Wijzigingen DOT interne geneeskunde vanaf 2009 Nederlandse Internisten Vereniging Versie 2 december 2012
1
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Release januari 2013 (RZ13b) Release januari 2013 (RZ13a) Release september 2012 (RZ12d) Release mei 2012 (RZ12c) Release januari 2012 (RZ12b) Release januari 2011 (RZ07) Release juli 2009 (RZ01)
2
Release januari 2013 (RZ13b) 1.1 Scopieën Per 1 januari 2012 bevatten de overige zorgproducten voor scopieën geen poorthonorarium, maar dient hierover in het ondersteunershonorarium op basis van het zorgprofiel apart onderhandeld te worden. In tegenstelling tot bij één uniforme poortnormtijd biedt deze aanpak de gelegenheid om verschillen in werklast bij scopieën tussen de betrokken specialismen te ondervangen. De betrokken wetenschappelijke verenigingen hebben richting de NZa echter aangegeven dat er geen sprake is van een verschil in werklast aangezien de betreffende wetenschappelijke verenigingen aan de zorgactiviteiten een gelijke normtijd hebben toegekend. Daarom hebben de betrokken wetenschappelijke verenigingen de NZa verzocht de honorariumtarieven voor de scopieën te uniformeren. De NZa heeft deze tarieven geüniformeerd in de RZ13b, conform de algehele methodiek van het berekenen van overstijgende producten. Hierbij is gekozen voor een budgetneutrale aanpak, zodat een eventuele verhoging van het tarief van de endoscopische verrichting geneutraliseerd wordt door een afslag op de eigen tarieven van de betreffende verenigingen. 1.2 Nieuwe ondersteunende zorgactiviteiten voor interne geneeskunde De onderstaande zorgactiviteiten zijn nu ook voor de interne geneeskunde geoormerkt als ondersteunende activiteiten. 34693
Rectoscopie of proctoscopie.
34695 34393
Enteroscopie (b.v. enkel- of dubbelballon) met behulp van een flexibele endoscoop inclusief eventuele biopten en poliepectomie. Behandeling Zenker-divertikel.
34503
Endoscopische gastrostomie (zie 034501 voor open procedure).
34640
Endoscopische mucosectomie.
34688
Capsule endoscopie.
35136
Niet operatieve ambulante behandeling van haemorrhoïden door middel van scleroseren, bandligatie, infraroodcoagulatie of cryochirurgie. Iedere volgende behandeling binnen een jaar. Echografie van de buikorganen.
39492 39877
Analyse incontinentie of obstipatie: minimaal 2 van de onderzoeken: capaciteit- en compliancemeting, singlefiber electromyografie, readtest, ballonevacuatietest, rectale motiliteit indexbepaling.
1.3 Face-to-face en e-health In de BR/CU-2081 is bij het begrip ‘face-to-face contact’ opgenomen dat in uitzondering hierop in geval van screen-to-screen beeldcontact tussen patiënt en poortspecialist een herhaalpolikliniekbezoek kan worden vastgelegd. Dit beeldcontact dient als vervanging voor een fysiek consult. Hiermee wordt het per 2013 mogelijk om een polikliniekbezoek te registreren voor een consult via videocommunicatie tussen patiënt en poortspecialist. Op deze manier dragen screen-to-screen beeldcontacten bij aan de afleiding van een DBC-zorgproduct. Deze uitzondering is beperkt tot herhaalbezoeken, om te borgen dat deze ehealth toepassing wordt ingezet in een bestaande behandelrelatie tussen arts en patiënt. 1.4 Aanpassen naam uitzondering chronische zorg met hemodialyse (issue 2050) De naam van de uitzondering voor de 7 daagse subtrajecten voor chronische dialyse is aangepast in Chronische zorg met dialyse. Deze uitzondering betreft naast hemodialyse namelijk ook de chronische dialyse Continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD) en Automatische peritoneale dialyse (APD). 1.5 Parallel registreren zorgtrajecten medische oncologie In de regeling zijn een aantal specifieke registratieregels opgenomen over het parallel registeren van zorgtrajecten bij eenzelfde specialisme. Eén van de voorwaarden is dat het zorgtraject minimaal één zorgactiviteit met zorgprofielklasse 1, 2 of 3 dient te hebben. Op deze voorwaarde bestond reeds een uitzondering voor zorgactiviteiten uit de groepen chronische zorg met dialyse of chronische thuisbeademing. In de NR/CU-222 zijn bij deze voorwaarde twee uitzonderingen toegevoegd voor zorgactiviteiten uit de groep van verstrekking van oncologische medicatie per infuus of per injectie én voor zorgactiviteiten uit de groep gespecialiseerde technieken voor fertiliteitsbehandelingen. 1.6 Zorgactiviteiten immunotherapie leiden naar ambulante zorgproducten (issue 1803, 1845, 1867, 1894, 1944, 1971) Zorgproductgroepen: 040401, 049799, 100501, 109699, 109999, 110801, 119899, 979002, 979003 en 991116
3
De registratie van onderstaande twee zorgactiviteiten voor immunotherapie leidde tot uitval bij verschillende niet-oncologische diagnosen waar deze behandeling wordt toegepast. 039896 039146
Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met immunotherapie Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie
Met het verwijderen van deze zorgactiviteiten uit de standaarduitval en toevoeging aan het standaardcluster Overige ingrepen voor alle zorgproductgroepen, leidt de registratie ervan niet langer tot uitvalproducten. Er zal een ambulant zorgproduct worden afgeleid in alle zorgproductgroepen waar deze zorgactiviteit (nog) niet afleidde tot een specifiek zorgproduct. 1.7 Activiteiten chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen niet langer standaarduitval (issue 1944) Zorgproductgroepen: 049799; 100501; 109699; 1099999 De registratie van onderstaande twee zorgactiviteiten voor chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen leidde tot uitval bij verschillende diagnosen waar deze behandeling wordt toegepast (zorgproductgroepen 049799, 100501, 109699 en 109999). 039144 039894
Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-oncologische diagnosen. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie (zie 039144), bij niet-oncologische diagnosen.
Met het verwijderen van deze zorgactiviteiten uit de standaarduitval en toevoeging aan het standaardcluster Overige ingrepen voor alle zorgproductgroepen, leidt de registratie ervan niet langer tot uitvalproducten. Er wordt een ambulant zorgproduct afgeleid in alle zorgproductgroepen waar deze zorgactiviteit (nog) niet afleidde tot een specifiek zorgproduct. Daarnaast leidde de registratie van onderstaande twee zorgactiviteiten voor chemo-immunotherapie onterecht tot uitval bij een aantal diagnosen in dezelfde zorgproductgroepen. 039145 039895
Verstrekking chemo-immunotherapie per infuus of per injectie. Begeleiding tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie (zie 039145).
In de betreffende zorgproductgroepen zijn deze zorgactiviteiten derhalve uit de uitval gehaald waardoor zij zullen afleiden tot een – bij de rest van het profiel passend – declarabel zorgproduct. 1.8 Zorgactiviteit 190351 Device voor real-time continue glucosemeting uit standaarduitval (issue 1991) De zorgactiviteit 190351 Device voor real-time continue glucosemeting (RT-GCM) wordt onder andere in het kader van ziekenhuisverplaatste zorg geregistreerd bij de diagnosen: 0313.221 0313.222 0313.223
Diabetes Mellitus zonder secundaire complicaties Diabetes Mellitus met secundaire complicaties Diabetes Mellitus chronisch pomptherapie
De zorgactiviteit 190351 is voor deze diagnosen uit de standaarduitval gehaald in zorgproductgroep 040201 Endocrien/voeding/stofwisseling - Diabetes mellitus. Echter, ook bij de diagnose 0313.224 zwangerschapsdiabetes wordt deze glucosemeting toegepast. De diagnose leidt dan naar zorgproductgroep 159999. De zorgactiviteit 039641 is de bepalende factor voor afleiding naar het zorgproduct 159999016 Diagnostisch zwaar/therapeutisch licht. Een traject met materiaalcode 190351 voor de device viel onterecht in de standaarduitval. Dit is gecorrigeerd, zodat trajecten met materiaalcode 190351 landen in zorgproduct 159999016. 1.9 Wijzigingen n.a.v. veranderingen in het document registratieregels Er is een voorwaarde toegevoegd ter verduidelijking voor het openen van een subtraject met zorgtype 13. Een ICC mag alleen worden geregistreerd bij een klinische opname waarbij één of meer verpleegdagen en/of IC-behandeldagen zijn geregistreerd. Release januari 2013 (RZ13a) 2.1 E-health Opnemen van zorgactiviteiten die betrekking hebben op e-health ter registratie. Bij adequaat registreren door de instellingen worden e-health toepassingen zichtbaar binnen lokale en landelijke profielen.
4
Nieuwe zorgactiviteit 190025 Teleconsult
Een teleconsult betreft een multimediaal consult (o.a. telefonisch, email of web consult). Deze zorgactiviteit is alleen te registreren door medisch specialisten.
Naast het aanmaken van een nieuwe zorgactiviteit zijn twee zorgactiviteiten beëindigd: 190014 Doelgerichte telefonische consultatie van een poortspecialist door een patiënt bij een al geopende DBC ter vervanging van een fysiek consult 190018 Doelgerichte e-mailconsultatie van een poortspecialist door een patiënt bij een al geopende DBC ter vervanging van een fysiek consult 2.2 ZPG 039899 - Bloed/bloedv org /immuunsyst – Stollingsst/purpura/ov hemorr aand/bep aand immuunsyst (excl sarcoidose long) (wd) (issue 1446 en 1614) Ter voorkoming van uitval en het afleiden tot onjuiste zorgproducten zijn in de niet-oncologische ZPG 039899 de volgende aanpassingen uitgevoerd: - aan bestaande zorgproducten zorgactiviteiten toegevoegd en - aan een bestaande diagnosegroep een diagnose toegevoegd: 1. Bij de zorgproducten‘Chemo-immuno therapie’ (ZA 039895 - Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie en ZA 039145 - Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemo-immunotherapie.) zijn de zorgactiviteiten voor chemotherapie (ZA 039894 Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen en ZA 039144 - Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij nietoncologische diagnosen toegevoegd. De naam van de zorgproducten is hiervoor aangepast: ‘Chemo-/chemo-immunotherapie’. Er worden dus wel zorgactiviteiten toegevoegd aan de afleiding (knoop), maar er komen geen nieuwe zorgproducten bij. 2. Aan het diagnoseknooppunt 013-501 – Sarcoidose, 013-507 – Cryoglobulinemie en 013-527 – Vasculites All, Henoch Schonl is de diagnose 013-721 ITP toegevoegd omdat immunobehandeling ook bij deze diagnose in de praktijk voorkomt. En aan de zorgproducten ‘Immunobehandeling’ voor deze diagnosegroep is de ZA 039146 Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie toegevoegd. Hier veranderen twee dingen: allereerst wordt een bestaande diagnosegroep uitgebreid met de diagnose 013-721 ITP en bestaande zorgproducten ‘Immunobehandeling’ met de ZA 039146 Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie. 2.3 Nieuwe zorgactiviteit Verstrekking Hormoontherapie toegevoegd (1458) Dit komt voor in alle ZPG’n met oncologische behandelingen. Bij de medicinale oncologische behandelingen zijn er voor alle soorten behandelingen zorgactiviteiten ontwikkeld voor zowel de verstrekking als de begeleiding. Echter voor de hormoontherapie (gemetastaseerd en niet gemetastaseerd) is dit nog niet gebeurd, hiervoor bestaat alleen de zorgactiviteit voor de begeleiding. In de praktijk kan hormoontherapie zowel per injectie (verstrekking) als oraal (begeleiding) worden toegediend. Daarom zijn er 2 nieuwe zorgactiviteiten ontwikkeld voor de verstrekking van hormoontherapie: 039147 Verstrekking hormoontherapie per infuus of per injectie bij niet-gemetastaseerde tumoren. 039148 Verstrekking hormoontherapie per infuus of per injectie bij gemetastaseerde tumoren. Deze zorgactiviteiten zijn toegevoegd aan alle bestaande zorgproducten voor hormoontherapie in alle zorgproductgroepen waar deze voorkomen. Samen met de zorgactiviteiten begeleiding hormoontherapie leiden ze af tot de zorgproducten ‘Hormoontherapie bij niet-gemetastaseerde tumoren’ en ‘Hormoontherapie bij gemetastaseerde tumoren’. 2.4 Nieuwe zorgactiviteit voor bijvullen externe insulinepompen (issue 1762) In het kader van ziekenhuisverplaatste zorg is het bijvullen van externe insulinepompen als medisch specialistische zorg te beschouwen. Hiervoor bestond echter nog geen registratiemogelijkheid. Daarom is een nieuwe zorgactiviteit geïntroduceerd: 035526
Bijvullen externe insulinepomp
5
Binnen de relevante zorgproductgroepen (40201 Endocrien, voeding en stofwisseling - Diabetes mellitus en 990016 – Kindergeneeskunde) zal deze activiteit op vergelijkbare wijze fungeren als zorgactiviteit 035525 Bijvullen subcutaan geplaatste insulinepomp (IIP) en afleiden naar één van onderstaande zorgproducten: 040201005 990016215
Bijvullen pomp Bijvullen pomp
2.5 Medicinale oncologische behandeling (issue 1526) Verzoek tot ontclusteren van oncologische producten. In RZ13a zijn alle geclusterde producten ontclusterd (besluitvorming NZa maart 2012). Daarnaast zijn de registratieregels zodanig aangepast dat voorafgaand aan de medicinale oncologische behandeling het subtraject gesloten wordt. Het (diagnostische) voortraject valt dus buiten de subtrajecten waarbinnen de medicinale oncologische behandeling gegeven wordt. 2.6 Vervangen diagnosecodes en gewijzigde omschrijving diagnosecodes nierinsufficiëntie (issue 1733) De omschrijving van de diagnosecodes voor chronische nierinsufficiëntie (predialyse en geen dialyse) zijn op basis van de thans geldende richtlijnen aangepast. De omschrijving van de codes 324 en 325 voor chronische nierinsufficiëntie zijn gewijzigd waardoor ze beter aansluiten bij de richtlijnen voor de behandeling van patiënten met chronische nierinsufficiëntie. De nieuwe omschrijvingen zijn: 324 “Chronische nierinsufficiëntie eGFR 30-60 ml/min”. 325 “Chronische nierinsufficiëntie eGFR<30 ml/min”. Daarnaast zijn verschillende diagnosecodes samengevoegd, omdat het voor de typering van hemodialyse in een instelling niet relevant is om te specificeren in welk type instelling de dialyse wordt uitgevoerd. Vier diagnosecodes zijn vervangen door één nieuwe code. De oude diagnosecodes: 326 333 334 335 337 338
Chronische hemodialyse in het ziekenhuis passief Chronische hemodialyse in zelfstandig behandelcentrum actief Chronische hemodialyse in zelfstandig behandelcentrum opleiding Chronische hemodialyse in zelfstandig behandelcentrum passief Chronische hemodialyse thuis met verpleegkundige Chronische hemodialyse thuis nacht
De nieuwe diagnosecode: 339
Chronische hemodialyse in instelling
Differentiatie op diagnosecode is bij thuis hemodialyse overbodig. Alle thuis hemodialyse valt onder diagnose 336 "Chronische hemodialyse thuis". 2.7 Nieuwe diagnosen en zorgproduct voor landelijke screening colorectaal carcinoom (issue 1226) De gezondheidsraad heeft in november 2009 aan de minister van Volksgezondheid het advies gegeven om een landelijke screening colorectaal carcinoom in te gaan voeren. Naar verwachting per september 2013. In de productstructuur was nog niet voorzien in een declaratiemogelijkheid. In de uitwerking is gekozen om hiervoor nieuwe diagnosen aan te maken en een nieuw zorgproduct te ontwikkelen. Interne geneeskunde (specialisme 0313): 28: Screening colorectaal carcinoom (bevolkingsonderzoek) In zorgproductgroep 028899 is zorgproduct 028899046 Screening colorectaal carcinoom geïntroduceerd. Het zorgproduct maakt deel uit van het vrije segment. De basis voor de afleiding is de diagnose in combinatie met zorgactiviteit 034686 Diagnostische endoscopie van het colon met behulp van een flexibele endoscoop, inclusief eventuele biopten en poliepectomie. 2.8 ZPG 131999 – Botspierstelsel-bindweefsel / Letsel – Ziekten botspierstelsel /bindweefsel en late gevolgen/ vroege compl trauma (wd) Zorgactiviteiten en diagnosen toegevoegd voor Chemo-/chemo-immuno therapie (issue 1459) Dit wijzigingsverzoek is reeds deels gehonoreerd in RZ12c (1459a) door uitval te reduceren. In de niet-oncologische zorgproductgroep 131999 Botspierstelsel-bindweefsel/Letsel - Ziekten botspierstelsel/bindweefsel en late gevolgen/vroege compl trauma (wd) zijn aan bestaande
6
zorgproducten zorgactiviteiten toegevoegd en is aan een bestaande diagnosegroep een diagnose toegevoegd: Bij de zorgproducten 'Chemo-immuno therapie zijn twee zorgactiviteiten voor chemotherapie toegevoegd: 039894 Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij nietoncologische diagnosen 039144 Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen De naam van het zorgproduct is hiertoe ook aangepast naar „Chemo-/chemo-immunotherapie. Er zijn zorgactiviteiten toegevoegd aan de afleiding (knoop), maar er zijn geen nieuwe zorgproducten aangemaakt. Omdat immunobehandeling ook bij de diagnose 013-722 TTP voorkomt, is deze diagnose toegevoegd aan diagnoseknooppunt: ○ 313_503 – Behcet ○ 313_522 – SLE/MCTD ○ 313_524 – Sjögren ○ 313_526 – systemische vasculitis ○ 313_599 – overige syszkt, vasculitis nno Aan de zorgproducten immunobehandeling voor deze diagnosegroep is zorgactiviteit 039146 Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie toegevoegd. 2.9 Toevoegen van zorgactiviteiten aan bestaande zorgproducten in de ZPG 039999_Bloed/bloedv.org./immuunsyst. - Voedings-/hemolytische-/aplastische-/anemie nec+ziekte bloed/-vormende organen nec. (issue 1481) In deze ZPG zijn aan bestaande zorgproducten zorgactiviteiten toegevoegd. Dit geldt voor alle diagnosen in deze ZPG behalve de diagnose HUS (excl. TTP), waarvoor aparte ZP’n gelden. Bij de bestaande zorgproducten ‘Chemo-immuno therapie’ met de onderscheidende ZA’s: Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie 039895 Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemo-immunotherapie 039145 zijn de zorgactiviteiten voor chemotherapie toegevoegd: Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij niet039894 oncologische diagnosen en Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-oncologische 039144 diagnosen en voor immunotherapie toegevoegd: Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met immunotherapie 039896 Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie 039146 De naam van het zorgproduct zal hiervoor worden aangepast: ‘Chemo-/chemo-immuno/immunotherapie’. Er worden dus wel zorgactiviteiten toegevoegd aan de afleiding (knoop), maar er komen geen nieuwe zorgproducten bij. 2.10 Nieuwe diagnosecodes en zorgactiviteiten voor gecombineerde lever- en niertransplantatie (issue 1347) 979002 – Nier-/lever-/darm-/pancreastransplantatie (incl WBMV) Voor de registratie van de gecombineerde lever- en niertransplantatie zijn nieuwe diagnosecodes en zorgactiviteiten aangemaakt, zowel voor de begeleiding als de operatieve ingreep. In de operatieve tak zijn deze nieuwe diagnosecodes en zorgactiviteiten toegevoegd aan de bestaande producten voor de levertransplantatie. Voorheen was hiervoor geen passend zorgproduct beschikbaar dat recht deed aan de inhoud van de operatie. Nieuwe diagnosecode: 313_081
Begeleiding lever- en niertransplantatie ontvanger
Drie nieuwe zorgactiviteiten: 39231 Screening lever- en niertransplantatie ontvanger 39217 Begeleiding lever- en niertransplantatie ontvanger 39397 Nazorg lever- en niertransplantatie ontvanger
7
Voor de begeleiding door niet-snijdende specialismen kent de bestaande productstructuur geen onderscheid naar diagnose, waardoor de trajecten terecht komen in bestaande zorgproducten voor de screening, begeleiding en nazorg. Afhankelijk van het profiel wordt op een later moment besloten in hoeverre aparte zorgproducten noodzakelijk zijn. 2.11 Dubbele uitvraag op 28 verpleegdagen in zorgproductgroep 979002 gecorrigeerd (issue 1802) In zorgproductgroep 979002 „Nier-/lever-/darm-/pancreastransplantatie (incl WBMV)„ werd dubbel uitgevraagd op 28 verpleegdagen: Klinisch 14-28 en Klinisch 28-56. De uitvraag Klinisch 28-56 is gewijzigd in Klinisch 29-56. Ook de omschrijving van de desbetreffende zorgproducten is gewijzigd (979002147, 97900215, 97900216, 979002171, 979002182, 979002192, 979002202). 2.12 Opsplitsen zorgactiviteiten in de voorfase van stamceltransplantatie (issue 1498) ZPG 979003 Stamceltransplantatie Aanleiding: In de productstructuur m.b.t. de stamceltransplantaties bij de Allogene stamceltransplantatie wordt in het voortraject geen onderscheid gemaakt tussen de search/selectie van de donor en de daadwerkelijke afname/aankoop van de stamcellen bij stamceltherapie. Beide activiteiten, de selectie en de afname zijn zowel bij de verwante, de niet-verwante en de navelstreng donor gecombineerd in de volgende zorgactiviteiten: 192071 192072 192088
Stamceltransplantatie allogeen, selectie/afname verwante donor Stamceltransplantatie allogeen, selectie/afname niet verwante donor Stamceltransplantatie allogeen, selectie/afname navelstrengbloed
In de praktijk echter komt het vaker voor dat er alleen een search/selectie van stamcellen plaatsvindt (wat substantiele kosten met zich meebrengt) en dit niet leidt tot de afname of aankoop daarvan. De reden hiervoor kan bv. zijn omdat de patient te ziek is voor transplantatie. Daarom is het voortraject (fase 1) van de Allogene Stamceltransplantaties (Verwant, Onverwant en Navelstreng) opgesplitst in twee trajecten, search en afname/aankoop stamcellen. Hiervoor is de volgende oplossingsrichting gekozen: 1. Opsplitsen van de zorgactiviteit ‘192071 Stamceltransplantatie allogeen, selectie/afname verwante donor’ naar 2 verschillende zorgactiviteiten; 039237 Selectie stamcellen allogeen verwante donor bij stamceltransplantatie 039283 Afname stamcellen allogeen verwante donor bij stamceltransplantatie Opsplitsen van de zorgactiviteit ‘192072 Stamceltransplantatie allogeen, selectie/afname niet verwante donor’ naar 2 verschillende zorgactiviteiten; 039238 Selectie stamcellen allogeen onverwante donor bij stamceltransplantatie. 192117 Stamcellen allogeen onverwante donor bij stamceltransplantatie
2.
Opsplitsen van de zorgactiviteit ‘192088 Stamceltransplantatie allogeen, selectie/afname navelstrengbloed’ naar 2 verschillende zorgactiviteiten; naar 039239 Selectie allogeen navelstrengbloed bij stamceltherapie 192119 Stamcellen allogeen navelstrengbloed bij stamceltherapie
3.
Met deze nieuwe 6 zorgactiviteiten is het mogelijk nieuwe zorgproducten voor de eerste fase te ontwikkelen. In de voorfase zullen deze zorgactiviteiten, (zowel voor de verwante, niet-verwante als navelstreng) typerend worden voor een zorgproducten waarbij alleen de selectie plaatsvindt en zorgproducten waarbij zowel de selectie als de afname plaatsvindt.(dus van 3 zorgproducten naar 6 zorgproducten ten behoeve van de Allogene stamceltransplantaties). Fase 1 (Voorfase): Zorgproduct 977003023 Verwante donor, search en afname 039237 Selectie stamcellen allogeen verwante donor bij stamceltransplantatie 039283 Afname stamcellen allogeen verwante donor bij stamceltransplantatie’ Zorgproduct 977003024 Verwante donor, search 039237 Selectie stamcellen allogeen verwante donor bij stamceltransplantatie’ Zorgproduct 977003026 Onverwante donor, search en aankoop 039238 Selectie stamcellen allogeen onverwante donor bij stamceltransplantatie
8
192117
Stamcellen allogeen onverwante donor bij stamceltransplantatie
Zorgproduct 977003027 Onverwante donor, search 039238 Selectie stamcellen allogeen onverwante donor bij stamceltransplantatie Zorgproduct 977003029 Navelstrengbloed, search en aankoop 039239 Selectie allogeen navelstrengbloed bij stamceltherapie 192119 Stamcellen allogeen navelstrengbloed bij stamceltherapie Zorgproduct 977003030 Navelstrengbloed, search 039239 Selectie allogeen navelstrengbloed bij stamceltherapie Bij fase 1 van de Autologe Stamceltransplantatie wordt op dit moment de volgende code gebruikt: 192083 Stamcelmobilisatie en harvest autologe transplantatie Omdat het moment waarop gestart wordt met het toedienen van groeifactoren van belang is zal deze ZA worden opgesplitst in: 192089 Toedienen groeifactoren autologe stamceltransplantatie 039284 Harvest tbv autologe stamceltransplantatie Deze nieuwe zorgactiviteiten zullen vooralsnog afleiden tot hetzelfde zorgproduct. 2.13 Aanpassen registratieregels Stamceltransplantatie (issue 1706) ZPG 979003 Stamceltransplantatie Dit betreft aanpassing registratie fase 1 (selectie/afname) groep 1 van de stamceltransplantaties en opsplitsen zorgproducten fase 1. Bij allogene stamceltransplantatie wordt in de productstructuur in het voortraject geen onderscheid gemaakt tussen de search van de donor en de daadwerkelijke afname/aankoop van de stamcellen. Dit is niet gunstig, omdat er vaak donor search plaatsvindt bij patiënten (wat substantiële kosten met zich meebrengt) en vervolgens de afname of aankoop van stamcellen niet plaatsvindt omdat de patiënt te ziek is voor transplantatie. Zie eerder in deze paragraaf issue 1498 voor de uitwerking van deze wijziging. Release september 2012 (RZ12d) 3.1 Correctie naamgeving zorgproduct 119899026 (issue 1837) Correctie naamgeving DBC-zorgproduct 119899026 “Colitis ulcerosa | Dag/ Poli >2/ Routine onderzoek >2 | Dag =1 | Spijsvertering Crohn/colitis ulcerosa” en 119899030 “Ziekte van Crohn | Dag/ Poli >2/ Routine onderzoek >2 | Dag =1 | Spijsvertering Crohn/colitis ulcerosa”: de foutief in de naamgeving opgenomen omschrijving van het Dag(verplegings)element is gecorrigeerd. De producten kunnen zowel trajecten met één dagverpleging als trajecten zonder dagverpleging bevatten (Niet dag/ Dag =1) 3.2 Vervallen verplichting standaard openen vervolg subtraject Ter voorkoming van lege parallelle subtrajecten en het beter kunnen koppelen van zorgactiviteiten door het verminderen van (lege) parallelle subtrajecten is de verplichting van het standaard openen van vervolg subtrajecten komen te vervallen. Een subtraject moet alleen vervolgd worden als de patiënt na het sluiten van een subtraject nog niet is uitbehandeld. Op het moment dat binnen 365 dagen na afsluiten van het voorgaande subtraject een zorgactiviteit wordt geregistreerd in het kader van de zorgvraag van het betreffende zorgtraject moet aansluitend op het voorgaande subtraject met ZT11 of ZT21 een vervolg subtraject worden geopend. Als in de periode na afsluiten van het voorgaande subtraject binnen 365 dagen geen zorgactiviteiten zijn geregistreerd in het kader van de zorgvraag van het betreffende zorgtraject, hoeft dus geen vervolg subtraject te worden geopend. Deze wijziging is doorgevoerd in het document Registratieregels, het Registratieaddenum, de Algemene toelichting op de registratieregels en enkele Specialismespecifieke toelichtingen.
Release mei 2012 (RZ12c) 4.1 Aanpassing sluitregels voor uitzondering medicinale oncologische behandelingen (issue 1820) De sluitregels voor de uitzondering medicinale oncologische behandelingen is op een tweetal punten teruggedraaid naar de RZ12a-situatie:
9
Een behandeldag bij de behandeling per injectie of injectie van acute leukemie is niet langer gedefinieerd als “ klinische dag respectievelijk dagverpleging in combinatie met verstrekkingscode”. De toevoeging “in combinatie met verstrekkingcode” is verwijderd. In het registratieaddendum wordt in de pseudocode van de niet klinische medicinale oncologische behandelingen (punten C en D), geen ZPK 1 of ZPK2 meer uitgevraagd. 4.2 ZP-groep 039899: ZA’s voor begeleiding bij en verstrekking van chemotherapie voor nietoncologische diagnosen uit de standaarduitval verwijderen (issue 1446a) Registratie van de volgende zorgactiviteiten leidde tot standaarduitval in deze zorgproductgroep: 039894 Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen excl. intraveneuze of intrathecale toediening (zie 039144), bij niet-oncologische diagnosen 039144 Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen In deze release zijn bovengenoemde zorgactiviteiten uit de standaarduitval verwijderd om af te leiden naar een passend zorgproduct. In een latere release wordt de verdere uitwerking van dit wijzigingsverzoek (1446) opgepakt. 4.3 ZP-groep 039999: ZA’s voor chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen uit de standaarduitval verwijderen (issue 1481a) Wijzigingsverzoek 1481 wordt in deze release deels gehonoreerd (1481a). De volgende zorgactiviteiten zijn uit de standaarduitval verwijderd: 039894 Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij niet-oncologische diagnosen. 039144 Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-oncologische diagnosen. 039145 Verstrekking chemo-immunotherapie per infuus of per injectie. De verdere uitwerking van dit wijzigingsverzoek wordt opgepakt in een latere release. 4.4 ZP-groep 109999: ZA’s immunotherapie uit de standaarduitval verwijderen (issue 1777) In zorgproductgroep 109999 zat het geven van immunotherapie in de standaarduitval. Door de zorgactiviteiten met betrekking tot immunotherapie voor deze zorgproductgroep uit de standaarduitval te verwijderen zullen trajecten ermee niet meer uitvallen maar afleiden naar een passend zorgproduct. Het gaat om de volgende zorgactiviteiten: 039896 Begeleiding tijdens de behandeling met immunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie. 039146 Verstrekking immunotherapie per infuus of per injectie. 4.5 ZP-groep 131999: ZA’s voor chemo-immunotherapie bij niet-oncologische diagnosen uit de standaarduitval verwijderen (issue 1459a) Het wijzigingsverzoek is deels (1459a) uitgewerkt in deze release, namelijk door twee zorgactiviteiten uit de standaarduitval te verwijderen. De aanwezigheid van onderstaande zorgactiviteiten in een profiel leidt niet meer tot uitval: 039895 Begeleiding tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie. 039145 Verstrekking chemo-immunotherapie per infuus of per injectie. Daarnaast is diagnose 313_722 TTP (excl. HUS) toegevoegd aan het knooppunt “Interne diagnosen systeemziekten”, zodat deze diagnose tot de juiste producten zal afleiden. De verdere uitwerking van dit wijzigingsverzoek vindt plaats in een latere release. 4.6 ZP-groep 140301: Continue glucose monitoring (issue 1689) Op basis van input vanuit de werkgroep ziekenhuisverplaatste zorg kan de per 1 januari 2012 opgenomen begeleidingscode bij continue glucosemonitoring (zorgactiviteitcode 039575) vervallen. Het volstaat om de zorgactiviteitcode voor het bij de continue glucosemonitoring gebruikte device (zorgactiviteitcode 190351) voor de labeling op te nemen binnen de profielen van de diabeteszorgproducten. Daarmee kan code 190351 als kostendrager en profielcomponent voor onderhandeling in het B-segment dienen. De begeleidingscode 039575 heeft als zodanig in dat verband geen toegevoegde waarde. Concreet zijn twee wijzigingen doorgevoerd: Beëindigen van zorgactiviteit 039575 per 20120430 Mogelijk maken dat zorgactiviteit 190351 voor interne geneeskunde en kindergeneeskunde in 040201 en 990016 als profielcomponent kan landen.
10
4.7 ZP-groep 149599: ZA’s voor chemo-/chemo-immunotherapie bij niet-oncologische diagnosen uit de standaarduitval verwijderen (issue 1585a) De volgende zorgactiviteiten zijn uit de standaarduitval verwijderd: 039894 Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen excl. intraveneuze of intrathecale toediening (zie 039144), bij nietoncologische diagnosen. 039895 Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie, alle toedieningsvormen excl. intraveneuze of intrathecale toediening (zie 039145). 039144 Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-oncologische diagnosen.039145 Verstrekking chemo-immunotherapie per infuus of per injectie. De verdere uitwerking van dit wijzigingsverzoek wordt in een latere release opgepakt. 4.8 ZP-groep 179799: ZA’s voor chemotherapie uit standaarduitval verwijderen (issue 1456a) In deze zorgproductgroep kan bij de diagnose mastocytose chemo- dan wel immunotherapie voorkomen. Daarom zijn onderstaande zorgactiviteiten uit de standaarduitval gehaald. Zorgactiviteitcode 039891
039892 039893 039894 039895 039896 039922 039923 039928 039141 039142 039143 039144 039145 039146
Omschrijving Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie (zie 039141), bij niet-gemetastaseerde tumoren. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij gemetastaseerde tumoren. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij acute leukemie. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij niet-oncologische diagnosen. Begeleiding tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie. Begeleiding tijdens de behandeling met immunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie bij gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens supportive care/palliatieve zorg zonder chemo- en/of hormoontherapie. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-gemetastaseerde tumoren. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij gemetastaseerde tumoren. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij acute leukemie. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-oncologische diagnosen. Verstrekking chemo-immunotherapie per infuus of per injectie. Verstrekking immunotherapie per infuus of per injectie.
Hiermee is de aanvraag deels gehonoreerd in RZ12c. De aanwezigheid van bovenstaande zorgactiviteiten in een profiel leidt niet meer tot uitval. De verdere uitwerking van dit wijzigingsverzoek (1456) vindt plaats in een latere release. 4.9 Meerdere ZP-groepen: Plasmafiltratie verwijderen uit standaarduitval (issue 1691) Bij bepaalde diagnosen is plasmafiltratie een geaccepteerde behandeling. Daarom is deze zorgactiviteit uit de standaard uitval gehaald in de volgende zorgproductgroepen: 131999 149599 039899 039999 040201 069499 979003 4.10 ZA-code 119020 op specialismenniveau verruimen (issue 1668) De Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) heeft DBC-Onderhoud verzocht om conform de Cardiologen en Neurologen een tarief vast te stellen voor de prestatie 119020, aangezien het steeds
11
vaker voorkomt dat Internisten een medische keuring voor het rijbewijs uitvoeren. De NZa heeft het verzoek gehonoreerd en de zorgactiviteitcode 119020 specialismenonafhankelijk gemaakt waardoor deze prestatie declarabel is voor alle medisch specialisten. 4.11 Wijzigen omschrijving ZA’s medicinale oncologie (issue 1669) In de uitlevering van 1 juli 2011 (RS08, ingangsdatum 1 januari 2012) zijn nieuwe, producttyperende zorgactiviteitcodes aangemaakt waarmee de zes medicinale oncologische producten kunnen worden afgeleid. Omdat de toediening per infuus of per injectie niet alleen intraveneus of intrathecaal plaatsvindt, wordt de omschrijving van deze nieuwe zorgactiviteitcodes aangepast waardoor beter inzichtelijk is dat er twee typen medicinale oncologische behandelingen zijn. Namelijk de toediening per infuus of per injectie enerzijds en andere toedieningsvormen anderzijds (o.a. oraal, zalfjes) die doormiddel van één van de begeleidingscodes 039891 t/m 039896 kan worden vastgelegd. Code 039141
039141 039142 039142 039143 039143 039144 039144 039145 039145 039146 039146 039891
039891
039892
039892
039893
039893
039894
039894
039895 039895
Zorgactiviteit_omschrijving Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-gemetastaseerde tumoren. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-gemetastaseerde tumoren. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij gemetastaseerde tumoren. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij acute leukemie. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij acute leukemie. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen. Verstrekking chemotherapie per infuus of per injectie bij niet-oncologische diagnosen. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemo-immunotherapie. Verstrekking chemo-immunotherapie per infuus of per injectie. Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie. Verstrekking immunotherapie per infuus of per injectie. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij nietgemetastaseerde tumoren. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie (zie 039141), bij niet-gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij acute leukemie. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij acute leukemie. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij nietoncologische diagnosen. Begeleiding tijdens de behandeling met chemotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie, bij nietoncologische diagnosen. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie. Begeleiding tijdens de behandeling met chemoimmunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie.
Ingangsdatum 20120101
Einddatum 20120430
20120501 20120101
Tekstueel nieuw 20120430
20120501 20120101
20120430
20120430
20120430
20120430
20120430
20120430
20120430
20120501
Tekstueel oud
Tekstueel nieuw
20120430
20120501
20120101
Tekstueel oud
Tekstueel nieuw
20120501
20120101
Tekstueel oud
Tekstueel nieuw
20120501
20120101
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
20120501
20120101
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
20120501 20120101
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
20120501 20120101
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
20120501 20120101
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
20120501 20120101
Mutatie Tekstueel oud
Tekstueel oud
Tekstueel nieuw
20120430
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
12
039896 039896
Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met immunotherapie. Begeleiding tijdens de behandeling met immunotherapie, alle toedieningsvormen exclusief per infuus of per injectie.
20120101
20120430
20120501
Tekstueel oud Tekstueel nieuw
4.12 Inwendige geneeskunde Omdat een pre-operatief consult net als bij andere maligne aandoeningen, parallel geregistreerd moet kunnen worden aan diagnose 927 wordt de volgende combinatie verwijderd uit de tabel. 031
Pre-operatief consult
927
Maligniteit colorectaal
Release januari 2012 (RZ12b) 4.1 Zorgproductgroep 140301 en 990016: nierfunctievervangende therapie De uitvragingen van zorgactiviteiten met betrekking tot chronische dialyse zijn vervangen door uitvraging van onderstaande „acute dialyse‟ -zorgactiviteiten: 039977 039978
De eerste acute nierfunctievervangende therapie bij acuut nierlijden, intoxicaties etc. Tweede en volgende nierfunctievervangende therapie bijacuut nierlijden, intoxicaties etc. in de acute fase
4.2 Zorgproductgroep 029099: toevoegen zorgactiviteit 039146 In zorgproductgroep 029099 Maligne neoplasmata ademhalingsstestel/intrathoracale organen (incl. metastasten) is zorgactiviteit 039146 (Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie) toegevoegd aan het knooppunt Medicinale oncologische behandeling. 4.3 Zorgproductgroep 979003: ontbreken uitvraging 0 t/m 5 dagen Indien in een traject met Stamcelmobilisatie en harvest van autologe stamcellen geen verpleegdagen/dagbehandeling worden vastgelegd, belandde dit traject onterecht in het zorgproduct “dag/klin cumulatief zeer lang”. Dergelijke trajecten landen nu in het uitvalproduct. 4.4 Routing trajecten in conservatieve tak onderzoeken Op verzoek van de NZa en de WV Oogheelkunde is er een aanpassing doorgevoerd in de ”Licht Ambulant”- uitvraag in de conservatieve tak van alle beslisbomen die een dergelijk knooppunt kennen. De wijze van uitvraging in dit knooppunt vereiste geen face-to-face contact met een medisch specialist voor afleiding naar een declarabel product. Dit is niet in lijn met het face-to-facecriterium. Zodoende is de bestaande brede uitvraag in deze knoop (zorgactiviteiten uit zorgprofielklasse 1 t/m 6 of 89) omgezet naar een smallere uitvraag (zorgactiviteiten uit zorgprofielklasse 1 of 89). 4.5 Nieuwe diagnosetypering begeleiding donor stamceltransplantatie Voor Inwendige Geneeskunde is de volgende diagnosecode toegevoegd: 080 Begeleiding stamceltransplantatie donor Code 080 wordt toegevoegd omdat code 027 “screening pre-tranpl. donor excl. niertransplantaties” per 1 januari 2012 wordt beëindigd (zie wijzigingen v20110701). Code 027 wordt tot 1 januari 2012 getypeerd bij screening en begeleiding van donoren (behalve bij niertransplantaties). Vanaf 1 januari 2012 zijn hier specifiekere diagnosecodes voor beschikbaar (opgenomen in v20110701). Bij deze uitlevering wordt hier diagnosecode 080 voor de stamcel donor aan toegevoegd. Met deze diagnosecode wordt het gehele transplantatietraject, te weten de screening en/of begeleiding en/of eventuele nazorg, van de donor getypeerd.
Release januari 2012 (RZ12a) 5.1 Continue glucosemeting Continue Glucosemeting (CGM ) wordt toegepast in de thuissituatie bij diabetes type I patiënten en wordt onder voorwaarden als verzekerde zorg beschouwd. Voor de registratie van het begeleidingstraject is een registratiecode (039575) aangemaakt zodat binnen de internistische diabetes zorgproducten inzicht ontstaat over hoeveel patiënten gebruik maken van deze monitoring, waarop nadere uitwerking van de afspraken tussen verzekeraars en aanbieders mogelijk is (in het kader van het B segment). Daarnaast is er een materiaalcode aangemaakt voor het gebruikte device (190351) waarop kostentoerekening kan plaatsvinden.
13
Code
Zorgactiviteit_omschrijving
190351
Device voor real-time continue glucosemeting (RT-CGM). Begeleiding van patiënten bij continue glucosemeting.
039575
ZPK_ code 13 6
ZPK_omschrijving
Aanspraakcode
BIJZONDERE KUNSTEN HULPMIDDELEN OVERIGE THERAPEUTISCHE ACTIVITEITEN
2601 2601
5.2 Wijzigingen in bestaand palet van zorgactiviteitcodes voor MDL Binnen DOT zijn, door MDL-artsen veelvuldig uitgevoerde handelingen op het niveau van zorgactiviteiten, verdeeld in een tweetal clusters: GE activiteiten eenvoudig en GE activiteiten complex. Dit bestrijkt in grote lijnen de zorgactiviteiten die tot het standaardinstrumentarium van de MDL-arts behoren. De gehanteerde zorgactiviteitcodes en omschrijvingen sluiten echter niet goed aan bij de actuele medische praktijk en zijn niet altijd eenduidig. De intentie van de doorgevoerde wijzigingen in dit pakket betreft voor het merendeel een actualisatie van de omschrijving, vanuit de actuele medische praktijk. Voor een beperkt deel gaat het om differentiatie, bijvoorbeeld op grond van lokalisatie, of clustering van bestaande zorgactiviteitcodes. code 034380
034694
Zorgactiviteit_omschrijving Diagnostische oesophagoscopie, waaronder begrepen oesophagusmanometrie en inclusief eventuele proefexcisie(s). Diagnostische oesophagoscopie inclusief eventuele oesophagus manometrie met behulp van fiberscoop, inclusief eventuele proefexcisie(s). Diagnostische gastroscopie met behulp van fiberscoop inclusief eventuele proefexcisie(s) en operatieve endoscopie. Diagnostische duodenoscopie met behulp van fiberscoop, inclusief eventulele proefexcisie(s). Diagnostische endoscopie van oesofagus, maag en/of duodenum met behulp van een flexibele endoscoop, inclusief eventuele biopten. Diagnostische coloscopie met behulp van fiberscoop, inclusief eventuele proefexcisie(s) en poliepectomie (zie 034691 voor dubbelballon-enteroscopie). Diagnostische endoscopie van het colon met behulp van een flexibele endoscoop, inclusief eventuele biopten en poliepectomie. Oesofagusfunctieonderzoek. Oesofagusfunctieonderzoek, inclusief eventuele 24-uurs metingen (manometrie en/of pH-meting). Diagnostische sigmoidoscopie met behulp van fiberscoop, inclusief eventuele proefexcisie(s) en poliepectomie. Diagnostische endoscopie alleen van het sigmoïd met behulp van een flexibele endoscoop, inclusief eventuele biopten en poliepectomie. Diagnostische duodenoscopie met behulp van fiberscoop, met canulering van de papilla vateri (ERCP). Therapeutische duodenoscopie (ERCP), papillotomie met steenextractie, of plaatsen van een endoprothese, of plaatsen van een nasobiliaire drain. Endoscopische retrograde (pancreatico-)cholangioscopie (ERCP).
034383
Endo-echografie.
034388
Endo-echografie ter beoordeling bovenbuikorganen, inclusief eventuele biopten. Endo-echografie ter beoordeling van tumoren in het distale colon, inclusief eventuele biopten. Dubbel-ballon-enteroscopie (DBE, zie 034686 voor overige diagnostische coloscopie). Enteroscopie (b.v. enkel- of dubbelballon) met behulp van een flexibele endoscoop inclusief eventuele biopten en poliepectomie. Endoscopisch plaatsen stent in tractus digestivus (proximaal of distaal). Therapeutische oesophagoscopie, zoals scleroseren van oesophagusvarices, endoscopische dilatatie van oesophagus en/of plaatsen van een stent in de oesophagus of verwijding van de cardia. Interventiegastroscopie, diagnostiek en/of behandeling van bloedingen.
034382
034483 034684 034620 034686
034686 034385 034391 034690 034690 034685 034687
034389 034691 034695 034696 034392
034489
Actie Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen Nieuw na samenvoegen Tekstueel oud
Tekstueel nieuw Beëindigen Nieuw Tekstueel oud Tekstueel nieuw Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen Nieuw na samenvoegen Beëindigen ivm splitsen Nieuw na uitsplitsen Nieuw na uitsplitsen Beëindigen Nieuw Nieuw Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen
14
034394
Therapeutische endoscopie van oesofagus, maag of duodenum.
034689 034697
Interventie-coloscopie. Interventie-coloscopie (behandeling bloeding, dilatatie) niet zijnde stentplaatsing (zie 034696).
Nieuw na samenvoegen Beëindigen Nieuw
5.3 Beëindigen zorgactiviteitcode 190051 Zorgactiviteitcode 190051 “Poliklinische verstrekking van geneesmiddelen voor een oncologische indicatie per infuus of injectie” wordt geregistreerd, zoals de omschrijving al aangeeft, in de polikliniek. In tegenstelling tot de zorgactiviteitcode voor de klinische verstrekking (190053) en voor de verstrekking tijdens dagopname (190052) is de poliklinische verstrekking een FB-parameter. In de DOT productstructuur worden dus de setting afhankelijke verstrekkingszorgactiviteitcodes beëindigd. Aangezien een opname, een dagbehandeling of een polikliniekbezoek middels zorgactiviteitcodes worden geregistreerd is de poliklinische verstrekking, bij een juiste registratie, uit de gegevens te filteren. Ten vervanging van de FB-parameter 190051 dient dus de intraveneuze of intrathecale verstrekking bij een oncologische indicatie vastgelegd te worden. Ten behoeve van het schaduw-FB dient deze zorgactiviteitcode geteld te worden indien deze op dezelfde dag naast de zorgactiviteitcode voor het polikliniekbezoek is vastgelegd: 039141 039142 039143 039145 039146
Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-gemetastaseerde tumoren. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij acute leukemie. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemo-immunotherapie. Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie.
5.4 Beëindigen zorgactiviteitcode 192041 Zorgactiviteitcode 192041 “Niertransplantatie / hertransplantatie.” is de FB-parameter die beëindigd wordt, maar voor de bepaling van de schaduw-FB volstaat de optelsom van de nieuwe vervangende zorgactiviteitcodes 192112 “Niertransplantatie ontvanger levende donor.” en 192113 “Niertransplantatie ontvanger postmortale donor.”. 5.5 Beëindigen zorgactiviteitcode 192102 Zorgactiviteitcode 192102 “Levertransplantatie / hertransplantatie.” is de FB-parameter die beëindigd wordt maar voor de bepaling van de schaduw-FB volstaat de registratie van de nieuwe zorgactiviteitcode 192107 “Totale levertransplantatie ontvanger postmortale donor.” 5.6 Herstructurering transplantatieboom De huidige productstructuur voor de nier-, lever-, darm- en pancreastransplantatie is niet eenduidig en sluit onvoldoende aan op de te onderscheiden fasen in de behandeling en de verschillende te onderscheiden taken van de betrokken specialismen. Op dit moment is het nog niet duidelijk welke mate van differentiatie qua zorgproducten per behandelfase (screening, operatie en nazorg) noodzakelijk is, waardoor op dit moment een hoge mate van differentiatie van zorgproducten is gehanteerd. Op basis van de daadwerkelijke vulling van de verschillende producten wordt op termijn duidelijk welke mate van differentiatie van zorgproducten in de toekomst gewenst is. Voor de volledige lijst ga naar de toelichting op de zorgactiviteitentabel v20110701 (RZ12a) op de website van DBC-Onderhoud. 5.7 Palliatieve zorg Er zijn momenteel geen passende producten voor de zorg aan patiënten in de laatste fase van het leven (palliatieve zorg). DBC-Onderhoud heeft medio 2009 van het Ministerie van VWS het verzoek gekregen om de palliatieve zorg mee te nemen in de DBC-doorontwikkeling. Er zijn, in samenwerking met de NFU en de kenniscentra palliatieve zorg, producten ontwikkelt. Deze producten zijn vanwege het ontbreken van data grotendeels gebaseerd op expert opinion. Via expert opinion worden gelijktijdig behandelprotocollen voor deze zorg ontwikkeld. De inhoud van de behandelprotocollen wordt hiermee het expertprofiel van de te ontwikkelen zorgproducten. Het behandelprotocol wordt vertaald naar de uitvraging van de palliatieve producten. Dit project heeft geresulteerd in de ontwikkeling van zes palliatieve producten. Daarvoor was het onder andere nodig om een nieuwe zorgactiviteit op te nemen. Code 190006
Zorgactiviteit_omschrijving Overleg palliatieve zorg.
Zpk_code 89
Zpk_omschrijving OVERIGE ZORGACTIVITEITEN T.B.V. AFLEIDING
15
5.8 Aanpassingen productstructuur „boomoverstijgend” Voor het afleiden van medicinale oncologische producten is in de huidige structuur registratie van twee zorgactiviteiten noodzakelijk. Het registreren van deze beide zorgactiviteiten gedurende een medicinale oncologische behandeling is geen algemene praktijk. De huidige afleiding betekent registratielast in de ziekenhuizen. Binnen de nieuwe productstructuur zijn nieuwe, producttyperende zorgactiviteiten aangemaakt waarmee de zes medicinale oncologische producten kunnen worden afgeleid. code
Zorgactiviteit_omschrijving
Ingangsdatum
Einddatum
Actie
039922
Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Poliklinische verstrekking van geneesmiddelen voor een oncologische indicatie per infuus of injectie Verstrekking van geneesmiddelen voor een oncologische indicatie per infuus of injectie in dagopname Klinische verstrekking van cytostatica per infuus of injectie Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-gemetastaseerde tumoren. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij acute leukemie. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemotherapie bij niet-oncologische diagnosen. Intraveneuze of intrathecale verstrekking chemo-immunotherapie. Verstrekking immunotherapie via infuus of injectie. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met orale chemotherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met intraveneuze of intrathecale chemotherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij nietgemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met orale toediening chemotherapie van metastasen. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met intraveneuze of intrathecale chemotherapie van metastasen. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met immunotherapie. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met immunotherapie. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij nietoncologische diagnosen. Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met chemotherapie bij acute leukemie. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie van metastasen.
20090701
20111231
Tekstueel oud
039922
190051
190052
190053 039141
039142 039143 039144
039145 039146 039924
039925
039891
039926
039927
039892
039919 039895 039921 039896 039894
039893
039923
20120101
Tekstueel nieuw
20060201
20111231
Beëindigen
20060201
20111231
Beëindigen
20020401
20111231
Beëindigen
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20090701
20111231
20090701
20111231
20120101
Nieuw na samenvoegen
20090701
20111231
20090701
20111231
20120101
20110101
20111231
20120101 20090701
Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen
Beëindigen ivm samenvoegen Beëindigen ivm samenvoegen Nieuw na samenvoegen Beëindigen Nieuw
20111231
Beëindigen
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20120101
Nieuw
20090701
20111231
Tekstueel oud
16
039923
Begeleiding van patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie bij gemetastaseerde tumoren.
20120101
Tekstueel nieuw
5.9 Wijziging omschrijving zorgtype 51 Zorgtype 51 kent 2 toepassingen; 1. als zorg/subtraject voor ondersteuning aan de hoofdbehandelaar; 2. als zorg/subtraject voor verblijf op de IC-afdeling, waarbij verwezen is vanuit een ander zorgtraject. Zie voor de exacte toepassing van dit zorgtype het document Registratieregels. De omschrijving van zorgtype 51 is hierop aangepast: “Traject interne ondersteuning / IC-traject met hoofdtraject”. 5.10 Introductie zorgtype 52 “IC-traject zonder hoofdtraject” Zorgtype 52 wordt getypeerd in situaties waarbij een patiënt rechtstreeks op de IC-afdeling wordt opgenomen en de IC verlaat zonder dat er een zorgtraject met een hoofdbehandelaar is geopend. In die gevallen is er geen bijbehorend zorgtraject met subtraject ZT11 of ZT21 waaraan het IC zorg/subtraject kan worden gekoppeld. Zie voor meer informatie het document Registratieregels. Dit document kunt u downloaden via de website van DBC-Onderhoud. Zorgtype 52 "IC-traject zonder hoofdtraject" wordt ingevoerd bij alle specialismen, behalve bij Audiologie. Dit specialisme omvat alleen audiologische producten. 5.11 Introductie nieuwe diagnosen Voor Inwendige Geneeskunde zijn de volgende diagnosen toegevoegd: 050 Palliatieve zorg 070 Begeleiding darmtransplantatie ontvanger 071 Begeleiding darmtransplantatie donor 072 Begeleiding eilandjestransplantatie ontvanger 073 Begeleiding levertransplantatie ontvanger 074 Begeleiding partiële levertransplantatie ontvanger 075 Begeleiding partiële levertransplantatie donor 076 Begeleiding niertransplantatie ontvanger 077 Begeleiding niertransplantatie donor 078 Begeleiding nier- en pancreastransplantatie ontvanger 079 Begeleiding pancreastransplantatie ontvanger 133 Chronische zorg patiënten met meerdere cardiovasculaire risicofactoren 423 SOA, exclusief HIV 424 TBC De volgende diagnosecodes zijn komen te vervallen: 027 screening pre-transpl. Donor excl. niertransplantaties 342 pre-transplantatie screening (ontvanger) 343 begeleiding niertransplantatie donor 344 niertransplantatie ≤ 365 dagen 345 nier- en pancreastransplantatie ≤ 365 dagen 346 niertransplantatie > 365 dagen 347 nier- en pancreastransplantatie > 365 dagen Code 050 Palliatieve zorg In opdracht van het Ministerie van VWS zijn er in het kader van de multidisciplinaire palliatieve zorg, producten ontwikkeld. Deze producten moeten voldoen aan de palliatieve richtlijn die is ontwikkeld door de kenniscentra palliatieve zorg. Om deze zorg te kunnen registreren en declareren is een nieuwe diagnosecode geïntroduceerd. Deze diagnose kan alleen getypeerd worden door instellingen die voldoen aan de palliatieve richtlijn die is ontwikkeld door de kenniscentra palliatieve zorg. Voor palliatieve zorg wordt een eigen (eventueel parallel) zorgtraject geopend. Code 070 t/m 079 Begeleiding transplantaties Voor de begeleiding rond darm-, eilandjes-, (partiële)lever-, nier(-en pancreas) en pancreastransplantaties wordt een eigen (eventueel parallel) zorgtraject geopend. Voor de typering hiervan zijn nieuwe diagnosecodes toegevoegd. In de diagnosetypering is het onderscheid tussen donor en ontvanger aangebracht maar wordt geen onderscheid gemaakt naar fase van de behandeling; dit wordt vastgelegd aan de hand van de hiervoor beschikbare specifieke zorgactiviteiten. Alle drie de fasen van een transplantatietraject te weten de screening, begeleiding en nazorg, worden met de diagnose begeleiding voor de betreffende transplantatie donor/ontvanger getypeerd.
17
Nb. Aan de hand van de geregistreerde zorgactiviteiten zal afgeleid worden naar een zorgproduct voor de screening, begeleiding of nazorg. Voor de Begeleiding transplantatie is de nieuwe hoofdgroep 10 toegevoegd. Met de invoering van deze nieuwe diagnosecodes komen de transplantatiezorg codes 027 en 342 t/m 347 te vervallen. Code 133 Chronische zorg patiënten met meerdere cardiovasculaire risicofactoren Patiënten die meerdere risicofactoren hebben, ontvangen arbeidsintensieve zorg en zijn als aparte groep te onderscheiden bij de zogenaamde vaatpoli. Voor de juiste typering bij deze patiëntengroep is diagnosecode 133 toegevoegd. Code 423 SOA, exclusief HIV Om de behandeling van SOA door de internist inzichtelijk te maken wordt een specifieke diagnosecode voor SOA (exclusief HIV) toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk om deze diagnosecode op basis van de ICD-10 indeling te koppelen aan een specifieke zorgproductgroep. Code 424 TBC Om de behandeling van tuberculose door de internist te kunnen onderscheiden van mycobacteriële infecties is een specifieke diagnosecode voor TBC toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk om deze diagnosecode op basis van de ICD-10 indeling te koppelen aan een specifieke zorgproductgroep. Afhankelijk van de vergelijkbaarheid van de behandeling van tuberculose door de verschillende specialismen kunnen indien wenselijk uniforme zorgproducten ontwikkelt worden. Code 463 Virale hepatitis Bij code 463 “Virale hepatitis (niet hepatitis B/C: zie code 943)” werd voor hepatitis B/C per abuis verwezen naar code 943. Dit moet code 944 “Hepatitis B/C” zijn. Deze verwijzing is aangepast. Release januari 2011 (RZ07) 6.1 Nieuwe zorgactiviteit "Multidisciplinair overleg (MDO)" Bij een aantal specialismen is het multidisciplinair overleg (MDO) opgenomen in de richtlijnen. Hierbij is het MDO van groot belang voor het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de zorg voor de patiënt. Onder MDO wordt hierbij verstaan een multidisciplinaire bespreking waarbij van iedere patiënt systematisch de diagnostiek en het behandelplan wordt besproken en vastgelegd. Binnen de huidige DBC‟ s is het niet mogelijk om deelname aan een multidisciplinair overleg te registreren. De deelname van de verschillende specialisten wordt aan de hand van deze nieuwe zorgactiviteit (190005), die per 1 januari 2011 wordt geïntroduceerd, vastgelegd binnen de DBC van de behandelend specialist. 6.2 Nieuwe zorgactiviteit "Extracorporele immunoadsorptie" Per 1 januari 2011 wordt een zorgactiviteit (039967) geïntroduceerd die het gebruik van de immunoadsorptiekolom beschrijft. Het gaat hierbij om een behandeling die transplantaat afstotingsreacties zou kunnen afremmen bij niertransplantaties met levende donornieren. Met de nieuwe behandelmethode zou er voortaan ook „door de bloedgroep heen‟ getransplanteerd kunnen worden. Dit staat ook wel bekend als een ABO-incompatibele (ABOi) niertransplantatie. Bij een ABOi transplantatie worden er extra middelen en verrichtingen ingezet die erop gericht zijn om de antilichaam-gemedieerde immuunrespons af te remmen. Daarvoor worden er (anti-A / B) antistoffen rondom de periode van transplantatie middels een immunoadsorptie kolom uit het bloedplasma van de nierpatiënt gefilterd. 6.3 Nieuwe zorgactiviteit "Begeleiding van oncologie patienten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie" Ten behoeven van de afleiding in DOT wordt er een nieuwe zorgactiviteit (039919) met ingangsdatum 1 januari 2011 voor Inwendige Geneeskunde geïntroduceerd: “Begeleiding van oncologie patienten tijdens de behandeling met chemo-immunotherapie”. 6.4 Nieuwe zorgactiviteiten ECP en DLI Extracorporele fotoferese (ECP) Op advies van de Medisch Wetenschappelijke Advies Raad is de extracorporele fotoferese (ECP) behandeling bij volwassen patiënten met Graft-versus-host disease (GVHD), die optreedt na een allogene stamceltransplantatie en die niet voldoende reageert op medicatie, zowel voor de acute als de chronische verschijningsvorm, per 1 januari 2011 opgenomen in de DBC Zorgactiviteiten Tabel (039965). Bij ECP wordt met behulp van een fotoferesemachine witte bloedcellen uit het bloed geïsoleerd, waaronder veel T-cellen. Deze witte bloedcellen worden blootgesteld aan een psoraleen (methoxsalen) waardoor de cellen gevoelig zijn voor ultravioletlicht. Hierna volgt UV-bestraling om de T-cellen te doden. Donor lymfocyten infusie (DLI), per sessie
18
Als onderdeel van de behandeling met allogene stamcellen kan het nodig zijn in een later stadium meer T-lymfocyten van de donor aan de patiënt te geven. Wanneer de hoeveelheid cellen van donororigine in de minderheid is of in de tijd afneemt, kan een donor lymfocyten infusie (DLI) de situatie verbeteren. Deze zorgactiviteit is per 1 januari 2011 opgenomen onder code 039966. 6.5 Herziening zorgactiviteiten stamceltransplantaties Er is een aantal acties ondernomen om de omschrijvingen en detaillering van de zorgactiviteiten met betrekking tot de stamceltransplantaties te actualiseren. Per 1 januari 2011 wordt de zorgactiviteitcode 192073 “Beenmergtransplantatie/hertransplantatie allogeen” opgesplitst naar drie nieuwe zorgactiviteiten (192095 t/m 97). Per 1 januari 2011 wordt zorgactiviteitcode 192074 “Beenmergtransplantatie Beenmergtransplantatie allogeen nazorg” opgesplitst naar drie nieuwe zorgactiviteiten (192079, 192080 en 192098). Per 1 januari 2011 wordt tevens het onderscheid naar indicatie “AML” / “Niet AML” verwijderd. Dit impliceert het afsluiten van de zorgactiviteitcodes 192081, 192082, 192084 en 192085 en introductie van twee nieuwe zorgactiviteiten “Stamceltransplantatie autoloog.” (192086) en “Posttransplantatietraject stamceltransplantatie autoloog.” (192087). Per 1 januari 2011 worden de omschrijvingen van de bestaande zorgactiviteitcodes 192071 en 192072 naar stamceltransplantie in plaats van BMT omgezet. Daarnaast is er een nieuwe zorgactiviteit toegevoegd (192088). Omdat een deel van de oude zorgactiviteiten ook specifiek werd uitgevraagd binnen de Afleiding Behandelas is ook deze tabel geactualiseerd voor de bovenstaande nieuwe zorgactiviteitcodes. 6.6 Opsplitsing diagnose 341 niertransplantatie Op verzoek van de Nederlandse Federatie van Nefrologen is in overleg met de Nederlandse Transplantatie Vereniging en de Nederlandse Internisten Vereniging ten aanzien van de transplantatieproducten onderscheid gewenst in het eerste jaar, waarin de meeste kosten worden gemaakt en de meeste controles plaatsvinden, en in de periode erna. Daarnaast vindt de behandeling en controles van patiënten in het eerste jaar in het academische ziekenhuis plaats. Daarna worden patiënten terugverwezen naar de perifere instelling. Om dit onderscheid te kunnen maken zijn de diagnosecodes voor de transplantaties aangepast. Voor Inwendige Geneeskunde zijn de volgende diagnosen toegevoegd 344 niertransplantatie ≤ 365 dagen 345
nier- en pancreastransplantatie ≤ 365 dagen
346
niertransplantatie > 365 dagen
347
nier- en pancreastransplantatie > 365 dagen
De volgende diagnose is komen te vervallen: 341 niertransplantatie Release juli 2009 (RZ01) 7.1 Ingevoerde behandelassen Inwendige geneeskunde Voor het specialisme Inwendige geneeskunde zijn de zorgactiviteiten die de begeleiding van oncologiepatiënten tijdens chemotherapie beschrijven uitgesplitst. Aan de hand van het stadium van de aandoening en de toegediende middelen dient nu een keuze te worden gemaakt uit een grotere set zorgactiviteiten. Het volstaat om per DBC of zorgproduct éénmalig de begeleidingszorgactiviteit te registreren. Op basis van die begeleidingscode zal het juiste zorgproduct of de juiste DBC worden afgeleid. Naast de splitsing van bestaande begeleidingscodes zijn tevens voor een viertal behandelingen nieuwe begeleidingscodes toegevoegd om de juiste bijbehorende producten af te kunnen leiden. Ook voor deze zorgactiviteiten geldt dat een éénmalige registratie per DBC of zorgproduct voldoende is om de afleiding naar het zorgproduct of DBC goed te laten verlopen. 039955
039959
039924 039926 039925
Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met orale toediening van cytostatica (poliklinisch en/of in dagbehandeling). Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met intraveneuze of intrathecale toediening van cytostatica (poliklinisch en/of in dagbehandeling). Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met orale chemotherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met orale toediening chemotherapie van metastasen. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met
beëindigd, gesplitst beëindigd, gesplitst nieuw, gesplitst nieuw, gesplitst nieuw, gesplitst
19
039927 039928 039922 039923 039921
intraveneuze of intrathecale chemotherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met intraveneuze of intrathecale chemotherapie van metastasen. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens supportive care/palliatieve zorg zonder chemo- en/of hormoontherapie. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie bij niet gemetastaseerde tumoren. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met hormoontherapie van metastasen. Begeleiding van oncologie patiënten tijdens de behandeling met immunotherapie.
nieuw, gesplitst nieuw nieuw nieuw nieuw
7.2 Stand alone nieuwe zorgactiviteiten Voortkomend uit de gevoerde besprekingen in het kader van de DOT-zorgproductstructuur zijn nieuwe losstaande zorgactiviteiten beschreven die veelal rechtstreeks de afleiding van zorgproducten mogelijk maken. Niet altijd hebben deze nieuwe zorgactiviteiten een dergelijke essentiële rol gekregen in de zorgproductstructuur, soms zijn zorgactiviteiten toegevoegd die een niet eerder beschreven medische handeling kenmerken (‘witte vlekken’), zonder dat deze essentieel is voor een zorgproduct. Deze zorgactiviteiten hebben dan alleen een kostendragende en/of registratieve functie. Het betreft een 40tal nieuwe zorgactiviteiten over nagenoeg de hele breedte van specialismen. Let op: er is een selectie uit de tabel gemaakt voor interne geneeskunde 039641 Continue glucosesensor meting, gedurende 3 dagen, diagnostisch. 039848 24-uurs bloeddrukmeting 190009 Klinisch intercollegiaal consult 190018 Doelgerichte e-mail consultatie van een poortspecialist door een patiënt bij een al geopende DBC ter vervanging van een fysiek consult. 190022 Analyse behandeladvies en/of behandeling elders opgesteld en/of uitgevoerd, in het kader van een second opinion 190023 Analyse doorverwijzing vanuit een tweedelijns zorginstelling elders, in het kader van een tertiaire verwijzing 192048 Nachtelijke hemodialyse 192049 Nachtelijke hemodialyse met epo 7.3 Neurostimulatoren en pompen Het plaatsen, verwijderen en vervangen van implanteerbare pompen en stimulatoren is verder opgesplitst om op deze wijze tot de juiste productafleiding te komen. Tevens is het plaatsen van onderdelen van deze devices apart als zorgactiviteit opgenomen, evenals de benodigde batterij. Let op: er is een selectie uit de tabel gemaakt voor interne geneeskunde 035521 Verwijderen of revisie inwendige insulinepomp. 035523 Verwijderen of revisie subcutaan geplaatste insulinepomp. 035524 Vervangen subcutaan geplaatste insulinepomp 035525 Bijvullen subcutaan geplaatste insulinepomp. 190330 Batterij voor implanteerbare pomp/neurostimulator
beëindigd,gesplitst nieuw, gesplitst nieuw, gesplitst nieuw, gesplitst nieuw
20