Kunst op School / Wijkproject Toelichting Lesbrief Art4kids - Tijd in Foto’s, workshopserie. 1. Algemeen: Culturele Instelling:
Doelgroep:
Materiaal:
TETEM kunstruimte in samenwerking met TwentseWelle (Enschede) PO groep 7/8
Discipline:
Tijdsduur:
Kunstzinnige oriëntatie (Beeldend) in aansluiting op fotografie workshop Tijd in foto’s. voorbereidende les: 45 minuten cultuurontmoeting: 150 minuten verwerkende les : 45 minuten
Voorbereidende les op school: • Art4Kids Tijd in Foto’s PO78 (lesfomat) • Art4Kids Tijd in foto’s voorbereidingsles PO 78 (presentatie) Cultuurontmoeting: • Art4Kids Tijd in Foto’s PO78 (lesformat) • TwentseWelle docentinfo Stoom, machines en arbeiders te downloaden als pdf formaat op http://www.twentsewelle.nl/basisonderwijsdetail/stoommachinesenarbeiders?direction=forward • Art4kids Tijd in Foto's Spelregels-TETEM-workshops (bijlage) • Art4kids Tijd in Foto’s afbeeldingen kar (bijlage) Verwerkende /-evaluatie les op de school: • Art4Kids Tijd in Foto’s PO78 (lesformat) • Art4kids Tijd in foto’s afsluitles PO 78 (presentatie)
Rolverdeling:
De instelling: Tijdens de cultuurontmoeting: Inleiding: (Door TETEM Digitdocent): De TETEM Digit-docenten zorgen voor de benodigde materialen voor het fotograferen tijdens de rondleiding en geven een korte inleiding en uitleg over de camera’s. Rondleiding/ programma TwentseWelle: (Door de groepsleerkracht of museumdocent van de TwentseWelle): De museumdocenten zorgen ervoor dat alle materialen voor het programma Stoom, machines en arbeiders in de TwentseWelle gereed staat. De museumdocent begeleid de kinderen door het programma in TwentseWelle of draagt indien de leerkracht van de school dit zelf doet het materiaal over aan de groepsleerkracht. (voor foto’s van de kar zie: ‘Art4kids Tijd in Foto’s afbeeldingen kar (bijlage)’) Workshop TETEM: (Door TETEM Digitdocent): TETEM kunstruimte zet alle materialen klaar voor het workshop onderdeel bij TETEM. Tevens zorgt TETEM ervoor dat de resultaten van de cultuurontmoeting die bij TETEM door de kinderen gemaakt worden via we transfer naar de school gestuurd worden. De ICC’er van de school: TETEM verwacht van de ICCer van de school dat de presentaties,
bijlages en de lesbrief ‘Art4Kids Tijd in Foto’s PO78 (lesformat)’ aan de groepsleerkrachten die hiermee gaan werken worden overgedragen. Daarnaast verwacht TETEM dat de ICC’er of planner van de school de met TETEM afgesproken data en tijden van de cultuurontmoeting doorgeeft aan de desbetreffende groepsleerkrachten. De groepsleerkracht: Bestudeer voor het geven van alle lessen de onderdelen ‘achtergrond informatie’ van deze lesbrief en zorg dat de benodigde materialen voor de lessen klaargezet wordt. Tijdens de cultuurontmoeting: De groepsleerkracht komt op de vooraf afgesproken tijd naar museum TwentseWelle en worden daar opgevangen door de TETEM Digitdocent die de workshop gaat geven. Na een korte introductie van TETEM en geeft de digit-docent uitleg over de extra foto opdracht die de kinderen tijdens het doorlopen van het programma ‘stoom, machines en arbeiders’ uit moeten voeren. De digit-docent van TETEM gaat na de inleiding weer terug naar TETEM en de groepsleerkracht geeft zelfstandig de rondleiding/programma TwentseWelle aan de hand van de docenten infomatie te downloaden in pdf formaat op http://www.twentsewelle.nl/basisonderwijsdetail/stoommachinesenarbeiders?direction=forward (indien de groepsleerkracht dit deel niet zelf wil/kan doen kan de museumdocent van TwentseWelle dit deel overnemen) Tijdens het programma bij TwentseWelle maken de kinderen foto’s van wat de textielarbeiders gefotografeerd zouden kunnen hebben als ze vroeger de beschikking hadden over een fotocamera. Wat zou er op die foto’s te zien zijn? De kinderen worden in groepjes van 3 kinderen verdeeld. Het is de taak van de groepsleerkracht om er voor te zorgen dat de kinderen tijdens het uitvoeren van de opdracht die bij het programma ‘Stoom, machines en arbeiders’ hoort, ook foto’s maken en zorgt dat de kinderen onderling steeds rouleren met fotograferen. Let er daarbij ook op dat de kinderen niet over de hekken mogen stappen/klimmen. Na afloop van de rondleiding/programma TwentseWelle draagt de groepsleerkracht de materialen die bij het programma ‘Stoom, machines en arbeiders’ van TwentseWelle horen weer over aan de museumdocent. De camera’s met de gemaakte foto’s neemt de groepsleerkracht mee naar TETEM. De groepsleerkracht begeleidt de kinderen op de vooraf afgesproken tijd naar TETEM kunstruimte. Een Digit-docent vanuit TETEM geeft hier het vervolg van de cultuurontmoeting, het workshopdeel. De groepsleerkracht draagt de camera’s aan de digit-docent van het workshopdeel over en blijft bij deze workshop aanwezig als begeleider. Voor verdere richtlijnen met betrekking tot de rol van de groepsleerkracht van de school tijdens de workshop zie de bijlage: ‘Art4kids Tijd in Foto's Spelregels-TETEMworkshops (bijlage)’
2. Cultuurontmoeting: Doel : Een Cultuurontmoeting waarbij de kinderen op een spelende,
ontdekkende en makende manier foto’s van zichzelf en de omgeving maken tijdens het programma Stoom, machines en arbeiders in TwenseWelle, deze bewerken en presenteren. Hoe was het leven van de textielarbeiders in de fabriek en daarbuiten? Hoe werkt een stoommachine? Op welke manieren kan je foto’s van jezelf en anderen maken? Hoe bewerk je een foto? Waarmee kan je in een bewerkte foto laten zien dat het over vroeger gaat? De kinderen doorlopen een programma door de TwentseWelle met als thema: Stoom, machines en arbeiders. De kinderen onderzoeken hoe stoommachines werken en hoe het leven van de textielarbeiders was. De kinderen experimenteren met het nemen van foto’s van zichzelf en elkaar tijdens deze rondleiding met als onderwerp het leven van een textielarbeider. Ze bewerken deze foto in photoshop door gebruik te maken van bestaande oude foto’s en maken hiermee een scene uit het leven van een textielarbeider.
Kern- en tussendoelen:
De kinderen bekijken een presentatie over fotografie en foto’s over elkaar heen leggen. De kinderen werken met overlapping, standpunt en horizon (ruimtesuggestie op het vlak). De kinderen werken met opbouw, ordening en betekenis (compositie). De kinderen reflecteren over het proces en het product (reflectie). De kinderen werken met de beeldaspecten ruimtesuggestie op het vlak en compositie. De kinderen werken met digitale fotocamera en computer (werken met digitale media). Bij Kerndoel 54: De kinderen leggen in kleine groepjes het mogelijke leven van de vroegere textielarbeiders vast en bouwen de scene op door voorwerpen te ordenen en houden rekening met de betekenis (compositie). De kinderen kunnen zichzelf en elkaar fotograferen tijdens een bezoek aan de TwentseWelle (werken met digitale media). De kinderen passen het bewerken van de foto’s in photoshop to en houden daarbij rekening met overlapping, standpunt en horizon (ruimtesuggestie op het vlak). Bij Kerndoel 55: De kinderen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren (reflecteren). Bij Kerndoel 56: De kinderen maken kennis met objecten uit het verleden van de textielindustie in museum TwentseWelle en begrijpen dat deze objecten gebonden zijn aan een bepaalde tijd, plaats en situatie, namelijk 1830-1965, Enschede (Twente), textielindustrie. De kinderen begrijpen dat het museum verzameld, bewaard en exposeert (objecten uit het verleden).
Achtergrond informatie:
Bestudeer de ‘TwenteWelle docentinfo Stoom, machines en arbeiders’. Deze is via deze link als pdf te downloaden: http://www.twentsewelle.nl/basisonderwijsdetail/stoommachinesenarbeiders?direction=forward
Het verloop van de cultuurontmoeting:
Bestudeer de bijlage: Art4kids Tijd in Foto's Spelregels-TETEM-workshops (bijlage) Bestudeer de inhoud van dit lesformat hieronder beschreven. Totaal: 150 minuten Inleiding: 15 minuten (Door TETEM Digitdocent) Rondleiding/programma TwentseWelle: 75 minuten (Door de groepsleerkracht of museumdocent) Workshop TETEM inleiding: 10 (Door TETEM Digitdocent) Workshop TETEM opdracht: 40 (Door TETEM Digitdocent) Workshop TETEM reflectie: 10 (Door TETEM Digitdocent) De groep en groepsleerkracht worden door de Digit docent van TETEM opgevangen bij de deur van TwentseWelle en deze begeleidt de groep naar de oker kleurige bank in de aankomsthal. De Digit docent geeft een introductie en uitleg over de opdracht tijdens het bezoek en het programma in TwentseWelle. Vervolgens wordt het gebruik van de camera’s uitgelegd door de Digit-docent van TETEM. Tevens bespreekt hij/zij het tijdspad en de planning van de cultuurontmoeting en maakt afspraken met de groepsleerkracht met betrekking tot de tijd waarop de groep bij TETEM kunstruimte moet zijn voor het workshopdeel bij TETEM. Na de inleiding door de Digit-docent van TETEM zal de groep worden overgedragen aan de groepsleerkracht. Deze doorloopt met of zonder een museumdocent van TwentseWelle het programma in TwentseWelle. De museumdocent wijst de locatie met de benodigde materialen voor het Stoom, machines en arbeiders programma. Zodra de kinderen de opdrachten uit het ‘Stoom, machine en arbeiders vragen boekje’ gaan maken in het museum gaan de kinderen ook foto’s maken. De kinderen vormen groepjes van drie kinderen. De groepsleerkracht moet er ook op toe zien dat de kinderen de gevraagde foto’s uit het leven van de textielarbeiders maken en blijven rouleren met de taken binnen hun groepje. De Digit-docent geeft de extra batterijen aan de groepsleerkracht en geeft aan hoe laat de groep bij TETEM verwacht wordt. De Digitdocent gaat naar TETEM om daar het vervolg van de workshop voor te bereiden. Na afloop van het programma bij TwentseWelle gaat de groepsleerkracht op het afgesproken tijdstip naar TETEM voor het vervolg van de cultuurontmoeting, het workshopdeel. Mocht de groep eerder klaar zijn dan de afgesproken tijd, dan is er tijd voor een korte pauze buiten. Houd de tijd voor de workshop bij TETEM in de gaten, voor deze workshop zijn de volle 60 minuten nodig. Bij TETEM draagt de groepsleerkracht vervolgens de camera’s met de gemaakte foto’s en de extra batterijen over aan de digit-docent van TETEM. Na afloop van de workshop vraagt de Digit-docent het e-mail adres van de groepsleerkracht waar de eindresultaten via we transfer naar toegestuurd kunnen worden. Deze resultaten zijn nodig bij het geven van de verwerkende les.
3. Voorbereidende les op school: Doel : Een workshop waarbij de kinderen op een spelende en makende manier foto’s over vroeger en nu in scene zetten en presenteren.
Waaraan kan je tijd in een foto afleiden? Hoe maak je een foto waarin je met tijd kan spelen? Waar moet je als fotograaf staan? Hoe kan je dingen groter of kleiner laten lijken op een foto? De kinderen kijken naar een presentatie over foto’s van vroeger en nu. De kinderen onderzoeken hoe foto’s gemaakt worden en hoe je tijd in een foto af kan leiden. Ze ontdekken waar de fotograaf kan staan om andere effecten te bereiken. De kinderen maken twee foto’s waarbij ze gebruik van maken van compositie. De kinderen maken een compositie van voorwerpen die samen een voorstelling vormen voor een foto die vroeger gemaakt kan zijn en voor een foto waarin je kan zien dat het over het nu gaat. De kinderen bekijken een presentatie over foto’s van vroeger en nu. De kinderen werken met opbouw, ordening en betekenis (compositie). De kinderen maken twee foto’s van een zelf in scene gezet tijdsbeeld (werken met digitale media). Kern- en tussendoelen:
Achtergrond informatie:
Bij Kerndoel 54: De kinderen kunnen in kleine groepjes een scene van vroeger en een scene van nu klaar zetten om vast te leggen en bouwen de scene op door voorwerpen te ordenen, waarbij ze rekening houden met de betekenis (compositie). De kinderen kunnen de scènes zelfstandig fotograferen (werken met digitale media). Bij Kerndoel 55: De kinderen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren (reflecteren). Bestudeer Tijd in foto’s voorbereidingsles PO 78 (presentatie) Bestudeer inleiding/oriëntatie voor het geven van de workshop (zie hieronder) Zet de volgende technische materialen klaar: • digitaal schoolbord, • foto camera, tablet, smartphone. (wat voorhanden is) • een kabel om de foto’s over te zetten naar een computer die in verbinding staat met het digitale schoolbord. (in geval van een tablet kunnen de foto’s rechtstreeks op de tablet worden bekeken) Zet de volgende materialen klaar: • gekleurd of wit papier, • dik karton • tijdschriften, • scharen, • lijm, • voorwerpen van vroeger en van nu
Lesplanning:
Inhoud van de voorbereidende les: Inleiding / Oriëntatie
Totaal 45 minuten Inleiding: 10 minuten Opdracht: 25 minuten Reflectie: 10 minuten
Vertel: Vandaag gaat deze les over vroeger en nu en fotografie. Vraag: Maakten jullie opa’s en oma’s toen zij klein waren denk je net zoveel foto’s als jullie nu? Hoe komt dat? Antwoord: Minder, nog geen digitale foto’s.
Vraag: Wat was er toen anders aan foto’s? Antwoord: Met een camera op een rolletje, die je eerst moest ontwikkelen. Toon afbeelding 1: Vraag: Welke foto werd eerder gemaakt? Hoe weet je dat? Antwoord: Boven, zwart foto, haardracht, kleding, manier van poseren. Vraag: Zou de foto onder een foto kunnen zijn van vorige week? Waarom denk je dat? Antwoord: Nee, kleding en haarstijl, mavo bestaat niet meer maar is nu vmbo. Vraag: Waar stond de fotograaf? Antwoord: Boven – in de hoek van een lokaal en iets hoger. Onder – recht van voren. Toon afbeelding 2: Vraag: Welke foto is eerder gemaakt? Hoe weet je dat? Antwoord: Foto links, oudere computers, verder een kale ruimte, de kleur van de foto zelf. Klaslokaal van nu is kleurrijker, tablets. Alles ziet er nu moderner uit. Vraag: Waar staan de computers op deze foto’s? Antwoord: Op de foto links staan alle computers in een rij achter elkaar in de linkerhelft van het beeld, op de foto rechts zijn meerdere schermen verspreid over de foto te zien (alleen in het midden/rechts is een stukje zonder computer te zien). Toon afbeelding 3: Vraag: Wat staat er in het midden van de foto? Vraag: Wat wil de fotograaf op deze foto laten zien? Antwoord: Een oude foto in een nieuwe foto gezet. Vraag: Waaraan kan je zien dat het om een oude en een nieuwe foto in één gaat? Antwoord: De oude foto wordt vastgehouden en is dus een afdruk. Deze is zwart wit, andere kleding, ouderwetse fiets, geen strepen op de weg, geen auto’s. Vertel: Op www.dearphotograph.com zetten mensen een foto die ze in scene hebben gezet. Een afdruk van een oude foto wordt op precies dezelfde plek van toen gezet en daar maken ze dan nu een nieuwe foto van. Voor de docent: deze site kan je bij genoeg tijd laten zien of door de kinderen zelf laten bekijken ter verdieping.
Opdracht
Toon afbeelding 4: Vraag: Welke foto is eerder genomen? Waarom denk je dat? Antwoord: Boven. Op de foto onder is het gebouw uitgebreid, meer bomen, straatverlichting, modernere auto’s. Vertel: Deze jongens hebben allemaal oude foto’s van zichzelf opnieuw in scene gezet op dezelfde plek en daar opnieuw een foto van gemaakt. Vraag: Waarom zouden de jongens precies daar zijn neergezet in het beeld? Antwoord: Nu zie je linksvoor (de jongens) en rechtsachter (gebouw) wat in het beeld. Op de foto is dat linksonder en linksboven. Jullie bereiden in kleine groepjes jullie foto’s voor met voorwerpen uit de klas. Jullie maken zo meteen 2 foto’s. Op één foto moet je kunnen zien dat het in deze tijd gemaakt zou kunnen zijn, op de andere foto moet het lijken alsof de foto vroeger is gemaakt.
Kies met je groepje wat je op de foto’s gaat zetten en begin met het kiezen van een achtergrond. Dit kan een plek in de klas zijn, maar ook een vel gekleurd karton. Verzamel voorwerpen die bij vroeger en bij nu passen en plaats deze voor de achtergrond. Jullie mogen ook plaatjes van voorwerpen of mensen uit tijdschriften knippen om die in de foto te plaatsen, zoals in een kijkdoos. Plak de plaatjes op een stukje karton, vouw aan de onderkant een randje karton om zodat het stevig kan staan. Knip het voorwerp of de persoon netjes uit. Maak één scene van vroeger en een scene van nu. De scene’s mogen op elkaar lijken, maar dan hoeft niet. Als je maar kan zien dat de ene van nu is en de ander van vroeger. Voor de docent: Als de kinderen de twee scenes klaar hebben, vervolg dan de presentatie. Het is de bedoeling dat de voorstelling op de foto zo echt mogelijk lijkt. Kijk daarom goed hoe je alle onderdelen neerzet. Toon afbeelding 5: Vraag: Wat valt er op aan deze foto? Antwoord: De schoenen lijken heel groot. Vraag: Hoe komt dat? Antwoord: Doordat de schoenen dichterbij de camera staan dan de man. Als je dus wilt dat iets in je foto groot lijkt, moet je dat dichterbij de camera zetten, en iets dat klein moet lijken, plaats je verder weg. Toon afbeelding 6: Vraag: Wat is het verschil tussen deze 2 foto's? Antwoord: De linker is laag bij de grond genomen, de rechter van bovenaf. Vraag: Welk effect heeft dat op hoe je de omgeving ziet? Antwoord: In de linker foto lijkt alles groot, je kijkt er tegenop. In de rechter foto lijkt alles kleiner, alsof je er boven zweeft. Kijk goed naar jullie eigen decors. Vanaf welk punt kun je de foto’s het beste nemen om het effect te krijgen dat jullie willen? Reflectie
Vervolg Voor de docent
Pas als alles goed staat, maak je de twee foto’s. Toon de gemaakte foto’s in willekeurige volgorde op het digitale schoolbord en vraag: Wat valt jullie op? Wat valt er op aan het gebruik van de voorwerpen op de foto? Welke fantasie roept het bij je op? Bij welke tijd past dit beeld? Wat voor verhaal zou er bij kunnen horen? Het vervolg van deze les vindt plaats tijdens een excursie in de TwentseWelle en in TETEM Kunstruimte met als thema: Stoom, machines en arbeiders. Het verloop van deze cultuurontmoeting is als volgt: Totale tijd: 150 minuten. Opgebouwd uit drie delen. Deel 1/inleiding: 15 minuten, gegeven door Digit-docenten van TETEM, in TwentseWelle. Deel 2 programma TwentseWelle: 75 minuten, gegeven door groepsleerkracht of museumdocent van TwentseWelle, in
TwentseWelle. Deel 3 workshop TETEM: 60 minuten, gegeven door Digit-docenten van TETEM, bij TETEM. Ter voorbereiding op deze dag kunt u hier de link vinden van TwentseWelle: http://www.twentsewelle.nl/basisonderwijsdetail/stoommachinesenarbeiders?direction=forward Op deze pagina kunt u de docentinfo downloaden in pdf formaat. Dit is een handleiding voor de groepsleerkracht voor het bezoek en de rondleiding in TwentseWelle. 4. Verwerkings-/Evaluatieles op school: Doel : Een workshop waarbij de kinderen op een spelende en makende manier een foto van de toekomst in scene zetten en presenteren. Hoe zou de toekomst er uit kunnen zien? Welke voorwerpen horen in de toekomst? Welke kleuren gebruik je daarvoor? Welke sfeer hoort er bij kleuren? Hoe zet je de toekomst in scene? Hoe zet je deze scene op de foto? Welke positie neemt de fotograaf in? De kinderen kijken naar een presentatie over foto’s van de toekomst en de sfeer van kleuren. De kinderen onderzoeken hoe de toekomst er uit zou kunnen zien en hoe dit in beeld kan worden gebracht. De kinderen maken een compositie van voorwerpen die samen een voorstelling vormen voor een foto die over de toekomst gaat. Ze fotograferen de compositie door gebruik te maken van een geschikt perspectief.
Kern- en tussendoelen:
De kinderen bekijken een presentatie over foto’s over de toekomst. De kinderen werken met overlapping, grootteverschillen en standpunt (ruimtesuggestie op het vlak). De kinderen werken met opbouw, ordening en betekenis (compositie). De kinderen gebruiken kleur om een sfeer weer te geven (kleur). De kinderen maken een foto van een zelf in scene gezet tijdsbeeld (werken met digitale media). Bij Kerndoel 54: De kinderen leren in kleine groepjes een scene van de toekomst klaar te zetten om vast te leggen en houden rekening met overlapping en grootteverschillen en het standpunt van de fotograaf (ruimtesuggestie op het vlak). De kinderen kunnen een scene op bouwen door voorwerpen te ordenen en houden rekening met de betekenis (compositie). De kinderen gebruiken kleur om een sfeer in hun foto weer te geven (kleur). De kinderen weten hoe ze de scène kunnen fotograferen (werken met digitale media). Bij Kerndoel 55: De kinderen bespreken onderling hun ideeën, plannen en keuzemogelijkheden voor het maken van de toekomst scene. De kinderen kunnen hun mening geven over het eigen werk en werkproces en dat van groepsgenoten en onderbouwen deze mening
Achtergrond informatie:
met argumenten (reflecteren). Bestudeer Tijd in foto’s afsluitles PO 78 (presentatie) Bestudeer inleiding/oriëntatie voor het geven van de workshop (zie hieronder) Zet de volgende technische materialen klaar: • digitaal schoolbord, • foto camera, tablet, smartphone. (wat voorhanden is) • een kabel om de foto’s over te zetten naar een computer die in verbinding staat met het digitale schoolbord. (in geval van een tablet kunnen de foto’s rechtstreeks op de tablet worden bekeken)
Lesplanning:
Inhoud van de verwerkingsles: Inleiding / Oriëntatie
Zet de volgende materialen klaar: • gekleurd of wit papier, • dik karton • zilverfolie • tijdschriften, • scharen, • lijm, • futuristische voorwerpen (denk aan apparaten en objecten met strakke lijnen, objecten is zilver, wit en lichtblauw) Totaal 45 minuten Inleiding: 10 minuten Opdracht: 15 minuten Reflectie: 20 minuten
Vraag: Wat kunnen jullie je nog herinneren van de vorige keer dat we in de klas foto’s hebben gemaakt over vroeger en nu? Antwoord: Stuur aan op het ordenen van de voorwerpen en het standpunt van de fotograaf, dingen dichtbij of ver van de camera afzetten om objecten groter of kleiner te laten lijken. Vraag: Wat kunnen jullie je nog herinneren van het fotograferen in TwentseWelle en het bewerken van de foto’s in Photoshop bij TETEM? Antwoord: Stuur aan op inleven in het vroeger, bewerken van foto’s, overlapping, compositie. Vertel: Vandaag gaan we kijken naar de toekomst. Toon afbeelding 1: Vertel: Deze kaart uit Frankrijk is gemaakt in 1901 of 1910. Wat wil de tekenaar op de kaart laten zien? Antwoord: Een klas en het leren in de toekomst (jaar 2000). Vraag: Lijkt dit op het leren van nu? Waarom? Vraag: Ziet deze kaart eruit als een kaart van nu? Waarom? Antwoord: Nee, ouderwets lokaal, kleren, kleuren. Vraag: Wat vind je van de sfeer in deze tekening? Toon afbeelding 2: Vertel: Als je nu ‘future’ op google zoekt, krijg je deze plaatjes te zien. Vraag: Wat valt je op? Antwoord: Veel blauw en soms groen en wit of zilver, veel lucht en
ruimte, strakke lijnen. Vraag: Wat vind je van de sfeer op deze plaatjes? Toon afbeelding 3: Vraag: Waar zou dit schema over gaan? Antwoord: De betekenis en de associaties volgens Leonardo da Vinci van kleuren. Vraag: Als je een gezellige sfeer wilt maken, welke kleuren zou je dan kiezen? Antwoord: Geel, oranje, rood, roze. Vraag: Als je een gevaarlijke sfeer wilt neerzetten, welke kleuren zou je dan kiezen? Antwoord: Zwart, bruin, grijs, rood, paars.
Opdracht
Toon afbeelding 4: Vraag: Welke kleuren zijn er gebruikt? Welke sfeer straalt dit uit? Antwoord: Wit, groen, blauw, geel. Rustige sfeer, toekomst, prettig. Vraag: Zouden jullie wel op deze school willen zitten? Waarom? Jullie bereiden in kleine groepjes jullie foto over de toekomst voor met voorwerpen uit de klas. Kies met je groepje wat je op de foto’s gaat zetten en begin met het kiezen van een achtergrond. Dit kan een plek in de klas zijn, maar ook een vel gekleurd karton. Verzamel voorwerpen die bij de toekomst passen en plaats deze voor de achtergrond. Jullie mogen ook plaatjes van voorwerpen of mensen uit tijdschriften knippen om die in de foto te plaatsen, zoals in een kijkdoos. Plak de plaatjes op een stukje karton, vouw aan de onderkant een randje karton om zodat het stevig kan staan. Knip het voorwerp of de persoon netjes uit. Het is de bedoeling dat de voorstelling op de foto zo echt mogelijk lijkt. Kijk daarom goed hoe je alle onderdelen neerzet. Kijk goed naar jullie eigen scene. Vanaf welk punt kun je de foto het beste nemen om het effect te krijgen dat jullie willen?
Reflectie
Pas als alles goed staat maak je de foto. Toon de gemaakte foto’s in willekeurige volgorde op het digitale schoolbord en vraag: Wat valt jullie op? Wat valt er op aan het gebruik van de voorwerpen op de foto? Welke fantasie roept het bij je op? Waar zie je overlapping? Hoe is de foto ingedeeld, waar staan de verschillende onderdelen? Waar stond de fotograaf? Wat lijkt er groot of juist klein? Hoe komt dat? Zou de toekomst er zo uit kunnen zien? Waarom? Laat vervolgens enkele foto’s uit de vorige reeksen zien (vroeger en nu) en vraag: Wat is er op deze foto’s anders? Hoe komt dat?
Laat vervolgens de bewerkte foto´s uit de TwentseWelle zien en vraag: Wat herken je uit het museum de TwentseWelle nog terug? Wat is er anders? Zien jullie iets dat met stoom te maken heeft? Zien jullie iets dat met textiel te maken heeft? Zouden jullie in deze fabriek op de foto willen werken? Waarom?
Vervolg Voor de docent
Hoe is het gegaan? Wat ging er goed? Hoe komt dat? Wat zou je een volgende keer anders doen? De foto’s zouden een plek kunnen krijgen op bijvoorbeeld een blog, website of in een fotoboek, zodat de kinderen ze later nog kunnen bekijken of met anderen kunnen delen. Eventueel kan er met de geprinte foto’s een tentoonstelling gemaakt worden in de school. Hier kunnen de kinderen bij betrokken worden.