WWW Wij willen weg. Wij willen wonen. Wij willen werk handleiding bij het
educatief werkboek voor schoolverlaters
deel 1 editie 2007
Een werkboek waarmee u direct aan de slag kunt!
Na de educatieve kalender WWW, ligt hier de handleiding bij het eerste deel van het educatieve werkboek WWW (Wij willen weg. Wij willen wonen. Wij willen werk.) voor u. Jongeren – en zeker kwetsbare jongeren – vinden vaak moeilijk hun weg in de wirwar van allerhande administratieve formaliteiten met betrekking tot werk zoeken, een woning zoeken,… Het is een erg concreet werkboek geworden! Via aangepaste werkvormen wordt ingegaan op thema’s die van belang zijn wanneer schoolverlaters straks ‘op eigen benen staan’. De gebruikte methodieken helpen een aantal vaardigheden te oefenen én zo wordt ook de aandacht gevestigd op mogelijke valkuilen. Daarnaast wordt er expliciet voor gekozen om jongeren niet te overdonderen met technisch-juridische regels en wetten in verband met bv. werkloosheid, geldzaken,… In plaats daarvan verwijzen we door naar diensten waar ze met hun concrete vragen terecht kunnen. Dirk De fauw gedeputeerde
Inhoudstafel Thema 1: wonen
p. 5
Vrienden en kennissen weten soms meer dan de rubriek ‘woning gezocht’ in de streekkrant. Een huurcontract tekenen? Niet direct doen! Slaap er eerste een nachtje over! Je beste beschermengel: de huurdersbond. Voel je nattigheid? Neem gerust contact op. Je verhuist? Meld je op het gemeentehuis waar je gaat wonen. Rommelmarkten, kringloopwinkels, de zolder van je oma… misschien vind je er wel dat superoriginele maar spotgoedkope spulletje dat perfect in jouw living past. De hond van de buren: een echt nachtbeest? Een drukke straat? Fuivende buren? Een café vlakbij waar de volumeknop op 10 staat? Zet je oren en ogen open!
Thema 2: werk
p. 12
Je diploma is je dierbaarste bezit. Raak nooit het origineel kwijt! Op zoek naar een job? Vragen over je arbeidscontract? Een bijscholing volgen? Eén adres: de Werkwinkel! Wed op verschillende paarden: schrijf je in bij verschillende uitzendbureaus! Werken zonder contract? Problemen gegarandeerd! Geen job en geen recht op een werkloosheidsuitkering? Het OCMW kan helpen!
Thema 3: kleine uitgaven
p. 21
Een boodschappenlijstje bespaart veel tijd en vermijdt onnodige aankopen! Met een volle maag winkelen vermijdt een karretje vol koekjes, chips en snoep. Eén keer boodschappen doen = veel tijd winnen! De éne supermarkt is de andere niet… Prijzen vergelijken is de boodschap! Een klein bedrag op je Protonkaart en… verrassingen zijn uitgesloten! Je geld gaat sneller buiten dan het binnenkomt? Hou een lijstje bij van de uitgaven en bespaar waar kan!
Thema 4: geld
p. 29
Een rekening bij de bank is interessanter dan je geld onder je matras! Kredietkaarten lijken interessant maar weet… de rekening volgt! Ga niet in het rood! Je betaalt je blauw aan intresten… Bankkaart verloren of ingeslikt? Onmiddellijk blokkeren! Veel geld in je portefeuille? Mogelijke dieven zullen je eeuwig dankbaar zijn! Zet elke maand iets opzij… je weet maar nooit!
3
Thema 5: vrienden en vriendinnen
Thema 6: gezondheid
p. 38
Hiep, hiep, hoera,… vergeet de verjaardagen van je beste vrienden niet! Probeer contacten te leggen met je buren… ’t kan van pas komen als je eens je huissleutel vergeet en dus de muur over moet. Wat wordt het: de sportclub, het jeugdhuis, of euh…? Met twee onder één dak? Romantiek en toch goede afspraken maken gaan ideaal samen! p. 43
Zelf koken is goedkoper én beter voor de lijn dan diepvriesmaaltijden of het frietkot! Wat geneesmiddelen in huis kan helpen tegen de kleine kwaaltjes. Nette woning… en je vrienden zullen meer langskomen Een dipje…? Blijf er niet mee zitten. Bel iemand! Zie je ’t echt niet meer zitten? Ga eens langs bij het JAC Vergeet je niet aan te sluiten bij een mutualiteit: je wordt de trotse eigenaar van een SIS-kaart! Hou je bij één huisarts. Je bespaart er veel geld mee!
4
THEMA 1: WONEN
Vandaag heb je beslist! Je gaat alleen wonen. Goed begonnen is half gewonnen… vandaar: ga niet over één nacht ijs. Waar kan ik gaan wonen? Hoeveel kost een huurwoning? Waar moet ik op letten als ik een woning wil huren? Wat met verhuizen? Hoe richt ik met weinig geld mijn nestje gezellig in? … Dit hoofdstuk geeft antwoord op heel wat vragen en zorgt ervoor dat je je een stukje zekerder voelt als je straks de grote stap zet. Vrienden en kennissen weten soms meer dan de rubriek ‘woning gezocht’ in De Streekkrant. OPDRACHT 1: ‘woon-dromen’ Schrijf eens op welke jouw verwachtingen zijn van de woonst waar jij voor zou kiezen als je alleen zou gaan wonen. Richtvragen: -
Wil je een studio, een appartement, een huis ? Hoeveel kamers wil je? Wil je een koertje, een tuin, een bergplaats? Wat verwacht je van de keuken? De badkamer? De slaapkamer? Hecht je veel belang aan licht en ruimte? Wil je toilet, douche, bergplaats enz. met anderen delen? Wat mag het kosten? Hoe sta je tegenover je buren? Wil je privacy, of mag het er wat losser aan toe gaan? Wat verwacht je van de omgeving? Rust? Gezellige drukte? Hoe belangrijk is het om dichtbij openbaar vervoer te hebben? Of een supermarkt?
Zoekertjes heb je in alle vormen en maten. Er bestaan ook zoekertjes voor het zoeken naar een woonst. Je vindt ze trouwens overal: aan de mededelingsborden in de supermarkt, in een immobiliënkantoor, op het internet (bijv. www.immoweb.be; www.easyimmo.be) maar vooral in de plaatselijke advertentiebladen (bv. De Streekkrant, Tips,… ).
OPDRACHT 2: ‘gezocht…’ Zoek in de krant of op het internet een woonaanbieding die beantwoordt aan jouw verwachtingen. Ongetwijfeld is er al heel wat informatie terug te vinden. Op welke vragen zou jij nog een antwoord willen. Maak een lijstje Richtvragen: -
Op welke vragen of verwachtingen biedt het zoekertje een antwoord?. Waarover krijg je helemaal geen info? Welke stappen moet je nu ondernemen en in welke volgorde?
5
Eventueel kan dit rollenspel gespeeld worden. Hierbij speelt de leerling de rol van kandidaat-huurder en de leerkracht die van eigenaar van de woonst.
OPDRACHT 3: ‘wat hoort bij wat?’ Verbind het begrip met de correcte omschrijving (staan hieronder nu nog juist naast elkaar) gemeenschapshuis
Een huis dat je samen met anderen huurt. Je verdeelt de kamers onderling en deelt de gemeenschappelijke ruimtes (bv. keuken, badkamer enz.).
domicilie
Een ander woord voor ‘officiële woonplaats’
huursubsidie
Een financiële steun voor mensen met een laag inkomen waardoor men toch een woonst kan huren.
studio
Iets tussen een kamer en een appartement
gemeubelde kamer
Een kamer met alles erop en eraan. Kookgelegenheid, toilet en douche zijn vaak gemeenschappelijk.
sociaal verhuurkantoor
Huurt zelf woningen om die op hun beurt door te verhuren aan mensen met een klein inkomen die op zoek zijn naar een woning.
sociale woning
Bedoeld voor mensen met een laag inkomen. De huurprijs wordt aangepast aan het inkomen.
woonwinkel
Hier kun je terecht voor al je vragen i.v.m wonen, bv. inschrijvingsvoorwaarden voor een sociale woning, bouwaanvragen
OPDRACHT 4: ‘ontcijfer en je krijgt nog een paar zinvolle tips’ tip 1: HKGVUQHYCPFGNTQPFKPFGDWWTVYCCTLGBQWYKNNGPYQPGPUEJTKLHJGVCFTGUGPVG NGHQQPPWOOGTQRXCPYCVVGJWWTUVCCV tip 2: NCCVBQXGGNOQIGNKLMOGPUGPYGVGPFCVLGCNNGGPYKNICCPYQPGPJGGNYCVYQQPUV GPYQTFGPCCPXTKGPFGPMGPPKUUGPQHHCOKNKGFQQTXGTJWWTF code:
a b cd e f gh i j k l mn o p q r s t u vwx Y z CDEFGH I J KLMN O PQRSTUVWX Y ZAB Oplossingen: tip 1: …………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………..
6
tip 2:……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… Antwoorden: •
Fiets of wandel rond in de buurt waar je zou willen wonen. Schrijf het adres en telefoonnummer op van wat te huur staat.
•
Laat zoveel mogelijk mensen weten dat je alleen wil gaan wonen. Heel wat woonsten worden aan vrienden, kennissen of familie doorverhuurd.
Een huurcontract tekenen? Niet direct doen! Slaap er eerst een nachtje over! Yes… !!! Je hebt iets gevonden dat je tof lijkt. Het volgende waar je veel aandacht moet aan besteden is misschien niet het leukste, maar wel een van de belangrijkste zaken: het huurcontract. Wat dit ‘meer theoretische’ onderdeel van het thema wonen betreft, verwijzen we graag naar de bijgeleverde brochure van de jeugddienst In Petto ‘Op eigen benen’ (p. 35-40). OPDRACHT 5: ‘de grote huurcontract-analyse’ Lees het huurcontract eens goed door. Het is een van de belangrijkste documenten. Los de vragen op. Markeer de antwoorden op het contract. 1.Mag je zomaar een winkel beginnen of een beroep uitoefenen in je nieuwe woonst? Moet specifiek vermeld staan in het contract. Ook de huurprijs moet aangepast worden. Raadpleeg in ieder geval een specialist: bv. De huurdersbond 2.Zoals je ziet heb de mogelijkheid tussen 2 types naargelang de duur van je contract. Ben je van plan om lang te blijven: kies optie A. Voor beide mogelijkheden geldt dezelfde opzegwijze. Schrijf ze hieronder op. Opzegging per aangetekende brief, drie maanden voor de vervaldag als huurder of zes maanden voor de vervaldag als verhuurder. 3.Kies je voor een lang contract ( type A), dan kan de verhuurder je vragen om het huis te verlaten. Wat zijn de voorwaarden? Als hij het pand zelf wil betrekken, opzegtermijn van zes maanden Als hij grote verbouwingen plant, na het derde of zesde jaar, let wel, vooraf aan te duiden in het contract “schrappen wat niet past”. 4.Als de verhuurder het contract opzegt op 3 januari, wanneer moet je uiterlijk het huis verlaten? Op 1 juli 5.Bij het type B-contract kan het op twee manier verlengd worden ?
7
Er is geen overeenkomst tussen beide op het einde van het contract: automatisch type A-contract. Indien er wel een overeenkomst is: maximaal één verlenging van de oorspronkelijke duur. 6.Mag de verhuurder zomaar te huurprijs verhogen? Nee, slechts één keer per jaar of na grote verbouwingen. 7.Moet je waarborg op een gemeenschappelijke rekening staan? Nee, maar de verhuurder kan het wel eisen. De intresten zijn steeds voor de verhuurder. 8.Wat zijn de gemeenschappelijke delen? Enkel van toepassing in een flatgebouw: gangen, hall, lift, kelders en garages; inbegrepen: verlichting, verwarming en onderhoud van deze gemeenschappelijke delen. Laat dit duidelijk vermelden op je contract. 9.Zoek het adres van het registratiekantoor je buurt. Dit vind je in de telefoongids onder Ministerie van Financiën, registratiekantoor. 10. Waarom is een “plaatsbeschrijving” noodzakelijk? Doe dit voor het afsluiten van je contract. Bij het beëindigen van het contract, kun je op die manier beter zien wat er veranderd, verbeterd of beschadigd is. Weigert de verhuurder dit op te maken, teken geen contract. 11. Mag je zomaar verbouwingen, verbeteringen doen in je huurhuis? Spreek dit af met je huisbaas. Op die manier kun je misschien de kosten delen en vermijd je verrassingen op het einde. In geval van niet-toegestane veranderingen mag de verhuurder zelfs eisen dat de woning in haar oorspronkelijke staat wordt hersteld door de huurder. Spreek vooraf goed af wie welke kosten zal betalen.
Je beste beschermengel: de huurdersbond. Voel je nattigheid ? Neem gerust contact op. OPDRACHT 6: ‘het knock-out-stellingspel’ Hier vind je een aantal stellingen. Ga je akkoord of niet ? Denk er even over na. In de ruimte wordt plaats gemaakt. Met papierplakband of krijt worden twee vlakken afgebakend: een JA-vak en een NEEN-vak. Er wordt een stelling voorgelezen. De jongeren krijgen enkele ogenblikken de tijd om te kiezen of ze akkoord of niet akkoord gaan met de stelling en nemen plaats in het overeenkomstige vak. Daarna kan een korte discussie volgen. Eventueel geeft de leerkracht nog een korte toelichting. Meer info kan gevonden worden in de brochure ‘Op eigen benen’ (p. 35 – 40).
¾
Een huurcontract hoeft niet altijd op papier te staan. Mondeling met de verhuurder afspreken is ook goed.
neen
8
¾
Als je een woonst huurt, mag je zelf beslissen of je een huurwaarborg geeft.
neen ¾
‘Een plaatsbeschrijving’ dient om zicht te krijgen op de gebreken in de woonst zodat de huisbaas achteraf de kosten niet kan aanrekenen aan de huurder.
¾
Als je huurt zijn de kosten voor gas, water en elektriciteit inbegrepen.
ja
neen ¾
De huur opzeggen moet je altijd doen met een aangetekende brief.
ja
Je verhuist? Meld je op het gemeentehuis waar je gaat wonen. Aan alles komt een eind, zo ook eventueel aan het huren van een woonst. Het kan gebeuren dat je een job vindt aan de andere kant van het land, of dat je beslist om een huis te kopen, of… Dan ga je verhuizen. Er komt heel wat bij kijken. Heel wat gemeenten bieden een ‘infowijzer’ aan. Het geeft een overzicht van wat er je allemaal op administratief vlak te doen staat als je van woning verandert. OPDRACHT 7: ‘de adresverandering’ Overloop de infowijzer. Noteer hieronder welke diensten je van je adresverandering op de hoogte moet brengen. Er is een voorbeeld van de gemeente Brugge toegevoegd. Het spreekt echter voor zich dat ongeacht de gemeente waarnaar je verhuist, de diensten die moeten verwittigd worden, dezelfde zijn. -
gemeentebestuur dienst voor inschrijving van een hond (Financiële Dienst Belastingen) dienst voor elektriciteit, gas, teledistributie en water dienst voor telefoon of GSM-abonnement vakbond Hulpkas voor werkloosheidsvergoedingen (indien werkloos en niet aangesloten bij een vakbond) werkgever bank of spaarkas verzekeringsmaatschappij(en) abonnementsdienst van krant en/of tijdschrift ziekenfonds pensioenkas sociale huisvestingsmaatschappij (indien je op een wachtlijst voor een sociale woning staat) misschien zijn er nog… ? vereniging of sportclub waar je aangesloten bent…
9
Rommelmarkten, kringloopwinkels, de zolder van je oma… misschien vind je er wel dat superoriginele maar spotgoedkope spulletje dat perfect in jouw living past. OPDRACHT 8: ‘de wat moet je zeker in huis hebben – top 10’ Hieronder vind je een lijst van 30 zaken die misschien nuttig kunnen zijn als je eenmaal alleen woont. Kleur die 10 dingen waar jij zeker zou voor zorgen. Welke zaken vind jij absoluut overbodig en zou je dus in het begin zeker niet aanschaffen? Kleur die vakjes in een ander kleur. kookboek
wekker
microgolf
wasmachine
fiets
spiegel
EHBO
onderhoudsmateriaal voor fiets
prikbord
gereedschap
condooms
internet
videorecorder
mini-naaiset
GSM
knuffelbeer
rekenmachine
auto
kalender/agenda
flessenopener
ondergoed/kledij
potten en pannen
wc-papier
schoonmaakmateriaal
stofzuiger
droogautomaat televisie paraplu telefoonboek abonnement op tijd h ift
OPDRACHT 9: ‘de interieur-oefening’ Breng enkele reclamefolders mee van meubel- en/of interieurwinkels. Richt nu je woonst in. Je knipt de diverse meubelen uit en kleeft ze op de pagina hiernaast. Op het einde tel je de prijzen op en bereken je de totale kostprijs. Je moet op zoek naar… een televisie een salon een bed een kleerkast een leeslamp een servies potten en pannen een tafel stoelen een salontafel een koelkast een microgolfoven Breng met ditzelfde lijstje eens een bezoek aan de kringloopwinkel in jouw buurt. Is er een verschil? OPDRACHT 10: ‘leesoefening: verhuizen vraagt voorbereiding’ Lees aandachtig de tekst”Verhuizen vraagt voorbereiding” uit de brochure van In Petto ‘Op eigen benen’ p. 9 en beantwoord de vragen.
10
Welke redenen geeft Nadia voor haar verhuis? Verzin zelf drie andere redenen waarom jij zou verhuizen? Geef vijf tips die belangrijk zijn bij het inpakken?
De hond van de buren: een echt nachtbeest? Een drukke straat? Fuivende buren? Een café vlakbij waar de volumeknop op 10 staat? Zet je oren en ogen open! OPDRACHT 11:
‘het burenconflict’
Pas verhuisd? Vergeet je buren niet! Ga eventjes kennismaken, want vergeet niet: een goeie buur is beter dan een verre vriend! Helaas, soms loopt het anders. Stel je eens voor: Eindelijk! Je hebt dát appartementje gevonden waar je al zo lang naar zoekt: gezellig, niet duur en in een toffe buurt. Na een week echter is je enthousiasme al serieus verminderd. De buren van het appartement onder jou hebben een hond. Het beest houdt er nogal van om ’s nachts te blaffen en houdt je zo uit je slaap. Wat doe je? Dit is een oefening in sociale vaardigheden. Hieruit kan een pittige discussie ontstaan. • •
• • •
Ik bel de dierenbescherming en zeg dat de hond van de buren onder mij wordt mishandeld. Ik leen de hond van een vriend voor een week. Die hond blaft minstens even luid als de hond van de buren. Door hem ’s nachts aan te moedigen om te blaffen hoop ik dat de buren nu zelf eens gaan beseffen wat het is om met zo’n lawaai te moeten slapen. Ik neem contact op met de wijkagent en spuw mijn gal. Ik steek een briefje onder de deur van de buurman met volgende boodschap: Doe uw hond ’s nachts stoppen met blaffen !!!!!!!! Of…. misschien heb je zelf nog een beter idee om deze situatie op te lossen.
11
THEMA 2: WERK
Je diploma is je dierbaarste bezit. Raak nooit het origineel kwijt! Als je afstudeert, ergens een opleiding volgt en afmaakt óf slaagt voor een bijscholing, ontvang je meestal een getuigschrift of diploma. Van dit getuigschrift of diploma krijg je slechts één exemplaar: het origineel! Met andere woorden, als je dit kwijtraakt, kan dit problemen geven. Jouw (latere) werkgever zal wellicht één of meerdere kopieën van jouw getuigenschrift en/of diploma vragen. Dit om in je dossier op de afdeling personeelsadministratie te bewaren. Geef dus nooit het origineel af! Als je na een tijdje van job zou veranderen en je volgende werkgever stelt dezelfde vraag, dan zou je een probleem hebben. Het kan een goed idee zijn om op voorhand een aantal kopieën te maken en het origineel op een geschikte plaats te bewaren. Op zoek naar een job? Vragen over je arbeidscontract? Een bijscholing volgen? Eén adres: de Werkwinkel! OPDRACHT 1: ‘werkgever zkt. m/v’ Er bestaan verschillende media die werkaanbiedingen bekend maken. Je kunt dus via verschillende manieren of kanalen op zoek gaan naar een geschikte job: Som vijf manieren op. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
internet (bv. website van de VDAB: www.vdab.be) huis-aan-huis-blad (bv. De Streekkrant, Echo, Tips, Metro,…) krant (bv. katern in het Nieuwsblad, De Standaard,…) WIS-computer (die vind je op verschillende plaatsen!) het interim-kantoor via familie, vrienden, kennissen de Werkwinkel borden aan de ingang van een bedrijf (bv. werft aan: inpaksters,…) spontaan solliciteren (bv. door bij een bedrijf waar jij graag zou werken te vragen naar eventuele vacatures)
1. 2. 3. 4. 5.
……………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………….
12
OPDRACHT 2: ‘de geknipte job’ Zoek twee werkaanbiedingen die jou aanspreken. Hou hierbij rekening met zaken die aansluiten bij jouw mogelijkheden en verwachtingen bv. over welk diploma moet je beschikken, wat is de plaats van tewerkstelling,… Welke gegevens zijn opgenomen in de advertentie, met andere woorden waarover wordt informatie gegeven? Zijn er zaken waarover weinig of niets vermeld is? Wat zou jij nog willen weten? Neem pen en papier en maak een vragenlijstje. Eventueel kan via een rollenspel een telefoongesprek worden nagespeeld waarbij de jongere de geïnteresseerde kandidaat is voor de job en de leerkracht/begeleider de rol opneemt van werkgever. Op deze manier ziet de jongere in dat hij of zij beter niet onvoorbereid aan dergelijk gesprek begint. Vaak brengt zo’n telefoongesprek een zekere spanning met zich mee en vergeet de jongere een aantal zaken te vragen. Vandaar het belang van een schriftelijke voorbereiding. Mogelijke items voor het vragenlijstje: - datum van indiensttreding ? - werk van bepaalde of onbepaalde duur ? - plaats van tewerkstelling ? - dagwerk/avondwerk/weekendwerk/ploegwerk ? - werkervaring nodig ? - komt startbaan in aanmerking ? - diplomavereisten ? - rijbewijs en/of eigen vervoer noodzakelijk ? - loon ? extra-legale voordelen (bv. maaltijdcheques) ? - meer informatie i.v.m. de inhoud van de job ? (bv. contact met klanten, bureauwerk, eenmans-job of afdeling met collega’s,… ) - … OPDRACHT 3: ‘zoek het bij de Werkwinkel’ Meer informatie over de Werkwinkel en de diensten die er gehuisvest zijn, vind je op: www.werkwinkel.be De Werkwinkel Je vindt in jouw buurt gegarandeerd een zogenaamde ‘Werkwinkel’. In één huis worden alle diensten, die te maken hebben met ‘werk’, samengebracht: de VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding het OCMW: het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn het PWA: het Plaatselijk WerkgelegenheidsAgentschap de RVA: de Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening de ATB: de ArbeidsTrajectBegeleiding Je wordt niet meer van het ene adres naar het andere gestuurd. Alle antwoorden op je vragen in verband met werk, vind je op één plaats. Met welke vragen kun je er terecht? Je kunt je als schoolverlater of werkzoekende inschrijven en werk zoeken. Hiervoor staan in de werkwinkels computers ter beschikking. Bij moeilijkheden krijg je hulp van iemand van het werkwinkelteam. Daarnaast kun je er informatie krijgen over mogelijke opleidingen. Je kunt er ook leren solliciteren.
13
Het kost niets Je hebt via de werkwinkel een gepast job gevonden, maar je geraakt niet op de werkplaats? Geen nood! Zelfs dat wordt voor jou opgelost. Zo beschikt elke werkwinkel over een aantal fietsen en snorfietsen die je voor een korte periode gratis mag lenen… natuurlijk om naar je werk te rijden. Je wilt een cursus volgen om met de computer te leren werken, maar je hebt er thuis geen om te oefenen? Ook dan is er een oplossing. Je kunt gedurende één maand gratis een computer lenen. OPDRACHT 4: Zoek op waar je voor de Werkwinkel in jouw buurt of gemeente terecht kunt. Je kunt dit eventueel checken op de website www.werkwinkel.be. De Werkwinkel in mijn buurt: adres: …………………………………………………………………………………………………………… tel.nr.:…………………………………………………………………………………………………. Zoek op waar elke dienst die gehuisvest is in de Werkwinkel, zich mee bezighoudt.
de VDAB:.…………………………………………………………………………………..
het OCMW:…………………………………………………………………………………
de RVA:………………………………………………………………………………………
de ATB:………………………………………………………………………………………
Je kunt als leerkracht met je klas een bezoekje brengen aan de Werkwinkel. Het grote voordeel hiervan is dat de jongeren er al een keer geweest zijn wanneer ze straks zich als schoolverlater moeten inschrijven. Je kunt in de Werkwinkel een gratis rondleiding krijgen op maat. Zo kunnen de jongeren er ook o.a. kennismaken met de WIS-computer. Het grote-schoolverlaters-stappenplan (1)
je haalt het getuigschrift en/of diploma op - Meestal is het officiële diploma nog niet klaar op 30 juni en krijg je van de school of opleidingscentrum een voorlopig exemplaar. Een paar weken of maanden later kun je dan ‘het echte’ komen ophalen. - Neem van het originele document voldoende kopieën.
(2)
je gaat naar de Werkwinkel in de buurt/gemeente waar je woont - Je gaat er jezelf inschrijven. Je kunt dit ook via de website van de VDAB: www.vdab.be. - Je doet dit het best vóór 1 augustus van het jaar dat je de school verlaat. - Voor je inschrijving heb je nodig: je identiteitskaart en je SISkaart (iedereen heeft een eigen kaart van het ziekenfonds).
14
- Zelfs als je je getuigschrift of diploma niet behaald hebt, is het aan te raden om je bij de Werkwinkel in te schrijven. (3)
je schrijft je in bij de Hulpkas voor Werkloosheidsvergoeding (HVW) óf bij een erkende vakbond (ACV, ABVV of ACLVB) - Wanneer je werkloos wordt heb je recht op een werkloosheidsuitkering (het zogenaamde ‘stempelgeld’). Dit wordt uitbetaald via de Hulpkas voor Werkloosheidsvergoeding of de vakbond waarbij je aangesloten bent. - Noteer hier het adres van de HVW voor jouw regio: ………………………………………………………………………………………………………….
(4)
als je werk vindt of stempelt moet je je inschrijven bij een ziekenfonds - Een ziekenfonds regelt de terugbetaling van medische kosten en betaalt je uitkering als je ziek wordt of invalide. - Zolang je ouders kinderbijslag voor jou ontvangen, ben je ingeschreven bij het ziekenfonds via je ouders. - Als je eenmaal werkt of stempelgeld ontvangt, moet je je bij een ziekenfonds inschrijven onder je eigen naam.
OPDRACHT 5: ‘wat eerst, wat later’ Vul in bij welke diensten je je als schoolverlater onmiddellijk moet inschrijven en bij welke dienst je kunt wachten tot je werk vindt of stempelt. Ik moet me als schoolverlater inschrijven bij:
……………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………….
Als ik werk vindt of werkloosheidsvergoeding ontvang moet ik me inschrijven bij:
………………………………………………………………………………………
Wed op verschillende paarden: schrijf je in bij verschillende uitzendbureaus! Het interim-bureau Een uitzendbureau (of interimkantoor) zoekt werk voor een kandidaat-werknemer en omgekeerd. Zoek je een job of wil je van job veranderen, dan kun je je gratis inschrijven bij elk uitzendbureau. Heel vaak zijn die onderverdeeld in sectoren. Afhankelijk van de aard van het werk, kom je bij een consulent terecht. Hij of zij schrijft jou in. Hiervoor moet je je identiteitskaart en je SIS-kaart meebrengen. Je hoeft geen afspraak te maken. Even binnenlopen en binnen de kortste keren ben je een heuse kandidaatuitzendkracht.
15
De inschrijving Bij de inschrijving in een uitzendbureau moet je antwoord geven op een aantal vragen. Concreet gaat het om volgende zaken: • Gegevens over jezelf: naam, burgerlijke stand, over welk vervoersmiddel beschik je, wanneer ben je beschikbaar enz. • Jouw ervaring: werkervaring, ervaringen als jobstudent, stages tijdens opleiding enz. • Opleiding: welke opleiding heb je gevolgd, heb je je bijgeschoold (bv. via de VDAB) enz. • Vaardigheden: wat kun je, wat zou je willen doen (bv. is er een bedrijf waar je graag zou werken, in welke sector zou je werk willen vinden enz.) Als de consulent een job vindt die aansluit bij jouw profiel, word je hiervan op de hoogte gebracht. Je kunt natuurlijk ook zelf regelmatig langslopen bij het interimkantoor. En dan… een job Eindelijk, je kunt ergens beginnen. Het uitzendbureau brengt je arbeidscontract in orde en zal ook je loon uitbetalen. Bij interimwerk gaat het altijd om weekcontracten die verlengd kunnen worden of na een tijd zelfs kunnen evolueren naar een vast contract. Zij bezorgen ook, indien nodig, de arbeidskledij en/of beschermingskledij die voor de job noodzakelijk is. De waarheid over het uitzendbureau Schrijf je in bij verschillende uitzendbureaus, je verhoogt er je kansen tot het vinden van een job mee. Het is een fabeltje dat mensen die werk vinden via een uitzendbureau minder verdienen dan wie rechtstreeks bij het bedrijf in dienst gaat. Het loon is hetzelfde. Ook het feit dat interimarbeid niet zou meetellen voor je latere pensioen behoort tot het rijk der fabelen. Van een uitzendkracht worden verschillende zaken verwacht. Twee belangrijke zijn: stiptheid en flexibiliteit. Er wordt verwacht dat je tijdig op het werk verschijnt en ook verwittigt als je niet komt opdagen. Daarnaast stijgen je kansen tot het vinden van een job als je bereid bent om bv. in een twee- of drieploegensysteem te werken. OPDRACHT 6 : ‘de uitzend-droom-job’ Welke uitzendbureaus ken je? Noem er vijf. 1. …………………………………………………………… 2. ……………………………………………………………. 3. ……………………………………………………………. 4. ……………………………………………………………. 5. …………………………………………………………….
16
Een greep uit de uitzendbureaus: Accent interim, Adecco, ADMB, ASB, Creyf’s, Daoust Interim, Inter office select, Konvert interim, Randstad, t-Interim, Unique, Vedior interim enz. Stel: jij schrijft je in bij een uitzendbureau. De consulent vraagt je in welke sector, welk soort werk,… in welk bedrijf je graag zou werken. Denk er even over na en beschrijf welk soort werk je graag zou doen en wat je helemaal niet ziet zitten. Met soort werk wordt niet alleen bedoeld het werk waarvoor je een opleiding volgde. Het kan ruimer gaan om: bv. bandwerk, avond- en/of weekendwerk enz. Dit soort werk zou ik willen doen: …………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………….. Dit soort werk zou ik NIET willen doen: …………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………..
Werken zonder contract? Problemen gegarandeerd! OPDRACHT 7: ‘groepsgesprek over zwartwerk’ Zwartwerk Als je in het zwart werkt, betaalt noch je werkgever (de baas), noch de werknemer (jijzelf) belastingen en sociale bijdragen. Verleidelijk, want zo verdien je misschien wel meer. Zwart werken betekent echter ook risico’s lopen. Je bent niet verzekerd, ook niet bij een ongeval op het werk. Je krijgt geen uitkering als je ontslagen wordt. Je betaalt geen belastingen en daarvoor kan je een fikse boete krijgen. Zwart werk kan je niet op je CV zetten. He telt niet als je een periode van tewerkstelling moet bewijzen. Wie zwart werk combineert met een uitkering (werkloosheidsuitkering, leefloon,…), riskeert een sanctie (schorsing als werkloze en eventuele terugbetaling). Een werkgever die mensen zwart laat werken,is strafbaar. Als je twijfelt of je baas wel in orde is en jij ingeschreven staat als werknemer, vraag dan om een loonstrookje. Vragen hierover? Stap naar de vakbond waarbij je aangesloten bent! (Een bewerking van de tekst ‘zwartwerk’ op www.jongereninformatie.be) Richtvragen voor het groepsgesprek: - Wie van jullie heeft al ‘in het zwart gewerkt’ of heeft momenteel een job ‘in het zwart’?
17
-
Wat bekent dat nu eigenlijk ‘in het zwart werken’? Wat zijn de voordelen hieraan? Wat zijn de nadelen? Zou jij zelf een job ‘in het zwart’ aanvaarden of niet? Waarom? Wat vind je van het feit dat de overheid de laatste tijd jacht maakt op ‘zwartwerkers’? Werkt de overheid zwartwerk in de hand door te hoge belastingen en taksen (bv. in cafés en restaurants)? Wat vind je van het initiatief van ‘de dienstencheques’? Zouden er nog andere sectoren of jobs zijn waar dienstencheques een oplossing kunnen bieden?
Geen job en geen recht op een werkloosheidsuitkering? Het OCMW kan helpen! OPDRACHT 8: ‘leve het leefloon’ Sinds een paar jaar is het bestaansminimum afgeschaft, maar het leefloon in de plaats gekomen. Lees deze tekst zorgvuldig en vul dan de vragen in. Wat is het leefloon? Het leefloon maakt deel uit van een nieuwe aanpak: die wil dat iedereen de beste kansen krijgt om zich thuis te voelen in onze samenleving. Een nieuwe opleiding of een werk dat je graag doet kunnen daarbij helpen. Wie werkt, komt immers onder de mensen. Het leefloon is méér dan alleen maar geld voor mensen zonder inkomen. Het gaat om veel meer dan het vroegere bestaansminimum. De nieuwe leefloonwet biedt kansen op opleiding, werk en begeleiding. Wie echter in aanmerking komt voor een andere uitkering, bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering, kan bij het OCMW niet terecht. Hoe werkt het? Een leefloon moet je vragen aan het OCMW van je gemeente. Als je recht hebt op een leefloon, kun je toch ook kiezen voor een opleiding, een aangepast beroep of een andere nuttige activiteit. Samen met de mensen van het OCMW zoek je uit welke nieuwe weg je kunt inslaan. Ben je jonger dan 25? Dan gaat er extra aandacht naar jou. Je krijgt alle kansen om een opleiding te volgen, werk te vinden of zelfs om opnieuw naar school te gaan. Als je wil word je ook persoonlijk begeleid. Als je jonger bent dan 18 (behalve wanneer je gehuwd bent, kinderen ten laste hebt of zwanger bent) heb je géén recht op het leefloon. Verhoogde uitkeringen? Het leven wordt duurder. Ook de maatschappij verandert. Daarom werd het leefloon verhoogd. Het houdt er rekening mee of je alleen bent, kinderen hebt enz., kortom, met jouw persoonlijke toestand. Vanaf wanneer?
18
Vanaf 1 oktober 2002 trad de nieuwe leefloonwet in werking. Loop even langs bij het OCMW van je gemeente. Je kunt er je wensen en problemen, je rechten en plichten bespreken. Zo heb je meer kansen dat het lukt. Vragen: 1. Het leefloon heette vroeger: …………………………………………………….. 2. Je kunt niet bij het OCMW terecht voor het leefloon wanneer je in aanmerking komt voor een andere……………………………………………. Welk begrip ontbreekt? Vul aan. 3. Weet je nog waar OCMW voor staat:…………………………………………… 4. Als je jonger bent dan 25 krijg je kansen om: (1)……………………………………………… (2)……………………………………………… (3)……………………………………………… 5. Het leefloon is verhoogd en houdt rekening met jouw…………………………… Welk begrip ontbreekt? Vul aan.
OPDRACHT 9: ‘hoe hoog is het leefloon’ Bij het bepalen van het bedrag van het leefloon wordt met verschillende categorieën gewerkt. Hieronder vind je enkele van deze categorieën. Het bedrag bij de ene ligt hoger dan bij de andere. Zet jij ze van hoog naar laag? (De rubrieken staan hier in de juiste volgorde.) De huidige bedragen vind je bij het OCMW of op de website www.ocmw-brugge.be Zo kun je jongeren laten raden wat het leefloon van een alleenstaande is. Zo krijgen ze een realistisch beeld. Dit wordt zeker interessant wanneer ze dit bedrag gaan bekijken in het licht van wat alleen wonen aan (vaste) kosten met zich meebrengt. Dit wordt behandeld bij thema 3: geld.
bedrag voor een alleenstaande met kinderen ten laste bedrag voor een alleenstaande bedrag voor iemand die samenwoont
19
20
THEMA 3: KLEINE UITGAVEN
Je hebt een woonst, werk en een heleboel goede ideeën om je eigen stekje en leven in te richten. Alleen gaan wonen is leuk, maar vaak ook duur. In het volgende thema rond geld gaan we op zoek naar de zogenaamde vaste kosten waar je rekening dient mee te houden. Er blijft echter (hopelijk) nog een deel van je budget over om er de dagelijkse aankopen mee te betalen. Het gebeurt jammer genoeg ook wel eens dat je hele loon al opgesoupeerd is voor het einde van de maand. Je hebt geen geld meer en je moet nog heel veel betalen. Je vraagt je dan wellicht af: “Waar gaat mijn geld naartoe?” In dit deel van het werkboek bekijken we wat je zogenaamde variabele kosten zijn. We geven je nuttige tips bij het winkelen en leren je zo je budget beter te beheren. Een boodschappenlijstje bespaart veel tijd en vermijdt onnodige aankopen! OPDRACHT 1: ‘de rekening klopt’ We gaan inkopen doen. We spreken met de klas een bedrag (bv. € 80) af. Dit bedrag moet volstaan om voor één week eten, drank, huishoudproducten enz. te kopen, kortom de wekelijkse boodschappen. Duid op de boodschappenlijst aan wat je gaat kopen (dit doe je elk voor zich) en schrijf ernaast de prijs op die jij denkt ervoor te moeten betalen. Let op: de som van alle aankopen samen mag het afgesproken bedrag niet overschrijden. Lijst klaar? Ok, we gaan op stap. Met de lijst in de hand bezoek je een warenhuis in de buurt. Vergelijk nu ‘jouw prijs’ met de ‘echte prijs’. Schrijf ze op in de hiervoor bestemde kolom. Terug in de klas bespreek je de resultaten. Zijn er producten die niet op het lijstje voorkomen, dan kun je die gerust aanvullen. Legende:
H staat voor hoeveelheid JP staat voor de verwachte prijs (jouw prijs) EP staat voor de prijs in de winkel (echte prijs)
De meeste jongeren hebben een verkeerd beeld van de meeste prijzen. Deze oefening brengt hen met beide voeten terug op de grond. Kies voor deze oefening een groot warenhuis. Een buurtwinkel is niet echt aangewezen. Als je veel tijd hebt, kun je verschillende winkels bezoeken en zo de prijzen tussen verschillende soorten warenhuizen gaan vergelijken.
21
Product
H
AFWASMIDDEL WASPOEDER BLEEKPOEDER WASVERZACHTER ALLESREINIGER WC-REINIGER SCHUURCRÈME AZIJN DOUCHEZEEP SHAMPOO CONDITIONER TANDPASTA SCHEERSCHUIM WATTENSTAAFJES MAANDVERBAND TAMPONS BODY-LOTION DEODORANT AFTER-SHAVE TOILETPAPIER KEUKENROL LAMPEN VUILNISZAKKEN PMD-ZAKKEN BATTERIJEN ANANAS APPELEN PEREN KIWI’S BANANEN SINAASAPPELEN CITROENEN TOMATEN WORTELEN SLA KOMKOMMER PREI SELDER AJUIN BROCCOLI BLOEMKOOL SPRUITJES WITLOOF
Totaal (1) Totaal (1) + (2) van JP: Totaal (1) + (2) van EP:
JP
EP
Product KOFFIE THEE KOFFIEFILTERS SUIKERKLONTJES KAAS SMEERKAAS YOGHURT PLATTE KAAS CHOCO CONFITUUR MARGARINE HONING CORNFLAKES KRISTALSUIKER BAKBOTER BLOEM OLIE MAYONAISE KETCHUP PIZZA LASAGNE BROOD VLEES (MAALTIJD) VIS VLEES (BELEG) BROOD DEEGWAREN AARDAPPELEN RIJST WIJN BRUISEND WATER ICE-TEA LIMONADE COLA BIER APERITIEF FRUITSAP NOOTJES CHIPS PEPER ZOUT BOUILLONBLOKJES MOSTERD
Totaal (2)
22
H
JP
EP
Met een volle maag winkelen vermijdt een karretje vol koekjes, chips en snoep. OPDRACHT 2: ‘de vergelijk-ervaring’ Probeer dit eens uit. Wat zijn jouw ervaringen? Richtvragen: - Wie is geneigd meer lekkers te kopen als hij of zij winkelt met een lege maag? - Heb je dan ook nog, naast misschien meer koekjes, chips en snoep, die zaken mee waarvoor je eigenlijk naar de winkel moest? - Gaat het winkelen met een lege maag trager of misschien juist sneller? Eén keer boodschappen doen = veel tijd winnen! Als je slecht één keer per week winkelt, spaar je honderden euro’s per jaar uit. Opdracht 3: ‘groen of rood’ We gaan stemmen! Je hoort zo dadelijk een uitspraak. Ga je ermee akkoord dan steek je je groene kaart in de lucht. Ga je niet akkoord dan wordt het de rode. Voor deze oefening in groep heb je voldoende groene en rode kaarten nodig. Deze oefening kan ook individueel gedaan worden als schrijfoefening. Elke jongere neemt een blad papier en deelt dit in in twee kolommen. Bij elke uitspraak noteert men argumenten ‘voor’ in de ene kolom en argumenten ‘tegen’ in de andere kolom. •
Is tijdswinst winst?
•
Ik ben allergisch aan boodschappenlijstjes.
•
Alleen shoppen is goedkoper shoppen. (Dit verwijst naar het boodschappen doen met of zonder partner.)
•
Eén keer halen, één keer betalen.
De éne supermarkt is de andere niet…. Prijzen vergelijken is de boodschap! OPDRACHT 4: ‘de juiste prijs met…’ Breng elk een paar reclamefolders mee van warenhuizen. Ze belanden regelmatig in de brievenbus of je kunt ze ophalen bij de supermarkt zelf. In onderstaande tabel staan een aantal producten opgesomd. Het is nu de bedoeling dat je voor deze producten in je folder de prijs zoekt en die in de kolom ernaast noteert. Zijn er verschillende prijzen of werk je met verschillende folders dan kun je meerdere prijzen voor hetzelfde product noteren. Als een bepaald product niet in je folder voorkomt, sla je het over. Het kan interessant zijn om te zorgen dat elke jongere met een andere folder werkt. Zo kan uit het gesprek na de invuloefening blijken dat de prijzen voor één bepaald product tussen de verschillende supermarkten heel erg kunnen verschillen. Maar er is meer. Afhankelijk of je al dan niet een ‘merkproduct’ koopt, zal er ook een prijsverschil merkbaar zijn. De lege vlakken zijn bedoeld om eventueel bijkomende producten op te zoeken.
23
Richtvragen: - Wie heeft de duurste prijs voor een bepaald product, wie de goedkoopste? - Is er misschien een winkel die voor alles de goedkoopste is? - Kon je gemakkelijk vergelijken? Welke problemen ondervond je? - Heb je de eenheidsprijs of stukprijs vergeleken? Wat is het voordeel van beide te kennen?
Product 250g margarine 1,5 l cola 1 brood 800 g (groot brood) 1 l melk blik gepelde tomaten 500 g bak- en braadboter 500g shampoo 300ml 150 g jonge kaas 250 g spaghetti 1 kg appelen
Prijs 1
Prijs 2
Prijs 3
Een klein bedrag op je Protonkaart en… verrassingen zijn uitgesloten! OPDRACHT 5: ‘probeer Proton’ Lees volgende tekst en vul de tabel aan. Er zijn wellicht meerdere antwoorden mogelijk. Het kan interessant zijn om dan ‘de volledige tabel’ met de hele groep te maken. Zo krijgen de jongeren een volledig overzicht van de voor- en nadelen van een Protonkaart. Proton, de kaart voor al je kleine uitgaven Je hebt geen pasmunt op zak voor de parkeermeter of de telefooncel? Je koopt een krant en moet die betalen met een briefje van 50 euro? Vervelend! Geen nood echter, Proton brengt de oplossing voor het probleem van het kleingeld.
24
Wat is Proton? Proton is een futuristische "betaalkaart" in de meest letterlijke zin van het woord. Het is een oplaadbare elektronische geldbeugel, waarmee je je kleine uitgaven kunt regelen: de krant, een brood, een parkeerticket enz. De Protonkaart bevat een "chip", een microprocessor, die elektronische euro's kan opslaan. De kaart wordt geladen aan de Bancontact/Mister Cash geldautomaten. Betalen met de Protonkaart gebeurt via speciale terminals die in de verkooppunten zijn geïnstalleerd. De Protonterminals vind je in talloze kleinhandelszaken en in de grootdistributie verspreid over het hele land. Voor een Protonkaart kun je terecht bij elke bank. Het enige wat je nodig hebt, is een zichtrekening. Die is nodig om je Protonkaart aan een geldautomaat te kunnen opladen. Waar en hoe kun je Proton opladen? Via de Bancontact/Mister Cash geldautomaten die het Protonlogo dragen kun je je Protonkaart laden voor een bedrag van 5 tot 125 euro. Dit bedrag wordt rechtstreeks van je bankrekening getransfereerd naar de microprocessor van je Protonkaart. Je volgt gewoon de instructies die op het scherm verschijnen. Om je Protonkaart te kunnen (her)laden, krijg je een geheim codenummer. Deze code wordt je enkele dagen na de aanschaf van je Protonkaart toegestuurd in een gesloten enveloppe. Je kunt het codenummer op elk moment zelf wijzigen. Zo kun je je Protonkaart dezelfde geheime code geven als je Bancontactkaart, zodat je slechts één nummer moet onthouden. Wat en hoe kun je betalen met Proton? Proton kan overal gebruikt worden waar men doorgaans betaalt met muntstukken of kleine bankbiljetten: • • •
buurtwinkels: dagbladhandelaars, bakkers, slagers, kruidenierszaken, snackbars enz. verdeelautomaten: drank, snoep, sigaretten enz. openbaar vervoer, parkings, parkeermeters, telefooncellen, taxi's, bioscopen enz.
Betalen met Proton gaat snel en eenvoudig. Je brengt de kaart in het Protontoestel. Het bedrag dat je moet betalen, verschijnt op het scherm. Je drukt op de "OK"-toets en de betaling is geregeld. Om te betalen hebt je dus géén geheim codenummer nodig.
voordelen
De Protonkaart nadelen
Je geld gaat sneller buiten dan het binnenkomt? Hou een lijstje bij van de uitgaven en bespaar waar kan!
Help! We zijn pas de 3de van de maand en je geld lijkt erdoor te vliegen. Je beseft het soms zelf niet, maar gedurende de dag doe je veel ‘onbewuste’ aankopen. Je komt langs een bakker en denkt: zin in een boterkoek! Voor je de trein opstapt, haal je nog gauw een blikje uit de automaat…
25
OPDRACHT 6: ’ mijn weekbudget’ Wil jij zicht krijgen op deze uitgaven, vul dan gedurende een week dit schema in. Je zou wel eens versteld kunnen staan! Je kunt de jongeren de opdracht geven gedurende de komende week dit schema zorgvuldig bij te houden, als een vorm van huiswerk. Er is nog een leeg vakje voor uitgaven die zeker moeten worden opgenomen. product
maandag
dinsdag
woensdag donderdag
Eten Drinken Uitgaan Sigaretten Tijdschriften Brandstof Gsmkaarten Extraatjes totaal
26
vrijdag
totaal
THEMA 4: GELD Zou het niet geweldig zijn als je zomaar een toelage zou ontvangen om van te leven en je er geen verantwoording voor zou moeten afleggen? Stel je voor: geen administratieve rompslomp met allerlei documenten enz. Helaas, de realiteit is anders! ‘Orde op zaken stellen’ vermijdt vaak al heel wat administratieve problemen. Vandaar een simpel recept om voor eens en voor altijd de binnenkomende papierhoop te kunnen overzien. OPDRACHT 1: ‘het papperassen-stappenplan’ Hier vind je een aantal stappen die je helpen om een beetje orde te brengen in alle rekeningen, facturen, documenten enz. die op je af komen. Zet jij de stappen in de juiste volgorde?
4. Steek de papieren bij de juiste onderverdeling. Zorg ervoor dat ze in de juiste
volgorde steken (check de datum!): wat de meest recente datum draagt leg je b 2. Sorteer per soort: leg de rekeninguittreksels bij de rekeninguittreksels, de verzekeringen bij de verzekeringen enz.
3. Neem een grote ringmap en verdeel die onder in verschillende thema’s: bv. wonen, verzekeringen, werk, de bank enz.
1. Verzamel je papierhoop en leg hem op tafel. 5. Zoek je iets (bv. je brandverzekering, je huurcontract enz.) Simpel, je haalt je de
ringmap boven en vindt het bij de juiste onderverdeling. Binnen de kortste keren heb je het gevonden!
OPDRACHT 2: ‘de hoe orden-ik-mijn-post-domino’ Orden volgende stukjes tekst tot het verhaal klopt. Hier de juiste oplossing. Doe elke dag je post open en maak twee hoopjes: ‘persoonlijke post’ (bv. verjaardagskaart, brief van een vriendin enz.) en ‘zakelijke post’ (bv. rekening, verzekeringspolis enz.) …
… De zakelijke post verdeel je in twee bakjes. Eén bakje: ‘te klasseren’ en een tweede bakje: ‘te betalen’ …
… Op een vaste dag in de week neem je de bakjes door. Wat je moet klasseren steek je in de ringmap bij het juiste onderdeel. Wat je moet betalen, breng je in orde …
27
… Geef je overschrijvingen/betalingsopdrachten door aan de bank. Zij zorgen dat alles in orde komt áls er natuurlijk voldoende geld op je rekening staat ! …
… Op een vaste dag in de week check je je rekeninguittreksels om te zien of de betalingsopdrachten zijn uitgevoerd. Hou deze uittreksels bij en orden ze op nummer/datum.
Een rekening bij de bank is interessanter dan je geld onder je matras! OPDRACHT 3: ‘en het juiste begrip is… ’ Hier vind je een aantal omschrijvingen van zaken die met ‘geld ‘ te maken hebben. Schrijf het juiste begrip bij de passende verklaring. zichtrekening spaarrekening domiciliëring
self-banking
debetkaart of betaalkaart
kredietkaart
De bank voert steeds terugkerende betalingen (bv. de huishuur) uit, zonder dat je er telkens opnieuw de opdracht voor moet geven.
domiciliëring ……………………………………
Je zet er geld op en het brengt doorgaans meer intrest op dan een zichtrekening. Hierop spaar je een appeltje voor de dorst door er elke maand een deeltje van wat op je zichtrekening staat naar over te zetten.
spaarrekening …………………………………….
Tegenwoordig hoef je voor de meeste zaken niet meer naar het loket van de bank. Je kunt dus zelf je bankzaakjes regelen aan de automaat, per telefoon, via de computer.
self-banking …………………………………….
Ze zijn niet gratis. In ruil doet je bank betalingen in jouw plaats. Op het einde van de maand krijg je de afrekening en vervolgens gaat het bedrag van je rekening. Het grote nadeel is dat je snel het overzicht over je uitgaven verliest.
kredietkaart ……………………………………
Deze kaart heeft een code. Je kunt er geld mee afhalen, mee betalen in een winkel, de stand van je rekening mee debetkaart opvragen. Bewaar ze nooit samen met je code. Leer de betaalkaart code ervan uit het hoofd. ………………………………….. Het lijkt een beetje op een portefeuille waarop geld binnenkomt (bv. je loon wordt gestort) en geld buiten gaat (bv. je doet een betaling in een winkel). Je kunt er ook geld cash afhalen.
3
zichtrekening ……………………………………
Kredietkaarten lijken interessant maar weet… de rekening volgt! OPDRACHT 4: ’ zoeken op het internet’ Surf op het internet naar de website www.abb-bvb.be/edu/nl/mod002/tools/e6.htm en los volgende opdrachten op:
DEBETKAART/BETAALKAART zoek een voorbeeld van een
hoe werkt een
zoek twee voordelen van een
zoek twee nadelen van een
KREDIETKAART Visa, American Express, Diners Club,…
Je kunt er goederen mee kopen of Je hebt geld op je zichtrekening staan. geld mee uit de muur halen. Pas Via je betaalkaart kun je geld afhalen op het einde van de lopende aan een geldautomaat of goederen maand gaat het uitgegeven bedrag kopen in een winkel. Zijn de reserves af van je zichtrekening. Belangrijk op je zichtrekening opgebruikt dan is natuurlijk dat er verschijnt bij gebruik van de kaart de voldoende geld op je rekening boodschap ‘saldo ontoereikend’. staat.
1.
1.
2.
2.
1.
1.
2.
2.
Ga niet in het rood! Je betaalt je blauw aan intresten… Wellicht zijn jou de aanlokkelijke advertenties in kranten, huis-aan-huis-bladen enz. ook al opgevallen. Slogans als “… financiële moeilijkheden? Wij zijn er…” of “… € 2000 tot € 25 000 cash nog dezelfde dag…” zijn eigenlijk verboden. Meestal gaan deze advertenties uit van kredietbemiddelaars die tussenpersoon spelen voor een kredietgever en daarvoor een commissie opstrijken. Als je voor een grote uitgave staat en zelf niet over het bedrag beschikt, kun je dus beter rechtstreeks naar een kredietinstelling toestappen zoals bv. een financiële bank. Die zal je vertellen hoeveel het bedrag is dat je per maand dient terug te betalen en over hoeveel maanden dit loopt. Dit zogenaamde “consumentenkrediet”, dat je kunt aanvragen wanneer je bv. een nieuw huishoudtoestel wil kopen, een reis wil maken of een trouwfeest plant, blijft echter iets waarvoor je goed moet opletten. Het grote probleem is dat deze formules erg duur zijn. Je moet immers niet enkel het geleende bedrag terugbetalen, maar ook een extra bedrag. Deze extra kost omvat: de intrest, eventuele dossierkosten enz. Hoe groot deze kost is hangt af van een aantal factoren zoals onder andere: het aantal maanden waarin je het verschuldigde bedrag zult terugbetalen en natuurlijk de grootte van het geleende bedrag. Kun je je voorstellen dat je echt in de problemen komt als je én een huishoudtoestel wil kopen én een huwelijksfeest plant én ook nog eens op reis wil…!
31
OPDRACHT 5: ‘het trouwfeest’ Hiernaast vind je een realistisch voorbeeld dat we haalden op de website van creditassistance (www.creditassistance.be/functions/krediet.asp). Vergelijk eens de verschillen tussen de bedragen, de duur en de totalen. 1. Stel: je wilt trouwen en liefst met een feest waar iedereen nog jaren over spreekt. Je hebt hiervoor een grote som nodig en leent € 15001. Over hoeveel maanden moet je het bedrag dan terug betalen? Er zijn verschillende mogelijkheden: 1. 60 maanden 2.
84 maanden
2. Wat is de goedkoopste formule? Hoe bereken je dat?
60 maanden: 60 mnd. x € 329,06 = € 19743,60 84 maanden: 84 mnd. x € 259,91 = € 21832,44
Op het eerste zicht lijkt 84 mnd. interessanter: je moet maandelijks minder betalen en je hebt meer tijd om het hele bedrag terug te betalen. Maar, als je bekijkt wat de extra kost is: betaal je over de langere periode € 2088,84 meer. Je kunt hierop doorgaan en de jongeren wijzen op het bestaan van ‘kopen-op-krediet’ bij een winkel. Er wordt immers veel reclame gemaakt voor deze formules in grote elektro-ketens. Voor de aankoop van bv. een nieuwe koelkast probeert men je te lokken met slogans als: “… 0 % intrest” enz. Helaas is het vaak zo dat dit zogenaamde ‘0% intrest’ verrekend is in de prijs. Je betaalt gewoon meer dan als je het toestel in één keer zou betalen. Wat ook vaak wordt vergeten is dat je al een heel stuk van het bedrag op tafel moet kunnen leggen voor je voor dit systeem van maandelijks afbetalen in aanmerking komt. Bankkaart verloren of ingeslikt? Onmiddellijk blokkeren! Wanneer je je bankkaart verliest of wanneer je kaart gestolen wordt, moet je onmiddellijk CardStop verwittigen. Deze dienst kan je 24u op 24u telefonisch bereiken. Je kaart wordt dan onmiddellijk geblokkeerd en zal worden geweigerd als iemand ze aan een geldautomaat gebruikt. De diefstal van een bankkaart geef je best aan bij de politie. Breng ook je bankkantoor op de hoogte. OPDRACHT 6: ‘bel de Cardstop-foon’ Zoek het telefoonnummer van CardStop op: ………………………………….. Het telefoonnumer van CardStop is: 070/344344.
32
Zet elke maand iets opzij… je weet maar nooit! OPDRACHT 7: ‘de vaste-kosten-planner’ Stel je voor, je gaat alleen wonen. Er komt heel wat bij kijken en zeker ook financieel. Je kan maar beter goed voorbereid zijn. Noteer bij elk van de volgende rubrieken (vaste kosten) hoeveel je denkt nodig te hebben per maand. Let wel: sommige rekeningen betaal je jaarlijks. Deze kosten moet je delen door 12 (maandelijks bedrag). Het kan interessant zijn om eens in uw eigen facturen te snuisteren en op die manier een min of meer realistisch beeld op te hangen in de kolom ‘reële uitgaven’. Na de oefening kunt u het idee dat de jongere heeft m.b.t. tot elk van de rubrieken van de vaste kosten gaan vergelijken met een zogenaamde reële uitgave. Het spreekt echter voor zich dat de ‘reële uitgaven’ hier een gemiddelde berekening zullen zijn voor de schoolverlater die een bescheiden woonst huurt en instaat voor de daaraan verbonden kosten. Een aantal kosten zijn duidelijk gebonden aan bv. de gemeente waar men woont, de grootte van de woning enz. Deze kosten worden regelmatig aangepast door de bevoegde instanties. Sommige kosten worden natuurlijk niet per maand betaald, maar per jaar.
UITGAVEN
MIJN IDEE VAN UITGAVE
Vaste kosten •
Huur
•
verwarming
•
elektriciteit
•
water
•
telefoon/GSM
•
brandverzekering
•
familiale verzekering
•
verzekering vervoer
•
belasting op vervoer
•
bijdrage ziekenfonds
•
heffing oppervlaktewater
33
REELE UITGAVE
•
provinciebelasting
•
kabeltelevisie
•
belastingen op ophalen van huisvuil
•
maandelijkse afbetalingen
Totaal
OPDRACHT 8: ‘de grote budget-test’ Nu doen we de grote test. We proberen eens te berekenen wat je globaal nodig hebt per maand om rond te komen. Je weet uit de vorige oefening wat het totaal is van de vaste kosten. Dit kan je al invullen. Je vult daarna elke rubriek van de variabele kosten apart in. Vervolgens bereken je het totaal. Nadien kan je dit vergelijken met het gemiddelde loon dat iemand van jouw leeftijd en opleidingsniveau verdient. Stel dat je meer uitgeeft dan het loon dat je verdient, dan moet je gaan besparen. Bedenk nu maar eens op welke variabele uitgaven je zou besparen. Maak hiervoor een volgorde. De post waar je het eerst zou op besparen krijgt nummer 1, de volgende nummer 2 enz. Je selecteert zo vijf rubrieken waarop je zou besparen. In de laatste kolom noteer je die cijfers. Wat een jonge schoolverlater gemiddeld verdient hangt sterk af van het opleidingsniveau, de sector waar hij of zij terecht komt enz. Om toch een min of meer realistisch beeld te krijgen, kan je terecht bij de Werkwinkel of een vakbond. Om deze informatie te verkrijgen kun je natuurlijk ook met één of enkele bedrijven contact opnemen. UITGAVEN
MIJN UITGAVE
Vaste kosten Variabele kosten •
eten en drinken
•
huishoudproducten
•
verzorgingsproducten
•
kosten voor een huisdier
34
WAAROP KUN JE BESPAREN ?
•
kledij
•
was, kuis, strijk
•
dokter, medicijnen
•
lidgeld (sportclub,…)
•
kranten, tijdschriften
•
uitgaan
•
vervoer (abonnement, brandstof,…)
•
sigaretten
•
kapper
Totaal
OPDRACHT 9: ‘en nu allemaal samen…’ UITGAVEN Som vaste en variabele kosten Wat denk ik te verdienen? Totaal
Is de balans positief of negatief? Heb je over? Proficiat! Vergeet niet te sparen. Negatief? Ga eens na waar je kan besparen. Maar… wat zou nu het realistische loon zijn die jij met jouw diploma, opleiding kan verdienen? Contacteer de vakbond met deze vraag en vul onderstaand schema in.
35
UITGAVEN Som vaste en variabele kosten Wat is mijn realistisch loon? Totaal
36
THEMA 5: VRIENDEN EN VRIENDINNEN
Zolang je op school zit en/of thuis woont zijn er weinig dagen dat je niemand ziet. Eenmaal je de schoolpoort achter je dichtslaat en/of alleen gaat wonen, is het belangrijk om af en toe eens af te spreken met je vrienden en vriendinnen. Je leven verandert immers: je vult je dagen met werk zoeken of je hebt een job gevonden die heel wat van je energie opslorpt. Je bent misschien op zoek naar een eigen stek of hebt die al gevonden en je hebt je handen vol aan schilderen, behangen enz. Maar geef toe: je hebt af en toe behoefte aan wat vrije tijd, een toffe babbel met vrienden enz. Hiep, hiep, hoera,… vergeet de verjaardagen van je beste vrienden niet! Misschien heb jij de datums van de verjaardagen van je beste vrienden of vriendinnen onthouden. Of, er is iemand die jou eraan herinnert. Ben jij attent? Verras jij je beste vrienden en vriendinnen op hun verjaardag? Stuur je bv. een sms, een kaartje, bel je ze op, zorg je voor een attentie, organiseer je een verrassingsfeestje of… doe je niks? OPDRACHT 1: ‘surprise!!!’ Misschien kun je elkaar op ideeën brengen! Sommigen hebben wellicht superoriginele ideeën om voor een geslaagde verrassing te zorgen als iemand verjaart. Of, je bent als feestvarken zelf ooi t eens verrast geweest? Noteer hier een paar toffe ideeën: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… In het kader van groepswerk kan het een boeiende opdracht zijn om de jongeren te verdelen in groepjes en hen de opdracht te geven (op papier) een feestje te organiseren. Dit betekent: de uitnodigingen maken, een geschikte locatie zoeken, de hapjes en drankjes bepalen, eventueel voor de nodige verrassingselementen zorgen enz. Los van het resultaat kan het interessant zijn om te evalueren wat de inbreng is van elke jongere in deze gemeenschappelijke oefening, hoe ze met elkaar omgaan, wie de leiding neemt, hoe ze met elkaar communiceren,… Probeer contacten te leggen met je buren… ’t kan van pas komen als je eens je huissleutel vergeet en dus de muur over moet. We hadden het er al over bij het thema wonen. Goeie contacten onderhouden met je buren kan belangrijk zijn. Sommige wijken organiseren af en toe activiteiten waardoor buren elkaar beter kunnen leren kennen. In andere buurten houdt met het bij ‘elkaar goeiedag zeggen’.
37
OPDRACHT 2: ‘de vriendelijke buur’ Feit is dat het spreekwoord zegt: “Beter een goeie buur dan een verre vriend.” Weet jij wat hiermee bedoeld wordt? ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. Wat wordt het: de sportclub, het jeugdhuis, of euh…? Zoals we reeds stelden: elk mens heeft behoefte aan vrije tijd, tijd om je te ontspannen. Sommigen zullen gaan sporten, anderen hebben liever eens een gezellige babbel aan de bar in het jeugdhuis, nog anderen moeten zich kunnen uitleven in een of andere vereniging. OPDRACHT 3: ‘was het maar altijd weekend’ Kijk eens rond in jouw buurt. Welke ontspanningsmogelijkheden zijn er? Maak een lijstje van 10 organisaties (met naam en adres). Schrijf ze in volgorde van jouw voorkeur. Die vereniging waar jij je bij zou aansluiten of die plaats waar je naartoe zou gaan bovenaan. En omgekeerd: waar je nooit je gezicht zou laten zien onderaan.
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………….
Met twee onder één dak? Romantiek en toch goede afspraken maken gaan ideaal samen! OPDRACHT 4: ‘wat vind jij ervan’ Je hoort straks een aantal uitspraken en vragen. De opdracht is eenvoudig. Wat vind jij ervan? Reageer!
38
1. Gaan samenwonen? Oké, maar elk doet de helft van het huishouden! richtvragen: - wat als jouw partner ’s morgens heel vroeg moet vetrekken en ’s avonds pas laat thuis is? - wat als jouw partner twee linkerhanden heeft en telkens hij of zij bv. de keuken dweilt er een zwembad van maakt, iedere keer het eten laat aanbranden enz.? -… 2. Stel: het is zondagavond. Je zit gezellig met z’n tweetjes in je pyjama in de zetel. Het is 21.30 uur. Opeens gaat de deurbel. Doe je open of niet? richtvragen: - wat als de persoon aan de deur blijft bellen? - doof je alle lichten zodat de persoon aan de deur denkt dat er niemand thuis is - ga je piepen door het venster om te zien wie het is? - wat als jullie naar een film aan het kijken waren en het is juist heel spannend? -… 3. Mag jouw vriendin vrienden hebben? Mag jouw vriend vriendinnen hebben? richtvragen: - wat als jouw vriend met één vriendin (of omgekeerd) een avondje op stap gaat? - wat als blijkt dat je vriend vooral of enkel vriendinnen heeft (of omgekeerd)? - … 4. Moet jouw vriend/vriendin een hobby hebben? Is een hobby verplicht? richtvragen: - wat als jouw partner (behalve werken) niks doet, zich verveelt, …? - is elke avond televisie kijken of computerspelletjes spelen een hobby? -… OPDRACHT 5: ‘de waarom-mannen-niet-kunnen-luisteren-en-vrouwen-nietkunnen-kaartlezen-quiz’ Er zijn nu eenmaal verschillen tussen mannen en vrouwen! Door te leren welke verschillen er zijn, kun je elkaar wel beter leren begrijpen. Het is geen oplossing voor alle problemen maar het kan een goede aanleiding zijn om zaken eens vanuit een ander standpunt te bekijken. Ook zijn sommige verschillen erg grappig. De opdrachten 5 en 6 lijken misschien op het eerste gezicht stereotypen te bestendigen over mannen en vrouwen. De gebruikte methodieken zijn echter bedoeld als aanzet om reactie uit te lokken. Het spreekt voor zich dat bv. niet álle vrouwen beter over emoties kunnen praten dan mannen. Zo zijn er ook vrouwen die beter een auto kunnen parkeren dan bepaalde mannen. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor de begeleider die jongeren erop kan wijzen dat de realiteit wellicht iets genuanceerder is. Een opwarmertje! Duid aan of de vraag betrekking heeft op een vrouw of op een man.
vrouw man Wie Wie Wie Wie
kan beter praten over emoties? is MINDER gevoelig voor depressies? kan beter ruiken? heeft een snellere hartslag?
x x x x
39
Wie Wie Wie Wie Wie
heeft een beter ruimtelijk inzicht? ziet sneller of twee afbeeldingen hetzelfde zijn? kan beter technische problemen oplossen? is er beter in het herkennen van gezichten? kan beter verschillende taken tegelijkertijd uitvoeren?
x x x x x
OPDRACHT 6: ‘is het A? B? of toch maar C?’ 1. Waarom kan een vrouw beter liegen dan een man?
x
Een vrouw heeft meer fantasie dan een man. Mannen letten veeleer op de gesproken woorden en veel minder op de lichaamstaal (hoe iemand iets zegt). Vrouwen kunnen beter praten dan mannen en dus ook beter hun woorden wat verdraaien.
2. Waarom kan een man beter een auto parkeren dan een vrouw?
x
Vrouwen panikeren sneller en zijn sneller hun concentratie kwijt. Mannen kunnen beter afstanden inschatten dan vrouwen. Vandaar dat ze beter kunnen parkeren. Een auto besturen is iets technisch. Mannen zijn nu eenmaal beter in technische zaken.
3. Wat bedoelt een vrouw écht als ze tegen haar vriend zegt: “We moeten een keer praten.”
x
We moeten echt een keer over iets praten. Ik ben verdrietig. Ga zitten. Mond dicht en luister naar wat ik te zeggen heb.
4. Waarom kan een man niet ongemerkt naar een andere vrouw kijken?
x
Als een man naar een vrouw kijkt, neemt de hoeveelheid mannelijk hormoon in zijn lichaam toe. Een vrouw ruikt beter dan een man. Ze ruikt dus de geur die met de toename van de hoeveelheid mannelijk hormoon gepaard gaat. Vrouwen hebben een zevende zintuig voor zo’n zaken. Ze voelen het gewoon als hun man naar een andere vrouw kijkt. Een man kijkt veel gerichter. Een vrouw heeft een breder gezichtsveld. Daarom ziet een vrouw onmiddellijk waar haar man, die naast haar loopt, naar kijkt.
40
5. Waarom zet een man de autoradio uit als hij zich moet concentreren op het verkeer?
x
Mannen schatten veel beter gevaarlijke situaties in. Dat heeft te maken met hun jachtinstinct. Ze weten dus dat muziek beluisteren en met de auto rijden niet samengaat. Mannen zijn sterk in het uitvoeren van één taak. Hij kan dus niet én naar muziek luisteren én het verkeer in de gaten houden. Mannen zijn gevoeliger voor stress. Muziek beluisteren bij het autorijden werkt veelal op hun zenuwen.
6. Waarom zijn er zoveel vrouwen secretaresse? x
De meeste vrouwen zijn erg goed in het tegelijk uitvoeren van verschillende taken. Vrouwen houden meer van een zittende job dan van een fysiek inspannende job. Vrouwen voeren liever uit dan iets uit te denken.
7. Wat bedoelt een man écht als hij tegen zijn vriendin zegt:”Wil je met me trouwen?”
x
Stop met zagen. Ik wil niet dat een ander jou inpikt. Ik wil een nieuwe auto.
41
THEMA 6: GEZONDHEID De uitdrukking "Een gezonde geest in een gezond lichaam" is de vertaling van het Latijnse "Mens sana in corpore sano. Preventie is gericht op het behouden en verbeteren van de ’hele’ gezondheid van mensen. Dit betekent niet alleen het voorkomen van ziekte door het wegnemen van oorzaken die tot ziekten leiden, maar ook het bevorderen dat mensen gezond zijn en blijven. Natuurlijk zijn niet alle ziekten te voorkomen, maar preventie kan er in veel gevallen voor zorgen dat verwikkelingen en verergering van de ziekte vermeden worden. Zelf koken is goedkoper én beter voor de lijn dan diepvriesmaaltijden of het frietkot! OPDRACHT 1: ‘ juist of fout’ Zet een kruisje. STELLING Pure chocolade bevat veel cholesterol. Olie is minder vet dan boter. Rundsvlees eten is gevaarlijk voor de gezondheid. Van het eten van aardappels word je dik. Vrouwen hebben minder energie nodig dan mannen. Kunstmatige zoetstoffen zijn veilig.
Diepvriesgroente is even goed als verse groente. Als je ‘een kater’ hebt van te veel alcohol te drinken, kun je dit enkel oplossen door veel koffie te drinken. Bewaar nooit eieren in de koelkast. Ze worden binnen de kortste keren slecht. Frituurolie is oneindig houdbaar. Of je nu grote stukken vlees bakt of kleine stukken, barbecuen is altijd veilig. Restjes eten moet je, ook al zijn ze nog warm, direct in de koelkast zetten. Kraantjeswater drinken is eigenlijk niet aan te raden. Vers geperst fruitsap is beter dan fruitsap uit een pak.
JUIST
FOUT
HET JUISTE ANTWOORD IS…
x x x x x x
Kunstmatige zoetstoffen zijn niet veilig voor mensen die lijden aan de stofwisselingsziekte fenylketonerie, zuigelingen en jonge kinderen.
x
Je kunt dit enkel oplossen door veel water te drinken.
x
Eieren moet je in de koelkast bewaren.
x
Vervang frituurolie na zo’n 6 á 8 keer gebruik. Grote stukken vlees worden moeilijker gaar.
x
x x x x
42
Koel warme restjes eerst af in een bak koud water en bewaar ze dan afgedekt in de koelkast. Over het algemeen wordt leidingwater goed gecontroleerd.
OPDRACHT 2: ‘de BMI-oefening’ Om te weten of je een normaal gewicht hebt volgens jouw lengte, kun je je BMI berekenen. Dit staat voor Body Mass Index. Bereken hieronder voor jezelf of jouw BMI goed zit: BMI =
gewicht in kilogram (lengt in meter) x (lengt in meter)
Verklaring: je zit onder 18: je weegt te weinig 18,5 – 24,9: je hebt een normaal gewicht 25 – 29,9: je hebt overgewicht meer dan 30: je bent zwaarlijvig OPDRACHT 3: ‘gezond ongezond’ Lees de tekst ’Zes op tien Belgen eten ongezond’ eens grondig door en los de vragen op. Je vindt alle informatie die je nodige hebt in de tekst terug. 1. Zoek op in het woordenboek! Wat betekent… -
Appetijt: Frequentie: Conclusie: Consequent: Obesitas:
honger, trek het aantal keren besluit rechtlijnig zwaarlijvigheid
2. In de tekst staat dat negen op de tien Belgen graag of zeer graag eten. Er zijn in het totaal 1500 Belgen ondervraagd. Hoeveel Belgen eten dan graag of zeer graag? 1350 Belgen 3. Elf procent van de ondervraagde Belgen (van die 1500) eten ongezond. Om hoeveel mensen gaat het dan? 165 Belgen
Wat geneesmiddelen in huis kan helpen tegen de kleine kwaaltjes. Ziekte en kleine ongevalletjes thuis komen vaak op de meest onverwachte ogenblikken voor. De juiste geneesmiddelen en goede ontsmettings- en verbandmiddelen bij de hand hebben, kan van zeer groot nut zijn. Een degelijke huisapotheek komt dus van pas. OPDRACHT 4: ‘het apotheekkastje’ Haal bij je apotheker een lijstje van geneesmiddelen die je maar beter in huis kunt hebben.Net zoals voor etenswaren bestaan er ook merkproducten bij
43
geneesmiddelen. Die zijn vaak duurder dan het “witte” product Deze noemen we “generische” medicijnen. Vraag voor elk merk een generisch alternatief. summier overzicht: • geneesmiddelen voor inwendig gebruik: o middel tegen obstipatie o middel tegen diarree o middel tegen spijsverteringsstoornissen o middel tegen keelpijn o middel tegen hoesten o pijnstiller (tegen hoofdpijn, tandpijn enz.) •
geneesmiddelen voor uitwendig gebruik: o middel tegen brandwonden o middel tegen insectenbeten o middel tegen spierpijn, verstuiking, bloeduitstorting enz. o ontsmettingsmiddel
•
verbanden o kleefpleisters o kompressen (steriel en individueel verpakt) o rekverband o zwachtel
•
diversen o koortsthermometer o schaar o veiligheidsspelden o pincet (splinters)
44
OPDRACHT 5: ‘waar of niet waar’ Waar of niet waar? Meer uitleg over onderstaande stellingen vind je op: www.redcross.be, doorklikken naar ‘vragen en antwoorden’ en vervolgens naar ‘tips’. WAAR Medicijnen bewaar je het best op een koele en droge plaats. De bijsluiter die je in de verpakking vindt is helemaal niet belangrijk. Hij bevat alleen maar reclame voor het product. Weggooien is de boodschap. Je kunt elk geneesmiddel zomaar, zonder problemen kopen in de apotheek. Als je ziek bent, ga je beter onmiddellijk naar de spoedgevallendienst van een ziekenhuis. Als je huisapotheek in orde is, kun je die beter elk jaar eens controleren. Immers, geneesmiddelen hebben net zoals voedingsmiddelen een vervaldatum.
NIET WAAR
x X
X X
x
Nette woning… en je vrienden zullen meer langskomen. OPDRACHT 6: ‘appartementje gevonden… en poetsen maar’ Bon, na heel wat speurwerk hebben Mark en Tine eindelijk een mega-tof appartementje gevonden. Nog enkele weken en ze kunnen er intrekken. Uiteraard moet hun stekje nog wat opgevuld worden: een eetplaats, een slaapkamer, zaken voor in de living, keukenspullen enz. Ze zien het al levendig voor zich. Alleen… met poetsgerei hebben ze wat meer moeite. Welke zaken zou jij hen nog aanbevelen ? Ze dachten al aan: - een emmer - een oude tandenborstel voor de vuile voegen tussen de stenen van de badkamermuur - een spons - een wc-borstel Voor de rest weten ze het echt niet. Nu is het aan jou! Kun jij hun poetslijstje aanvullen? een kort lijstje: -
een stofzuiger (met reservezakken) handborstel en vuilblik harde borstel zachte borstel (veegborstel) trekker
45
-
ragebol (spinnenwebben) raamtrekker trapladdertje emmer zeemvel spons dweil stofdoek schuursponsje toiletborstel vloerzeep allesreiniger wc-reiniger schuurcrème
Een dipje…? Blijf er niet mee zitten. Bel iemand! OPDRACHT 7: ‘even bellen’ Iedereen heeft wel een slechte dag. Soms duurt dat maar eventjes, soms blijf je er een poosje mee zitten. Een toffe babbel kan dan wonderen doen. Op je eentje blijven zitten is dan zeker geen goed idee. Je kent wellicht een aantal mensen, ouders, zus of broer, vrienden, familie bij wie je terecht zou kunnen. Denk even na en schrijf hier de namen van drie mensen op die jij zou bellen als je met een dipje zit. 1.
2.
3.
Soms heb je het gevoel dat je nergens met je verhaal terecht kunt. Je kunt dan altijd terecht bij tele-onthaal. Hier zitten dag en nacht mensen klaar aan de telefoon die naar jou luisteren en je proberen te helpen. Je hoeft niet eens je naam te zeggen. Ook over de kosten hoef je niet in te zitten, je telefoontje is gratis. Je kunt iemand van tele-onthaal bereiken via het telefoonnummer: 106
Zie je ’t echt niet meer zitten? Ga eens langs bij het JAC. Het Jongerenadviescentrum, kortweg ‘het JAC’ is een dienst speciaal op maat van jongeren van 15 tot 25 jaar. Je kunt er gratis en anoniem terecht met gelijk welke vraag of probleem. Je kunt een afspraak maken, maar tijdens de openingstijden hoeft dat zelfs niet. Je vindt alle Jongerenadviescentra in Vlaanderen terug op de website: www.jongereninformatie.be
46
De adressen van de West-Vlaamse JAC’s: -
-
-
-
-
-
-
-
-
Brugge: Kleine Hertsbergstraat 1 in 8000 Brugge T 050 33 83 06 E
[email protected] www.jac-brugge.be Torhout: ’s Gravenwinkelstraat 20 in 8820 Torhout T 050 21 25 22 E
[email protected] www.deviersprong.be Kortrijk: Wandelingstraat 31 in 8500 Kortrijk T 056 21 04 42 E
[email protected] www.jac-kortrijk.be Oostende: Kaaistraat 28 in 8400 Oostende T 05950 57 45 E
[email protected] www.jacoostende.be Veurne: P. Benoitlaan 58 in 8630 Veurne T 058 28 00 21 E
[email protected] www.cawdepapaver.be Izegem: Krekelstraat 56, 8870 Izegem T 051 33 78 78 E
[email protected] www.caw-middenwvl.be/jac Roeselare: Iepersestraat 32 bus 1 in 8800 Roeselare T 051 22 19 44 E
[email protected] www.caw-middenwvl.be/jac Menen: Koningstraat 5-7 in 8930 Menen T 056 51 44 13 E
[email protected] www.jipmenen.be Tielt: Stationstraat 44/1 in 8700 Tielt T 051 40 09 99 E
[email protected]/jac www.caw-middenwvl.be/jac
OPDRACHT 8: ‘hallo… met het JAC’ Lees aandachtig de tekst. Zou jij naar het Jongeren Advies Centrum stappen met je vragen? Een Jongeren Advies Centrum is voor jongeren vaak de meest laagdrempelige dienst waar ze met tal van vragen terecht kunnen. Sommigen zullen er al mee kennis gemaakt hebben, anderen niet. Er kan zich hier dus een boeiend groepsgesprek ontwikkelen. richtvragen:
-
Ken je het JAC? Waar is het dichtstbijzijnde JAC? Ben je er al ooit geweest? Zou jij er binnenstappen? Waarom wel, niet? Met welke vragen zit jij?
47
Vergeet je niet aan te sluiten bij een mutualiteit: je wordt de trotse eigenaar van een SIS-kaart!
OPDRACHT 9: ‘de ziekenfondsen-oefening’ Inderdaad! Als je aan het werk gaat of als je stempelt, ben je VERPLICHT je aan te sluiten bij een ziekenfonds. Zo ben je verzekerd als je ziek wordt, naar de dokter moet, speciale medicijnen nodig hebt uit de apotheek enz. Er zijn verschillende ziekenfondsen in Vlaanderen. Dus, je hebt de keuze. Hieronder vind je de namen van de vijf grootste ziekenfondsen in Vlaanderen. Vul jij de ontbrekende letters in waardoor elk van de ziekenfondsen te voorschijn komt?
•
H . T
L. . . RAAL
•
D .
CH . . ST . . IJ . .
•
D .
B . . D
MOY . . N
D . •
H . T
•
H . T
Z. . . . . . ONDS M . T . . L . T . . T of
S . C I A .
ON . FH . NK . LIJK VL . . MS
. . TISCHE
MU. . ALI . EIT
Z . . K . NF . NDS
N . . TR . AL
. IE . E . . O . . S
OPDRACHT 10: ‘de SIS-kaart = de Sociaal InformatieSysteem-kaart’ Er zijn allerlei soorten gegevens opgeslagen op een een SIS-kaart, onzichtbare en zichtbare gegevens. De onzichtbare gegevens kunnen enkel ‘gelezen’ worden door mensen die hiervoor de toestemming hebben. Het betreft bijvoorbeeld gegevens i.v.m. terugbetaling. Sommige mensen hebben voor de behandeling van hun ziekte recht op de terugbetaling van een medicijn, waar andere mensen dan weer geen recht op hebben. De zichtbare identificatiegegevens op deze sociale identiteitskaart zijn: (1) je officiële naam (2) je voorna(a)m(en) (3) je geboortedatum (dag /maand/jaar) (4) een ♀ als symbool voor vrouwelijk geslacht, ♂ als symbool voor mannelijk geslacht (5) je identificatienummer bij de sociale zekerheid (dit begint met je omgekeerde geboortedatum) (6) het kaartnummer, een unieke combinatie met 10 cijfers die de sociale identiteitskaart persoonlijk maakt (7) de geldigheidsdatum van de kaart: die geeft aan hoelang je kaart geldig is. Wanneer de geldigheidsdatum verstreken is, kun je bij je ziekenfonds een nieuwe kaart krijgen. Kijk eens op jouw SIS-kaart of je deze zichtbare identificatiegegevens terugvindt.
48
Hou je bij één huisarts. Je bespaart er veel geld mee! Sinds enige tijd bestaat er zoiets als het GMD. Door telkens bij dezelfde huisarts langs te gaan, in plaats van van de éne dokter naar de andere te 'shoppen', kan je een serieuze cent in jouw portemonnee besparen. Er is nog een ander voordeel aan het aanleggen van een GMD. Alle medische informatie over jou wordt door één arts verzameld en bijgehouden. Dit vermijdt dat je voor eenzelfde kwaal twee keer hetzelfde onderzoek (bij bv. twee verschillende artsen) dient te ondergaan. Ook verschillende behandelingen voor één en dezelfde kwaal worden zo vermeden. Als je dus wenst dat jouw huisarts voor jou zo'n GMD opent en beheert, moet je daar wel zelf naar vragen. Zo'n GMD is echter niet verplicht. Je beslist vrij. Hoewel je misschien soms eens de mening van een andere dokter wil weten, kan je maar bij één arts zo'n GMD laten aanleggen.
OPDRACHT 11: 'het GMD-mysterie' Weet jij waar GMD voor staat? Een tip: zoek het op het internet via de zoekterm 'GMD+Vlaanderen' GMD staat voor: globaal medisch dossier
49
Dit werkboek werd opgesteld in opdracht van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van West-Vlaanderen. Paul Breyne, Gouverneur Jan Durnez, gedeputeerde Patrick Van Gheluwe, gedeputeerde Gabriel Kindt, gedeputeerde Dirk De fauw, gedeputeerde Gunter Pertry, gedeputeerde Marleen Titeca-Decraene, gedeputeerde Hilaire Ost, Provinciegriffier Verantwoordelijke uitgever: Luc Termont, afdelingshoofd Dienst Jeugd Redactie: Veerle Verbeke en Dirk Van de Veire
Provinciale Jeugddienst Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 8200 Brugge tel.: 050-40 33 44 t.a.v. Veerle Verbeke e-mail:
[email protected] website: www.west-vlaanderen.be depotnummer: D/2006/0248/44
50