Wijze Raad 2016 Voor ondernemers en ondernemende particulieren
Inhoudsopgave ≈ Voorwoord
≈ Welke belastingen heft de Rijksoverheid? ≈ Welke rechten en plichten heb ik als belastingbetaler bij de Belastingdienst? ≈ Belastingplan 2016 ≈ Belangrijke wijzigingen 2016 voor particulieren en ondernemers ≈ Kabinet wil verruiming gemeentelijk belastinggebied ≈ Fiscale aftrek voor specifieke zorgkosten in 2016 ≈ Belastingen op auto en motor ≈ Eigen woning ≈ Scheiden ≈ Overdrachtsbelasting ≈ Schenkbelasting ≈ Erfbelasting ≈ Wie regelt de afwikkeling en de verdeling van de erfenis? ≈ Ondernemers ≈ BTW (omzetbelasting) ≈ Aanmerkelijk belang (AB) ≈ Hoe lang moet ik mijn financiële administratie bewaren? ≈ Aanpak fraude met belastingen en toeslagen ≈ Verhoging AOW-leeftijd ≈ AOW-bedragen 2016 ≈ Aanpassingen WW
Blz
3 4 5 6 9 12 14 16
21 24 26 28 32 35
37 42 45 47 48
52 53 55
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
2
≈ Voorwoord 2016. Wat verandert er? De meeste Nederlanders gaan er volgend jaar honderden euro's op vooruit, nu er zowel in de Tweede als in de Eerste kamer een meerderheid voor een nieuw belastingplan is gevonden. Met het plan is een lastenverlichting van 5 miljard euro gemoeid. Het kabinet sloot een deal met D66. In ruil voor steun, wilde de partij wel wat aanpassingen in het plan. De steun van D66 is nodig om de plannen ook door de Eerste Kamer te krijgen. Het CDA, de andere partij die nodig is voor een meerderheid, heeft ook ingestemd met de aangepaste plannen. Het akkoord met D66: - De vrijstelling op spaargeld in box 3 gaat volgend jaar al met € 3.000 omhoog naar € 24.437. - Vanaf 2017 is het spaargeld onder € 25.000 belastingvrij. Door die verhoging hoeven 215.000 mensen geen belasting meer te betalen in box 3. - Er komt 224 miljoen extra vrij voor arbeidskorting. Dat is gunstig voor inkomens tussen de € 35.000 en € 125.000. - In 2016 100 miljoen extra om huiseigenaren te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. - Vanaf 2017 100 miljoen extra voor de ouderenkorting, een heffingskorting voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt. - Vanaf 2017 100 miljoen extra voor de kinderopvangtoeslag. - Er komt een voorstel om de gemeenten voor 4 miljard euro eigen belastingen te laten heffen. De koopkracht moet daarbij gelijk blijven. Maar er verandert nog veel meer in 2016. In deze Wijze Raad 2016 zijn de meeste voor u relevante onderwerpen op een rijtje gezet. Zoals u gewend bent zal uw adviseur u ook in 2016 met vakkundige raad en daad bijstaan. Een goed 2016 toegewenst! Vesting Accountants BV
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
3
≈ Welke belastingen heft de Rijksoverheid? In Nederland heeft bijna iedereen met belastingen te maken. U betaalt bijvoorbeeld belasting over uw salaris en over alcohol en benzine. Maar ook over een erfenis, schenkingen of over een prijs die u wint in de loterij. Met de inkomsten uit belastingen betaalt de Rijksoverheid voorzieningen in de samenleving. Bijvoorbeeld wegen en dijken, gezondheidszorg, politie op straat en onderwijs. Directe belastingen en indirecte belastingen Er zijn 2 typen belastingen: • Directe belastingen Dit zijn belastingen op inkomen, winst en vermogen. Directe belastingen draagt u zelf af aan de Belastingdienst. Een voorbeeld hiervan is de inkomstenbelasting. • Indirecte belastingen Indirecte belastingen worden door een ander aan de Belastingdienst afgedragen. Die belasting is verwerkt in de prijs van de goederen en de diensten. Daarom heet deze belasting ook wel kostprijsverhogende belasting. Accijns is een voorbeeld van een indirecte belasting. Soorten rijksbelasting Nederland heeft de volgende rijksbelastingen: • inkomstenbelasting; • loonbelasting; • vennootschapsbelasting; • dividendbelasting; • kansspelbelasting; • erfbelasting; • schenkbelasting; • vermogensrendementsheffing; • omzetbelasting (BTW); • rechten bij invoer; • rechten bij uitvoer; • accijnzen zoals alcoholaccijns en tabaksaccijns en verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken; • belastingen op personenauto's en motorrijwielen (BPM); • motorrijtuigenbelasting (MRB); • belasting zware motorrijtuigen (BZM); • overdrachtsbelasting; • assurantiebelasting; • verhuurdersheffing; • bankbelasting; • milieubelastingen, zoals kolenbelasting, en energiebelasting. Verantwoordelijke instanties rijksbelastingen Het ministerie van Financiën maakt wetgeving voor de rijksbelastingen. De Belastingdienst int de rijksbelastingen. Daarnaast zorgt de Belastingdienst ervoor dat iedereen op de hoogte is van zijn fiscale verplichtingen. Belastingen Caribisch Nederland Bonaire, Saba en Sint Eustatius - samen Caribisch Nederland - zijn bijzondere gemeenten van Nederland. Daarmee is Nederland verantwoordelijk voor de belastingheffing op deze eilanden. Caribisch Nederland heeft wel een eigen fiscaal stelsel. ● Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
4
≈ Welke rechten en plichten heb ik als belastingbetaler bij de Belastingdienst? Uw rechten als belastingbetaler worden in de wet beschermd. Zo kunt u bezwaar maken tegen een beslissing van de Belastingdienst of in beroep gaan. Als belastingbetaler heeft u ook een aantal plichten. U moet bijvoorbeeld op tijd uw belastingaangifte doen en deze volledig en juist invullen. Rechten belastingbetaler Als belastingplichtige heeft u de volgende rechten: • U mag een adviseur uw belangen laten behartigen. • U heeft recht op uitleg als van uw aangifte wordt afgeweken. • U kunt bezwaar maken of in beroep gaan. • U heeft recht op geheimhouding van uw fiscale gegevens. Dit betekent dat bijvoorbeeld de Belastingdienst deze gegevens alleen mag gebruiken voor het uitvoeren van de belastingwet. Plichten belastingbetaler Om de taak van het heffen en innen van de belastingen in Nederland goed te kunnen uitvoeren, legt de Belastingdienst u de volgende verplichtingen op: • U vult de aangifte juist, volledig en op tijd in. • U verstrekt gegevens als de Belastingdienst daarom vraagt. • U betaalt op tijd. Als u uw aanslag niet op tijd betaalt, rekent de Belastingdienst invorderingsrente. Klacht over de Belastingdienst Als u het niet eens bent met de manier waarop de Belastingdienst u heeft behandeld, kunt u een klacht indienen. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
5
≈ Belastingplan 2016 Het Belastingplan 2016 staat in het teken van belastingverlaging. Het kabinet vermindert de lasten op arbeid volgend jaar met € 5 miljard. Dat levert extra banen en een hogere economische groei op. De structurele belastingverlaging komt ten goede aan zowel werknemers als werkgevers. Dit staat in het Belastingplan dat staatssecretaris Wiebes van Financiën op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Wijzigingen inkomstenbelasting De inkomstenbelasting wordt op een paar punten aangepast. De maatregelen gelden voor aanmerkelijkbelanghouders, werkgevers en mensen met inkomen in box 3 (spaargeld en vermogen). Wijziging aanmerkelijk belang en emigratie Het inkomen uit aanmerkelijk belang bij emigratie wordt in box 2 belast. Hierdoor zullen geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouders evenveel en op hetzelfde moment belasting betalen als niet-geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouders. Een aanmerkelijk belang ontstaat als een belastingplichtige ten minste 5% van het aandelenkapitaal van een vennootschap bezit. Mogelijke kwijtschelding vervalt Een belastingplichtige met een aanmerkelijk belang die uit Nederland emigreert, krijgt een belastingaanslag. Deze aanslag wordt in bepaalde situaties kwijtgescholden. Door deze kwijtschelding loopt Nederland veel belastinginkomsten mis. Het kabinet schaft daarom de kwijtschelding af. De maatregel gaat met terugwerkende kracht in vanaf 15 september 2015. Afschaffen uitzonderingsregel bij bijzondere beloningen Iedereen betaalt loonheffing over bijzondere beloningen, zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen. Werkgevers, die de loonheffing berekenen, kunnen hierbij de uitzonderingsregel toepassen. Bij toepassing van de uitzonderingsregel houdt de werkgever vaak te weinig loonheffing in. De werknemer moet die te lage belasting dan later bijbetalen in de inkomstenbelasting. Door de uitzonderingsregel af te schaffen, hoeft dat niet meer. De loonheffing sluit dan beter aan bij de inkomstenheffing over het loon. Hoger heffingsvrij vermogen in box 3 Het kabinet wil de vermogensrendementsheffing in box 3 aanpassen. Het heffingsvrije vermogen stijgt in 2017 naar € 25.000 (in 2015: € 21.330). Het tarief van 30% wordt gehandhaafd. Hierdoor sluit de heffing gemiddeld beter aan bij het rendement dat belastingbetalers werkelijk behalen. Behandeling Belastingplan 2016 Deze plannen staan in het Belastingplan 2016. Dit is een wetsvoorstel dat op Prinsjesdag is aangeboden aan de Staten-Generaal en inmiddels is goedgekeurd door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer stemt op 21 en 22 december 2015 over dit wetsvoorstel. Wijziging energiebelasting De energiebelasting gaat in 2016 omhoog voor bedrijven en particulieren. Dit is een gevolg van afspraken uit het Energieakkoord die de energiehuishouding duurzamer moeten maken. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 6 www.vestingaccountants.nl
Afspraken Energieakkoord Volgens het Energieakkoord krijgen kolencentrales opnieuw een vrijstelling van kolenbelasting als ze elektriciteit opwekken. Daarnaast is in het Energieakkoord afgesproken dat kolencentrales de meest vervuilende elektriciteitsproductie zullen afbouwen. Door deze duurzaamheidsmaatregel gaat de energiebelasting met ingang van 2016 omhoog voor bedrijven en particulieren. Uitkeringen Artikel 2-fonds voor Joodse oorlogsslachtoffers belastingvrij Het kabinet gaat uitkeringen uit het zogenoemde Artikel 2-Fonds vrijstellen van belastingen. De uitkeringen uit het Duitse Artikel 2-Fonds zijn gebaseerd op een compensatieregeling voor Joodse oorlogsslachtoffers. De uitkering bedraagt € 320 per maand. Er zijn 2.500 uitkeringsgerechtigden in Nederland. Artikel 2-uitkering en belastingheffing De Artikel 2-uitkeringen behoren tot het inkomen in box 1. Dat heeft naast fiscale gevolgen ook mogelijk effect op het recht op toeslagen. Het kabinet wil dat beëindigen door de uitkeringen uit het Artikel 2-Fonds vrij te stellen. Deze vrijstelling was al lange tijd een breed gedragen wens van de politiek. Maar vrijstelling bleek vanuit juridisch oogpunt niet zo eenvoudig. Het kabinet hakt nu de knoop door, ook omdat de uitkeringsgerechtigden een hoge leeftijd hebben. Nieuwe premiekortingen voor werkgevers Er komt voor werkgevers een nieuw systeem met tegemoetkomingen in de vorm van loonkostenvoordelen. Daarnaast wil het kabinet het zogenoemde lageinkomensvoordeel invoeren. Beide maatregelen moeten werkgevers stimuleren om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Huidige premiekortingen voldoen niet Er bestaan al premiekortingen voor werkgevers die mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt aannemen. Die blijken niet altijd toereikend. Het nieuwe systeem van premiekortingen moet daar verandering in brengen. Let op! De nieuwe regels zijn ingewikkeld. Neem hiervoor altijd contact op met uw adviseur. Wijzigingen RDA en S&O-afdrachtvermindering De kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) vallen vanaf 2016 onder de S&O-afdrachtvermindering. Nu vallen die nog onder de Research & Developmentaftrek (RDA). Opzet S&O-afdrachtvermindering vanaf 2016 Voor 2016 zijn de volgende wijzigingen voorgesteld: • De voordeelpercentages van de 2 schijven worden 32% en 16% (in 2015 35% en 14%). Dit is afhankelijk van de totaal gemaakte S&O-kosten. • De grens tussen de 1e en de 2e schijf ligt bij € 350.000 (in 2015 € 250.000) aan gemaakte kosten. • Het verhoogde starterspercentage van de 1e schijf blijft bestaan en gaat van 50% naar 40%. Geen S&O-afdracht voor 2 soorten werk De volgende werkzaamheden komen niet meer in aanmerking voor de S&Oafdrachtvermindering: Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
7
• systematisch opgezette analyses van de technische haalbaarheid van het zelf verrichten van het speur- en ontwikkelingswerk; • uitvoeren van technisch onderzoek naar een substantiële wijziging van de productiemethode (bij productieprocessen) of naar een modellering van processen (bij programmatuur). Let op! De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is nog niet definitief. De datum van de inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
8
≈ Belangrijke wijzigingen 2016 voor particulieren en ondernemers Nieuwe regels voor Hypotheeklening bij uw BV Als u een hypotheeklening heeft bij uw BV moet u nu via een apart formulier gegevens verstrekken over deze lening. Doet u dat niet dan krijgt u geen hypotheekrenteaftrek. In de praktijk gaat dit vaak mis. Met ingang van 2016 komt het modelformulier daarom te vervallen. U moet de gegevens dan opgeven via uw aangifte inkomstenbelasting. Bovendien zal zo veel mogelijk worden getracht de gegevens die u vanaf het belastingjaar 2016 in de aangifte vermeldt over de schuld bij uw BV in latere belastingjaren voor in te vullen in de aangifte zodat u deze gegevens slechts hoeft te controleren, en expliciet goed te keuren of aan te passen wanneer zich in het betreffende kalenderjaar wijzigingen met betrekking tot de schuld hebben voorgedaan. Let op! Is uw leningsovereenkomst met uw BV nog up to date? Of moet u nog een leningsovereenkomst laten opstellen? Neem contact op met uw adviseur. Zelfstandigen en bijstand Zelfstandigen met een gemiddeld pensioen hoeven hun pensioen niet op te eten als zij een beroep doen op de bijstand. De Tweede Kamer heeft op 3 november 2015 met algemene stemmen een wetsvoorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangenomen. Het voorstel regelt dat het opgebouwde pensioen, net zoals voor werknemers, beschermd is voor de vermogenstoets bij het aanvragen van een bijstandsuitkering. De beoogde datum van de inwerkingtreding is 1 januari 2016. Aflossingsachterstand hypotheek Hebt u een aflossingsachterstand? Dan kan het zijn dat uw hypotheekschuld is verhuisd van box 1 naar box 3 van de Wet inkomstenbelasting 2001. U kunt de hypotheekrente dan niet langer aftrekken. Tot en met het jaar 2015 was het niet mogelijk dat uw hypotheekschuld weer terug verhuisde naar box 1 als u weer aan uw aflossingsverplichtingen ging voldoen. Met andere woorden: u raakte uw hypotheekrenteaftrek definitief kwijt. Met ingang van 1 januari 2016 komt daar verandering in. De schuld verhuist weer naar box 1 als weer aan de vereisten voor het aanmerken als eigenwoningschuld is voldaan (volledig en tenminste annuïtair aflossen binnen 360 maanden). Doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd Bereikt u in 2016 de AOW-gerechtigde leeftijd? En heeft u met uw werkgever afgesproken nog niet te zullen stoppen met werken? Dan blijft u verzekerd voor de Ziektewet. Hiervoor hoeft uw werkgever geen premies te betalen. Het UWV betaalt in dit geval ziekengeld en verhaalt dit op uw werkgever. Woekerpolis afkopen? Als u in het verleden een lijfrente hebt gekocht, dan hebt u de hiervoor betaalde premie hoogstwaarschijnlijk volledig van uw inkomen afgetrokken. Als uw lijfrente een zogenaamde woekerpolis is, dan is deze thans minder waard dan u er ooit voor hebt betaald. Als u deze wilt afkopen, dan bent u thans (naast de gewone belastingheffing over de afkoopsom die kan oplopen tot 52%) 20% revisierente verschuldigd over het uitkeringsbedrag dat op de polis staat vermeld. Dat is de zogenoemde minimumwaarderingsregel. Hiermee wordt bereikt dat bij een niet-toegestane Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
9
handeling steeds ten minste de eerder genoten fiscale aftrek als het ware wordt teruggenomen. De minimumwaarderingsregel kan bij afkoop van een lijfrente ongewenste gevolgen hebben. Door de economische ontwikkelingen kunnen belastingplichtigen eerder genoodzaakt zijn om lijfrenteovereenkomsten af te kopen. Wanneer in zo’n situatie de waarde van de lijfrente als gevolg van de economische ontwikkelingen aanzienlijk lager is dan het bedrag van de in aftrek gebrachte premies, kan dit in de praktijk tot situaties leiden waarin de verschuldigde belasting het door de verzekering uitgekeerde bedrag overstijgt. Dit is verandert met ingang van 1 januari 2016. Wilt u uw polis in 2016 afkopen? Neem dan contact op met uw adviseur. Afschaffen jaarbetaling motorrijtuigenbelasting Het kabinet schaft de mogelijkheid om de motorrijtuigenbelasting voor een heel jaar in één keer te betalen met ingang van 1 juli 2016 af. Voor gedane jaarbetalingen tot en met 30 juni 2016 heeft de maatregel geen effect: de tot en met 30 juni 2016 gedane jaarbetalingen blijven voor de resterende duur van de betaalde periode geldig. Wettelijk minimumloon per 1 januari 2016 De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen 1 januari 2016. Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers van 23 jaar en ouder bij een volledig dienstverband wordt per 1 januari 2016: € 1.524,60 per maand; € 351,85 per week; € 70,37 per dag. Hogere hypotheek voor tweeverdieners Met ingang van 1 januari 2016 krijgen tweeverdieners de mogelijkheid om meer geld te lenen voor de aankoop van een huis. Het maximale hypotheekbedrag voor eenverdieners en tweeverdieners komt hierdoor dichter bij elkaar te liggen. Over het algemeen geldt dat de hypotheeknormen volgend jaar nagenoeg gelijk blijven. Het hypotheekbedrag dat eigenaren voor een ‘nul op de meter’ woning extra kunnen lenen wordt volgend jaar opnieuw verhoogd naar 27.000 euro. Banken hebben de mogelijkheid onderbouwd om af te wijken van de vastgestelde hypotheeknormen, bijvoorbeeld bij mensen die aan het begin van hun carrière staan en een inkomensperspectief hebben of bij (startende) ondernemers en zzp’ers. Hiervoor geldt dat er maatwerk mogelijk is. Jaarlijks wordt de maximale financieringsruimte in de regeling hypothecair krediet aangepast op basis van het advies van het Nibud. Met de wijzigingen van de leennormen wordt op verantwoorde wijze de leencapaciteit van consumenten bepaald. De nieuwe leennormen gaan in op 1 januari 2016. Let op! Raadpleeg altijd uw adviseur als u een huis gaat kopen en laat u goed informeren over de fiscale gevolgen. Vrijstelling voor de spaarloonregeling vervalt Vanaf 2016 vervalt de vrijstelling voor de spaarloonregeling. Hebt u op 1 januari 2016 nog een geblokkeerd spaartegoed dat onder de spaarloonregeling valt? Dan moet u dit opgeven bij uw bezittingen. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
10
Belastingverdrag Nederland en Duitsland gaat in op 1 januari 2016 Woont u in Nederland en hebt u inkomen uit Duitsland? Of woont u in Duitsland en hebt u inkomen uit Nederland? Dan krijgt u te maken met 2 landen die belasting kunnen heffen over hetzelfde inkomen. Om dat te voorkomen, hebben Nederland en Duitsland onderling afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in een belastingverdrag. Dit verdrag stelt vast welk land het recht heeft bepaalde belastingen te heffen, en waarover. Op 1 januari 2016 treedt een nieuw belastingverdrag met Duitsland in werking. Let op! Als deze situatie op u van toepassing is, neem dan snel contact met uw adviseur over de fiscale gevolgen van het nieuwe verdrag. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
11
≈ Kabinet wil verruiming gemeentelijk belastinggebied Het kabinet komt voor de zomer van 2016 met een voorstel voor een verschuiving van de inkomstenbelasting naar het gemeentelijk belastinggebied. Het betreft een bedrag van € 4 miljard (vanaf 2019). “De aanpassing is koopkrachtneutraal, laat de inkomensverdeling zoveel mogelijk intact en leidt minimaal tot 15.000 tot 20.000 extra banen.” Dat schreef staatssecretaris Wiebes op 8 december 2015 in een brief aan de Eerste Kamer. Commissie-Rinnooy Kan Verruiming van het gemeentelijk belastinggebied werd eerder dit jaar geadviseerd door de commissie-Rinnooy Kan. Op verzoek van de VNG boog deze commissie zich over een vormgeving van de gemeentelijke financiën die beter past bij de verruimde verantwoordelijkheid van gemeenten. De VNG neemt binnenkort een standpunt in over het advies 'Bepalen betekent betalen'. Randvoorwaarden Staatssecretaris Wiebes formuleert als randvoorwaarden: • dat gemeenten geen inkomenspolitiek gaan bedrijven; • dat voorkomen wordt dat lasten eenzijdig afgewenteld worden op specifieke groepen; • dat het stelsel goed uitvoerbaar is; • dat de totale lastendruk (Rijk plus lokale overheden) gelijk blijft. “Onderdeel van het ontwerp kan zijn dat een aantal kleine gemeentelijke belastingen wordt afgeschaft”, aldus de staatsecretaris. Voorlopige top 10 hoogste hondenbelasting 2016 De hondenbelasting verschilt per gemeente sterk. In ruim honderd gemeenten betaal je helemaal geen hondenbelasting. Hieronder staat een overzicht van de 10 gemeenten met de hoogste tarieven voor de hondenbelasting in 2016. De tarieven van veel gemeenten zijn echter nog niet bekend. Zeker is al wel dat Rotterdam niet langer de duurste gemeente voor hondenbezitters zal zijn. De gemeente Albrandswaard, in 2015 nog de 3 na duurste gemeente van Nederland, zal helemaal uit de top 10 verdwijnen. Gemeente 2016 2015 2016 2015 1 hond 1 hond 2 honden 2 honden Noordwijk € 122 € 120 € 303 € 300 Gorinchem € 121 € 118 € 258 € 252 Schiedam € 120 € 119 € 240 € 238 Groningen € 116,4 € 115 € 289 € 285 Hendrik-Ido-Ambacht € 116 € 116 € 305 € 305 Rotterdam* € 114 € 128 € 295 € 331 Den Haag*** € 113 € 113 € 290 € 290 € 264 Nijmegen € 107 € 106 € 267 Katwijk €106 € 105 € 199 € 197 Venlo € 105 € 103 € 263 € 258 € 105 Heiloo € 103 € 210 € 206 Tilburg** € 103 € 116 € 250 € 281 Zeist € 102 € 103 € 265 € 267 Gouda € 72 € 102 € 161 € 228 Albrandswaard € 70 € 119 € 170 € 294 Amsterdam € 0 € 103 € 0 € 206 Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
12
* voorlopige tarieven. Voorstel is om de tarieven met 11% te verlagen. ** tarieven worden met 11% verlaagd *** voorlopig tarief Geen hondenbelasting meer in Amsterdam Goed nieuws voor de hondenbezitters in Amsterdam: vanaf januari 2016 hoeven hondenbezitters geen hondenbelasting meer te betalen, het wordt namelijk afgeschaft. Dat blijkt uit de gemeentebegroting van 2016. Hondenbezitters betalen jaarlijks per hond ruim € 100 belasting aan de gemeente. In totaal wordt er jaarlijks € 1,7 miljoen verdient aan de hondenbelasting. 10 procent van dat geld ging op aan administratiekosten, terwijl 30 procent werd besteed aan 'hondenbeleid', zoals het aanleggen van uitlaatveldjes. De rest van de inkomsten kwam terecht in de algemene pot van de gemeente. Anders dan bij de afvalstoffenheffing, bestond er geen kwijtschelding van de hondenbelasting voor hondenbezitters met een minimuminkomen. Minister Plasterk vindt hondenbelasting rare zaak Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken vindt het ''moeilijk te verklaren dat we de hondenbelasting nog steeds hebben''. Dat zei de bewindsman op 15 december 2015. ''Waarom niet voor een poes en wel voor een hond?'' Als de gemeentelijke belastingen worden herzien, is dat volgens hem een goed moment om te kijken of hondenbezitters nog belast moeten worden voor hun huisdier. Het hondenpoepprobleem is al op zijn retour, stelt Plasterk. Steeds meer mensen nemen hondendrollen keurig mee in een zakje. En de opbrengsten uit de hondenbelasting zijn ook niet groot. Waarom alleen honden? Dit is omdat de Gemeentewet in art. 226 lid 1 alleen een belasting op honden expliciet noemt. Gemeenten mogen niet zonder wettelijke grondslag een belasting op andere dieren heffen. Waarom er geen andere dieren in art. 226 zijn opgenomen is omdat de controle op het houden van andere dieren vaak lastig is en/of omdat andere dieren minder vaak worden gehouden dan honden. De kosten van het innen en controleren van de belasting kunnen dan hoger worden dan de opbrengst. Deze zogenaamde perceptiekosten zijn ook bij de hondenbelasting al vrij hoog, en sommige gemeenten heffen deze belasting daarom niet. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
13
≈ Fiscale aftrek voor specifieke zorgkosten in 2016 Welke specifieke zorgkosten, medicijnen en ziektekosten zijn in 2016 fiscaal aftrekbaar bij uw belastingaangifte? Van welke hulpmiddelen en behandelingen zijn de kosten een fiscale aftrekpost bij uw aangifte inkomstenbelasting 2016 of uw voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2016 en hoeveel krijgt u dan terug van de Belastingdienst? Veel uitgaven zijn niet meer aftrekbaar maar voor een chronisch zieke of gehandicapte zijn er nog allerlei fiscale mogelijkheden om nog iets van de gemaakte zorgkosten terug te krijgen in 2016. Let erop dat de belastingverlaging 2016 voor u een belastingverhoging kan betekenen. Welke zorgkosten en ziektekosten zijn in 2016 aftrekbaar? Hoofdregel is dat alle zorgkosten en ziektekosten van de leden van uw huishouding (u, uw partner, kinderen jonger dan 27 jaar) fiscaal aftrekbaar zijn als ze niet door een ander worden vergoed, door u dat jaar zijn betaald, niet vallen onder een verplicht eigen risico of wanneer ze niet door de Belastingdienst met naam en toenaam van aftrek zijn uitgesloten. Krijg ik alle zorgkosten die ik kan declareren dan terug in 2016? U krijgt niet alles terug, want er is een inkomensdrempel die er voor zorgt dat het aftrekbare bedrag lager wordt bij een hoger inkomen. Daar staat tegenover dat iemand met een hoger inkomen door het hogere belastingtarief procentueel meer van de Belastingdienst terug kan krijgen. Door beide effecten samen hoeft per saldo het bedrag dat u terug krijgt niet erg te verschillen met dat van iemand die meer verdient. Hoe werkt de belastingaftrek? Een rekenvoorbeeld Stel u bent jonger dan 65 jaar, hebt een gezamenlijk inkomen van € 19.000 en € 2.000 euro aan ziektekosten en een drempel van € 130, dan krijgt u 36,5% terug van € 1.870, ofwel ongeveer € 680. Hebt u een inkomen van € 40.000 dan is uw drempel ongeveer € 660 en krijgt u 52% terug van € 1.340 en dat is ongeveer € 695. De aftrekbare zorgkosten 2016 Aftrekbaar zijn de volgende zorgkosten en ziektekosten, voor zover de uitgaven niet door uw verzekering worden vergoed en niet ten laste komen van uw eigen risico: • De kosten van behandeling voor geneeskundige en heelkundige hulp. Denk aan het ziekenhuis, uw huisarts, een specialist, de tandarts, kosten van verpleging, fysiotherapie. Een uitzondering geldt voor plastische chirurgie wanneer die niet medisch noodzakelijk is. • Alle zorg van een arts en alle gegeven zorg op voorschrift en onder begeleiding van een arts. Dan kan het gaan om acupunctuur, revalidatie, logopedie, homeopathie of chiropraxie. • De medicijnen die u door een arts krijgt voorgeschreven. • Sommige hulpmiddelen zoals steunzolen, een kunstgebit, een gedeelte van de kosten voor een gehoorapparaat en alle uitgaven voor een prothese of prothesen. Niet een rollator, een looprek, een elleboogkruk, een gipssteun, een okselkruk en onderarmschaalkruk. Niet een bril. • De kosten van vervoer naar een arts of ziekenhuis. Dit zijn uw eigen kosten of die van een persoon die tot uw huishouden behoort. Ambulancevervoer komt voor een deel ten laste van uw eigen risico. • Uw kosten van vervoer als u iemand in een ziekenhuis bezoekt, € 0,19 per km. Aan de aftrek voor deze kosten van ziekenhuisbezoek zijn wel extra voorwaarden verbonden. • De kosten van een medisch noodzakelijk dieet. Overigens zijn niet alle dieetkosten aftrekbaar. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 14 www.vestingaccountants.nl
• Gezinshulp (afhankelijk van uw inkomen). • De extra kosten van vervoer die u maakt door een ziekte of handicap. Hieronder vallen niet de diensten die onder de WMO vallen. • De kosten die u door een ziekte of handicap maakt voor extra kleding en beddengoed. Wat is niet meer aftrekbaar? Niet meer aftrekbaar zijn in ieder geval: • Uw eigen risico in de zorg. • Uw zorgpremie 2016. • Sommige hulpmiddelen (zie hierboven). • Kosten die via de WMO worden vergoed. • De aanpassing van uw huis. • Kosten die via uw verzekering worden vergoed. • Cosmetische ingrepen. Verhoging specifieke zorgkosten 2016 Als uw inkomen niet hoger is dan € 33.857 mag u de aftrekbare specifieke zorgkosten verhogen met 40% tot 113%. Uw leeftijd speelt bij deze opslag een belangrijke rol: • Met 40% als u op 31 december 2015 nog geen 65 plus drie maanden oud bent en dus nog geen recht hebt op AOW. • Met 113% als u of uw fiscale partner op 31 december 2015 wel de AOW-leeftijd heeft bereikt. Wat is de drempel in 2016, hoogte drempelinkomen zorgkosten Dat u te maken krijgt met een drempel die afhankelijk is van uw inkomen. Drie schijven zijn er waarbij er een verschil is wanneer u alleenstaande bent of een fiscale partner hebt (de bedragen kunnen nog aan de prijsindex worden aangepast): Drempelbedrag aftrek specifieke zorgkosten 2016 voor een alleenstaande Uw drempelinkomen 2016 Drempel aftrek zorgkosten tot en met € 7.525 minimale drempel bedraagt € 127 € 7.525 tot en met € 39.975 1,65%, minimale drempel bedraagt € 127 meer dan € 39.975 € 659 + 5,75% van het extra drempelinkomen Drempel specifieke zorgkosten 2016 bij een gezamenlijk inkomen van u en uw fiscale partner Drempelinkomen voor beide partners 2016 Drempel aftrek zorgkosten tot en met € 15.050 minimale drempel is € 254 € 15.050 tot en met € 39.975 1,65%, minimale drempel is € 254 meer dan € 39.975 € 659 + 5,75% van het extra drempelinkomen Belastingverlaging is een belastingverhoging Omdat de tarieven in de belastingschijven voor een deel lager worden in 2016, leidt een aftrekpost zoals die van de specifieke zorgkosten ook tot minder teruggave. Dit verlies wordt niet door het kabinet gecompenseerd. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
15
≈ Belastingen op auto en motor Als u een personenauto, motor of bestelauto registreert in het Nederlandse kentekenregister, betaalt u belasting personenauto's en motorrijwielen (BPM). U betaalt ook BPM als u in Nederland woont en hier in een niet-geregistreerde auto of motor rijdt. Zolang u een personenauto, bestelauto, motor, vrachtauto of autobus bezit, betaalt u ook motorrijtuigenbelasting (MRB). Wanneer betaal ik belasting op personenauto's en motorrijwielen (BPM)? Zodra u een personenauto, een motor, een kampeerauto of een bestelauto in het kentekenregister laat registreren, betaalt u eenmalig BPM. U betaalt ook BPM als u in Nederland woont en hier in een niet-geregistreerde auto of motor rijdt. Aangifte BPM Als u een nieuw voertuig koopt, zorgt de verkoper meestal voor registratie in het Nederlandse kentekenregister. U hoeft dan zelf geen aangifte te doen. Auto of motor uit het buitenland Importeert u een (tweedehands) personenauto of motor en wilt u hiermee op de openbare weg in Nederland? Dan moet u zelf aangifte BPM doen. U kunt pas de weg op nadat u aangifte van BPM heeft gedaan en BPM heeft betaald. U kunt dan ook het voertuig laten registreren door de RDW. Wat zijn de regels voor bijtelling als ik een auto van de zaak heb? Als u in een auto van de zaak ook privé rijdt, moet uw werkgever een bedrag bij uw loon optellen. Dit geldt omdat u voordeel heeft van het privégebruik. Het bedrag is de zogenaamde bijtelling. De hoogte van de bijtelling hangt af van de catalogusprijs en de CO2-uitstoot van de auto waarin u rijdt. Uw werkgever berekent over deze bijtelling loonbelasting/premie volksverzekeringen. Uw nettoloon gaat hierdoor omlaag. Berekening bijtelling Het voordeel van het privégebruik is een percentage van de catalogusprijs van de auto. Dat voordeel is in 2015: Bijtelling in 2015 CO2-uitstoot Percentage bijtelling 0 gr/km 4% 1 t/m 50 gr/km 7% 51 t/m 82 gr/km 14% 83 t/m 110 gr/km 20% 111 of meer 25% Als u in een zuinige auto rijdt, gelden de lagere percentages, afhankelijk van de CO2uitstoot van de auto. Welk bijtellingspercentage geldt, hangt ook af van het moment waarop de auto voor het eerst een kenteken heeft gekregen. De Belastingdienst geeft per jaar de bijtellingspercentages voor milieuvriendelijke auto’s. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
16
Bijtelling in 2016 Het kabinet scherpt de bijtelling privégebruik auto van de zaak met ingang van 2016 aan. De Tweede en Eerste Kamer hebben deze maatregel uit het Belastingplan 2015 goedgekeurd. Bijtellingspercentages per 1-1-2016 voor nieuwe auto’s CO2-uitstoot Percentage bijtelling 0 gr/km 4% 1 t/m 50 gr/km 15% 51 t/m 106 gr/km 21% 107 en meer 25% De bijtellingspercentages gelden alleen voor auto’s die in 2016 voor het eerst op naam zijn gesteld. De bijtelling voor bestaande leasecontracten blijft voor maximaal 60 maanden vanaf 1 januari 2015 ongewijzigd. Bijtelling vanaf 2017 Het kabinet wil de autobelastingen beter laten aansluiten bij deze tijd. Hierdoor worden de autobelastingen efficiënter, stabieler en eenvoudiger. Het kabinet wil bijvoorbeeld minder bijtellingscategorieën en een lager algemeen bijtellingspercentage. De plannen van het kabinet met de bijtelling vanaf 2017 tot 2020 staan in de Autobrief II. De Tweede en Eerste Kamer moeten de voorstellen uit de Autobrief II nog goedkeuren voordat de wijzigingen ingaan. Eigen bijdrage voor privégebruik Heeft u met uw werkgever afgesproken dat u een eigen bijdrage betaalt voor het privégebruik? Dan wordt deze eigen bijdrage van de bijtelling afgetrokken. U betaalt dan alleen belasting over deze verlaagde bijtelling. Geen bijtelling bij weinig privégebruik Rijdt u niet meer dan 500 kilometer per kalenderjaar privé? En kunt u dit bewijzen? Dan hoeft uw werkgever niets bij uw loon op te tellen. U kunt hiervoor de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ downloaden via de website van de Belastingdienst. U kunt het formulier ook aanvragen bij de BelastingTelefoon. Geen bijtelling bestelauto voor zakelijk gebruik Heeft u een bestelauto van uw werkgever? En gebruikt u die alleen voor werk en niet privé? Dan kunt u een 'Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' indienen. Uw werkgever hoeft dan geen bijtelling bij uw loon te doen. U kunt het formulier ook opvragen bij de BelastingTelefoon. Wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst Verandert er iets in uw situatie? Dan geeft u dit zo snel mogelijk door aan de Belastingdienst. Bijvoorbeeld: u heeft een 'verklaring geen privégebruik auto'. Maar u gaat nu meer dan 500 kilometer per jaar privé rijden in uw auto van de zaak. U meldt dit dan aan de Belastingdienst met het formulier Wijziging of intrekking Verklaring geen privégebruik auto. U geeft de verandering ook door aan uw werkgever. Let op! Neem contact met uw adviseur als er wijzigingen zijn in het privégebruik van uw auto. Daarmee voorkomt u vervelende naheffingsaanslagen en boetes. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
17
Wanneer betaal ik motorrijtuigenbelasting (MRB) voor mijn oldtimer? U betaalt motorrijtuigenbelasting (MRB) als uw oldtimer op diesel of lpg rijdt. En als deze voor het eerst is toegelaten op de weg op of na 1 januari 1975. Heeft u een oldtimer van 40 jaar of ouder? Dan betaalt u geen MRB. Dit geldt voor alle motorrijtuigen. Oldtimers zijn alle motorrijtuigen die minimaal 40 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen. Voor vrachtauto's en autobussen geldt daarbij dat u deze niet bedrijfsmatig gebruikt. Zelf motorrijtuigenbelasting (MRB) berekenen De Belastingdienst heeft een rekenhulp voor motorrijtuigenbelasting. Hiermee kunt u berekenen hoeveel MRB (vroeger wegenbelasting) u moet betalen. Wel MRB betalen voor oldtimer U betaalt MRB (normaal tarief) als uw oldtimer op diesel of lpg rijdt. En deze voor het eerst is toegelaten op de weg op of na 1 januari 1975. Als uw auto op benzine gaat rijden, kan de overgangsregeling MRB voor oldtimers gelden. U betaalt dan minder MRB. Overgangsregeling oldtimers AIs uw oldtimer tussen 1975 en 1988 voor het eerst in gebruik is genomen, dan geldt er een overgangsregeling. Dan betaalt u een verlaagd tarief voor oldtimers. De regeling eindigt in 2028, als de voertuigen die in 1987 zijn toegelaten 40 jaar oud zijn. De overgangsregeling geldt voor: • personen- en bestelauto’s die alleen op benzine rijden; • motorfietsen; • bussen die niet bedrijfsmatig gebruikt worden; • vrachtauto’s die niet bedrijfsmatig gebruikt worden. Geen MRB betalen U betaalt geen motorrijtuigenbelasting voor oldtimers die 40 jaar of ouder zijn. U maakt dan gebruik van een vrijstelling. Dit geldt voor alle motorrijtuigen. Om te bepalen of dit voor u geldt, kijkt u naar de datum 1e toelating op uw kentekenbewijs. Dat moet 40 jaar of langer geleden zijn. Wijzigingen belastingen voor auto en motor in 2016 Het kabinet past de bijtelling, belasting personenauto's en motorrijwielen (BPM) en de motorrijtuigenbelasting (MRB) aan. De overheid wil zo onder andere het gebruik van zeer zuinige auto's stimuleren. Alleen voor de zuinigste auto’s betaalt u minder autobelastingen. Wijzigingen BPM vanaf 2016 • De CO2-uitstootgrenzen voor benzineauto’s en dieselauto’s worden aangescherpt. • De hoogte van de BPM is afhankelijk van de CO2-uitstoot. Er zijn 5 tariefgroepen. De BPM gaat omhoog voor de 3 hoogste tarieven. Wijzigingen MRB vanaf 2016 Vanaf 2016 zijn alleen elektrische auto’s vrijgesteld van MRB. Voor semi-elektrische auto’s geldt een halve vrijstelling. Aanpassing vrijstelling MRB Het aantal oldtimers is toegenomen. Dat betekent dat de vrijstelling van de MRB voor oldtimers steeds meer kost. Ook gebruiken veel eigenaren hun oldtimer voor het dagelijkse verkeer. Daarnaast zijn oldtimers vervuilender dan nieuwe auto’s. Met deze maatregelen wil het kabinet bereiken dat eigenaren die veel rijden met hun oldtimer, ook MRB betalen. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
18
Voorgenomen wijzigingen autobelastingen 2017-2020 Het kabinet wil het stelsel van autobelastingen eenvoudiger maken, onder andere door het aantal bijtellingspercentages te verminderen. De veranderingen moeten ook zorgen voor stabiele belastinginkomsten en een efficiëntere bijdrage aan een gezonder milieu. Autobrief II De nieuwe Autobrief is nog een beleidsvoornemen. Hierin schetst het kabinet hoe zij van 2017 tot 2020 de autobelastingen beter wil laten aansluiten bij deze tijd. Hierdoor worden de autobelastingen efficiënter, stabieler en eenvoudiger. Zo wil het kabinet een einde maken aan achterhaalde maatregelen. Maar ook aanhaken bij de huidige techniek in de autobranche. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Wiebes van Financiën ingestemd met de Autobrief II. De Autobrief II is op 19 juni 2015 aan de Tweede Kamer aangeboden. De Tweede en Eerste Kamer moeten de voorstellen eerst goedkeuren voordat de wijzigingen ingaan. Beleid autobelastingen van 2017 tot 2020 op hoofdlijnen • Verlaging van de aanschafbelasting personenauto's en motorrijwielen (BPM) voor 2020 met in totaal 12%. • Verlaging van 2% van de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor alle personenvoertuigen. • Verhoging van de MRB voor vervuilende dieselpersonenvoertuigen en dieselbestelauto's. • Vermindering van het aantal bijtellingscategorieën van 4 naar 2. • Verlaging van het algemene bijtellingspercentage van 25 naar 22. • Versterking van de fiscale stimulering van volelektrische auto's. • Vermindering van de fiscale stimulering van plug-in hybridevoertuigen. Veranderingen autobelastingen Bijtelling naar 22% De bijtelling voor alle leaseauto's gaat geleidelijk naar 22%. Alleen volledig elektrische auto's krijgen een extra stimulans door een bijtelling van 4%. Jaar % bijtelling 0 gram/km 2016 4% 2017 4% 2018 4% 2019 4% 2020 4%
Bijtelling leaseauto's vanaf 2016 tot en met 2020 % bijtelling 1-50 gram/km % bijtelling 51-106 gram/km % bijtelling > 106 gram/km 15% 21% 25% 17% 22% 22% 19% 22% 22% 22% 22% 22% 22% 22% 22%
Bijtelling vanaf 2017 Voor een nieuwe auto met een CO2-uitstoot van 106 gr/km of meer gaat het algemene bijtellingspercentage van 22% gelden. Daarnaast moet de auto: • in het kalenderjaar 2017 voor het eerst in gebruik zijn genomen, en • in 2017 voor het eerst te naam gesteld zijn in het kentekenregister. Voor oudere auto’s verandert er niets in de bijtelling. Zo blijft voor auto’s die voor het eerst in 2015 onder de bijtelling vallen het regime 2015 gelden. Volelektrische auto's krijgen een fiscale stimulans Het kabinet heeft de ambitie dat na 2035 alleen nog auto's verkocht worden die emissievrij kunnen rijden. Na 2050 moeten er alleen maar emissievrije auto's rondrijden. Daarom blijft het kabinet volledig elektrisch rijden tot en met 2020 Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
19
volledig stimuleren. Het bijtellingspercentage voor privégebruik van dit type zakelijk auto blijft 4%. Plug-in hybride auto's passen niet meer binnen het kabinetsbeleid om zeer zuinig rijden fiscaal te stimuleren. Het beleid is namelijk ingehaald door de techniek. Daarom wil het kabinet de belastingvoordelen voor plug-ins de komende jaren afbouwen. Vanaf 2019 geldt voor plug-ins veelal dezelfde regels als voor een normale auto. Zwaardere belasting auto's zonder roetfilter Oude dieselauto's die meer fijnstof uitstoten dan een nieuw model, gaan meer betalen. Voor deze vervuilende diesels zonder fabrieksroetfilter gaat de MRB per 2019 met 15% omhoog (inclusief opcenten). Eigenaren van een vervuilende diesel hebben dus een paar jaar de tijd om een schonere auto te kopen. Voor een gemiddelde dieselpersonenauto in de gewichtsklasse 1350-1450 kilo betekent dat een verhoging van € 225 per jaar. De verhoging komt voor een gemiddelde bestelauto van een ondernemer uit op € 62 per jaar. BPM tot 2020 met 12% verlagen Het kabinet wil de aanschafbelasting (BPM) stapsgewijs afbouwen met in totaal 12% in 2020. De bedoeling is dat dit een eerste stap is naar een volledige afbouw van de BPM. Ook de berekening van de BPM zal gaan veranderen. De CO2-uitstootgrenzen voor benzineauto’s en dieselauto’s wordt vanaf 2016 aangescherpt. Het vaste deel gaat omhoog van € 175 naar € 350. De CO2-component gaat met een gelijk deel omlaag. De hoogte van de BPM is afhankelijk van de CO2-uitstoot. Daarnaast gaat het tarief voor auto's die weinig CO2-uitstoten omlaag. Zuinige personenauto's in het kleine en middensegment krijgen hierdoor extra voordeel. Verlaging MRB voor personenauto's De motorrijtuigenbelasting (MRB) gaat voor reguliere personenvoertuigen omlaag met gemiddeld 2%. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een hogere MRB van de meest vervuilende dieselpersonen- en dieselbestelauto’s. Wat is de maximale reiskostenvergoeding die ik van mijn werkgever kan ontvangen? Reist u met eigen vervoer naar uw werk? Dan kan uw werkgever u maximaal € 0,19 per kilometer vergoeden, zonder dat u hierover belasting betaalt. Voor deze maximale kilometervergoeding maakt het niet uit welk vervoermiddel u gebruikt. Geeft uw werkgever een hogere reiskostenvergoeding? Dan geldt het deel boven de € 0,19 per kilometer als loon. Uw werkgever moet hierover loonheffingen inhouden. Belastingvrije vergoeding openbaar vervoer Maakt u gebruik van het openbaar vervoer om naar uw werk te gaan? Dan kan uw werkgever kiezen tussen het belastingvrij vergoeden van: • de werkelijk gemaakte reiskosten; • het aantal gemaakte kilometers tot maximaal € 0,19 per kilometer. Kilometervergoeding carpoolen Ook als u carpoolt, kunt u een vergoeding van uw werkgever krijgen. Als uw werkgever het carpoolen organiseert, mag hij € 0,19 per kilometer aan de chauffeur vergoeden. Dit is inclusief de kilometers die de chauffeur omrijdt. Organiseert u het carpoolen zelf met uw collega’s? Dan kan iedere collega/werknemer een vergoeding krijgen van € 0,19 per kilometer. De kilometers die u daarvoor moet omrijden, kunt u dan niet vrij van belastingheffing vergoed krijgen. ● Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
20
Eigen woning Wat is aftrekbaar? Als u een eigen woning hebt, mag u bepaalde kosten aftrekken van uw inkomen. Het gaat om de volgende kosten: • rente van uw hypotheek of lening; • eenmalig aftrekbare kosten; • periodieke betalingen erfpacht, opstal of beklemming; • kosten voor een rijksmonumentenpand. Rente van uw hypotheek of lening U kunt alleen rente aftrekken voor een hypotheek of lening die u gebruikt voor: • de aankoop van een eigen woning; • verbouwing of onderhoud (verbouwingsdepot of verbouwingslening); • afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming; • de eenmalige (financierings)kosten. De rente is niet aftrekbaar voor het deel van de lening waarmee u bijvoorbeeld meubels koopt voor in uw huis. Alleen het gedeelte dat tot uw eigenwoningschuld behoort is aftrekbaar. Rente maximaal 30 jaar aftrekbaar U mag de rente van een lening maximaal 30 jaar aftrekken. Is de lening afgesloten vóór 1 januari 2001, dan gaat de termijn van 30 jaar in op 1 januari 2001. Bijzondere regels In de volgende situaties gelden bijzondere regels voor de renteaftrek: • U verkocht uw huis na 28 oktober 2012, en hield een restschuld over. Voor dit bedrag kunt u nog maximaal 15 jaar de rente aftrekken. • U hebt een nieuwbouwdepot, een verbouwingsdepot of geld geleend voor onderhoud of verbouwing. • U hebt rente vooruitbetaald, of u kreeg rente terugbetaald. • U verkoopt uw woning en koopt een andere woning. Als u overwaarde hebt, kunt u te maken krijgen met de bijleenregeling. • U hebt een hypotheekschuld die al op 31 december 1995 bestond. • U gaat uit elkaar en hebt een eigen woning. Eenmalig aftrekbare kosten Koopt u een eigen woning? Of sluit u een nieuwe hypotheek of lening af voor de verbouwing of het onderhoud van de eigen woning? Dan mag u een aantal financieringskosten eenmalig aftrekken. Ook mag u deze kosten meefinancieren in uw hypotheek. Let op! Geeft u deze kosten op in uw voorlopige aanslag? Houd er dan rekening mee dat u in de volgende jaren alleen recht hebt op renteaftrek. U moet uw volgende voorlopige aanslag dan wijzigen. Aftrekbare kosten Aftrekbaar zijn de kosten voor het afsluiten van uw hypotheek: • bemiddelingskosten voor het krijgen van uw hypotheek of lening, zoals advies- en afsluitkosten; • notariskosten en kadastrale rechten voor de hypotheekakte, inclusief BTW; • taxatiekosten (alleen om een lening te krijgen); • kosten van de aanvraag van een Nationale Hypotheek Garantie; • bouwrente over de periode na het sluiten van de voorlopige koopovereenkomst; • kosten van nieuwbouwdepot of verbouwingsdepot (onder voorwaarden). Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 21 www.vestingaccountants.nl
Niet aftrekbare kosten De volgende kosten bij kopen of verbouwen van een huis zijn niet aftrekbaar: • bemiddelingskosten voor de aankoop van de woning (bijvoorbeeld makelaarsprovisie); • overdrachtsbelasting en omzetbelasting; • notariskosten en kadastrale rechten voor de koopakte; • bouwrente over de periode vóór het afsluiten van de voorlopige koopovereenkomst; • kosten van onderhoud en verbouwing. Voor een rijksmonumentenpand mag u deze kosten onder bepaalde voorwaarden wel aftrekken. Kosten meefinancieren Zowel de eenmalig aftrekbare als de niet-aftrekbare eenmalige kosten kunt u meefinancieren in uw hypotheek of lening als u uw woning koopt. Of als u een hypotheek of lening afsluit voor verbouwing of onderhoud van de eigen woning. De rente hierover is dan aftrekbaar. Periodieke betalingen erfpacht, opstal of beklemming Als de grond waarop uw woning staat niet van u is, betaalt u daarvoor maandelijks of jaarlijks een bedrag aan de grondeigenaar. Deze periodieke betalingen voor erfpacht, opstal of beklemming zijn aftrekbaar. Het recht van erfpacht en het recht om iets op de grond te bouwen (opstal), zijn vaak voor een bepaalde tijd. Het recht van beklemming is een eeuwigdurend recht op het gebruik van grond van iemand anders. Welke kosten mag u niet aftrekken? Niet aftrekbaar zijn: • premies voor een opstalverzekering; • afkoopsommen voor de periodieke betalingen voor erfpacht, opstal of beklemming; Als u de rechten van erfpacht, opstal of beklemming afkoopt, is de rente over de lening die u afsluit om de afkoopsom te financieren, meestal wel aftrekbaar. • premies voor een kapitaalverzekering eigen woning; • overgemaakte bedragen naar een spaarrekening eigen woning. Werkzaamheden aan uw rijksmonumentenpand Bent u eigenaar van een rijksmonumentenpand? Verricht u onderhoudswerk aan uw pand? Dan mag u de kosten daarvoor aftrekken als u voldoet aan de volgende voorwaarden: • U bent eigenaar van het pand. Het maakt daarbij niet uit of u in Nederland woont of daarbuiten. • Het pand is ingeschreven in het Rijksmonumentenregister. • U betaalt de onderhoudskosten dit jaar. Verder is aftrek van onderhoudskosten alleen mogelijk als het rijksmonumentenpand: • een eigen woning is in box 1 (inkomen uit werk en woning); • een onderdeel is van uw bezittingen en schulden in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Krijgt u subsidie voor de onderhoudskosten van uw rijksmonumentenpand? Dan moet u deze subsidie van de onderhoudskosten aftrekken. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
22
Monumentenpand buiten Nederland Ook voor uw monumentenpand buiten Nederland kunt u onderhoudskosten aftrekken. Dat kan voor de kosten die u maakt vanaf 18 december 2014. Er moet dan wel aan de volgende voorwaarden worden voldaan: • Uw pand ligt binnen de Europese Unie, Liechtenstein, Noorwegen of IJsland. • U hebt een erkenning van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat uw pand: O behoort tot het Nederlands cultureel erfgoed; O een rijksmonumentenpand zou zijn als het op Nederlands grondgebied stond. Economisch eigendom, zoals appartementsrecht Hebt u een appartementsrecht, een recht van erfpacht of recht van opstal of een andere vorm van economisch eigendom? Ook dan mag u de onderhoudskosten aftrekken. Voorwaarde is dat de waardeverandering van (uw aandeel in) het rijksmonumentenpand u voor meer dan de helft aangaat. De aftrek geldt niet voor: • gemeentelijke monumenten; • provinciale monumenten; • panden die deel uitmaken van een beschermd dorps- of stadsgezicht. Aftrek vooraf vaststellen Bent u van plan onderhoudswerk aan uw rijksmonumentenpand te verrichten? Dan kunt u bij de Belastingdienst een vaststelling aftrekbaarheid indienen. U weet dan vooraf welke onderhoudskosten aftrekbaar zijn. Raadpleeg hiervoor uw adviseur. Geen of kleine eigenwoningschuld Hebt u weinig of geen aftrekbare kosten voor uw eigen woning? Dan hebt u misschien recht op de aftrek vanwege geen of een kleine eigenwoningschuld. Let op! Het kan fiscaal ook aantrekkelijk zijn om extra af te lossen waardoor u versneld van deze fiscaal vriendelijke regeling gebruik kunt gaan maken. Overleg dit met uw adviseur. Hoe werkt de aftrek? U trekt de kosten af van de inkomsten uit uw eigen woning. Hierdoor verlaagt u de inkomstenbelasting die u verschuldigd bent. U geeft de inkomsten en kosten van uw woning op via een voorlopige aanslag of via uw aangifte. Hierbij is het ook van belang of u als fiscale partners de aftrekbare kosten kunt verdelen. Wat is niet aftrekbaar? Een aantal kosten die u maakt in verband met een eigen woning zijn niet aftrekbaar. Bijvoorbeeld de makelaarsprovisie of notariskosten voor de koopakte. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
23
≈ Scheiden Wie blijft in het huis wonen? En wie mag hypotheekrente aftrekken bij de aangifte? Als u uit elkaar gaat, komt er veel op u af. Vaak ook veel informatie. Als u getrouwd was Als u een koophuis hebt, betaalt u meestal per maand hypotheekrente. Aan uw bank, of aan een andere hypotheekverstrekker. U mag deze hypotheekrente aftrekken in uw belastingaangifte. Dit is de hypotheekrenteaftrek. Het is dus belangrijk wie van u de hypotheekrente mag aftrekken. Belastingaangifte doen in het jaar van uw scheiding Voorheen hebt u waarschijnlijk samen met uw ex-partner belastingaangifte gedaan (u was ‘fiscale partners’). U kon in uw belastingaangifte inkomsten en aftrekposten gunstig verdelen. Als u gescheiden bent en niet meer bij elkaar woont, dan mag dit niet meer. Maar een huwelijk stopt vaak in de loop van een jaar. Dat jaar kunt u er nog voor kiezen om fiscale partners te zijn. Dat jaar kunt u kiezen wie de hypotheekrente aftrekt. Belastingaangifte doen in het jaar ná uw scheiding Er komt een moment dat u voor het eerst uw eigen belastingaangifte doet. Dit is het jaar nadat u het scheidingsverzoek hebt ingediend én niet meer op hetzelfde adres staat ingeschreven. Wie de hypotheekrente mag aftrekken, is afhankelijk van wie er in de woning blijft wonen, wie de hypotheekrente betaalt en hoe de eigendomsverhouding is. Dit is behoorlijk ingewikkeld. Waar moet u op letten als u blijft? U mag de hypotheekrente aftrekken die u betaalt, voor het deel dat u eigenaar bent van de woning. Waar moet u op letten als u vertrekt? Uw ex blijft in de woning wonen U mag voor het deel dat u eigenaar bent van de woning de hypotheekrente aftrekken. Maar alleen als u deze ook daadwerkelijk betaalt. Dit mag tot 2 jaar nadat u uit de woning bent vertrokken. Daarna ziet de Belastingdienst uw deel van de waarde van de woning als ‘vermogen’. U betaalt daar belasting over. Uw ex blijft niet in de woning wonen Als u aan de volgende voorwaarden voldoet, mag u voor het deel dat u eigenaar bent van de woning de hypotheekrente aftrekken. Voorwaarden • de woning staat te koop; • de woning staat leeg sinds de verhuizing; • de woning was in voorgaande jaren uw hoofdverblijf. De hypotheekrente mag u nog aftrekken gedurende maximaal 3 jaar na het kalenderjaar waarin de eerste van u beiden is vertrokken. Meteen weten waar u aan toe bent? Doordat uw woonsituatie verandert, gaat u waarschijnlijk meer of minder belasting betalen. Het is fijn als u zo snel mogelijk weet waar u aan toe bent. Vraag daarom zo snel mogelijk een voorlopige aanslag aan. Of, als u die elk jaar al krijgt: wijzig uw voorlopige aanslag. Zo voorkomt u dat u achteraf heel veel geld moet bijbetalen. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 24 www.vestingaccountants.nl
Partneralimentatie betalen voor uw ex-partner Als u gescheiden bent of duurzaam gescheiden leeft, moet u misschien alimentatie betalen. Ook als u samenwoont en daarna uit elkaar gaat, kan het zijn dat u alimentatie moet betalen. Alimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van uw ex-partner of van uw kinderen. Let op! De alimentatie die u voor uw kinderen moet betalen is niet aftrekbaar. Betaalt u partneralimentatie aan uw ex-partner? Dan mag u die partneralimentatie aftrekken als 'Betaalde partneralimentatie en andere onderhoudsverplichtingen'. Ook andere onderhoudsverplichtingen mag u in bepaalde gevallen aftrekken. Het maakt niet uit of u de alimentatie via de rechter hebt geregeld of met uw ex-partner. U moet de afspraken en voorlopige voorzieningen wel schriftelijk vastleggen en allebei ondertekenen. Wat is een ex-partner? Een ex-partner is: • een ex-echtgenoot; • iemand met wie u hebt samengewoond; • een echtgenoot van wie u duurzaam gescheiden leeft. Welke onderhoudsverplichtingen mag u aftrekken? U mag de volgende onderhoudsverplichtingen aftrekken: • periodieke betalingen van partneralimentatie en de losse aanvullingen daarop; • een afkoopsom van partneralimentatie aan uw ex-echtgenoot of een koopsom voor een lijfrente die u hiervoor hebt gestort bij een verzekeraar; Dit geldt niet in de volgende gevallen: o U betaalt de afkoopsom in de periode dat u duurzaam gescheiden leeft. o U woont ongetrouwd samen met uw ex-partner. • ouderdomspensioen dat u als partneralimentatie doorbetaalt; • betalingen voor de verrekening van pensioenrechten, lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen waarvan u de betaalde premies eerder hebt afgetrokken; • bijstand die de Sociale Dienst aan uw ex-partner betaalt en op u heeft verhaald; • andere onderhoudsverplichtingen, zoals pensioenbetalingen aan vroeger huispersoneel of periodieke betalingen voor verplichtingen tot schadevergoeding; • een deel van het eigenwoningforfait, als uw ex-partner in de eigen woning blijft wonen. Welke kosten mag u niet aftrekken? De volgende kosten zijn niet aftrekbaar: • Advocaat- en proceskosten om de alimentatie vast te stellen, te verlagen of te beëindigen. Tip! Een scheiding is niet alleen emotioneel - , maar ook fiscaal ingewikkeld. Raadpleeg altijd uw adviseur. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
25
≈ Overdrachtsbelasting Tarieven overdrachtsbelasting De overdrachtsbelasting is 2% voor woningen of 6% voor andere onroerende zaken, zoals bedrijfspanden. Wanneer betaal ik overdrachtsbelasting? U betaalt overdrachtsbelasting als u eigenaar wordt van een pand of van bepaalde rechten op panden. Ook bij sommige aandelenoverdrachten kunt u met overdrachtsbelasting te maken krijgen. Eigenaar worden van pand of rechten U betaalt overdrachtsbelasting als u juridisch of economisch eigenaar wordt van: • onroerende zaken (bijvoorbeeld een woning of een stuk grond); • de rechten op onroerende zaken (bijvoorbeeld opstalrecht of erfpachtrecht of lidmaatschapsrecht van coöperatieve flatverenigingen); • aandelen in een NV, BV of maatschap waarvan de bezittingen voor het grootste deel uit onroerende zaken bestaan (ook onroerende zaaklichamen genoemd). Betaling overdrachtsbelasting De betaling van overdrachtsbelasting hangt af van de manier waarop u eigenaar bent geworden. Meestal int de notaris de overdrachtsbelasting en betaalt deze door aan de Belastingdienst. Maar u of uw adviseur kunnen ook zelf aangifte overdrachtsbelasting doen. Vrijstelling overdrachtsbelasting Bent u verplicht om overdrachtsbelasting te betalen? Dan kunt u soms vrijstelling van overdrachtsbelasting krijgen. Bijvoorbeeld bij bedrijfsoverdracht of verplaatsing van een landbouwbedrijf. U moet voor vrijstelling wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Neem hiervoor contact op met uw adviseur. Geen overdrachtsbelasting betalen U betaalt geen overdrachtsbelasting als u bijvoorbeeld door een huwelijk of scheiding eigenaar wordt van een woning. Of als u een woning erft. Er zijn meer situaties waarin u geen overdrachtsbelasting betaalt. Raadpleeg uw adviseur. Kan ik nog gebruikmaken van de verruimde termijnen in de overdrachtsbelasting? U kon tot en met 31 december 2014 gebruikmaken van 2 verruimde termijnen in de overdrachtsbelasting. Het ging om de verruimde termijn van 36 maanden bij doorverkoop van een onroerende zaak. En om de verruimde termijn van 24 maanden bij samenloop van heffing van omzetbelasting (BTW) en overdrachtsbelasting. Deze maatregelen waren bedoeld om de vastgoedmarkt te stimuleren. Overdrachtsbelasting bij doorverkoop Heeft u een huis of bedrijfspand gekocht op of na 1 september 2012 tot 1 januari 2015? En verkoopt u dat pand binnen 36 maanden weer door aan een ander? Dan betaalt u bij deze opvolgende verkrijging alleen overdrachtsbelasting over de meerwaarde van het pand. Voorbeeld U hebt op 1 juli 2012 een woning gekocht voor € 250.000 en u hebt deze op 1 juli 2015 verkocht voor € 260.000. Dan is de koper 2 procent overdrachtsbelasting over (€ 260.000 - € 250.000 =) € 10.000. Doorverkoop na 1 januari 2015 Koopt u een huis, kantoor of ander vastgoed op of na 1 januari 2015? Ook dan wordt de overdrachtsbelasting alleen berekend over de meerwaarde van het pand. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
26
Voorwaarde is wel dat u het pand binnen 6 maanden doorverkoopt. De verruimde termijn van 36 maanden is sinds 1 januari 2015 weer teruggebracht naar 6 maanden. Vrijstelling overdrachtsbelasting bij samenloop met omzetbelasting (BTW) Verkoopt u nieuw zakelijk vastgoed dat al in gebruik is genomen of is verhuurd? Dan is daarover zowel BTW als overdrachtsbelasting verschuldigd. In bepaalde gevallen was er vrijstelling van overdrachtsbelasting mogelijk. Tot 1 januari 2015 kon u gebruik maken van een vrijstelling van overdrachtsbelasting als u ook BTW moest betalen. Deze vrijstelling is vervallen. Wilt u weten hoeveel BTW of overdrachtsbelasting u nu moet betalen bij verkoop van een pand? Raadpleeg dan altijd tijdig uw adviseur. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
27
≈ Schenkbelasting Als u een schenking krijgt, betaalt u daar vaak belasting over. Hoeveel u betaalt, hangt af van het bedrag van de schenking en van uw relatie tot de schenker. Ook als u een schenking doet, heeft u te maken met belastingregels. De regels over schenkbelasting (vroeger schenkingsrecht) staan in de Successiewet 1956. Schenking krijgen Hebt u een schenking van iemand gekregen? Bijvoorbeeld van uw ouders of opa en oma? Of krijgt u binnenkort een schenking van iemand? En wilt u weten of u de schenking moet doorgeven of schenkbelasting moet betalen? De belangrijkste zaken zijn: Moet ik een schenking doorgeven? Dat hangt ervan af. Hieronder leest u wanneer u een schenking moet doorgeven, wat u moet doen als u meerdere schenkingen krijgt en hoe u een schenking doorgeeft. U geeft een schenking door als u: • de schenking van uw ouder(s) hebt gekregen en deze hoger is dan € 5.304 (2015: € 5.277); • de schenking van iemand anders hebt gekregen en deze hoger is dan € 2.122 (2015: € 2.111); • het formulier 'Aangifte schenkbelasting' van de Belastingdienst hebt gekregen. Woont de schenker in het buitenland? En ontvangt u een schenking hoger dan de hiervoor genoemde bedragen? Dan hoeft u de schenking niet door te geven. Het maakt daarbij niet uit hoe hoog het bedrag is. Hierop zijn 2 uitzonderingen. U moet de schenking wél doorgeven als de schenker: • een Nederlander is en nog geen 10 jaar buiten Nederland woont; • een buitenlander is die in Nederland woonde en nog geen heel jaar uit Nederland weg is. Krijgt u meerdere schenkingen in 1 jaar? Dan hoeft u deze schenkingen niet bij elkaar op te tellen als u ze van verschillende mensen krijgt. Op deze regel zijn 2 uitzonderingen. Tel de schenkingen wel bij elkaar op als: • de schenkers elkaars partner zijn; • de schenkers uw ouders zijn, ook als ze zijn gescheiden. Als het totaalbedrag hoger is dan € 2.122 of € 5.304, moet u aangifte schenkbelasting doen. Krijgt u van dezelfde persoon meerdere schenkingen in 1 jaar? Tel deze schenkingen dan wél bij elkaar op. Doe dat ook als uw ouders afzonderlijk van elkaar een schenking aan u doen. Want ouders worden voor de schenkbelasting als 1 persoon gezien. Het maakt daarbij niet uit of de ouders zijn gescheiden. Ook dan telt u de bedragen bij elkaar op. Als het totaalbedrag hoger is dan € 2.122 of € 5.304, moet u aangifte schenkbelasting doen. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 28 www.vestingaccountants.nl
Voorbeeld U krijgt in juni € 2.000 van uw grootouders. Tijdens kerst krijgt u nog eens € 5.000 van uw grootouders. Omdat u in 1 jaar van dezelfde personen meerdere schenkingen hebt gekregen, telt u deze bedragen bij elkaar op. U hebt in totaal in 1 jaar € 7.000 gekregen van uw opa en oma. Omdat het bedrag hoger is dan € 2.122, moet u de schenking doorgeven. Hoe geeft u een schenking door? Een schenking geeft u door met het formulier Aangifte schenkbelasting 2015. U kunt dit formulier downloaden en invullen op uw computer. Moet u aangifte doen? Zorg er dan voor dat uw aangifte over 2015 voor 1 maart 2016 bij de Belastingdienst binnen is. Belastingvrij schenken: vrijstellingen Hebt u een schenking gekregen en wilt u weten of u daarover belasting moet betalen? Of wilt u weten hoeveel u belastingvrij kunt schenken? U leest onderstaand welke vrijstellingen er zijn. Een vrijstelling betekent dat de ontvanger pas schenkbelasting betaalt als de waarde van de schenking hoger is dan een bepaald bedrag. Er zijn vrijstellingen die elk jaar gelden • de algemene vrijstelling: € 2.122 Deze vrijstelling geldt voor iedereen. Dus ook voor de kleinkinderen die van hun grootouders een schenking krijgen. U mag in 2016 van meerdere personen € 2.122 belastingvrij ontvangen. En de schenker mag aan meerdere personen € 2.122 belastingvrij schenken. • de algemene vrijstelling voor ouders en kinderen: € 5.304 Deze vrijstelling geldt voor kinderen die van hun ouders een schenking krijgen. Ouders mogen aan hun kinderen en pleegkinderen - ongeacht hun leeftijd - elk jaar een bedrag belastingvrij schenken. Het bedrag geldt per kind. Daarnaast zijn er vrijstellingen die maar 1 keer in een leven mogen worden gebruikt Om gebruik te kunnen maken van deze vrijstellingen moet u aan de volgende voorwaarden voldoen: • U bent tussen de 18 en 40 jaar oud. • U krijgt de schenking van uw ouders. Bent u 40 jaar of ouder, maar is uw partner jonger dan 40 jaar? Dan geldt de eenmalige vrijstelling ook voor u. U mag eenmalig € 25.449 (2015: € 25.322) belastingvrij ontvangen van uw ouders. U mag daarbij zelf bepalen wat u met het geld doet. U mag het bedrag ook verhogen tot € 53.016 (2015: € 52.752) Maar dán moet u het meerdere gebruiken voor de financiering van een eigen woning of dure studie. De tijdelijke vrijstelling van € 100.000 geldt niet meer. Deze vrijstelling voor de eigen woning gold tot en met 31 december 2014. Let op! Deze vrijstelling wordt echter per 1 januari 2017 definitief ingevoerd. Wilt u een schenking doen aan uw kinderen voor de aankoop van een eigen woning? Dan kunt u misschien beter wachten tot begin 2017. Overleg met uw adviseur wat raadzaam is. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
29
Tarieven schenkbelasting 2016 Wilt u weten wat de schenkbelastingtarieven voor 2016 zijn? In de onderstaande tabel is per tariefgroep aangeven wat het percentage is. Gebruik de tabel als volgt: Stap 1 Zoek in de linkerkolom de tariefgroep die op u van toepassing is. Stap 2 Zoek in de middelste kolom de waarde van de schenking. Stap 3 In de rechterkolom staat het percentage dat u betaalt. Tariefgroep Waarde van de schenking van € 0 tot en met I € 121.903 eigen (pleeg)kinderen en echtgenoot/ geregistreerd partner - partners voor de schenkbelasting € 121.903 en hoger van € 0 tot en met Ia € 121.903 (achter)kleinkinderen € 121.903 en hoger van € 0 tot en met II € 121.903 Overigen € 121.903 en hoger Rekenvoorbeelden schenkbelasting Hierna volgen 5 voorbeelden hoe u de schenkbelasting berekent. Voorbeeld 1 Een vader schenkt zijn 30-jarige zoon in 1 jaar € 62.000. In de aangifte schenkbelasting 2015 doet de zoon een beroep op de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen van € 25.449. Het deel van de schenking waarover belasting betaald moet worden is: € 62.000 – € 25.449 = € 36.551. Dit bedrag ligt tussen de € 0 en € 121.903. De zoon valt in tariefgroep I. Hij betaalt 10% schenkbelasting over € 36.551. Dat is € 3.655. Doet de zoon geen beroep op de eenmalig verhoogde vrijstelling, dan ziet de berekening er als volgt uit. De gewone vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen is van toepassing. Die vrijstelling is € 5.304. De schenking komt dan op € 62.000 - € 5.304 = € 56.696. Dit bedrag ligt tussen € 0 en € 121.903. De zoon betaalt 10% schenkbelasting over € 56.696. Dat is € 5.669. Voorbeeld 2 Een vader schenkt zijn 42-jarige zoon € 150.000. De zoon kan geen beroep doen op de eenmalig verhoogde vrijstelling, omdat hij ouder is dan 40 jaar. Wel geldt de gewone vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen van € 5.304. Het bedrag waarover schenkbelasting betaald moet worden, is: € 144.696 (€ 150.000 - € 5.304). Over de eerste € 121.903 betaalt de zoon 10%, dit is € 12.190. Over de rest, € 22.793, betaalt hij 20%. Dat is € 4.558. In totaal betaalt de zoon dus (€ 12.190 + € 4.558) € 16.748 schenkbelasting. Voorbeeld 3 Een zus schenkt haar broer een auto met een waarde van € 25.000. Hierbij geldt de algemene vrijstelling van € 2.122. Het bedrag waarover schenkbelasting betaald moet worden is (€ 25.000 - € 2.122) € 22.878. De waarde van de schenking ligt tussen Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
30
Percentage 10% 20% 18% 36% 30% 40%
€ 0 en € 121.903. De broer valt in tariefgroep II. Daarom betaalt hij 30% schenkbelasting over € 22.878. Dat is € 6.863. Voorbeeld 4 Een nicht krijgt van haar oom een schenking van € 125.000. De algemene vrijstelling is € 2.122. Daarom moet zij dus over € 122.878 schenkbelasting betalen. Ze valt in tariefgroep II. Over de eerste € 121.903 betaalt zij 30% schenkbelasting. Dat is € 36.570. Over de rest, € 975, betaalt zij 40%. Dat is € 390. In totaal betaalt de nicht dus € 36.960 schenkbelasting. Voorbeeld 5 De schenker betaalt de schenkbelasting. Een nichtje ontvangt van haar oom op 1 augustus € 2.122. Met Kerstmis wil hij haar nog eens € 20.000 geven. Hij heeft aangegeven dat hij de schenkbelasting wil betalen. Het nichtje heeft in 2015 totaal € 22.122 ontvangen. Daarvan is € 2.122 belastingvrij. Over € 20.000 moet wel schenkbelasting betaald worden. Het nichtje valt in tariefgroep II. De waarde van de schenking ligt tussen € 0 en € 121.903. Het nichtje valt in tariefgroep II. De berekening is dan als volgt: De belaste schenking is € 20.000, de schenkbelasting hierover is 30% = € 6.000, dat is ook weer een schenking dus de schenkbelasting hierover is 30% = € 1.800, dat is ook weer een schenking dus schenkbelasting hierover is 30% = € 540 schenkbelasting hierover is 30% = € 162 schenkbelasting hierover is 30% = € 48,60 schenkbelasting hierover is 30% = € 14,58 schenkbelasting hierover is 30% = € 4,37 schenkbelasting hierover is 30% = € 1,31 schenkbelasting hierover is 30% = € 0,39 Totaal: € 8.571,25, afgerond is dat € 8.571 De oom moet € 8.571 schenkbelasting betaling over de schenking. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
31
≈ Erfbelasting Wie geld of bezit van een overleden persoon erft, betaalt daarover belasting. De Belastingdienst int deze erfbelasting (vroeger successierecht). Wanneer betaal ik erfbelasting? U betaalt erfbelasting als u een erfenis krijgt. Een erfenis bestaat uit alle bezittingen (én schulden) van een overledene. In sommige gevallen betaalt u geen erfbelasting. Hoogte erfbelasting Over een deel van de erfenis betaalt u geen erfbelasting. Hoe hoog dit vrijgestelde bedrag is, hangt af van uw relatie met de overledene. Uw adviseur kan u een overzicht geven van de vrijgestelde bedragen bij erven. Over het bedrag boven de vrijstelling betaalt u erfbelasting. Laat uw adviseur ook uitrekenen hoeveel erfbelasting u moet betalen Bedrijf erven Als u een onderneming erft, betaalt u over de waarde van die onderneming erfbelasting. Zet u de onderneming voort, dan kunt u gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregeling. U betaalt dan minder of geen erfbelasting. Aangifte erfbelasting doen U doet aangifte erfbelasting door het aangifteformulier erfbelasting in te vullen en op de sturen. De Belastingdienst stuurt u het formulier automatisch toe. Denkt u wel erfbelasting te moeten betalen, maar krijgt u geen formulier? Neem dan contact op met uw adviseur. Moet ik een erfenis aanvaarden? Als erfgenaam kunt u een nalatenschap zuiver of beneficiair aanvaarden of verwerpen. Erfenis zuiver aanvaarden Als u meteen weet dat u de erfenis wilt aanvaarden, kunt u de erfenis zuiver aanvaarden. U kunt hiervoor een verklaring van zuivere aanvaarding afleggen bij de griffie van de rechtbank. Dit hoeft niet. Ook door het opruimen van bezittingen van de overledene en het betalen van zijn openstaande rekeningen, heeft u volgens de wet de erfenis zuiver aanvaard. U heeft recht op alle bezittingen van de overledene. Maar u bent ook aansprakelijk voor alle schulden. Zelfs als die schulden bij elkaar meer bedragen dan de bezittingen (negatieve nalatenschap). U moet dan met uw eigen vermogen de overgebleven schulden betalen. Erfenis beneficiair aanvaarden Weet u niet zeker of u de erfenis zuiver wilt aanvaarden, omdat voor u bijvoorbeeld niet duidelijk is wat de bezittingen en schulden van de overledene zijn, dan kunt u ook beneficiair aanvaarden. Dit heet ook wel: aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Als er schulden zijn, bent u als erfgenaam met uw eigen vermogen hiervoor niet aansprakelijk. Zijn er niet voldoende bezittingen om de schulden te betalen? Dan hoeft u het tekort niet zelf bij te betalen. Maar u mag ook niets van de bezittingen hebben totdat zeker is dat alle schulden zijn betaald. Minderjarigen moeten een erfenis altijd beneficiair aanvaarden. Erfenis verwerpen U kunt een erfenis weigeren. Dit heet verwerpen. U bent dan niet verantwoordelijk voor de nalatenschap en niet betrokken bij de afwikkeling ervan. U ontvangt niets, maar u bent ook niet aansprakelijk voor schulden. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 32 www.vestingaccountants.nl
Keuze maken voor aanvaarden of verwerpen Na het overlijden kunnen schuldeisers 3 maanden lang de erfgenamen niet vragen om hun schulden te betalen. De erfgenaam kan dan ongestoord bepalen of deze de erfenis wil aanvaarden of niet. Let op dat u binnen deze termijn geen handelingen van zuivere aanvaarding verricht. Dit gebeurt als u zich gedraagt alsof u de erfenis zonder beperking aanvaardt. Bijvoorbeeld door de inboedel of de woning van de overledene te verkopen. De wet gaat er dan vanuit dat u heeft gekozen voor zuivere aanvaarding. U kunt dan niet meer kiezen voor beneficiaire aanvaarding of verwerping. Kiest u voor beneficiair aanvaarden of verwerpen? Dan moet u een verklaring afleggen bij de rechtbank. Twijfelt u over uw keuze, dan kunt u voor advies terecht bij uw adviseur. Is het mogelijk om mijn echtgenoot en kinderen te onterven? U kunt uw echtgenoot en uw kinderen in een testament onterven. Uw kinderen hebben wel een speciale positie in het erfrecht. Zo hebben zij altijd recht op een bepaald deel van de erfenis van hun ouders. Het maakt daarvoor niet uit hoe de relatie van de kinderen met de ouders is. Als kinderen akkoord gaan met hun onterving, krijgen zij niets uit de erfenis. Legitieme portie Een ouder kan zijn kind in zijn testament onterven. Toch kan het kind dan een deel van de erfenis van zijn ouder opeisen. Dat deel is de legitieme portie waarop het kind altijd recht heeft. De legitieme portie bestaat alleen uit geld. Als de wettelijke verdeling van toepassing is, kan het onterfde kind pas het geld opeisen na het overlijden van de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner. Dit geldt ook voor een partner met wie de overledene samenwoonde en een samenlevingsovereenkomst had. Onterven van de echtgenoot Uw onterfde echtgenoot heeft geen recht op een legitieme portie. Wel heeft hij of zij andere bepaalde rechten. Als het noodzakelijk is voor zijn of haar verzorging, kan de onterfde de echtelijke woning en meubels gebruiken gedurende 6 maanden na het overlijden (recht op vruchtgebruik). Wat is de wettelijke verdeling bij erfrecht? Bij de wettelijke verdeling in erfrecht krijgt de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner de erfenis. De wettelijke verdeling geldt als er geen testament is gemaakt. Het erfdeel van de kinderen wordt omgerekend in geld. Zij krijgen dit bedrag pas als beide ouders zijn overleden. Erfdeel kinderen De kinderen krijgen hun erfdeel niet direct in handen. Ze krijgen een vordering in geld, ter grootte van hun erfdeel. Dit bedrag is pas opeisbaar als beide ouders zijn overleden. Het huidige erfrecht zorgt ervoor dat de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner financieel beter verzorgd achterblijft. Daarnaast beperkt het huidige erfrecht de rechten van kinderen. In het oude erfrecht hadden de kinderen direct na het overlijden recht op hun erfdeel. Als een kind het erfdeel direct opeiste, kon de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner in de financiële problemen komen. Wilsrecht en vruchtgebruik Door de wettelijke verdeling komen alle goederen van de nalatenschap bij de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner terecht. Pas als hij of zij overlijdt, Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
33
erven de kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk. Hierdoor kunnen goederen via de stiefouder bij de stieffamilie terechtkomen. Als er sprake is van stieffamilie hebben de kinderen de mogelijkheid hun eigen positie te versterken. Zij kunnen dan een beroep doen op het wilsrecht en krijgen goederen in eigendom ter waarde van de vordering die zij hebben op de langstlevende echtgenoot of geregistreerde partner. Hoewel de kinderen nu eigenaar zijn, mag de echtgenoot of geregistreerde partner tijdens zijn of haar leven wel zelf de goederen blijven gebruiken. Dat heet vruchtgebruik. Erfenis stiefkind In een testament kan een stiefkind tot erfgenaam benoemd worden en worden betrokken bij de wettelijke verdeling. Het stiefkind krijgt dan dezelfde positie als het eigen kind van degene die de erfenis nalaat. Een stiefkind erft normaal gesproken niet van een stiefouder. Wanneer heb ik een verklaring van erfrecht nodig? In een verklaring van erfrecht staat wie de erfgenamen zijn. Met zo’n verklaring van erfrecht kunnen de erfgenamen aantonen dat zij recht hebben op het banktegoed van de overledenen. De bank vertelt in welke gevallen een verklaring van erfrecht nodig is. Verklaring van erfrecht niet altijd nodig De banken vinden een verklaring van erfrecht niet nodig als: • Er sprake is van een langstlevende partner (echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner). • Er geen testament is. • Het saldo op de rekening niet hoger is dan € 100.000. Bij een hoger saldo, als er meerdere erfgenamen zijn of in complexe situaties is de verklaring wel nodig. Verklaring van erfrecht door notaris Een notaris maakt een verklaring van erfrecht op. Iedereen kan een notaris vragen om een verklaring van erfrecht af te geven. Onderzoek notaris bij verklaring van erfrecht Voordat de notaris een verklaring van erfrecht afgeeft, doet hij een aantal onderzoeken. Onder andere bij de burgerlijke stand en het Centraal Testamentenregister. Op die manier brengt de notaris alle erfgenamen en de wilsbeschikkingen van de overledene in kaart. Zijn er veel erfgenamen of zijn de erfgenamen moeilijk te vinden, dan kan het enkele weken of maanden duren voordat de notaris de verklaring van erfrecht kan afgeven. Verklaring van erfrecht laten inschrijven bij kadaster Bestaat uw erfenis uit een huis, stuk grond of boot? Dan is het verstandig een verklaring van erfrecht door de notaris in te laten schrijven bij het Kadaster. In het Kadaster staat namelijk de overledene als eigenaar van het goed vermeld. Na inschrijving van de verklaring van erfrecht, staat u als eigenaar geregistreerd in het Kadaster. Dit is belangrijk voor bijvoorbeeld de WOZ aanslag, het energielabel en de levensverzekering. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
34
≈ Wie regelt de afwikkeling en de verdeling van de erfenis? Bij het afwikkelen en het verdelen van een erfenis kunt u te maken krijgen met een notaris, een executeur of een bewindvoerder. Als er geen erfgenamen (bekend) zijn, kan de overheid de afwikkeling op zich nemen. Opstellen testament De notaris stelt een testament op en is bij het afwikkelen van een erfenis een onpartijdig adviseur. Informatie over erfenis Als u informatie zoekt over een erfenis kunt u terecht bij de rechtbank in de woonplaats van de overledene. In een openbaar boedelregister staan bijvoorbeeld gegevens over het ongedaan maken van de wettelijke verdeling door de langstlevende echtgenoot, verklaringen van erfgenamen die de erfenis hebben aanvaard of hebben verworpen en de aanwijzing van een boedelnotaris. Erfenis onder bewind stellen Als u vindt dat uw erfgenamen (nog) niet verantwoord met de erfenis zouden kunnen omgaan, kunt u over een deel van de erfenis bewind laten instellen. Bijvoorbeeld als uw kinderen nog te jong zijn, geestelijke problemen hebben of verslaafd zijn aan drugs. Dit moet in het testament vastgelegd worden. Dit kan totdat de erfgenaam 25 jaar is geworden. De erfgenaam kan pas beschikken over de bezittingen van de overledene als hij de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt. De bewindvoerder neemt die taak over. In sommige gevallen kan de rechtbank het bewind voortijdig beëindigen. Executeur-testamentair Na een overlijden moet er veel worden geregeld. De begrafenis of de crematie, maar ook het betalen van schulden en het verdelen van goederen. U kunt in uw testament ook iemand aanwijzen die de erfenis regelt, een executeur-testamentair. Geen erfgenamen (bekend) Blijkt na onderzoek dat er geen erfgenamen zijn? Of wordt de afwikkeling van de erfenis niet door potentiële erfgenamen of andere particuliere partijen opgepakt? Dan kan de overheid dat doen. Het Rijksvastgoedbedrijf wikkelt de onbeheerde nalatenschappen af namens de overheid. Het Rijksvastgoedbedrijf zet de erfenis om in geld. Als de erfenis na 20 jaar nog steeds onbeheerd is, vervalt het geld aan de Staat. Wanneer heb ik een notaris nodig en wat zijn de kosten? U heeft een notaris nodig als u bepaalde zaken officieel moet of wilt vastleggen. Bijvoorbeeld de eigendomsoverdracht van een huis, een testament of een samenlevingscontract. Verder kunt u bij een notaris terecht voor juridisch advies en soms ook voor bemiddeling (mediation). Wat de kosten van een notaris zijn, hangt af van het soort zaak. Bij familiezaken kunt u in aanmerking komen voor een maximumtarief als u weinig inkomen of vermogen heeft. Notaristarieven onroerend goed De notaristarieven voor onroerende goederen zijn vrij. Elke notaris mag zelf het tarief bepalen voor bijvoorbeeld het opstellen van een hypotheekakte. Notaristarieven familiezaken Voorbeelden van familiezaken zijn testamenten, samenlevingscontracten en huwelijkse voorwaarden. Mensen die een beperkt inkomen of vermogen hebben, komen in aanmerking voor een lager tarief: het maximumtarief minder draagkrachtigen. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 35 www.vestingaccountants.nl
Indienen verzoek voor lager tarief Om voor het lage tarief in aanmerking te komen, dient u een schriftelijk verzoek in. U doet dit bij de voorzitter van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaatnotarissen. Hierin omschrijft u waarvoor u de notaris wilt inschakelen. Het adres van de Kamer van Toezicht is hetzelfde als dat van de arrondissementsrechtbank voor uw woonplaats. Inkomensverklaring meesturen Bij uw verzoek voegt u een inkomensverklaring waaruit blijkt dat u voldoet aan de draagkrachtgrenzen. Deze inkomensverklaring vraagt u schriftelijk of online aan bij de Raad voor Rechtsbijstand. Beslissing voorzitter De voorzitter van de Kamer van Toezicht beslist of u in aanmerking komt voor het lage tarief. Als dat zo is, wijst de voorzitter een notaris in de buurt van de rechtbank aan. Die notaris zal dan de werkzaamheden verrichten tegen het lagere tarief. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
36
≈ Ondernemers Belastingen voor ondernemers Als ondernemer krijgt u met verschillende belastingen te maken. De belangrijkste vindt u hier. Als ondernemer betaalt u inkomstenbelasting over uw winst. En misschien bent u ook ondernemer voor de omzetbelasting (BTW). Dan moet u in veel gevallen BTW berekenen aan uw klanten. Heeft u een BV of een NV? Dan betaalt u vennootschapsbelasting over uw winst. De BV of NV kan de winst ook uitbetalen. Dat is dividend. Uw BV of NV moet over het dividend wel dividendbelasting betalen. Heeft u uw onderneming ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK)? Dan geeft de KvK uw gegevens door aan de Belastingdienst. U hoeft uw onderneming dan niet apart aan te melden. Is uw onderneming niet ingeschreven bij de KvK? Bijvoorbeeld omdat u volgens het Handelsregister geen onderneming heeft? Dan moet u zich aanmelden bij de Belastingdienst. Belastingen voor ondernemers met personeel Als u personeel in dienst heeft, bent u werkgever. Als werkgever heeft u verplichtingen. U moet bijvoorbeeld loonheffingen betalen voor uw personeel. Loonheffingen bestaan uit loonbelasting en verschillende premies. Het kan zijn dat u uw werknemers een vergoeding wilt geven voor reiskosten. Of u geeft uw werknemers een telefoon, zodat ze goed bereikbaar zijn voor klanten. U moet dan gebruikmaken van de werkkostenregeling. U betaalt uw werknemer loon. Loon is alles wat uw werknemer krijgt omdat hij bij u in dienst is. Dat kan loon in geld zijn, maar ook loon in natura zoals maaltijden in een bedrijfskantine, een telefoon of een reiskostenvergoeding. Onder bepaalde voorwaarden zijn uw kosten onbelast. Werkkostenregeling (WKR): vergoedingen voor uw personeel Met ingang van 1 januari 2015 is de werkkostenregeling verplicht voor alle werkgevers. Het oude systeem van onkostenvergoedingen is daarmee komen te vervallen. Maar hoe werkt de werkkostenregeling? Gerichte vrijstelling Eerst kijkt u of uw kosten vallen onder een gerichte vrijstelling. Deze zijn onbelast voor de loonbelasting als u aan 2 voorwaarden voldoet: • U moet de vergoeding of verstrekking aanwijzen als eindheffingsloon. • Geldt een normbedrag, dan mag de vergoeding die u uw werknemer betaalt niet boven die norm uitkomen. Normbedragen zijn er bijvoorbeeld voor maaltijden in de bedrijfskantine en kinderopvang. Gerichte vrijstellingen gelden bijvoorbeeld voor kortingen op producten uit uw eigen bedrijf, reiskosten, maaltijden, congressen, bepaalde studiekosten, ict-middelen (laptop, tablet of mobiele telefoon) en gereedschap. Noodzakelijkheidscriterium Voor de vrijstelling van gereedschappen, computers en mobiele communicatiemiddelen (mobiele telefoons, laptops en dergelijke) geldt het noodzakelijkheidscriterium. U voldoet aan dat criterium als: • uw werknemer het apparaat nodig heeft om zijn werk goed te doen; • u de kosten betaalt; • uw werknemer geen eigen bijdrage betaalt; • uw werknemer het apparaat teruggeeft, of u (als hij het apparaat houdt) de restwaarde betaalt als hij het niet meer nodig heeft voor zijn werk. Uw werknemer moet het apparaat voor zijn werk gebruiken. Het maakt niet uit of hij Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
37
er privé ook voordeel van heeft. Laat u hem kiezen voor een duurdere uitvoering van een apparaat? Dan mag u een eigen bijdrage vragen. Deze trekt u dan van het nettoloon af. U mag voor gerichte vrijstellingen ook een vaste vergoeding geven aan uw werknemer. Maar dan moet u wel altijd vooraf onderzoek doen naar de werkelijke kosten. Dat kunt u doen door 1 of meer werknemers bonnen te laten bewaren. Hiermee kunt u zien of de vergoeding in verhouding is met de werkelijke kosten. Deze voorwaarde geldt alleen bij nieuwe vaste kostenvergoedingen. Voor vaste kostenvergoedingen van voor de werkkostenregeling hoeft u niet opnieuw onderzoek te doen. Reiskosten Vergoedingen voor reiskosten (ook woon-werkverkeer) vallen onder de gerichte vrijstellingen. U kunt uw werknemer een abonnement of losse kaartjes voor het openbaar vervoer geven. Reist uw werknemer met een eigen vervoermiddel? Dan mag u ook maximaal € 0,19 per kilometer onbelast vergoeden. Let op! De auto van de zaak valt niet onder deze regeling. De kosten daarvoor zijn loon voor de loonbelasting, en dus belast. Nihilwaardering Is er geen sprake van een gerichte vrijstelling? Dan kijkt u of uw kosten vallen onder de nihilwaarderingen. Hieronder vallen alleen voorzieningen op de werkplek van uw werknemer. Zoals een vaste computer, een vaste telefoon, een kopieerapparaat, gereedschap en bedrijfsfitness op de zaak. Deze voorzieningen zijn onbelast voor de loonbelasting. De nihilwaarderingen gelden alleen voor loon in natura, nooit voor een bedrag in geld. Vrije ruimte Vallen uw kosten niet onder de nihilwaardering of een gerichte vrijstelling? Of vergoedt u bijvoorbeeld meer dan € 0,19 per kilometer aan reiskosten? Dan kunt u nog gebruik maken van de werkkostenregeling. Met de werkkostenregeling kunt u voor uw personeel tot een bepaald bedrag, de vrije ruimte, nog onbelaste kosten maken. De vrije ruimte is 1,2% van het fiscale loon van alle werknemers die bij u in dienst zijn. Het fiscale loon vindt u in kolom 14 van de loonstaat. U betaalt geen loonbelasting over de kosten die binnen de vrije ruimte vallen. U moet die kosten wel in uw administratie opnemen als eindheffingsloon. Over het bedrag dat boven de vrije ruimte uit komt, betaalt u een eindheffing van 80%. U toetst 1 keer per jaar of u boven de vrije ruimte uitkomt. Aan het einde van het kalenderjaar berekent u het totale fiscale loon van uw werknemers over het lopende jaar. Hiermee berekent u of de kosten hoger zijn dan de vrije ruimte. Als dat zo is, moet u eindheffing betalen. Dat doet u 1 keer per jaar, uiterlijk in uw aangifte over het 1e tijdvak van het volgende kalenderjaar. Let op! Met de werkkostenregeling is een vereenvoudiging van de administratieve lasten voor ondernemers beoogt, maar dat wordt over het algemeen niet zo ervaren. Om de regeling optimaal te kunnen benutten is het ten zeerste aan te bevelen om uw adviseur hiervoor in te schakelen. Aftrekposten en fiscale regelingen voor ondernemers Als ondernemer kunt u gebruikmaken van aftrekposten en fiscale regelingen. U trekt dan bij uw aangifte een bedrag af van uw winst.
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
38
Als ondernemer kunt u in aanmerking komen voor de ondernemersaftrek. De ondernemersaftrek is een bedrag dat u aftrekt van uw winst, zodat u minder belasting betaalt. De ondernemersaftrek bestaat uit de volgende onderdelen: 1) Zelfstandigenaftrek 2) Startersaftrek (verhoging van de zelfstandigenaftrek) 3) Meewerkaftrek 4) Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 5) Stakingsaftrek 6) Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid Ad 1) Zelfstandigenaftrek Als zelfstandig ondernemer kunt u in aanmerking komen voor de zelfstandigenaftrek. U betaalt dan minder belasting. U mag een vast bedrag fiscaal aftrekken. Wanneer komt u in aanmerking? • U bent ondernemer voor de inkomstenbelasting. • U voldoet aan het urencriterium. • U drijft de onderneming zelf of samen met anderen. • U hebt aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt. Hebt u de AOW-leeftijd dan al wel bereikt? Dan is de zelfstandigenaftrek de helft. Ad 2) Startersaftrek Als startende ondernemer kunt u in aanmerking komen voor de startersaftrek. U betaalt dan minder belasting. Start u een eigen onderneming vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering? Dan kunt u startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid aanvragen. U moet dan ten minste 800 uur per jaar aan uw bedrijf besteden. Wanneer komt u in aanmerking? • U hebt recht op zelfstandigenaftrek. • In de 5 jaar voorafgaand aan het belastingjaar hebt u niet meer dan tweemaal van de zelfstandigenaftrek gebruikgemaakt. • In de 5 jaar voorafgaand aan het belastingjaar was u ten minste een jaar geen ondernemer. Ad 3) Meewerkaftrek Werkt uw fiscale partner onbetaald mee in uw onderneming? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor meewerkaftrek. U betaalt dan minder belasting over de winst. De hoogte van de aftrek is afhankelijk van de winst en van het aantal uren dat uw fiscale partner meewerkt. Wanneer komt u in aanmerking? • U voldoet aan het urencriterium. • Uw fiscale partner werkt per jaar ten minste 525 uur in uw onderneming zonder vergoeding. Of de arbeidsvergoeding die u hiervoor betaalt, is minder dan € 5.000. • Uw fiscale partner is niet bij u in loondienst en er is geen sprake van een fictief dienstverband. Ad 4) Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) Bedrijven kunnen de financiële lasten van research en development (R&D)-projecten verlagen via de WBSO. De WBSO verlaagt de loonkosten en andere kosten en uitgaven voor uw R&D-project. Bijvoorbeeld voor prototypes of onderzoeksapparatuur. U kunt het voordeel van de WBSO verrekenen via uw belastingaangifte. Bedrijven dragen minder loonheffing af en zelfstandigen krijgen een vaste aftrek. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
39
Let op! Met ingang van 1 januari 2016 worden een aantal wijzigingen ingevoerd in de WBSO. Raadpleeg uw adviseur. Ad 5) Stakingsaftrek Als u (gedeeltelijk) stopt met uw onderneming, komt u mogelijk in aanmerking voor stakingsaftrek. U betaalt dan minder belasting over de stakingswinst (bijvoorbeeld de opbrengst van goodwill). De stakingsaftrek is aan een maximum gebonden. Onder bepaalde voorwaarden kunt u stakingswinst onbelast omzetten in een lijfrente (stakingslijfrenteaftrek). Wanneer komt u in aanmerking? • U geniet winst uit uw onderneming(en). • U maakt winst met het staken van een of meer ondernemingen. Ad 6) Startersaftrek (bij arbeidsongeschiktheid) Als startende ondernemer kunt u in aanmerking komen voor de startersaftrek. U betaalt dan minder belasting. Start u een eigen onderneming vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering? Dan kunt u startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid aanvragen. U moet dan ten minste 800 uur per jaar aan uw bedrijf besteden. Wanneer komt u in aanmerking? • U hebt recht op zelfstandigenaftrek. • In de 5 jaar voorafgaand aan het belastingjaar hebt u niet meer dan tweemaal van de zelfstandigenaftrek gebruikgemaakt. • In de 5 jaar voorafgaand aan het belastingjaar was u ten minste een jaar geen ondernemer. MKB-winstvrijstelling De mkb-winstvrijstelling is een percentage van uw winst, dat u mag aftrekken. De mkb-winstvrijstelling bedraagt 14% van de winst. Maar voordat u de vrijstelling toepast, moet u eerst uw winst verminderen met de ondernemersaftrek (zie hiervoor). De mkb-winstvrijstelling verlaagt uw fiscale winst. Daardoor hoeft u minder belasting te betalen. Maar als uw onderneming verlies lijdt, verkleint de vrijstelling het fiscale verlies. In dat geval is de vrijstelling dus nadelig voor u. Milieu-investeringsregelingen Als ondernemer kunt u belastingvoordeel krijgen als u bepaalde bedrijfsmiddelen koopt. Voor wie gelden de regelingen? U kunt van de investeringsregelingen gebruik maken als u ondernemer bent voor de inkomstenbelasting of als uw BV of NV ondernemer is voor de vennootschapsbelasting. Welke regelingen zijn er? Er zijn verschillende regelingen waarmee u belastingvoordeel krijgt als u investeert in bepaalde bedrijfsmiddelen. • Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) Als u in een boekjaar voor een bepaald bedrag bedrijfsmiddelen koopt, kunt u misschien gebruik maken van de KIA. U moet wel aan de voorwaarden voldoen. De KIA verlaagt uw winst, zodat u minder belasting hoeft te betalen. • Energie-investeringsaftrek (EIA) Als u energiebesparende bedrijfsmiddelen koopt, Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
40
kunt u misschien gebruik maken van de EIA. U moet wel aan de voorwaarden voldoen. De EIA verlaagt uw winst, zodat u minder belasting hoeft te betalen. • Milieu-investeringsaftrek (MIA) De MIA is een subsidie die u kunt krijgen als u milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen koopt. U moet wel aan de voorwaarden voldoen. De MIA verlaagt u winst, zodat u minder belasting hoeft te betalen. • Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) Met de VAMIL mag u zelf kiezen hoe u uw milieuvriendelijke bedrijfsmiddel afschrijft. U moet wel aan de voorwaarden voldoen. Door sneller af te schrijven wordt uw winst lager en betaalt u minder belasting. De MIA en de VAMIL zijn twee verschillende regelingen, maar u kunt ze samen gebruiken. Er is een lijst met bedrijfsmiddelen waar de MIA voor geldt: de Milieulijst. Voor de VAMIL geldt dezelfde lijst. Let op! Laat u goed adviseren door uw adviseur als u investeringen gaat doen. Daardoor kunt u (soms) aanzienlijke belastingvoordelen behalen. Verklaring arbeidsrelatie (VAR) De VAR gaat in 2016 verdwijnen vanwege nieuwe wet- en regelgeving. Totdat die ingaat, geldt er een overgangsregeling. Als u een VAR voor 2014 of 2015 hebt, kan het zijn dat u geen VAR voor 2016 hoeft aan te vragen. Wilt u weten of u een VAR voor 2016 moet aanvragen? Raadpleeg uw adviseur. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
41
≈ BTW (omzetbelasting) Op alle producten en diensten heft de overheid BTW (belasting over toegevoegde waarde). BTW heet ook wel omzetbelasting. Bedrijven berekenen deze belasting door in de consumentenprijzen. Na verkoop van de producten, draagt het bedrijf de BTW af aan de Belastingdienst. De opbrengsten van deze belasting gebruikt de Rijksoverheid om bijvoorbeeld onderwijs, de zorg en wegen te betalen. Wanneer moet ik BTW in rekening brengen en afdragen? Als u zelfstandig een bedrijf of een beroep uitoefent, draagt u BTW af over de omzet. Dit geldt ook voor natuurlijke personen en voor rechtspersonen, zoals naamloze vennootschappen (NV’s) en stichtingen. Bijzondere BTW-regels voor sommige beroepen en personen Commissarissen, artiesten en eigenaren van zonnepanelen hebben ook met BTW te maken. Voor hen gelden bijzondere BTW-regels. Dat geldt ook voor nevenwerkzaamheden en maatschappen. Let op ! De fiscus is streng als het gaat om BTW. Raadpleeg altijd uw adviseur als u te maken krijgt met de BTW-regels voor bijzondere beroepen en situaties. BTW berekenen De BTW heeft verschillende tarieven. Welk BTW-tarief u moet toepassen, hangt af van de goederen of diensten die u levert. Uw adviseur weet hoe, waarover en tegen welk tarief BTW moet worden berekend. BTW terugvragen Koopt u voor uw bedrijf in Nederland goederen of maakt u andere kosten? De BTW op deze inkopen en kosten kunt u meestal aftrekken op uw BTW-aangifte. Raadpleeg altijd uw adviseur als u BTW wilt terugvragen. Aangifte BTW doen De BTW-aangifte doet u of uw adviseur digitaal, bijvoorbeeld via de website van de Belastingdienst. Dat kan per maand, per kwartaal of per jaar. Geen BTW berekenen In sommige gevallen betaalt u geen BTW. Dat geldt in de volgende situaties: • De goederen zijn vrijgesteld van BTW Er zijn goederen en diensten zonder BTW. U hoeft daarover ook geen BTW af te dragen. • Uw afnemer betaalt de BTW (verleggingsregeling) In een aantal gevallen betaalt niet u, maar uw afnemer de BTW. In dat geval wordt de BTW verlegd via de verleggingsregeling. U moet daarbij uw BTWidentificatienummer en het nummer van de afnemer vermelden. • U heeft bedrijven die met elkaar handelen Heeft u meer bedrijven in Nederland? Deze bedrijven kunnen een fiscale eenheid vormen. Zij voegen zich dan voor de BTW samen tot 1 financiële, organisatorische en economische organisatie. Zij betalen geen BTW als zij elkaar goederen of diensten leveren. Betaal ik BTW bij aankopen binnen de Europese Unie (EU)? Een bedrijf of persoon betaalt altijd in 1 EU-land BTW. Dat is in het land van herkomst of in het land van bestemming van goederen of diensten. Voor particulieren gelden andere regels dan voor bedrijven. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 42 www.vestingaccountants.nl
Particulieren: BTW betalen in land van aankoop U kunt als particulier goederen kopen in een ander EU-land. Dan betaalt u meestal in dat land de BTW. U hoeft in Nederland niet nog een keer BTW te betalen over deze goederen. Let op! Raadpleeg uw adviseur voor meer informatie over invoerbelasting voor particulieren. Uitzondering: aankoop nieuwe auto en elektronische diensten Er geldt een uitzondering voor de aankoop van een nieuwe auto in een ander EUland. U betaalt in dat geval BTW in het land waar u de auto inschrijft. Voor telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten betaalt u als particulier BTW in het land waar u woont. Dat is het land waar u gevestigd bent, uw permanente adres heeft of normaal gesproken woont. Dit geldt voor diensten zowel van binnen als van buiten de EU. Ondernemers: BTW betalen in land van bestemming Bent u ondernemer en voert u goederen of diensten uit naar verschillende EUlanden? Het land van bestemming heft dan meestal de BTW. Neemt uw Nederlandse bedrijf goederen af uit een ander EU-land? Uw bedrijf betaalt dan meestal in Nederland BTW. U doet dit via de normale BTW-aangifte. Uitzondering: BTW betalen in land van aankoop Hebt u BTW betaald in een ander EU-land en u doet daar geen BTW-aangifte? Dan kunt u deze BTW terugvragen via de Nederlandse Belastingdienst. Kan ik nog gebruikmaken van het lage BTW-tarief bij renovatie, herstel en tuinonderhoud woningen? U kunt in sommige gevallen nog gebruikmaken van het verlaagde BTW-tarief van 6%. Dit tarief geldt voor arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen ouder dan 2 jaar. Onder andere voor schilderen en isoleren. Werkzaamheden afgerond vóór 1 juli 2015, vallen ook nog onder het lage BTW-tarief. Gebruikelijke BTW-tarief vanaf 1 juli 2015 U betaalt 21% BTW voor arbeidskosten bij renovatie en herstelwerk dat na 30 juni 2015 wordt afgerond. Ook als u hiervoor vóór 1 juli 2015 al vooruitbetalingen heeft gedaan. Lage BTW-tarief blijft gelden voor sommige werkzaamheden Voor woningen ouder dan 2 jaar blijft na 1 juli 2015 de BTW 6% voor: • schilderen; • stukadoren; • isoleren; • behangen; • schoonmaken. Betaal ik belasting als ik goederen in het buitenland koop of van bekenden ontvang? Als u goederen uit het buitenland ontvangt moet u daarvoor soms belastingen betalen. Dat geldt niet alleen voor artikelen die u koopt bij een (postorder)bedrijf of via internet. Ook voor goederen die u ontvangt van familie of vrienden betaalt u mogelijk belasting. Wanneer belasting bij invoer betalen U betaalt mogelijk belasting als u: • goederen bij een bedrijf koopt, via internet of postorderbedrijf; • goederen ontvangt van een particulier. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
43
Het gaat hier om BTW, accijns of invoerrechten. De hoogte van de belasting is afhankelijk van de soort goederen. Wie betaalt belasting bij invoer van goederen Meestal betaalt het bedrijf waar u het artikel koopt, de belasting. Ook betaalt het bedrijf overige kosten voor verzending en invoer. Als dat niet gebeurt, krijgt u van het post- of koeriersbedrijf een rekening voor deze kosten. Dit geldt ook als u goederen ontvangt van familie of vrienden. Tabaksproducten invoeren Koopt u tabaksproducten in het buitenland of via internet? Let er dan op dat de tabaksproducten een Nederlands accijnszegel hebben. Voor tabaksproducten met een accijnszegel is accijns betaald. Zonder dit zegel neemt de douane de artikelen in beslag. U kunt ook een boete en een extra belastingaanslag krijgen. Als een particulier u een kleine hoeveelheid tabaksproducten stuurt, hoeft u geen belasting te betalen. Goederen die u niet mag invoeren Sommige goederen mag u niet of alleen onder voorwaarden invoeren. Zoals namaakartikelen, bloemen, dieren en planten, kunstvoorwerpen of alcohol en tabak. Ga goed na wat de regels zijn voor deze en andere bijzondere producten. Bij twijfel kunt u contact opnemen met de BelastingTelefoon Douane. Goederen invoeren na uw vakantie in het buitenland Als u na uw vakantie goederen uit het buitenland meeneemt naar Nederland, voert u ook goederen in. Hiervoor gelden andere regels. Neem hiervoor contact op met uw adviseur.●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
44
≈ Aanmerkelijk belang (AB) Hebt u een aanmerkelijk belang in een vennootschap of coöperatie? Dan moet u misschien belasting betalen over de inkomsten die u daarvan had. Wanneer hebt u een aanmerkelijk belang? U hebt een aanmerkelijk belang als u, eventueel samen met uw fiscale partner, direct of indirect minimaal 5% had van: • de aandelen (ook per soort) in een binnen- of buitenlandse vennootschap; • de winstbewijzen van een binnen- of buitenlandse vennootschap; • de genotsrechten (ook per soort) van de aandelen in een binnen- of buitenlandse vennootschap; • de genotsrechten (ook per soort) van de winstbewijzen in een binnen- of buitenlandse vennootschap; • het stemrecht in een coöperatie of in een vereniging op coöperatieve grondslag. U hebt ook een aanmerkelijk belang als u, eventueel samen met uw fiscale partner, opties hebt om minimaal 5% van de aandelen (ook per soort) te verwerven in een binnen- of buitenlandse vennootschap. Voorbeelden van binnen- en buitenlandse vennootschappen: • naamloze vennootschap (NV); • besloten vennootschap (BV); • commanditaire vennootschap (CV); • Limited (Ltd); • Aktiengesellschaft (Ag). Let op! Een bewijs van een deelgerechtigdheid in een zogenoemd open fonds voor gemene rekening geldt ook als aandeel in een vennootschap. Het gaat om fondsen die ervoor zorgen dat deelgerechtigden voordelen krijgen door het aanwenden van geld, bijvoorbeeld door gezamenlijke rekeningen te beleggen. Deze beleggingsfondsen hebben verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. Dit kan een binnen- of buitenlands fonds zijn. Familieleden Hebt u zelf minder dan 5% van de aandelen, opties of winstbewijzen in een binnen- of buitenlandse vennootschap of coöperatie? Maar hebben uw familieleden in dezelfde vennootschap of coöperatie wel een aanmerkelijk belang? Dan hebt u toch een aanmerkelijk belang. Partiële buitenlandse belastingplicht Hebt u als buitenlandse deskundige in Nederland gewerkt? En kiest u in het aangiftejaar voor partiële buitenlandse belastingplicht? Dan hoeft u in uw aangifte alleen het aanmerkelijk belang te vermelden van een vennootschap of coöperatie die in Nederland is gevestigd. Let op! Verkoopt u aandelen, opties of winstbewijzen, zodat uw bezit onder de 5% komt? Of geeft de vennootschap nieuwe aandelen, opties of winstbewijzen uit, zodat uw bezit onder de 5% komt? Dan gelden er bijzondere regels. Raadpleeg uw adviseur! Inkomsten uit aanmerkelijk belang Hebt u dividend ontvangen op aandelen die tot een aanmerkelijk belang horen? Of hebt u aandelen die tot een aanmerkelijk belang horen, verkocht? Dan hebt u inkomsten uit aanmerkelijk belang. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | 45 www.vestingaccountants.nl
Reguliere voordelen Reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang zijn bijvoorbeeld ontvangen dividend en andere winstuitkeringen. Kosten die u hebt gemaakt om een aanmerkelijk belang te krijgen mag u hierop in mindering brengen. Bijvoorbeeld rente die u hebt betaald over een lening om de aandelen te kopen. Vervreemdingsvoordelen Hebt u aandelen die tot een aanmerkelijk belang horen verkocht of weggeschonken? Of bent u door een bepaalde reden geen aanmerkelijk belanghouder meer van die aandelen? Dan hebt u vervreemdingsvoordelen. Persoonsgebonden aftrek Hebt u uw persoongebonden aftrek niet helemaal kunnen verrekenen met uw inkomsten uit box 1 en box 3? Dan mag u het gedeelte van de persoonsgebonden aftrek dat u nog niet hebt kunnen verrekenen in mindering brengen op uw inkomsten uit aanmerkelijk belang. Van wie geeft u het aanmerkelijk belang aan? Hebt u een fiscale partner en/of minderjarige kinderen? Dan moet u misschien ook hun aanmerkelijk belang aangeven. Inkomsten uit aanmerkelijk belang Een van de voordelen die u kunt hebben van uw aanmerkelijk belang is het reguliere voordeel zoals dividend. Een ander voordeel is het vervreemdingsvoordeel, zoals winst of verlies bij verkoop van uw aandelen. Verlies uit aanmerkelijk belang Lijdt u verlies op uw aanmerkelijk belang? Dan mag u dat verrekenen. Verlies wordt verrekend met positieve inkomsten uit aanmerkelijk belang in het jaar ervoor of in de 9 jaar na het jaar dat u verlies hebt gehad. Soms kan een verlies uit aanmerkelijk belang worden omgezet in een belastingkorting. Hoeveel belasting betaalt u over uw aanmerkelijk belang? Over uw inkomsten uit aanmerkelijk belang betaalt u inkomstenbelasting. Nederlandse dividendbelasting die is ingehouden op uw inkomsten uit aanmerkelijk belang mag u in uw aangifte inkomstenbelasting verrekenen. Loon en aanmerkelijk belang Als u aanmerkelijkbelanghouder bent en werkt in uw bedrijf, moet u een zogenoemd gebruikelijk loon krijgen uit uw bedrijf. Dit loon moet u in uw aangifte aangeven als inkomsten. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
46
≈ Hoe lang moet ik mijn financiële administratie bewaren? Particulieren zijn niet wettelijk verplicht hun administratieve gegevens (zoals bankafschriften en loonstrookjes) te bewaren. Maar de Belastingdienst mag tot 5 jaar terug belasting navorderen. Daarom is het verstandig om uw administratie in ieder geval 5 jaar te bewaren. Bewaarplicht financiële gegevens van bedrijven Bedrijven en zelfstandigen moeten hun administratie 7 jaar bewaren. Dit is wettelijk geregeld. Er zijn ook gegevens die een bedrijf 10 jaar moet bewaren. Let op! Uw adviseur weet welke administratieve gegevens u moet bewaren en hoe lang. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
47
≈ Aanpak fraude met belastingen en toeslagen Fraude is een probleem voor de hele samenleving. Want fraude kost geld. Fraudeurs krijgen onterecht voordeel door bijvoorbeeld beroep te doen op overheidsvoorzieningen. Zoals subsidies, uitkeringen, studiefinanciering of inkomensafhankelijke regelingen. Mensen die deze voorzieningen echt nodig hebben, zijn hiervan de dupe. Daarnaast kost de aanpak van fraude geld. En dat geld kan de overheid daardoor niet uitgeven aan zorg, onderwijs, wegen of andere zaken waar iedereen profijt van heeft. Daarom neemt het kabinet maatregelen om fraude aan te pakken en werken ministeries samen om fraude te bestrijden. Fraude met belastingen Bij fraude met belastingen geeft iemand opzettelijk verkeerde informatie op om hier onrechtmatig voordeel uit te krijgen. Het gaat om misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen. Daarom neemt het kabinet maatregelen tegen fraude. Belastingen ontduiken Fraude vindt plaats door bijvoorbeeld belastingen te ontduiken. Of door een onterecht beroep te doen op subsidies, inkomensafhankelijke regelingen of toeslagen. Het is belangrijk om fraudeurs een stap voor te zijn. Door belastingfraude loopt de Staat jaarlijks vele miljarden euro's mis. Ook ondermijnt fraude het rechtvaardigheidsgevoel en het vertrouwen in de overheid. Maatregelen fraude Het kabinet neemt maatregelen om fraude met publieke middelen te voorkomen en effectiever te bestrijden. Zo zijn maatregelen genomen op het gebied van: • sociale voorzieningen, door intensievere handhaving en preventie en meer samenwerking; • toeslagen en fiscaliteit, zoals een verlengde beslistermijn bij de aanvraag van een toeslag; • studiefinanciering, door misbruik uitwonendebeurs en eenoudertoeslag aan te pakken; • zorg, door onder andere de toezichts- en opsporingsfunctie in de zorg te versterken; • subsidies, door onder meer effectieve controle bezoeken uit te voeren. Aanpak fraude Als overheidsinstanties samenwerken, kunnen zij fraude aanpakken. Daardoor is er nu een rijksbrede anti-fraudestrategie, waardoor fraude op 4 manieren wordt aangepakt: • Fraudebestendige regels Deze regels beperken de ruimte voor fraude zo veel mogelijk. Hiervoor worden alle nieuwe wetten en regels op fraudebestendigheid getoetst. Helaas zijn beroepsfraudeurs vindingrijk. Actuele kennis van betrokken overheden over fraudepatronen, fraudeurs en hun werkwijzen is belangrijk. Zo blijft de overheid leren en kan zij blijven bijsturen. • Betere informatievoorziening opsporingsdiensten De overheid heeft steeds meer mogelijkheden om fraude te signaleren en op te sporen. Door de informatie in basisregistraties te verbeteren kunnen controleurs verdachte gevallen sneller achterhalen. Bijvoorbeeld de basisregistratie personen van de gemeente. • Fenomenen bestrijden die het plegen van fraude mogelijk of makkelijker maken Sommige fraudevormen maken het mogelijk om andere fraude te plegen. Denk Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
48
bijvoorbeeld aan identiteitsdiefstal, faillissementsfraude en gefingeerde dienstbetrekkingen. Burgers, bedrijven en de overheid zijn hier slachtoffer van. Door dit aan te pakken is het moeilijker om fraude met collectieve voorzieningen te plegen. Ook is het moeilijker voor fraudeurs om burgers en bedrijven op te lichten. • Gerichte aanpak van fraudeurs Overheidsdiensten gaan nauwer samenwerken. Zij kijken wat de meest effectieve methode is om fraudeurs op te sporen en te vervolgen. Daarbij treedt de overheid op als 1 geheel. Zo wordt het strafrecht niet geïsoleerd ingezet, maar afgestemd met anderen in de handhavingsketen. Internationale aanpak belastingontduiking De Nederlandse Belastingdienst werkt samen met buitenlandse Belastingdiensten om zwartspaarders op te sporen. Het gaat om: • internationale belastingontduiking door bedrijven; • internationale belastingontduiking door particulieren. Met de Verenigde Staten zijn hierover aparte afspraken gemaakt, gebaseerd op de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA). Voor andere landen maakt Nederland vergelijkbare afspraken in de Common Reporting Standard (CRS). Samenwerkende overheidsinstanties tegen fraude Verschillende overheidsinstanties werken samen op belastingfraude op te sporen en aan te pakken. Overzicht samenwerkende overheidsorganisaties In de strijd tegen fraude werken onder andere de volgende overheidsorganisaties samen: • de Algemene Inlichtingendienst (AIVD); • de Autoriteit Financiële Markten (AFM); • de Belastingdienst; • De Nederlandsche Bank (DNB); • FIOD; • Financieel Expertise Centrum (FEC); • Financial Intelligence Unit (FIU-Nederland); • Inspectie SZW; • Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT); • Nationale recherche van het Korps Landelijke Politiediensten; • NVWA-Inlichtingen- en Opsporingsdienst (NVWA-IOD) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit; • het Openbaar Ministerie (OM); • de politie. Fraude met inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting Door inkomen of vermogen niet op te geven aan de Belastingdienst is er sprake van fraude met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Vormen fraude met inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting Er zijn verschillende vormen van fraude met inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Bijvoorbeeld: • inkomen of vermogen verzwijgen (zwartsparen); • onterecht aftrekposten claimen of verhogen; • onterecht bepaalde faciliteiten claimen, zoals investeringsaftrek; • verkeerde vestigingsplaats opgeven. Belastingfraude melden U kunt signalen van vermoedelijke fraude melden bij de BelastingTelefoon. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
49
Fraude met omzetbelasting (BTW) Naast particulieren zijn er ook bedrijven en instanties die hun belastingen niet betalen. Denk bijvoorbeeld aan BTW-carrouselfraude. Bij deze vorm van fraude draagt een ondernemer geen BTW af. Maar hij brengt die wel in rekening. BTW-carrouselfraude BTW-carrouselfraude raakt betrouwbare bedrijven op 2 manieren. Ten eerste is het onmogelijk te concurreren met iemand die zijn product op de markt zet zonder BTW. Ook kunnen welwillende bedrijven onbewust onderdeel worden van carrouselfraude. Bestrijding BTW-carrouselfraude Nederland is koploper in Europa als het gaat om de bestrijding van BTWcarrouselfraude. Voormalig staatssecretaris Weekers heeft meerdere keren internationaal aangedrongen op maatregelen tegen belastingfraude. In juni 2013 leidde dit tot de invoering van het snelle reactiemechanisme. Opsporing van internationale carrouselfraude kan hierdoor sneller. Verleggingsmaatregel: maatregel tegen BTW-fraude Ondernemers kunnen voorkomen dat ze betrokken raken bij BTW-carrouselfraude, als zij fraudegevoelige artikelen als mobiele telefoons, spelcomputers, laptops of tablets kopen. Bijvoorbeeld door de BTW te verleggen naar de ondernemer waar men zaken mee doet. Dan betaalt de andere ondernemer de BTW aan de Belastingdienst. Belastingfraude melden Ondernemers kunnen signalen van vermoedelijke fraude melden bij de BelastingTelefoon. Fraude met toeslagen Mensen die opzettelijk onterecht toeslagen of inkomensafhankelijke regelingen aanvragen, plegen fraude. De Rijksoverheid heeft ruim € 25 miljoen extra vrijgemaakt om fraude met toeslagen tegen te gaan. Bekostiging aanpak van fraude met inkomensafhankelijke regelingen De aanpak van fraude met inkomensafhankelijke regelingen wordt bekostigd uit de belastingopbrengsten. Inkomensafhankelijke regelingen zijn bijvoorbeeld studiefinanciering, bijstand, arbeidskorting of algemene heffingskorting. Aanpak fraude met toeslagen Het huidige kabinet Rutte-Asscher heeft fraudeaanpak bovenaan de agenda staan. Er zijn maatregelen genomen op het gebied van: Toezicht en handhaving Preventie is effectiever dan achteraf het geld proberen terug te halen. Daarom is bijvoorbeeld de beslistermijn voor de aanvraag van toeslagen verlengd. Door de langere beslistermijn kan de Belastingdienst extra controleren bij aanvragen met een verhoogd risico op fraude. Dit moet voorkomen dat de Belastingdienst ten onrechte geld uitbetaalt en niet meer kan terughalen. Boete en straf bij bewust misbruik De reikwijdte van beboetbare feiten wordt uitgebreid. Hierdoor kunnen straks meer mensen als medeplichtigen worden aangemerkt en ook een boete krijgen. Ook is er de 1 bankrekeningmaatregel. Deze moet ervoor zorgen dat het niet meer mogelijk is dat iemand misbruik maakt van identiteitsgegevens van een ander. En zo onterecht toeslag ontvangt op zijn eigen bankrekening. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
50
Invorderen van verschuldigde belasting Fraudeurs zijn beter op te sporen doordat er meer samenwerking is in landelijke fraudeprojecten. Maar ook door informatie te koppelen. De Belastingdienst zet bijvoorbeeld steeds meer automatische nummerplaatherkenning (ANPR) in. Wie toeslagschulden heeft, kan aangehouden worden om de schuld ter plekke te betalen. Eerdere maatregelen toeslagenfraude Mensen die ondersteuning in hun inkomen nodig hebben, ontvangen na de aanvraag zo snel mogelijk een toeslag. Hierbij gaat de overheid uit van vertrouwen en controleert achteraf of mensen daadwerkelijk recht hebben op een toeslag. Doordat de nadruk op dienstverlening ligt, was er in eerste instantie minder aandacht voor fraudepreventie. Dit veranderde in 2010 door verschillende fraudegevallen. Het kabinet heeft in het Belastingplan 2013 al maatregelen genomen tegen fraude: • Fraudeurs die 2 keer de fout ingaan met toeslagen, krijgen vanaf 2013 een boete van 150%. De boete wordt zo nodig verrekend met nog te ontvangen toeslag. • De Belastingdienst stopt een toeslag als iemand niet reageert op het verzoek om buitenlands inkomen op te geven. Kan ik alsnog mijn buitenlandse spaargeld correct aangeven bij de belasting? Zwartspaarders kunnen door de inkeerregeling alsnog hun buitenlandse vermogen bij de Belastingdienst aangeven. Zwartspaarders Zwartspaarders zijn mensen die hun spaargeld niet of onvolledig opgeven bij de jaarlijkse belastingaangifte. Minder tot geen boete door inkeerregeling De boete voor zwartspaarders is de laatste jaren verhoogd. Ook hierdoor maken steeds meer mensen gebruik van de inkeerregeling. Via deze regeling kunnen mensen alsnog hun buitenlandse vermogen correct aangeven. Als zij dit vrijwillig doen, krijgen zij over de meest recente jaren geen boete. En over de overige jaren een lagere boete. Samenwerking met buitenland Ook gaat de overheid steeds meer (inter)nationale samenwerkingsverbanden aan. De Nederlandse en buitenlandse Belastingdiensten gaan bijvoorbeeld automatisch gegevens uitwisselen. Zo willen zij belastingontduiking en zwartsparen door personen aanpakken. Ook bedrijven worden gecontroleerd op belastingontduiking. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
51
≈ Verhoging AOW-leeftijd De AOW-leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Daarmee wordt de AOW-leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de zlevensverwachting. De verhoging vindt plaats volgens onderstaand tijdspad. Tabel tijdpad Verhoging in Verhoging in maanden AOW-leeftijd Betreft personen geboren: 2013 1 65 + 1 maand na 31 december 1947 en voor 1 december 1948 2014 1 65 + 2 maanden na 30 november 1948 en voor 1 november 1949 2015 1 65 + 3 maanden na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2016 3 65 + 6 maanden na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2017 3 65 + 9 maanden na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 2018 3 66 na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2019 4 66 + 4 maanden na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2020 4 66 + 8 maanden na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 2021 4 67 na 30 april 1954 en voor januari 1955 De AOW-leeftijd wordt op 1 januari 2016 met 2 maanden verhoogd naar 65 jaar en 6 maanden. U betaalt 6 maanden langer AOW-premies en u ontvangt 6 maanden later uw 1e AOW-uitkering. Ook kan de hogere AOW-leeftijd gevolgen hebben voor uw heffingskortingen, zoals de ouderenkorting. Let op! Raadpleeg uw adviseur over de gevolgen die u in 2016 kunt ondervinden van de verhoogde AOW-leeftijd. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
52
≈ AOW-bedragen Bedragen vanaf 1 januari 2016 De bedragen gelden als u 100% AOW heeft opgebouwd. • U woont alleen (alleenstaand); • U bent getrouwd of woont samen met uw partner; • Uitleg van de bedragen. U woont alleen (alleenstaand) Bedrag per maand met heffingskorting zonder heffingskorting Bruto * € 1.138,15 € 1.138,15 Loonheffing € 0,00 € 211,42 Bijdrage Zvw € 62,59 € 62,59 Netto € 1.075,56 € 864,14 * Het bruto bedrag is inclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,48. Het bruto bedrag is exclusief vakantiegeld. Het vakantiegeld is bruto € 71,56 per maand en wordt in de maand mei uitbetaald. U bent getrouwd of woont samen met uw partner U en uw partner hebben beiden AOW Bedrag per maand per persoon met heffingskorting zonder heffingskorting Bruto * € 783,87 € 783,87 Loonheffing € 0,00 € 146,00 Bijdrage Zvw € 43,11 € 43,11 Netto € 740,76 € 594,76 * Het bruto bedrag is inclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,48. Het bruto bedrag is exclusief vakantiegeld. Het vakantiegeld is bruto € 51,12 per maand en wordt in de maand mei uitbetaald. Uw partner heeft nog geen AOW, u krijgt geen toeslag Bedrag per maand met heffingskorti zonder ng heffingskorting Bruto * € 783,87 Loonheffing € 0,00 Bijdrage Zvw € 43,11 Netto € 740,76
€ 783,87 € 146,00 € 43,11 € 594,76
* Het bruto bedrag is inclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,48. Het bruto bedrag is exclusief vakantiegeld. Het vakantie-uitkering bedraagt bruto € 51,12 per maand en wordt in de maand mei uitbetaald. Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
53
Uw partner heeft nog geen AOW, u krijgt volledige toeslag Bedrag per maand met heffingskorting zonder heffingskorting € 1.542,26 Bruto * € 1.542,26 Loonheffing € 98,50 € 287,00 Bijdrage Zvw € 84,82 € 84,82 Netto € 1.358,94 € 1.170,44 * Het bruto bedrag is inclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,48. Het bruto bedrag is exclusief vakantiegeld. Het vakantiegeld is bruto € 102,24 per maand en wordt in de maand mei uitbetaald. Uw partner heeft nog geen AOW, uw toeslag is met 10% verlaagd** Bedrag per maand met heffingskorting zonder heffingskorting Bruto * € 1.466,42 € 1.466,42 Loonheffing € 84,25 € 272,75 Bijdrage Zvw € 80,65 € 80,65 Netto € 1.301,52 € 1.113,02
* Het bruto bedrag is inclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,48. Het bruto bedrag is exclusief vakantiegeld. Het vakantiegeld is bruto € 97,13 per maand en wordt in de maand mei uitbetaald. ** Per 1 augustus 2011 is de toeslag met maximaal 10% verlaagd. De verlaging geldt alleen voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen vanaf € 2.667,44 bruto per maand. Uitleg van de bedragen Bruto Het bruto bedrag is inclusief de inkomensondersteuning AOW van € 25,48 en exclusief een maandelijks bedrag voor het vakantiegeld. Het vakantiegeld wordt jaarlijks uitbetaald in mei. Loonheffing U ziet de bedragen met en zonder heffingskorting. De bedragen zonder heffingskorting gelden als u de korting al laat toepassen bij een ander inkomen. Bijdrage Zvw Deze bedraagt 5,50% van het bruto AOW-pensioen. Netto Dit is het bedrag dat de Sociale Verzekeringsbank iedere maand aan u overmaakt. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
54
≈ Aanpassingen WW Op 1 juli 2015 is de WW veranderd. Het is voor WW-ers aantrekkelijker om te werken tegen een lager salaris. Ook de berekening van de hoogte van de WW-uitkering is gewijzigd. Op 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de WW teruggebracht. En wordt de opbouw van WW-rechten aangepast. Berekening hoogte WW-uitkering Nadat u een WW-uitkering hebt aangevraagd, stelt UWV vast hoe hoog de uitkering zal zijn. De basis daarvoor is het dagloon. Sinds 1 juli 2015 is de wijze waarop het dagloon wordt berekend veranderd. Voor het berekenen van het dagloon wordt voortaan gekeken naar het sociale verzekeringsloon dat u verdiende in een periode van 12 maanden voordat u werkloos werd. Ook als dit bij verschillende werkgevers is verdiend of als het is verdiend in verschillende dienstverbanden bij dezelfde werkgever. Inkomensverrekening Sinds 1 juli 2015 geldt de inkomensverrekening in de WW. Dat betekent dat u van elke verdiende bruto euro altijd 30% zelf mag houden. Hierdoor loont het altijd om vanuit de WW aan het werk te gaan. De inkomensverrekening geldt niet voor mensen die al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering hadden. Passende arbeid Na een half jaar WW-uitkering wordt alle arbeid als passend gezien. Dit betekent dat het niveau of salaris van een baan geen belemmering meer mag zijn om die baan te accepteren of daarop te solliciteren. De maatregel geldt niet voor mensen die al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering ontvingen. Betaling WW-uitkering Wie vanaf 1 juli 2015 recht heeft op een WW-uitkering, heeft te maken met een nieuwe betalingssystematiek. De WW-uitkering wordt niet meer per 4 weken betaald, maar per kalendermaand. De betaling van de WW-uitkering vindt plaats na afloop van de kalendermaand. Eerst moet u doorgeven wat u in een maand hebt verdiend, daarna wordt de hoogte van de WW-uitkering vastgesteld en betaalt UWV de uitkering. Aanpassing duur WW Vanaf 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de publieke WW-uitkering stapje voor stapje teruggebracht. Dit gebeurt met 1 maand per kwartaal. Vanaf 2019 is de maximale WW-uitkering dan nog maximaal 2 jaar. Mensen die na 1 januari 2016 een WW-uitkering ontvangen, krijgen met deze maatregel te maken. Wordt u op 1 januari 2016 ontslagen, dan kan u nog maximaal 37 maanden WW krijgen. Krijgt u op 31 december 2015 ontslag, dan is maximale WW-duur nog 38 maanden. Aanpassing opbouw WW Vanaf 1 januari 2016 wordt ook de opbouw van WW-rechten aangepast. Werknemers bouwen in de eerste 10 jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar 1 maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand op. WWrechten die u al heeft opgebouwd voor 1 januari 2016 blijven tellen voor 1 maand. ●
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
55
Wijze Raad 2016 Voor ondernemers en ondernemende particulieren
Wijze Raad 2016 is een uitgave van BelastingRaadgevers; Redactie Felix Peppelenbosch en Lilian Bergmans, in samenwerking met Fiscanet. Vormgeving / opmaak Oege van Muiden © 2015 BelastingRaadgevers / Fiscanet Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op een andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Disclaimer Bij het samenstellen van deze uitgave is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. De juistheid en volledigheid van de inhoud kan echter niet worden gegarandeerd. De samenstellers en de uitgever accepteren dan ook geen aansprakelijkheid voor schade, van welk aard ook, die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze uitgave.
Vesting Accountants BV | Gooimeer 3-30 | 1411 DC Naarden | 036-5350030 | www.vestingaccountants.nl
56