Wijkdebat Gent-Binnenstad 10 december 2009 Auditorium De Schelde Provinciaal Administratief Centrum Woodrow Wilsonplein 2, Gent

Wijkdebat Gent-Binnenstad 10 december 2009 Auditorium ‘De Schelde’ Provinciaal Administratief Centrum Woodrow Wilsonplein 2, Gent

INHOUD

INLEIDING THEMA 1: ECONOMIE THEMA 2: HUISVESTING EN PATRIMONIUM THEMA 3: HINDER EN VEILIGHEID THEMA 4: OPENBAAR DOMEIN, MILIEU EN VERVUILING THEMA 5: MOBILITEIT THEMA 6: CULTUUR, VRIJE TIJD EN DIENSTVERLENING

03 05 07 11 14 17 20

Stedelijke Vernieuwing & Gebiedsgerichte Werking • Botermarkt 1 • 9000 Gent • tel. 09 266 82 49 • fax 09 266 82 59

Aanwezig Daniël Termont, burgemeester Mathias De Clercq, eerste schepen en schepen van Economie, Jeugd en Middenstand Karin Temmerman, schepen van Stadsontwikkeling, Mobiliteit en Wonen Christophe Peeters, schepen van Financiën, Facility Management, Sport en Haven Martine De Regge, schepen van Openbare Werken, Stadswoningen en Rationeel Energiegebruik Catharina Segers, schepen van Bevolking en Protocol en ambtenaar van de Burgerlijke Stand Lieven Decaluwe, schepen van Cultuur, Toerisme en Feesten Rudy Coddens, schepen van Onderwijs en Opvoeding Tom Balthazar, schepen van Milieu en Sociale Zaken Resul Tapmaz, schepen van Personeelsbeleid, Informatica en Administratieve Vereenvoudiging Verontschuldigd Sofie Bracke, schepen van Innovatie en Werk Geert Versnick, OCMW-voorzitter en schepen van Intercommunales Moderator Greet Riebbels

Inleiding door burgemeester Termont De Stad organiseert in de 25 wijken van Gent inspraak via de Gebiedsgerichte Werking. In elke wijk onderneemt de Gebiedsgerichte Werking actie om de bewoners zoveel mogelijk te betrekken bij het beleid. Ook het debat vanavond kadert binnen de Gebiedsgerichte Werking. Naast de uitnodiging voor dit debat ontvingen alle bewoners van Gent-Binnenstad een kaartje in de bus, waarop u uw mening kon geven over wat u goed en minder goed vindt in uw buurt, over wat er beter zou kunnen. In 2006 gaf een gelijkaardige bevraging aanleiding tot de opmaak van het wijkprogramma. Het Schepencollege heeft afgesproken dat het tijdens deze legislatuur twee keer een debat zal organiseren over deze wijk. Voor eind 2012 komt het college dus nog eens terug. Het stadsbestuur hecht immers veel belang aan wat u als bewoner, handelaar, student,... denkt over uw wijk. Voor Gent-Binnenstad coördineren de wijkregisseurs Luc Rogiest en Joris van Eeckhoven dit alles. Gent-Binnenstad, de wijk waar we ons vanavond over buigen, is een bijzondere wijk. Als dichtbevolkt centrum herbergt het niet alleen zeer veel bewoners, handelaars, leveranciers, studenten en onderwijsinstellingen, maar ook toeristen, culturele actoren, de Gentse Feesten,... Er is een enorme mix aan functies die zeer typisch is voor de Binnenstad. Er lopen ook een aantal grote projecten in het centrum: de heropening van de Nederschelde; het project KoBra (de heraanleg van de Korenmarkt, het Emile Braunplein en omgeving); het project van de Waalse Krook dat wordt voorbereid,…


03

De Wijk aan Zet Met ‘De Wijk aan Zet’ biedt de Stad wijksubsidies aan. Jaarlijks stelt de Stad 350.000 euro ter beschikking aan bewoners die iets willen doen in en voor hun buurt of wijk. De aanvraag voor ondersteuning moet uitgaan van minstens zeven bewoners en per aanvraag kan je dan tussen 125 en 2.500 euro krijgen. Elk jaar zijn er twee momenten waarop je zo’n aanvraag kan indienen. Als je bijvoorbeeld voor volgende zomer iets wilt organiseren, dan moet je een aanvraag indienen voor eind februari. Met de ondersteuning van ‘De Wijk aan Zet’ kunnen bewoners een inhoudelijke activiteit opzetten, zoals een wandeling, het oprichten van een buurtkrant of een website over de wijk. Ze kunnen ook een straatfeest organiseren, of een rommelmarkt houden. Om alle aanvragen te beoordelen, hebben we wijkjury’s in het leven geroepen. Die bestaan uit mensen die in de wijk wonen, mensen van een vereniging uit de wijk en mensen van de Stad. In de Binnenstad hebben we in het kader van ‘De Wijk aan Zet’ al heel wat initiatieven ondersteund, denk maar aan de activiteiten van de bewonersgroep Twee Poorten (buurtfeest en acties rond thema’s als diversiteit in bewoning, groen,...); de bewonersgroep Ter Hoye (jaarlijkse picknick, lezingen, nieuwsbrief,...); Buurtcomité Nederschelde (de website www.overschelde.be en een buurtreceptie); de Vrienden van de Sint-Niklaaskerk (culturele activiteiten en gedurfde concerten),... Maak dus gebruik van die middelen en organiseer iets voor uw wijk. Heel veel vragen en opmerkingen die we krijgen, zijn materie voor de Politie. Het is belangrijk dat u de Politie kent. De Binnenstad valt onder het commissariaat Gent-centrum en dat is het grootste commissariaat van de Stad. Van de vele medewerkers is hier vanavond een delegatie aanwezig: • Frank De Valckeneer, commissaris; • Christel Fonteyne, buurtinspecteur voor de studentenbuurt, Overpoortstraat en omgeving; • Patrick Titerickx, buurtinspecteur voor het Baudelopark, Vlasmarkt en omliggende straten.

Toelichting cijfers over de wijk door schepen Segers Gent heeft de kaap van 240.000 inwoners bereikt. Daarbij komen nog eens de 65.000 studenten die hier niet gedomicileerd zijn, maar die hier wel mee leven met de Gentenaren. In de Binnenstad zelf wonen er 17.083 personen op een oppervlakte van 2,67 km2. De bevolkingsdichtheid is dus zeer groot: 6.400/km2, terwijl dat voor heel Gent slechts 1.500/km2 bedraagt. Van de 19.500 kotstudenten die in Gent wonen, zijn er dat voor de Binnenstad niet minder dan 7.771. Het aandeel van andere nationaliteiten ligt in de Binnenstad op 13,2%, terwijl dat voor Gent algemeen 10% is. De gemiddelde leeftijd in de Binnenstad is 40,4 jaar, voor Gent algemeen is dat cijfer 39,8. De laatste 10 jaar hebben we een duidelijke bevolkingstoename vastgesteld: 12,6% tegenover 7,1% voor Gent algemeen. Ook opvallend is dat de Binnenstad vooral eenpersoonshuishoudens telt: 65%. Gezinnen met kinderen zijn hier dus relatief veel minder aanwezig dan in de andere wijken van Gent. Tot slot nog een interessant gegeven: in Gent algemeen heeft 31% van de huishoudens geen auto. De Binnenstad doet op dat vlak nog beter met maar liefst 40%.

04

Thema 1: Economie Vraag moderator:

Antwoord:

In het kader van KoBra (de heraanleg van de Korenmarkt, het Braunplein en omgeving) is de Korenmarkt nu al meer dan jaar een werfzone. Voor de meeste handelaars staat het water tot aan de lippen. Ze vragen niet alleen dat de werken sneller vooruitgaan, ze vragen ook om zo snel mogelijk na de werken de tram opnieuw tot op de Korenmarkt te laten rijden zodat de klanten terug kunnen komen. Schepen De Regge: De herinrichting van onze centrumpleinen is een belangrijke beleidsoptie. We zijn in de vorige legislatuur al begonnen met de herinrichting van enkele andere pleinen, maar nu is het de beurt aan de Korenmarkt en het Braunplein. De volksmond zegt: “Je kan geen omeletten bakken zonder eieren te breken.” De Stad Gent doet in elk geval al het mogelijke om de hinder tijdens openbare werken zoveel mogelijk te beperken. We begrijpen dat het moeilijk is voor horecazaken en voor inwoners van het getroffen gebied. Daarom hebben we van meet af aan goed gecommuniceerd over de werken en hebben we maatregelen opgenomen in het bestek om de toegankelijkheid zo groot mogelijk te houden. Zo hebben wij gesteld dat de handels- en horecazaken bereikbaar moeten blijven tijdens de werken, zowel voor klanten als voor leveranciers. We hebben er ook voor kunnen zorgen dat alle horecazaken tijdens de Gentse Feesten hun terrassen buiten konden zetten. We vragen daarvoor aan de aannemers om de delen waar terrassen kunnen staan en waarlangs de zaken toegankelijk zijn, prioritair af te werken. Handelszaken die hinder ondervinden van openbare werken, kunnen in bepaalde gevallen een beroep doen op het federale minderhinderfonds via de zogeheten ‘wet Dedecker’. De Stad Gent levert hiervoor het benodigde attest af, waaruit de onbereikbaarheid gedurende een bepaalde periode blijkt. Voor de aanvang van de werken organiseerde de Stad een klankbordgroep met uiteenlopende actoren uit de buurt. Tijdens de werken hebben we ook vertegenwoordigers van de horeca die de werfvergaderingen bijwonen. Op die manier proberen we de communicatie optimaal en te allen tijde actueel te houden. In het voorjaar van 2010 zal de Korenmarkt volledig afgewerkt zijn. Dan zullen we een groot evenement organiseren, zodat alle bewoners en bezoekers van Gent weten dat de Korenmarkt opnieuw toegankelijk is. De nieuwe Korenmarkt zal veel aantrekkelijker zijn dan de oude. We zullen er trots op kunnen zijn.

Vraag moderator:

Antwoord:

De handelaars vragen niet alleen dat de werken goed zouden vorderen, maar ze vragen ook naar ondersteunende maatregelen om deze laatste periode te overbruggen. Kan de Stad handelaars ondersteunen in deze situatie? Schepen De Regge: Zoals schepen De Regge al aangaf, bestaat op federaal niveau de ‘wet Dedecker’ die een beperkte ondersteuning biedt. Maar ook op Vlaams niveau bestaan er zaken die handelaars kunnen helpen. In de toekomst zullen we vanuit de Dienst Economie informatieavonden organiseren waarop we de maatregelen van de verschillende hogere overheden mee zullen toelichten.


05

Vanuit de Stad willen we vooral inzetten op een mooi en verzorgd centrum en op een goed verloop van de werken. We waken over de bereikbaarheid en stellen hiervoor gerichte eisen aan de aannemers. We zorgen er voor dat actoren uit de buurt nauw betrokken worden van bij de voorbereiding van de werken. Daarnaast voert de Stad acties en communicatie in het kader van ‘Gent Verwent’, waarbij we overal communiceren dat het centrum ondanks de werken bereikbaar blijft. Zo zijn we op 6 oktober al gestart met de campagne “Gent: zoveel winkelstad” en “Het is in Gent dat ge moet zijn.” Toen ontvingen alle handelaars op de Korenmarkt chocolaatjes die ze aan hun klanten konden uitdelen. Vraag moderator:

Zoekt de Stad verder naar een oplossing om het laden & lossen en de bereikbaarheid voor leveringen goed te organiseren, met respect voor het voetgangersgebied en voor de bewoners? Een aantal bewoners kaart immers conflicten aan met leveranciers, o.a. in de Hoogpoort, de Volderstraat, de Nederkouter en de Vlaanderenstraat.

Antwoord:

Schepen Temmerman: Laden en lossen in de Binnenstad is een moeilijk probleem. In het autovrije gebied mogen mensen zonder vergunning enkel tussen 18 uur ’s avonds en 11 uur ’s morgens binnen. Sommige leveranciers (voedingsmiddelen, apothekers,...) hebben wel een vergunning waarmee ze ook naast die uren mogen leveren. Die vergunningen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de dienst Mobiliteit en de Politie. Naar aanleiding van recente contacten met bewoners en handelaars hebben we afgesproken om meer controles te doen op het laden & lossen. Het Europees project Civitas voorziet specifiek middelen om het probleem van laden & lossen in de Binnenstad te onderzoeken en aan te pakken. De bedoeling is om met handelaars straat per straat na te gaan hoe we het probleem van laden & lossen daar kunnen oplossen. Er zijn momenteel al heel wat zones voor laden & lossen, maar de ervaring leert dat die afgebakende plaatsen te pas en te onpas ingenomen worden door andere voertuigen. Daardoor zien de leveranciers zich verplicht om ‘dubbel’ te parkeren, waardoor ze dan weer het doorgaand verkeer hinderen. Er komen niet alleen meer controles op laden & lossen; we gaan ook na hoe we die zones beter kunnen aanduiden. De Dienst Monumentenzorg en de Dienst Stedenbouw onderzoeken momenteel de mogelijkheden hieromtrent. We moeten immers niet alleen rekening houden met de wegcode, maar ook met de vele monumenten die aanwezig zijn in de Binnenstad. We zitten immers in een middeleeuwse stad waar veel wagens een plaats moeten zien te vinden. Daarom zullen we in overleg met alle betrokken actoren, ook met de handelaars, zoeken naar de beste oplossing voor het probleem van laden & lossen.

Vraag moderator:

Antwoord:

06

Bewoners en handelaars wezen ons op de problematiek van de mix van het soort handelszaken in de Binnenstad. Ze vragen hoe de Stad de kleine zelfstandige kan beschermen zodat die niet verder verdrongen wordt door nog meer grote winkelketens? “Gaan wij de bakker op de hoek ook nog verliezen?” klinkt het. Schepen De Clerq: De Stad neemt tal van maatregelen om de kleinere, typische en authentieke handelszaken te ondersteunen: • in het kader van het belastingreglement voor bedrijfsvestigingen geldt gedurende de eerste vijf jaar een vrijstelling van belasting voor handelsbedrijven kleiner dan 500 m2; • met het zogenaamde ‘starterscontract’ kan een handelaar die in Gent een zaak begint en die zich drie jaar lang laat bijstaan door een boekhouder, tot € 5.000 krijgen van de Stad. Dit geldt dus ook voor de kleinere handelszaken;

• we bieden tot € 10.000 aan premies voor gevelrenovatie van een handelszaak. Deze ondersteuning is enkel mogelijk voor handelszaken kleiner dan 1000 m2. In de Kuip werden hiervoor sedert 2004 al meer dan 100 dossiers goedgekeurd; • met de acties van ‘Gent Verwent’ willen we het handelsapparaat in het centrum promoten bij het grote publiek. Het zijn vooral kleinschalige winkels die deelnemen. Elke handelszaak kan zich ook bekendmaken op de website www.gentverwent.be; • we zetten ook in op grote evenementen die volk lokken naar het centrum en dus ook naar de winkels, zoals Sara-dag, Louis Louise; Vitrine, Flikkengala, de komst van de Sint,... De Stad trekt wel ook grotere handelszaken aan omdat we geloven dat een mix van handelszaken meer kansen biedt voor kleinere zaken in de omgeving van die grotere winkels. Gent telt trouwens nog altijd 80% kleine handelszaken.

Thema 2: Huisvesting en patrimonium Vraag moderator:

Antwoord:

De Kortrijksepoortstraat is een belangrijke toegangsweg naar het centrum van de stad, maar wordt echter ontsierd door een aantal hardnekkige gevallen van leegstand en verwaarlozing. Daarnaast zien we er tal van bouwwerven al lang stil liggen. Dit geeft de straat een verloederde en vuile uitstraling. Kan de Stad optreden tegen deze gevallen van leegstand en verwaarlozing in de Kortrijksepoortstraat. Schepen Temmerman: De Stad werkt met een lijst van leegstaande panden, waarvoor de eigenaars dan een ‘belasting op leegstand’ moeten betalen. Het basisbedrag is € 1.500 per pand en per jaar. Houdt de leegstand aan, dan wordt dit bedrag jaarlijks verdubbeld en dit tot het 5de jaar. Daarna blijft het bedrag constant. Zo hopen we de eigenaars aan te zetten om toch iets te doen aan hun leegstaand pand. Tot voor kort was leegstand Vlaamse materie, maar sinds vorig jaar beheert de Stad dit zelf. De controles gebeuren door de Dienst Wonen. Om de efficiëntie nog te verhogen, zullen de controleurs van de Dienst Wonen voortaan samenwerken met de mensen van de bouwpolitie, die bouwovertredingen moeten vaststellen. Zo zal een leegstaand pand meteen ook onderzocht worden op mogelijke bouwovertredingen en vice versa. Bij een controle op leegstand gaat een controleur van de Dienst Wonen ter plaatse en inspecteert het pand. Indien de ambtenaar leegstand en verwaarlozing vaststelt, maakt hij/zij een administratieve akte op die dan naar de eigenaar wordt verstuurd. De eigenaar kan de vaststellingen dan erkennen, waardoor het pand op de inventaris terechtkomt. Vanaf dat moment wordt er een belasting geïnd. Die heffing heeft dus een basisbedrag van € 1.500 per pand, per inventarisatie, per jaar. Voor panden met een gevelbreedte van meer dan 6 meter of met meerdere bouwlagen verhoogt dit bedrag. Eigenaars van panden die op de inventaris van leegstand staan, kunnen wel een opschorting vragen indien zij plannen hebben met het pand (bijvoorbeeld renovatie of nieuwe invulling).


07

Vraag moderator:

Antwoord:

Steeds meer woningen worden opgedeeld in kamerwoningen en verhuurd aan tijdelijke bewoners, niet zelden studenten. Dit gebeurt zelfs dikwijls zonder bouwvergunning. Hierdoor komt een gezonde mix van bewoning in het gedrang en neemt met de concentratie van vooral studenten jammer genoeg ook de overlast mee toe. Bewoners klagen deze situatie aan in o.a. de buurt van de Lange Violettestraat, de Tweebruggenstraat, de Muinkparkwijk,... Kan de Stad de trend van het opdelen van huizen een halt toeroepen? Schepen Temmerman: De Stad heeft hierop geanticipeerd door via het algemeen bouwreglement een verbod te stellen op het omvormen van “te beschermen eengezinswoningen naar een meergezinswoning” om zo het systematisch opdelen van eengezinswoningen in vooral studentenkamers tegen te gaan. Sinds deze legislatuur mogen woningen met een bewoonbare oppervlakte van minder dan 250 m2 niet langer opgedeeld worden. Woningen die groter zijn, kan men wel nog opdelen, maar dan moeten die nog minstens één woonentiteit van minimum 80 m2 bevatten. Aan het aantal weigeringen merken we dat we zo al hebben kunnen verhinderen dat meerdere woningen verder werden opgedeeld. We stellen echter vast dit verbod niet volstaat. We zien immers steeds meer de trend van studenten die samen een woning huren onder één contract. Op die manier is er zelfs geen effectieve opdeling nodig voor de eigenaar en dan kunnen we als Stad niet optreden. Door het succes van de Universiteit en de hogescholen komen er steeds meer mensen studeren in Gent, wat de druk op de huizenmarkt ook verhoogt. Daarom onderzoeken we samen met de onderwijsinstellingen hoe we het aanbod aan studentenkamers kunnen vergroten om zo de druk op de private huurmarkt te verminderen. Ook de onderwijsinstellingen zijn bijkomende studentenhuisvesting aan het bouwen: zo start de Universiteit Gent aan de Kantienberg met de bouw van zowat 600 nieuwe studentenkamers. We gaan momenteel ook na hoe we het bouwreglement eventueel kunnen wijzigen, om meer grootschalige studentenhuisvesting mogelijk te maken. Dit kan echter enkel op plekken die daarvoor geschikt zijn. Door enerzijds het aanbod te vergroten en anderzijds een strengere kwaliteitscontrole van de bestaande studentenwoningen op te leggen, hopen we de druk op de private huurmarkt toch wat te kunnen verminderen.

Vraag moderator:

Antwoord:

08

Zeer veel mensen zijn op zoek naar een huis in Gent, maar de prijzen op de woningmarkt swingen de pan uit. De Binnenstad maakt hierop geen uitzondering, integendeel. Kan de Stad iets doen om het aanbod aan betaalbare en degelijke woningen te vergroten? En kunnen er meer sociale woningen komen in de Binnenstad. Schepen Temmerman: Het is zeer moeilijk om in te breken in de markt. De vraag naar woningen in de Binnenstad is zeer groot, waardoor de prijzen ook hoog zijn. Op terreinen die Gent in bezit heeft, kan en zal de Stad samen met een promotor betaalbare woningen bouwen. Maar die terreinen liggen eerder buiten of op de rand van de Binnenstad. In de Binnenstad is er ei zo na geen beschikbare ruimte meer. Wat de sociale huisvesting betreft, hanteren we de regel dat een promotor die meer dan 50 woningen bouwt, minstens 20% sociale woningen moet voorzien dit is pas mogelijk als de straat voldoende breed is.

Uit een woonstudie die we vorig jaar hebben laten uitvoeren voor de hele stad, blijkt duidelijk dat het tekort aan woningen geldt voor alle groepen. We willen alle nieuwe woonprojecten in de stad aftoetsen aan dit onderzoek en promotoren er systematisch toe aanzetten om ook een bepaald percentage betaalbare woningen (‘budgetwoningen’) te voorzien. Promotoren zijn hier ook voor te vinden, want zij willen bovenal ook zekerheid dat er mensen zijn die hun woningen zullen huren of kopen. De huurmarkt is nog een groter probleem dan de koopmarkt. De huurmarkt krimpt immers voortdurend in. We merken dat veel woningen in Gent verhuurd worden door oudere particulieren. Deze woningen komen vaak toch te koop te staan doordat de eigenaars ouder worden en de last van de woning niet meer aankunnen, of door sterfgevallen. Samen met andere centrumsteden heeft Gent contact opgenomen met vertegenwoordigers van eigenaarsverenigingen om na te gaan op welke wijze we de kwaliteit van de huurwoningen kunnen opkrikken en hoe we deze woningen in de huurmarkt kunnen houden. De Stad overweegt ook de mogelijkheid om een verhuurbedrijf op te richten (via AG Stadsontwikkelingsbedrijf) om zo de betaalbaarheid en de kwaliteit van deze huurwoningen te garanderen. Wat sociale woningen betreft, tellen we in de Binnenstad 8,8% sociale huurwoningen. Het Gents gemiddelde bedraagt 12,5%. Dat is op zich geen klein percentage voor een stedelijk centrum, waar er ook zoveel niet-residentiële functies zijn. Nieuwe projecten met sociale woningen in de Binnenstad zijn niet evident. De grondprijs is hier zeer hoog en private ontwikkelaars zijn er actief. Ontwikkelaars focussen hier bovendien niet alleen op residentieel vlak, maar ook op de andere stedelijke functies. Er zijn ook niet veel grote sites waarop we veel sociale woningen kunnen bouwen. Hier en daar kan een sociale huisvestingsmaatschappij wel een voorkooprecht uitoefenen, of een opportuniteitsaankoop doen, maar dat zijn eerder kleinschalige projecten. Zo komen er in de Brusselsepoortstraat 11 huurwoningen en 30 sociale koopwoningen en in de Krevelstraat een 10-tal nieuwbouwappartementen (de bouw start najaar 2010). Vragen moderator:

Antwoord:

Ook over de woonkwaliteit kregen wij vragen van bewoners: jonge gezinnen met kinderen die in de Binnenstad komen wonen, vinden dat meer speel- en groenruimte noodzakelijk is voor een goede woonkwaliteit. Voorziet de Stad nog groen- en speelruimte in de Binnenstad? Schepen Balthazar: We leven nu eenmaal in een gedeeltelijk middeleeuwse en gedeeltelijk 19eeeuwse stad met als gevolg dat er in het centrum weinig open ruimte is. De laatste jaren zijn er in en direct rond de Binnenstad toch een aantal bestaande groene ruimten heringericht zoals het Koning Albertpark (het Zuidpark), waar we een nieuwe speelzone voor kleine kinderen hebben aangelegd en de Sint-Baafssite waar er voldoende ruimte behouden is voor vrij spel. Ook in het Muinkpark hebben we een speelzone aangelegd voor kleine kinderen, terwijl sommige mensen vonden dat dit niet mocht omdat het parkje beschermd is. Verder hebben we aan het Veermanplein ook een nieuwe groenzone met kindvriendelijke elementen gerealiseerd. Het buurtparkje in Ham hebben we als buurttuin ingericht en beschikt over een open speelloods. Tot slot denk ik ook aan het Ekkergemparkje: de vroegere parking van de politie maakte er plaats voor een parkje voor de buurt, met een grote picknicktafel en veel bloemen. Op het Emile Braunplein wordt er gewerkt aan de aanleg van een verdiepte ‘Green’, een bescheiden maar gezellig parkje in het echte hartje van de stad. Ook de Begijnhofdries en het Baudelopark zullen tijdens de komende jaren heringericht worden als groene ruimten met speelvoorzieningen. Aan het


09

Baudelopark wordt het basketbalveldje trouwens al op korte termijn heraangelegd. In de begroting van 2010 hebben we de aanstelling van een ontwerper voor het Baudelopark voorzien. In primeur kunnen we ook al meedelen dat de ‘Dag van het Park’ dit jaar in het Baudelopark zal plaatsvinden. Het is de bedoeling om dit moment aan te grijpen als start van een gesprek met de buurt over de toekomstige inrichting van het park. Ook het kleine en ietwat donkere parkje aan de Bijlokevest zal de Stad heraanleggen. Dat wordt dan een natuurlijke speelplek met een zogenaamd ‘vogelnest’ voor kinderen, een schommel, een parcours met kleine hindernissen, een boomhutje en een speelhuis. Daarnaast is het onze visie om op de pleinen en in verkeersarme straten van de Binnenstad eerder met bespeelbare kunst vorm te geven aan het speelweefsel. Ten slotte komen er afhankelijk van allerlei initiatieven her en der kleinere groene plekken, straatgeveltuintjes, groendaken en straatbomen bij die de stad een groener aanblik geven. De Groendienst werkt momenteel aan een ‘groenstructuurplan’, waarbij we nagaan wat er nog haalbaar is in de Binnenstad. Zo onderzoeken we of we de plek voor het oude justitiepaleis – nu nog een parking – kunnen inrichten als groene plek en pleiten we hiervoor bij de magistraten en bij het ministerie van Justitie. Antwoord:

Vraag bewoner:

Antwoord:

Schepen De Clercq: De Stad is zich bewust van de enorme dichtheid van de Binnenstad. Daarom zetten we vanuit de Jeugddienst in op de zogenaamde ‘Speelstraten’: straten die we tijdens een vakantieperiode verkeersvrij maken, zodat het tijdelijk een straat wordt voor spelende kinderen. Daarnaast hebben we ook de ‘Pretcamionette’, een bestelwagen vol met speelgoed, die tijdens vakantieperiodes overal langs kan komen. Kan de Stad eigenaars niet verplichten om leegstaande panden na verloop van tijd verplicht te koop aan te bieden tegen een redelijke prijs? Want nu is het zo dat de meeste eigenaars speculeren met die panden, in de hoop ze binnen een paar jaar voor nog meer geld te kunnen verkopen? Schepen Temmerman: In Nederland heeft men zo’n systeem en blijkbaar werkt dat daar goed. Een pand dat daar een aantal jaar op een lijst staat, kan door de overheid aangekocht worden tegen schattingsprijs. Ook in Frankrijk bestaat een dergelijk systeem. Hier is dat echter niet zo evident, maar de Vlaamse Regering discussieert hierover. Momenteel kunnen we dergelijke panden alleen maar opkopen via een procedure van onteigening en dan zijn we daar doorgaans vaak 2 tot 3 jaar mee bezig. Een onteigening moet immers goedgekeurd worden door de gemeenteraad, de Vlaamse Overheid én er moet een openbaar onderzoek aan voorafgaan. Bovendien kan je geen onteigeningsplan maken voor één enkele woning. Via het AGSOB (Stadsontwikkelingsbedrijf) benaderen we eigenaars van leegstaande panden met het oog op een eventuele verwerving. Zo kocht de Stad al enkele kavels op in de Binnenstad. Via het AGSOB worden die kavels dan terug bouwrijp gemaakt en aan kandidaat-kopers verkocht, conform een reglement dat hiervoor werd opgemaakt. Uw suggestie is echt iets dat we willen toepassen, maar momenteel is dat jammer genoeg wettelijk nog niet mogelijk.

10

Vraag bewoner:

In bepaalde buurten is er onvoldoende plaats om speelruimte te voorzien, zoals aan de Lange Violettestraat. Maar soms ligt er echter een speelruimte in de buurt en komt het er vooral op aan om te werken aan een veiligere doorgang naar die speelruimte.

Antwoord:

Schepen Balthazar: We doen dat ook in de mate van het mogelijke. Zo is de toegang naar de Visserij al vrij veilig gemaakt. Momenteel onderzoeken we de doorgang via de achterkant van de Lange Violettestraat, maar bewoners van de Visserij hebben al laten weten dat zij bezorgd zijn dat de aanleg van zo’n corridor hun rust zal verstoren. Er moet natuurlijk ook voldoende ruimte zijn om dergelijke corridors aan te leggen en momenteel is dat daar niet het geval. We hebben gezegd aan het buurtcomité Twee Poorten dat we dit verder willen onderzoeken, maar het is ook geen topprioriteit want qua aanwezigheid van groen scoort de buurt toch vrij goed met het Keizerpark, het vernieuwde Zuidpark, het Lousbergpark dat in 2010 opnieuw zal opengaan en dan nog een klein parkje dat we voorzien op het einde van de Visserij.

Vragen bewoner:

Antwoord:

In de Keizer Karelstraat (op de hoek met de Lange Boomgaardstraat) staat een stadswoning die al meer dan 10 jaar aan het verkrotten is. Waarom geeft de Stad niet zelf het goede voorbeeld? Schepen Peeters: We kennen het pand goed want het is een moeilijk dossier geweest. Die woning moet voor een groot stuk verdwijnen, want ze doorbreekt de huidige rooilijn. Diezelfde rooilijn bepaalt ook dat een nieuwe invulling maar een kleine of ‘ondiepe’ oppervlakte ter beschikking kan krijgen. Een drietal weken geleden hebben we contact gehad met de mensen van het Sint-Bavocollege. In het kader van de uitbouw van hun ‘Groene Zaal’ kunnen zij wel iets aanvangen met het betreffende pand. In de komende maanden zullen we de voorbereidingen treffen om dat pand over te dragen aan Sint-Bavo zodat zij snel kunnen starten met hun werken om het pand aan te passen.

Thema 3: Hinder en veiligheid Vraag moderator:

In een enquête hebben de studenten recent nog laten blijken dat ze de Overpoortstraat nog altijd zien als dé uitgaansstraat voor studenten. Maar een aantal hardnekkige gevallen van leegstand ontsieren de buurt. Wat kan de Stad doen om dit probleem aan te pakken?

Antwoord:

Schepen Temmerman: Hier geldt hetzelfde antwoord dat ik gaf op de vraag over de leegstand in de Kortrijksepoortstraat. Ik heb wel specifiek voor de Overpoortstraat de stand van zaken opgevraagd. Momenteel zijn er 5 panden geïnventariseerd als leegstaand of verwaarloosd en we zullen dit nauwgezet opvolgen.

Vraag moderator:

Nogal wat mensen hebben vragen gesteld over de veiligheid in de Overpoortstraat en over de nachtwinkels die men soms ‘openluchtcafés’ noemt: mensen kunnen daar alcoholhoudende dranken kopen en drinken die dan op straat. Men heeft het over afgeleide hinder: openbare dronkenschap, mensen die dronken een café binnenstappen, nachtlawaai, enzovoort. Kan de Stad daar iets aan doen?

Antwoord:

Burgemeester Termont: De wet verbiedt dat er alcohol verkocht wordt aan personen jonger dan 16 jaar. Er wordt ons gemeld dat nachtwinkels hier soms tegen zondigen. De LRD (de lokale recherchedienst) van de politiezone Gent volgt de nachtwinkels op en houdt op regelmatige tijdstippen acties in samenwerking met de FOD Voedselinspectie en de Sociale Inspectie. Het spreekt echter voor zich dat die nachtwinkels geen drank verkopen aan minderjarigen wanneer dergelijke acties worden georganiseerd


11

en het is bijzonder moeilijk om ze op heterdaad te betrappen. In de media hebben we al meermaals gezien dat door middel van uitlokking (een minderjarige alcohol laten kopen in een winkel) handelaars vaak in de fout gaan. De politie kan deze techniek echter niet gebruiken: het uitlokken van misdrijven is bij wet verboden en dat is maar goed ook! Ook tijdens de Gentse Feesten stellen wij problemen vast met jongeren die zich zat drinken met sterke drank die ze kopen in een nachtwinkel. Het college heeft recent beslist dat er maatregelen moeten komen om dergelijke fenomenen aan banden te leggen. Het kan echter niet dat die maatregelen er komen omwille van economische redenen. Een nachtwinkel is vaak een concurrent van een café, maar dat is nog geen geldige reden om bijvoorbeeld die nachtwinkel een vroeger sluitingsuur op te leggen of de verkoop van alcohol te beperken. Wel kunnen we ingrijpen op basis van feiten waarbij jongeren jonger dan 16 jaar in nachtwinkels alcoholische dranken kopen, of wanneer we een duidelijk verband kunnen aantonen tussen vormen van overlast en de nachtwinkel in kwestie. Vragen moderator:

Antwoord:

Zowel bewoners, studenten als uitbaters zijn vragende partij voor camerabewaking in de Overpoortstraat. Dit zou preventief kunnen werken en het zou bovendien kunnen helpen bij de identificatie na eventuele feiten. Burgemeester Termont: Over de vraag naar camera’s in de Overpoortstraat heeft het stadsbestuur al veel gediscussieerd en we twijfelen sterk. We mogen niet zomaar camera’s plaatsen op het openbaar domein. Volgens de Wet van 21 maart 2007 over de regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, gelden er een aantal verplichtingen wanneer men een bewakingscamera wil plaatsen en gebruiken met het oog op bewaking en toezicht. Men weegt steeds de noodzaak van het plaatsen van de camera’s af tegenover de privacy van de passanten. De wet voorziet dan dat de korpschef van de politie eerst een advies moet geven, waarna de aanvraag – bij positief advies van de korpschef – aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Camera’s plaatsen op het openbaar domein kan dus niet zomaar. Er moet een zeer goed evenwicht bestaan tussen het belang van het plaatsen van die camera’s enerzijds en de bescherming van het privéleven van de mensen die daar lopen anderzijds. Daarnaast gebiedt de wet ook dat enkel de politie de beelden mag bekijken en verwerken en dat men geen overbodige beelden mag maken. Het college ontving trouwens recent een gelijkaardige vraag van De Lijn die camera’s wil plaatsen aan bepaalde haltes. Deze vraag en die van de uitbaters in de Overpoort hebben verschillende dimensies. De Lijn biedt openbaar vervoer aan, terwijl de meeste feiten in de Overpoortstraat toch binnen in de horecazaken worden gepleegd. Camera’s zijn trouwens geen garantie dat het veiliger wordt, daarvan is London een akelig voorbeeld. Bovendien is de kans reëel dat de plaatsing van camera’s resulteert in meer vandalisme binnen in de cafés en in de omliggende straten. Moeten we daar dan ook camera’s plaatsen? We mogen niet evolueren naar een maatschappij waar er overal camera’s hangen, maar tegelijk moeten we ook de problemen kunnen aanpakken. Het college is toch niet geneigd om in te gaan op de vraag om camera’s te plaatsen in de Overpoortstraat.

Vragen moderator:

12

Gent is de grootste studentenstad van het land en veel mensen zijn daar trots op. Tegelijk zijn er heel wat mensen die klagen over de overlast die studenten soms veroorzaken: nachtlawaai, kotfuiven, vandalisme, het opentrappen of uitgieten van vuilniszakken, het stelen van verkeersborden, enzovoort. We ontvingen bovendien veel vragen over de studentendopen die almaar ‘vuiler’ worden. Het gaat dan niet alleen meer over het afval dat soms achterblijft in de parken, maar ook over feiten van openbare zedenschennis op plaatsen – vaak parken – waar vaak kinderen komen. Welk beleid wil de Stad hieromtrent voeren?

Antwoord:

Schepen Coddens: Een stad met veel studenten levert veel positieve zaken op, maar we mogen niet blind zijn voor de negatieve effecten. We willen enerzijds preventief optreden (bv. tegen nachtlawaai, kotfuiven, rondslingerende fietsen, foutief aanbieden van vuilnis en het openschoppen van de vuilniszakken,...), en wanneer de gecoördineerde preventieve aanpak niet helpt, dan treden we in samenwerking met de politie repressief op. Sinds september 2008 wordt studentenoverlast op het Gents grondgebied structureel aangepakt en opgevolgd met een draaiboek. Bij een eerste overlastmelding krijgt de veroorzaker van de overlast een brief ondertekend door de burgemeester, de schepen van Onderwijs en de stadssecretaris. In die brief wijst de Stad op het gedrag. De gemeenschapswacht geeft de brief persoonlijk af aan de studenten, geeft er een woordje uitleg bij en vraagt om het gedrag bij te sturen. Bij een tweede melding op hetzelfde adres ontvangen de studenten een tweede brief. Tegelijk stuurt de Stad een kopie van de brief naar de eigenaar van de woning. De tweede brief wordt afgegeven door de studentenpreventiecoach, die ook een bemiddelingsgesprek voert met de studenten en eventueel de betrokken bewoners. Bij een derde melding neemt de Politie het dossier over. Het is wel zo dat wanneer er daadwerkelijk geluidsoverlast is en de politie vaststellingen doet, men meteen proces-verbaal opstelt (in welke fase van het draaiboek men zich dan ook bevindt). We zien dat het aantal positieve vaststellingen daalt: vorig academiejaar telden we nog 75 opgestarte dossiers, waarvan er slechts drie zijn geresulteerd in een beboeting. De ombudsvrouw beaamt de daling van het aantal klachten. Gent is nu eenmaal een groeiende studentenstad en dat resulteert telkens in het begin van het academiejaar (oktober-november) en na de eerste halfjaarlijkse examens (februari- maart) in pieken van overlast, veroorzaakt door studenten. Feiten en klachten zullen er allicht altijd zijn, er zijn immers elk jaar nieuwe studenten, maar we doen er toch alles aan om dit goed op te volgen en in te dijken.

Vraag moderator:

Wat met de studentendopen? Een bewoner stelt voor om die niet langer toe te laten op openbare plaatsen.

Antwoord:

Schepen Coddens: We overwegen niet om dopen op openbare plaatsen te verbieden. Openbare plaatsen zijn er immers voor iedereen, voor jong en oud. Studentendopen zijn gestoeld op een zeer lange traditie. Wat we wel doen, is de dopen goed reglementeren. Zo moet elke studentenvereniging een erkenning aanvragen en worden alle verenigingen goed ingelicht over wat er kan en wat niet. We zien jammer genoeg altijd een aantal ‘spontane’ verenigingen die de afspraken niet kennen of ze overtreden. Ook de studenten vinden dat dit niet kan en zijn vragende partij om beboetend op te treden wanneer de afspraken niet worden nageleefd. De politiediensten hebben ons gemeld dat het Muinkpark dit jaar een tijd lang werkelijk overbezet was door studentendopen. In de toekomst zullen we er dan ook naar streven om de dopen meer te laten spreiden in ruimte, zodat er niet te veel dopen op dezelfde plaats doorgaan.

Vraag bewoner:

Het is goed dat de Overpoortstraat op drukke momenten opgevolgd en gecontroleerd wordt door de politie. Het ‘uitzwermen’ vanaf 2, 3 of 4 uur ’s morgens wordt jammer genoeg onvoldoende beveiligd. Sommigen berokkenen veel schade in de omliggende buurt. Burgemeester Termont: Ik ken en begrijp het probleem: ze vertrekken in alle richtingen vanuit de Overpoortstraat naar hun kot of naar huis en dat gedurende een lange tijdsspanne. De politie patrouilleert al zeer frequent in de studentenbuurten en er worden geregeld mensen opgepakt die zich niet gedragen. Maar op elke hoek van elke straat een politieagent laten posteren, is echt onmogelijk. Stedelijke Vernieuwing & Gebiedsgerichte Werking • Botermarkt 1 • 9000 Gent • tel. 09 266 82 49 • fax 09 266 82 59

13

Thema 4: Openbaar domein, milieu en vervuiling Vraag moderator:

Antwoord:

Nogal wat mensen klagen over hun straat die er slecht bij ligt. Zo vraagt men wanneer de Stad de heraanleg plant van volgende straten: Nieuwpoort, Jan Palfijnstraat, Keizer Karelstraat, Kantienberg, Bagattenstraat, Koepoortkaai, Julius De Vigneplein, Penitentenstraat, Kraanlei en Oudburg. Schepen De Regge: Iedereen heeft ondertussen wel al gemerkt dat we heel wat inspanningen doen voor de heraanleg van de Binnenstad. Al van in de vorige legislatuur werken we aan een mooier stadscentrum. Maar Gent is niet alleen het centrum; ook in de andere wijken moeten we straten aanpakken. En we kunnen natuurlijk ook niet alle opgenoemde straten ineens opnieuw aanleggen. Voor een aantal van de opgegeven straten hebben we echter wel al een heraanleg ingepland: • Jan Palfijnstraat: de heraanleg start binnenkort en de bewoners zijn hierover al ingelicht. De heraanleg kadert in een integrale heraanleg van de Gildestraat, Kalvermarkt en Zilverberg. Vlakbij zal ook de Oude Beestenmarkt in het kader van het project Nederschelde een volledige heraanleg krijgen. • Nieuwpoort: we zijn ons bewust van de slechte staat van die straat. In de voorbije jaren zijn daar echter veel private bouwdossiers geweest, waardoor de heraanleg keer op keer moest worden uitgesteld. De heraanleg zal echter niet meer in deze legislatuur worden opgestart. • Keizer Karelstraat: behalve een aantal delen van de trottoirs is er niets gepland en behoeft de straat technisch gezien geen heraanleg. • Kantienberg: de ontwerpopdracht voor de Kantienberg en het Kramersplein is lopende. Het bestek zal vermoedelijk in 2010 ter goedkeuring worden voorgelegd, waarna in 2011 de uitvoering kan volgen. • Kraanlei & Oudburg: een heraanleg is nog niet voorzien omdat het stadsbestuur zich eerst zal buigen over een eventuele uitbreiding van het voetgangersgebied. Pas wanneer daarover duidelijkheid is, kan een heraanleg gepland worden. • Algemeen: voor een reeks centrumstraten die in slechte staat zijn, zullen we wel nog in deze legislatuur de studie opstarten zodat de Stad die in de volgende legislatuur sneller kan heraanleggen. Hierbij denken we aan Nieuwpoort, Penitentenstraat, Koepoortkaai en Bagattenstraat (ontwerpopdracht wordt al midden 2010 gestart).

Vraag moderator:

Antwoord:

Over die Bagattenstraat schreven een paar mensen ons dat de voetpaden daar in zeer slechte staat zijn. De straat telt niet minder dan drie rusthuizen en daarom alleen al vraagt men of de Stad middelen heeft om de trottoirs aan te pakken? Schepen De Regge: De heraanleg van de trottoirs in de Bagattenstraat zullen we samen uitvoeren met de heraanleg van de rijweg. In afwachting voeren we wel lokale herstellingen uit waar nodig. Er zijn al herstellingen uitgevoerd in de Bagattenstraat, op basis van meldingen die wij ontvingen. Algemeen voor de trottoirs hebben wij het zogenaamde ‘Trottoiractieplan’ opgestart. Met dat plan investeren we in de periode 2009 – 2012 maar liefst 3 miljoen euro extra in het comfort van de voetgangers. Je kan er alles over lezen in het Stadsmagazine.

14

Specifiek voor de Binnenstad hebben we vorige week het actieplan voor dit gebied goedgekeurd. Per gebied pakken we gemiddeld 2.500 m2 voetpaden aan. Dat is goed voor een lengte van 1,5 à 2 km extra heraangelegd voetpad. In heel de stad gaat het om bijna 50.000 m2. Bij de selectie van de aan te pakken trottoirs, kijken we niet alleen naar de kwaliteit, maar ook naar het gebruik van de trottoirs. Deze werkwijze brengt ook mee dat quasi nooit volledige straten aan bod komen maar overwegend delen van straten. Concreet voor dit gebied zijn momenteel volgende straten geselecteerd: • Keizer Karelstraat (400m2) • Zuidstationstraat (270m2) • Muinklaan (210m2) • Sint-Lievenslaan (290m2) • Francois Benardstraat (850 m2) • Nieuwenbosstraat (200m2) • Sint-Annaplein (120m2) Delen van bovenstaande trottoirs zullen dus een heraanleg krijgen. In het trottoiractieplan selecteren we geen trottoirs die voorzien zijn in een geplande integrale heraanleg. Vragen bewoner:

Antwoord:

Wij zijn bij de gelukkigen: in de Hoogpoort hebben we al een volledig nieuwe straat gekregen. Maar onze straat is met dat karrenspoor in het midden heel gevaarlijk voor fietsers. Elke week krijgen wij mensen bij ons binnen met gebroken tanden en kaken. Schepen De Regge: Met dat karrenspoor wou de Stad teruggrijpen naar het verleden van de Hoogpoort. Het stadsbestuur heeft dat toen goedgekeurd, maar sindsdien hebben we daar al veel klachten over ontvangen. Recent heeft de dienst Erfgoed er mee ingestemd om de karrensporen te laten verwijderen. Wanneer dat precies zal gebeuren, staat nog niet vast. De dienst Wegen van de Stad Gent heeft intussen al veel inspanningen gedaan om die karrensporen minder glad te maken. Zo zijn medewerkers die sporen zelfs handmatig gaan uitfrezen. De karrensporen zullen dus uit de Hoogpoort verdwijnen, maar wanneer is momenteel nog niet duidelijk.

Vragen bewoner:

Ik heb 30 jaar in Latem gewoond, maar 5 jaar geleden ben ik naar het centrum van Gent verhuisd. Ik woon hier graag. Gent is echt een prachtige stad die in de laatste 10 jaar zoveel is verbeterd. Het verontrust me echter dat de Stad weinig groen voorziet in de straten en ik vind dan ook dat er een inhaalbeweging zou moeten gebeuren. De parken worden goed aangepakt, maar op sommige plaatsen – zoals aan het oude Justitiepaleis – zien we dat de verkeerde bomen aangeplant worden zoals berken waar zoveel mensen allergisch voor zijn. Waarom kunnen we eigenlijk niet eens een fruitboom plaatsen? Anderzijds voorziet men dan ook plantenbakken met taxus of oleander, twee giftige planten.

Antwoord:

Schepen Balthazar: Ik vind ook dat onze stad nood heeft aan meer groen en meer bomen. Dat is van zeer groot belang voor de kwaliteit van de lucht en voor de levenskwaliteit van ons allemaal. De keuze van bomen laat ik over aan specialisten. Zo’n drie maand terug hebben we in deze zaal het zogenaamde ‘Bomenplan’ voorgesteld aan een panel van specialisten uit heel Vlaanderen en we hebben applaus gekregen. Ons plan gaat verschillende aspecten na die meespelen bij de keuze van een bepaalde boom voor een bepaalde plaats (sterkte van de bomen tegen vandalisme, vervuiling,...). Een binnenstad biedt immers zelden ideale leefomstandigheden voor bomen.


15

Ik ben blij dat onze inspanningen voor de parken gewaardeerd worden. Met straatbomen hebben we wel wat problemen. Persoonlijk ben ik voorstander van bomen in de straten, maar vaak moeten daarvoor parkeerplaatsen wijken. Daarnaast moeten we ook een aantal regels in acht nemen, zoals de minimale doorgang voor voetgangers, de afstand tot de gevel (minstens 3 meter), we moeten rekening houden met ondergrondse leidingen, enzovoort. Dat maakt dat we vaak beperkt zijn om bomen te planten of in de keuze van het soort boom. Wat de opmerking betreft over de giftige bomen: als u die weet staan, geef ze ons door. We zullen dan nagaan of het echt onverantwoord is om die bomen daar te laten staan. Voor de suggestie van de fruitbomen oordeelt onze specialist dat een fruitboom leuk en goed is in een park, maar zeker niet als straatboom. De noten en het fruit kunnen immers voertuigen beschadigen en zacht fruit rot ook snel, waardoor een glibberige brij ontstaat die bovendien wespen aantrekt. Daarom kiezen we in Gent niet voor fruitbomen in straten. Vraag bewoner:

Antwoord:

Schepen De Regge: Enkele jaren geleden hebben de dienst Wegen en de dienst Stedenbouw een integraal plan voor de aanleg van het openbaar domein opgemaakt. De bedoeling was om te streven naar een meer gelijkvormige en consequente aanpak in het materiaalgebruik. Dat wil niet zeggen dat we alles overal in dezelfde materialen zullen aanleggen, maar wel dat we het openbaar domein meer leesbaar willen maken. Zo hebben we bijvoorbeeld op de Korenmarkt niet gekozen voor grijs, maar voor beige met schakeringen. Bij de keuze wordt altijd rekening gehouden met het karakter van de omgeving. We kiezen bijvoorbeeld ook voor rood voor fietspaden of fietssuggestiestroken. De herkenbaarheid voor alle weggebruikers blijft uiteraard van groot belang.

Vraag moderator:

Nu we het toch over esthetiek van de heraanleg van het openbaar domein hebben: iemand stuurde ons een kaartje met de vraag of u wel goed heeft nagedacht over de stadshal die op het Braunplein komt. Mensen hebben de maquette gezien en vrezen dat het ‘niet zal passen’.

Antwoord:

Schepen De Regge: Ik begrijp dat mensen zich hier zorgen over maken, maar we zijn daar echt niet over één nacht ijs gegaan. Het toenmalige college wou een ondergrondse parking op het Braunplein. Een referendum toonde echter aan dat een meerderheid van de bewoners gekant was tegen die parking. Daarop heeft het college een architectuurwedstrijd georganiseerd. Daar kwam een finaal ontwerp – van de architecten Robbrecht en Daem – uit waar de stadshal een fundamenteel deel van uitmaakt. Het Braunplein was tot op vandaag een ongedefinieerd plein dat met de komst van de stadshal opnieuw zal worden ‘ingedeeld’ in een parkje (met een grand café), een ‘echt Goudenleeuwplein’ en een ‘echte Poeljemarkt’. De Stadshal zal hierbij fungeren als een overdekte evenementenhal. Er is goed over nagedacht.

Vraag moderator:

Antwoord:

16

In veel steden gebruikt men meer en meer andere kleuren dan altijd het eentonige grijs voor de bestrating. Op veel plaatsen zou een kleur in de bestrating de boel toch wat kunnen opvrolijken.

Het parkje op het Sint-Annaplein is er de laatste 10 jaar sterk op achteruit gegaan: een storm velde een eeuwenoude boom, een andere oude boom die wat over de straat hing, werd bruusk gekapt, op veel plaatsen zijn de struiken verdwenen, waardoor de rust in het parkje meer verstoord wordt door het verkeer er rond. De lage afsluiting is aan vernieuwing toe, net als het standbeeld. Kan de Stad een grondige opfrisbeurt voor het Sint-Annaparkje voorzien? Schepen Balthazar: We zijn ons bewust van de situatie van het Sint-Annaparkje. In het voorjaar

zullen we er al nieuwe banken plaatsen. Eerst zouden we de boordsteen en het hekwerk rond het plein moeten aanpakken om daarna de beplanting onder handen te nemen. Voor de herstelling van de blauwe hardsteen hebben we kredieten ingeschreven en we hebben bijkomend krediet aangevraagd om ook een nieuwe afsluiting te plaatsen. Als dit weerhouden wordt, kunnen we in 2010 een dossier opmaken en kan de uitvoering volgen. Voor het opfrissen van de beelden in het park hebben we voorlopig nog niets voorzien. En toch nog deze belangrijke bemerking: door het drukke verkeer rond het parkje zal dit jammer genoeg geen volwaardig speel- en ontmoetingspark kunnen worden. Vraag moderator:

Antwoord:

Nog een laatste vraag over Openbaar Domein: Waarom duurt het zo lang vooraleer de Reep afgewerkt geraakt? Schepen De Regge: De heraanleg van de Reep maakt deel uit van het project Nederschelde en dat is een ingewikkeld project dat uit veel verschillende elementen bestaat. In het kader van dit project hebben we de jachthaven Portus Ganda al aangelegd, nieuwe bruggen gebouwd, de Bavo-fietsbrug en de fietsonderdoorgang aan de Sint-Jorisbrug aangelegd, de Rodetorenkaai aangepakt, enzovoort. De bouw van de nieuwe sluis is heel belangrijk voor het project. Zonder die sluis kunnen we de verbinding van de Reep, de Leie en de Scheldearm nog niet voltooien. Er is immers een niveauverschil van meer dan 2 meter in het water. Midden 2010 zullen we met de bouw van de sluis starten, maar eerst moeten we de elektriciteitscabine verplaatsen en de rioleringen verleggen. De bomen die er stonden en de laatste bomen die nu nog op de Oude Beestenmarkt staan – en die trouwens ziek zijn – zullen verdwijnen. Er komen nieuwe en gezonde bomen in hun plaats, van zodra de Oude Beestenmarkt is heraangelegd.

Thema 5: Mobiliteit Vraag moderator:

Bewoners van de Binnenstad hebben het steeds moeilijker om een parkeerplaats te vinden voor hun wagen. De bezoekers verdringen hen door op bewonersplaatsen te parkeren, terwijl er vaak nog plaats is in de ondergrondse parkings. Bewoners vragen zich ook af of het zogenaamde ‘standstill-principe’, het bevriezen van het aantal parkeerplaatsen binnen de kleine stadsring, wel rekening houdt met het stijgende bewonersaantal. Tot slot werd ons een acuut gebrek aan parkeerplaatsen gemeld in o.a. Keizer Karelstraat, Waaistraat, Isabellakaai, Keizersvest, Delvauxstraat, Gouvernementstraat, Tweebruggenstraat, de buurt van het zwembad Van Eyck, de buurt van de Lange Violettestraat, Notarisstraat, Universiteitstraat, de Muinkparkwijk, Wenemaerstraat, het Patershol,... Wat kan de Stad doen aan de vraag naar meer parkeervoorzieningen?

Antwoord:

Schepen Temmerman: Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat dit geen eenvoudig probleem is: we zitten in een middeleeuwse stad met smalle straten en we hebben niet veel ruimte voor parkeerplaatsen. We hebben ook ons ‘standstill-principe’: een afspraak met de Vlaamse Regering die stelt dat er binnen een bepaalde route geen parkeerplaatsen bijkomen in ruil voor meer investeringen in openbaar vervoer, zoals het doortrekken van tramlijn 1 tot Flanders Expo. Dat principe geldt echter niet als het gaat over nieuwe woonentiteiten. Als er nieuwe woonprojecten komen in de Binnenstad, dan vragen wij om bijkomende parkeerplaatsen te voorzien. Meestal worden die ondergronds voorzien. Het project aan de Vrijdagmarkt is daar een mooi voorbeeld van: er worden winkels en woningen voorzien, maar enkel voor de bewoners van die nieuwe woningen worden er parkeerplaatsen voorzien.


17

Wat bewonersplaatsen betreft: we kunnen onmogelijk alle straten in de Binnenstad voorzien van parkeerplaatsen voor bewoners, want de Binnenstad heeft nu eenmaal nog andere functies. We proberen een beleid te voeren waarbij we de auto’s tegenhouden aan de rand van de Stad. Daar kan men met de wagen terecht in de Park & Rides, van waaruit chauffeurs dan met het openbaar vervoer naar de Binnenstad kunnen komen. Op bepaalde momenten werkt dat systeem goed, zoals tijdens de Gentse Feesten. We krijgen ook meer vragen naar een P&R. Zo komt er in Ledeberg (tegenover Speurder) een nieuwe Park & Ride, van waaruit men vlot naar de Binnenstad kan met tram 4. Voor de bewoners zelf hebben we eerst en vooral de bewonerskaart. De tweede bewonerskaart hebben we goedkoper gemaakt, namelijk € 100 per jaar. In juni 2008 hebben we het reglement op het straatparkeren aangepast ten voordele van de bewoners: zo is het straatparkeren gevoelig duurder geworden en het centrumgebied is uitgebreid. In het centrumgebied is parkeren duurder dan daarbuiten. We leiden parkeerzoekend verkeer liever zo snel mogelijk naar een ondergrondse parking aan de rand van het centrumgebied, zodat al dat verkeer geen rondjes blijft draaien in de woonstraten in het hartje van de stad. Het regime van avondparkeren bestond vroeger enkel in de buurt van de Kinepolis, maar we hebben dit uitgebreid naar het centrum na klachten van bewoners. We proberen systematisch meer bewonersparkeerplaatsen te voorzien, maar nooit een volledige straat omdat zo niet alleen bezoekers, maar ook bijvoorbeeld dokters geen mogelijkheid meer hebben om daar te parkeren. Hetzelfde geldt voor mensen met een handicap: ook zij mogen niet parkeren op een parkeerplaats die voorzien is voor bewoners. Schepen Segers gaf het daarnet nog aan: steeds meer mensen doen het zonder auto en die trend zien we duidelijk in de Binnenstad. Iedereen heeft het vandaag over de Klimaattop in Kopenhagen, maar wij moeten er hier naar streven om minder gebruik te maken van onze wagen voor onze verplaatsingen en meer gebruik te maken van openbaar vervoer, de fiets, of om gewoon te voet te gaan. Dit is een proces dat veel tijd zal vragen, maar we zien toch al een mentaliteitswijziging. In de 9 jaar dat ik schepen ben, merk ik toch een kentering: mensen rijden minder met de wagen en mensen rijden ook al minder snel. Vraag bewoner:

Vraag moderator:

Antwoord:

18

In de Kortrijksepoortstraat hebben we al jaren een probleem met de taxi’s: ze rijden als hooligans: ze rijden veel te snel en ze steken de hermelijntrams voorbij. We vrezen dat er ooit een dodelijk ongeval zal gebeuren. Bovendien liggen de kasseien waar de taxi’s over rijden zeer slecht. We vragen al jaren om de taxi’s meer te controleren. We hebben zelfs al een petitie georganiseerd en de dienst Mobiliteit al meermaals aangeschreven Bewoners van dezelfde as (Nederkouter, Kortrijksepoortstraat) hebben de vraag gesteld om een manier te zoeken om hen gemakkelijker te laten laden & lossen. De mensen vragen of de Stad er niet een paar parkeerplaatsen voor kortparkeren kan voorzien Schepen Temmerman: Het probleem van laden & lossen in de Kortrijksepoortstraat en de Nederkouter is terecht, maar tegelijk bijzonder moeilijk op te lossen. Er spelen op die as vele en dikwijls totaal tegengestelde belangen, zodat het soms lijkt alsof we water en vuur moeten zien te verzoenen. Openbaar vervoer en fietsers, de invalsas voor auto’s en een woon- en winkelas,... In het kader van het CIVITASproject, een Europees project waaronder een aantal initiatieven worden gebundeld over duurzame mobiliteit, wordt onder andere een overlegplatform gecreëerd voor duurzame stadsdistributie. Dit betekent o.a. dat de laad- en losproblematiek in de Binnenstad wordt bestudeerd met de Vlaanderenstraat als proefproject. Maar het zal duidelijk zijn dat ook de as Kortrijksepoorstraat – Nederkouter aan bod zal moeten komen. Wanneer dit zal gebeuren, is nog niet duidelijk aangezien we ons nu nog in de opstartfase van dit project bevinden. In elk geval, als de as in kwestie aan de beurt is, zullen we ook het laden & lossen voor bewoners bekijken als specifiek probleem.

Wat de taxi’s betreft: we hebben een speciaal reglement voor taxi’s, dat trouwens decretaal is vastgelegd. We zijn zelfs verplicht om taxivergunningen te blijven verstrekken zolang we niet komen aan 1 taxi per 1000 inwoners. We moeten in Gent dus zo’n 240 taxi’s tellen. Dat is bepaald door het decreet. De taxisector is echter niet goed georganiseerd, waardoor we niet altijd de juiste gesprekspartner vinden om problemen aan te kaarten. Zo zijn er taxibedrijven die zich perfect aan de regels houden, maar er zijn er ook die dat niet doen. Bovendien werken de meeste taxichauffeurs in Gent zelfstandig. De burgemeester en ik hebben onlangs een overleg gehad met de politie om een traject uit te stippelen om de taxi’s strenger te controleren. Het gaat daarbij niet alleen over de cowboystijl van sommige taxi’s, maar ook over misbruiken op economisch vlak. Maar zeker ook de snelheid – eigenlijk de bevoegdheid van de burgemeester – zal in de toekomst strenger gecontroleerd worden. Antwoord:

Vraag bewoner:

Antwoord:

Vraag moderator: Antwoord:

Vraag bewoner:

Antwoord:

Burgemeester Termont: We krijgen over de hele stad klachten over overdreven snelheid, al stellen we vast dat de globale gemiddelde snelheid de voorbije jaren al gedaald is. Als we klachten en vragen krijgen over overdreven snelheid, dan plaatsen we doorgaans een snelheidsmeter die de snelheid toont aan de chauffeur die er rijdt. Dat toestel registreert tegelijk de snelheden en zo kunnen we statistieken krijgen. Als blijkt dat er effectief te snel gereden wordt, dan plaatsen we een echt flitsapparaat en worden er boetes uitgedeeld. Bewoners meldden ons dat de parkeerplaatsen voor bewoners ’s avonds vaak ingenomen worden door niet-bewoners. Ze vragen dan ook of er meer controles kunnen komen op die bewonersplaatsen? Schepen Temmerman: Het Parkeerbedrijf heeft een tijd gekampt met problemen bij de uitvoering van de parkeercontrole, waardoor de capaciteit en bijgevolg de controlefrequentie sterk inkromp. De politie heeft de controles een tijdje overgenomen, maar beschikt niet over voldoende tijd en manschappen om zich te focussen op het uitdelen van parkeerboetes. Sinds 1 december 2009 is dat probleem opgelost, waardoor de controles nu terug opgetrokken zijn. Er wordt zeker rekening gehouden met de controle na 19 uur en controles op voorbehouden bewonersplaatsen. De mensen vragen ook of de politie ook controleert op parkeerinbreuken. Burgemeester Termont: De firma’s die belast zijn met de controles op betalend parkeren zijn niet gemachtigd om iemand te bekeuren die op een gele lijn of op een zebrapad geparkeerd staat. Het kan dus gebeuren dat iemand een bekeuring krijgt omdat die niet betaald heeft om te parkeren, terwijl de wagen achter hem ongestraft blijft, al staat die dan misschien zelfs op het voetpad. Dergelijke firma’s kunnen dus enkel retributies opleggen aan mensen die hun parkeergeld niet betalen. Verkeersinbreuken kunnen zij niet bekeuren. Ik stel vast dat er voor elk feest speciale bussen en trams ingezet worden, maar voor een langdurig project zoals Kobra dat al het tram- en busverkeer in de Binnenstad blokkeert, kan men blijkbaar geen shuttledienst inleggen. Mensen die minder mobiel zijn, hebben het echt wel moeilijk om de afstand van 4 tot 5 haltes te voet af te leggen. Schepen Temmerman: Ik vind die vraag en die kritiek zeer terecht. Collega De Regge en ik hebben al meermaals aan De Lijn gevraagd om zich beter te organiseren en om beter te communiceren. Een aantal haltes is weg, maar veel mensen weten vaak ook onvoldoende waar een bepaalde tram of bus dan tijdelijk wel een halte heeft. Als Stad zijn wij jammer genoeg niet bij machte om De Lijn zaken op te leggen. Wij delen uw bedenkingen en wij zullen dit blijven aankaarten bij De Lijn, maar we kunnen hen dus niet dwingen. Stedelijke Vernieuwing & Gebiedsgerichte Werking • Botermarkt 1 • 9000 Gent • tel. 09 266 82 49 • fax 09 266 82 59

19

Vraag moderator:

Mensen vragen ons of de P-route in het Patershol blijft waar ze nu ligt? En zo ja, of er dan toch iets kan worden gedaan aan het wegdek van die P-route. Al dat verkeer over de kasseien van de Kraanlei en de Oudburg veroorzaakt heel wat lawaai en trillingen voor de omwonenden.

Vraag bewoner:

Ik zag daarnet de deken van het Patershol en we hadden het over de plannen om de P-route te verplaatsen van de Kraanlei en Oudburg naar de Geldmunt. Vandaar de vraag om bij overleg hierover toch ook zeker alle bewoners uit te nodigen die uiteindelijk de lasten zullen moeten dragen, en niet alleen de bewoners van de Kraanlei en de Oudburg.

Antwoord:

Schepen Temmerman: Er bestaan inderdaad ideeën om de P-route te verplaatsen, maar er staat heel duidelijk in het bestuursakkoord dat we hierover in dialoog zullen treden met de betrokken bewoners en handelaars, niet alleen van de as Kraanlei/Oudburg zelf, maar van de ruime omliggende buurt. We zullen dit stapsgewijs organiseren, met verschillende vergaderingen per deelbuurt.

Antwoord:

Schepen De Regge: Wij zullen pas tot de heraanleg van Kraanlei en Oudburg overgaan als er een beslissing is of deze as P-route blijft, dan wel voetgangersgebied wordt.

Vraag bewoner:

Antwoord:

In de Geldmunt zijn er geen parkeerplaatsen. Mensen die werken uitvoeren of verhuizen, ondervinden hierdoor grote problemen. De tram en het verkeer moeten immers kunnen blijven rijden. Kan de Stad niet één tijdelijke parkeerplaats voorzien op de plaats waar nu de werf is voor de restauratie van het Gravensteen, zodat mensen dan daar tijdelijk kunnen stationeren? Schepen Temmerman: Ik heb dit genoteerd en we zullen nagaan of dit kan.

Thema 6: Cultuur, vrije tijd en dienstverlening

20

Vraag moderator:

Een vraag over de Gentse Feesten: ondanks het positieve overleg tussen de Stad, organisatoren, stadsdiensten en bewoners, vraagt een groep toch een aantal bijkomende inspanningen om de leefbaarheid van de bewoners van de Binnenstad tijdens die 10 dagen tegemoet te komen. Zo vraagt men om de einduren te vervroegen en om na te denken over bijvoorbeeld een rustdag of een geluidsluwe dag tijdens de feesten.

Antwoord:

Schepen Decaluwe: Wij hebben de gewoonte om over de Gentse Feesten breed overleg te organiseren. De voorbereidingen en de coördinatie van de Gentse Feesten starten maanden op voorhand. Tijdens die periode evalueren we altijd de voorgaande editie en doen we aanpassingen, ook om de overlast zoveel mogelijk te beperken. Die overlast is er, dat erkennen we. Tijdens de Gentse Feesten vergaderen we iedere ochtend en een aantal bewoners neemt ook deel aan die vergaderingen. De suggestie om een rustdag in te lassen in de feestenperiode wil ik onderzoeken op voor- en nadelen, al vrees ik dat we zoiets moeilijk kunnen organiseren. Over de einduren heerst er vaak heel wat onduidelijkheid, want op heel wat pleinen is het al voor middernacht stil. Wat nieuwe pleinen betreft: in 2009 was het Laurentplein een nieuw gegeven voor de Feesten en we zullen dit plein herbekijken in functie van het beperken van de overlast voor de omliggende buurt. Op de Korenmarkt zijn de werken nu nog bezig, maar het plein zal klaar zijn tegen de Gentse Feesten en de organisator van de Korenmarkt, de dekenij, wil het een stuk rustiger houden. We werken echt wel aan de leefbaarheid voor de centrumbewoners.

Vraag moderator:

Antwoord:

We ontvingen een paar kaartjes van bewoners die zelf een kaartje in de bus kregen van de Vlaamse Overheid die middelen ter beschikking stelt aan senioren om een computer te kopen en computerlessen te volgen. Zij wilden weten wat de Stad doet om de digitale kloof te helpen dichten. Schepen Tapmaz: Eén van de baselines van de Stad Gent is: “Gent, stad van kennis en cultuur, toegankelijk voor iedereen.” Niet iedereen heeft echter die kansen, die toegankelijkheid en dan hebben we het vooral over kansarmen, senioren, allochtonen,... We weten dat 35% van de Vlamingen vandaag nog geen internetaansluiting heeft. De Stad onderneemt dan ook allerlei acties om mee de digitale kloof te dichten: • we hebben 77 openbare computerruimtes in Gent (een plan is te verkrijgen in de stadswinkel of bij Gentinfo op 09 210 10 10); • we zoeken naar manieren om de kwaliteit van de computerruimtes in Gent te verhogen; • we proberen gerichte en laagdrempelige cursussen en infomomenten te organiseren; • er zijn ook mensen die kunnen helpen bij bepaalde verrichtingen op de computer, zoals bij een sollicitatie; • we recycleren oude pc’s van de Stad Gent en schenken die aan het departement Onderwijs zodat ze nog een functie kunnen hebben voor leerlingen; • we organiseren ook tal van workshops en vormingen tijdens de ‘De Digitale Week’ van 5 tot 12 maart.

Vraag bewoner:

Naast het Van Eyck zwembad zijn de enige sportvoorzieningen die de Binnenstad heeft, privéinitiatieven. Kan er geen volwaardig sportcomplex voorzien worden in de Binnenstad?

Antwoord:

Schepen Peeters: Ik vrees dat we voor het optrekken van een nieuw sportcentrum in de Binnenstad enorm veel mensen zouden moeten onteigeningen of een park zouden moeten opofferen. Ik zou echt niet weten waar we in het hartje van de stad een sportcomplex kunnen neerzetten. Rond het centrum komen er wel een aantal wijksportzalen bij, onder andere aan de Dampoort en in het Sluizeken. In de Binnenstad hebben we dus inderdaad naast het Van Eyck zwembad geen sportcomplex, maar we hebben er ook geen ruimte voor. We proberen wel om her en der kleinschalige sportelementen te voorzien in openlucht, op pleinen en in parken. Het gaat dan over centrum kunnen we niet veel meer doen dan dit.

Contactpersoon VAN GEBIEDSGERICHTE WERKING VOOR UW WIJK JORIS VAN EECKHOVEN: [email protected] of 09 266 82 52 LUC ROGIEST: [email protected] of 09 266 82 58


21

Wijkdebat Gent-Binnenstad 10 december 2009 Auditorium De Schelde Provinciaal Administratief Centrum Woodrow Wilsonplein 2, Gent

Recommend Documents