het onderwijs koos. Hij had er al een leven opzitten als boekhouder en kantoorbediende bij een uitgeverij.
Parkhurst, school voor vwo, havo en vmbo-tl, of hij in een stage mocht uitproberen of werken op een school iets voor hem was. Het werd hem toegestaan, van het één kwam het ander en gaandeweg viel hij van de ene verbazing in de andere. Daarvan deed hij de afgelopen jaren wekelijks verslag op de site van de school. In dit boekje vindt u een ruime keus uit de wekelijkse columns. Nico van Lieshout publiceerde eerder: Bob Bronshoff, René Sommer en Nico van Lieshout, Mijn beste vriend, Amsterdam 2006 Met een voorwoord van Boris van der Ham
l
Multi ibris
2De Hands Willen - Lieshout OM DEF - Landelijk.indd 1
TWEEDEHANDS WILLEN & andere verhalen uit het voortgezet onderwijs
In 2002 vroeg hij aan de rector van het Almeerse Helen
Nico van Lieshout
Nico van Lieshout (1956) was zesenveertig toen hij voor
NICO VAN LIESHOUT
Tweedehands willen & andere verhalen uit het voortgezet onderwijs
l
M
12-4-2012 23:29:46
het onderwijs koos. Hij had er al een leven opzitten als boekhouder en kantoorbediende bij een uitgeverij.
Parkhurst, school voor vwo, havo en vmbo-tl, of hij in een stage mocht uitproberen of werken op een school iets voor hem was. Het werd hem toegestaan, van het één kwam het ander en gaandeweg viel hij van de ene verbazing in de andere. Daarvan deed hij de afgelopen jaren wekelijks verslag op de site van de school. In dit boekje vindt u een ruime keus uit de wekelijkse columns. Nico van Lieshout publiceerde eerder: Bob Bronshoff, René Sommer en Nico van Lieshout, Mijn beste vriend, Amsterdam 2006 Met een voorwoord van Boris van der Ham
l
Multi ibris
2De Hands Willen - Lieshout OM DEF - Landelijk.indd 1
TWEEDEHANDS WILLEN & andere verhalen uit het voortgezet onderwijs
In 2002 vroeg hij aan de rector van het Almeerse Helen
Nico van Lieshout
Nico van Lieshout (1956) was zesenveertig toen hij voor
NICO VAN LIESHOUT
Tweedehands willen & andere verhalen uit het voortgezet onderwijs
l
M
12-4-2012 23:29:46
N I CO VAN LI E S H O UT
Tweedehands willen & andere verhalen uit het voortgezet onderwijs
© Nico van Lieshout / Uitgeverij MultiLibris, Almere © Daltonschool Helen Parkhurst VO Productie: Uitgeverij MultiLibris, Almere Layout omslag en binnenwerk: Erik Kunst Redactie: Nico van Lieshout isbn 978 94 6000 031 7 - Landelijke editie isbn 978 94 6000 032 4 - Almere editie nur 401, 840 Alle rechten voorbehouden.
INHOU D
Voorwoord – 7 Tweedehands willen – 9 Onderwijs waar je u tegen zegt – 12 Ranja – 14 De beste school van Almere – 16 Geen groente – 18 Grand tour – 20 Foei! – 23 Kletskoek – 26 Dubbele bodems – 28 Natte jassen – 30 Oeroeg is een eikel – 32 Te laat – 34 Zeilmeisjes – 37 Scripta Manent? – 40 Oog om oog – 43 Transfer – 46 Lesje – 49
-5-
Stemmen – 53
Mentor – 108
Sesamstraat – 56
Inspectie – 111
Jaap – 60
Flexwerk – 114
Vergaat niet – 63
Voor het slapen gaan – 117
Paperclip – 66
Beweegredenen – 120
Bint lezen – 69
Geen cadeau – 123
Dan je lief is – 72
Liefdeslessen – 126
Zen – 75
Het kleine verschil – 129
Brusselse kermis – 78
Non scholae – 132
Turven – 81
Stralingsgevaar – 135
Klikken – 84
Familie – 138
Zilvervisjes – 87
Hard werken – 141
Op sokken – 90
Dakterras – 144
Engelengeduld – 93
Nooit bevlogen zwerk – 147
Begrijpt het wel – 96
Ongeluk bij een geluk – 150
Onbegonnen werk – 99
We bellen – 153
Marlboro man – 102
Autobiografisch – 156
Geen been – 105
Minder getroffen – 159
-6-
VOORWOOR D
T
weedehands willen: een metaforische term die Nico van Lieshout gebruikt om het falen van een leerproces aan te duiden. Niet de meest positieve start van een boek maar dat is dan ook niet het
doel van de verzameling verhalen die voor u ligt. Van Lieshout beschrijft in zijn wekelijkse columns de onderwijspraktijk en is daar, naar mijn mening, ook zeker in geslaagd. In het onderwijs is het, zoals een ieder kan beamen, niet altijd rozengeur en maneschijn. Door de korte en toegankelijke manier van schrijven, lees je de verhalen achter elkaar door en val je van het ene bijzondere geval in het andere. Net als Van Lieshout overkwam toen hij een aantal jaar geleden zijn entree maakte als docent in het voortgezet onderwijs. De auteur is een docent op een school uit het Daltononderwijs, gebouwd op de pijlers van vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking. Deze pijlers geven de school zijn richting, een richting waar Van Lieshout zo nu en dan zijn vraagtekens bij
-7-
zet. Hij hecht meer waarde aan de begrippen relatie, autonomie en competentie. Als liberaal politicus geloof ik in de vrijheid van het individu en in het vermogen van individuen om zichzelf te ontplooien en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen daden. De basis daarvoor steunt op een goede voorbereiding in het onderwijs. Van Lieshout is een betrokken docent, die tracht bij te blijven in een tijd van sociale media als Hyves, Facebook en Twitter. Dat deze media af en toe ook zeker van pas komen, ondervond hij toen een van zijn leerlingen een paar dagen niet op school was. Twitter bood uitkomst over haar locatie: Naakt aan ’t zonnen op me dakterras al een uurtje ofso, niemand ziet me toch. Verder verhalen over het schamen voor excelleren, de dubbele bodem van een autistische leerling, de kneepjes van ’t kofschip en verliefde stelletjes tijdens Valentijnsdag. Van Lieshout geeft met zijn ‘Tweedehands willen’ een toegankelijke inkijk in de onderwijspraktijk. Een praktijk die de laatste tijd weer flink onder druk staat door toenemende bezuinigingen in het onderwijs, maar met docenten die zo betrokken zijn als Van Lieshout staat het onderwijs in ieder geval sterk. Ik wens u veel leesplezier toe, Boris van der Ham tweede kamerlid d66, woordvoerder onderwijs
-8-
R ANJA
D
e leerling heeft altijd gelijk. Niet omdat hij of zij altijd het juiste denkt of doet, maar omdat nog beperkte (zelf)kennis en fantasie de leerling noopt tot posities die, hoewel oncomforta-
bel, met halsstarrigheid worden volgehouden, of, omgekeerd, gerieflijke posities terwijl het maar niet lukt zich ermee te identificeren. Zoals de boodschapper geen blaam treft om de inhoud van de boodschap, zo dient het gelijk van de leerling te worden erkend. Hij wordt maar gestuurd, en hoewel dat lang niet altijd waar is, hebben opvoeders en docenten de indruk dat zij het zijn die hebben gestuurd. In ‘Zoete Mond’ van Thomas Roosenboom staat Lieneke (nog geen tien jaar) voor de deur van de dierenarts Rebert van Buyten. In haar handen een glazen kom met een laagje water waarop iets oranjes drijft, naast haar, haar mooie moeder Laura Banda. Eerst moet het beestje worden ingeschre-
- 14 -
ven. De goudvis blijkt Ranja te heten. Ze is in deze toestand gekomen nadat ze door het vrouwtje uit de kom is genomen om te worden gestreeld. De arts constateert een ‘zeer zwakke hartslag’, de moeder prevelt al: ‘rust zacht’, maar de dokter besluit de patiënt ter observatie een nachtje op te nemen. ‘Rebert, zo maak je het alleen maar erger’, fluistert Laura, zonder dat Ranja en Lieneke het horen. Daags daarop komt Lieneke kijken hoe het met haar lieveling is, en kan Van Buyten haar een vervangend exemplaar ter hand stellen. Een leugentje om bestwil, of boerenbedrog? Laura vertrouwt Rebert later toe dat hij Lieneke zielsgelukkig heeft gemaakt. Het is duidelijk dat in deze parabel Lieneke de leerling is met het gelijk van haar onnozelheid aan haar zijde, Laura de ouder en Rebert de docent die hoofd en hart van zijn pupil heeft gewonnen, maar die het foute heeft gedaan omdat hij beter wist. 20090911
- 15 -
DUBBELE BODEMS
E
en op de duizend Nederlanders kampt met autisme. In mijn havo vier klas zitten 22 leerlingen en ik heb er een. Misschien moet ik toch een staatslot gaan kopen. Sinds kort heeft hij in de les zijn lap-
top bij zich, met de pc werken vindt hij het leukste wat er is en zo kan hij tegelijkertijd alle afspraken die in de les gemaakt worden in zijn planningen invoeren. Nu ja, bijna alle afspraken. Zijn begeleider, Johan Kluin van de stichting Gewoon Anders komt donderdagochtend voor het voltallige personeel van de afdeling vertellen wat dat is, autisme. Het blijkt te gaan om een heel scala aan stoornissen die evenveel overeenkomsten met elkaar vertonen, als dat ze van elkaar verschillen. Wie aan een vorm van autisme lijdt vermijdt oogcontact, is slecht in staat gebarentaal te interpreteren, mist dubbele bodems in de dagelijkse communicatie, is gevoelig voor (vaak secundaire) prikkels van buitenaf, kan angstig zijn of agressief, heeft grote moeite met het organiseren en uitvoeren van
- 28 -
taken, is niet goed in doelgericht handelen en mist flexibiliteit. Gaandeweg krijgen we het vermoeden dat van deze leerlingen in alle redelijkheid niet kan worden verwacht dat ze voldoen aan de verwachtingen van ons daltononderwijs. Zijn ze hier dan wel op hun plaats? Dat is een vraag die Johan beantwoordt met: ‘dat is een kwestie van schoolbeleid.’ We verwachten inderdaad nogal wat van onze leerlingen, maar we proberen hen ook zo goed mogelijk te helpen. Voor het komende schoolexamen gaan de leerlingen een betoog schrijven. Ze krijgen instructie en om te oefenen krijgen ze een schriftelijke bron die we eerst klassikaal uitpluizen. Het onderwerp van de oefentekst is nut en noodzaak van foutloos spellen. Ik nodig de leerlingen uit zich over dit vraagstuk een mening te vormen, die goed met argumenten te onderbouwen en daarmee een proefbetoog te schrijven. Een paar lessen later neem ik met de klas door op welke elementen het betoog zal worden beoordeeld. We staan stil bij achttien punten, van stijlvolle verzorging tot passende en degelijke argumenten. Dan gaan we het beoordelingsformulier uitproberen met het zelfgemaakte proefbetoog. Ik verzoek dus de leerlingen om hun teksten voor zich te nemen. Een van de 22 klapt zijn laptop open en zet de gevraagde tekst op het scherm, naast zich het beoordelingsformulier. Eenentwintig leerlingen kijken schaapachtig toe. 20091106
- 29 -