke’ winkeltijden dan in de rest van de stad.
18
De Winkeltijdenwet van 1996 heeft de winkeltijden verruimd van 6.00 tot 22.00 uur op werkdagen (inclusief zaterdag). Voor 1996 mochten winkels open zijn van 5.00 tot 18.00 uur en op zaterdag tot 17.00 uur. Volgens de nieuwe wet kunnen stadsdelen ook maximaal 12 koopzondagen per jaar aanwijzen. De winkels in de het stadsdeel Centrum en Oud-Zuid (Het Museumkwartier) hebben ook toestemming om op elke zondag tussen 7.00 en 22.00 uur te openen.
44
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 3.9 Huishoudens die verruimde winkeltijden gebruiken van totaal aantal huishoudens, 2005-2006 (procenten) stadsdeel
na zessen
op zondag
voor 9 uur
maandagmorgen
op tijdstippen als ‘vroeger’
Centrum
72
56
10
11
17
Westerpark
72
45
12
12
21
Oud-West
70
46
12
12
23
Zeeburg
64
43
10
11
27
Bos en Lommer
53
28
8
6
40
De Baarsjes
68
39
7
7
26
Amsterdam-Noord
40
12
8
9
54
Geuzenveld-Slotermeer
42
17
8
6
52
Osdorp
45
16
7
6
50
Slotervaart
51
21
9
9
43
Zuidoost
49
21
7
5
44
Oost-Watergraafsmeer
59
33
7
5
31
Oud-Zuid
62
36
9
10
29
ZuiderAmstel totaal
56 58
30 32
10 9
6 8
38 35 bron: O+S
De winkelgebieden waar he meest na zessen en/of op zondag gewinkeld wordt zijn Waterlooplein/Jodenbreestraat en Oostelijke eilanden. Meer dan 80% van de Amsterdammers winkelt daar wel eens na zessen en ook meer dan twee derde op zondag. Overigens wordt in alle winkelgebieden in het stadsdeel Centrum relatief vaak boodschappen gedaan na zessen en op zondag. Behalve Centrum wordt ook Oud-Zuid met onder anderen de P.C.Hooftstraat/Van Baerlestraat en de Amstelveense weg gebruikt om boodschappen na zessen en/of op zondag te doen. In Oud-West wordt Overtoom vaak genoemd en in Zeeburg Brazilië. Buiten de ring is De Aker een vaak genoemd winkelgebied om boodschappen na zessen te doen.
45
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
46
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
4 Conclusies
In dit onderzoek is een overzicht gegeven van drie belangrijkste elementen van de Amsterdamse detailhandel: het aanbod van winkels in Amsterdam, het gedrag van consumenten die in Amsterdam en de regio wonen en in Amsterdam gaan winkelen, en de herkomst van de bestedingen in de Amsterdamse winkelgebieden. Dit onderzoek wordt tweejaarlijks gehouden.
4.1 Het winkelaanbod in Amsterdam in 2006 Amsterdam telt rond de zes duizend winkels wat 1,2m2 winkelruimte per inwoner is. De meeste winkelconcentraties bevinden zich binnen de ring. Sinds 2003 is het aantal winkels in Amsterdam afgenomen, maar het aantal winkelmeters per inwoner is toegenomen. Dit duidt erop dat de winkels in Amsterdam grootschaliger worden. De grootste toename van het aantal winkelmeters per inwoner is in Zuidoost en Bos en Lommer te zien. In Zuidoost gaat het uitsluitend om de groei van het aantal winkelmeters in niet-dagelijkse goederen. In Bos en Lommer groeit aantal winkelmeters in dagelijkse eveneens in niet-dagelijkse goederen.
4.2 Waar doet de Amsterdammer zijn boodschappen? De meeste Amsterdamse huishoudens doen drie of meer keer per week boodschappen. Daarbij wordt wekelijks ongeveer €50 per persoon uitgegeven aan dagelijkse goederen (voeding en drank). Gemiddeld driekwart van de dagelijkse goederen wordt door Amsterdammers aangeschaft binnen het stadsdeel waar men woont. Ook driekwart van die dagelijkse boodschappen vindt plaats in de supermarkt. Ruim de helft van de respondenten geeft aan dat Albert Heijn voor hen de belangrijkste supermarkt is voor het kopen van voedsel. Dit gaat op voor alle inkomensgroepen, al speelt bij de lagere inkomensgroepen ook Dirk van den Broek een rol. Zeven op de tien huishoudens koopt wel eens iets op de markt. De Albert Cuymarkt is hierbij de belangrijkste markt met een duidelijk stadsdeeloverstijgende functie. De andere markten in Amsterdam zijn meer stadsdeelverzorgend. De niet-dagelijkse goederen (drogisterijartikelen, kleding, boeken, wit- en bruingoed) worden vaak buiten het eigen stadsdeel aangeschaft, maar voor 87% van de aankopen wel binnen Amsterdam. Vooral stadsdelen Centrum en Zuidoost trekken veel consumenten aan. De totale besteding aan de niet-dagelijkse goederen overstijgt die van de dagelijkse goederen met ongeveer een kwart. Internet wordt steeds populairder bij het doen van aankopen. Een op de drie Amsterdamse huishoudens doet wel eens aankopen via het net. Via internet worden in het bijzonder boeken en multimedia gekocht.
47
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
4.3 Waar komt het geld dat in een stadsdeel wordt besteed vandaan? Twaalf procent van de bestedingen aan de niet-dagelijkse goederen in Amsterdam is afkomstig uit dichtbij gelegen regiogemeenten. Er zijn echter geen gegevens beschikbaar over de bestedingen van de rest van Nederland in Amsterdam. Ook vallen de toeristische bestedingen buiten het bestek van dit onderzoek. Zowel voor de dagelijkse als de niet-dagelijkse goederen is de bestedingsbalans met de omliggende regio in evenwicht. Amsterdammers besteden net zoveel in de regio als mensen uit de regio in Amsterdam. In Amsterdam zijn rond tachtig winkelgebieden onderscheiden. Er zijn op dit moment dertien winkelgebieden met een duidelijke regionaal verzorgende functie (twee meer dan in het vorige onderzoek). In het bijzonder de Dapperstraat, PC Hooftstraat/van Baerlestraat en de Spaklerweg worden steeds vaker door regiobewoners bezocht. Nieuwmarktbuurt, Haarlemmerstraat en de Jordaan zijn de meest gewaardeerde winkelgebieden in Amsterdam. Buiten de stadsgrenzen waarderen Amsterdammers Amstelveen Centrum het hoogst. Bij de waardering spelen in het bijzonder de sfeer in het winkelgebied en de inrichting daarvan een rol van betekenis. De meerderheid van de Amsterdammers gaat niet met de auto naar de winkel toe. Bijna de helft gaat te voet en iets meer dan een kwart met de fiets. Slechts een op de vijf gaat met de auto of de motor. Alleen bij winkelgebieden aan de rand van de stad komt meer dan 40% van de consumenten met de auto. Dit zijn ook vaak de gebieden waarvan de parkeervoorzieningen hoog gewaardeerd worden. Wel komen consumenten die per auto naar de winkel gaan minder vaak in de winkel dan bij de andere manieren van vervoer. Amsterdammers gebruiken graag de verruimde openingstijden om boodschappen te doen. Meer dan de helft van de huishoudens winkelt wel eens na zessen en één op de drie op zondag.
4.4 Conclusies en specifieke karakteristieken per stadsdeel Hieronder worden de belangrijkste karakteristieken van stadsdelen besproken. Hierbij worden vooral de afwijkende zaken - in positieve of negatieve zin - ten opzichte van het Amsterdamse gemiddelde onder de aandacht gebracht. 4.4.1 Centrum Stadsdeel Centrum wordt gekenmerkt door een groot winkelaanbod, in het bijzonder wat betreft de niet-dagelijkse goederen. Deze winkels worden ook vaak gebruikt door inwoners van de andere stadsdelen en de regio. De inwoners van het stadsdeel Centrum doen het merendeel van hun aankopen van de niet-dagelijkse goederen ook in hun eigen stadsdeel.
48
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
De Centrum inwoners geven van alle Amsterdammers relatief het meeste geld uit aan hun dagelijkse goederen. Dit wordt mede veroorzaakt door het relatief grote aandeel hoge inkomens én alleenstaanden in dit stadsdeel. Albert Heijn is in het stadsdeel Centrum veruit de voornaamste supermarkt. Daarnaast maken de Centrum bewoners ook relatief vaak gebruik van de markt. Vooral de Albert Cuypmarkt en de Westerstraat/Lindengracht zijn hierbij belangrijk. In dit stadsdeel liggen de winkelgebieden Haarlemmerstraat en de Jordaan die een relatief hoge waardering van bezoekers krijgen. Beide worden zeer gewaardeerd om de sfeer (gezelligheid) en het aanbod van non-food winkels. In het stadsdeel Centrum is de frequentie waarmee huishoudens boodschappen doen relatief hoog. Ongeveer 70% van de huishoudens doet boodschappen meer dan drie keer per week. De huishoudens in het Centrum maken relatief ook het meeste gebruik van de verruimde openingstijden (na zessen en op zondag). 4.4.2 Westerpark Het winkelaanbod van dagelijkse goederen is in Westerpark het kleinste in Amsterdam zowel in absolute zin als gecorrigeerd voor de inwonerstal. Ook is de koopkrachtbinding aan het eigen stadsdeel hier relatief laag. Ruim 37% van de bestedingen aan dagelijkse goederen wordt door de inwoners van dit stadsdeel buiten het eigen stadsdeel gedaan – meer dan in de andere stadsdelen. Bij de niet-dagelijkse goederen loopt dit op tot boven de 80%. Ook de lage oriëntatie-index geeft aan dat er netto veel koopkracht uit dit stadsdeel weg vloeit. Westerpark inwoners doen van alle Amsterdammers relatief het meest aankopen via internet. Ook doen de huishoudens van Westerpark relatief vaak boodschappen na zessen en/of op zondag. 4.4.3 Oud-West De bewoners van Oud-West zijn boven gemiddeld sterk verbonden aan het eigen stadsdeel voor de dagelijkse goederen. Deze koopkrachtbinding is echter iets gedaald ten opzichte van de periode 2003-2004. Van alle Amsterdammers bezoeken de inwoners van Oud-West het meest de markt, vooral van de Ten Katemarkt. Daarnaast trekken de winkels en markten in dit stadsdeel ook veel koopkracht aan uit andere stadsdelen. Bijna een derde van alle bestedingen aan dagelijkse goederen die in dit stadsdeel worden gedaan is afkomstig van inwoners van andere stadsdelen. De winkelgebieden in Oud-West worden in vergelijking met de rest van Amsterdam minder vaak bezocht door consumenten die met de auto komen. Mede daardoor is ook de bezoekersfrequentie relatief hoog. Rond de 70% van de huishoudens die in Oud-West winkelt, doet hun boodschappen daar minimaal drie keer per week.
49
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
4.4.4 Zeeburg Zeeburg kent relatief weinig winkelvloeroppervlakte ten opzichte van het inwoneraantal. De winkels in dit stadsdeel zijn vooral georiënteerd op de eigen bevolking. Inwoners van Zeeburg doen meer dan gemiddeld hun aankopen buiten het stadsdeel, vooral wat betreft de niet-dagelijkse goederen. Deze goederen worden dan vooral aangeschaft in Centrum, Oost-Watergraafsmeer of in Zuidoost. Omgekeerd doen relatief weinig inwoners van buiten dit stadsdeel aankopen in Zeeburg. Netto vloeit er dan ook veel koopkracht uit het stadsdeel. Wat betreft de winkelgebieden in dit stadsdeel wordt de Javastraat goed gewaardeerd qua prijsniveau. 4.4.5 Bos en Lommer Bos en Lommer kent relatief de grootste groei van het aantal winkelmeters in Amsterdam. Tegelijkertijd geven inwoners van Bos en Lommer relatief het minst uit aan dagelijkse goederen in Amsterdam. Hun wekelijkse uitgaven per persoon zijn ruim 20% onder het gemiddelde in Amsterdam (€50). Verder vloeit er koopkracht uit dit stadsdeel doordat inwoners relatief veel aankopen doen in andere stadsdelen. Dit geldt vooral voor de niet-dagelijkse goederen maar ook voor de dagelijkse goederen. Het aandeel van dagelijkse goederen dat in het eigen stadsdeel wordt gekocht is echter iets gestegen de afgelopen twee jaar. 4.4.6 De Baarsjes Voor De Baarsjes geldt net als voor Bos en Lommer dat eigen inwoners relatief veel aankopen doen in andere stadsdelen. Vooral Oud-West is populair bij aanschaffen van de dagelijkse goederen. Tegelijkertijd doen relatief veel inwoners van Bos en Lommer en Slotervaart dagelijkse boodschappen in De Baarsjes. Daardoor is er sprake van enig evenwicht van de koopkrachtafvloeiing en toevloeiing in dit stadsdeel wat betreft dagelijkse goederen. Wat betreft de niet-dagelijkse goederen is er sprake van de koopkrachtafvloeiing. De meeste inwoners doen hun aankopen aan niet-dagelijkse goederen elders, zoals in Osdorp. 4.4.7 Amsterdam-Noord Winkels in Amsterdam-Noord zijn vooral gericht op de eigen bevolking en de regio. De bewoners van de andere stadsdelen doen vrijwel geen aankopen in Amsterdam-Noord. Bij aankopen van de dagelijkse goederen in Amsterdam-Noord is de Albert Heijn wat minder belangrijk dan in de rest van Amsterdam. Voor slechts 30% van de respondenten uit Amsterdam-Noord is de Albert Heijn hun belangrijkste primaire supermarkt (tegen gemiddeld 52%). In Amsterdam-Noord hebben Dirk van den Broek en C1000 ook een belangrijke (maar wel secundaire) rol.
50
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Huishoudens in Amsterdam-Noord doen relatief minder aankopen via internet dan een gemiddeld Amsterdams huishouden. Slechts één op de vier respondenten gaf aan wel eens iets via het net te hebben gekocht. De winkelgebieden in Amsterdam-Noord zijn meestal alleen verzorgend op het niveau van de wijken (behalve Boven ’t IJ). Zij worden relatief vaak met de auto bezocht en er wordt relatief weinig gebruik gemaakt van de verruimde openingstijden. 4.4.8 Geuzenveld-Slotermeer Winkels in Geuzenveld-Slotermeer zijn vooral georiënteerd op de lokale bevolking en trekken dus relatief weinig koopkracht van buitenaf. De eigen bewoners van GeuzenveldSlotermeer geven relatief vaak de voorkeur aan andere stadsdelen om boodschappen te doen. Er is dus sprake van koopkrachtafvloeiing uit dit stadsdeel. De inwoners van Geuzenveld-Slotermeer doen ook iets minder vaak boodschappen dan de rest van Amsterdam. Ze maken relatief weinig gebruik van de verruimde openingstijden en doen iets meer dan gemiddeld boodschappen met de auto. 4.4.9 Osdorp Het stadsdeel Osdorp heeft een relatief sterke koopkrachtbinding van eigen bewoners voor de niet-dagelijkse goederen. Ook doen de inwoners van de aangrenzende stadsdelen daar een aanzienlijk deel van hun niet-dagelijkse aankopen. Daardoor is er sprake van koopkrachttoevoeging Osdorp. De overige karakteristieken van dit stadsdeel zijn rond het gemiddelde voor Amsterdam. 4.4.10 Slotervaart In Slotervaart is er sprake van koopkrachtafvloeiing wat betreft bestedingen aan de nietdagelijkse goederen. Inwoners van Slotervaart gaan vooral naar Osdorp voor het nietdagelijkse assortiment. Inwoners van Slotervaart doen naar verhouding weinig aankopen op de markt. De supermarkten, en dan met name de Albert Heijn en de Dirk van den Broek, zijn hier veruit de voornaamste leveranciers voor de dagelijkse goederen. 4.4.11 Zuidoost Het stadsdeel Zuidoost is na Centrum de tweede grootste leverancier van de nietdagelijkse goederen in Amsterdam. Zuidoost wordt gekenmerkt door relatief veel winkelgebieden met aanbod van niet-dagelijkse goederen met een zwaartepunt op woninginrichting en witgoed/electronica. De meeste inwoners in Zuidoost doen hun aankopen van niet-dagelijkse goederen dan ook in het eigen stadsdeel. Ook vanuit andere stadsdelen en de regio vloeit veel koopkracht naar Zuidoost toe door het specifieke winkelaanbod.
51
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Opmerkelijk is dat in Zuidoost C1000 bijna een net zo belangrijke rol speelt als de Albert Heijn voor de aankopen van dagelijkse goederen. Verder doen de inwoners relatief vaak aankopen met de auto of motor en speelt hier ook het openbaar vervoer een rol van betekenis. 4.4.12 Oost-Watergraafsmeer Het winkelaanbod, de verkoop en het bestedingspatroon in Oost-Watergraafsmeer is over het algemeen vrij gemiddeld voor Amsterdam. Vooral de Dappermarkt trekt veel klanten van het aangrenzende stadsdeel Zeeburg. De winkels hier krijgen ook een positieve waardering voor het prijsniveau (7,3). 4.4.13 Oud-Zuid Oud-Zuid is het stadsdeel waar veel inwoners van de naburige stadsdelen naar toe gaan voor de aankoop van hun dagelijkse goederen. Vooral de Albert Cuypmarkt trekt veel koopkracht uit de omringende stadsdelen. De hoge orientatie-index voor dagelijkse goederen in Oud-Zuid geeft aan dat er sprake is van de koopkrachttoevloeiing in dit stadsdeel. Qua winkelgebieden scoort de Beethovenstraat in Oud-Zuid hoog, vooral wat service betreft. De respondenten geven de Beethovenstraat wel een relatief laag cijfer als het gaat om het prijsniveau. De Albert Cuyp wordt zeer gewaardeerd om het aanbod in het dagelijkse assortiment. 4.4.14 ZuiderAmstel ZuiderAmstel kent de grootste mate van koopkrachtbinding aan het eigen stadsdeel voor de dagelijkse goederen. Ruim 85% van de bestedingen van de bewoners vindt plaats in het eigen stadsdeel. Daarbij wordt relatief vaak gebruik gemaakt van het aanbod in speciaalzaken. De winkels in ZuiderAmstel zijn relatief het meest succesvol in Amsterdam in het aantrekken van de koopkracht uit de regio voor dagelijkse aankopen. Vermoedelijk gaat het hierbij zowel om forensen die in dit stadsdeel werken als om inwoners uit het naburige Amstelveen. De oriëntatie-index in dit stadsdeel is hoog en er vloeit per saldo meer koopkracht naar dit stadsdeel toe dan er naar elders afvloeit. Op het Gelderlandplein wordt vooral de parkeergelegenheid gewaardeerd. Toch scoort dit stadsdeel niet uitzonderlijk hoog als het gaat om de mate waarin met de auto boodschappen wordt gedaan. Slechts een vijfde van de respondenten geeft aan met de auto zijn boodschappen te doen in dit stadsdeel.
52
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Bijlage 1 Tabellen
Tabel 5.1 Winkels, winkelvloeroppervlak, functie en passanten in winkelgebieden, 2006 (begin)
dagelijkse goederen
niet-dagelijse goederen wvo functie
19
passanten
20
winkels
wvo
winkels
Centrum Haarlemmerstraat/Haarlemmerdijk e.o.
369
30.620
1.531
37
2.595
92
7.495
2
14.000
Jordaan/Westelijke grachtengordel.
69
5.216
343
24.269
2
34.800
Nieuwendijk/Damrak
25
1.034
141
26.626
1
45.600
190.547
7
2.523
46
21.499
1
41.300
Kalverstraat/Heilige Weg/Rokin.
10
489
196
46.375
1
56.400
Utrechtse straat
12
642
43
4.145
2
Rozengracht/Raadhuisstraat
13
1.132
48
6.928
2
7
1.701
9
1.674
3
Dam/ Magna Plaza
Waterlooplein/Jodenbreestraat Reguliersbreestraat/Munt
6
201
18
2.069
2
38.300
Vijzelstraat/Vijzelgracht
10
900
16
1.474
2
10.200
Leidsestraat/ Koningsplein
11
916
70
11.071
2
34.800
Nieuwmarktbuurt/Burgwallen
70
4.923
169
10.168
3
20.900
Oostelijke eilanden
8
941
12
637
2
Binnenstad overig
84
7.407
328
26.117
Westpoort
1
105
36
19.314
Westelijk Havengebied
0
0
32
19.212
x
Station Sloterdijk en omgeving
1
105
4
102
x
Westerpark
54
5.169
77
11.227
Spaarndammerstraat
16
1.907
12
955
4
Tweede Nassaustraat
9
1.704
11
1.317
3
Hugo de Grootplein en omgeving
8
347
14
1.235
2
10
783
19
2.443
Spaarndammerbuurt overig
8
327
8
586
Frederik Hendrikbuurt overig
2
72
5
470
Bedrijvencentrum Westerpark
1
29
8
4.221
Staatliedenbuurt overig
2
19
Hier is de verzorgingsfunctie van een winkelgebied aangegeven (zie ook kaarten 6.2-6.7 in bijlage 2). 1 (rood) – regionaal verzorgend, 2 (oranje) – stadsdeel overschrijdend, 3 (licht groen) – stadsdeel verzorgend en 4 (donker groen) – wijk verzorgend. 20 Maximaal aantal passanten per dag op het drukste punt van de straat. Bron: Locatus januari 2007 (bewerking O+S)
53
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 5.1 Aantal winkels, winkelvloeroppervlak, functie en passanten in winkelgebieden, 2006 (vervolg)
dagelijkse goederen Oud-West Kinkerstraat
niet-dagelijse goederen wvo functie
winkels
wvo
winkels
110
10.562
314
37.146
21
31
3.240
103
11.253
2
Ten Katemarkt
7
346
18
1.739
2
J.P. Heyestraat
16
1.251
13
1.386
3
Bilderdijkstraat
5
992
45
8.538
2
Overtoom en omgeving.
12
1.840
49
5.679
2
Kinkerbuurt overig
28
1.871
44
4.747
Oud West overig
11
1.022
42
3.804 11.151
Zeeburg
63
8.880
96
Javastraat
22
1.496
39
3.722
3
Molukkenstraat
16
1.852
9
2.238
2 4
Brazilie
6
2.863
7
1.324
14
1.731
18
675
5
938
23
3.192
Bos en Lommer
52
9.103
55
7.909
Bos en Lommerweg
22
2.261
15
1.305
3
5
3.385
11
4.027
3
25
3.457
29
2.577
Oud Zeeburg overig Nieuw Zeeburg overig
Gulden Winckel-plantsoen/-markt Bos en Lommer overig De Baarsjes
91
8.693
135
12.493
Jan Evertsenstraat en omgeving
30
2.617
50
4.288
2
Jan van Galenstraat
10
1.451
27
2.696
2
Postjesweg
11
1.534
11
1.965
3
De Baarsjes overig
40
3.091
47
3.544
Amsterdam-Noord
116
19.855
231
64.040
13
4.741
81
27.104
1
8
1.109
9
658
4
Buikslotermeerplein (boven t Y) Mosveld/Hagedoornweg Waterlandplein
14
3.103
17
2.979
4
In de Banne
7
1.768
10
1.311
4
de Wieken
7
1.744
5
1.033
4
0
0
12
17.981
4
67
7.390
97
12.974
Klaprozenweg Noord overig
21
passanten
11.700
4.400
28.600
Hier is de verzorgingsfunctie van een winkelgebied aangegeven (zie ook kaarten 6.2-6.7 in bijlage 2). 1 (rood) – regionaal verzorgend, 2 (oranje) – stadsdeel overschrijdend, 3 (licht groen) – stadsdeel verzorgend en 4 (donker groen) – wijk verzorgend. 22 Maximaal aantal passanten per dag op het drukste punt van de straat. Bron: Locatus januari 2007 (bewerking O+S)
54
22
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 5.1 Aantal winkels, winkelvloeroppervlak, functie en passanten in winkelgebieden, 2006 (vervolg)
dagelijkse goederen
niet-dagelijse goederen wvo functie
winkels
wvo
winkels
Geuzenveld-Slotermeer
66
10.234
103
17.817
Burgemeester de Vlugtlaan
23
19
2.249
29
6.164
2
Plein 40-45
6
2.562
29
8.010
3
Lambertus Zijlplein
6
1.435
7
885
4
Burg. v Leeuwenlaan.
7
1.032
7
451
x
Louis Couperusstraat
3
192
3
286
x
Burgemeester Fockstraat
3
251
4
291
x
22
2.513
24
1.730
Osdorp
60
11.801
164
47.716
Osdorperplein/Tussenmeer
28
6.441
108
21.338
2
Osdorperban/Hoekenes
16
1.565
17
2.150
2
Dijkgraafplein
6
1.557
4
227
4
De Aker
5
1.925
5
1.027
3
Osdorp overig
5
313
26
13.485
Bedrijvenpark Osdorp
0
0
4
9.489
Slotervaart
55
10.287
78
12.117
August Allebéplein
11
2.190
4
593
4
Johan Huizingalaan en omgeving
12
1.270
18
2.160
3
Sierplein
9
2.290
8
1.273
3
Abraham Staalmanplein
2
125
1
54
x
Delflandplein
4
1.802
6
957
2
Slotermeer/Geuzenveld overig
passanten
24
24.200
2
Slotervaart/Overtoomse Veld overig
9
375
32
5.641
Belgiëplein en omgeving
8
2.235
9
1.439
Zuidoost
92
19.344
257
120.840
Amsterdamse Poort
25
7.380
108
20.361
3
17.500 10.400
Arena gebied
3
1
90
47
64.235
1
Reigersbos
13
2.890
17
2.722
4
Kraaiennest
11
1.983
10
1.440
4
Ganzenhoef
12
2.783
10
1.230
4
4
1.194
2
327
x
Holendrecht
6
1.397
2
308
4
IKEA Zuidoost
0
0
1
13.464
1
Praxis Zuidoost
0
0
1
11.344
1
Zuidoost overig
20
1.627
59
5.409
Gein/Wisseloordplein
23
Hier is de verzorgingsfunctie van een winkelgebied aangegeven (zie ook kaarten 6.2-6.7 in bijlage 2). 1 (rood) – regionaal verzorgend, 2 (oranje) – stadsdeel overschrijdend, 3 (licht groen) – stadsdeel verzorgend en 4 (donker groen) – wijk verzorgend. 24 Maximaal aantal passanten per dag op het drukste punt van de straat. Bron: Locatus januari 2007 (bewerking O+S)
55
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 5.1 Aantal winkels, winkelvloeroppervlak, functie en passanten in winkelgebieden, 2006 (slot)
dagelijkse goederen
niet-dagelijse goederen wvo functie
25
passanten
wvo
winkels
119
16.323
239
38.138
7
1.255
27
3.600
2
Dapperstraat/Dapperplein
15
1.278
24
1.709
1
Eerste van Swindenstraat
12
1.743
34
4.445
2
Eerste Oosterparkstraat
12
779
16
1.826
3
Oost overig
36
5.460
50
2.992
3
Middenweg
8
2.119
32
3.534
4
Christiaan Huygensplein
8
2.754
13
1.990
1
Watergraafsmeer overig
21
935
40
12.680
0
0
3
5.362
247
27.860
806
84.482
Ferdinand Bolstraat, Heinekenplein
30
5.408
91
10.611
2
Albert Cuypstraat,Albert Cuyp-markt
14
722
81
7.377
2
van Woustraat en omgeving.
26
1.733
65
5.845
2
De Pijp overig
39
6.243
101
9.314
7
2.298
133
14.239
1
6.700
Beethovenstraat
15
1.639
45
4.238
2
3.400
Zeilstraat/Hoofddorpplein
22
1.186
38
3.562
3
Cornelis Schuytstraat
8
584
32
1.981
3
Amstelveense weg
5
765
17
1.685
2
Olympiaplein en omgeving.
13
1.316
10
879
4
Zuid overig
68
5.966
188
16.439
0
0
5
8.312
113
16.730
221
31.758
Rijnstraat
22
3.294
46
4.700
2
Maasstraat
20
1.287
29
2.210
3
7
662
17
1.472
2
Rivierenbuurt overig
19
2.377
35
3.877
Gelderlandplein
17
4.759
45
10.238
1
Rooswijk Buitenveldert overig
6
748
13
3.774
x
22
3.603
36
5.487
Oost-Watergraafsmeer Linnaeusstraat
Spaklerweg (Kwikfit, Halfords) Oud-Zuid
P.C. Hooftstraat/van Baerlestraat
Schinkel (Praxis) ZuiderAmstel
Scheldestraat
1
2
X – het aantal respondenten is kleiner dan 25.
25
Hier is de verzorgingsfunctie van een winkelgebied aangegeven (zie ook kaarten 6.2-6.7 in bijlage 2). 1 (rood) – regionaal verzorgend, 2 (oranje) – stadsdeel overschrijdend, 3 (licht groen) – stadsdeel verzorgend en 4 (donker groen) – wijk verzorgend. 26 Maximaal aantal passanten per dag op het drukste punt van de straat. Bron: Locatus januari 2007 (bewerking O+S)
56
26
winkels
Tabel 5.2 Marktaandeel van warenmarkten per stadsdeel, 2005-2006 (procenten)
Centrum Westerpark
GeuzenOostOudBos en De AmsterdamveldWatergraafsWest Zeeburg Lommer Baarsjes Noord Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost meer
OudZuid
ZuiderAmstel Amsterdam
Albert Cuypstraat
26,6
10,2
12,1
14,3
9,3
8,3
5,6
5,0
16,3
23,3
8,4
29,5
82,7
72,1
27,1
Dapperstraat
16,5
5,9
0,9
75,2
1,9
1,8
3,7
1,7
2,5
4,0
7,6
62,9
1,7
3,7
14,0
5,0
14,1
81,9
0,9
13,9
56,1
1,1
0,3
3,8
18,2
0,8
3,9
1,8
11,3
24,1
39,8
1,0
0,8
5,1
3,3
1,4
0,7
1,1
9,7
2,2
Ten Katestraat Lindengracht, Westerstraat Plein 40-45 Mosveld Noordermarkt Buikslotermeerplein Reigersbos
1,8 0,3
0,4
14,2
22,7 0,4
0,4
3,8
2,5
4,1
1,6
1,1
0,2
15,4
0,7
42,6
0,7
0,6
2,8
1,0
2,2
38,3
0,4
0,4
0,4 1,5
1,0 7,7
Amstelveen
26,8 0,3
0,3
1,5
0,7
1,1
0,6
0,2 0,3
0,3
0,8
0,6
0,7
34,2
5,1
2,2 0,4
2,3
0,3
0,5 2,9
0,4
1,1
1,9
17,2
0,7
22,0
1,1
0,7
Kraaiennest
0,5
4,0
Waterlooplein
1,3
0,9
andere markt totaal
3,6 100
1,7 100
0,4 0,3
0,9 100
0,8 100
4,6 100
0,4
1,3
0,8
0,3
0,4
3,0 100
3,5 100
6,6 100
5,0 0,8
1,1
0,4
1,8 0,5
4,9 4,5
29,5
2,9
18,3
1,9 0,3
1,6
0,4
1,4
0,4 0,4
1,5 1,1
0,3
1,0
13,9
0,4
1,3 1,1
2,3
1,1 10,6 0,5
0,9
1,2
0,3
6,1
0,9
0,9
11,0
3,8
0,5
0,3
1,3
0,8
6,7 100
11,4 100
10,8 100
1,1 100
2,2 100
0,5 0,3
6,7 5,6
0,6
Stadionplein Osdorpplein
1,4
2,8
Ganzenhoef
0,4 0,9
0,8 2,8
1,0 0,4
Tussenmeer Bos en Lommerplein
Vespuccistraat Gulden Winckelplantsoen
1,1
3,2 13,2
0,3
Bijlmerplein
Nieuwmarkt
1,9
0,7 75,9
1,0
9,4
0,4 3,8 100
0,4 4,0 100 bron: O+S
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Tabel 5.3 Huishoudens per vervoermiddel naar winkelgebied per (woon)stadsdeel, 2005-2006 (procenten)
te voet
(brom)fiets
auto, motor
openbaar vervoer
anders
totaal
Centrum
57,3
34,8
5,8
0,7
0,4
100
Westerpark
57,4
32,2
8,8
0,3
0,9
100
Oud-West
63,7
31,4
4,1
0,0
0,3
100
Zeeburg
46,0
31,8
19,5
0,0
0,2
100
stadsdeel
Bos en Lommer
55,4
24,6
14,9
1,3
1,0
100
De Baarsjes
51,2
34,0
10,6
1,3
1,6
100
Amsterdam-Noord
33,2
22,4
38,9
3,7
1,8
100
Geuzenveld-Slotermeer
41,4
25,7
28,5
1,7
2,2
100
Osdorp
42,4
17,3
36,9
1,4
0,6
100
Slotervaart
39,7
29,7
27,8
0,2
1,8
100
Zuidoost
41,3
21,2
31,2
5,0
0,9
100
Oost-Watergraafsmeer
49,3
34,6
13,2
0,6
1,3
100
Oud-Zuid
60,5
26,5
11,2
0,2
0,5
100
ZuiderAmstel totaal
49,2 49,3
26,6 28,0
21,2 19,4
0,8 1,4
1,3 1,0
100 100 bron: O+S
Tabel 5.4 Bezoekfrequentie aan winkelgebied van huishoudens per (woon)stadsdeel, 20052006 (procenten)
2 keer per week
3 of meer keer per week
nooit/ geen antwoord
totaal
10,2
18,4
71,0
0,4
100
11,5
20,6
67,3
0,7
100
9,9
19,7
70,0
0,5
100
1 keer per week of minder
Centrum Westerpark
stadsdeel
Oud-West Zeeburg
17,7
29,5
52,8
0,0
100
Bos en Lommer
21,8
27,6
50,0
0,6
100
De Baarsjes
16,0
26,4
57,4
0,3
100
Amsterdam-Noord
26,1
23,8
49,6
0,5
100
Geuzenveld-Slotermeer
26,1
24,5
47,9
1,5
100
Osdorp
21,8
27,3
49,2
1,6
100
Slotervaart
14,6
25,8
59,3
0,3
100
Zuidoost
22,9
28,8
47,9
0,4
100
Oost-Watergraafsmeer
16,1
26,6
56,7
0,5
100
Oud-Zuid
16,8
23,3
58,8
1,2
100
ZuiderAmstel totaal
14,1 17,5
29,1 24,7
56,6 57,2
0,3 0,6
100 100 bron: O+S
58
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Bijlage 2 Kaarten
Kaart 6.1 Stadsdelen in Amsterdam ZAANSTAD
OOSTZAAN
WATERLAND LANDSMEER
B N
C
H P
A J HAARLEMMERMEER
D G
Q V
R A Centrum B Westpoort C Westerpark D Oud-West G Zeeburg H Bos en Lommer J De Baarsjes N Amsterdam-Noord P Geuzenveld-Slotermeer Q Osdorp R Slotervaart T Zuidoost U Oost-Watergraafsmeer V Oud Zuid W ZuiderAmstel
U DIEMEN
W MUIDEN
OUDER-AMSTEL
WEESP
T AALSMEER AMSTELVEEN ABCOUDE
59
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 6.2
Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen ingezoomd op stadsdelen Centrum (A), Westerpark (C), Oud-West (D), Bos en Lommer (H) en De Baarsjes (J), 20052006 g g Spaarndammerstraat Bedrijvencentrum Westerpark 2e Nassaustraat Bos en Lommerweg
g de Vlugtlaan
Haarlemmerstraat/dijk
C
H
Jordaan, Hugo Westelijke de Grootplein Grachtengordel
Gulden Winckelplantsoen
Nieuwendijk/ Damrak
Jan van Galenstraat Dam/ Magna Plaza Rozenracht/ Nieuwmarktbuurt BilderdijkstraatRaadhuissstraat Kalverstraat/
Jan Evertsenstraat eo
A
Heiligeweg
J August Allebeplein
Ten Katestraat
Postjesweg
Kinkerstraat
J.P. Heijestraat alaan
D
Waterlooplein/ Jodenbreestraat
Reguliersbreestraat/ Munt
Leidsestraat
m rtoo Ove
Oostelijke Eilanden
Dapperstraat
Utrechtsestraat
Vijzelstraat/Vijzelgracht
Jav
1e van Swindenstraat
PC Hoofststraat/ van Baerlestraat Cornelis Schuytstraat
Classificatie winkelgebieden
Albe
2005-2006 Amstelveenseweg
regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend Delflandplein Zeilstraat/ stadsdeel verzorgend Hoofdddorpplein wijk verzorgend
1e Oosterparkstraat
F Bolstraat\M Heinekenplein
V
rt
a p st r C uy
Linneausstra at
U
Middenweg
van Woustraat
Beethovenstraat Hu
buiten beschouwing Olympiaplein
Scheldestraat
bron: O+S
60
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 6.3 Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen ingezoomd op stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer (P), Osdorp (Q) en Slotervaart (R), 2005-2006
P
Bos en Lommerweg Burg de Vlugtlaan
H
Plein 40-45
Lambertus Zijlplein
Gulden Winckelplantsoen
Jan van Galenst
Jan Evertsenstraat eo
J
Q August Allebeplein
Postjesweg J.P. Heijestr
Bedrijvencentrum Osdorp Osdorpplein/ Tussenmeer
Johan Huizingalaan
Dijkgraafplein
C
Sierplein Amstelveenseweg De Aker (Ecuplein) Delflandplein
Classificatie winkelgebieden 2005-2006 regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend stadsdeel verzorgend wijk verzorgend HAARLEMMERMEER buiten beschouwing
Belgieplein
Zeilstraat/ Hoofdddorpplein
R
Olympia
De Schinkel
bron: O+S
61
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 6.4 Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen ingezoomd op stadsdelen Oud-Zuid (V) en ZuiderAmstel (W), 2005-2006 August Allebeplein
Postjesweg
Kinkerstraat
J.P. Heijestraat ohan Huizingalaan
D
Leidsestraat
m rtoo Ove
Dapp
Utrechtsestraat
Vijzelstraat/Vijzelgracht
1e va Swindenstra
PC Hoofststraat/ van Baerlestraat 1e Oosterparkstraat Cornelis Schuytstraat
Sierplein
rt Cu Albe
Amstelveenseweg
Delflandplein
V
Zeilstraat/ Hoofdddorpplein
R
raat ypst
U
van Woustraat
Beethovenstraat Scheldestraat
Olympiaplein
Rijnstraat Maasstraat
De Schinkel
GDV Spa
W Gelderlandplein
Classificatie winkelgebieden 2005-2006 regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend stadsdeel verzorgend wijk verzorgend buiten beschouwing
bron: O+S
62
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 6.5 Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen ingezoomd op stadsdelen Zeeburg (G) en Oost-Watergraafsmeer (U), 2005-2006 Damrak Brazilie
Dam/ Magna Plaza t/ Nieuwmarktbuurt at Kalverstraat/
A
Heiligeweg
Waterlooplein/ Jodenbreestraat
eestraat/ Munt
raat
Oostelijke Eilanden
G Dapperstraat
Utrechtsestraat
traat/Vijzelgracht
Javastraat
1e van Swindenstraat Molukkenstraat 1e Oosterparkstraat
plein
Linneausstraat
rt Albe
aat pstr Cuy
van Woustraat
U
Middenweg
Huygensplein straat Rijnstraat Maasstraat
Classificatie winkelgebieden 2005-2006 regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend stadsdeel verzorgend wijk verzorgend buiten beschouwing
GDV Spaklerweg DIEMEN
bron: O+S
63
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 6.6 Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen ingezoomd op Amsterdam-Noord (N), 2005-2006
De Wieken
In de Banne
Klaprozenweg
Buikslotermeerplein
N
Waterlandplein
Mosveld/Hagendoornweg Spaarndammerstraat Bedrijvencentrum Westerpark Classificatie winkelgebieden 2005-2006 2e Nassaustraat erweg
H
64
regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend stadsdeel verzorgend wijk verzorgend buiten beschouwing Hugo
Haarlemmerstraat/dijk
C
Jordaan, W t lijk
bron: O+S
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Kaart 6.7 Classificatie winkelgebieden op basis van herkomst omzet niet-dagelijkse goederen ingezoomd op Zuidoost (T), 2005-2006
Ganzenhoef/Ganzenpoort
Kraaiennest Amsterdamse Poort Arena-gebied UDER-AMSTEL
T Ikea Holendrecht Praxis Zuidoost Reigersbos
Classificatie winkelgebieden 2005-2006 regionaal verzorgend stadsdeel overschrijdend stadsdeel verzorgend wijk verzorgend buiten beschouwing
bron: O+S
65
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
66
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Bijlage 3 Begrippenlijst
Dagelijkse goederen Dagelijkse goederen zijn voedingsmiddelen, (alcohol)drank en tabaksproducten. Niet-dagelijkse goederen In dit onderzoek worden de volgende artikelen gerekend tot niet-dagelijkse goederen: drogisterijartikelen, kleding en schoeisel, elektrische apparaten, huishoudelijke-, doe-hetzelf- en vrijetijdsartikelen, sieraden en uurwerken, rijwielen en bromfietsen, boeken en planten. Winkel Volgens de wet is winkel een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin goederen aan particulieren worden verkocht. In dit onderzoek zijn alleen winkels meegenomen die bij de Kamer van Koophandel als detailhandel staan ingeschreven en waar minstens één persoon twaalf of meer uur per week werkt. Winkels gevestigd in woningen, ziekenhuizen, gevangenissen en bejaardentehuizen zijn buiten beschouwing gelaten. Ook groothandel- en horecabedrijven die goederen aan particulieren verkopen worden door O+S niet als winkels beschouwd. Winkelgebied In dit onderzoek wordt een eigen definitie van O+S gebruikt. De grenzen van een winkelgebied worden vastgesteld aan de hand van een kaart met concentraties detailhandelsvestigingen. Overigens gaat het niet uitsluitend om concentraties van winkels, maar ook om hun functie als publiektrekpleisters. Daarom worden in dit onderzoek ook afzonderlijke winkels zoals IKEA en Mega Praxis in Zuidoost apart onderscheiden. Winkels die verspreid zijn over de stadsdelen vallen onder categorie overige winkels en zijn niet in kaart gebracht. Winkelvloeroppervlak (wvo, m2) Winkelvloeroppervlak is dat deel van de winkelruimte dat voor het publiek toegankelijk is. Koopkrachtbinding aan eigen stad of stadsdeel (%) De koopkrachtbinding is een maat die aangeeft welk deel van de koopkracht van de inwoners van een stad (of een stadsdeel) in de eigen stad (stadsdeel) wordt besteed. Afvloeiing van koopkracht (%) Koopkrachtafvloeiing geeft aan welk deel van de koopkracht van de inwoners van een stad (stadsdeel) wordt besteed buiten eigen stad (stadsdeel). Toevloeiing van koopkracht (%) Koopkrachttoevloeiing meet hoeveel koopkracht er vanuit andere gemeenten (stadsdelen) naar een stad (stadsdeel) wordt getrokken.
67
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Herkomst bestedingen (%) Er wordt gekeken welk deel van alle bestedingen die in een stad (stadsdeel) zijn gedaan afkomstig is van de eigen bewoners en welk - van de bewoners van de andere gemeenten (stadsdelen). Orientatie-index (%) Orientatie-index meet in hoeverre de toevloeiing en de afvloeiing van de koopkracht in een stadsdeel in balans zijn. Deze index wordt ook gebruikt om aan te tonen in hoeverre de winkelvoorzieningen in een stadsdeel verzorgend zijn voor consumenten van buiten het stadsdeel. Als de oriëntatie-index boven 100% ligt betekent dit dat de detailhandel in een stadsdeel niet alleen op de lokale bewoners is georiënteerd, maar ook op de bewoners van buiten dit stadsdeel. De toevloeiing overtreft de afvloeiing van de koopkracht. Blijft de index onder honderd dan is de afvloeiing van de koopkracht groter dan de toevloeiing. In dit geval is de detailhandel vooral lokaal verzorgend van aard.
68
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Bijlage 4 Onderzoeksopzet
In de periode januari 2005 - juli 2006 zijn in het kader van de consumentenenquête telefonische enquêtes in Amsterdam en een aantal regiogemeenten afgenomen. De vragenlijst die hiervoor is gebruikt is opgenomen in bijlage 5. De steekproeven die voor het onderzoek zijn gebruikt zijn in Amsterdam op stadsdeelniveau getrokken. Daarbij is rekening gehouden met de spreiding van de bevolking over het stadsdeel: de verschillende buurten in een stadsdeel zijn naar rato van de bevolkingsomvang in de respons vertegenwoordigd. Ook de verschillende gemeenten binnen de regiosteekproef zijn naar rato van de bevolkingsomvang in de respons opgenomen. Er is geënquêteerd in de gemeenten: Edam-Volendam, Landsmeer, Beemster, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zeevang, Oostzaan, Zaanstad, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn en Almere. De betreffende gemeenten zijn weergegeven in kaart 7.1. Kaart 7.1 Amsterdam en de regiogemeenten, 2005-2006
Zeevang Zeevang Zeevang
Beemster Beemster
WATERLAND Wormerland Wormerland Wormerland
Purmerend Purmerend Purmerend Edam Edam Volendam Volendam Edam
Zaanstad Zaanstad Zaanstad
ZAANSTREEK
Waterland Waterland
Oostzaan Oostzaan Oostzaan Landsmeer Landsmeer
AMSTERDAM
ALMERE Almere Almere Almere
Amsterdam Amsterdam
Diemen Diemen Diemen
Haarlemmermeer Haarlemmermeer
AMSTEL-MEERLANDEN Aalsmeer Aalsmeer
Ouder Amstel Amstel Ouder
Amstelveen Amstelveen
Uithoorn Uithoorn
In deze editie van de consumentenenquête is het aantal enquêtes dat per stadsdeel is afgenomen verhoogd naar minimaal 385. Hierdoor wordt het mogelijk om ook op stadsdeelniveau statistisch verantwoorde uitspraken te doen. In totaal bedraagt de respons in Amsterdam 5.425 enquêtes. In de regio zijn 3.007 enquêtes afgenomen. De kooporiëntatie is in dit onderzoek op de volgende wijze afgeleid. De frequentieverdelingen van de aankoopplaatsen per artikelgroep zijn onderling gewogen
69
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
met bestedingscijfers van EIM27. Zo ontstaat op stadsdeelniveau een goed beeld van de kooporiëntatie voor dagelijkse en niet-dagelijkse goederen. De oriëntatiecijfers voor de bewoners van de stadsdelen zijn onderling gewogen op het aantal huishoudens per stadsdeel en gemiddeld huishouden inkomen om tot Amsterdamse oriëntatiecijfers te komen. Om tot herkomstcijfers te komen zijn de oriëntatiecijfers van de regiobewoners eveneens gecombineerd met de Amsterdamse cijfers. Ook de regiocijfers zijn daarbij gewogen op aantal huishoudens en gemiddeld huishoudeninkomen. Waar mogelijk worden de onderzoeksuitkomsten voor 2005-2006 vergeleken met uitkomsten uit eerdere jaren.
27
70
“Bestedingen en Marktaandelen 2005” van het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf te Zoetermeer.
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
Bijlage 5 Vragenlijst
Hieronder zijn de vragen die tijdens de telfonische enquêtering (januari 2005 t/m juni 2006) aan de respondenten werden gesteld. 1. Waar koopt u meestal uw [dagelijkse artikelen]? ………………………………………….. 2. Waar doet u ook nog dagelijkse boodschappen? …………………………………………… 3. Hoeveel heeft u de laatste week voor uw huishouden aan dagelijkse boodschappen uitgegeven? ……………….. euro 4. Welk deel daarvan heeft u besteed in: de supermarkt: …. euro anders winkels: …. euro niet in winkels: …. euro 5. Kunt u aangeven in welke supermarkt u doorgaans het meeste besteedt? …………………………………. 6. En in welke supermarkt doet u daarnaast ook nog boodschappen? …………………………………. 7. Hoe vaak bezoekt u het winkelgebied waar u meestal u dagelijkse boodschappen doet? 5 a 6 keer per week of vaker 3 a 4 keer per week 2 keer per week 1 keer per week of minder nooit, geen antwoord, weet niet 8. Hoe gaat u daar meestal naar toe?
te voet (brom)fiets auto, motor tram bus metro trein weet niet/geen antwoord
71
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
9. Wij willen graag weten hoe u het meest genoemde winkelcentrum waardeert. Kunt u aan de volgende aspecten een beoordeling geven, waarbij U een rapportcijfer geeft tussen de 1 en 10, waarbij 1 een zeer slechte score is en 10 een uitstekende score:
het totaal oordeel het uiterlijk van de winkels .... de aankleding en inrichting van het centrum/winkelgebied …. de sfeer en de gezelligheid van winkels service en bediening de keuze-mogelijkheden van food-winkels de keuze-mogelijkheden van non-food-winkels het (algemeen) prijsniveau de activiteiten van de winkeliers aanwezigheid parkeervoorzieningen
.... .... .... .... .... .... …
10. Waar heeft u de laatste keer uw [niet-dagelijkse goederen] gekocht? 11. Koopt u ook min of meer regelmatig op de markt?
Albert Cuypstraat Buikslotermeerplein Dapperstraat Fazantenhof Ganzenhoef Gulden Winckelplantsoen Ten Katestraat Kraaiennest Lindengracht/Westerstraat Mosveld Nieuwmarkt Noordermarkt Plein 40-45 Reigersbos Stadionplein Vespuccistraat
12. Hoe vaak bezoekt u deze markt?
1 keer per week of vaker 2 tot 3 maal per maand 1 maal per maand 1 tot 2 maal per kwartaal 1 tot 3 keer per jaar nooit, geen antwoord, weet niet
13. Hoeveel besteedt u gemiddeld per keer op de markt? En welk deel besteed u aan dagelijkse en aan niet-dagelijkse boodschappen? ………… euro totaal waarvan ……..….. euro aan dagelijkse boodschappen ………… euro aan niet-dagelijkse boodschappen
72
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
14. De openingstijden van de winkels zijn de laatste jaren sterk verruimd. Doet u wel eens boodschappen op tijdstippen dat de winkels vroeger niet open waren (dus door de week ’s avonds na zessen en op zondag). (Meerdere antwoorden mogelijk) En hoe vaak komt dat voor? (vaak, soms of nooit)
ja, door de week na zessen o vaak o soms o nooit
ja, ik doe wel eens boodschappen op zondag o vaak o soms o nooit
15. Heeft uw huishouden een internetaansluiting?
ja nee
16. Koopt u wel eens artikelen via internet (teleshopping)? ja, indien ja, wat koopt u via internet? nee 17. Hoe betaalt u de artikelen die u via Internet koopt? creditcard i-pay digicash telebankieren incasso overschrijving eenmalige machtiging trusted third parties niet van toepassing anders, namelijk: ………………. 18. Kunt u zeggen hoe uw eigen financiële situatie zich de afgelopen 12 maanden heeft ontwikkeld? duidelijk verbeterd iets verbeterd niet gewijzigd iets verslechterd duidelijk verslechterd weet niet, geen antwoord
73
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
19. Hoe denkt u dat uw eigen financiële situatie zich de komende 12 maanden zal ontwikkelen? duidelijk verbeteren iets verbeteren niet wijzigen iets verslechteren duidelijk verslechteren weet niet, geen antwoord 20. Kunt u zeggen hoe de algemene economische situatie zich de afgelopen 12 maanden heeft ontwikkeld?
duidelijk verbeterd iets verbeterd niet gewijzigd iets verslechterd duidelijk verslechterd weet niet, geen antwoord
21. Hoe denkt u dat de algemene economische situatie zich de komende 12 maanden zal ontwikkelen? duidelijk verbeteren iets verbeteren niet wijzigen iets verslechteren duidelijk verslechteren weet niet, geen antwoord 22. Vindt u dit een gunstige of ongunstige tijd om grote aankopen te doen? gunstige tijd niet gunstig, niet ongunstig ongunstige tijd weet niet, geen antwoord 23. Uit hoeveel personen bestaat dit huishouden (inclusief uzelf)? …………………….. personen 24. Wat is uw geboortejaar? …………………….. 25. Hoe is dit huishouden samengesteld? twee volwassenen, geen kinderen (echt)paar met kind(eren) (thuis) een-ouder met kind(eren) (thuis) anders, met kind(eren) (thuis) anders zonder kind(eren) (thuis) geen antwoord, weigering, weet niet
74
Gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek Winkelen in Amsterdam
26. Hoeveel personen dragen aan het gezinsinkomen bij? ………………….. personen 27. Wat is het netto inkomen per maand waarover het hele huishouden beschikt? Netto €700 p-mnd of minder Netto tussen €700 en €1.000 p-mnd Netto tussen €1.000 en €1.350 p-mnd Netto tussen €1.350 en €2.050 p-mnd Netto boven €2.050 p-mnd Weet niet, geen antwoord 28. Wat is uw hoogst voltooide opleiding?
geen opleiding, lagere school, basisschool niet afgemaakt lagere school, basisschool LBO, VBO, MBO kort (huishoudschool, ambachtschool, technische school of een interne bedrijfsopleiding) MAVO, MULO MBO lang (middelbaar beroepsonderwijs) of interne bedrijfsopleiding op MBOniveau HAVO, VWO, HBS, MMS Universiteit, WO Geen antwoord
Volgens de PTT is uw postcode [postcode], klopt dat? Indien onjuist, wat is uw postcode?
75