wij willen schone kleren
1 6 | V A K B E W E G I N G 8 0 1 | 2 5 m aa r t 2 0 14 |
© Taslima Akhter
| I n t e r n a t i o n a a l | L e n t e c a m p a g n e We r e l d s o l i d a r i t e i t |
De Rana Plaza-ramp heeft de wereld geschokt. Een iconische foto van Taslima Akhter die de hele wereld rondging.
‘Made in Bangladesh’ Op 24 april 2013 stortte het Rana Plaza – complex in Dhaka Bangladesh in. Hierbij kwamen 1129 kledingarbeidsters om het leven: de grootste industriële ramp in de kledingsector ooit. Vijf maanden voordien stierven meer dan 100 mensen in een brand van Tazreen Fashions. Slechts twee rampen in een hele reeks ongelukken in de Bengaalse kledingfabrieken. Ondertussen is er een veiligheidsakkoord afgesloten, ondertekend door meer dan 115 westerse merken en modebedrijven, die in Bangladesh kleren bestellen. Is dit een historische stap naar meer veiligheid voor de stiksters die onze kleren maken?
Historisch akkoord? Het zogenaamde Brand- en Gebouwveiligheidsakkoord voor Bangladesh* wordt gezien als een historisch
akkoord omdat het de eerste keer is dat merken ook gaan betalen voor de renovaties en zo expliciet hun verantwoordelijkheid nemen. Het zijn de eer-
ste stappen naar een veiligere kledingindustrie in Bangladesh. Meer dan 1600 fabrieken zullen door deskundigen worden geïnspecteerd inzake (brand)veiligheid. De eerste inspecties zijn gestart in november 2013. “Zonder deze aanpak zullen we nog verschillende Rana Plaza’s meemaken,” is een veelgehoorde opmerking in Bangladesh. Investeren in brand- en gebouwveiligheid is absoluut nodig om toekomstige rampen te vermijden. De Schone Kleren Campagne en Wereldsolidariteit vragen
*Wat omvat Veiligheidsakkoord? Het Veiligheidsakkoord, ondertussen ondertekend door meer dan 115 modemerken en kledingketens, bevat volgende elementen: · onafhankelijke en transparante fabrieksinspecties waarbij de rapporten worden gepubliceerd; · verplichte doorvoering van verbeteringen bij gebreken aan de gebouwen; · de toegang voor vakbonden in de fabrieken; · de oprichting van gezondheid- en veiligheidscomités voor de werknemers; · het recht voor werknemers om onveilig werk te weigeren (in lijn met IAO-conventie 155); · cruciaal in het akkoord is dat merken zich ook engageren om de renovaties te betalen om de fabrieken veilig te maken. Hierdoor kan het akkoord mensenlevens redden. Voor de gedetailleerde inhoud van het akkoord en een up-to date lijst van ondertekenaars: www.bangladeshaccord.org
Alenur Begum (35:) “Ik raakte gewond in de brandende Tazreenfabriek, maar niemand helpt me”
Eerlijke compensatie Het minder goede nieuws is dat negen maanden na de ramp de gewonde werknemers en de families van overledenen nog altijd wachten op een eerlijke schadevergoeding. Compensatie voor omgekomen slachtoffers en blijvend gekwetste arbeidsters, voor het verlies aan inkomen en voor de medische kosten. De Bengaalse overheid, de fabriekseigenaars en de westerse modemerken zijn hier aansprakelijk voor. Naast de fysieke pijn en de psychische trauma’s, is ook de financiële situatie van de betrokken arbeidsters acuut. De medische kosten stapelen zich op, zonder dat ze een inkomen hebben. Sommige modemerken hebben al initiatief genomen, maar een overkoepelende aanpak blijft uit. Daarom heeft de Internationale Arbeidsorganisatie samen met vakbonden, ngo’s, de Bengaalse overheid en een aantal betrokken merken een voorstel voor een gezamenlijke compensatieregeling uitgewerkt. Het blijft de vraag welke kledingketens die bij Tazreen en/of Rana Plaza kleren bestelden, in dergelijke regeling zullen stappen. Eind 2013 doen Loblaw, Primark en Bon Marché en El Corte Inglés alvast mee voor de slachtoffers van Rana Plaza. Waar wachten de andere merken nog op?
Facts & figures Bangladesh · · · · · · ·
Tweede grootste kledingproducent na China 5000 fabrieken Meer dan 4 miljoen mensen werken in de kledingindustrie, voornamelijk vrouwen Kledingindustrie zorgt voor 76% van de export Meer dan 2000 doden bij branden en instortingen sinds 2005 Laagste lonen in Azië: minimumloon 50 euro/maand, vakbonden eisen 81 euro Vakbondsleden worden geïntimideerd of ontslagen
Hongerlonen Na de instorting van Rana Plaza werd opnieuw duidelijk dat kledingarbeidsters aan een hongerloon werken. Soms moet zelfs driekwart en meer van het loon aan de huur van een krot worden betaald. Dit probleem stelt zich niet enkel in Bangladesh. Kledingarbeidsters kunnen zo goed als nergens in Azië met het verdiende loon in hun levensonderhoud voorzien. Maar het minimumloon van 3000 taka (30 euro) per maand voor de stiksters in Bangladesh was wel extreem laag. In de nasleep van Rana Plaza riep de Bengaalse regering daarom een zogenaamde looncommissie in het leven om een voorstel van nieuw minimumloon uit te werken. De vak-
bonden stelden een minimumloon voor van 8114 taka (81 euro), gebaseerd op de voedselprijzen en de verschillende noodzakelijke kosten (wonen, gezondheid, onderwijs, …). De werkgevers wilden niet meer dan 3600 taka (36 euro) betalen, wat zelfs de kostenstijging door de inflatie niet dekt. Als gevolg hiervan brak in september 2013 massaal protest uit waardoor minstens 400 kledingfabrieken tijdelijk hun deuren moesten sluiten. Ondertussen is het maandloon verhoogd tot 50 euro, maar dit is nog ver van de 81 euro die de vakbonden als minimumloon vragen: een redelijke eis, want onafhankelijke instanties geven aan dat 100 euro een leefbaar loon zou zijn.
17 | V A K B E W E G I N G 8 0 1 | 2 5 m aa r t 2 0 14 |
© Karel Hemerijckx
met klem dat de bedrijven die aankopen in Bangladesh alsnog het akkoord ondertekenen en vooral mee uitvoeren. Hopelijk kan dit akkoord ook model staan voor andere landen, zoals Cambodja, Pakistan, China, Indonesië en Myanmar. En helemaal goed zou zijn als er een gelijkaardige samenwerking wordt uitgewerkt voor andere problemen in de kledingsector zoals het uitblijven van een leefbaar loon en kortetermijncontracten.
wij willen schone kleren | I n t e r n a t i o n a a l | L e n t e c a m p a g n e We r e l d s o l i d a r i t e i t |
Jef Van Hecken blogt vanuit Dhaka
1 8 | V A K B E W E G I N G 8 0 1 | 2 5 m aa r t 2 0 14 |
“Vernieuwen van het volledige personeelsbestand is hier een strategie om vakbondswerk in de kiem te smoren” “Bangladesh heeft voldoende wetgeving die werknemers de mogelijkheid geeft om zich vrij te organiseren. Dat is niet het probleem. De internationale arbeidsnormen zijn onderschreven. Maar het is de omzetting naar de praktijk die ontbreekt”, benadrukt Van Hecken vanuit Dhaka. Het is bijzonder moeilijk om in Bangladesh als vakbond een officiële erkenning te krijgen van het ministerie van Arbeid. “De regelgeving voorziet dat een aanvraag tot vakbondserkenning de namen van de leiders en leden moet bevatten. Het ministerie zendt deze namenlijst ter controle naar de onderneming. Met als gevolg dat de betrokken werknemers ontslagen worden vooraleer van effectieve vakbondserkenning sprake is. Deze werkwijze speelt in de kaart van de bedrijfsleiders van de kledingfabrieken en maakt echt vakbondswerk in de sector zo goed als onmogelijk”, aldus Van Hecken. Ontslag en intimidatie zijn schering en inslag in de kledingsector in Bangladesh. “Dikwijls hebben arbeiders geen geschreven contract, zodat het bijzon-
der moeilijk is om voor je rechten op te komen. Als je baas dan nog weigert je rechtmatige (karige) loon op tijd uit te betalen, dan ben je helemaal een gevangene. Een andere strategie om vakbondswerk in de kiem te smoren is alle arbeiders de laan uit te sturen en nieuwe mensen aan te werven. Zo zijn er fabrieken waar geen enkele arbeider langer dan vijf jaar in dienst is. Op die wijze vermijdt de onderneming ook dat ze anciënniteitsvergoedingen moet betalen. Sommige eigenaars deinzen er zelfs niet voor terug hun bedrijf te sluiten en enkele maanden later opnieuw te starten met nieuwe arbeiders”, weet Van Hecken.
Syndicaal werk bijzonder moeilijk In de Bengaalse kledingfabrieken zijn amper veiligheidscomités aanwezig. “Eind 2012 hadden slechts 134 van de meer dan 5000 kledingbedrijven een comité. In de praktijk zijn daarvan amper 20 effectief werkzaam. Op andere plaatsen heeft het management dergelijk comité samengesteld, zonder de verplichte verkiezing door
de arbeiders zelf. Het zijn zogenaamde ‘pocket comités’ om de buitenwereld, inclusief de merken, zand in de ogen te strooien. Ze spelen geen rol van betekenis, zelfs niet met betrekking tot veilige werkomstandigheden”, aldus Jef Van Hecken. Syndicaal werk is in de Bengaalse kledingindustrie dus bijzonder moeilijk. “Vakbondswerk gebeurt hier vooral buiten de fabriekspoorten. Maar ook dat is geen sinecure, al is het maar omdat arbeiders heel veel van werkgever veranderen. In de praktijk riskeert een syndicalist hier zijn inkomen, intimidatie – ook van zijn gezinsleden – en fysiek geweld”, vertelt onze man in Dhaka. “Het is dan ook geen wonder dat er geen sterke vakbonden zijn in Bangladesh. Werknemers zien straatgeweld vaak als enige uitweg om hun woede en hun eisen kenbaar te maken. De meeste vakbonden hebben slechts 1000 tot 1500 leden. NGWF, de grootste vakbond die ook lid is van de internationale Schone Kleren Campagne, telt 37.000 leden.” besluit Van Hecken. www.mo.be/wereldblog/jef-van-hecken
De toestand in Bangladesh wordt op de voet gevolgd door Wereldsolidariteit-medewerker Jef Van Hecken. Hij woont en werkt in Dhaka, op zowat dertig kilometer van het Rana Plazacomplex dat instortte. Van Hecken blogt regelmatig over zijn leven en belevenissen daar.
Campagne ‘Wij willen schone kleren’
Wij Willen
schone kleren
De Rana Plaza-ramp heeft de wereld geschokt, ook de westerse kledingindustrie voelt zich mee verantwoordelijk. De consumenten zijn mondiger dan ooit en willen graag ‘schone kleren’ kunnen kopen. Wereldsolidariteit wil dit momentum aangrijpen om in het voorjaar van 2014 massaal actie te voeren en heel concreet Belgische kledingketens mobiliseren om ‘schone kleren’ in de rekken te hangen.
Goed bezig Heel veel kledingketens en merken hebben momenteel een gedragscode op papier, vaak onder druk van de consument. De grote vraag is of deze code ook in de praktijk wordt nageleefd in de fabrieken waar zij hun orders plaatsen. Een goede vakbondswerking op de werkvloer is de beste garantie hiervoor. Op vlak van ‘leefbaar loon’ en ‘onafhankelijke controle’ scoren heel wat minder bedrijven goed. Toch zijn er ook bedrijven die grote stappen zetten in de richting van schone kleren. Merken en modeketens die lid zijn van de Fair Wear Foundation (FWF)* hebben een goede gedragscode die ze moeten toepassen – inclusief leefbaar loon en vakbondsvrijheid – en ze onderwerpen zich aan externe controle, wat ontzettend belangrijk is. Onder meer de bekende merken Filippa K, Jack Wolfskin, Mc Gregor en Kuyichi zijn aangesloten bij FWF. Momenteel zijn slechts vier Belgische bedrijven lid, waaronder de modeketen May-
Steun
K l e D in G
ARBeiDSteRS in BAnGlADeSh
Be96 7995 5000 0005
ontwerp je eigen t-shirt op wijwillenschonekleren.be
erline. Omdat de kledingketen zo ingewikkeld is, met onderaannemingen en verschillende leveranciers, ben je nooit 100% zeker dat alles ‘schoon’ is, ook bij deze bedrijven niet. Maar de FWF-leden zetten alvast heel grote stappen.
Dit is Belgisch Begin 2014 zijn vier Belgische bedrijven lid van FWF: ACP duurzame promo- en werkkleding, Mayerline, Stanley & Stella en de Cotton Group/B&C. Dit aantal wil Wereldsolidariteit met haar campagne minstens verdubbelen zodat er meer ‘schone kleren’ in de winkelrekken hangen. Want dat is de grote vraag van de ethisch bewuste consument.
Schone Kleren Campagne De Schone Kleren Campagne (SKC) is uitgegroeid tot een wereldwijd netwerk dat zich inzet voor arbeiders in de wereldwijde kleding- en sportgoederenindustrie. Het netwerk wil de uitbuiting van werknemers in lageloonlanden stoppen door de politiek, de consumenten, de producenten en merken voor hun verantwoordelijkheid te stellen. In 17 landen in Europa is er een Schone Kleren Campagne. In België heb je een Vlaamse en een Waalse campagne. De Vlaamse SKC wordt gecoördineerd door Wereldsolidariteit en zoals in andere landen is dit een coalitie van vakbonden, consumenten- en noordzuidorganisaties. www.cleanclothes.org - www.schonekleren.be
1 9 | V A K B E W E G I N G 8 0 1 | 2 5 m a a r t 2 0 14 |
Voor Wereldsolidariteit en de Schone Kleren Campagne is het belangrijk dat bedrijven een goede gedragscode hebben en naleven, voor heel hun productieketen. Ze garanderen hiermee dat ze alleen kleding verkopen die gemaakt is in correcte omstandigheden: leefbare lonen, het recht op organisatie, geen gedwongen overwerk, geen discriminatie, veilige en gezonde werkomstandigheden, geen dwangarbeid en geen kinderarbeid. Deze basisvoorwaarden stemmen overeen met internationaal erkende arbeidsnormen. En ze moeten meewerken aan een onafhankelijke controle op de naleving van deze voorwaarden.
V.U. Andre Kiekens, Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel - Vrij van zegel, art 198, Codex 7
Wat is ‘schoon’?
wij willen schone kleren
2 0 | V A K B E W E G I N G 8 0 1 | 2 5 m aa r t 2 0 14 |
| I n t e r n a t i o n a a l | L e n t e c a m p a g n e We r e l d s o l i d a r i t e i t |
Wereldsolidariteit werkt hiervoor samen met de vakbond LBC-NVK die ook syndicaal actief is in de modebedrijven. De vakbondsafvaardigingen in bedrijven als Bel&Bo, C&A, AS Adventure en E5-mode gaan dit aankaarten bij hun directies. Hopelijk laat ook JBC, de derde grootste speler op de Belgische kledingmarkt, zich inspireren door Mayerline dat in juli 2013 werd overgenomen door de JBC-groep? Bij een aantal van bovengenoemde bedrijven beweegt er al iets: zowel C&A als JBC ondertekenden reeds het veiligheidsakkoord voor Bangladesh. Maar zetten ze uiteindelijk ook de stap naar de FWF? Ook andere Belgische kledingketens kunnen vragen verwachten van Wereldsolidariteit. Wordt zeker vervolgd.
Drie eisen Heel concreet schuift de campagne drie eisen naar voor. Veilige en gezon-
de werkomstandigheden is de eerste. Voor de bedrijven die in Bangladesh laten produceren, betekent dit concreet de ondertekening en uitvoering van het veiligheidsakkoord. JBC en C&A staan al op de lijst van de ondertekenaars, wat Wereldsolidariteit uiteraard toejuicht. Andere bedrijven hebben nog niet getekend, vaak zijn ze minder transparant of ze wel in Bangladesh laten produceren. Het is een te gemakkelijk excuus om dan te schermen met inkoopagenten die niet willen prijsgeven waar ze inkopen. De tweede en cruciale eis is een leefbaar loon. Als norm nemen we dat wat vakbonden in de productielanden als ‘leefbaar’ vooropstellen. In Bangladesh is dat 81 euro, in Cambodja is 120 euro een leefbaar loon. Onze derde eis is vakbondsvrijheid en onafhankelijke controle. Vakbonden zijn de beste garantie voor goede en gezonde werkomstandigheden. We doen een oproep aan Belgische bedrij-
ven om zich aan te sluiten bij de Fair Wear Foundation, als beste multistakeholdersinitiatief met een onafhankelijke controle en een groeipad naar ‘een leefbaar loon’.
Kledinglabel Om zijn eisen kracht bij te zetten, brengt Wereldsolidariteit schone actie t-shirts in stelling. Gewone maten en extragrote modellen, met de dringende oproep ‘wij willen schone kleren’. Hierop verzamelen actievoerders kledinglabels van bewuste consumenten. Deze t-shirts – met hopelijk duizenden labels – zullen uiteindelijk belanden op de directietafel van de bovengenoemde kledingketens. Zij krijgen van ons ‘schone kleren’ cadeau. Wij rekenen ook op jouw label. Ontwerp je eigen protest-t-shirt op www.wijwillenschonekleren.be | Jaklien Broekx |
Kleinhandel*
PR
VA N
EE
IJS P RIJ S
NT -SH
IRT
VA N
Tussenpersonen
NT -SH
EN LE TA A
LE EN
LO BAAR ON
Transportkosten
Materiaalkosten
Winst voor het merk
Winst voor fabriek in Bangladesh
Tussenpersonen
EE
Materiaalkosten
Winst voor het merk
Kleinhandel*
BE
PRIJSOPBOUW VAN EEN T-SHIRT
BE TA A
PRIJSOPBOUW VAN EEN T-SHIRT
Overheadkosten
Winst voor fabriek in Bangladesh
LE
LOEFBAAR OLNE EF
Transportkosten
Voor de werknemer
Overheadkosten
Voor de werknemer
IRT
* bevat alle kosten op kleinhandelniveau incl. personeel, huur, winsten, BTW enz... Bron: Fairwear Foundation
* bevat alle kosten op kleinhandelniveau incl. personeel, huur, winsten, BTW enz...
Een leefbaar loon moet de consument niet voelen Een Bengaalse stikster verwoordt het zo: “De arbeidsters weten niet hoe de eindjes aan elkaar te knopen en ondertussen gaat de internationale kledingindustrie met grote winsten lopen. Wij werken hard en vooral lang om de winsten mogelijk te maken.”
Op de illustratie hierboven is de prijs van een t-shirt opgesplitst. De Bengaalse werkneemster verdient 18 eurocent, amper 0,5% van de totale verkoopprijs. Een verdubbeling van de lonen zou in Bangladesh een wereld van verschil kunnen maken,
maar heeft amper een weerslag op de verkoopprijs in België.
Fair Wear Foundation De Fair Wear Foundation (FWF) wordt door de internationale Schone Kleren Campagne gezien als het meest vooruitstrevende initiatief op het vlak van het verbeteren van arbeidsrechten in de kledingindustrie. Bedrijven, werkgeversfederaties, vakbonden en ngo’s werken hierin samen. De gedragscode van FWF bevat de belangrijkste normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), inclusief het uitbetalen van een leefbaar loon. Erg belangrijk ook is dat organisaties van arbeiders zelf worden betrokken bij controles en het uitvoeren van verbeteringen in fabrieken. Bedrijven aangesloten bij FWF zeggen dat ze mee verantwoordelijk zijn voor de werkomstandigheden bij hun leveranciers. Alle partijen streven naar eerlijke omstandigheden in de hele productieketen. Fabrieken worden regelmatig onafhankelijk gecontroleerd door lokale teams van specialisten. Daarnaast kunnen arbeiders ook altijd zelf een klacht indienen. FWF gaat er vanuit dat arbeiders zelf het beste weten wat er in hun fabriek speelt. Bedrijven worden begeleid om stapsgewijs richting ‘schone kleren’ te gaan. Ondertussen zijn meer dan 90 bedrijven lid van FWF; zij vertegenwoordigen 120 merken, verkocht in meer dan 20.000 winkels in meer dan 80 landen. Een overzicht van de bedrijven/merken aangesloten bij FWF vind je op: http://www.fairwear.org/36/brands/
2 1 | V A K B E W E G I N G 8 0 1 | 2 5 m aa r t 2 0 14 |
Bron: Fairwear Foundation