Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle 2de Graads lerarenopleiding Duits Croho: 35193; Variant: voltijd 2de Graads lerarenopleiding Frans Croho: 35196; Variant: voltijd 2de Graads lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Croho: 35388; Variant: voltijd en duaal Visitatiedata:
10 en 11 april 2007
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2007
2/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 9 10 12
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
15 17 21 33 37 40 44
Deel C Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van de door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Eindkwalificaties
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
49 50 57 61 63 69
3/69
4/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Deel A:
Onderwerpen
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
5/69
6/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de tweedegraads lerarenopleidingen Frans, Duits en Gezondheidszorg en welzijn van de Christelijke Hogeschool Windesheim heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in februari 2007, het moment waarop de opleidingen hun gezamenlijke zelfevaluatierapport bij NQA hebben aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleidingen. Dit bezoek vond plaats op 10 en11 april 2007. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: De heer dr.ir. J. Buitink (voorzitter); De heer dr. P.E. Bimmel (domeinpanellid Duits en Frans); Mevrouw drs. M.J.M.P. Leistra (domeinpanellid Gezondheidszorg en Welzijn); De heer J. Snel (studentpanellid); Mevrouw drs. M.E. Voorthuis (NQA-auditor). Mevrouw M.J.E. Wegkamp (junior NQA-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
Bij Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) staan per medio september 2007 16.700 studenten ingeschreven. De hogeschool verzorgt 50 opleidingen en heeft 1500 medewerkers. In 2002 is de hogeschool bestuurlijk gefuseerd met de Vrije Universiteit van Amsterdam. Windesheim profileert zich als een toonaangevend, breed en innovatief kennis- en expertisecentrum dat individuen en mensen in arbeidsorganisaties uitdaagt zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals, die willen
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
7/69
functioneren op hoger professioneel niveau in beroepen en maatschappij. De opleidingen zijn ondergebracht bij tien Schools. De opleidingen Frans, Duits en Gezondheidszorg en welzijn vallen onder de School of Education. De Lerarenopleiding VO/BVE vormt samen met de contractactiviteiten de Marktgroep VO/BVE. Ook de marktgroepen Primair Onderwijs, Speciaal Onderwijs, Kerk en Zorg Docent Beeldende Kunst en Vormgeving en enkele kleine afdelingen maken deel uit van de School of Education. Binnen de School of Education is de directeur eindverantwoordelijk. Hij valt rechtstreeks onder het College van Bestuur van Windesheim. De Marktgroep VO/BVE wordt aangestuurd door een manager met gemandateerde verantwoordelijkheden. Hij wordt ondersteund door een hogeschooldocent en vijf coördinatoren. Deze geven leiding aan het Propedeuseteam, het Hoofdfaseteam, het Afstudeerteam, het Team Afstandsleren en het Team Leerwerktrajecten. De coördinatoren zijn de leidinggevenden van de teamleden. Alle teamleden zijn ook lid van een vakgroep. De vakgroepen worden aangestuurd door de vakgroepvoorzitters. Elke coördinator heeft een aantal vakgroepen in zijn portefeuille en een aantal commissies en/of projectgroepen. De Lerarenopleiding VO/BVE heeft een dagopleiding en een traject afstandsleren. In 2006 telden de opleidingen in totaal 2504 studenten, waarvan 1045 de dagopleiding volgen en 1459 het traject afstandsleren. Er werken in totaal 91 docenten, met een omvang van 74,65 fte s. Bij de lerarenopleidingen Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn waren in 2006 respectievelijk 5 (3,7 fte s), 5 (4,3 fte s) en 6 (3,2 fte s) docenten aangesteld. De opleidingen Frans en Duits hebben alleen een voltijdvariant en de opleiding Gezondheidszorg en welzijn heeft naast de voltijdvariant een duale variant. Cijfers laten zien dat het aantal studenten in de loop der jaren is afgenomen. In 2003 waren dat er 27, in 2004 19, in 2005 veertien en in 2006 acht. Het totale aantal studenten was in 2006 bij Frans 127 (43 dagstudenten en 84 afstandsleren). Bij Duits stonden in 2006 in totaal 119 studenten ingeschreven (48 dagstudenten en 71 afstandsleren) en bij Gezondheidszorg en Welzijn stonden in 2006 in totaal 134 studenten ingeschreven (26 dagstudenten, 8 duale studenten en 108 studenten afstandsleren). In 1979 is de Christelijke Lerarenopleiding Zwolle van start gegaan. In 1986 fuseert de opleiding met een aantal andere opleidingen tot de sector Hoger Pedagogisch Onderwijs van de Christelijke Hogeschool Windesheim. In 2002 zijn de lerarenopleidingen Duits, Frans en Gezondheidszorg en Welzijn gestart. Studenten kunnen deze opleidingen volgen als dagopleiding of via het afstandsleren. Sinds 2005 bieden de tweedegraads lerarenopleidingen VO/BVE afgestudeerde studenten van verschillende richtingen de mogelijkheid om in één jaar een leraarsbevoegdheid te behalen binnen de zogenoemde Kopopleiding. Sinds de oprichting in 1979 zijn er verschillende veranderingen doorgevoerd in de vormgeving van de lerarenopleidingen. Diverse innovatieprojecten zijn uitgevoerd, waaronder het project Educatief Partnership (EPS, 2000 2002). In dit project waren de centrale punten: de omslag van aanbod- naar vraaggestuurd onderwijs, van eindtermen naar competenties en van een standaardaanbod naar maatwerk. Ook hebben de opleidingen in het kader van dit project gewerkt aan kwaliteitsstandaarden. In 1998 levert het Programmanagement Lerarenopleidingen (PML) een gemeenschappelijk curriculum in de vorm van kwaliteitsstandaarden en eindtermen. Het Ministerie van OCW bepaalt echter in
8/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
2001 dat de PML-eindtermen geen gemeenschappelijk ijkpunt zullen zijn voor de inrichting en vormgeving van de lerarenopleidingen. Vervolgens wordt in samenwerking met het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL) een zogenoemd kijkkader ontwikkeld voor de competenties van leraren. Dit kader heeft de basis gelegd voor een nieuwe generatie startbekwaamheidseisen. In aanvulling op de kwaliteitsstandaarden van het PML hebben de lerarenopleidingen in 2002 in ADEF-verband gezamenlijk nieuwe kwaliteitsstandaarden afgesproken, die zijn geformuleerd in Inspiratiebron en meetlat (2002). De opleidingen Frans, Duits en Gezondheidszorg en welzijn zijn in 2002/2003 van start gegaan. In 2004/2005 zijn de opleidingen in het kader van de BAMA vernieuwd en hebben een major-minor model gekregen. In de vernieuwde programma s staat het competentieleren in een vraaggestuurd curriculum centraal. Het curriculum is vormgegeven door middel van kenmerkende beroepssituaties. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in maart 2007 inhoudelijk voor op het bezoek op 10 en 11 april 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleidingen hebben in het zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor het tweedaagse bezoek door het panel, dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er werd materiaal bestudeerd en er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers uit alle drie de opleidingen.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
9/69
Met name tijdens de eerste dag, maar ook tijdens de tweede dag van het bezoek is ter inzage gelegd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in juni 2007 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Het panel had daar een lijst met verbeteracties aan toegevoegd. In de lijst werd bij een aantal facetten een onderscheid gemaakt in aanbevolen en cruciale verbetermaatregelen. Het doorvoeren van de cruciale verbetermaatregelen werd als voorwaarde gesteld om tot voldoende oordelen om de desbetreffende facetten te komen. Eind juni 2007 hebben de voorzitter, de NQA auditor van het panel en de NQA accountmanager van Windesheim op verzoek van de opleidingen een mondelinge toelichting gegeven over de in de lijst beschreven cruciale en aanbevolen verbeteracties. In juli 2007 hebben de opleidingen het panel de in hun ogen feitelijke onjuistheden in het concept facetrapport en de in de verbeterlijst gevraagde informatie en documenten opgestuurd. Naar aanleiding van deze informatie heeft de NQA auditor in overleg met het panel het rapport gewijzigd en aangevuld. In september 2007 heeft NQA het concept totaalrapport naar de opleidingen opgestuurd. Hierop hebben de opleidingen in oktober 2007 gereageerd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices . In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging, die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide)
10/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling bij Gezondheidszorg en Welzijn voor de duale variant afwijkt van de voltijdvariant, wordt dit expliciet vermeld. Indien geen melding wordt gemaakt van verschillen, gelden voor de duale variant bij Gezondheidszorg en Welzijn dezelfde argumenten/oordelen als voor de voltijdopleiding.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
11/69
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Duits Frans
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
Voltijd
Voltijd
Gezheidszorg Voltijd
Welzijn
Goed Goed Goed Positief
Goed Goed Goed Positief
Voldoende Goed Goed Positief
Voldoende Goed Goed Positief
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldaan
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldaan
Goed Voldoende Goed Voldoende Voldoende Voldaan
Goed Voldoende Goed Voldoende Voldoende Voldaan
Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Goed Voldoende Positief
Goed Voldoende Positief
Goed Goed Voldoende Positief
Goed Goed Voldoende Positief
Goed Goed Voldoende Positief
Goed Goed Voldoende Positief
Goed Voldoende Positief
Goed Voldoende Positief
Goed Voldoende Positief
Goed Voldoende Positief
Voldoende Voldoende
Voldoende Voldoende
Voldoende Voldoende
Voldoende Voldoende
Voldoende Positief
Voldoende Positief
Voldoende Positief
Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Voldoende Voldoende Positief
Duaal
Doelstellingen opleidingen Het panel beoordeelt facet 1.1 Domeinspecifieke eisen voor de opleidingen Duits en Frans met een goed en voor de opleiding G en W (de voltijd en duale variant) met een voldoende. De facetten 1.2 en 1.3 worden voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp Doelstellingen van de opleiding is voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) derhalve positief.
12/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Programma Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen HBO, 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma en 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voor de opleidingen Duits en Frans met een voldoende en voor de opleiding Gezondheidszorg en Welzijn (de voltijd en de duale variant) met een goed. De facetten 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.4 Studielast en 2.8 Beoordeling en toetsing worden voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een voldoende beoordeeld. En facet 2.6 Duur beoordeelt het panel voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met voldaan. Het oordeel van het panel over het onderwerp Programma is voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) derhalve positief. Inzet van personeel Het panel beoordeelt de facetten 3.1 Eisen HBO en 3.2 Kwantiteit personeel voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een goed. Het facet 3.3 Kwaliteit personeel beoordeelt het panel voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een voldoende. Het oordeel van het panel over het onderwerp Inzet van personeel is voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) derhalve positief. Voorzieningen Het panel beoordeelt facet 4.1 Materiële voorzieningen voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een goed. Facet 4.2 Studiebegeleiding beoordeelt het panel voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een voldoende. Het oordeel van het panel over het onderwerp Voorzieningen is voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt de facetten 5.1 Evaluatieresultaten, 5.2 Maatregelen tot verbetering en 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een voldoende. Het oordeel van het panel over het onderwerp Interne Kwaliteitszorg is voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) derhalve positief. Resultaten Het panel beoordeelt het facet 6.1 Gerealiseerd niveau en 6.2 Onderwijsrendement voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) met een voldoende. Het oordeel van het panel over het onderwerp Resultaten is voor alle drie de opleidingen (G en W: voltijd en duaal) derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat alle drie de opleidingen Frans, Duits en Gezondheidszorg en welzijn op alle onderwerpen positief scoren. Voor Gezondheidszorg en Welzijn geldt dit zowel voor de voltijd als voor de duale variant. De conclusie is dat het totaaloordeel over alle drie de opleidingen (voor Gezondheidszorg en Welzijn voor zowel de voltijd als de duale variant) POSITIEF is.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
13/69
14/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Deel B:
Facetten
Bij de facetten worden de oordelen per opleiding en variant gegeven. In de tekst en de oordelen wordt bij Gezondheidszorg en welzijn alleen, indien volgens het panel sprake is van relevante verschillen een onderscheid gemaakt tussen de voltijd en de duale variant. Aangezien de opleidingen ook trajecten afstandsleren aanbieden, wordt in de tekst regelmatig een onderscheid gemaakt tussen de door de opleidingen aangeboden dagopleiding en het traject afstandsleren. In de tekst wordt daarnaast regelmatig een onderscheid gemaakt tussen de programma s oude stijl en de programma s nieuwe stijl. Met de programma s oude stijl worden die programma s bedoeld, die in 2002/2003 van start zijn gegaan. In 2004/2005 zijn in het kader van de invoering van de BAMA de opleidingen vernieuwd en hebben een major-minor model gekregen. Indien het over deze programma s gaat, wordt gesproken over de programma s nieuwe stijl.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
15/69
16/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Frans: Duits: G en W:
Goed Goed Voldoende
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Wat betreft de eindkwalificaties maken de opleidingen gebruik van de tien algemene HBO-competenties, die door de hogeschool zijn aangevuld met een elfde competentie: zelfsturing op studie en loopbaan. Deze is vastgelegd in de Windesheim Onderwijs Standaarden. Alle drie de opleidingen voldoen aan de richtlijnen uit de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek en de eisen uit de Wet Beroepen in het Onderwijs (BIO). In het kader van deze wet zijn landelijke bekwaamheidseisen vastgesteld voor leraren, c.q. de beroepsgroep, verenigd in de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL). De door de SBL vastgestelde zogenoemde SBL-competenties (de eindkwalificaties) worden binnen de School of Education gehanteerd als domeincompetenties. De School heeft deze competenties gebruikt voor het ontwikkelen van de onderwijseenheden in de opleidingen nieuwe stijl en vastgelegd in het Opleidings- en Toetskader (december 2006). Het vakinhoudelijk en het vakdidactische programma van de opleiding Gezondheidszorg en Welzijn is gebaseerd op de in 2002 landelijk vastgestelde landelijke competentiekaarten. Met het oog op de huidige ontwikkeling van het competentiegericht opleiden wordt in opdracht van het Algemeen Directeurenoverleg van de Educatieve Faculteiten (ADEF) voor elke lerarenopleiding een Kennisbasis ontwikkeld. Een verschil met de PML-eindtermen is dat de Kennisbasis breder is geformuleerd. Naast kennis van de schoolvakken worden ook kennisvereisten met betrekking tot leren en onderwijzen en de leerling geformuleerd. De generieke delen van de Kennisbasis waren ten tijde van de visitatie al wel vastgesteld, waardoor de Kennisbasis het uitgangspunt vormt voor de onderwijseenheden Beroep . Alhoewel de vakinhoudelijke kennisvereisten nog niet volledig zijn vastgesteld, hebben deze wel al als informatiebron gediend voor de onderwijseenheden Vak . Binnen ADEF is afgesproken dat de Kennisbasis in juli 2007 gereed zal zijn. Deze moet nog uitgewerkt worden in het zogenoemde negenvelden model. Hierin staan beschreven: de kennis van de leerling, de kennis van leren en onderwijzen en de kennis van het vak en interactie met elkaar. Ook de toepassing van de Kennisbasis op theoretisch, methodisch en praktisch niveau en de
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
17/69
verbinding daartussen moet nog nader worden geformuleerd, evenals de toepassing ervan op theoretisch, methodisch en praktisch niveau en de verbinding daartussen. De internationale component van de opleidingen Frans en Duits is terug te vinden in het gebruik van het Europees Taalportfolio, waar deze beide opleidingen mee werken. Voor de opleiding G en W gelden voor het vakinhoudelijke en vakdidactische programma de competentiekaarten, die landelijk in 2002 zijn vastgesteld. Deze zijn echter niet internationaal ingekaderd. Het panel komt daarom voor de opleiding G en W voor de beide varianten tot een voldoende in plaat van een goed.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Frans: Duits: G en W:
Goed Goed Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Zoals al beschreven bij facet 1.1 maken de opleidingen Frans en Duits voor wat betreft de vakspecifieke competenties gebruik van de PML-eindtermen, de SBL competenties en binnenkort de Kennisbasis. De opleiding G en W gaat wat betreft de vakkwalificaties uit van de in 2002 landelijk vastgestelde competentiekaarten. In een matrix geven de drie opleidingen aan hoe de landelijke SBL- eindtermen, die leidend zijn voor de curricula (zie facet 1.1) zijn gekoppeld aan de Dublin Descriptoren. De opleidingen Frans en Duits werken aan de vertaalslag van de Dublin Descriptoren en de landelijke SBL-eindcompetenties naar hun eigen domeincompetenties. Zij hebben het voornemen om dit in het studiejaar 2007-2008 af te ronden. Dit proces wordt aangestuurd door een hoofddocent van de hogeschool. De opleidingen Frans en Duits hebben de competenties die betrekking hebben op de beroepscomponent gerelateerd aan de Dublin Descriptoren. Zij doen dit nu ook voor de vakcomponent. De opleidingen hebben het voornemen om dit in september 2007 af te ronden. De opleiding G en W heeft de landelijke eindkwalificaties uit de Kennisbasis al gerelateerd aan de Dublin Descriptoren. Ook heeft de opleiding G en W in de matrix de competentiekaarten gekoppeld aan de Dublin Descriptoren. In de programma s oude stijl is het startbekwaamheidsniveau van de afgestudeerden bepaald door middel van een aantal gedragsindicatoren, die in het Handboek voor het leertraject in het vierde jaar (de LiO-stage) zijn opgenomen. Deze gedragsindicatoren weerspiegelen het eindniveau van de opleidingen. In de programma s nieuwe stijl wordt het bachelorniveau beschreven in de domeincompetenties. Deze zijn verwoord in termen van complexiteit, transfer en zelfsturing en in overeenstemming met de Windesheim Onderwijs Standaarden. De LiO-stage, die aan het eind van de opleiding is geprogrammeerd, geldt als meesterproef. In deze stage moet de student laten zien dat hij startbekwaam is voor het leraarschap en in staat is om de domeincompetenties te integreren.
18/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Zoals al is vermeld bij facet 1.1 gebruiken de opleidingen Frans en Duits voor de bepaling van hun eindniveau het Europees Taalportfolio en het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader, met als eindniveau C1 voor alle taalvaardigheden, behalve het schrijfniveau. Hiervoor wordt het niveau B2 gehanteerd. Het vakinhoudelijke en didactische programma van de opleidingen Frans en Duits is gebaseerd op de vakspecifieke kwalificaties die zijn opgesteld door het Procesmanagement Lerarenopleidingen (PML). PML publiceerde in 1998 een gemeenschappelijk curriculum voor de tweedegraads lerarenopleidingen. Dit curriculum kent een algemeen deel en een vakspecifiek deel. De hieruit voortgekomen eindtermen zijn voor Frans en Duits ook gebaseerd op het Europees Taalportfolio (1997), dat in 2000 is vastgesteld door de Raad van Europa. Studenten worden in de nieuwe curricula op drie niveaus beoordeeld: het beginnersniveau, het gevorderd niveau en het bachelorniveau. Een competentie moet worden beheerst op het onderliggende niveau, voordat de student een competentie kan afronden op een hoger niveau. De niveauverschillen worden bepaald door de mate van complexiteit, zelfsturing en transfer van de kenmerkende beroepssituatie. Aangezien de SBL-competenties binnen de School of Education gebruikt worden als de leidende domeincompetenties, voldoen deze volgens de opleidingen en het panel ook aan de Dublin Descriptoren.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Frans: Duits: G en W:
Goed Goed Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De landelijke bekwaamheidseisen van SBL zijn vastgesteld als de domeincompetenties van de School of Education (zie facet 1.1 en 1.2). SBL onderscheidt zeven domeincompetenties. Deze zijn afgeleid van vier beroepsrollen: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vak- en didactische en organisatorische beroepsrol. De zeven domeincompetenties hebben betrekking op de aspecten: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerken met collega's, samenwerken met de omgeving en reflectie en ontwikkeling. De School of Education wil startbekwame docenten opleiden voor het tweedegraads gebied, die zich onderscheiden door middel van hun profilering en te herkennen zijn aan hun pedagogische kwaliteit. De student moet aan het eind van de opleiding kunnen handelen in de meest voorkomende situaties van de beroepspraktijk.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
19/69
Studenten worden als startbekwaam beschouwd als zij de zeven domeincompetenties van de opleiding succesvol op het bachelorniveau afsluiten. Als werknemers wordt vervolgens van hen verwacht dat ze deze competenties onderhouden en verder ontwikkelen. De vakspecifieke kwalificaties van Frans en Duits zijn gelegitimeerd door het werkveld door middel van de PML-eindtermen en het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader en het Europees Taalportfolio. Deze worden in toenemende mate ook door het werkveld gebruikt. Frans en Duits gebruiken voor de bepaling van het eindniveau van de taalvaardigheden niveau C1 en voor de bepaling van het eindniveau van de schrijfvaardigheid B2. Het eindniveau van het vakspecifieke deel van de opleidingen Frans en Duits wordt voorgeschreven door de Kennisbasis. Duits gebruikt de toetsen van het Goethe Instituut. Frans onderzoekt de mogelijkheid om de DALF toetsen te gebruiken. De vakspecifieke kwalificaties van de opleiding Gezondheidzorg en Welzijn zijn gelegitimeerd door het werkveld met behulp van zogenoemde competentiekaarten. Deze zijn ontwikkeld op basis van werkveldonderzoek in de basisvorming, VMBO en BVE. De HBO-raad stelt in haar Bestuurscharter van 2006 dat in het VO/BVE behoefte is aan verschillende typen leraren, die naast elkaar kunnen functioneren en die elkaar qua expertise aanvullen. Deze expertise kan worden gerealiseerd door profilering, die gericht is op verdieping van vakinhoudelijke vorming, beroepspraktijkvorming of zorgontwikkeling. De uitstroomprofielen, die hierbij aansluiten zijn overgenomen door de School of Education. De nieuwe onderwijsprogramma s bieden mogelijkheden in de verbredende en verdiepende minoren om deze profilering te realiseren. Het werkveld moet, zoals al beschreven bij facet 1.1, in afwachting van de afronding de landelijke Kennisbasis nog valideren. Het ADEF heeft de verantwoordelijkheid voor de organisatie ervan bij de opleidingen gelegd. Zij organiseerde in 2007 een eigen validatie met het werkveld, waarbij de Onderwijsadviesraad en docenten uit het werkveld van verschillende vakken een belangrijke rol spelen. De School of Education heeft het opleidingskader en de Kennisbasis in een validatiecongres ter validering voorgelegd aan een forum, bestaande uit studenten, alumni, docenten uit het VO/BVE veld en een (vak)didactische wetenschapper. Ten tijde van de visitatie was er nog geen verslag van het validatiecongres beschikbaar. Uit gesprekken met het management bleek echter dat de teneur bestond uit instemming van het werkveld. Het werkveld adviseerde om enkele kleine aanpassingen door te voeren.
20/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de oude curricula zijn de onderwijseenheden voor het (hoofd)vak in de eerste drie jaren geprogrammeerd. Het vierde jaar is bedoeld voor verbreding en verdieping en het afsluitende leerwerktraject, de LiO-stage. In de curricula nieuwe stijl bestaan de programma s uit een verplichte major van 120 EC, een verdiepende minor van 60 EC en tweemaal een verbredende, keuzeminor of pre-master van elk 30 EC. Het aantal minoren is uitgebreid. Door de keuze van de minoren geeft de student vorm aan één van de drie uitstroomprofielen: de vakinhoudelijke vorming, de beroepspraktijkvorming of de zorgontwikkeling. Deze uitstroomprofielen zijn recentelijk op basis van ontwikkelingen in de arbeidsmarkt vastgesteld door de HBO-raad (zie ook facet 1.3). Het panel heeft enige zorg over de vraag of de verbredende minoren niet ten koste gaan van de vakinhoud. Het management erkende tijdens het bezoek een zekere spanning hiertussen. Echter, volgens de opleidingen wordt de student in de gelegenheid gesteld vakinhoudelijke kennis en vaardigheden te verwerven als hij kiest voor het uitstroomprofiel vakinhoudelijke vorming. Zowel in de oude als in de nieuwe curricula wordt in de onderwijseenheden recente en relevante literatuur gebruikt en wordt gewerkt met actueel studiemateriaal en actuele opdrachten. In de opleiding Duits wordt veelal gewerkt met Duitstalige literatuur en in de opleiding Frans met Franstalige literatuur. Het panel beoordeelt de literatuur als actueel. In de opleiding G en W wordt in hoofdzaak gewerkt met Nederlandstalige literatuur. Blackboard wordt gebruikt als digitale leeromgeving, maar moet nog verder worden ontwikkeld, zo heeft het panel vastgesteld. Nog niet alle studenten en docenten blijken hier goed mee om te kunnen gaan. De opleidingen hebben volgens het panel aantoonbare verbanden met de beroepspraktijk. Belangrijk hierbij zijn de leerwerktrajecten (LWT), die door de hele opleiding heen zijn geprogrammeerd. Studenten geven samen met begeleiders van de stageschool en de opleiding vorm en inhoud aan deze leerwerktrajecten. Alle docenten
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
21/69
begeleiden studenten tijdens de leerwerktrajecten en houden zo contact met het werkveld. Hiervoor is 12,5% van hun aanstelling beschikbaar. Op 35 scholen in de omgeving van Zwolle worden docenten als relatiebeheerders ingezet om de samenwerking met scholen vorm te geven. Verder hebben de opleidingen in het kader van de relatie met het beroepenveld een Onderwijsadviesraad en een Beleidsraad, waarin vertegenwoordigers uit het werkveld zitten. Met name de Onderwijsadviesraad heeft, gezien haar functie om de opleidingen te adviseren ten aanzien van het primaire proces, invloed op de inhoud en vorm van het curriculum. Het panel heeft enkele leden van de Onderwijsadviesraad gesproken en heeft vastgesteld dat zij daadwerkelijk betrokken zijn geweest bij de vormgeving van de nieuwe curricula. Naast de contacten met de 35 scholen hebben de opleidingen hechtere samenwerkingsverbanden met vier scholen voor voortgezet onderwijs en een ROC. Er loopt thans een Diepte-pilot Opleidingsschool en een project Opleiden in de School-2e tranche. In deze trajecten worden afspraken gemaakt met de scholen over de wijze waarop studenten opgeleid worden en over de rol en verantwoordelijkheden, die de scholen daarin hebben. De School of Education werkt aan een implementatieplan om opleiders, studenten, werkveld en andere externen gezamenlijk toepassingsgerichte, probleemoplossende en innoverende kennis ten behoeve van de beroepspraktijk en de beroepsopleidingen te laten ontwikkelen. Eén van de middelen die hiervoor wordt ingezet zijn de zogenoemde kennistafels. Ook is het werkveld betrokken bij de ontwikkeling van de verbredende minoren in de nieuwe programma s. Lectoraten worden op Windesheim niet toegewezen aan een specifieke opleiding. Opleidingen van de School of Education maken gebruik van het lectoraat met betrekking tot de Pedagogische opdracht van Windesheim. De invloed van het lectoraat en de bijbehorende kenniskring op de curricula is volgens het management op dit moment nog mager. Er zijn afspraken gemaakt om de relatie tussen de opleiding en het lectoraat te versterken. Zo loopt er een pilot in de lerarenopleiding Engels, waarin het door de kenniskring ontwikkelde materiaal wordt gebruikt. De opleidingen zijn van mening dat hun programma s actueel zijn en aansluiten bij de actuele beroepspraktijk. De werkvormen en het studiemateriaal stimuleren de zelfsturing van het leerproces van de student, met name door uit te gaan van een actieve vorm van kenniswerving door de student. De opleidingen Duits en Frans richten zich voor wat betreft het cultuuronderwijs in het geval studenten deficiënties hebben op het verwerven van feitenkennis. Verder besteden zij in het kader van het cultuuronderwijs aandacht aan het ontwikkelen van een leessmaak, een intercultureel bewustzijn, het leren ervaren van andere culturen, het verbreden van de horizon en het relativeren van de eigen cultuur. Het taalvaardigheidsonderwijs bestaat uit de training van lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid. Daarnaast ligt er een vrij zwaar accent op het oefenen van morfologie en syntaxis. Van het leren van de taal door middel van het gebruik ervan voor communicatieve doelen in geïntegreerde, levensechte settings is niet expliciet sprake, noch in de opleiding oude stijl, noch in de nieuwe opzet. Dit impliceert dat er weinig mogelijkheid is om congruent leren plaats te laten vinden, waardoor de opleidingen wat dit betreft niet model kunnen staan voor het lesgeven op
22/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
de scholen of voor de opdracht die volgens het leerplan aan de studenten wordt gegeven om geïntegreerde leertaken voor leerlingen te ontwerpen. Dit is volgens het panel jammer, te meer daar er in het MBO en in toenemende mate in het VMBO de task-based approach een steeds grotere rol gaat spelen. Verderop in de nieuwe opleiding worden echter vaker gesimuleerde of authentieke beroepstaken als studieactiviteit ingezet. Wel vervullen studenten in de colleges regelmatig de rol van docent, bijvoorbeeld in simulatievorm. Ook voeren zij taken uit die betrekking hebben op het leidinggeven aan groepen of het hanteren van methodieken, waarbij zij hun studiegenoten op hun eigen niveau aanspreken. Docenten expliciteren in hun lessen in het kader van het congruente leren zoveel mogelijk wat en waarom ze iets doen. Voor het afstandsleren bestaat het aanbod van minoren in het programma oude stijl uit een bijvak en een minor onderwijskundig leiderschap. In het vernieuwde programma is het aanbod van minoren bij het afstandsleren gelijk aan dat van de dagopleiding. De studenten benutten de profileringsruimte onder andere door te werken aan authentieke opdrachten, die door het werkveld worden geformuleerd (didactische specialisatie). Het panel vraagt zich af waarom er bij het afstandsleren Duits niet vaker gebruik wordt gemaakt van Fernstudieneinheiten, die zijn ontwikkeld in opdracht van het GoetheInstituut. Ten tijde van de ontwikkeling van de cursus Deutsch als Fremdsprache was Fertigkeit Sprechen echter uitverkocht. Hierom maakt de opleiding gebruik van vervangende literatuur, waar zij zelf studiewijzers, opdrachten en uitwerkingen van opdrachten aan toevoegen, om zo studenten in de gelegenheid te stellen er zelfstandig mee aan de slag te gaan. Een ander punt van zorg met betrekking tot het studieprogramma van het afstandsleren is het onderwijsmateriaal voor de taalverwerving. Het materiaal lijkt ontwikkeld te zijn vanuit een primair leerstofgerichte benadering en lokt volgens het panel bij de student in onvoldoende mate leeractiviteiten uit die hem de gelegenheid bieden zich te bekwamen in de diverse in het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader vastgelegde taalhandelingen. Het panel beoordeelt het programma van de opleiding G en W als actueel. Het sluit goed aan bij de beroepspraktijk. De onderwijseenheden zijn expliciet gerelateerd aan wat de beroepspraktijk vraagt, zowel qua onderwerpen en vakinhoud als qua onderwijskunde en didactiek. Gedurende de hele opleiding worden de beroepstaken uit de praktijk als uitgangspunt genomen. Het panel beoordeelt de opleidingen Duits en Frans met een voldoende en geen goed, met name vanwege het feit dat de leeractiviteiten bij deze opleidingen onvoldoende leeractiviteiten uitlokken bij de studenten, zodat zij zich kunnen bekwamen in de diverse in het gemeenschappelijk Europese Referentiekader vastgelegde taalhandelingen. Een ander argument is dat de opleidingen Duits en Frans niet expliciet genoeg en wat laat in de opleiding het congruent leren toepassen.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
23/69
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De programma s oude stijl zijn opgebouwd uit drie fasen met elk een eigen thema. De drie fasen zijn: de propedeuse (jaar1), de hoofdfase (jaar 2 en 3) en de afstudeerfase (jaar 4). In de propedeuse is de oriëntatie op het beroep en vak het belangrijkste thema. In de hoofdfase is het belangrijkste thema in het tweede jaar: ik als leraar en in jaar drie: ik en de leerling . In de afstudeerfase is het thema: zelfstandig lesgeven als Leraar in Opleiding (LiO) . In de programma s oude stijl nemen de domeincompetenties en de vakspecifieke competenties een centrale plaats in. Studenten werken gedurende de hele opleiding tijdens het leerwerktraject aan hun domeincompetenties. De vier onderscheiden leerwerktrajecten (LWT) kennen een opbouw in niveau: LWT1: zicht krijgen op het beroep, LWT2: ontdekken van ik als leraar , LWT3: oog krijgen voor leerlingen en LWT4: zelfstandig als leraar functioneren. Ook de beroepspraktijklijn en PPO hebben deze opbouw qua niveau. Beide leerlijnen sluiten zoveel mogelijk aan bij de thema s van de LWT s. Voor de opleidingen Frans en Duits geldt voor de vaklijn dat in de propedeuse de vraag centraal staat of de student in staat is om zich de specifieke vakkennis en vaardigheden eigen te maken. In de hoofdfase dient hij de vakcompetenties verder te ontwikkelen. De vaklijn wordt aan het eind van het derde jaar afgesloten. Indien de student dat wenst kan hij zich in de afstudeerfase verder profileren op zijn vakgebied. Voor de opleiding G en W is per vakcompetentie een onderwijseenheid ontwikkeld, die is gericht op kennis en vaardigheden. In het leerwerktraject passen de studenten de kennis, vaardigheden en attitudes toe. In de studiegidsen van de oude programma s staan de leerdoelen beschreven. Voor de nieuwe programma s staan deze in de digitale onderwijscatalogussen. In de nieuwe programma s worden de zeven onderscheiden domeincompetenties bereikt door de major en de verdiepende minors. Gewerkt wordt met Beroepstaken en Kenmerkende Beroeps Situaties (KBS). Deze zijn opgebouwd uit een aantal onderwijseenheden Vak en Beroep . De doelstellingen van deze onderwijseenheden zorgen ervoor dat voor Frans en Duits alle PML eindtermen/Kennisbasis en voor G en W de competentiekaarten gedekt zijn en zoveel mogelijk aansluiten bij de betreffende kenmerkende beroepssituatie.
24/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Binnen de studieloopbaanbegeleiding in de programma s nieuwe stijl werken studenten aan beroepstaken die betrekking hebben op de zevende domeincompetentie (reflectie en ontwikkeling). Deze neemt ook een belangrijke plaats binnen PPO in de programma s oude stijl . De opleidingen bieden studenten de mogelijkheid om zich door middel van verbredende minoren in bepaalde competenties te specialiseren. De major van alle drie de opleidingen is concentrisch opgebouwd. Bij de beroepstaken en de onderwijseenheden Beroep is de opbouw in het niveau het meest zichtbaar. Op een hoger niveau worden beroepstaken meer open geformuleerd en wordt er ruimte gecreëerd voor eigen leervragen. Het panel is van oordeel dat de nieuwe curricula qua opzet een duidelijke verbetering zijn ten opzichte van de oude programma s wat betreft de mogelijkheden om de eindcompetenties te kunnen realiseren. Met name de POP s en het actieonderzoek komen in de nieuwe curricula beter aan bod. Het panel is hierover te spreken. Het panel baseert zich bij deze constatering op de documenten die zij tijdens het bezoek heeft ingezien en op het gesprek dat zij met docenten heeft gevoerd. Het panel heeft in het oordeel voldoende op dit facet meegewogen dat de mogelijkheden, die de nieuwe programma s bieden om de eindcompetenties te realiseren voor alle drie de opleidingen een verbetering zijn ten opzichte van de oude opleidingen oude stijl.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De examencommissie heeft de taak om de samenhang van de programma s (de profilering) van de studenten te bewaken. Horizontale samenhang in de oude programma s wordt gerealiseerd door middel van de jaarthema s en leerlijnen. In de LWT s, PPO en de beroepspraktijklijn staat in elke fase steeds een thema centraal. In de nieuwe programma s is de samenhang verder versterkt door in elke periode een KBS met de bijbehorende domeincompetenties centraal te stellen. Studenten werken in de beroepspraktijk aan beroepstaken die passen binnen de betreffende KBS. Hier parallel aan worden onderwijseenheden Vak en Beroep aangeboden. Studenten kiezen hun minoren op basis van hun POP, dat zij elk half jaar schrijven. De keuze van de minoren bepalen zij mede aan de hand van hun uitstroomprofiel. Het POP dient te worden goedgekeurd door de examencommissie, om zo de samenhang in het programma te borgen. Als er onvoldoende samenhang uit het POP blijkt, zal de examencommissie de gekozen minor niet goedkeuren en de student adviseren een andere keuze te maken.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
25/69
Bij Frans en Duits vraagt het panel zich af of datgene wat in de onderwijseenheden en de thema s aan de orde komt wel voldoende toepasbaar is in de KBS en dus voldoende samenhang heeft. In het programma van G en W heeft het panel wel een samenhang geconstateerd tussen de onderwijseenheden en de KBS-en. In de nieuwe curricula zal de samenhang binnen de onderwijseenheid Beroep , die door verschillende disciplines wordt ontwikkeld, onder andere geborgd worden door de toetsing. In het cursusjaar 2007-2008 wordt hier een begin mee gemaakt. Verticale samenhang in zowel de oude, als de nieuwe programma s wordt gerealiseerd door een steeds hoger niveau na te streven. Een ander element dat zowel in het oude als het nieuwe programma zorgt voor samenhang is het feit dat docenten uit de verschillende disciplines regelmatig overleg voeren om inhouden op elkaar af te stemmen. Het panel komt op basis van haar opmerking over de toepasbaarheid van de in de onderwijseenheden en de thema s behandelde stof in de KBS bij de opleidingen Frans en Duits tot het oordeel voldoende. Voor de opleiding G en W geeft zij een goed op dit facet.
Facet 2.4
Studielast
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studielast van de programma s oude stijl en nieuwe stijl is evenwichtig verdeeld over de vier perioden van elk jaar. Elk jaar bestaat uit 60 EC en elke periode uit 15 EC. De indeling van de programma s van het afstandsleren is dezelfde. Echter, de studielast voor deze groep studenten is niet gebonden aan vaste perioden. De opleidingen bepalen de studielast met behulp van de duur en de complexiteit van de leeractiviteiten. Onder de leeractiviteiten worden bijeenkomsten, literatuur, opdrachten, afronding en dergelijke verstaan. Elke periode krijgen de studenten de mogelijkheid om onderwijseenheden te herkansen (tot tweemaal per jaar). Hierdoor worden zij in de gelegenheid gesteld om in eigen tempo onderwijseenheden af te ronden. Een niet afgerond onderdeel heeft geen gevolgen voor toelating tot een volgende onderwijseenheid. Echter, in de programma s nieuwe stijl moeten de onderwijseenhedenberoepstaken en -beroepsproducten op een lager niveau zijn afgerond, wil men deze op een hoger niveau kunnen afronden en voor Duits en Frans geldt dit ook voor de onderwijseenheden op het gebied van taalvaardigheid. De opleidingen hanteren voor de studenten van de dagopleiding een bindend negatief studieadvies van 45 EC aan het eind van het eerste jaar van inschrijving.
26/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Er zijn regelingen voor studenten met functionele beperkingen of persoonlijke omstandigheden. Uit de resultaten van de propedeuse-enquête voor de dagstudenten blijkt dat 70% niet tevreden is met de verdeling van de studiebelasting over het cursusjaar. Uit het gesprek met de studenten oude stijl blijkt dat dit met name geldt voor deze studenten (die de programma s oude stijl volgen). Zij ervaren veel piekbelasting. Volgens het management wordt dit veroorzaakt door het niet behalen van meerdere tentamens en het niet op tijd inleveren van de dossiers. De studenten Frans lichtten dit toe door erop te wijzen dat het ene blok heel weinig en het volgende blok te veel stof omvat. Tot op heden is nog niets aan deze klacht gedaan. Studenten noemen het goed kunnen plannen van groot belang. Indien er een les uitvalt, bijvoorbeeld door ziekte wordt deze zoveel mogelijk door een collega overgenomen. Zij noemden de opleidingen goed te doen en werkbaar. Voor wat betreft het afstandsleren hanteert de opleiding geen deadlines. De studenten afstandsleren bepalen zelf hoe zij het programma indelen. De opleiding heeft verschillende middelen om de studievoortgang te bevorderen, zoals extra begeleiding, meerdere tentamenkansen per jaar en meerdere startzaterdagen per jaar. Het panel is er niet van overtuigd dat deze maatregelen voldoende garantie bieden om een goede studievoortgang te waarborgen (zie ook facet 2.5). De opleiding heeft in het kader van een betere spreiding van de studielast voor de opleidingen nieuwe stijl een aantal maatregelen getroffen. Zo is de BNS-regeling aangescherpt en voor dossiers gelden thans dezelfde herkansingsmogelijkheden als voor tentamens, namelijk maximaal tweemaal per jaar. Tevens worden in het kader van de spreiding van de studielast in de nieuwe programma s meer tentamens afgenomen. En de SLB-docent spreekt de studenten minstens driemaal per jaar aan op zijn, haar studievoortgang. Het panel komt echter op basis van het feit dat de studenten vinden dat de studielast nog niet goed is gespreid en omdat er voor de studenten afstandsleren geen deadlines zijn tot het oordeel voldoende in plaats van goed.
Facet 2.5
Instroom
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleidingen geven voorlichting aan aankomende studenten tijdens open dagen, de website, brochures, advertenties, beurzen en onderwijsmarkten. Ook geven zij voorlichting op middelbare scholen en organiseren zij groepsbezoeken voor aspirantstudenten aan de opleidingen.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
27/69
Voor de studenten van de dagopleidingen wordt er aan het begin een introductieweek georganiseerd. Hierin worden zij geïnformeerd over de organisatie van het onderwijs en wordt aandacht besteed aan ICT. Studenten voor het afstandsleren worden geworven via de kanalen van de LOI. Dit gebeurt vooral via advertenties, brochures gericht op het afstandsleren en voorlichtingsavonden. Bij deze voorlichting worden studenten ingezet. De studenten afstandsleren krijgen vier keer per jaar een startzaterdag aangeboden, waarin zij kunnen kennismaken met de opleiding. De toelatingseisen voor de opleiding zijn helder geformuleerd in het Studentenstatuut. De vooropleidingseisen zijn: een havo/vwo opleiding of een mbo-opleiding. Studenten die ouder zijn dan 21 jaar en niet voldoen aan de toelatingeisen komen in aanmerking voor een 21+ toets. Voor Frans en Duits geldt dat alle havo-profielen aangevuld moeten zijn met Frans 1,2, respectievelijk Duits 1,2. Het kan voorkomen dat studenten, ondanks dat zij zijn toegelaten op basis van de formele toegangseisen, deficiënties hebben op bepaalde onderdelen. Bij Duits en Frans worden deze in kaart gebracht door diagnostische toetsen op het gebied van taalvaardigheid af te nemen. Deze toetsen kunnen zowel bij de dagstudenten als bij de studenten afstandsleren worden afgenomen. Volgens de opleidingen hebben de studenten afstandsleren minder deficiënties op het gebied van de taalvaardigheid dan de dagstudenten. Op basis van eerdere opleidingen en ervaringen kunnen studenten vrijstellingen krijgen voor bepaalde onderwijseenheden en leerwerktrajecten. De vrijstellingsverzoeken worden door de examencommissie beoordeeld, die daarin wordt geadviseerd door de commissie vrijstellingen en de vakgroepvoorzitters. De EVC-procedure is nog in ontwikkeling. In januari 2007 is een EVC-coördinator benoemd die dit proces moet sturen. Uit het gesprek met het management bleek dat de EVC-procedure voor zijinstromers met name betrekking heeft op de beroepscompetenties. De nieuw te ontwikkelen EVC-procedure zal gaan bestaan uit assessments, waarin de kandidaat kan aantonen hoe competent hij al is, wat betreft zijn kennis, vaardigheden en attitude. De opleidingen stellen vanaf het begin bepaalde eisen aan de aankomende docenten . Zij moeten beschikken over een positieve attitude, een actieve en zelfstandige leerhouding en een kritische, ontwikkelingsgerichte benadering van het leerproces (de zogenoemde doorgroeicompetentie). Bij eerstejaars studenten wordt om het startniveau vast te stellen een nulmeting gehouden. Deze nulmeting is voor studenten noodzakelijk om te kunnen bepalen waarin zij zich verder moeten ontwikkelen. Het is een onmisbaar instrument voor het opstellen van hun POP. Het panel heeft deze meting in orde bevonden. Indien blijkt dat studenten een te laag instapniveau op het vakgebied hebben, zijn er geen mogelijkheden tot bijscholing of deficiëntieprogramma s. Het panel vindt dit een gemis, met name omdat studenten aangaven hier behoefte aan gehad te hebben. De opleidingen hebben wel het voornemen om studenten extra mogelijkheden aan te bieden op het gebied van de Nederlandse taal. Vanaf het cursusjaar 2007-2008 wordt een programma aangeboden om deficiënties op dit terrein weg te werken. Dit programma is versneld van start gegaan in april 2007. Hiervoor is in Blackboard een module Beheers je taal ingericht. De opleidingen hebben op verzoek van het panel
28/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
documentatie over de EVC-procedure toegezonden. Hierin is algemene informatie opgenomen over de EVC-procedure en het portfolio. De opleidingen hebben tevens een overzicht van EVC kandidaten toegevoegd. Uit het gesprek van het panel met de studenten komt naar voren dat de opleidingen voldoen aan hun verwachtingen. De studenten afstandsleren Frans gaven aan dat er veel uitval plaatsvindt. Zij gaven als reden dat het niveau vrij hoog ligt en er geen deadlines worden gesteld. Er wordt veel zelfdiscipline vereist. Ook gaven deze studenten aan dat het een pré is om al iets van de taal te weten. De studenten afstandsleren Duits waren het hiermee eens. Voor de studenten afstandsleren is er met betrekking tot de deficiënties in de programma s oude stijl het POP. Hierin analyseren studenten hun beginsituatie door zogenoemde inzendopdrachten, die van feedback worden voorzien door de PPO docent. In het programma nieuwe stijl krijgt elke student een studieloopbaanbegeleider toegewezen, die de student individuele begeleiding geeft. Het panel geeft het oordeel voldoende en geen goed op dit facet, met name vanwege het feit dat er onvoldoende mogelijkheden zijn bij de start van de opleidingen om deficiënties weg te werken.
Facet 2.6
Duur
Frans: Duits: G en W:
Voldaan Voldaan Voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De programma s oude stijl bestaan uit een propedeusefase van 60 EC, een hoofdfase van 120 EC en een afstudeerfase van 60 EC. Aan het eind van de studie zijn 240 EC behaald. Dit staat gelijk aan 6720/6400 studiebelastingsuren. In de nieuwe programma s bestaat het onderwijs uit een major van 120 EC, een verdiepende minor van 60 EC en tweemaal een verbredende, keuzeminor of pre-master van elk 30 EC. Ook in de nieuwe programma s heeft de student aan het eind 240 EC behaald.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
29/69
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het didactische concept wordt in de programma s gerealiseerd door nadruk te leggen op de verbinding tussen het werkplekleren en het leren op het instituut. Belangrijk hierin zijn de leerwerktrajecten, waarbij studenten een POP en portfolio bijhouden om in toenemende mate hun eigen ontwikkeling te sturen. Ten tweede spelen de beroepsgerichte modules een belangrijke rol; deze sluiten aan op de leerwerktrajecten en ten derde de toepassingsgerichte vakmodules. Tot slot worden studenten begeleid bij hun persoonlijke en professionele ontwikkeling door middel van een PPO. In de programma s nieuwe stijl staat het competentiegerichte- en vraaggestuurde onderwijs centraal en in lijn hiermee de kenmerkende beroepssituaties. Beroepstaken, onderwijseenheden en studieloopbaanbegeleiding worden in onderlinge samenhang aangeboden. Zowel in de oude als in de nieuwe programma's hanteren de opleidingen werkvormen, die studenten stimuleren tot actief en zelfstandig leren en reflectie en die aansluiten bij de doelstellingen van de betreffende onderwijseenheid. Voor G en W geldt dat studenten in het begin van de onderwijseenheden sturende opdrachten krijgen met leesopdrachten en verwerkingsvragen; later krijgen ze grotere opdrachten met meer ruimte voor het bepalen van een eigen leerroute. De studiewijzers zijn in het begin van de opleiding tamelijk voorgestructureerd. Studenten trainen praktische en communicatieve vaardigheden, werken met simulatie cliënten uit instellingen, verdiepen zich in theoretische achtergronden, maken lesvoorbereidingen en werkstukken. Studenten analyseren hun eigen gedrag en kennisniveau en bepalen aan de hand daarvan wat hun leerdoelen voor de komende periode zijn. Het congruente leren is met name in de taalverwervingsprogramma s een belangrijk ontwikkelpunt in de opleidingen. De bedoeling hiervan is dat gewerkt wordt met een dubbele bodem . Dat wil zeggen dat de taalverwervingsdidactiek in de opleiding model staat voor de wijze waarop de studenten zelf les gaan geven in het VO. Het panel is te spreken over de aandacht die thans wordt besteed aan de invoering van vormen van een task-based approach, maar vindt dat er in de opleidingen Frans en Duits (te) laat in de opleiding aandacht aan wordt besteed (zie ook facet 2.1). Bij het afstandsleren maken de opleidingen gebruik van papieren modules, boeken en inzendopgaven. Deze worden geleidelijk aan vervangen door Blackboard. Deze leeromgeving biedt met name voor deze doelgroep meer didactische- en communicatiemogelijkheden. Het panel is het hiermee eens. Er zijn diverse contactdagen waarop studenten afstandsleren elkaar ontmoeten en onder begeleiding
30/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
van een docent actief werken aan doelen en inhouden van de bijbehorende onderwijseenheid. Vanwege het feit dat het congruente leren (te) laat in de opleidingen Frans en Duits wordt toegepast komt het panel voor deze opleidingen tot het oordeel voldoende. In de opleiding G en W komt het congruente leren eerder in het programma aan bod. Het panel komt op basis hiervan voor deze opleiding tot het oordeel goed.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het toetsbeleid van de School en de opleidingen is gebaseerd op het toetsbeleid van Windesheim. Onlangs hebben de opleidingen voor hun nieuwe opleidingen het toetsbeleid herzien, dat is beschreven in het Opleidings- en Toetskader School of Education 2006-2010. Er is een toetscommissie, die een adviserende rol ten aanzien van het toetsbeleid heeft en concrete richtlijnen voor de toetsing en de beoordeling formuleert. Zij dient de kwaliteit van de toetsing te bewaken. Het toetsbeleid van de programma s oude stijl is beschreven in het document: Toetsbeleid lerarenopleiding VO BVE (ongedateerd). De oude opleidingen kennen drie leerlijnen: de vaklijn, de beroepspraktijklijn en de reflectielijn. In de vaklijn wordt voor een groot deel getoetst of de opleiding de bijbehorende doelen behaalt. In de beroepspraktijklijn worden de doelen, zowel op de opleiding getoetst (hierbij wordt gekeken naar de kennis, vaardigheden en attituden) als tijdens het leerwerktraject (hier wordt altijd competentiegericht getoetst). De criteria voor de toetsen staan vermeld in de studiegidsen. In de nieuwe opleidingen staan in de toetsing het didactisch concept en de kenmerkende beroepssituaties centraal. In elke kenmerkende beroepssituatie reflecteert de student op zijn ontwikkeling aan de hand van beroepstaken. In het portfolio moet de student laten zien dat hij de competenties beheerst. In de ondersteunende onderwijseenheden moet hij aantonen zich de kennis en vaardigheden te hebben eigengemaakt. Hiervoor worden passende toetsen gebruikt. In de nieuwe opleiding staan de criteria voor de toetsen vermeld in de Digitale Onderwijs Catalogus (DOC). De beoordelingscriteria en procedures dienen vooraf bekend te zijn bij de studenten en er dient altijd feedback te worden gegeven. Deze wordt georganiseerd door middel van inzagemomenten, nabesprekingen of een uitgebreide feedback. In het oude programma waren beoordelingscriteria volgens het studentenpanel niet altijd vooraf bekend, in het nieuwe programma zijn deze duidelijk beschreven.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
31/69
De opleidingen maken zowel in de oude als de nieuwe programma s gebruik van diagnostische toetsen. Deze stellen de student in de gelegenheid zijn kennis- en vaardigheidsniveau bij te stellen. De leerwerktrajecten worden altijd door minstens twee beoordelaars beoordeeld, de coach op stageschool en de leerwerkbegeleider van Windesheim. De opleidingen Frans en Duits hebben in de vaklijn gekozen voor een geleidelijke opbouw van kennis- en vaardighedentoetsen in de propedeutische fase naar meer competentiegericht toetsing in de hoofdfase. De opleiding Gezondheidszorg en Welzijn hanteert vier vormen van toetsing: vaardigheidstoetsen, verdiepingsopdrachten, tentamens en integratieopdrachten. De opleidingen streven er naar dat feedback op de ontwikkeling van toetsen wordt gegeven door tenminste één andere collega. Door de toetscommissie wordt hier controle op uitgeoefend. In mei 2007 zal de commissie met concrete richtlijnen voor toetsconstructie en beoordelingsprocedures komen. Met ingang van het cursusjaar 2007-2008 hebben de opleidingen het voornemen om een digitaal studentportfolio in te voeren. Het panel heeft tijdens het bezoek toetsen gezien en vindt deze van een voldoende HBO-niveau. Uit het gesprek met de studenten komt naar voren dat zij tevreden zijn over de toetsing. Over het algemeen zeggen de studenten goed op de hoogte te zijn van wat er getoetst wordt en welke criteria worden gehanteerd. Ook vinden zij de toetsen voldoende gevarieerd en zijn zij tevreden over de feedback. Het panel heeft tijdens het bezoek gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de borging van de kwaliteit van de coaches in de opleidingsscholen. De opleiding heeft hierover na het bezoek op verzoek van het panel informatie opgestuurd. Deze is beschreven in de volgende documenten: Informatiebrochure van de School of Education: Opleiden in de school. Samen opleiden, voortgezet onderwijs (september 2006), Overzicht van trainingen Begeleidingsvaardigheden op scholen 2006-2007, Overzicht van trainingsactiviteiten in het kader van opleiden in de school). Het panel is van oordeel dat de opleidingen goed op weg zijn om deze borging vorm te geven. Het panel stelt tevens vast dat de opleidingen op de goede weg zijn met hun toetsbeleid en met hun beleid ten aanzien van de borging van kwaliteit van de coaches in de opleidingsscholen. Het panel is echter van oordeel dat de borging van kwaliteit van de stage door de coach in de nieuwe programma s nog verder moet worden ontwikkeld. Het panel komt mede op basis van dit argument tot het oordeel voldoende.
32/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Frans: Duits: G en W:
Goed Goed Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Dertien van de zestien docenten van de drie opleidingen hebben recente en relevante werkervaring in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. De opleiding stelt bij de werving van nieuwe docenten deze eis, die staat beschreven in het protocol voor sollicitatiegesprekken. 12,5% van de taakomvang van iedere docent is gereserveerd voor het begeleiden van studenten in de leerwerktrajecten. Zo komen zij in aanraking met de beroepspraktijk. Ook komen zij regelmatig in aanraking met de ontwikkelingen in het veld door contact met vakcoaches. Hierdoor kunnen zij hun kennis van het veld actueel houden. De docenten bevestigden dit in het gesprek met het panel. Een deel van de docenten, zeven in totaal, is relatiebeheerder op een school nabij Zwolle. Zij hebben vaak een goede, nauwe band met de relatieschool. De relatiebeheerders overleggen regelmatig met de docenten in de school, met de betrokken coördinatoren en directieleden van deze scholen over de inhoud en de plaats van de leerwerktrajecten in de opleiding. In het voorjaar van 2007 worden ongeveer vijf relatiebeheerders getraind in het relatiebeheer. Ook zullen er vijf collega's uit relatiescholen deelnemen. Jaarlijks vindt er een werkveldconferentie plaats. Docenten en andere functionarissen van de relatiescholen bespreken daar aspecten zoals: de voorlichting aan en het begeleiden van studenten en het handboek leerwerktrajecten. Ook is er een Onderwijsadviesraad VO/BVE en een Beleidsraad VO/BVE. Het doel van de Onderwijsadviesraad is het adviseren van de opleiding. De raad bestaat uit directieleden, coördinatoren en docenten van de scholen voor VO/BVE en de marktgroep VO/BVE van Windesheim. De raad komt tenminste vijf keer per cursusjaar bij elkaar. De Beleidsraad VO/BVE richt zich op het bepalen van de beleidsuitgangspunten op strategisch niveau. Deze raad bestaat uit beleidsverantwoordelijken van de scholen voor VO/BVE en de marktgroep VO/BVE van Windesheim. De raad komt drie keer per cursusjaar bijeen. De adviezen van beide raden worden gebruikt bij de beleidsvorming. Adviezen worden onder andere gegeven op het gebied van leerwerktrajecten, het curriculum en het beleid ten aanzien van het (verwachte) kwantitatieve en kwalitatieve lerarentekort. De raden krijgen feedback over de verbeteracties. Docenten worden in het kader van de professionalisering en scholing gestimuleerd om deel te nemen aan het jaarlijkse VELON-congres (vereniging lerarenopleiders
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
33/69
Nederland). Ook organiseren de opleidingen nascholing voor vakdocenten. Docenten nemen tevens het auteurschap van diverse schoolmethodes op zich. Ook beheren en ontwikkelen zij toetsen in opdracht van uitgeverijen. De mogelijkheid tot werkveldstages voor docenten zal in het cursusjaar 2007-2008 opgenomen worden in het taaksysteem. Docenten kunnen dan in overleg met hun leidinggevende gebruik maken van een werkveldstage. Bij de verbredende minoren met een basisblok worden in het cursusjaar 2007-2008 kennistafels ingericht. Hierin werken docenten samen met het werkveld ten behoeve van praktisch onderzoek en educatief ontwerpen. Studenten nemen deel aan deze minoren.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Frans: Duits: G en W:
Goed Goed Goed
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De docent-student ratio van de opleiding is 1:33. De docent-student ratio voor Windesheim is 1:30. De tamelijk hoge docent-student ratio levert volgens de opleiding geen problemen op doordat het afstandsleren minder contacttijd heeft dan de dagopleiding. De opleidingen hebben tot op heden kleine studentaantallen. Aangezien er volgens de Windesheim-richtlijnen groepen kleiner dan dertig studenten de volledige docenturen krijgen toebedeeld, ontstaat er relatief meer begeleidingstijd. Waar mogelijk worden groepen samengevoegd. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij onderwijskunde, drama en levenbeschouwelijke vorming. Hierdoor wordt de totale docentinzet effectiever. In 2005 is de hogeschool een actief beleid gestart ten aanzien van het verzuimmanagement. Het verzuimcijfer was in 2006 2,5%. Dit is onder het streefcijfer van de hogeschool van 3,3, maar is hoger dan het voorgaande jaar. Volgens de opleiding wordt dit deels veroorzaakt door de huisvesting, die niet in alle opzichten voldeed. In het najaar van 2006 is deze verbeterd. Het verzuim is een terugkerend onderwerp in het MT-overleg. In het maandelijkse werkoverleg tussen de manager en de adviseur P&O en tussen de manager en de leidinggevende van de opleiding komt het onderwerp ook ter sprake. Één keer per kwartaal is er overleg tussen het management van de school, P&O en de bedrijfsarts in het Sociaal Medisch Team (SMT).
Facet 3.3
34/69
Kwaliteit personeel
Frans: Duits:
Voldoende Voldoende
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
G en W:
Voldoende
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De docenten die werkzaam zijn in vaste dienst, hebben een eerstegraads bevoegdheid en voldoen aan het competentieprofiel docent van Windesheim. Wanneer de docent geen eerstegraadsbevoegdheid heeft voor een bepaald vakgebied, volstaat een vergelijkbaar HBO- of WO-niveau. Windesheim werkt met zogenoemde competentieprofielen. Er worden drie docentfuncties (A, B en C) onderscheiden. De functies kennen een aantal rollen, waar de competenties aan gekoppeld zijn bijvoorbeeld onderwijsontwerper, leerprocesbegeleiding, studieloopbaanbegeleiding, onderzoeker, consultant, docentcoach, teamleider en expert). In de Persoonlijke Evaluatiecyclus (PE-cyclus). staan deze competenties centraal. In het cursusjaar 2006/2007 werken in de lerarenopleidingen Duits, Frans en G en W vijf docenten binnen twee of meer van deze rollen. Jaarlijks wordt het POP (deze is gebaseerd op competenties) van de medewerker geactualiseerd. Tijdens een PE-gesprek komen de ontwikkelingen aan de orde. De PE-cyclus kent tevens een inzetgesprek en een waarderingsgesprek. Naast deze formele momenten, vindt er ook informeler overleg plaats over de voortgang. De docenten ervaren deze gesprekken als prettig. Ze hebben het gevoel dat er daadwerkelijk naar hen wordt geluisterd. De School of Education werkt met een Triademodel. Het doel van dit model is medewerkers in te zetten op een combinatie van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. De leidinggevenden stimuleren en faciliteren de medewerkers tot een bredere inzetbaarheid binnen deze triade. In het gesprek met het management is naar voren gekomen, dat het aspect onderzoek in het triade model thans nog is onderbelicht. Het management heeft aangegeven het model effectiever te gaan toepassen in de nabije toekomst. Het management bespreekt met iedere individuele medewerker de professionalisering. In overleg worden de doelen van de organisatie en de persoonlijke ontwikkeldoelen van de medewerker besproken, op basis waarvan de professionalisering wordt afgesproken. Het doel van deze professionalisering is om strategische doelen op school-, marktgroep-, team- en persoonlijk niveau in onderlinge afstemming te bereiken. Enkele middelen om dit bereiken zijn de School of Education Academie en de Corporate Academy van Windesheim. Op het moment van de visitatie werden acht docenten geschoold in onderzoeksvaardigheden met het oog op het verrichten van onderwijsonderzoek. Regelmatig vind er een ICT-scholing plaats door het ICTO-team. De medewerkers kunnen ook elders scholing krijgen op het gebied van bijvoorbeeld een vak, een vaardigheid etc. Indien nodig wordt een scholingsovereenkomst getekend. Dit gebeurt vaak bij scholing buiten de eigen organisatie.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
35/69
Coaches op de stagescholen worden getraind in begeleidingsvaardigheden. Het beleid is er tevens op gericht dat elke Windesheim-opleider geschoold wordt op het gebied van begeleiding. De opleidingen werken met docenten in multidisciplinaire teams. Hierdoor kan gewerkt worden aan een integrale onderwijsbenadering. De opleidingen zijn in 2003 gaan werken met teams en vakgroepen, met als doel dwarsverbanden aan te leggen en samenwerking buiten de bestaande kaders te stimuleren. Hieruit zijn teamontwikkelingsplannen (TOP's) voortgekomen. Op Schoolniveau worden de onderwijsvernieuwingen aangestuurd door de regiegroep BAMA. Sinds het cursusjaar 2006/2007 kent de lerarenopleiding VO/BVE regiegroep, bestaande uit de hogeschooldocenten en twee coördinatoren. Gezamenlijk zorgen zij voor de aansturing en communicatie met betrekking tot de onderwijsvernieuwingen. Dit doen zij onder andere door middel van studiedagen waaraan de medewerkers deelnemen. Tijdens de ontwikkeling van de onderwijsvernieuwing waren er projectgroepen (docenten van de opleiding) actief op het gebied van onderwijs en inhoud, het begeleiden en beoordelen van studenten, onderzoek, maatschappelijke dienstverlening, leren en groeien en organisatie. In 2005/2006 hebben er ook ontwikkeldagen plaatsgevonden. De centrale aansturing van het vernieuwingsproces lag bij de stuurgroep op hogeschoolniveau. De KWOA-scan (Kwaliteit van Werk en Organisatie betreffende Arbeidsomstandigheden) uit 2006 toont aan dat medewerkers tevreden zijn over de inhoud van hun werkzaamheden. Zij spreken echter hun ontevredenheid uit over de aspecten: leiderschap, communicatie en werkdruk. In het gesprek met de docenten kwam naar voren dat ze de werkdruk als hoog ervaren, soms moet iets sneller dan ze zelf zouden willen. De kritiekpunten worden aangepakt in het project de Professionele Dialoog. Dit plan behelst een regelmatig teamoverleg, waaraan een lid van het managementteam deelneemt. De docenten ervaren de gesprekken als prettig. Ook geven zij aan dat er nu meer lange termijndoelstellingen worden geformuleerd. Zo zijn zij in de gelegenheid hun werk beter in te plannen. De docenten geven tevens aan dat de communicatie steeds helderder wordt. In het gesprek van het panel met het management is het belang om docenten goed te betrekken bij de ontwikkelingen in de opleidingen onderstreept. Dit wordt onder andere gedaan door het organiseren van discussiesessies (de Professionele Dialoog), door studiedagen, door een validatieconferentie met het werkveld en door lunchgesprekken met docenten. Het panel komt op basis van het feit dat docenten thans nog niet voldoende zijn geschoold in het uitvoeren van actieonderzoek (in het kader van het Triade model) voor alle drie de opleidingen tot het oordeel voldoende.
Onderwerp 4
Facet 4.1
36/69
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Frans:
Goed
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Duits: G en W:
Goed Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Windesheim biedt veel faciliteiten voor docenten en studenten. De campus beschikt over kopieerfaciliteiten, een stilteruimte, een (voor medewerkers gratis) toegankelijke sportruimte, verschillende kantines, werkhoeken en snack- en koffieautomaten. De huisvesting richt zich op een stimulerende leeromgeving. De docenten beschikken per opleiding of cluster van opleidingen over een gezamenlijke kamer. Zij hebben vaste werkplekken, die herkenbaar en bereikbaar zijn voor de studenten en voorzien van een pc met flatscreen . Ook heeft een aantal docenten een laptop. Er zijn voldoende overlegruimtes. De opleidingen beschikken verder over collegezalen, theorielokalen, pc-ruimtes, laboratoriumlokalen en een speciaal op onderwijs toegespitst studielandschap in het mediacentrum. In alle lokalen is het gebruik van een beamer en een projector mogelijk. Nagenoeg alle lokalen zijn voorzien van whiteboards . Tijdens de rondleiding wordt aangegeven dat over twee jaar alle lokalen zijn uitgerust met een beamer. Het studielandschap is een belangrijk onderdeel van de School. Hierin kan de student alles vinden wat hij nodig heeft om zijn lessen voor te bereiden. Het is ingericht met een grote hoeveelheid onderwijsleermiddelen en biedt toegang tot actuele en relevante publicaties. In het studielandschap kan de student tevens zijn eigen lesmateriaal ontwikkelen of bepaalde vaardigheden oefenen. Het mediacentrum bevat voldoende individuele werkplekken. Er zijn computerplekken beschikbaar met een wireless toegang tot internet en de digitale leeromgeving Blackboard. Medewerkers en studenten werken in een digitale leeromgeving (portaal/intranet en Blackboard). Deze digitale omgeving is ook vanuit huis bereikbaar. Studenten kunnen hun roosters digitaal opvragen. Over eventuele roosterwijzigingen worden zij tijdig op de hoogte gebracht. Ook de tentamenroosters worden digitaal aangeleverd. Docenten die veel contacten buitenshuis hebben kunnen een palmtop en mobiele telefoon aanschaffen. Studenten kunnen een laptop tegen een scherpe prijs aanschaffen. De School is op dit moment bezig met de bouw van een praktijklokaal voor de opleiding G en W. Na de zomer wordt dit lokaal in gebruik genomen. Na de rondleiding stelt het panel vast dat de faciliteiten van de School en de opleidingen in orde zijn. Het panel is te spreken over het studielandschap, de actuele mediatheek en de open collegezaal, die centraal in het gebouw is gelegen. De studenten afstandsleren worden ondersteund door Blackboard. Op zaterdagen worden er voor deze studenten contactmomenten ingeroosterd en zijn er mogelijkheden om onder begeleiding van docenten bepaalde vaardigheden te oefenen. Deze contactdagen vinden plaats in Zwolle en/of Utrecht.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
37/69
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Op hogeschoolniveau zijn er verschillende begeleidingsvormen voor studenten: studieloopbaanbegeleiding, de studentendecaan, de studentenpsycholoog, het studieloopbaancentrum, de studentenpastor, de supervisor en de vertrouwenspersoon. Windesheim kent met het oog op een goede zelfsturing van studenten wat betreft hun studie en loopbaan een aantal specifieke begeleidingsinstrumenten: - de nulmeting: een digitale meting van de capaciteiten, interesses, competenties, motivatie en leerstijlen van de student; - het loopbaankompas: een vragenlijst die de student kan gebruiken om na te gaan wat op een bepaald moment zijn sterke en zwakke punten zijn; - de studieloopbaantoolkit: een digitale databank met tools die ingezet kunnen worden bij het uitvoeren van de beroepstaken; In de opleidingen oude stijl is de Persoonlijke Professionele Ontwikkeling (PPO) een belangrijk instrument bij de begeleiding. De PPO-docent speelt hierin een cruciale rol. In de PPO-bijeenkomsten wordt extra aandacht besteed aan intervisie, reflectie op opgedane ervaringen in onder andere de school, de voorbereiding van de activiteiten voor het leerwerktraject en het opstellen en bijhouden van een persoonlijk ontwikkelingsplan. Ook de algemene zaken komen aan bod. In de nieuwe opleidingen heeft de studieloopbaanbegeleiding (SLB) de plaats ingenomen van PPO. Deze begeleiding vormt een integraal onderdeel van het didactische concept en ondersteunt studenten bij hun competentieleren en bij de vraagsturing. De studieloopbaanbegeleider (SLB er) begeleidt de studenten bij het plaatsen van opgedane ervaringen en inzichten in hun leer- en loopbaanvragen. Ook ondersteunt hij de student in zijn leer- en loopbaantraject, bespreekt de studievoortgang van de student en helpt problemen op te lossen. De studieloopbaanbegeleider adviseert, informeert, begeleidt en verwijst. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij de SLB gesprekken als prettig ervaren. Ze zien zichzelf groeien door de jaren heen. Wel geven de studenten aan dat ze (te) vaak moeten reflecteren. Het maken van een POP wordt als een extra belasting ervaren, omdat het doel van het reflecteren niet voor alle studenten altijd duidelijk is. De opleidingen registreren de studievoortgang van de studenten in het programma CAAS. Studenten krijgen de gelegenheid om hun tentamen in te zien en te bespreken
38/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
met de desbetreffende docent. Aan het einde van elke periode krijgt de student een cijferlijst. Tijdens de leerwerktrajecten krijgt de student begeleiding van interne en externe begeleiders. Er zijn leerwerktrajectbegeleiders. Deze begeleiden de studenten op metaniveau, voeren tussen- en eindgesprekken en werken nauw samen met de begeleiders vanuit de school. De studenten beoordelen dit positief. Tijdens het gesprek van het panel met de studenten wordt dit bevestigd. In het Handboek Leerwerktraject staan de taken en rollen kort beschreven. Studenten weten zo wat zij van elke betrokken begeleider kunnen verwachten. Studieloopbaanbegeleiding en leerwerkbegeleiders hebben indien nodig contact over de ontwikkeling van de student. Er wordt thans een protocol ontwikkeld voor de begeleiding van de leerwerktrajecten. Hierin beschreven worden hoe de afstemming tussen de leerwerkbegeleider en de studieloopbaanbegeleider geregeld wordt. Op de stagescholen zijn stagecontactpersonen/opleiders voor de begeleiding van de studenten. Op relatiescholen coördineren zij de diverse stageactiviteiten in de school en onderhouden contact met het stagebureau van Windesheim. Naast deze begeleiding zijn er vakcoaches. Deze begeleiden de studenten intensief vanuit het eigen vakgebied. Ook krijgen studenten begeleiding vanuit de opleidingen zelf. De studenten zijn positief over de begeleiders in de scholen. Zij wijzen echter wel op verschillen in kwaliteit. De opleidingen hebben verschillende communicatiemiddelen ter beschikking om studenten te informeren: het intranet Portaal, post op het huisadres, studentenmail, postvakjes, Blackboard. Het onderdeel Blackboard scoort op dit moment erg laag in de enquêtes. Blackboard biedt nog geen optimale ondersteuning, zo vinden de studenten. Uit het gesprek met de studenten komt ook naar voren dat Blackboard nog niet goed gebruikt wordt. De studenten tonen hun voorkeur voor tastbaar studiemateriaal. Zij geven tevens aan dat de informatievoorziening van de opleidingen niet altijd even goed is. Uit de enquêteresultaten blijkt dat studenten ontevreden zijn over het tijdig bekend maken van het tentamenrooster. De studenten afstandsleren worden individueel gekoppeld aan een begeleider. Ook hebben zij externe begeleiders voor de leerwerktrajecten. De taakomschrijving van deze begeleiders is overeenkomstig die van de leerwerktrajectbegeleiders. Daarnaast zijn er relatiebeheerders. Zij overleggen regelmatig over de inhoud en de plek van de leerwerktrajecten. De studenten afstandsleren ervaren de begeleiding als voldoende. In het eerste jaar (LWT1) is er geen fysiek contact met de begeleider. Zij begeleiden via de telefoon en e-mail. Vanaf LTW2 tot en met de LiO worden studenten afstandsleren begeleid door een bezoek van de begeleider aan de opleiding. De hiervoor geldende procedure is vastgelegd in een handboek. De studenten met wie het panel heeft gesproken geven aan enigszins ontevreden te zijn met de coachgesprekken in de scholen. Bij de begeleiding van het afstandsleren zullen op korte termijn externe docenten worden ingezet. Omdat deze externen ook moeten beschikken over de capaciteiten van de docenten van de opleidingen, worden ze getraind en geïnformeerd. Ten behoeve van de informatievoorziening aan studenten afstandsleren is er een Campus-website van de LOI. Via deze website kunnen deze studenten informatie verkrijgen over de opleiding in het algemeen en over de onderwijseenheden.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
39/69
Het panel komt op basis van het feit dat de studenten niet tevreden zijn over een aantal aspecten van de informatievoorziening voor alle drie de opleidingen (voor G en W voor de varianten voltijd en duaal tot het oordeel voldoende).
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatieresultaten
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Op het niveau van de hogeschool en de School of Education vinden in het kader van de kwaliteitszorg een aantal metingen plaats. Ten eerste: de interne audits. In oktober 2006 vond deze plaats voor de opleidingen Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn. Een belangrijk instrument om de tevredenheid van de medewerkers te meten is de KWOA-scan (Kwaliteit van Werk en Organisatie betreffende Arbeidsomstandigheden). Ook zijn er op hogeschoolniveau de Productevaluatie Open dagen (door de dienst Marketing en Communicatie) en de Balanced Score Card, uitgevoerd door de dienst Finance & Control. Op het niveau van de opleidingen is de kwaliteitszorg vormgegeven met behulp van de PDCA-cyclus. Er is een overzicht beschikbaar met daarin opgenomen alle evaluatieinstrumenten, de doelgroep, het moment en de wijze van afname, de frequentie van afname, het moment dat de enquête voor het laatst is afgenomen, de acties die op basis van de resultaten genomen worden of al zijn genomen en diegenen die hiervoor verantwoordelijk zijn. Voor de dagopleiding worden de volgende evaluatie-instrumenten gebruikt: de moduleevaluaties, de propedeuse-enquête, de derdejaarsenquête, de afgestudeerdenenquête en de LWT-enquête (waarin de relatiebeheerders een belangrijke rol spelen). De uitkomsten van de derdejaarsenquête worden besproken met een studentenpanel. Voor het afstandsleren worden module-enquêtes afgenomen. Daarnaast wordt tweejaarlijks een doelgroepenonderzoek bij studenten afstandsleren uitgevoerd. Verder is de Studentenraad Afstandsleren betrokken bij de kwaliteitszorg. Naast de interne evaluaties nemen de opleidingen ook deel aan de evaluatie in het kader van de Keuzegids Hoger Onderwijs. De opleidingen nemen een aantal maatregelen om de kwaliteitszorg en de PDCAcyclus beter te stroomlijnen. Speciaal voor de lerarenopleidingen VO/BVE van de School zijn een coördinator kwaliteitszorg en een commissie kwaliteitszorg in het leven geroepen. Verder zijn twee docenten getraind om de rol van interne auditor te vervullen.
40/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Tevens wordt in het cursusjaar 2007-2008 een meta-evaluatie opgesteld om het kwaliteitszorgsysteem te verbeteren. De coördinator zal alle acties opnemen in het werkplan van de Commissie Kwaliteitszorg. In hetzelfde jaar wordt er rond het propedeuseteam en het afstudeerteam een studentenpanel gestart om de evaluaties te bespreken. Het panel mist in het geheel van kwaliteitszorg een structurele evaluatie van de kwaliteit van de opleiders in de stagescholen. De opleidingen zijn in dit kader onlangs wel gestart met een diepte-pilot. Hierin wordt samengewerkt met vier scholen. In het project wordt vastgesteld op welke wijze studenten aan hun competenties kunnen werken. Zo committeren de scholen zich aan de eisen die de opleidingen aan de studenten stellen. In het project zullen de coaches van de studenten, die als begeleiders optreden, geëvalueerd gaan worden. Het panel is te spreken over het feit dat de opleidingen thans werk maken van het opzetten van een systeem van kwaliteitsborging van de opleiders in de scholen. De streefdoelen en streefcijfers in het kader van de kwaliteitszorg worden met ingang van het cursusjaar 2007-2008 opgenomen in de TOP's en VOP's. Het panel vindt echter dat deze streefcijfers inmiddels geformuleerd hadden moeten worden. De School werkt in het kader van de kwaliteitszorg aan de invoering van een nieuw digitaal systeem van documentatie (MAVIM). Ten tijde van de visitatie stond dit systeem nog in de kinderschoenen. Dit geldt eveneens voor de opleidingscommissie. Het panel komt voor alle drie de opleidingen tot het oordeel voldoende op basis van het feit dat de borging van de kwaliteit van de opleiders in de stagescholen nog niet voltooid is en er nog geen toetsbare streefdoelen zijn geformuleerd om de resultaten van de metingen aan af te meten.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het onderwijs van de School of Education wordt regelmatig geëvalueerd (zie facet 5.1). Evaluaties vormen een structureel onderdeel van de PDCA-cyclus. Binnen de School is de kwaliteitszorg in hoofdzaak gericht op het management, de onderwijskwaliteit en de ondersteunende processen. De verbeteringen worden in een verbetercyclus uitgezet. Het activiteitenplan en het managementcontract maken onderdeel uit van de beleidscyclus en de planning en controlcyclus van de hogeschool. Er worden doelen gesteld en er wordt gemeten en geëvalueerd. Deze zijn gekoppeld aan de jaarlijkse personeelsevaluatiegesprekken en kwartaalgesprekken, die worden gevoerd tussen de manager van de lerarenopleidingen en de directeur van de School of Education.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
41/69
Ook de teamontwikkelplannen en de vakgroepontwikkelplannen en (in mindere mate) de persoonlijke ontwikkelplannen spelen een belangrijke rol in de verbeterplannen. In deze plannen wordt aangegeven wie met welk doel wat wordt aanpakt en voor wanneer er resultaat moet zijn geboekt. Voordat een verbeterplan wordt opgesteld worden (steeds vaker) de resultaten van de evaluaties besproken met een vertegenwoordiging van de betrokkenen van de evaluatie. De uitkomsten van de evaluaties van de leerwerktrajecten worden tijdens de werkveldconferenties besproken met collega's uit de relatiescholen. De resultaten van de evaluaties van het afstandsleren worden besproken met de Studentenraad Afstandsleren. Naar aanleiding van de uitkomsten van de KWOA-scan is, zoals al beschreven de Professionele Dialoog van start gegaan. Dit project heeft tot doel om de interne communicatie van het management met de medewerkers te verbeteren en hen meer te betrekken bij de besluitvorming binnen de School. Tot op heden zijn er enkele bijeenkomsten in het kader van dit project georganiseerd. Het blijkt lastig om alle docenten bij elkaar te krijgen . Naar aanleiding van de uitkomsten van de visitatie in 2003 is op verzoek van de NVAO een stand-van-zaken notitie geschreven, die in januari 2006 is aangeboden aan de NVAO. In de notitie zijn verbetermaatregelen beschreven met betrekking tot de beoogde eindkwalificaties van studenten, het behalen van een aanvaardbaar rendement en het toetsbeleid. De notitie is in november 2006 goedgekeurd door de NVAO. In het cursusjaar 2005/2006 is de beleidcyclus opnieuw ingericht. Deze wordt in het cursusjaar 2006/2007 strikter toegepast en beter gepland dan in de voorgaande jaren. Ook zijn er gesprekken gepland met de vakgroepvoorzitters en het gehele team VO/BVE, waarin verbeteracties en -plannen aan de orde komen. Om de PDCA-cirkel rond te krijgen is er in het cursusjaar 2006/2007 meer aandacht voor de rapportage van de project- en werkplannen. Sinds oktober 2005 hebben de opleidingen een nieuwe manager. Hij heeft de nodige verbeteracties beschreven in het zogenoemde Statusrapport over de Marktgroep VO/BVE. Terreinen waarop verbeteringen volgens het rapport nodig zijn, betreffen het herstellen van de beleidscyclus, het verbeteren van de huisvesting, het verbeteren van het systeem van takenplaatjes, de teamvorming van het managementteam VO/BVE. Het Statusrapport was onderwerp van gesprek in de MT-vergaderingen en in de beleidsdagen van het MT in 2006. In februari 2007 werd er over de acties uit het Statusrapport door de manager aan de directeur van de School gerapporteerd. Het panel komt op basis van het voorgaande tot het oordeel voldoende, omdat pas sinds de invoering van de nieuwe programma s daadwerkelijk werk wordt gemaakt van het uitvoeren van de nodige verbetermaatregelen. Het omvormen van de programma s is hiertoe volgens het panel een duidelijke stimulans geweest.
Facet 5.3
42/69
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Frans: Duits:
Voldoende Voldoende
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
G en W:
Voldoende
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding betrekt zowel haar medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld bij haar interne kwaliteitszorg. De medewerkers zijn betrokken bij de kwaliteitszorg door deelname aan de KWOAscan en door het bespreken van de studentenevaluaties tijdens de teamvergaderingen. De studenten zijn betrokken bij de kwaliteitszorg door deelname aan een aantal onderwijsevaluaties (zie facet 5.1) en door deelname aan de opleidingscommissie. De studenten afstandsleren hebben directe invloed via de Studentenraad Afstandsleren in de ontwikkeldagen voor het onderwijs en eveneens via de opleidingscommissie. Het werkveld wordt betrokken bij evaluaties en de beleidsvorming door deelname aan de Ontwikkeldagen voor het onderwijs en aan de jaarlijkse Werkveldconferentie. In deze overlegorganen worden evaluaties en verbeteracties besproken. Het werkveld is tevens betrokken bij de kwaliteitszorg door participatie in de Onderwijsadviesraad en de Beleidsraad. De opleidingen zijn van mening dat de alumni nog onvoldoende betrokken zijn bij de kwaliteitszorg. Een verklaring hiervoor is dat er nog niet veel alumni zijn. Er is al wel een alumnivereniging. De opleidingen hebben het voornemen om het komende cursusjaar het alumnibeleid te verbeteren, onder andere door in oktober 2007 een alumni-enquête af te nemen. Evenals bij facet 5.1 mist het panel ook bij dit facet de structurele betrokkenheid van de opleiders in de scholen bij de kwaliteitszorg van de opleidingen. Het panel hecht dan ook veel belang aan de thans lopende diepte-pilot, waarin scholen en coaches meer structureel bij de borging van de kwaliteit van de opleidingen worden betrokken. Ook ten aanzien van dit facet constateert het panel (evenals bij facet 5.2), dat pas sinds de invoering van de nieuwe programma s de verschillende stakeholders meer structureel betrokken zijn bij de kwaliteitszorg van de opleidingen. Het panel komt op basis van dit laatste argument tot het oordeel voldoende in plaats van goed.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
43/69
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De afstudeerfase van de opleidingen oude stijl bestaan uit de LiO-stage (de Meesterproef) en de Profilering (dagopleiding) ofwel Didactische Specialisatie (afstandsleren). In de LiO-stage nemen de domeincompetenties een centrale plaats in. Getoetst wordt of de competenties worden gerealiseerd op het startbekwaamheidsniveau. De student rondt zijn opleiding af door het formele eindassessment (LiO) af te leggen en een portfolio te maken van zijn ontwikkeling. Bij de eindbeoordeling van de stage wordt een standaard beoordelingsformulier gebruikt. De procedure hiervoor is beschreven in het Handboek LiO. Hierin staan onder andere de taken van de vakcoach en de begeleider in de opleiding beschreven. Het beoordelingstraject bestaat uit drie delen: twee functioneringsgesprekken aan de hand van het portfolio en de eindbeoordeling. Een belangrijk onderdeel van de LiOstage is het actieonderzoek. Hierin onderzoekt de student een onderdeel van zijn eigen lesgeven. De eisen die aan dit onderzoek worden gesteld zijn beschreven in de Reader actieonderzoek. De studenten van de dagopleiding moeten voor de invulling van de profilering een POP opstellen, dat wordt getoetst door de examencommissie. Dit POP komt tot stand in overleg met de PPO-docent. Dit geldt ook voor de studenten afstandsleren. Ook zij worden begeleid bij het opstellen van hun POP. Frans, Duits en G en W Het panel heeft voorafgaand aan het bezoek een aantal producten van alle drie de opleidingen toegestuurd gekregen en bestudeerd. Van de opleiding Gezondheidszorg en Welzijn waren dit een portfolio, een onderzoek bij het portfolio, een onderzoeksverslag, een dossiermap en twee eindbeoordelingen Leerwerktraject. Van de opleiding Frans waren dit twee LiO-verslagen en een portfolio en van de opleiding Duits waren dit twee portfolio s, een dossier LWT-4 en een stagemap. Tijdens het bezoek lagen er voor alle drie de opleidingen nog een aantal portfolio s en POP s ter inzage. Deze heeft het panel ter plekke bestudeerd. De opleidingen Duits en Frans hebben op verzoek van het panel na het bezoek nog een aantal portfolio s nagestuurd. De opleiding Duits heeft zeven portfolio s nagestuurd en de opleiding Frans acht. Het panel heeft ook deze portfolio s bestudeerd.
44/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Bij de beoordeling van de actieonderzoeken heeft het panel gelet op de probleem- en vraagstellingen, de gebruikte (onderzoeks)methode(s), de uitwerking van de probleemstelling, de onderbouwing van de conclusies en de gebruikte literatuur. Voor wat betreft de overige producten heeft het panel gelet op de opzet en structuur, de uitwerking, de mate van zelfreflectie en het taalgebruik. Tevens is het panel nagegaan of de beoordeling van de producten door de docenten adequaat is en of de eisen die zij aan de producten stellen van een voldoende HBO bachelorniveau zijn. G en W De bestudeerde portfolio s van de opleiding Gezondheidszorg en Welzijn voldoen volgens het panel aan de bovengenoemde criteria, maar missen volgens het panel enige diepgang, dat wil zeggen dat de zelfanalyse en reflectie van studenten op datgene wat ze hebben geleerd aan de magere kant is. Het panel is van oordeel dat de docenten hier meer eisen aan zouden kunnen en moeten stellen. De door het panel bestudeerde actieonderzoeken van de studenten Gezondheidszorg en welzijn voldoen aan de hierboven genoemde criteria. De beoordeling van deze onderzoeken is volgens het panel adequaat. Het panel is van oordeel dat de producten van de opleiding Gezondheidszorg en welzijn van een voldoende HBO-niveau zijn. Frans en Duits Ten aanzien van de actieonderzoeken van Frans en Duits heeft het panel vastgesteld, dat de geformuleerde probleemstelling en vraagstellingen relevant zijn voor het werkveld. Ook over de gebruikte literatuur is het panel tevreden. Echter, het panel mist een theoretische onderbouwing. Ten aanzien van de portfolio s van Frans en Duits heeft het panel dezelfde opmerkingen als ten aanzien van de portfolio s van Gezondheidszorg en Welzijn. Ook in de portfolio s Frans en Duits mist het panel diepgang en is de zelfanalyse en reflectie van studenten op datgene wat ze hebben geleerd aan de magere kant. Verder vindt het panel de in de portfolio s zelf geformuleerde doelen weinig specifiek en meetbaar geformuleerd. Het panel vraagt zich ook bij deze werkstukken af of hieraan in de begeleiding wel voldoende aandacht wordt besteed. Verder merkt het panel ten aanzien van de producten van Duits en Frans op dat deze nogal doe-gericht en beschrijvend van aard zijn. Het panel heeft na de visitatie ook nog inzage gekregen in enkele taalportfolio s van studenten Frans. Deze laten zien dat studenten door de jaren heen toewerken naar de beoogde eindniveaus van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader: B2 voor schrijfvaardigheid en C1 voor de andere taalvaardigheden. Het panel heeft na de bestudering van de taalportfolio s vastgesteld dat wat betreft het aspect Lezen en het voeren van Gesprekken de studenten niveau C1 realiseren. Voor Spreken is het niveau niet vastgesteld. Voor wat betreft Schrijven realiseren de studenten niveau B1. Studenten geven zichzelf voor alle vaardigheden het niveau C1. Het panel komt na de bestudering van de producten van Frans en Duits, waaronder de taalportfolio s Frans tot het oordeel dat deze van een voldoende HBO-niveau zijn.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
45/69
Frans, Duits en G en W Over de inzet van studenten uit alle drie de opleidingen ten aanzien van de producten is het panel te spreken. Uit de verslagen blijkt dat studenten consciëntieus en serieus aan de producten werken. De onderbouwing van de oordelen van docenten is volgens het panel enigszins aan de magere kant. De vertegenwoordigers uit het werkveld en de alumni met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over de startkwalificaties van de afgestudeerden. Het panel concludeert op basis van de bestudeerde producten en de mening van de vertegenwoordigers uit het werkveld, dat de opleidingen een voldoende HBO-niveau realiseren. Voor Gezondheidszorg en Welzijn geldt dit voor de beide varianten: voltijd en duaal. Het panel beoordeelt dit facet voor alle drie de opleidingen (voor G en W voor de beide varianten) met een voldoende.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Frans: Duits: G en W:
Voldoende Voldoende Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het College van Bestuur van Windesheim formuleert elk jaar een aantal streefcijfers met als doel om de Schools een activiteitenplan te laten opstellen. Als het plan van de afdeling is geaccepteerd door het College van Bestuur is het rendementsdoel van de afdeling voor dat boekjaar vastgelegd. De opleidingen van de School of Education hanteren de volgende streefcijfers: de gemiddelde studieduur van afgestudeerden is niet langer dan 4,5 jaar en de gemiddelde studieduur van studiestakers niet langer dan 1,3 jaar. Volgens de tabellen is de gemiddelde studieduur voor studiestakers voor het uitstroomcohort 2006/2007 van de opleiding G en W 0,51 (0,33 jaar voor de reguliere voltijdstudenten en 0,56 jaar voor de studenten afstandsleren). Voor de opleiding Frans is dit 0,98 jaar (1,19 jaar voor de reguliere voltijdstudenten en 0,33 jaar voor de studenten afstandsleren). Voor de opleiding Duits is de gemiddelde studieduur voor studiestakers 0,68 jaar (0,61 jaar voor de reguliere voltijdstudenten en 1,16 jaar voor de studenten afstandsleren. De opleidingen voldoen aldus voor het uitstroomcohort 2006/2007 aan de streefnorm voor de gemiddelde studieduur van studiestakers. Uit de cijfers blijkt echter dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de opleidingen en tussen de dagstudenten en de studenten afstandsleren.
46/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Vanwege de kleine omvang van de opleidingen hebben zij tot op heden echter hun rendementen niet op basis van kwantitatieve streefcijfers gestuurd, maar op basis van een intensieve begeleiding van de studenten. Dit bevreemdt het panel, aangezien de opleidingen in 2006-2007 aanzienlijke studentaantallen hebben. Voor Frans waren dit 127 studenten, voor Duits 119 studenten en voor G en W 134 studenten. Het panel is te spreken over het feit dat besloten is om met ingang van het boekjaar 2007 streefcijfers te formuleren en zo de sturing op het rendement meer inzichtelijk te maken. In het Activiteitenplan School of Education 2007 (2 februari 2007) wordt ten aanzien van marktpositie van Windesheim gesteld dat het formuleren van streefrendementen complex is, gelet op de vele kleine opleidingen binnen LVO. Het voornemen bestaat om te gaan sturen per vak. Voor het traject afstandsleren zijn vanwege de specifieke kenmerken van de studenten afstandsleren andere streefrendementen geformuleerd dan voor de reguliere voltijdopleidingen. Er zijn echter nog nauwelijks studenten uit deze variant afgestudeerd, zo blijkt uit de aangeleverde tabellen. Er zijn al wel diverse acties ontwikkeld om het rendement van het afstandsleren te verbeteren. Bijvoorbeeld: het flexibel inschrijven op contactdagen, vier startzaterdagen, direct bij de start een PPO opstellen, vier tentamenperiode's en tot slot twee locaties in plaats van één. Uit exitenquêtes blijken de belangrijkste redenen voor studenten om de opleiding vroegtijdig te verlaten het vak niet zien zitten , de opleiding anders ervaren dan verwacht of onvrede over de aansluiting op de vooropleiding. Het panel komt op basis van het feit dat de opleidingen tot op heden geen expliciete kwantitatieve streefcijfers hebben geformuleerd voor hun opleidingsrendementen tot het oordeel voldoende in plaats van goed.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
47/69
48/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Deel C
Bijlagen
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
49/69
Bijlage 1:
50/69
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
51/69
52/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
53/69
54/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
55/69
56/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: Mevrouw M.J.E. Wegkamp
Panellid: Mevrouw drs. M.J.M.P. Leistra
X
Panellid NQA: Mervouw drs. M.E. Voorthuis
Panellid: De heer dr. P.E. Bimmel
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: De heer J. Snel
Panellid: De heer dr. ir. J. Buitink
Deskundigheid cf. Protocol VBI s; 22 augustus 2005
X
X
X
X
X X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid de heer dr. ir. J. Buitink De heer Buitink is ingezet vanwege zijn grote domeindeskundigheid op het gebied van het opleiden van leraren. Hij is momenteel Hoofd van de universitaire lerarenopleiding in Groningen. De heer Buitink heeft door werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek en is aanvullend individueel geïnstrueerd over accreditatie in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1960-1966 1966-1975 1998
HBS-B Landbouwhogeschool Wageningen Promotie RUG Groningen
Werkervaring: 1972 1974 Lerarenopleiding LH Wageningen 1974 heden Hoofd Lerarenopleiding RUG Groningen
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
57/69
De heer dr. P.E. Bimmel De heer Bimmel is ingezet als panellid vanwegen zijn domeindeskkundigheid op het gebied van onderwijs en taalonderwijs in het bijzonder. De heer Bimmel heeft 30 jaar ervaring als lerarenopleider, met name op het gebied van de vakdidactiek moderne vreemde talen en in het algemeen kennis van het (hoger) onderwijs en leerprocessen. In zijn werk is de heer Bimmel nauw betrokken geweest bij het opzetten van de KOP-opleiding en werkt geregeld samen met docenten van die opleiding. Hij heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek en is daarnaast aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1962 1967 1967 1969 1969 1973 1973 1979 1990 1999
Werkervaring 1970 1971 1973 1976 1976 1990 1990 1996 1990 nu
HBS-A MO-A-Duits MO-B-Duits Doctoraal Duits Promotieonderzoek op het terrein van de leesvaardigheid in moedertaal en vreemde taal, afgesloten met promotie in 1999.
Docent Duits aan de Havo-top van de Pedagogische Academie te Bergen Docent Duits aan de RSG Breukelen Vakdidacticus Duits aan de 2degraads lerarenopleiding te Utrecht (SOL, later HMN) Gedetacheerd bij het IVLOS, Utrecht voor een promotieonderzoek. Vakdidacticus moderne vreemde talen aan het ILO van de UvA.
Panellid mevrouw drs. M.J.M.P. Leistra Mevrouw Leistra is voornamelijk ingezet vanwege haar ervaring in en haar kennis van het werkveld. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs. Doordat zij werkzaam is geweest in de onderwijssector op zowel middelbare school- als HBO-niveau, heeft zij onderwijskundige kennis en is zij vertrouwd met het HBO. Zij is bekend met het internationale werkveld. Mevrouw Leistra is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd. Opleiding: 1981 1986 1987 1981 1994 1997 2003 2004
1987 1995 2000 2005
Diploma Atheneum A aan het Bisschoppelijk College te Sittard Eerstegraads onderwijsbevoegdheid aan het Pedagogisch Didactisch Instituut te Utrecht Doctoraal examen geschiedenis en staatsinrichting aan de Rijks Universiteit Utrecht Complex Instruction: werken in de meertalige klas Opleidingsprogramma eerste drie jaar Universiteit voor Humanistiek te Utrecht Training n@tschool als elektronische leeromgeving Opleiding tot coach bij trainingsbureau BGL te Hoofddorp.
Werkervaring: 08/87 03/88 Docent Geschiedenis en Staatsinrichting aan het Christelijk Lyceum Veenendaal 05/88 10/88 Leermiddelendocumentalist bij de Landelijke organisatie Vormingswerk Werkende Jongeren 1988 1989 Docent Geschiedenis en Staatsinrichting aan de Rijks Scholen Gemeenschap Schoonoord te Zeist
58/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
1994 1995
Teamlid van de Commissie Kwaliteitszorg ter voorbereiding van de Visitatie van de Faculteit Educatieve Opleidingen 1991 1999 Hogeschooldocent in de vakken geschiedenis en staatsinrichting, vernieuwende didactiek en multicultureel onderwijs aan Faculteit Educatieve Opleidingen van de Hogeschool van Utrecht Oktober 2003 Docent intercultural education aan het South Mountain Community College te Phoenix in Arizona 2000 2005 Stafdocent bij de Afdeling Welzijn van het Baroniecollege te Breda, verantwoordelijk voor competentiegerichte curriculumontwikkeling en implementatie van onderwijsvernieuwingsprocessen 2005 - heden Stafmedewerker Onderwijs en Innovatie voor het Vitalis College aan het ROC West Brabant (Afdelingen Welzijn, Gezondheidszorg, Geüniformeerde beroepen, Sport en Bewegen, Mode Commercie en Uiterlijke Verzorging).
Panellid student de heer J. Snel De heer Snel is ingezet als student panellid. Hij studeert momenteel voor leraar aardrijkskunde bij de hogeschool Arnhem Nijmegen. De heer Snel is qua leeftijd representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. Hij beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij lerarenopleidingen. De heer Snel heeft individuele instructies ontvangen voor deze visitatie en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2005 heden 1999 2004
Leraaropleiding aardrijkskunde bij de HAN HAVO.
Panellid NQA mevrouw drs. M.E. Voorthuis Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt als senioradviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de BVEsector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen, studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs, als het universitaire onderwijs. Opleiding: 1973 1985 1989 1992 1995 2000
Diploma Pedagogische Academie Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum Cursus Gegevensverwerking met Data Entry en SPSS/PC+ Training Krauthammer International Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
59/69
Werkervaring: 1973 - 1977 1985 - 2002 2002 - 2004 2004 - heden 2005
Basisonderwijs SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg Netherlands Quality Agency Vanuit NQA gedetacheerd bij de Qality Assurance Netherlands Universities (QANU)
Panellid NQA mevrouw M.J.E. Wegkamp Mevrouw Wegkamp is ingezet als NQA-auditor. Na haar studie Communicatie-Creatief heef zij enkele freelance opdrachten gedaan in haar vakgebied. Tijdens haar opleiding heeft zij kennis opgedaan van kwaliteitszorg en organisatorische processen. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en is verder ingewerkt in de werkwijze van NQA. Zij heeft ervaring als NQA-auditor bij meerdere visitaties. Opleiding: 1995 - 2001 2001 - 2005 Werkervaring: 2002 - 2005 2005 - 2006 2005 2005 2006 2006 2006
60/69
HAVO Alfrink College, Zoetermeer HBO Communicatie Hogeschool INHOLLAND Rotterdam
Verkoopmedewerker Levi store Zoetermeer Assistent Bedrijfsleider Levi Store Zoetermeer Majoni Plastics BV, Productie van Informatiebrochure verzorgd. Afstudeeropdracht, Media introductieplan geschreven met een daaraan gekoppelde onderzoeksscriptie. E-merge, vormgeven en redactie van het E-merge jaarverslag Organisatie van de Nacht van de fooi, Den Haag Stinafo, ontwerpen lustrum logo
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Tijdstip Programmaonderdeel 08.50 09.00 uur Ontvangst panel NQA
Deelnemers F 240 Panelleden NQA ( 6)
09.00 10.45
10.45 uur Documentstudie 11.30 uur NQA-gesprek met opleidingsmanagement
F 245 NQA-panel F 245 (opleidings)management: (Eddy, Lex, Erik, Gert)
11.15 11.30
11.30 uur Ontvangst studenten F 240 Max. 11 studenten 12.15 uur NQA-gesprek met studenten F 245 Studenten
12.15
13.30 uur Lunchpauze eigen mensen
12.15 13.00 13.15
13.00 uur lunchpauze NQA-panel met materiaalbestudering 13.30 uur Rondleiding 13.30 uur Ontvangst docenten
13.30
14.30 uur NQA-gesprek met docenten
B2 Panel en anderen F 240 Docenten fr, du en gew en owk (7) F 245 Docenten van de opleiding
14.15 14.30
14.30 uur Ontvangst werkveld 15.00 uur NQA-gesprek met werkveld
F 240 F 245 Leden werkveld
14.45 15.00
15.00 uur Ontvangst alumni 15.30 uur NQA-gesprek met alumni
F 240 F 245 Leden Alumni
15.30
17.00 uur intern overleg NQA-panel; materiaal bestuderen 16.45 17.00 uur Ontvangst opleidingsmanagement 17.00 17.30 uur 2e NQA-gesprek (opleidings)management 17.30 uur borrel
F 141 Management, studenten en docenten F 245 NQA-panel
F 245 F 240 F 245 F 240
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
61/69
Deelnemers Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidzorg en Welzijn E.W. (Eddy) Alkema C. (Lex) Stomp E.D (Erik) Bolhuis G.J. (Gert) van der Horst
directeur School of Education manager VO/BVE Hogeschool hoofddocent/innovatiemanager coördinator afstudeerfase
J.C. (Jorien) Radstake E.G.T. (Eric) Kok C.E.W. (Esther)Geerse M. (Mascha)Zwierzynski E.P. (Erik)Veenstra A.M.N.(Anke) Tollenaar M.M.M.A. (Marielle) Taks
vakgroepvoorzitter Frans lerarenopleider Frans vakgroepvoorzitter Duits lerarenopleider Duits vakgroepvoorzitter Gezondheidzorg en Welzijn lerarenopleider Gezondheidzorg en Welzijn lerarenopleider onderwijskunde & pedagogiek en innovatiemanager
Margret Bakker de Waart Jeroen Wubs Isabella Kuiper Ariette Kater Maarten Oosten Jiska de Steur Kevin Maillot Heleen Kleinheerenbrink Behiye Ünal Sandra van de Beek Ooms
student Gezondheidzorg en Welzijn Afstandsleren, propedeuse fase student Gezondheidzorg en Welzijn dagopleiding, propedeuse fase student Gezondheidzorg en Welzijn dagopleiding, hoofdfase student Gezondheidzorg en Welzijn, duaal, hoofdfase student Frans, dagopleiding, propedeuse fase student Frans, afstandsleren, hoofdfase student Frans, dagopleiding, hoofdfase student Duits, dagopleiding, propedeuse fase student Duits, dagopleiding, afstudeerfase student Duits, afstandsleren,
Marijke Steenbergen Diana Melchers-Schreuder Anke Beltman-van der Laan Jacqueline Lamers-Noorbergen
alumni Frans, dagopleiding alumni Duits, afstandsleren alumni Gezondheidzorg en Welzijn alumni Gezondheidzorg en Welzijn
Otto Bolhuis Margreet van der Weide
werkveld Duits; stagebegeleiding Esdal College Emmen werkveld Duits, stagebegeleiding Agnieten College, Zwolle werkveld Gezondheidzorg en Welzijn, stagebegeleider ROC Landstede, Zwolle werkveld Algemeen, coördinator Jacobus Fruijtier college, Apeldoorn werkveld Algemeen, directeur Thorbecke Scholengemeenschap Zwolle werkveld Frans, Thorbecke Scholengemeenschap Zwolle werkveld Frans, Carmel college Salland
Janny Boxum-Polman Henk Westerink Frans Adriaenssen Henk Jeurink Jan Voogt
62/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Bijlage 4: Overzichtslijst van ter inzage gelegd materiaal titel Blijf groeien. Wet op beroepen in het onderwijs Opleidings- en toetskader School of Education Rapportage project kennisbasis Windesheim Onderwijs standaarden versie 2.6.1 Windesheim op streek. Instellingsplan 2002-2005 Algemene informatie Corporate Academy Functiekarakteristiek docent Het Blauwe boekje: uitgangspunten formatietoedeling marktgroep VO Ontwikkelen bij Windesheim Resultaten vragenlijst KWOA-scan Windesheim School of Education Academie Stappen (geen sprongen) maken, organisatie ontwikkelingsplan School of Education Ziekte overkomt je, verzuim is een keuze Studentenstatuut Opleidingsdeel studiejaar 2006-2007 Studentenstatuut Opleidingsdeel studiejaar 2005 -2006 AL Studentenstatuut Opleidingsdeel studiejaar 2005-2006 voltijd Uitgangspunten en facilliteiten Studielandschap WE 9-maandsrapportage 2006 School of Education Prestatieagenda 2005 OCW- HBO-raad Bekwaamheidseisen Stichting Beroepskwaliteit Leraren Leerplan lerarenopleiding Duits en Frans Leerplan lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Plan de professionele dialoog LiO Handboek 2006-2007 Bestuurscharter HBO-raad Tien leefregels pedagogische kwaliteit
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
jaartal 2004 2007 2003 2005 2002 2007 2006 2007 2003 2006 2006 2006 2003 2007 2005 2005 2005 2006 2005 2004 2007 2007 2007 2006 2006 2006
auteur Ministerie van OC&W School of Education Hogeschool Windesheim ADEF & SBL Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Ministerie van OC&W - HBO-raad SBL Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim HBO-raad Hogeschool Windesheim
63/69
Literatuurlijsten (literatuurlijsten Duits, Frans, gezondheidszorg en welzijn dagopleiding en afstandsleren)
2006
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Opleidingsmodellen afstandsleren programma oude stijl
2006
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Opleidingsmodellen nieuwe stijl Opleidingsmodellen dagopleiding oude stijl Activiteitenoverzicht internationalisering VO/BVE 2005-2006 Beleidsraad en Onderwijsadviesraad Kader Expertiseplan Opleiden in de School Functie en taken relatiebeheerders Het Naadje van de kous. Professionele nieuwsgierigheid als basishouding voor leerkrachten. Onderzoeken binnen de School of Education Implementatie Naadje van de kous Maatschappelijke dienstverlening in de School of Education Minor Ontwikkelplan Minorgids Opleiding Duits door de jaren heen Opleiding Frans door de jaren heen Overzicht Bama. Opleiding in beeld. Overzicht Opleiden in de School Overzicht relatiebeheerders 2006-2007
2006 2006 2005 2006 2006 2006
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
2006 2006 2007 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006
School of Education Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Vraagsturing binnen LVO (4e jaar) Studiegidsen jaar 2 Duits, Frans en Gezondheidszorg en Welzijn Studiegidsen jaar 3 Duits, Frans en Gezondheidszorg en Welzijn Vakontwikkelplannen Duits, Frans en Gezondheidszorg en Welzijn Naar een visie op het opleiden van leraren Opdracht examencommissie De Nul-meting Folder Kopopleiding Plan voor invoering taalcompetenties Richtlijnen vrijstellingen LVO 2006-2007 Studieloopbaanbegeleiding in afstandsleren
2007 2006 2006 2006 2002 2006 2006 2006 2006 2006 2007
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Ministerie van OC&W Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
64/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Studieloopbaanbegeleiding op Windesheim
2006
Hogeschool Windesheim
Visie op PPO Vrijstellingsrichtlijnen op basis van vooropleiding en ervaring
2004 2006
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Studiegids Kopopleiding Beoordelingsformulier Major Handboek beoordelen Handboek Leerwerktraject 2 Handboek Leerwerktraject 3 Roosterproces van oud naar nieuw Stappenplan invoering Educator
2006 2006 2006 2005 2006 2006 2006 20042005 2007 2007 2007 2006 2006 2003 2006 2007 2007 2007 2007 2003 2003 2007 2003 2005 2007 2006
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim
Toetsbeleid lerarenopleiding VO/BVE Werkplan Toetscommissie CV s Duits, Frans en Gezondheidszorg en Welzijn Beleidsraad VO/BVE leden Evaluatie werkveldconferentie van 14 november 2006 Onderwijsadviesraad VO/BVE leden Protocol sollicitatiegesprekken Voorbeeld vacaturetekst hogeschooldocent Begroting resultaat 2002-2007 lerarenopleiding VO/BVE Plan van aanpak KWOA scan Studentenstatistieken Duits, Frans en Gezondheidszorg en Welzijn Verzuimcijfers 2002-2007 marktgroep VO/BVE Education Valley Format Team ontwikkelplan (TOP) Leeractiviteiten voor medewerkers: Corporate Academy Ontwikkelen bij Windesheim Ontwikkelgids Bama Basiscursus Blackboard 7 Handleiding toegang tot Blackboard
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim
65/69
ICTO teams
2006
School of Education Hogeschool Windesheim
Mediacentrum Informatie brochure De planning en procedure van de eerste fase SLB AL De Veilige hogeschool
2007 2007 2007
Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim
Decanenwijzer Handboek leerwerktraject 1 Handboek stuvo 5 lvo-pabo Studentenpastoraat Testvoorbeelden Multiculturele capaciteit Actieplan Eigenaarschap-kleine kwaliteit Activiteitenplan 2007 School of Education Brief NVAO nav Stand van zaken notitie |(13-11-2006) Evaluatie-instrumenten-overzichten Oplegvel rapportage Audit Marktgroep VO/BVE Rapportage Audit Marktgroep VO/BVE Stand van zaken notitie december 2005 Statusrapport Marktgroep VO/BVE Beleidscyclus VO/BVE Beleidsdagen MTVO/BVE 2006-2007 Format Commissie werkplan Format projectopdracht Format projectrapportages Medezeggenschapsreglement van de CHW POP formulier medewerkers (voorbeeld) Projectenlijst VO/BVE 2006-2007 Team ontwikkelplan afstudeerfase team Team ontwikkelplan hoofdfase team Team ontwikkelplan propedeuse team Team ontwikkelplan Afstandsleren speerpunten Team ontwikkelplan Team Leerwerktraject- speerpunten
2005 2006 2005 2007 2006 2007 2007 2006 2007 2007 2006 2005 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2003 2003 2006 2005 2005 2005 2005 2005
Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim NVAO Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
66/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Basisreglement voor de opleidingscommissies van de CHW
1999
Hogeschool Windesheim
KWOA VO Presentatie team VO/BVE Onze keus voor het Pedagogisch hart en ondernemerschap 9-maandsrapportage 2006 acties VO/BVE 12-maandsrapportage 2005 Marktgroep VO/BVE
2006 2005 2006 2005
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim School of Education Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Balanced Score Card VO/BVE 1-1-2007 Kadernota CvB 2007 Curriculum Frans nieuwe stijl dagopleiding + Afstandsleren Curriculum Frans oude stijl Afstandsleren Curriculum Frans oude stijl Dagopleiding Curriculum Duits nieuwe stijl Dagopleiding + Afstandsleren Curriculum Duits oude stijl Afstandsleren Curriculum Duits oude stijl Dagopleiding Curriculum Gezondheidszorg en Welzijn nieuwe stijl dagopleiding + Afstandsleren Curriculum Gezondheidszorg en Welzijn oude stijl Afstandsleren Curriculum Gezondheidszorg en Welzijn oude stijl Dagopleiding Kwaliteitszorgplan VO/BVE Overzicht Internationale activiteiten VO/BVE Plan van aanpak n.a.v Interne Audit marktgroep VO/BVE 2006 Statusrapport Afstandsleren marktgroep VO/BVE januari 2007 Jaarverslag Lerarenopleiding VO/BVE i.s.m. LOI 05=06 Management Contract marktgroep VO/BVE 2007
2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2006 2006 2007 2006 2007
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim ism LOI Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Gespreksnotities 4e kwartaal rapportage Voorbeelden van samenwerkingsovereenkomsten Presentatie validatiecongres 2007 PPO-opdrachten jaar 1 (afstandsleren oude stijl)
2006 divers 2007 2006 20062007 2007 2007
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Diagnostische toetsen Frans en Duits met enkele voorbeelden van feedback BlackBoard module Beheers je taal Deelnemersmap EVC-procedure
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
67/69
Overzicht EVC-kandidaten
2007
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Tussenrapportage project EVC Overzicht trainingen begeleidingsvaardigheden op scholen
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Overzicht trainingen Opleiden in de School Informatiebrochure Opleiden in de School. Samen opleiden. Voortgezet onderwijs
2007 20062007 2007 2007
Agenda Onderwijs Advies Raad 22-01-07 Notulen Onderwijs Advies Raad 22-01-07 Materialen werkveldconferentie
2007 2007 2007
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Projectrapportage opleidingscommissie cursusjaar 2006-2007
2007
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim Marktgroep LVO/BVE Hogeschool Windesheim
Representatieve selectie uit het studiemateriaal: readers, boeken, handboeken leerwerktrajecten, toegang tot BlackBoardmodules Representatieve set van beoordeeld materiaal (inclusief beoordelingen): eindportfolio's, selectie uit schriftelijke toetsen, stageverslagen Studentevaluaties van het cursusjaar 2006-2007
68/69
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
Bijlage 5:
Eindkwalificaties
Zie de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl.
© NQA - Hs. Windesheim: Lerarenopleiding VO/BVE Frans, Duits en Gezondheidszorg en Welzijn
69/69