Regels Tentaminering Christelijke Hogeschool Windesheim
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ................................................................................................................................................ 2 1.
Preambule ............................................................................................................................................. 3
2.
Begrippenlijst ........................................................................................................................................ 3
3.
Deelname toetsen in de propedeuse.................................................................................................... 3
4.
Deelname schriftelijke toetsen in de hoofdfase ................................................................................... 4
5.
Afstandsonderwijs Bewegen & Educatie .............................................................................................. 4
6.
Afname schriftelijke toets ..................................................................................................................... 4
7.
Mondelinge toetsen en assessments.................................................................................................... 5
8.
Inleveren werkstukken en portfolio...................................................................................................... 5
9.
Digitaal toetscentrum ........................................................................................................................... 5
10.
Bekendmaking uitslag toetsen .............................................................................................................. 6
11.
Frequentie tentamens .......................................................................................................................... 6
12.
Fraude ................................................................................................................................................... 6
13.
Bijzondere gevallen ............................................................................................................................... 7
14.
Evaluatie ................................................................................................................................................ 7
15.
Inwerkingtreding ................................................................................................................................... 7
BIJLAGEN ......................................................................................................................................................... 8 Artikel 6.6 OER - Afleggen van tentamens ............................................................................................ 8
Regels Tentaminering, pagina 2
1. Preambule De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (hierna: de WHW) laat in het midden waar de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de toetsing ligt. Sinds de inwerkingtreding van de wet Versterking Besturing (september 2010) heeft de examencommissie een omvangrijke taak in de borging van de kwaliteit van toetsing. Vanaf september 2010 is daarom de zorg voor de organisatie op Windesheim neergelegd bij de examencommissies. De laatste twee jaren is echter, zowel op Windesheim als landelijk en in de politiek, geleidelijk het inzicht gegroeid dat er een onderscheid is tussen borgen (van de kwaliteit van toetsing), welke de bij wet opgelegde verantwoordelijkheid is van de examencommissie, en zorgen (voor een juiste organisatie van de toetsing), welke behoort tot de normale organisatie van de opleiding en tot de zorg van het management van de opleiding. Vanuit dit inzicht is ervoor gekozen om met ingang van het studiejaar 2014-2015 de procedurele regels uit de reglementen van de examencommissies te halen en ze onderdeel te laten uitmaken van de Onderwijs- en Examenregeling (hierna: de OER). Deze Regels Tentaminering zijn hiervan de uitwerking.
2.
Begrippenlijst
1.
Afstandsonderwijs:
2. 3.
Bijzondere omstandigheid: (Digitale) hulpmiddelen:
4.
Digitale toets:
5.
Domeindirecteur:
6.
Examencommissie:
7.
OER:
8.
Schriftelijke toets:
9.
Tentamen:
10.
Toets:
11.
Werkdag:
3. 3.1.
Het onderwijs waar de student zich voor aan heeft gemeld en dat expliciet zo is benoemd bij de inschrijving. Een omstandigheid conform het Uitvoeringsbesluit WHW Ieder hulpmiddel met een functionaliteit die frauduleus gebruikt kan worden om de uitkomst van een toets of tentamen te beïnvloeden. Daaronder in ieder geval begrepen, iPod’s en vergelijkbare mediadragers, smartphones, smartwatches en smartglasses. Een toets die wordt afgenomen met gebruikmaking van een computer. In deze regels wordt onder de domeindirecteur verstaan de domeindirecteur van de opleiding waar de onderwijseenheid toe behoort waarvoor de betreffende toets wordt afgenomen. In deze regels wordt onder de examencommissie verstaan de examencommissie van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven. De namens het instellingsbestuur voor iedere opleiding afzonderlijk vastgestelde Onderwijs- en examenregeling. Een toets die in schriftelijke vorm wordt afgenomen op een vooraf vastgestelde tijd en plaats. Het tentamen is de afsluiting van een onderwijseenheid en omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Ieder tentamen bestaat uit minimaal één toets. Een toets kan bestaan uit een mondelinge toets, een assessment, een schriftelijke toets, een werkstuk of een portfolio. Een doordeweekse dag, zaterdag en zondag uitgesloten en niet zijnde een officiële feestdag.
Deelname toetsen in de propedeuse Met uitzondering van afstandsonderwijs in het domein Bewegen & Educatie worden studenten voor deelname aan iedere voor de student toegankelijke toets of herkansing van onderwijseenheden in de propedeuse automatisch aangemeld.
Regels Tentaminering, pagina 3
3.2. 3.3.
3.4.
4. 4.1.
4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
5. 5.1.
5.2. 5.3. 5.4.
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
6.5.
6.6.
De aanmelding is voor deelname aan de toetsing in de periode waarin de student de onderwijseenheid heeft gevolgd en voor de eerstvolgende herkansing. Bij bijzondere omstandigheden kan de student zich tot uiterlijk twee werkdagen na de dag van de toetsing, doch bij voorkeur voorafgaand aan de toetsing, bij de examencommissie voor deze toetsing afmelden. Een student die niet aanwezig is bij de schriftelijke toets of zich niet op grond van het voorafgaande lid tijdig heeft afgemeld, verbruikt daarmee een tentamenkans als bedoeld in artikel 6.6 lid 2 OER.
Deelname schriftelijke toetsen in de hoofdfase Om deel te kunnen nemen aan schriftelijke toetsen is voor onderwijseenheden in de hoofdfase voorafgaande inschrijving binnen de vastgestelde aanmeldtermijn verplicht. Dit geldt ook voor herkansingen. De inschrijving verloopt digitaal. Een student die niet is ingeschreven, kan niet deelnemen aan tentamens. Deze student wordt verwezen naar de eerstvolgende tentamenperiode waarin het tentamen opnieuw wordt aangeboden. Bij bijzondere omstandigheden kan een student tot uiterlijk twee werkdagen na de dag van de toetsing de aanmelding bij de examencommissie ongedaan maken. Een student die niet aanwezig is bij de schriftelijke toets waarvoor de student zich heeft aangemeld, of de aanmelding niet tijdig op grond van het voorafgaande lid ongedaan heeft gemaakt, verbruikt daarmee een tentamenkans als bedoeld in artikel 6.6 lid 2 OER.
Afstandsonderwijs Bewegen & Educatie Om bij afstandsonderwijs in het domein Bewegen & Educatie deel te kunnen nemen aan een schriftelijke toets is voor alle onderwijseenheden voorafgaande inschrijving binnen de daarvoor vastgestelde aanmeldtermijn verplicht. De inschrijving verloopt digitaal. De student geeft bij de inschrijving aan op welke toetslocatie hij aan de toets zal deelnemen. Een student die niet is ingeschreven, kan niet deelnemen aan tentamens. Deze student wordt verwezen naar de volgende tentamenperiode, waarin het tentamen opnieuw wordt aangeboden.
Afname schriftelijke toets Studenten zijn bij voorkeur 15 minuten voorafgaande aan de toets bij het toetslokaal aanwezig. Het toetslokaal gaat 15 minuten voorafgaand aan de toets open. Als de toets gestart is kan een student maximaal twintig minuten na aanvang nog aan de toets deelnemen. Studenten mogen niet eerder dan dertig minuten na aanvang vertrekken. Een student moet bij de aanvang van de toets de presentielijst tekenen en zich kunnen legitimeren door middel van zijn collegekaart en een geldig identiteitsbewijs. Deze dienen op de werktafel te liggen. Indien in het toetslokaal jassen, tassen, (digitale) hulpmiddelen worden meegenomen, moeten deze buiten bereik van de student blijven, waarbij de aanwijzingen van de surveillant dienen te worden gevolgd. Alleen de documenten, (digitale) hulpmiddelen, studieboeken etc. aangegeven bij de toetsinformatie mogen op het tafeltje geplaatst worden.
Regels Tentaminering, pagina 4
6.7.
In het toetslokaal liggen opgaven, uitwerkpapier, kladpapier en eventueel een schrapformulier klaar aan het begin van de toets. Men mag uitsluitend van het door de opleiding verstrekte papier gebruik maken. Alle uitgewerkte papieren dienen aan het eind van elke toets te worden ingeleverd, met inbegrip van het kladpapier. Alle uitwerkingen moeten voorzien zijn van naam en studentnummer. De toetsopgaven moeten bij de surveillant worden ingeleverd, tenzij anders is vermeld. 6.8. Studenten mogen het laatste kwartier van de toets het toetslokaal niet verlaten. 6.9. Tijdens de toets mogen studenten het toetslokaal niet verlaten met de bedoeling er later ter voortzetting van de toets terug te keren, tenzij de surveillant toestemming geeft. 6.10. Bij tussentijds verlaten van het toetslokaal dienen alle papieren onleesbaar voor andere studenten te worden achtergelaten. 6.11. Uitwerkingen op kladpapier worden nooit in de beoordeling meegenomen. 6.12. Tijdens de toetsing is het niet geoorloofd dat studenten elkaars werk bekijken, praten of anderszins fraude plegen of pogingen daartoe doen. Het is niet geoorloofd dat studenten iets van elkaar lenen.
7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5.
8. 8.1. 8.2.
8.3.
9. 9.1. 9.2. 9.3.
9.4. 9.5.
Mondelinge toetsen en assessments Studenten zijn 15 minuten voorafgaande aan de mondelinge toets of het assessment bij het toetslokaal aanwezig. De student wordt door de examinator op of om het aangegeven tijdstip toegelaten tot het toetslokaal. Indien de student op het aangegeven tijdstip niet aanwezig is, is het niet meer mogelijk aan de mondelinge toets of het assessment deel te nemen. Een student moet zich bij de aanvang van de mondelinge toets of het assessment kunnen legitimeren door middel van zijn collegekaart en een geldig identiteitsbewijs. De student mag tijdens de mondelinge toets of het assessment de documenten, (digitale) hulpmiddelen, studieboeken etc. gebruiken die zijn aangegeven bij de toetsinformatie.
Inleveren werkstukken en portfolio Werkstukken en portfolio’s voor onderwijseenheden worden uiterlijk om 12.00 uur ingeleverd op de vrijdag van de toetsweek in het blok waarin de onderwijseenheid wordt gegeven. De herkansing van werkstukken en portfolio’s voor onderwijseenheden wordt uiterlijk om 12.00 uur ingeleverd op de vrijdag van de (laatste) toetsweek in het blok dat direct volgt op het blok waarin de onderwijseenheid is gegeven. Leden 1 en 2 zijn niet van toepassing indien in de studiehandleiding van de betreffende onderwijseenheid een ander moment is vastgelegd.
Digitaal toetscentrum Met inachtneming van de overige bepalingen in deze Regels Tentaminering, gelden eveneens de volgende leden van dit artikel voor de toetsen in het digitaal toetscentrum. Stilte op verdieping D1. Het is niet toegestaan eten en/of drinken in het toetslokaal mee naar binnen te nemen. Bij hoge temperaturen wordt voorafgaande aan het tentamen aangegeven of er drinken mee mag worden genomen. Er is een onbewaakte garderobe aanwezig waar jassen en tassen achtergelaten kunnen worden. Het is niet toegestaan jassen en tassen mee te nemen in het toetslokaal. Laptoptassen mogen voorin het toetslokaal worden gelegd. De laptop staat uit.
Regels Tentaminering, pagina 5
9.6.
10.
Na de toets verdieping D1 direct verlaten om de rust bij de tentamens die worden afgenomen te bewaren.
Bekendmaking uitslag toetsen
10.1. De examinator stelt direct na het afnemen van een mondelinge toets of het assessment de uitslag vast en reikt de student een schriftelijke verklaring uit. 10.2. De uitslag van de overige toetsen wordt vastgesteld en bekend gemaakt binnen 3 weken na het afleggen van het tentamen. 10.3. In geval van bijzondere, individueel af te leggen, toetsen wordt de uitslag binnen 3 weken na het afleggen van de toets vastgesteld en bekendgemaakt, tenzij de examencommissie tevoren een andere termijn heeft vastgesteld. 10.4. De uitslag van tentamens wordt minimaal één dag voor de inzage bekendgemaakt. De wijze waarop de inzage mogelijk is, wordt door de opleiding aangegeven. Daarna is inzage niet meer mogelijk, tenzij er sprake is van aantoonbare overmacht. 10.5. Voor opdrachten, werkstukken, stage- en afstudeerwerkstukken geldt dat de nakijktermijn start op de dag na de vastgestelde inleverdeadline. De examencommissie kan, indien noodzakelijk en in uitzonderlijke gevallen, besluiten hiervan af te wijken.
11.
Frequentie tentamens
11.1. Elk tentamen kan maximaal tweemaal per studiejaar worden afgelegd. 11.2. De opleiding bepaalt het aantal te organiseren tentamenmogelijkheden per studiejaar, met dien verstande dat er minimaal drie tentamenmogelijkheden per studiejaar zijn. 11.3. De Examencommissie kan in individuele gevallen besluiten dat studenten een extra tentamenkans krijgen. Ook kan de examencommissie bepalen de toets op een andere dag en/of tijdstip te laten afnemen. Een verzoek hiertoe kan de student bij de examencommissie indienen. Zie hiervoor het Reglement Examencommissie van de opleiding. 11.4. In uitzondering op het bepaalde in het eerste lid, kan een tentamen meer of minder dan tweemaal per jaar worden afgelegd indien dit in de OER is vastgelegd. 11.5. Studenten die voldoen aan de voorwaarden als vermeld in artikel 6.6 lid 3 OER, krijgen een extra toetskans voor de nog niet behaalde onderwijseenheden in de propedeuse.
12.
Fraude
12.1. Fraude is: 12.1.1. De aanwezigheid van niet toegestane onderwijsmiddelen bij een student tijdens het tentamen; 12.1.2. Het frauduleus gebruik van toegestane onderwijsmiddelen tijdens het tentamen; 12.1.3. Plagiaat, waarbij delen van tekst zijn overgenomen uit andere bronnen, waarbij de indruk wordt gewekt dat deze tekst van de student zelf afkomstig is, terwijl dit niet het geval is; 12.1.4. In enig opzicht tijdens toetsen, tentamens en examens in strijd handelen met de voorschriften dan wel zich aan enig bedrog schuldig maken. 12.2. Onder fraude wordt in ieder geval verstaan: 12.2.1. Tijdens het tentamen in het bezit hebben van hulpmiddelen (spiekbriefjes, voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon, boeken, syllabi, aantekeningen in
Regels Tentaminering, pagina 6
wettenbundels of in boeken voor een openboektentamen), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; 12.2.2. Tijdens het tentamen gebruik maken van (digitale) hulpmiddelen op een andere wijze dan is toegestaan; 12.2.3. Tijdens het tentamen afkijken of, binnen of buiten de tentamenruimte uitwisselen van informatie; 12.2.4. Tijdens het tentamen praten, ongeacht waarover. Bij vragen dient de student zich te wenden tot de surveillant; 12.2.5. Zich tijdens het tentamen uitgeven voor iemand anders; 12.2.6. Zich tijdens het tentamen door iemand anders laten vertegenwoordigen; 12.2.7. Zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de opgaven van het desbetreffende tentamen; 12.2.8. Fingeren en/of vervalsen van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens; 12.2.9. Het meenemen van tentamens, antwoordformulieren of kladpapier; 12.2.10. Tijdens de inzage aantekeningen maken op en van het tentamen; 12.2.11. Vervalsen van handtekeningen van beoordelaars (op bijvoorbeeld beoordelingsformulieren) of van medestudenten (op bijvoorbeeld presentielijsten). 12.3. Indien bij een student tijdens het tentamen wordt geconstateerd dat hij in enig opzicht in strijd met de voorschriften handelt dan wel zich aan fraude schuldig maakt, wordt hem de constatering van dit feit onmiddellijk meegedeeld. Het feit wordt aan de examencommissie meegedeeld onder overlegging van een protocol (verslag) van het geconstateerde feit. 12.4. Indien de examinator bij de beoordeling van het tentamen of als tentamen ingeleverd werk vermoedt dat fraude is gepleegd, stelt hij de examencommissie hiervan op de hoogte door overlegging van een protocol (verslag) van zijn waarneming. 12.5. Indien zich een feit als bedoeld in lid 1, 2, 3 of 4 voordoet, stelt de examinator geen cijfer vast dan nadat de examencommissie ter zake een beslissing heeft genomen.
13. Bijzondere gevallen Voor die gevallen waarin deze regels niet voorzien, beslissen de domeindirecteur en de examencommissie gezamenlijk.
14. Evaluatie Deze Regels Tentaminering worden jaarlijks geëvalueerd door één of meer opleidingen en één of meer examencommissies gezamenlijk. Hiertoe neemt jaarlijks medio februari een domein het initiatief. Het initiatief rouleert per jaar, ieder jaar neemt een volgend domein het initiatief tot deze evaluatie. In februari 2015 neemt het domein Bewegen & Educatie de evaluatie voor haar rekening. In de jaren erna nemen bij toerbeurt Flevoland, Gezondheid & Welzijn, Techniek en Business & Media het initiatief. Indien noodzakelijk worden de Regels Tentaminering aangepast.
15.
Inwerkingtreding
15.1. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 september 2014. 15.2. Deze Regels Tentaminering maken deel uit van de OER en het instellingsdeel van het Studentenstatuut. 15.3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Regels Tentaminering”.
Regels Tentaminering, pagina 7
BIJLAGEN Artikel 6.6 OER - Afleggen van tentamens 1. Een tentamen kan niet worden afgelegd indien niet aan de ingangseisen van de betreffende onderwijseenheid is voldaan. 2. Elk tentamen kan maximaal tweemaal per jaar worden afgelegd. Nadere regels omtrent herkansingen zijn te vinden in het Reglement examencommissie. De Examencommissie kan besluiten dat individuele studenten een extra tentamenkans krijgen. 3. Indien de student bij het eerste studieadvies als bedoeld in art. 5.1, 54 of meer studiepunten heeft behaald, maar minder dan 60 studiepunten, krijgt de student in afwijking van lid 2 driemaal de mogelijkheid een propedeusetentamen af te leggen. De derde tentamenmogelijkheid vindt plaats in de vijfde periode. 4. Een tentamen dat met voldoende resultaat is afgelegd, kan niet opnieuw worden afgelegd. Indien het cijfer van een onderwijseenheid is gebaseerd op de beoordeling van meer dan één onderdeel en een onderdeel meer dan eenmaal wordt afgelegd, telt het hoogst behaalde cijfer van elk onderdeel, onverlet lid 2 en lid 3. 5. In bijzondere gevallen kan voorafgaand aan het studiejaar worden bepaald dat het tentamen voor een onderwijseenheid maar één maal per jaar kan worden afgelegd. 6. De ‘Regels Tentaminering’ met daarin de regels die van toepassing zijn tijdens de tentamens, zijn hier te vinden. 7. De student kan de examencommissie verzoeken wegens bijzondere omstandigheden het tentamen op een andere wijze af te leggen dan aangegeven bij de desbetreffende onderwijseenheid. Dit is verder uitgewerkt in het Reglement Examencommissie. 8. Aan studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of functiebeperking kan de gelegenheid worden geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
Regels Tentaminering, pagina 8