2011 2012 2013
WINDESHEIM ( s t eden ) B O U W K U N D I G E VORMGEVING
WINDESHEIM (STEDEN)BOUWKUNDIGE VORMGEVING
VOORWOORD Geachte lezer(es), Met gepaste trots presenteert Hogeschool Windesheim in deze publicatie werk van studenten van de opleiding Bouwkunde, uitstroomprofiel (steden)bouwkundige vormgeving. Het gemaakte werk is een weerslag van de filosofie van ons onderwijs. We zoeken daarin de combinatie tussen vormgeving en techniek, tussen theorie en praktijk, tussen ontwerpen en realiseren, tussen denken en doen. Met deze onderwijsfilosofie leiden wij start bekwame professionals op, met een goede bagage aan kennis, vaardigheden en werkervaring.
Dear Reader, Windesheim University of Applied Sciences is proud to present this publication showing the work of Building Engineering students specialising in Architectural Engineering. Their work echoes the philosophy of our education, in which we focus on the combination between design and engineering, between theory and practice, between design and construction, and between thinking and doing. Based on this educational philosophy, we provide starting professionals with a sound basis of knowledge, skills and working experience. In this way, we lay the foundation 2
Daarmee leggen we een basis, een eerste fundament, voor een verdere ontwikkeling, van student tot professional. Bouwkunde bij Windesheim doet dit met succes. Al een aantal jaren staat de opleiding in de top drie van de landelijke lijstjes, weten onze studenten diverse prijzen te winnen en leveren ze in projecten een waardevolle bijdrage aan nieuwbouw en renovatie projecten. Namens alle docenten en studenten van Bouwkunde, wens ik u veel plezier bij het lezen, kijken en genieten. Er is zoveel moois.
for their further development into fully fledged professionals. At Windesheim, the Building Engineering Programme does this successfully. For a number of years now, this programme has been in the top three of the national rankings, our students have won many awards and our students make a valuable contribution to building and renovation projects. On behalf of the faculty and students of the Building Engineering Programme, I wish you a lot of reading and viewing pleasure. There is much to be enjoyed and admired!
ir. Ynte van der Meer Opleidingsmanager Bouwkunde, Civiele Techniek en Mobiliteit Hogeschool Windesheim, Zwolle
ir. Ynte van der Meer Programme Manager Building Engineering, Civil Engineering, and Transport Management Programmes Windesheim University of Applied Sciences, Zwolle, The Netherlands
3
HOE MAAKT U HET? HOW DO YOU DO (IT)? Deze publicatie van de projecten van Bouwkundestudenten aan de Hogeschool Windesheim geeft een mooie dwarsdoorsnede te zien van het onderwijs binnen het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige Vormgeving in de studiejaren 2011 tot 2013. Het uitstroomprofiel is een afstudeerrichting binnen de opleiding Bouwkunde van het Domein Techniek. De studenten, die voor het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige Vormgeving kiezen, ontwikkelen tijdens hun studie affiniteit met architectuur en krijgen technische kennis en ervaring op het gebied van het ontwerpproces. Het uitstroomprofiel is acht jaar geleden door de vraag vanuit het werkveld en in samenspraak met het werkveld opgezet. Het eerste cohort bestond uit zestien studenten. Inmiddels studeren er 136 studenten binnen dit uitstroomprofiel.
De opbouw van het onderwijs kenmerkt zich door de herhaling van het ontwerpproces; analyse – visievorming – ontwerp – technische uitwerking. Per semester verschillen inhoud, schaal en complexiteit van de centrale ontwerpopgave en de daarbij behorende aanvullende vakken. Bouwtechnische vakken vormen een belangrijk onderdeel van het uitstroomprofiel en tijdens de ontwerpateliers begeleiden de docenten Bouwtechniek, samen met de docenten Architectuur. Na een eerste algemeen Bouwkunde jaar volgen de studenten per uitstroomprofiel in het tweede jaar twee verplichte semesters. Voor het uitstroomprofiel (Steden) Bouwkundige Vormgeving staat in het eerste semester een ontwerpopgave voor het bezoekerscentrum van Nationaal park De Weerribben in Ossenzijl centraal.
In this publication you will read about projects undertaken by students of the School of Built Environment & Transport of Windesheim University of Applied Sciences. These projects represent a cross section of the Architectural Engineering specialisation of the Building Engineering programme. During their education, students specialising in Architectural Engineering develop an affinity with architecture and gain technical know-how and experience in the design process. This graduation specialisation was developed eight years ago in collaboration with and as a response to demand within the professional field. The first cohort consisted of sixteen students. Currently 136 students are following this specialisation.
The programme structure is characterised by repeating the design process: analysis – concept – design – technical blueprints. Content, scale and the complexity of the main design assignment together with the related subjects differ per semester. In this specialisation, courses in Structural Engineering and Building Engineering Physics form a key element. In the design studios students are supervised by lecturers in the areas of Building Engineering and Architectural Design. The Building Engineering programme has a common first year. This is followed in the second year with two compulsory semesters per specialisation. For students specialising in Architectural Engineering, the central theme in the first semester is a design assignment for the visitors’ centre at the De Weerribben national
4
Een ontwerp voor een klein utilitair gebouw in een landschappelijke omgeving dat technisch wordt uitgewerkt. In het tweede semester ontwerpen de studenten een (middel)groot woongebouw in een zelf te kiezen stedelijk transformatiegebied. Tijdens de daarop volgende semesters in het derde jaar en het semester voorafgaand aan het afstuderen kunnen de studenten kiezen voor een vormgevende minor Interior Design en tot 2012 ook voor een vormgevende minor Stedelijk Interieur. De centrale ontwerpopgave van de engelstalige minor Interior Design richt zich op de herbestemming en het interieur van een karakteristiek gebouw. De studenten die voor de minor Stedelijk Interieur hebben gekozen werkten samen met studenten van de Windesheim opleiding Mobiliteit waarbij ze
diverse aspecten van de openbare ruimte onderzochten en een ontwerp maakten. Voor het laatste project van hun studie (het afstudeerproject) kiezen de studenten een eigen onderwerp. Dit zijn schaduwprojecten of prijsvragen. Binnen de afstudeerateliers werken de studenten in een grote mate van zelfstandigheid aan hun eigen afstudeeronderzoek en worden daarbij ondersteund door docenten Bouwtechniek, Vormgeving en Architectuur.
park in Ossenzijl, the Netherlands. This assignment involves the design and the technical blueprints for a small utilities building in a scenic landscape. In the second semester students design a medium- to largescale residential building in an urban transformation area, which they choose themselves. In the thirdand fourth-year semesters, students can opt for the module Interior Design. Up to 2012 students could also choose the module Urban Space. The main design assignment in the English-language Interior Design module focusses on the redevelopment and the interior space of a characteristic building. Students taking the Urban Space module examined various aspects of public space and made a design together with Windesheim students of the Traffic & Transport Management
programme. Students choose their own theme for their graduation project. These are either ‘shadow’ projects or competitions. In the graduation studios, students work with a high degree of independence on their graduation project and are supported by lecturers in the areas of Building Engineering and Architectural Design. In the course of their projects, all students, regardless of their study year, are regularly asked the following question by their lecturers in Building Engineering and Architectural Design: ‘How do you do it?’ This question concisely pinpoints the relationship between the idea and the actual making. We maintain the quality of our education and the level of our students’ projects by involving professionals from the field of Architectural Engineering in our education. These professionals act as
Ongeacht hun studiejaar krijgen de studenten tijdens het werken aan hun projecten regelmatig de vraag van de docenten Bouwtechniek en Architectuur: ‘Hoe maakt u het?’ In deze vraag wordt kernachtig de relatie tussen het idee en de uiteindelijke realisatie
5
samengevat. Om de kwaliteit van ons onderwijs en het niveau van de projecten van de studenten te borgen worden mensen uit het werkveld van (Steden) Bouwkundige Vormgeving betrokken. Zij worden uitgenodigd als juryleden bij presentaties of zijn gecommitteerden bij de afstudeerprojecten. Hun enthousiaste feedback op het werk van de studenten vormt een indicatie van de kwaliteit van de projecten. Daarnaast is in het korte bestaan van de Windesheim afstudeerprijs (Windesheims Beste, voorheen de Annette Roetersprijs) twee keer de prijs voor het beste afstudeerproject van Windesheim toegekend aan een afstudeerproject van studenten met het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige Vormgeving. Dat zijn allemaal mooie momenten voor studenten waarop ze van de
‘buitenwereld’ erkenning krijgen voor hun werk. Deze publicatie sluit daar naadloos op aan. De studenten hebben hard gewerkt en het plezier ‘spat’ van hun projecten.
jury members for presentations or as external examiners for graduation projects. Further illustrations of this quality are the awards our students win. For example, since its establishment in 2008, the Windesheim prize for the best graduation project (Windesheim’s Best, previously known as the Annette Roeters Award) has been awarded on two occasions to graduation projects by Architectural Design students. These are worthy moments of recognition by the “outside world” for our students’ work. We wish to further acknowledge our students’ work with this publication. Our students have worked hard on these projects and the designs clearly exude the pleasure with which they did so. You will marvel at them!
Miranda Nieboer Coordinator, Architectural Engineering Specialisation
6
Laat u verrassen! Miranda Nieboer coördinator (steden)bouwkundige vormgeving
Miranda Nieboer, Amber Peters, Marije Kortekaas
Cluj Napoca, Roemenië - mei 2013
7
INHOUDSOPGAVE Eerste jaar
Tweede jaar
- VAN VISIE EN ANALYSE NAAR BOUWKUNDIG ONTWERP
10
- ARCHITECTUUR EN BOUWTECHNIEK, symbiose tussen vorm en techniek
12
- wisselvallig als de seizoenen
14
- SAMENWERKING STAATSBOSBEHEER EN WINDESHEIM
18
- EEN GEBOUW MET NESTWARMTE 20 - ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW, HET GEBOUW IN ZIJN OMGEVING
26
- DEVENTER HAVENEILAND KRIJGT Z’N ZIEL TERUG
28
- TUINDORPGEDACHTE HERLEEFT IN RDM-WOONCOMPLEX
34
- VAN HEEL VEEL DINGEN HEEL VEEL WILLEN WETEN
40
- BOUWTECHNIEK EN ARCHITECTUUR 46
Derde jaar
8
- KEUZEMINOR INTERIOR DESIGN, NIEUWE KANSEN VOOR OUDE GEBOUWEN
50
- HISTORISCHE BELEVING IN EEN HEDENDAAGSE ROUTING
52
- WINDESHEIMSTUDENTEN GEVEN IMPULS AAN ZWOLSE WATERTOREN
58
- ZES VLIEGEN IN EEN KLAP 60 - STEDELIJK INTERIEUR, MOOI, GOED EN FUNCTIONEEL IN ÉÉN ONTWERP - WINDESHEIM, DAAR IS ALTIJD WAT TE DOEN
64 66
Vierde jaar
- INLEIDING VOOR DE AFSTUDEERPROJECTEN BOUWKUNDIGE VORMGEVING
72
- ARCHITECT WORDEN IS VAN JONGSAF MIJN DROOM GEWEEST - INTIMITEIT EN HUISELIJKHEID CENTRAAL IN ONTWERP HOSPICE
74
- ARENA ALS INSPIRATIE VOOR OPENHEID EN INTERACTIE
86
- FLAMENCO INSPIRATIEBRON TOT IN ELK BOUWKUNDIG DETAIL
92
- BOUWKUNDIG ONDERWIJS DOORDRENKT VAN DUURZAAMHEID
98
- DE HOGE VELUWE GEVANGEN IN EEN BOUWKUNDIG ONTWERP
102
- DE VERBORGEN SCHATKAMER VAN MÄNTTÄ
108
- OBSERVATORIUM NOORDERLICHT IS ÉÉN MET DE NATUUR
114
78
- COLOFON 120
9
10
VAN VISIE EN ANALYSE NAAR
BOUWKUNDIG ONTWERP F rom c on c ept and ana l ysis to
ARCHITECTURAL DESIGN In deze opgave maken alle eerste jaars studenten voor het eerst een ontwerp. Dat betekent dat zij een visie ontwikkelen aan de hand van analyses van de locatie en de opdrachtgevers. Vervolgens wordt hen gevraagd om die visie te vertalen in een ruimtelijk ontwerp. De opgave is klein, een vakantiewoning in de buurt van Zwolle. De opdrachtgevers waaruit ze kunnen kiezen staan dicht bij de belevingswereld van de studenten. De reden is dat het combineren van de opgedane bouwkundige kennis en creativiteit een nieuwe manier van werken is voor de studenten.
With this assignment first-year students make their first design. They develop a concept based on an analysis of the location and the clients. The students subsequently translate this concept into a spatial design. The assignment concerns a small dwelling: a holiday home in the vicinity of Zwolle. The clients, from which the students can choose, very much relate to their everyday lives. This is because combining architectural knowledge and creativity is a new way of working for the students.
11
Workshop Weerribben 2012
12
ARCHITECTUUR EN BOUWTECHNIEK symbiose tussen vorm en te c hniek ARCHITECTURE AND BUILDING ENGINEERING symbiosis of design and engineering
In de major Architectuur en Bouwtechniek staat de combinatie van vormgeving en techniek centraal. Met name de integratie van deze twee aspecten in de architectuur zijn van belang voor de studenten van het afstudeerprofiel (Steden)bouwkundige Vormgeving. Zij zullen later ook in staat moeten zijn om het concept van de architect te vertalen in bouwkundig deugdelijke en architectonisch beeldende oplossingen. De opgave waar het in dit semester om draait is het realiseren van een informatiecentrum in De Weerribben, een natuurgebied van Staatsbosbeheer. In de visievorming spelen de locatie, het programma en het karakter van de opdrachtgever en de gebruikers een belangrijke rol. Om de studenten het analyseren van deze aspecten te leren zijn vormleer en het
vak architectonische basisbegrippen bedoeld. De technische kant komt tot uiting in de vakken bouwconstructie, materiaalkunde en bouwfysica. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar het thema duurzaamheid. Dit thema komt ook terug in het ontwerp van het informatiecentrum, aangezien dit gebouw autarkisch, ofwel zelfvoorzienend moet worden. De beste ontwerpteams krijgen de gelegenheid hun ontwerpen te presenteren in het huidige informatiecentrum van Staatsbosbeheer.
The combination of design and engineering forms the central theme of the Architecture and Building Engineering module. The integration of these two aspects in architecture is particularly important for students taking the Architectural Engineering specialisation. Later, in their professional careers, these students will be required to translate the architect’s design into solutions that are not only sound engineering but also enhance the aesthetics of the architecture. During this semester, students undertake an assignment to develop an information centre in De Weerribben natural park of Staatsbosbeheer (Dutch Forestry Commission). In developing their design, students take into account the location, the bill of quantities and the characteristics of both principal and users. Students learn
how to analyse these aspects by studying theory of forms and the basic concepts of architecture. For the engineering aspects, students take courses in building construction, materials science and building engineering physics. There is special attention for the theme sustainability. This is reflected in the design for the information centre, which is required to be self-sufficient. The best teams are invited to present their designs in the existing information centre of Staatsbosbeheer.
Minor verantwoordelijke: Jaap Kuin
Module Coordinator: Jaap Kuin
13
maquette 14
Door gebruik te maken van riet en loofbomen ontstaan en verdwijnen er, gedurende het jaar, ruimtes in het gebouw. Op die manier beweegt het gebouw als het ware met de seizoenen mee. De overige ruimtes in het gebouw zijn te openen en te sluiten naar behoefte. Wanden kunnen worden weggeschoven en het dak boven de horeca kan worden geopend. De ervaring van een gesloten ruimte verdwijnt.
Winter
N
Natuurgebied De Weerribben in de Kop van Overijssel is een gebied dat sterk verandert met de seizoenen. Daarom verandert ook het bezoekerscentrum dat we ontworpen hebben, mee met de seizoenen.
Zomer
N
Bezoekerscentrum Weerribben wisse l va l l ig a l s de sei z oenen
Judith van Hoorn, Marije Kortekaas, Joep van Prooijen en Thera van Roest
Het gebouw is grotendeels zelfvoorzienend. Het voorziet zichzelf van elektriciteit (door middel van PV-folie), van verwarming (door middel van een warmtepomp) en van schoon water (door middel van een helofytenfilter).
15
5 140
50 120
aluminium kozijnstijl katrol systeem panelen 125
houten stijl tbv bevestiging kozijn staalkolom Ø140
aluminium kozijnstijl
HSB 252mm
28x87 gebrand hout mes en groef verbinding
stelruimte
H 704
252
48
134
579
50
190
120
140
H
143
52
houten stijl/eindplank sandwichpaneel
202
118
aluminium ophangsysteem
40
40
28
28
stelruimte
117
587 704
detail 16
+3.920
+3.920
Zome
Zomer situatie
+3.920
+3.920 +3.440
Winter situatie
Winter
Oostgevel
1:100
gevels
Doorsnede D02 Doorsnede D03
5
6
7
8
+3.440
+3.440 28
Doorsnede D04 Doorsnede D05
17
S amenwerking S taats Co l l aboration W indesheim and Enkele jaren geleden hebben twee studenten van de opleiding Bouwkunde van Hogeschool Windesheim, als afstudeerproject een nieuw functioneel centrum ontworpen op de plek van het huidige Buitencentrum Weerribben van Staatsbosbeheer in Ossenzijl. Het resultaat mocht er zijn en is gepresenteerd voor diverse betrokken partijen: de gemeente Steenwijkerland, Staatsbosbeheer, Nationaal Park Weerribben, camping De Kluft en nog een aantal private partijen. Het ontwerp is gebruikt als uitgangspunt voor de verdere uitwerking van de opdracht: het nieuw te bouwen functioneel centrum. Tijdens het project zijn er dusdanige contacten
During a number of years, two Windesheim Building Engineering students executed a commercial assignment to design a new functional centre on the site of the existing Buitencentrum Weerribben (Weerribben National Park Visitors’ Centre) of Staatsbosbeheer in Ossenzijl. The result was very satisfactory and the design was presented to various partners involved in the project, for example Steenwijkerland Municipal Authority, Staatsbosbeheer, Weerribben National Park, De Kluft campsite and a number of other private partners. The design was of such a high standard that it was used as the basis for the further development of the new 18
ontstaan tussen Staatsbosbeheer en de opleiding Bouwkunde van Hogeschool Windesheim dat er gekeken is naar wat we nog meer voor elkaar zouden kunnen betekenen. Dat heeft onder meer tot resultaat gehad dat er nu jaarlijks een werkbezoek van Bouwkunde-studenten van Windesheim aan het Buitencentrum Weerribben van Staatsbosbeheer in Ossenzijl wordt gebracht . Tijdens deze werkbezoeken wordt het gebied De Weerribben bezocht en ervaren ze hoe met in het gebied aanwezige materialen (riet, hout, veen e.d.) opdrachten uitgevoerd kunnen worden. Deze samenwerking bestaat nu twee jaar, tot genoegen van zowel Staatsbosbeheer als Hogeschool
functional centre. During the project’s presentation, the contacts between Staatsbosbeheer and Windesheim’s Building Engineering Programme had developed to such an extent that we decided to investigate the possibilities for further collaboration. This has led to, for example, an annual field trip by students to the Buitencentrum Weerribben of Staatsbosbeheer in Ossenzijl. During these field trips the students visit Weerribben National Park and experience how materials (reed, wood, peat, etc.) found in the area can be used in assignments.
bosbeheer en W indesheim S taatsbosbeheer Windesheim en ik hoop en wens dat we in de toekomst nog vele jaren over en weer van elkaar kennis en kunde gebruik kunnen maken. Ron Kranenburg Beheerder Buitencentrum Weerribben
This collaboration has existed for two years to the satisfaction of both Staatsbosbeheer and Windesheim University of Applied Sciences. I look forward to many more years of this mutual exchange of knowledge and expertise. Ron Kranenburg Manager, Buitencentrum Weerribben
19
Bezoekerscentrum Weerribben een gebouw met nestwarmte Sjoerd van Eijden, Marcel de Weerd, Ruben Klinkenberg, Matthias van den Hoek Daar stonden we dan, als projectgroep midden in een door water opgedeeld gebied. Zogenaamde ribben, bedekt met honderden hectare aan riet en bos. De taak was helder: Ontwerp een nieuw bezoekerscentrum voor Staatsbosbeheer, op de locatie van het oude bezoekerscentrum De Weerribben. De dag on the site en de weken die daarop volgden zijn te vergelijken met bekende detective series. Elk detail van het gebied stond op de foto. Tal van analyses zijn getekend en uitgeplozen. Er moesten verbindingen worden gelegd en conclusies getrokken. Overal door de werkruimte hingen ze en stonden we als projectteam met een stift de essentie van het gebied, zijn doel en zijn beheerders en gebruikers te ontleden om vervolgens de zaak op te lossen. In ons vakgebied is geen sprake van een dader, wel van een visie. Het fundament van ons ontwerp. De visie van de ontwerpers van het gebouw is gebaseerd op dat wat Staatsbosbeheer in het gebied doet. Zij onderhoudt/beschermt het natuurgebied tegen de invloed van de mens. Maar brengt daarnaast ook recreatieve voorzieningen aan in
20
het gebied. Voorts hebben wij allerlei andere zaken opgenomen in ons ontwerp, zoals ligging, oriëntatie, duurzaamheidsconcepten en dergelijke. Maar het uitgangspunt bleef overeind: Staatsbosbeheer, beschermt en creëert. Bij bescherming dachten wij aan een nest. En dan in de vorm van een omheining die datgene beschermt dat zich daarbinnen schuil houdt. Deze benadering was uitgangspunt voor ons ontwerp. De hellingbaan met vuren bekleding beschermt de binnenste schil en gevel van lariks , zoals Staatsbosbeheer de Weerribben beschermt. De hellingbaan rond het gebouw verbindt alle ruimtes. Verder zorgt deze hellingbaan er ook voor dat het hele gebouw rolstoel vriendelijk is. De bezoeker kan via het ‘dak’ van de hellingbaan op het uitkijkpunt komen. Bovendien dient de hellingbaan als 2de façade, wat samen met de zonnepanelen/ collectoren het gebouw een stuk duurzamer maakt. De route naar het gebouw loopt via de hellingbaan door in het gebouw. Deze baan leidt je door het gebouw, langs bijna alle ruimtes. De baan is aan de voorkant open gehouden, waardoor je vanuit de activiteitenruimtes kunt genieten van het uitzicht. De kolommen van de hellingbaan zijn overgedimensioneerd. Doordat ze in de hellingbaan vallen, wordt van binnenuit de rondgaande beweging van de hellingbaan versterkt.
maquette 21
o
6,7 o
6,7
noordgevel o
6,7 o
7 6,
A
6,7 o
6, 7o
D
E
Oostgevel
50 33
6,7 o
6,7 o
D
B
50 33
6,7 o
50 33 E
6,7 o
50 33
boomstammen plateaulift
50 33
6,7o
schuurdeur N 52 44.001, E 6 2.273
opslag/schuur
HWA
6,7o
peil = 1400+ 18,45 m2
50 5.7
V-23
MiVa toiletten
6,7
o
H-03
H-01
personeelsruimte Peil = 0 19,81 m2
entree, winkel & receptie peil = 0 72,21 m2
activiteitenruimte 2 50 5.7
peil = 1400+ 100,69 m2
V-05
6,7
H-04
toilet dames peil = 1400+ 18,94 m2
houten kolom 100x100mm
H-05
B
F
hal 13,93 m2
o
6,7
H-06
HWA
Peil = 0 63,21 m2
toilet heren
H-07
o
C
betonkern r=15500mm (hart kolom)
peil = 700+ 74,10 m2
o
50 3.3
6,7
activiteitenruimte 1 C
r=17300mm (hart kolom) HWA
7 6,
F
o
polycarbonaat
A
HE300A (r=15130mm)
westgevel o
7 6,
H-02a
6, 7o
o
7 6,
H-02B
6,7 o
o
houten kolom 100x200mm
6,7 o
6,7 o
6,7 o
6,7 o
6,7 o
plattegrond 22
o
6,7 o
o
6,7
o
6,7
6,7
6,7
zuidgevel
Doorsnede A-A
Zonnepanelen Glazen opbouw trappenhuis
6640+
5400+
Horeca 3300+
HR++ beglazing
Hellingbaan
Activiteitenruimte 2 Botenhuis
1400+
Thermische schil
Betonkern Plateaulift
1400-
K B
D
Doorsnede B-B
Na
Zonnepanelen
30
6640+
Uitkijkplatform
M S
Kl
B
Zonwering
Da
4
Hellingbaan
HR++ beglazing
O
Keuken
Restaurant
D
3300+
Terras
Te
6
Riet
Sc
Thermische schil Entree Receptie Winkel
Kantoor
1
Schuur/opslag peil=0
Botenhuis
Doorsnede A-A
doorsnede
Zonnepanelen 6640+
Glazen opbouw trappenhuis
5400+
Horeca 3300+
HR++ beglazing
Hellingbaan
Activiteitenruimte 2 Botenhuis
1400+
Betonkern Plateaulift
Thermische schil
1400-
KBS ARCHITEC BOUWTECHNIE
Doorsnede B-B
De Weerribben
23
Namen:
Matthias van de Hoek, Mar Sjoerd van Eijden, Ruben K Klas:
BTBA.03
24
Excursie Hamburg 2012
25
Excursie rHamburg 2012
26
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW HET GEBOUW IN ZIJN OMGEVING ARCHITECTURE AND URBAN PLANNING: A bui l ding in its surroundings
Zoals de naam ook al aangeeft staat in de minor Architectuur en Stedenbouw de relatie tussen architectuur en stedenbouw centraal. Een gebouw staat nooit op zichzelf, maar maakt deel uit van een bepaalde plek in een stad of dorp. Waar de gevel grenst aan de openbare ruimte komen het gebouw en de omgeving letterlijk bij elkaar. Deze onderwerpen komen aan bod tijdens de ontwerpopgave van de minor, waarin een stedenbouwkundig ontwerp wordt gemaakt voor een voormalig industrieof havengebied. Tijdens de tweede periode van het semester wordt in een deelgebied van dit plan een groot woongebouw uitgewerkt. De ontwerp-opgave wordt ondersteund door de vakken
The relationship between Architecture and Urban Planning is the main theme of this module. A building never stands isolated, but forms part of a specific location in a city, town or village. Where the façade borders on public space, the building and its surroundings literally touch. Students learn about this during a design assignment in which they make an urban development plan for a former industrial or port area. The second part of the semester involves developing the working details for a large residential building in a subarea of this plan.
Vormleer, Bouwkunde en Bouwfysica voor Architectuur en Stedenbouw. Daarnaast krijgen de studenten een introductie in de vakgebieden planologie, openbare ruimte, geschiedenis van de moderne Nederlandse architectuur en stedenbouw en toegepast onderzoek. De onderwerpen die worden behandeld in de hoor- en werkcolleges worden ook in het veld onderzocht. De studenten bezoeken projecten voor het maken van stedenbouwkundige en architectonische analyses, er vinden meerdere dagexcursies plaats en de studenten en docenten organiseren gezamenlijk een grote buitenlandse excursie. Minor verantwoordelijke: Sjoerdieke Feenstra
an introduction in the fields of physical planning, public spaces, history of contemporary Dutch architecture and urban planning as well as applied research. Field trips are organised on the topics covered in lectures and tutorials. In this way, students visit projects to analyse the urban planning and architecture. In addition to educational day excursions, students and lecturers cooperate in organising a longer trip abroad. Module Coordinator: Sjoerdieke Feenstra
The design assignment is supported by the courses: Form Studies, Architecture and Building Engineering Physics for Architecture and Urban Planning. Students also receive
27
locatie 28
krijgt z ’ n z ie l terug
deventer haveneiland
Thijs Boerkamp, Lennaert Heet, Ruben Klinkenberg en Myrthe Hidding Het doel van het ontwerp voor het haveneiland was een nieuwe wijk maken in de haven van Deventer, zonder dat de bestaande kwaliteiten van het gebied verloren gingen. Het haveneiland bestond uit meerdere ruimten die aan het water lagen, maar afgesloten waren van zicht vanaf de hoofdas. Het bestond ook uit gebieden die een connectie tussen de as en het water maakten en gebieden die alleen aan de as lagen. Al deze gebieden hebben hun eigen thema gekregen, die te maken hebben met de plek op het eiland en de omliggende bebouwing. Deze gebieden verschillen van elkaar in materialisering, gebruik en beleving. In elk themagebied komt een klein standaard bouwwerk met een functie die het thema op die plek versterkt (botenverhuur, café, buurthuis etc.). Alle thema’s zijn aan elkaar gelinkt door middel van één lange as door het gebied.
gemaakt voor een barbecue- en ontspanplek. Het thema Ontmoeten is bijna volledig bekleed met hout, inclusief de gehele galerij. Het thema Uitzicht is in zijn geheel veel harder gedetailleerd en richt zich op deze manier dan ook volledig op het uitzicht. Het gebouw heeft geen gasaansluiting nodig en elektriciteit komt van het speciaal georiënteerde dak. Verse lucht wordt aangezogen via buizen in de parkeergarage, waardoor dit in de zomer al natuurlijk gekoeld is. De bestaande ruimte op het oude industrieterrein is erg goed te gebruiken in het nieuwe ontwerp. Op deze manier krijgt dit gebied zijn ziel terug door de verbinding met vroeger.
Het uitgewerkte woongebouw staat aan het einde van het eiland en ligt aan twee themagebieden: Ontmoeten en Uitzicht. Deze twee thema’s zijn door elkaar gevlochten in het ontwerp van het gebouw. Hierdoor heeft het gebouw een dubbele identiteit. Op een verhoogd binnenplein in het L-vormige bouwwerk wordt het thema Ontmoeten doorgezet, waardoor de bewoners van het blok op een semi-openbaar terrein elkaar kunnen ontmoeten. Hier is ook ruimte 29
30
31
doorsnede 32
259 116
143 driedubbele beglazing
breedplaatvloer aluminium schuifdeurkozijn
zandcementdekvloer
kierdichting koudebrugonderbreking afschot
compriband
14.100
rooster
290
370
200
80
balkonplaat (witte pigment)
aluminium hoekprofiel regels 28 x 45
13.730
compriband
dampdoorlatende laag
KBS STE
minerale wol 200mm
Havenk
golfplaat
dampremmende laag
Namen:
Ruben Lennae
binnenplaat
13
200
28
148
Klas:
50
BTAS.0
143 291
Datum:
24-5-20
Omschrijving
Aanslui
detail
Tekeningnum
22
Schaal:
1:5
33
visie 34
in R D M - woon c omp l e x
Tuindorp-gedachte herleeft
Guus Blom, Louise van Rooij, Derk Sijtsma en Niels Timmer In de haven van Rotterdam liggen de grootschalige bedrijfsgebouwen van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM). Op het terrein van de RDM is de grootsheid van de stoomschepen die er gebouwd zijn en de industriële sfeer van toen nog goed voelbaar. Hoe kan een gebied dat gekenmerkt wordt door de kille sfeer van de noeste schepenbouwers en waar de menselijke schaal totaal lijkt te ontbreken, geschikt gemaakt worden voor woningbouw? De oplossing lag dichterbij dan we dachten. Naast het RDM-terrein ligt het tuindorp Heyplaat. In 1914 gebouwd voor de arbeiders van de RDM, naar een ontwerp van Granpré Molière. Heyplaat bestaat uit kleine woningen, met grote tuinen, vaak gelegen aan collectieve hofjes’. ‘’Want’’, zo zei Molière, ‘’de goede gezinswoning geeft wat hoogbouw niet kan geven, een harmonische bevrediging van deze verborgen driften: een eigen stukje gebied waarin men zichzelf terugvindt”. In ons ontwerp hebben wij de kenmerken van Granpré Molière’s tuindorp gebruikt om het RDM terrein bewoonbaar te maken. Tegelijkertijd is het ontwerp een bewijs dat zijn uitspraak over hoogbouw niet altijd hoeft op te gaan.
galerijen, liften en trappenhuizen. Het woongebouw sluit aan op de grote schaal van de havenloodsen en heeft tegelijk de kwaliteiten van een tuindorp, een groene tuin voor iedereen en collectieve hoven. De hoven zijn met de openbare ruimte met elkaar verbonden door middel van doorgangetjes. Er is een duidelijk verschil zichtbaar tussen de buitengevel, die bestaat uit baksteen en stalen profielen, en de binnenkant, waar de woningen met hout bekleed zijn. Het contrast tussen de buitenkant van het woonblok, dat aansluit op de grote schaal en de robuuste sfeer van het RDM-terrein, met de binnenkant van het woonblok, is gebaseerd op de idealen van het tuindorp, dat slechts een paar honderd meter van de locatie ligt.
Een dikke, robuuste schil omsluit de woningen die als terrassen om collectieve tuinen liggen. De schil bevat de leidingschachten, 35
locatie
36
locatie
maquette
37
22.600 Dak
22.600 Dak
19.500 6e verdieping
19.500 6e verdieping
16.400 5e verdieping
16.400 5e verdieping
13.300 4e verdieping
13.300 4e verdieping
10.200 3e verdieping
10.200 3e verdieping
7.100 2e verdieping 7.100 2e verdieping
4.000 1e verdieping 4.000 1e verdieping
0 Begane grond -900 Fundering
0 Begane grond -900 Fundering
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
Doorsnede A
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
Doorsnede C
22.600 Dak
19.500 6e verdieping
16.400 5e verdieping
13.300 4e verdieping
10.200 3e verdieping
7.100 2e verdieping
4.000 1e verdieping
0 Begane grond -900 Fundering
W
V
U
T
S
R
Q
P
O
N
M
L
K
J
I
H
G
F
E
D
C
B
A
Doorsnede D
Revisie F: Revisie E: Revisie D:
2.700
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
Revisie C:
2.700
Revisie B: Revisie A: Datum:
Blom, van Rooij, Sijtsma & Timmer
27-04-2011
Revisie F:
W
V
U
T
S
R
Q
P
O
N
M
L
K
J
I
H
G
F
E
D
C
B
A
Revisie E: Revisie D: Revisie C:
Project
RDM Rotterdam
Schaal:
1:100
Layoutnummer:
13
Layoutnaam:
Doorsnede C en D
Revisie B: Revisie A:
Doorsnede B
Datum:
Blom, van Rooij, Sijtsma & Timmer
Heijplaat
27-04-2011
RDM Rotterdam
Project
Heijplaat
Opdrachtgever:
Schaal:
1:100
Layoutnummer:
12
Layoutnaam: Opdrachtgever:
Duncan Christie Oprichter RDM (1856)
Doorsnede A en B Duncan Christie Oprichter RDM (1856)
22.600 Dak
22.600 Dak
19.500 6e verdieping
19.500 6e verdieping
16.400 5e verdieping
16.400 5e verdieping
13.300 4e verdieping
13.300 4e verdieping
10.200 3e verdieping
10.200 3e verdieping
7.100 2e verdieping
7.100 2e verdieping
4.000 1e verdieping
4.000 1e verdieping
0 Begane grond
0 Begane grond
-900 Fundering
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
-900 Fundering
25
1
2.700
5.400
2
5.400
3
5.400
4
5.400
5
5.400
6
5.400
7
5.400
8
5.400
9
5.400
10
5.400
11
5.400
12
Doorsnede G
5.400
13
5.400
14
5.400
15
5.400
16
5.400
17
5.400
18
5.400
19
5.400
20
5.400
21
5.400
22
5.400
23
24
2.700
25
Doorsnede E
22.600 Dak
19.500 6e verdieping
16.400 5e verdieping
13.300 4e verdieping
10.200 3e verdieping
7.100 2e verdieping
4.000 1e verdieping
0 Begane grond -900 Fundering 2.700
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
2.700
Revisie F:
2.700
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
5.400
2.700
Revisie E: Revisie D: Revisie C:
Revisie F:
Revisie B:
25
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Revisie A: Datum:
Blom, van Rooij, Sijtsma & Timmer
25
27-04-2011
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Revisie E: Revisie D: Revisie C: Revisie B:
Doorsnede H
Project
RDM Rotterdam
Schaal:
1:100
Layoutnummer:
15
Heijplaat
Layoutnaam: Opdrachtgever:
Doorsnede G en H Duncan Christie Oprichter RDM (1856)
Doorsnede F
Revisie A: Datum:
Blom, van Rooij, Sijtsma & Timmer
Project
1:100
Layoutnummer:
14
Layoutnaam: Opdrachtgever:
Doorsnede E en F Duncan Christie Oprichter RDM (1856)
doorsnede 38
27-04-2011
RDM Rotterdam Heijplaat
Schaal:
39
VAN HEEL VEEL DINGEN,
To know a lot about a lot of things Mijn interessegebied is groot, heel groot. Het liefst zou ik van heel veel dingen, heel veel willen weten. De studiekeuze na mijn middelbare school was dan ook lastig.Een uitgesproken beroep had ik nog niet voor ogen. Uiteindelijk heb ik gekozen voor de opleiding Bouwkunde aan Hogeschool Windesheim,omdat ik verwachtte dat deze opleiding mij de meeste veelzijdigheid zou bieden. Tijdens de opleiding bleek dat ik de juiste studie had gekozen. Aan de ene kant omdat ik me thuis voelde op Windesheim, aan de andere kant omdat ik vrij kon zijn om de vele verschillende aspecten van de bouwwereld te leren kennen.
Een aantal periodes tijdens mijn studie zijn doorslaggevend geweest voor de manier waarop ik nu mijn loopbaan kan ontwikkelen.In eerste instantie heb ik altijd voor elke beslissing tijdens mijn studie goed nagedacht wat het mij zou brengen. Sommige vakken bijvoorbeeld, kregen het uitdenken van details en de engineering van een buitengevel kregen zo de voorkeur boven het tekenen van een fundering op staal. Een van mijn meest leerzame periodes tijdens mijn studie op Windesheim is mijn stageperiode geweest. Eerst in Nederland bij van Diepen en Smelt architecten en daarna in de Verenigde Staten bij
I have very broad interests. My dream is to learn a lot about a lot of things. Deciding what to do after secondary school was, therefore, very difficult indeed. I did not have a specific profession in mind. Eventually, I opted for the Building Engineering Programme at Windesheim University of Applied Sciences because I expected this would offer me the most versatility.
A number of elements of the Windesheim curriculum are of overriding importance for the way in which my career can now develop. Firstly, during my study I thought long and hard about every decision I made and what these choices would bring me. In this way, some courses such as developing working details and engineering an exterior elevation had preference to drawing a shallow foundation.
I quickly discovered that I had made the right choice. On the one hand, I felt very much at home at Windesheim and, on the other hand, this study programme offered me the possibility to learn about the many aspects of the building world.
One of the most instructive aspects of my study programme at Windesheim was the internships. The first one in the Netherlands at van Diepen en Smelt architects in Meppel and later in the USA at Rietveld Architects LLP New York. Learning on the
40
HEEL VEEL WILLEN WETEN Rietveld architects LLP New York. Het meedraaien in een professionele organisatie is misschien wel de beste leerschool. Mijn enthousiasme en leergierige karakter werden in New York al snel opgepikt waardoor ik meer verantwoordelijkheden kreeg. En dat terwijl het nog maar een stage was! Mijn keuze voor een afstudeeropdracht was een weloverwogen keuze. Windesheim begon in mijn afstudeerjaar toevallig voor de eerste keer met het aanbieden van het afstuderen in de afstudeerrichting (steden)bouwkundige vormgeving. Samen met medestudent Gerben Knol heb ik de kans het gegrepen om aan een internationale architectuur
job in a professional organisation is perhaps the best way to learn. In New York they quickly noticed my enthusiastic and inquisitive character, resulting in more responsibility even though I was still a trainee! My graduation project was a well-considered choice. In my graduation year, Windesheim offered a new specialisation: Architectural Engineering. Together with a fellow-student Gerben Knol, I grasped the chance to participate in an international architecture competition. The assignment was simply described: design a new museum for the sculptor Constantin Brancusi in Paris. In the first phase we made a design for this competition, which resulted in an honourable
prijsvraag mee te doen. De opdrachtsomschrijving was eenvoudig: ontwerp een nieuw museum voor de beeldhouwer Constantin Brancusi in Parijs. In onze eerste fase hebben wij een ontwerp aangeleverd voor de prijsvraag, wat ons een eervolle vermelding opleverde. Na het indienen van het prijsvraagontwerp hebben wij het ontwerp in verschillende schaalniveaus zo goed en duidelijk mogelijk ge-engineerd en uitgetekend. De ambitie en het detailniveau van het project betekende dat wij uiteindelijk de Annette Roetersprijs (nu Windesheims Beste red.) voor het beste afstudeerproject van Windesheim wonnen. Dit hadden wij uiteraard zelf zelf nooit verwacht.
mention. After submitting the design, we engineered and drew the design as precisely and as clearly as possible in a number of scales. The ambition and detail level of the project meant that we won the Annette Roeter’s Award (now Windesheim’s Best red.) for the best graduation project at Windesheim University of Applied Sciences. This came as a big surprise. After graduating from Windesheim University of Applied Sciences, I enrolled in a master programme at Delft University of Technology. I first had to attend a pre-master programme. I had a considerable advantage because I had acquired a lot of knowledge 41
Na Windesheim ben ik gaan studeren aan de Technische Universiteit in Delft. Als overgangstraject moest een pré-master worden doorlopen. Groot voordeel was dat ik tijdens mijn bouwkundestudie veel ontwerptechnische kennis had opgedaan. Dit gaf me een voorsprong ten opzichte van andere studenten van andere hogescholen in het land. Ook de technische kennis opgedaan tijdens mijn stages en studie aan Windesheim droegen er aan bij dat ik zonder problemen de TU heb afgerond. Sinds 2011 werk ik bij het ambitieuze Rotterdamse bureau Powerhouse Company. Werken in de bouwwereld, in tijden van crisis, is lastig. Door
about design techniques at Windesheim. This gave me an advantage over the other students from other universities of applied sciences in the Netherlands. The technical know-how that I had acquired during my study programme at Windesheim and during my internships also contributed to my ability to successfully complete the master programme at Delft University of Technology. Since 2011 I have been working at the ambitious Rotterdam architecture firm Powerhouse Company. Working in the building sector during an economic crisis is difficult. Our firm has grown from five to eighteen employees in one-and-a-half years by 42
ontzettend hard te werken en buitengewone kwaliteit en service voor de klant te leveren, is het ons bureau gelukt om te groeien van 5 naar 18 werknemers in 1,5 jaar. Mijn werkzaamheden binnen het bureau zijn het ontwerpen, engineeren en managen van projecten in binnen- en buitenland, met verschillende verantwoordelijkheden. Binnen dit bureau kan ik me op het hoogste niveau ontwikkelen tot architect. Met oog voor detail en met een goede kennis van de bouwwereld. Mede dankzij Windesheim.
working very hard and by providing exceptional quality and service to our clients. At Powerhouse Company my work includes the design, engineering and managing of projects both in the Netherlands and abroad, with various levels of responsibility. At this firm I can develop into a top architect with an eye for detail and excellent knowledge of the building world. This is also thanks to Windesheim University of Applied Sciences. Sander Apperlo Architect/generalist/engineer bij Powerhouse Company, Rotterdam
Sander Apperlo, Architect/generalist/engineer bij Powerhouse Company, Rotterdam
Villa 1, Powerhouse Company Fotograaf: Bas Princen 43
44
Excursie Rotterdam 2013 45
Bouwtechniek en Architectuur Building Engineering and Architecture
Bouwtechniek en architectuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een gebouw ontwerpen zonder over de techniek nagedacht te hebben is volgens mij niet mogelijk. In het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige Vormgeving worden studenten opgeleid om als bouwkundige te kunnen werken op een architectenbureau. Bouwtechniek is vanzelfsprekend opgenomen in het curriculum van de opleiding. De theorie die betrekking heeft op bouwtechniek wordt door middel van hoorcolleges gegeven in de eerste twee jaren van de studie. Deze colleges
Building engineering and architecture are inextricably intertwined. To design a building without having first thought about the engineering aspects is, in my opinion, impossible. On graduating, students specialising in Architectural Engineering are qualified to work at architecture firms as architectural engineers. So, naturally, building engineering is part of the curriculum. The theoretical basis for building engineering is laid during lectures in the first two years of the study programme. Alongside these lectures, students focus on the working details of the architectural 46
worden ondersteund door werkcolleges, waarin het detailleren van bouwkundige onderdelen centraal staat. De relatie tussen bouwtechniek en architectuur wordt vooral duidelijk bij de ontwerpprojecten van de KBS (Kenmerkende Beroeps Situatie) in het tweede jaar en bij het afstuderen. In het tweede jaar van hun opleiding ontwerpen studenten eerst een bezoekerscentrum voor Nationaal park ‘de Weerribben’ in Ossenzijl, een ontwerp voor een klein utilitair gebouw dat bouwtechnisch wordt uitgewerkt. In het tweede
engineering during tutorials. In the second and fourth years, the relationship between building engineering and architecture is made particularly apparent during design projects which are characteristic of the profession. In the second year, students design a visitors’ centre for De Weerribben National Park in Ossenzijl, the Netherlands. This involves a design for a small utilities building, including the working details for the architectural engineering aspects. In the second semester, students design a medium- to largescale residential building in a self-chosen urban transformation area.
semester volgt een (middel) groot woongebouw in een zelf te kiezen stedelijk transformatie gebied. De producten (tekeningen) van deze KBS-en bestaan niet alleen uit gevels en plattegronden. Er moeten ook tekeningen en/of schetsen gemaakt worden, die duidelijk maken hoe het gebouw uiteindelijk gemaakt kan worden; dus compleet met gevelfragmenten (1:20), details (1:5), vloerenplan, etc. Het belangrijkste is dat een student (Steden) Bouwkundige Vormgeving leert hoe hij of zij de ideeën (visie) van een architect bouwkundig kan uitwerken tot bestektekeningen.
The products (i.e. the drawings) made in these characteristic professional situations do not only show elevations and ground plans. Drawings and/or sketches are also produced clearly showing how the building will be constructed and include, therefore, elevation fragments (1:20), working details (1:5), floor plan, etc. The most important aspect is that Architectural Engineering students learn how to work the engineering aspects of the architect’s ideas (concept) into contract drawings. The characteristic professional situations are organised in such a way that, while working in
De KBS is zo georganiseerd dat tijdens de atelierbegeleidingen niet alleen een architectuur docent , maar ook een docent bouwtechniek aanwezig is. Door deze samenwerking wordt de techniek een integraal onderdeel van het ontwerp. De producten worden door middel van een paneelpresentatie gepresenteerd en beoordeeld door zowel docenten architectuur als docenten bouwtechniek. Vaak wordt iemand uit het werkveld uitgenodigd om de presentaties bij te wonen en mede te beoordelen. Aan deze externe beoordelaars wordt regelmatig gevraagd wat zij vinden van het niveau van het studentenwerk. Door gebruik te
the studios, students are supervised not only by an architecture lecturer, but also by a building engineering lecturer. This collaboration ensures that the engineering is integrated into the design. The products are assessed by a panel comprising architecture lecturers and building engineering lecturers, and often also someone from the professional field. These external assessors are regularly asked for their opinion on the level of our students’ work. This feedback from the professional field helps us to remain alert and up to date on developments. The culmination of the study programme is 47
maken van externen uit het werkveld en de gekregen feedback blijven we alert en up to date. De afstudeerfase is het laatste project. Ook hier blijven vormgeving en techniek met elkaar verbonden. De studenten worden wederom begeleid door docenten architectuur en bouwtechniek. Het project wordt beoordeeld door de begeleidende docenten, hierbij geadviseerd door een gecommitteerde vanuit het werkveld. De projecten zijn onderling verschillend en mede daardoor ook leerzaam om te begeleiden. En als blijkt dat de student zich tijdens de studie heeft ontwikkeld van leerling tot beginnend bouwkundige, ben ik trots als
the graduation project, which also involves the integration of design and engineering. The students are once again supervised by both architecture lecturers and building engineering lecturers. The project is assessed by the supervising lecturers, who are advised by an external examiner from the professional field. The contrast between the projects is an aspect that adds to the value of the experience of supervising the projects. When it has become apparent that a student has developed from pupil to junior architectural engineer, I am as proud as a peacock. And I mean this most sincerely.... 48
een pauw. Daar ben ik heel eerlijk in... Jan Dick van Wijk Docent Bouwtechniek
Jan Dick van Wijk Building Engineering lecturer
grafiek
Jan Dick van Wijk 49
excursie kopenhagen 2013
50
KEUZEMINOR INTERIOR DESIGN nieuwe kansen voor oude gebouwen INTERIOR DESIGN
NEW LEASE OF LIFE FOR AN OLD BUILDING
Interior Design is een keuzeminor in het 3e studiejaar. De minor wordt internationaal aangeboden en is volledig in het Engels. De transformatie van het interieur van een bestaand gebouw, dat niet meer wordt gebruikt, is het centrale thema in het onderwijsprogramma. Ieder jaar gaan we op zoek naar een interessant leegstaand gebouw in de omgeving van Zwolle, waar studenten met een nieuw programma een tweede leven aan kunnen geven. Het onderwijsprogramma is opgebouwd rond de
Interior Design is an elective module in the third year of the study programme. This module is open to international exchange students, so the language of instruction is English. The central theme of this module is transforming the interior of a vacant building. Each year we search for an interesting vacant building in or around Zwolle. With a new bill of quantities, students can breathe new life into an old building.
ontwerpopdracht, waar studenten in groepsverband aan werken. In de ondersteunende vakken worden de creatieve, analytische en technische kennis en vaardigheden verder ontwikkeld. Rode draad is het onderzoeken van de relatie tussen het conceptuele idee en het eigenlijke maken en detailleren van ruimtes en kleine architectonische objecten. Tijdens de minor onderzoeken en bezoeken studenten diverse projecten in binnen- en buitenland. Minor verantwoordelijke: Jochem Hilhorst
further develop their technical know-how, analytical skills and creativity. The central theme throughout this module is the relationship between the conceptual idea and the actual design and working details for spaces and small architectonic objects. Students research and visit various projects in the Netherlands and abroad. Module Coordinator: Jochem Hilhorst
In this module, students work in groups on a design assignment. The courses offered help students to 51
broeren kerk ^ 52
hedendaagse routing
Historische beleving in een
Willem Gravenland, Gerard Mekenkamp en Ravand Suleiman Beleving van de bezoekers. Dat was het uitgangspunt bij de transformatie van de Broerenkerk in de binnenstad van Zwolle. De opdracht was het interieur van de kerk zo aan te passen dat een boekhandel in de kerk gevestigd kan worden. De ruimtes zijn rondom een centrale trappenstelsel gesitueerd. Vanaf elk ruimte is er zicht naar andere ruimten, waardoor mensen geprikkeld worden om te bewegen door de kerk. Er is gekozen voor een split-level trappenstelsel centraal in een houtenvakwerkconstructie met traditionele houten gebinten. De houtenvakwerk-constructie is gemaakt met pen- en gat- verbindingen wat in de 15e eeuw gebruikelijk was en dus passend in de tijd dat de kerk werd gebouwd (1465-1493). De centrale houten vakwerkconstructie is een eyecatcher geworden in de Broerenkerk. Deze constructie versterkt het laatgotische karakter van de kerk, maar zorgt ook voor een duidelijke routing.
53
plattegrond ^
maquette inrichtingsstudies^ 54
maquette inrichtingsstudies^
maquette ^
maquette ^
render boekenwinkel^ 55
boekenkast^
56
balkverbindingen^
57
58
W indesheimstudenten geven impu l s aan
herbestemming Zwolse watertoren W indesheim students give impu l se to
redevelopment of water tower = Persbericht =
8 januari 2012 Windesheimstudenten geven impuls aan herbestemming Zwolse watertoren ‘Transformeer de Zwolse watertoren in een Stayokayhostel.’ Zo luidde de opdracht voor 36 Windesheimstudenten van de opleidingen Bouwkunde en Industrieel Product Ontwerpen. Een fictieve opdracht, maar wel een die de realiteit raakt. De ontwerpideeën van de studenten vormen een impuls voor de herbestemming van de al jaren niet meer functionerende watertoren. In de afgelopen drie maanden werkten de Windesheimstudenten in projectgroepen aan de ontwerpplannen voor de transformatie van de watertoren. Door nauwe samenwerking en kennisuitwisseling met hostelketen Stayokay uit Amsterdam en watertoreneigenaar Nijhuis Bouw uit Rijssen konden de studenten hun ontwerpideeën realistisch en succesvol doorontwikkelen. Mark Broekhuijsen van Nijhuis Bouw: ‘De ontwerpideeën ‘Transform the Zwolle water tower into Stayokay hostel.’ This was the assignment description for 36 Windesheim students of the Building Engineering and Industrial Product Design study programmes —a fictitious assignment, but one which touched on reality. Stayokay is a Dutch hostel chain with a no-frills concept. Windesheim students formed project groups to work on designs for the transformation of the water tower. The students were able to successfully develop their design ideas in collaboration with Stayokay in Amsterdam and Nijhuis Bouw in Rijssen, owner of the water tower. Nijhuis
van de studenten hebben een belangrijke impuls gegeven aan de herbestemming van de watertoren. Het resultaat is dat we diverse ideeën meenemen in het nieuwe ontwerp dat we maken voor de toren.’ Eindpresentaties De ontwerpopdracht is onderdeel van de minor Interior Design van Windesheim. De transformatie van het interieur van een bestaand gebouw in samenhang met het creëren van een nieuwe bestemming, staat in deze minor centraal. Als sluitstuk van de minor presenteren studenten op woensdag 9 januari hun plannen voor de watertorentransformatie. Vertegenwoordigers van Nijhuis Bouw en Stayokay zijn samen met Erik van Schijndel van architectenbureau 19 Het Atelier aanwezig en hebben een adviserende rol bij de beoordeling van de ontwerpen. Ontwikkelingen omtrent de herbestemming van de watertoren zijn te volgen via de website van Nijhuis Bouw.
= Einde Persbericht =
Bouw even incorporated some of the ideas into a new design for the tower. The design assignment forms part of the Interior Design module. The central theme in this module is the transformation of the interior of an existing building earmarked for redevelopment. The students presented their plans for the water tower at a press conference on Wednesday, 9 January 2013. Representatives from Nijhuis Bouw and Stayokay were also present together with Erik van Schijndel from the architecture firm 19 Het Atelier, all of whom acted as advisors in assessing the designs.
59
ZES VL IEGEN IN ÉÉN KL AP
‘ S i x ’ birds with one stone Na de Havo heb ik voor de opleiding bouwkunde aan de Hogeschool Windesheim gekozen. Dat was in 2008. Ik wilde een opleiding die creatief, maar tegelijkertijd ook praktisch was. Na een vrij algemeen eerste jaar was ik blij dat het tweede jaar aanbrak. Dit betekende de start van mijn gekozen uitstroomprofiel: (Steden)Bouwkundige Vormgeving. Wat me van de opleiding altijd bij zal blijven is het werken in groepen bij de ontwerpprojecten. Het was hard werken, leerzaam, maar vooral ook gezellig! We daagden elkaar uit om er telkens net even iets meer uit te halen. De besprekingen met docenten en andere groepen waren stimulerend en brachten de kwaliteit van de projecten op een hoger plan. Zo
werden dat zes vliegen in één klap; en altijd op zoek naar ‘goudklompjes’… Het programma van de opleiding bouwkunde is heel divers. Het eerste jaar is een basisjaar met algemene en bouwkundige vakken. Daarna kies je een uitstroomprofiel en doe je minoren naar eigen keuze. In die periode ga je stages lopen bij bedrijven in delen van het vakgebied die jou aanpreken. Even helemaal weg van school en eindelijk een kijkje in het werkveld. Eindelijk! Daar was ik na twee jaar school wel aan toe. De laatste fase van de studie bestaat uit het afstudeeronderzoek. Elk onderdeel van de opleiding heeft zo z’n eigen kenmerken. De stages, de minor Architectuur en Stedenbouw en
After graduating from secondary school in 2008, I opted for the Building Engineering Programme at Windesheim University of Applied Sciences. I was looking for a study programme that was creative, but at the same time practical. After a general first year, I was happy to start on my second year because this meant the start of my chosen specialisation: Architectural Engineering.
became ‘six’ birds with one stone and always searching for those ‘gold nuggets’…
What will always remain with me from my time at Windesheim is working in groups for the design projects. This was hard work and informative, but most of all it was convivial! We constantly challenged each other to go that bit further. The discussions with lecturers and other groups were stimulating and brought the quality of the projects to a higher level. And so that 60
The Building Engineering Programme is very broad. The first year is a common year with general and building engineering courses, after which you choose a specialisation and modules. You also undertake internships in companies operating in the field of your interests. This is a period outside the confines of the university campus when you gain insight into the professional field. At last! After two years on campus, I was really ready for this. The final phase of the study programme consists of the graduation project. In this way, each phase of the study programme has its own characteristics. The parts I liked the most were my
mijn afstudeeronderzoek zijn de studieonderdelen die ik het leukst vond. Het afstuderen was een van de leukste klussen, maar ook de zwaarste. Ik heb samen met Marjenke Nijmeijer een ontwerp gemaakt voor een hospice in Hoofddorp. Dat was een schaduwproject van “Hospice Bardo” van “Mulleners + Mulleners architecten”. Een half jaar waren we er heel intensief mee bezig. Daardoor werd het project echt helemaal van onszelf. We hebben er voor gekozen om het afstuderen op school te doen binnen het afstudeeratelier. Dat is mij heel goed bevallen. Je hebt daardoor een vaste plek op school, waar je je spullen kunt laten hangen, ideeën kunt sparren met anderen en op de hoogte blijft van de ontwikkeling
van andere groepen. Na mijn afstuderen heb ik het geluk gehad dat ik direct aan de slag kon bij mijn oude stageadres. Met werken begint het pas echt! Ik kwam er toen wel achter dat ik eigenlijk meer dingen niet weet, dan wel… Ik heb nog veel moeten leren en ervaren hoe het echt gaat in de praktijk. Maar mijn opleiding bouwkunde was een goede basis voor de beroepspraktijk!
internships, the Architectural Engineering Specialisation and my graduation project.
After graduation I was lucky enough to receive a position at an architecture firm where I had completed an internship. Actually working is the real start! I discovered quickly that what I do not know far surpasses what I do know. I had to learn a lot and I had to experience how it really is to work in practice. However, the Building Engineering Programme at Windesheim gave me a sound basis for the world of work!
The graduation project was one of the nicest assignments, but also the toughest. Together with Marjenke Nijmeijer, I made a design for a hospice in Hoofddorp. This was a shadow project for “Hospice Bardo” by Mulleners + Mulleners architecten. We worked intensively on this for six months, making this project our own. We opted to do our graduation project at the graduation studio at Windesheim University of Applied Sciences. I was very satisfied with this because I had my own workplace on campus where I could hang up drawings, discuss my ideas with others and keep up to date on the development of the other groups.
Marieke Bluemink, Tekenaar/ assistent ontwerper, ZEEP Architecten, Amersfoort
61
62
63 Excursie Barcelona 2012
Excursie Barcelona 2012
64
Stedelijk Interieur: M ooi , goed en fun c tionee l in Urban Space:
één ontwerp
A estheti c , sound and fun c tiona l in one design
Vormgeving van de openbare ruimte in stedelijk gebied! Dat is waar het in de minor Stedelijk Interieur om draait. Het maken van een mooi en goed functionerend ontwerp voor een stedelijk gebied is een complexe, maar zeer interessante uitdaging. Er is immers beperkt ruimte beschikbaar om een veelvoud aan functies een plek te geven. De kern van de minor Stedelijk Interieur wordt gevormd door een project waarin in groepsverband wordt gewerkt aan een beeldkwaliteitsplan en definitief ontwerp voor de openbare ruimte. Ter ondersteuning van het project wordt aandacht besteed aan onder andere de verschillende gebruikersgroepen van de openbare ruimte, aan groen en water, aan materiaalgebruik en aan verkeer
en parkeren. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij Shared Space als ontwerpfilosofie. Het realiseren van een veilige en duurzame openbare ruimte komt ook in deze minor aan bod. Een mooi en goed ontwerp kunnen maken is één ding, het goed kunnen ‘verkopen’ is iets anders. In deze minor is dan ook veel aandacht voor communicatie en presentatie. Ook wordt actief gezocht naar nieuwe kennis op het gebied van het vormgeven van de openbare ruimte in de onderwijseenheid Toegepast Onderzoek. Een driedaagse inspiratietour naar Kopenhagen maakt deel uit van de minor.
Designing public spaces in urban environments! This describes the Urban Space module. Creating a design for an urban environment that is both aesthetic and functional is a complicated but very interesting challenge. This complexity lies in creating a place for the multitude of functions in the restricted space available. The core of the Urban Space module is formed by a group project working on an aesthetic quality plan and a public space design. For this project, attention is given to, for example, the different user groups of public space, green and water spaces, traffic and parking, and material usage.
The concept of Shared Space as a design philosophy is given extensive attention as is creating safe and sustainable public spaces. Being able to design an aesthetic and sound design is one thing, being able to ‘sell’ it another. This is why students also develop communication and presentation skills. In the Applied Research course, students are active in seeking new knowledge in the field of public space design. Students can also draw inspiration from a three-day excursion to Copenhagen.
Minorverantwoordelijke: Janet van der Hoeven
Module Coordinator: Janet van der Hoeven
65
66
é c ht a l tijd wat te doen …
Windesheim, daar is
Guido Kaemingk, Nathan Moddejonge, Kay Scherphof en Jasper Schuttert Windesheim, daar is altijd wat te doen! De meeste studenten komen puur voor het volgen van colleges naar de campus in Zwolle en gaan na de colleges weer naar huis. Met ons ontwerp voor de openbare buitenruimte op de campus, willen we studenten langer op de campus laten verblijven, zodat de campus altijd een levendige campus is. Door het toevoegen van vaste voorzieningen en het faciliteren van tijdelijke voorzieningen op de rustige avonden, de weekenden en vakanties, willen wij de campus een boost geven. We willen dat bereiken door de openbare ruimte meer te benutten. Onder het verhoogde maaiveld komen vaste voorzieningen, zoals een studystore, een café en studio’s. Op het verhoogde maaiveld kunnen de tijdelijke voorzieningen worden georganiseerd, waarbij de openbare ruimte flexibel kan worden gebruikt en trappen kunnen dienen als tribunes en podia. De campus kan met de seizoenen mee veranderen: een schaatsbaan in de winter, een modeshow of theater in de lente en een openlucht bioscoop of een festival in de zomer. Op de campus is dus écht altijd wat te doen..!
67
68
69
70
71
Inleiding voor de afstudeerproje c ten B ouwkundige Graduation project
V ormgeving
for A r c hite c tura l E ngineering S pe c ia l isation
Afstuderen in het uitstroomprofiel Bouwkundige Vormgeving betekent dat studenten in duo’s een architectonisch ontwerp maken voor een opgave naar keuze. De opgave mag een schaduwproject zijn, een prijsvraag of een zelf bedacht onderwerp. De opgave wordt wel door de docenten voor aanvang gewogen, tijdens een korte presentatieronde van alle afstudeerders Bouwkundige Vormgeving. Het afstuderen bestaat uit een vooronderzoek en een hoofdonderzoek. Het vooronderzoek bestaat uit analyses van de locatie, het programma en twee precendentanalyses die van toepassing zijn op de ontwerpopgave. Aan de hand van dit vooronderzoek worden de uitgangspunten voor het ontwerp bepaald.
The graduation project for students taking the Architectural Engineering Specialisation consists of an architectural design. Students choose their own assignment and execute the graduation project in pairs. The assignment can be a shadow project, a competition or a self-chosen subject. Before commencing, the assignment must be approved by tutors during a short presentation round by all graduation candidates specialising in Architectural Engineering. The graduation project comprises research in two phases: preliminary research and a main phase. The preliminary research comprises analysis of the location, the bill of quantities and two precedent 72
Dan kan begonnen worden met het schetsontwerp en wordt een concept bedacht. Op dit punt wordt een officiële tussenpeiling gehouden waarbij de studenten aan de docenten en studenten de stand van zaken presenteren. Wordt het werk van voldoende niveau geacht, dan kunnen de studenten het concept uitwerken tot het niveau van een bouwaanvraag. Tijdens het afstuderen worden de studenten tweewekelijks begeleid door een team van docenten. Dit team bestaat uit een docent Bouwkundige Vormgeving, een docent Bouwtechniek en een docent Vormleer. Naast de begeleiding wordt er veel waarde gehecht aan het werken in ateliervorm op school. Door het samenwerken op atelier kunnen
de afstudeerduo’s ook elkaars werk van feedback voorzien en elkaar met raad en daad bijstaan. Aan het eind van de afstudeerperiode gaan de studenten hun werk presenteren voor publiek, bestaande uit de begeleidende docenten, een gecommitteerde, mogelijk een extern betrokken partij en familie, vrienden en studenten. Hier wordt het resultaat van vier jaar opleiding en in het bijzonder van een half jaar afstuderen op een feestelijke manier gevierd.
analyses appropriate for the design assignment. Based on this preliminary research, students determine the requirements for the design. The students can then start with concept development and a preliminary drawing. This represents an official evaluation milestone and the students present their preliminary design to tutors and students. If the work is of a satisfactory level, the students process the design further into a planning application. During the graduation project, students attend tutoring meetings every two weeks with a team of lecturers. This team is made up of three lecturers in the areas of Architectural Design, Building Engineering and Form Studies respectively.
In addition to the level of supervision, students very much appreciate working in the design studios on campus. Working together in studios gives graduation students the opportunity to advise and assist each other. At the end of the graduation phase the students defend their designs in front of an audience of tutors, external examiners, other professionals, relatives, friends and fellow-students. This is a festive celebration of the successful completion of a four-year Bachelor programme and, in particular, of the graduation design project of the last six months.
afstudeercoördinator: Jaap Kuin
graduation coordinator: Jaap Kuin
73
Architect worden is van jongs af Fulfilling my childhood dream Architect worden is van jongs af aan mijn droom geweest. Misschien wel omdat ik op jonge leeftijd een aantal keren verhuisd ben en ik gefascineerd was door de bouw, vooral om de spannende ruimtes die dan ontstaan. Ik heb ook altijd nog een sterke band met een huis waar ik vroeger heb gewoond. Voor mij kan dat, een band met een gebouw hebben. Zo speciaal zijn ze. Op latere leeftijd wilde ik, denk ik, architect worden omdat ik dan iets kon bouwen, iets nalaten. Er langs rijden en dan zeggen: “dat is van mij”. Dus na de Havo naar Hogeschool Windesheim om daar de richting HBO Bouwkunde te doen. Ik weet
From an early age I dreamt of becoming an architect. This may be because I moved house a number of times when I was young and I was fascinated by the buildings, especially the new and exciting spaces that emerged. I still feel a strong attachment to a house where I once lived. I can do that: form an attachment to a building. This is how special they are to me. Some years later, I think I wanted to become an architect so that I could build something. I wanted to leave something behind for posterity. I wanted to drive past and say: “This is my creation”. So after secondary school I enrolled in the Building 74
het nog goed: ik schrok me wild tijdens een college over een verticaal detail van een kozijn. Ik had werkelijk geen idee waar dit doorgesneden zou zijn, terwijl ik dacht dat alle anderen het allemaal precies wisten. “Hoe ga ik dit ooit allemaal leren?”, dacht ik toen. Superinteressant vond ik in het eerste jaar de combinatie van de technische vakken met de vakken waarin we grafisch bezig waren, zoals het bedenken en maken van een folder en het tekenen van stillevens. Na een stage bij De Zwarte Hond in Groningen had ik het idee dat ik de techniek een beetje uit het oog was verloren. Tijdens de ontwerpprojecten op school nam ik vaak samen met een andere
Engineering Programme at Windesheim University of Applied Sciences. I still vividly remember those first days: How shocked I was during a lecture on the vertical detail of a casing. I had absolutely no idea where the section should be, while I was convinced that all my fellow-students knew it precisely. I thought then: “How am I ever going to learn all this?”. In my first year, I was extraordinarily interested in the combination of engineering courses and the courses involving graphics, such as making a brochure and drawing still lifes. After an internship at the architecture firm De Zwarte Hond in Groningen, I felt I had lost sight of
aan altijd mijn droom geweest. havist de rol van ontwerper op me en vervulden studenten met een MBO-achtergrond de uitwerking. Maar omdat architectuur en techniek niet los van elkaar gezien kunnen worden (het één bestaat niet zonder het ander) ben ik op zoek gegaan naar een stagebedrijf dat geen ‘knip’ maakt tussen ontwerp en uitwerking. Zo kwam ik bij DOK Architecten in Amsterdam terecht. Hier heb ik een geweldige tijd gehad. Ik heb leren detailleren op een manier waardoor de techniek de architectuur echt versterkt, in plaats van dat de techniek enkel het gebouw overeind houdt en dat architectuur een aparte ’laag’ over de techniek vormt.
‘’Je visie op het project terug laten komen in het detail.’’ Dat hoorde ik vaak tijdens mijn studie op Windesheim. En dat dit nou juist de kracht van Windesheim is, bemerkte ik tijdens mijn premaster aan de TU Delft. Daar ontdekte ik hoeveel voordeel ik had als oud-Windesheimstudent ten opzichte van studenten van andere hogescholen. De combinatie van bouwtechniek, vormleer, grafisch werken, het ontwikkelen van een visie tijdens de ontwerpprojecten en die vervolgens weer koppelen aan de bouwtechniek, is iets wat op andere hogescholen nauwelijks voorkomt. Dit realiseerde ik me vooral toen ik er achter kwam dat veel andere hogescholen als afstudeerproject een schetsontwerp
the engineering aspects. For the design projects at Windesheim, I, together with another student with the same general secondary educational background, took on the role of designer, while students with a vocational college background focussed on the engineering aspects. Because architecture and engineering are dependently intertwined (one cannot exist without the other), for my next internship I looked for a firm that did not separate the design process from developing the working details. And so I did my internship at the architecture firm DOK Architecten in Amsterdam. I had a fantastic time there. I learned to design in such a way that the engineering enhances the
architecture instead of just holding up the building or that the architecture just forms ‘an outer coating’ for the engineering. ‘’Your view of the project should be visible in the working details”. I heard this a lot during my time at Windesheim. Only later, during my premaster at Delft University of Technology, did I perceive that this is Windesheim’s strength. In Delft I discovered how much advantage I had as a Windesheim graduate compared to students from other universities of applied sciences. The combination of building engineering, theory of form, graphic techniques, concept development during 75
van een architect opvragen om dat vervolgens uit te laten werken, zonder iets aan het ontwerp te mogen veranderen. Afgestudeerden van Windesheim zijn in mijn ogen tot veel meer in staat. Gedurende de periode van mijn eerste stage en de pre-master heb ik anderhalf jaar buiten de schoolomgeving van Windesheim doorgebracht. Telkens in m’n eentje naar een nieuwe stad zonder daar mensen te kennen. Dit heeft mij nieuwe inzichten gegeven over van alles, maar vooral over de bouwende wereld. Waar het mijns inziens om gaat in zaken als duurzaamheid en de rol van de architect, heb ik naar voren willen brengen in mijn
design projects and subsequently linking this to building engineering, is something which is hardly ever done at other universities of applied sciences. This became apparent to me when I discovered that at many other universities of applied sciences the graduation project consists of requesting a draft design from an architect and subsequently developing the working details, without being allowed to change the design. This is why I believe that Windesheim graduates are more capable. During the period between my first internship and the pre-master programme, I spent one-and-a-half years outside the confines of the university campus. I even moved to a new city where I initially knew 76
afstudeerproject ‘Ciudad del Flamenco; stad van de flamenco’ dat ik samen met Arend-Jan Krooneman heb gedaan. De ideeën en inzichten die we in het ruimtelijk ontwerp verwerkt hebben, had ik niet opgedaan als ik niet over grenzen had kunnen kijken. Het afstudeerproject is uiteindelijk winnaar van Windesheims Beste 2011/2012 geworden. Inmiddels studeer ik aan de TU in Delft en mag in september starten met afstuderen. Nu ben ik bijna architect en doet dat ‘bouwen om er vervolgens langs te kunnen rijden’ er helemaal niet meer toe. Nu lijkt het me fantastisch om bij te dragen aan het verbeteren van het dagelijkse leven van mensen door een goed gebouw te realiseren, of dat nou een
no-one. This experience gave me knew insights into everything, but especially into the building world. I particularly wanted to highlight my views on sustainability and the role of the architect in my graduation project ‘Ciudad del Flamenco (Flamenco City), which I executed with Arend-Jan Krooneman. If I had not learned to think out of the box, I would never have developed the ideas and insight which we incorporated into the spatial design. This graduation project won the Windesheim’s Best 2011-2012 graduation award. I am currently studying architecture at Delft University of Technology and I will enter the
woning, een kantoorgebouw, een bibliotheek, een station of een museum is. Want als je het mij vraagt gaat er nog zoveel mis en kan er nog zoveel beter. En ik ben naïef genoeg om te geloven dat een gebouw dit kan veranderen. Kinderlijk naïef dus.
Rik Lambers Oud student
graduation phase in September 2013. Now that I am almost an architect, my story about ‘building something to drive past later’ is not relevant anymore. My ambition now is to contribute to improving the everyday lives of people by creating a sound building, whether it is a dwelling, an office block, a library, a train station or a museum. In my view a lot is still going wrong, so there is a lot of room for improvements. And I am naive enough to believe that a building can change this ̶ a child’s naivety thus. Rik Lambers Former student 77
analyse^ 78
c entraa l in ontwerp hospi c e
Intimiteit en huiselijkheid
Marjenke Nijmeijer en Marieke Bluemink Het moet allemaal sneller, beter en goedkoper in de zorg. Een hospice zorgt ervoor dat mensen niet langer in het ziekenhuis liggen dan nodig is, maar toch een beroep kunnen blijven doen op geschoold personeel. De cliënt of patiënt, in dit geval gast genoemd, wordt opgenomen in een huiselijke omgeving en naasten worden op die manier ontlast en kunnen weer echt partner, zoon of dochter zijn in plaats van verzorger. Doel van het project was om te onderzoeken op welke manier architectuur een bijdrage kan leveren aan het creëren van een zo aangenaam mogelijke omgeving voor mensen in de laatste fase van hun leven. Iedere gast heeft de beschikking over een uniek vormgegeven, archetypisch ‘eigen huisje’ om de eigen identiteit en huiselijkheid te benadrukken. De positionering van de gastenkamers is dusdanig dat er diversiteit in uitzicht is. Er is gekozen voor een doorgaande routing met het oog op de behoefte om rond te kunnen lopen. Daarnaast zijn er semi private ruimten, waarmee is tegemoet gekomen aan de behoefte van een soort tussenfase tussen de intieme gastenkamers en de openbare gang.
wordt verkregen. Wij willen daarmee de archetypische vorm en dus het huiselijke karakter benadrukken. Ook kadert het het private domein van de gast in. Om het monoliete karakter te benadrukken, is gestreefd naar een strakke detaillering. Alles valt binnen de archetypische huisjesvorm. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de dakgoot. Het ontwerp biedt een alternatief voor de al bestaande hospices in Nederland. Met name doordat er zoveel aandacht is besteed aan de diversiteit en uniciteit van de gasten. We hebben hiermee een nieuw concept neergezet, dat weliswaar een ideaalbeeld is, maar ook enkele nieuwe inzichten geeft die wel degelijk in de praktijk toepasbaar zijn. Denk hierbij aan het bieden van de keuzemogelijkheid qua kamer, het creëren van een gesloten keuken en de mogelijkheid tot rondlopen binnen het gebouw.
De huisjes zijn bekleed met verschillende materialen. Er is gekozen voor hout, zink, koper en lei. Deze materialen kunnen zowel aan de gevel als op het dak worden toegepast, zodat er een monoliet geheel 79
locatie^ 80
principe analyses kamers^
principe analyses kamers^ 81
principe analyses plattegrond en routing^ 82
VO buitenruimten^
VO binnenruimten^
DO^
semi private ruimten^
83
plattegrond^
84
uitzicht vanuit gasten kamers^
18
- zinken goot - multiplex 22 mm - minerale wol 50 mm - dampremmende folie
40
naaddichting
naaddichting 13
ventilatieprofiel
19 0
20
24 8
ventilatieprofiel
28
bk dakrand
190
20 28
44 8
12
3.748 + PEIL
251
bk dakrand
afdekprofiel
3.400 + PEIL
200
260
20 0 20 0
451 200 200
bk HSB-element
3.200 + PEIL
bk HSB-element
naaddichting
30°
3.488 + PEIL
Dakopbouw: - leien, type Boronda, 400 x 270 mm, bevestigingsmethode halfsteensverband - panlat 28 x 34 mm, h.o.h. 110 mm - tengel 20 x 32 mm, h.o.h. 300 mm - sterk geventileerde spouw - waterwerende dampdoorlatende folie - dakplaat Unidek Aero PD, voorzien van 184 mm EPS (Rc = 4,5 m2K/W), dampremmende folie en 3 mm spaanplaat aan weerszijden - gording 75 x 200 mm, h.o.h. ca. 1000 mm - spant 75 x 200 mm
Dakopbouw: - houten delen Platowood Fraké, 18 x 140 mm, h.o.h. 150 mm, horizontaal bevestigd, behandeld met Sansin Woodsealer - regels 38 x 40 mm op compriband, h.o.h. 300 mm - sterk geventileerde spouw - EPDM dakbedekking - dakplaat Unidek Aero PD, voorzien van 184 mm EPS (Rc = 4,5 m2K/W), dampremmende folie en 3 mm spaanplaat aan weerszijden - gording 75 x 200 mm, h.o.h. ca. 1000 mm - spant 75 x 200 mm
binnen
15
170 246
20 28
17,3°
Wandopbouw: - Fermacell gipsvezelplaat 15 mm (geluidsisolerend en stootvast) - dampremmende folie - minerale wol 170 mm (Rc = 3,5 m2K/W) - stijlen 38 x 170 mm, h.o.h. 600 mm - waterwerende dampdoorlatende folie - sterk geventileerde spouw - verticale regels 20 x 32 mm, h.o.h. 600 mm - horizontale regels 28 x 34 mm, h.o.h. 110 mm - leien, type Boronda, 400 x 270 mm, bevestigingsmethode halfsteensverband
binnen
Wandopbouw: - Fermacell gipsvezelplaat 15 mm (geluidsisolerend en stootvast) - minerale wol 115 mm - stijlen 38 x 115 mm, h.o.h. 600 mm - luchtspouw 120 mm - minerale wol 115 mm - stijlen 38 x 115 mm, h.o.h 600 mm - Fermacell gipsvezelplaat 15 mm (geluidsisolerend en stootvast)
13
binnen
15
115
120 380
115
Dakopbouw: - leien, type Boronda, 400 x 270 mm, bevestigingsmethode halfsteensverband - panlat 28 x 34 mm, h.o.h. 110 mm - tengel 20 x 32 mm, h.o.h. 300 mm - sterk geventileerde spouw - waterwerende dampdoorlatende folie - dakplaat Unidek Aero PD, voorzien van 184 mm EPS (Rc = 4,5 m2K/W), dampremmende folie en 3 mm spaanplaat aan weerszijden - gording 75 x 200 mm, h.o.h. ca. 1000 mm - spant 75 x 200 mm
15
Afstudeerproject Hospice Hoofddorp Hogeschool Windesheim Zwolle Opleiding Bouwkunde
Schaal
Marieke Bluemink Marjenke Nijmeijer
Datum
Afstudeerproject Hospice Hoofddorp
1:5
s1021249 s1020376
V-14
05-06-2012
13
30°
naaddichting
3.000 + PEIL
ok ligger
Wandopbouw: - 0,7 mm koperen beplating, type Tecu Oxid, 800 x 400 mm, bevestigd volgens losangesysteem - ongeschaafde, onbehandelde vurenhouten delen 22 x 90 mm, h.o.h. 100 mm - regels 38 x 40 mm - sterk geventileerde spouw - minerale wol 170 mm (Rc = 3,5 m2K/W) - stijlen 38 X 170 mm, h.oh. 600 mm - dampremmende folie - Fermacell gipsvezelplaat 15 mm (geluidsisolerend en stootvast)
s1021249 s1020376
15
binnen
Schaal
170 247
1:5
40
Datum
22
05-06-2012
2.600 + PEIL
Wandopbouw: - houten delen Platowood Fraké, 18 x 140 mm, h.o.h. 150 mm, horizontaal bevestigd, behandeld met Sansin Woodsealer - regels 38 x 40 mm, h.o.h. 600 mm - minerale wol 170 mm (Rc = 3,5 m2K/W) - stijlen 38 x170 mm, h.o.h. 600 mm - dampremmende folie - Fermacell gipsvezelplaat 15 mm (geluidsisolerend en stootvast)
binnen
binnen 18
40
170 243
15
V-07
V-10
Marieke Bluemink Marjenke Nijmeijer
05-06-2012
2.600 + PEIL
binnen
V-13
1:5
Schaal
Datum
1:5
Schaal
Marieke Bluemink Marjenke Nijmeijer
Datum
05-06-2012
Hogeschool Windesheim Zwolle Opleiding Bouwkunde
ok dakvloer
2.773 + PEIL
Afstudeerproject Hospice Hoofddorp
s1021249 s1020376
Afstudeerproject Hospice Hoofddorp
minerale wol
Dakopbouw: - houten delen Platowood Fraké, 18 x 140 mm, h.o.h. 150 mm, horizontaal bevestigd, behandeld met Sansin Woodsealer - regels 38 x 40 mm op compriband, h.o.h. 300 mm - sterk geventileerde spouw - EPDM dakbedekking - dakplaat Unidek Aero PD, voorzien van 184 mm EPS (Rc = 4,5 m2K/W), dampremmende folie en 3 mm spaanplaat aan weerszijden - gording 75 x 200 mm, h.o.h. ca. 1000 mm - spant 75 x 200 mm
ok ligger
Hogeschool Windesheim Zwolle Opleiding Bouwkunde
Marieke Bluemink Marjenke Nijmeijer
13
Afstudeerproject Hospice Hoofddorp
Hogeschool Windesheim Zwolle Opleiding Bouwkunde
binnen
9
2.773 + PEIL
377 18
377 18 200
30°
ok dakvloer
Wandopbouw: - Fermacell gipsvezelplaat 15 mm (geluidsisolerend en stootvast) - dampremmende folie - minerale wol 170 mm (Rc = 3,5 m2K/W) - stijlen 38 x 170 mm, h.o.h. 600 mm - waterwerende dampdoorlatende folie - sterk geventileerde spouw - verticale regels 20 x 32 mm, h.o.h. 600 mm - horizontale regels 28 x 34 mm, h.o.h. 110 mm - leien, type Boronda, 400 x 270 mm, bevestigingsmethode halfsteensverband
naaddichting
bk dakvloer
3.000 + PEIL Dakopbouw: - 0,7 mm koperen beplating, type Tecu Oxid, 800 x 400 mm, bevestigd volgens losangesysteem - ongeschaafde, onbehandelde vurenhouten delen 22 x 90 mm, h.o.h. 100 mm - sterk geventileerde spouw - waterwerende dampdoorlatende folie - dakplaat Unidek Aero PD, voorzien van 184 mm EPS (Rc = 4,5 m2K/W), dampremmende folie en 3 mm spaanplaat aan weerszijden - gording 75 x 200 mm, h.o.h. ca. 1000 mm - spant 75 x 200 mm - gipsplaat 15 mm
200
20 0
bk dakvloer
s1021249 s1020376
150
150
3.370 + PEIL
9
19 0 1
0 20 0 20
30°
45
8 44
28
0 19
20
8 24
0 20 0 20
3.260 + PEIL
28 x 40
3.270 + PEIL
20 28
05-06-2012
bk dakrand
bk HSB-element
170 246
1:5
8 44
bk dakrand
3.350 + PEIL
bk HSB-element
ventilatieprofiel
15
- zinken goot - multiplex 22 mm - houten regelwerk 38 x 40 mm op compriband - Platowood 18 mm
28 x 40
3.260 + PEIL
Dakopbouw: - leien, type Boronda, 400 x 270 mm, bevestigingsmethode halfsteensverband - panlat 28 x 34 mm, h.o.h. 110 mm - tengel 20 x 32 mm, h.o.h. 300 mm - sterk geventileerde spouw - waterwerende dampdoorlatende folie - dakplaat Unidek Aero PD, voorzien van 184 mm EPS (Rc = 4,5 m2K/W), dampremmende folie en 3 mm spaanplaat aan weerszijden - gording 75 x 200 mm, h.o.h. ca. 1000 mm - spant 75 x 200 mm
Datum
s1021249 s1020376
40
0 19
- multiplex 22 mm - houten regelwerk 38 x 40 mm - koperen dakgoot
bk HSB-element
naaddichting
Schaal
Marieke Bluemink Marjenke Nijmeijer
8 24
koperen daktrim
- zinken dakgoot - multiplex 22 mm - aluminium daktrim
Hogeschool Windesheim Zwolle Opleiding Bouwkunde
18
40
ventilatieprofiel
bk dakrand
3.380 + PEIL
Dakopbouw: - EPDM dakbedekking - afschotisolatie 16 mm/m1 EPS enkelzijdig gecacheerd - multiplex 18 mm - minerale wol 200 mm (Rc = 4,5 m2K/W) - houten balk 75 x 200 mm, h.o.h. 600 mm - dampremmende folie zeer zorgvuldig aan te brengen - multiplex 9 mm - gelamineerde ligger 200 x 400 mm, opgelegd op akoestisch oplegvilt
18
Dakopbouw: - EPDM dakbedekking - afschotisolatie 16 mm/m1 EPS enkelzijdig gecacheerd - multiplex 18 mm - minerale wol 200 mm (Rc = 4,5 m2K/W) - houten balk 75 x 200 mm, h.o.h. 600 mm - dampremmende folie zeer zorgvuldig aan te brengen - multiplex 9 mm - gelamineerde ligger 200 x 400 mm, opgelegd op akoestisch oplegvilt
85
V-08
plattegrond 86
openheid en intera c tie
Arena als inspiratie voor
Rutger Rouwendal & Sander Booij Openheid en interactie zijn de kernwoorden. Ons doel was een gebouw te ontwerpen waar studenten graag binnen willen komen. Een gebouw met een open en transparant karakter, zowel voor het exterieur als het interieur. Het gebouw fungeert als spil in het stedenbouwkundig landschap van de Rotterdamse campus. Door meerdere routes door het gebouw te leiden, wordt de interesse van studenten gewekt voor de diverse activiteiten in het paviljoen. Het interieur van het studentenpaviljoen is zeer open, waarbij de routing rondom een open kern circuleert. De kern roept herinneringen op aan een oude Romeinse gladiatoren arena, waar het publiek het spektakel aanschouwt. In het studentenpaviljoen kunnen de mensen die de routing volgen, in de kelder optredens van artiesten bijwonen. De vormgeving van het exterieur oogt ogenschijnlijk eenvoudig. Het ontwerp kenmerkt zich door hoge verticale panelen. Een sterk kader zet het gebouw aan en vormt een overstek boven de plaza. Het kader is aangezet omdat dit de lijn volgt van het extreem zwaar geïsoleerd dak en de noordgevel met een Rc-waarde van 10 m2*K/w. De verticale panelen zijn ook extra geïsoleerd en kunnen ’s avonds dichtgezet worden om warmte in het gebouw vast te houden.
87
route over de institutenlaan
route over de institutenlaan
route over de institutenlaan
Institutenlaan
Institutenlaan
Institutenlaan
shortcut door het gebouw
shortcut door het gebouw
Plaza
Plaza
Vijverpartij
88
route over de plaza
route over de plaza
route over de plaza
Vijverpartij
Plaza
Vijverpartij
89
doorsnede 90
detail bovenzijde fietspad^
gevelfragment^
detail schuifpanelen aan de gevel^ 91
92
tot in e l k bouwkundig detai l
Flamenco inspiratiebron
Arend-Jan Krooneman en Rik Lambers Ciudad del Flamenco, een museum voor de flamenco danskunst in Jerez de la Frontera, Zuid-Spanje. Een museum met auditorium, restaurant en informatiepunt op de Plaza de Belen, een groot plein in een te revitaliseren deel van de binnenstad van deze Spaanse stad. We wilden in het ontwerp niet alleen een gebouw, maar ook een openbare ruimte (terug)geven aan de stad. Een openbare ruimte met respect voor traditie, cultuur en historie van Jerez de la Frontera. Door de stedenbouwkundige typologie van binnenplaatsen (courtyards), die we vonden rondom de locatie, te combineren met de beweging van de flamenco, geeft deze dans vorm aan de plek. En wel op de manier waarop de flamenco ook de mensen in Jerez de la Frontera vorm geeft. De overeenkomst tussen architectuur en dans is ruimte. Maar de dans voegt hier nog de dimensie tijd aan toe. Wij hebben de samenkomst van ruimte en tijd geïnterpreteerd als ervaringen die niet achter elkaar, maar tegelijkertijd plaats vinden. Ook de twee routes in het museum volgen het ritme van de flamenco. Soms loop je heel langzaam via een luie hellingbaan de ruimte omhoog. Een ruimte die steeds breder wordt. De stijging zet door. Dit keer niet door een hellingbaan, maar door een trap. Zo ervaart de bezoeker het ritme van de flamenco terwijl hij of zij de kunst in het museum bekijkt.
Op de hellingbaan ligt behandeld hout op een betonnen vloer. De trap bestaat uit onbehandeld hout op een houten constructie. Niet alleen ontstaat er een visueel verschil tussen de twee onderdelen, maar ook de klank veranderd. Op de trap ontstaat er een hoge klank door het hout. Deze klank wordt versterkt door de klankkast die we er onder ontworpen hebben. Voordat je op de trap komt is de klank een stuk lager doordat het hout op een onderconstructie van beton ligt. Op deze manier willen we het ritme van de flamenco doorvoeren tot in elk detail. Vanuit klimaatbeheersing moet veel massa worden toegepast in de gevel van het gebouw en dan vooral op de zuidzijde. De gevels worden wit gestuct, waardoor de zon wordt gereflecteerd. Zo heeft de flamenco het ontwerp geïnspireerd. De thema’s die in de dans te vinden zijn, zoals torsie, ritme (zowel ruimtelijk als akoestisch), verhullen/onthullen en de relatie tot de grond komen terug in het ontwerp. De Ciudad del Flamenco als nieuw type binnenplaats, ontwikkeld vanuit stedenbouwkundige duurzaamheid, vormgegeven door de flamenco en passend bij de stedelijke structuur van Jerez de la Frontera en haar inwoners. Een duurzame interventie in een verloederende wijk.
93
analyses 94
95
96
97
B ouwkundig onderwijs door B ui l ding E ngineering P rogramme steeped in Als architect en eigenaar-directeur van MTB Architecten, een middelgroot architectenbureau in Apeldoorn, lever ik regelmatig een bijdrage aan het bouwkundeonderwijs op Windesheim. Ik doe dit vooral bij het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige Vormgeving. Stagiairs die bij ons stage lopen worden door mij begeleid. Regelmatig word ik gevraagd als gecommitteerde bij afstudeerplannen. Daarnaast ben ik als extern jurylid betrokken bij beoordelingen van tweedejaarsprojecten. Ook geef ik lezingen en maakte ik een periode deel uit van de Raad van Advies. Het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige
As architect and owner-director of MTB Architecten, a medium-sized architecture firm, I regularly make contributions to the Building Engineering Programme at Windesheim University of Applied Sciences. This contribution is mainly in the Architectural Engineering Specialisation. I supervise Windesheim trainees at our firm. In addition to this, I am regularly asked to act as an external examiner for graduation projects and I am involved in the assessment of second-year projects as an external jury member. I have also given guest lectures and I have been a member of the Advisory Board. Architectural Engineering Specialisation 98
Vormgeving Vrijwel vanuit het niets is een aantal jaren geleden het uitstroomprofiel (Steden)Bouwkundige Vormgeving ontwikkeld. Een in mijn ogen heel degelijk en relevant profiel, dat een vaste waarde is geworden in de bouwkunde opleiding. Dit profiel wordt door studenten als zwaar ervaren, desondanks is het zeer populair. En terecht! Na enige scepsis bij de introductie, ben ik er inmiddels van overtuigd dat het bijgebrachte begrip van vormgevingsaspecten, de binnen dit uitstroomprofiel opgeleide bouwkundigen een duidelijke meerwaarde geeft.
Practically from scratch, the Architectural Engineering Specialisation was developed a number of years ago. This is, in my opinion, a solid and relevant profile that will be of long-term value in the Building Engineering Programme. Although students experience this as a tough profile, it is a very popular one ̶ and rightly so! Despite some initial scepticism, I am now convinced that the knowledge of design aspects imparted in this specialisation gives these graduates clear added value. The enthusiasm and commitment of the students combined with the passionate and expert supervision by lecturers regularly result in plans of
drenkt van duur z aamheid sustainabi l ity Het enthousiasme en de inzet van studenten en de gedreven, vakkundige begeleiding van docenten maken dat ik regelmatig plannen heb gezien met verrassende kwaliteiten. De echte talenten die zijn komen bovendrijven in architectuur gaan doorstuderen. Onderwijskwaliteit In de afgelopen jaren heb ik gezien dat er een positieve ontwikkeling is geweest in de wijze van denken over, het meten van en het werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Waardevol vind ik dat het onderwijs steeds meer openstaat voor input en feedback vanuit het bedrijfsleven.
surprising quality. The talented students who come to the fore choose to study further in the field of architecture. Quality of Education In recent years, I have seen a positive development in the philosophy, the assessment and the implementation of quality in education. A valuable aspect, in my view, is that educational institutions are more open to input and feedback from the professional field. Sustainability The most appealing development in recent years
Duurzaamheid De mooiste ontwikkeling in het bouwkunde onderwijs op Windesheim in de afgelopen (en in de komende) jaren, is dat deze generatie niet alleen opgeleid wordt in een tijd dat duurzaamheid een belangrijk begrip is, maar ook actief getraind wordt om er grip op te krijgen en er een bijdrage aan te leveren. De afdeling Bouwkunde is doordrongen van het besef dat duurzaamheid niet een apart vak is, maar onderdeel is van alles wat er te leren en te kiezen valt. Deze generatie studenten leert om duurzaamheid mee te wegen in alle keuzes die ze maakt.
̶ and in the future ̶ in the education of building engineers at Windesheim is that this generation is not only educated in a time that sustainability is an important concept, but it is also actively trained to understand sustainability and to make a contribution. At the Building Engineering Programme it has become clear that sustainability is not a separate subject, but an integral part of learning and decisionmaking. These students are learning to incorporate sustainability into all the choices they make. 3D Another development I have observed is that 3-D drawing software packages have become fully 99
3D Een andere ontwikkeling die ik zie is dat 3-D tekenpakketten zich inmiddels blijken te bewijzen als volwaardige ontwerptools. Drie jaar geleden heeft de Bouwkunde opleiding de overstap van 2D naar 3D gemaakt. Studenten leren nu tekenen in ArchiCAD. Daarnaast leert deze generatie om onderling te communiceren door het uitwisselen van informatie in virtual reality. (‘bimmen’). Voorsprong Deze studenten zijn de eerste generatie die de vaardigheden meekrijgen om duurzaamheid op een natuurlijke wijze mee te wegen in hun werk.
fledged design tools. Three years ago the Building Engineering Programme made the transition from 2D to 3D. Students now learn to draw in ArchiCAD. This generation is also learning to communicate with each other by exchanging information in virtual reality by using Building Information Modelling (BIM). Advantage These students are the first generation to receive the skills to automatically incorporate sustainability into their work. They are the first to have learned 3D-drawing and the use of BIM during their study programme. These students form a valuable 100
Zij zijn de eersten die 3D-tekenen en het gebruik van BIM tijdens hun studie geleerd hebben. Deze studenten vormen een waardevolle generatie voor het bedrijfsleven. Ervaren collega’s zullen hun kennis en vaardigheden in dank aanvaarden.
John van Dijk MTB Architecten Apeldoorn
generation for the professional field. Experienced colleagues will be thankful for their knowledge and skills. John van Dijk MTB Architecten Apeldoorn
101
De Hoge Veluwe gevangen in een bouwkundig ontwerp
Marco Overwijk en Tijmen van Schoonhoven Wij wilden een ontwerp maken dat de uitstraling en sfeer van de Hoge Veluwe vangt in een bouwkundig ontwerp. De verschillende overgangen tussen ‘open’ en ‘gesloten’ stukken natuur binnen Nationaal Park de Hoge Veluwe was ons uitgangspunt. Het ontwerp moest mee doen met de beweging van ‘open’ en ‘gesloten’ en vloeiend overgaan in het landschap er omheen. De grens tussen gebouw en landschap moest minimaal zijn. Het gebouw gaat van lage gesloten ruimten, naar hoge open ruimten. Hierdoor verandert de sfeer naarmate je door het gebouw loopt. De kwaliteit van de lage gesloten ruimten zit in de verschillende aparte plekjes die door de constructie ontstaan. Deze plekjes zijn duidelijk herkenbaar door de kolommen er rond om heen, die de plek vormen. Naarmate het gebouw hoger wordt gaat ook de constructie zich openen. De duidelijke, aparte plekjes zijn verdwenen en de nadruk wordt gelegd op de ruimte rond de kolommen. Deze overgang is zo vloeiend dat het voelt alsof je door de grens tussen bos en veld loopt. De vormgeving ontstaat door de constructie, zoals de bomen de vormende structuur van een open plek in het bos zijn. Hierdoor worden de binnenruimten
102
zo bijzonder dat ze verder niet veel aankleding meer nodig hebben. Wij zijn er naar ons idee in geslaagd een gebouw te maken dat niet meer nodig heeft dan alleen de bouwkundige aspecten waaruit het gebouw bestaat.
A
3.00 0 7.79 7 2.29 4
8
B
2.50 3
0 1.50
2.49 7
4 7.79 294 4.
7.79 2 3.29 4
7 C-C
C 0 2.00
2.00 0
0 2.00
2.00 0
P8
4 7.79 4 3.79
7.79 3.79 4 4
6
D
P7
0 2.00
2.00 0
0 2.00
46 .766
2.00 0
4 7.79 294 3.
7.79 4 4.29 4
P6
5
E
0 2.50
1.50 0
Noord Gevel
1.50 0
0 2.50
7.79 4.79 4 4
F
0.02
Brandwerende pui hoogte: 3530mm type: 60 minuten brandwerend merk: Promat SYSTEMGLASS
Frg
0 3.00
B-B
7.79 4 5.29 4
2
G 4.794
2.294
7.794
P3
1.500
1.50 0
4 7.79 294 2.
3
I
1.50 0
7.794
0 2.50
2.500
P4
R.M.
0 2.50
luch tbeh 42 ande 09 x1 lings 36 2 kast
P5
.560 54 4 7.79 4 2.79
4 I
1.00 0
3.000
4 7.79 4 1.79
1.500
II
0 3.00
+ 3530
0.04
4 7.79 294 1.
Grenen spiraaltrap optrede: aantrede: vrijehoogte: balustrade: materiaal:
0.01
200mm 285mm 2300mm 900mm Grenen (slijtvast gelakt)
0.03 D23
7.794
3.000
± 0
1.794
7.794
Frg 4
30m
mat loop on scho
0 3.50
0 3.00
5.294
P1
1
0.05
t as elk sp Ha
2 II
1.500
P2
0 3.00
1.000
3.000
P 10
S 10
III
R.M.
7.794
scho on loop mat
1.294 3.500
5.794
3.000
0.06
mat loop on scho
7.794
Frg 3
1.000
III
0.07
A-A
3.794 7.794
5
Frg 1
9.00 0
7 g Fr
West Gevel
Frg
0 9.00
0 1.00
P 10
HWA
8
V
0 1.00
9.000
Oost Gevel
3.500
4 5.79 4 7.79
0 1.00
3.000
794
IV
HOOFD ENTREE
mat loop on scho
7.794
3.500
± 0
HWA
46.766
HWA
1.000
46.766
HWA
1.000
schoonloopmat
IV
A-A
V
schoonloopmat
0.08
D22
3.50 0
Ha sp elk as t
3.500
30m
79 4 7.79 2
± 0
294
HWA
0.10
4 3.29 4 7.79 .560 54
7.794
1.294
5
0 2.50
HWA
HWA
3.50 0
0 2.50
HWA 0 1.83
C
4.000
VI
0 2.00
HWA
3.49 7
B
3.500
HWA
6
0 2.00
294
VI
7.794
4 4.79 4 7.79
0.09 3.50 3
B-B
0 1.00
HWA
79 4 7.79 7
79 4 7.79 4
4
4.000
3.500
0.11
7
3.500
HWA
A
0 1.00
C-C
794
7.794
mat loop on scho
3.50 0
mat loop on scho
HWA
7.794
3.500
4 5.79 4 7.79
HWA
3.000
D25 D21
4 7.79 4 3.46
3.50 0
VII
VII 46 .766
D
4 3.46
3.50 0 29 4
0 33 4 7.79
7.79 4
3
0 4.00
4.00 0
Frg 6
RUIMTESTAAT LAAG 0
E
4 7.79 4 3.79
RENVOOI ALGEMEEN
4.00 0
0 4.00
2 7.79 4
Zuid Gevel
2.79 4 1.00 0
1.00 0
nummer omschrijving
vloeroppervlak
0.01
Informatie/Ontvangst Ruimte
565,0
0.02
Technische Ruimte
13,3
0.03
Keuken
62,0
0.04
Berging
6,9
0.05
Koeling
6,1
0.06
Spoelkeuken
6,9
0.07
Restaurant
612,2
0.08
Park Winkel
121,6
0.09
Magazijn
10,3
0.10
Pantry
9,9
103
104
situatie bestaand
situatie nieuw 105
“Een plek creëren die de sfeer en beleving van de Hoge Veluwe optimaal vertaald in een bouwkundig ontwerp, een start punt ontwikkelen voor het begin van een dag op Nationaal Park de Hoge Veluwe.”
106
detail 107
Serlachius Museum Gösta: de verborgen s c hatkamer van M ä ntt ä Jasper Schuttert en Dennis Wiltjer De collectie van het Gösta Serlachius Fine Arts Foundation is één van de belangrijkste privécollecties in Scandinavië. Het is een brede collectie van schilderijen en sculpturen. Er is een verwevenheid tussen de kunst in het museum en de Finse cultuur. De kunstwerken die in het museum worden tentoongesteld gaan over het landschap dat zich (direct) buiten het museum bevindt. Het Serlachius Museum Gösta ligt verborgen tussen het groen. Het bestaande museum, de voormalige woning van Gösta Serlachius, is een belangrijk element in het gebied. We wilden dat bij aankomst het eerste ‘wow-effect’ door de natuur en het bestaande museum komt en niet door de nieuwe uitbreiding. De uitbreiding is daarom grotendeels ondergronds, maar wel zonder het contact met het omliggende landschap te verliezen. Als de bezoeker van tentoonstellingsruimte naar tentoonstellingsruimte gaat komt hij in de zogenoemde zichtkamers in aanraking met het Finse landschap. Via verschillende raamopeningen (volledig zicht, zicht op loophoogte en zicht op zithoogte) vergelijkt de bezoeker de kunst binnen met landschap buiten, waar diezelfde kunst over gaat. En zo ontstaat er door de routing een verwevenheid tussen
108
kunst en landschap. Het constant veranderende Finse licht, dat een grote rol speelt in de Finse schilderkunst, beïnvloedt de sfeer in het museum. Het licht dat de ruimtes binnendringt door sparingen in de vloer is geïntegreerd met de draagconstructie van het dak en het ontwerp voor de beeldentuin op het dak. De hoofddraagconstructie van de ondergrondse schatkamer bestaat uit in het werk gestorte betonwanden en voorgespannen prefab betonnen liggers. Een materiaal dat past bij de ondergrondse sfeer van de schatkamer. Op de schatkamer zijn losse volumes met elk een eigen functie; entree, restaurant en kantoor. De volumes zijn open en licht en vormen een contrast met de zware plint. Ze bestaan uit houten kolommen en houten liggers. Als het zonlicht doordringt in de Finse bossen levert dat een mooi schouwspel op van licht en schaduwen. We wilden dat er in de ruimten ook zo’n schaduwspel zou ontstaan. Ook wilden we dat er vanuit de ruimten vrij zicht is op de omliggende natuur, terwijl van buitenaf het zicht naar binnen moest worden beperkt. Dit hebben we weten te bereiken door middel van het toepassen van een omgekeerde dragende vliesgevel.
plattegronden^ 109
110
uitzicht analyse^ 111
112
doorsneden^
plattegrond^ 113
O bservatorium N oorder l i c ht is één met de natuur Guus Blom en Derk Sijtsma Ons project staat middenin de natuur. Je kunt er alleen komen door een wandeling te maken van ongeveer twee a drie kilometer dwars door de natuur. Het gebouw faciliteert ‘het zijn in de natuur’. Hier bedoelen we mee dat de natuur centraal staat en de bezoeker ondergeschikt is. Het is een ontwerp voor een observatorium van het Noorderlicht plus hotel in het noorden van Finland. Ons gebouw staat tegen een helling en staat overal minimaal één meter boven de grond, zodat de fragiele vegetatie van de berg niet wordt aangetast. Boven aan de helling staat het observatorium. De route naar boven, ‘de gang’, is drager voor de andere functies, die in eigen gebouwdelen op de gang zijn aangesloten. De logica van de route bepaalt de plek en de hoogte van het gebouwdeel op de berghelling. De hotelkamers hebben een driedeling, die met de berghelling mee omlaag loopt. Vanuit elk punt in de diepe, smalle kamers is er zicht op het bos. Bouwen op een berg bouwt betekent een verschil tussen de vloeren van 25 meter. Omdat het gebouw een meter boven de grond staat kijk je continu onder het gebouw door, waardoor een extra gevel
114
gecreëerd wordt. Dit heeft de plaatsing van de kolommen bepaald. We hebben er voor gekozen om de draagconstructie in het zicht te laten, maar wel zo minimaal mogelijk. De constructie is onderdeel van de architectuur geworden.
115
kop gev el
116
117
48.536 +Peil
P3
46.910 +Peil
P4
44.560 +Peil
P6
P5
OBA
Onderdeel : Schaal : Datum : Status : Tekenaar : :
118
Doorsnede O1 1:50 08-01-2013 Denitief Blom Sijtsma
25.273 +Peil
12 15 11 100 45
275
D2
25.273 +Peil
D8
- Pleisterwerk 5mm - Gips 12mm - OSB18mm - Dampremmende laag - 2x 150mm Isolatie - Swelite H 47*47mm h.o.h. 600mm - OSB 18mm - Waterwerende en dampdoorlatende laag - Spouw tbv vochtafvoer 22mm - Houten gevel platen 19mm
336
D3
- Zinken kraal
D1
24710 +Peil
24.582 +Peil
5
21.180 +Peil
216
D5
184
21.743 +Peil
20.617 +Peil
D4
- Zinken dakbedekking - OSB 18mm - Houten balk 184*50
- Mos 20mm - Substraat 45mm - Drainage 11mm - Beschermlaag 15mm - EPDM 3.1mm - Bitumen 2x6mm - Isolatie 100mm - Dampremmende laag - OSB 18mm - Isolatie op afschot 16mm/m 300mm - Swelite I-ligger MP 90x60mm - Isolatie 2x 150mm - OSB 18mm - Gips 12mm - Pleisterwerk 5mm
D6
50
D7
12
22
24.147 +Peil
12 18 32 5
114
154
18
22 19
100
184
394
G1
G3
G2
119
COLOFON
acknowledgements
Redactie, Editorial Team Jochem Hilhorst, Lieke Koot Ontwerp, Design Amber Peters, Marije Kortekaas derdejaars studenten (steden)bouwkundige vormgeving Coördinatie, Coordination Lieke Koot Engelse vertaling, English Translation Brenda McClean Tekstredactie, Text Editing Hylke van der Zee Druk, Printing Netzodruk, Zwolle Informatie Christelijke Hogeschool Windesheim Afdeling Bouwkunde Uitstroomprofiel (steden)bouwkundige vormgeving Campus 2-6 Postbus 10090 8000GB Zwolle 0031884699911 www.windesheim.nl
120
Information Windesheim University of Applied Sciences Building Engineering Programme Architectural Engineering Specialisation Campus 2-6 P.O. Box 10090 8000GB Zwolle Netherlands +31884699911 www.windesheim.nl