Wij staan dicht bij jou!
Keuzewijzer bovenbouw vmbo
Naar de bovenbouw Binnenkort ga je naar de bovenbouw van het vmbo. Als je doorstroomt naar de derde klas van het vmbo, betekent dat dat je een aantal keuzes moet maken. Zo moet je nu kiezen welke leerweg (vmbo-B, vmbo-K of vmbo-T), en welke sector (economie, techniek of zorg & welzijn) je gaat volgen. Om je bij deze keuze te helpen, hebben we deze keuze wijzer voor jou gemaakt. En natuurlijk ook een beetje voor je ouders, zodat zij je kunnen helpen kiezen. We vertellen je alles over de verschillende leerwegen en sectoren, maar ook over hoe we in de bovenbouw van het vmbo werken, hoe het eindexamen eruit ziet en wat je kunt gaan doen na het vmbo.
Goed voorbereid met het vmbo Het vmbo bereidt je voor op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Maar soms kun je na het vmbo ook doorstromen naar de havo. Om de aansluiting met het mbo en de havo zo goed mogelijk te laten verlopen, werken we in het vmbo met leerwegen en sectoren.
2
3
Welke leerweg ga je volgen? Theoretische leerweg (TL) Als leren jou gemakkelijk afgaat, dan past de theoretische leerweg goed bij jou. Afhankelijk van je vakkenpakket kun je na je examen naar het mbo of de havo. Om je goed te oriënteren op je studieloopbaan na het vmbo, krijg je het vak technologie. Je kunt ook examen doen in muziek, tekenen of handvaardigheid.
Kaderberoepsgerichte leerweg (KB) Wil jij niet alleen met je hoofd werken, maar ook met je handen? Dan past deze leerweg goed bij jou. Je krijgt dan zowel theoretische als praktische vakken. Ongeveer een derde van je lestijd besteed je aan de beroepspraktijk.
Basisberoepsgerichte leerweg (BB) Ben jij heel praktisch ingesteld en werk je het liefst met je handen? Dan past de basisberoepsgerichte leerweg bij jou. Natuurlijk heb je theorievakken, maar de meeste lestijd besteed je aan de beroepspraktijk.
Welke sector kies je? Een sector is een groep beroepen die bij elkaar horen. Metselaar, lasser en elektromonteur zijn voorbeelden van technische beroepen. Samen vormen ze de sector Techniek. Een tweede sector is Economie met beroepen als verkoper, vertegenwoordiger, horecamedewerker en telefoniste. De derde sector is Zorg & Welzijn waarbij je kunt denken aan beroepen zoals kraamverzorgende, klassenassistent en activiteitenbegeleider. Volg je KB of BB dan kun je kiezen uit de volgende programma’s:
Sectoren Economie
Techniek
Programma’s
Beroepenveld
Handel & Administratie
Kantoor, winkel, groothandel, ICT
Consumptief-breed
Restaurant, bakkerij, kok, toerisme
Bouwen, wonen en interieur
Hout, metselen, schilderen, infrastructuur, interieur
Instalektro
Installatietechniek, elektrotechniek
Metalektro
Metaaltechniek, elektrotechniek
Zorg & Welzijn Zorg & Welzijn-breed
Uiterlijke en haarverzorging, voeding, welzijn & sport
Vmbo op het Dr. Nassau College De TL kun je op al onze vestigingen volgen. Voor de andere leerwegen ga je naar Penta in Assen.
4
5
Het vakkenpakket
Technologie, KC2 en LO2
Extra vak?
Welke vakken je krijgt in de bovenbouw hangt af van welke leerweg en sector je kiest. In ieder geval krijg je Nederlands, Engels, maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en CKV in alle leerwegen.
Vmbo-T leerlingen kunnen vanaf het derde jaar kiezen voor het vak technologie, sport (LO2) of kunst & cultuur (KC2). Als je vmbo-KB doet kun je ook aan LO2 of KC2 deelnemen.
Als je gemiddeld een 6,5 op al je vakken hebt, mag je een extra (examen)vak kiezen. Dit moet dan natuurlijk wel binnen je rooster passen en je moet het echt graag willen want je hebt dan wel meer uren les.
In de KB en BB volg je naast de verplichte vakken twee sectorvakken. Daarnaast kies je een van de intra sectorale programma’s (ISP’s). Het ISP-programma volg je 12 uur (kader) tot 16 uur (basis) per week. In deze lessen krijg je praktijk, maar ook theorie. De theorielessen ondersteunen de praktijk. Je leert dus iets en past het daarna ook direct toe. De opdrachten zijn aangepast aan de sector die je volgt. Bij techniek zijn de ISP-lessen dus anders dan bij economie of zorg & welzijn. Bij basis ligt de nadruk op doe-opdrachten; bij kader heb je meer leeropdrachten en ligt het tempo wat hoger.
Bij het vak technologie wordt je klas in kleine groepjes opgedeeld. In filmpjes en e-mails krijg je uitleg over een opdracht die je moet uitvoeren om een bepaald probleem op te lossen. Door goed samen te werken en taken te verdelen, moet je een oplossing voor het probleem vinden. Je vergadert met elkaar, voert deelopdrachten uit en bespreekt de resultaten in de groep.
CKV Bij het vak Culturele en kunstzinnige vorming (CKV) maak je kennis met kunst en cultuur. Denk bijvoorbeeld aan toneel, muziek, dans, beeldende kunst en film. Je neemt deel aan culturele activiteiten die je gedeeltelijk zelf kunt kiezen. Zo kun je naar een toneelvoorstelling of musical te gaan, naar de film of een (pop-) concert, of naar het museum. De verslagen die je hiervan maakt, worden bewaard in jouw eigen ‘kunstdossier’. Je sluit het vak af met een schoolexamen. Je moet het vak met een voldoende afsluiten.
6
In de TL volg je dezelfde vakken als in de tweede klas, maar je kiest voor Duits of Frans en technologie of KC2 (kunst en cultuur) of LO2 (sport). Als je vmbo-KB doet kun je ook aan LO2 en KC2 deelnemen. In de vierde klas volg je naast lichamelijke opvoeding alleen nog de vakken waarin je examen gaat doen. Dit vakkenpakket kies je aan het eind van de derde klas. Naast de verplichte vakken Nederlands en Engels kies je dan twee sectorvakken en twee algemene vakken.
T+ klas De T+ klas is er voor leerlingen die de theoretische leerweg volgen en willen doorstromen naar de havo. Waar mogelijk worden boeken en leerstof van de havo aangeboden. Als je veel vakken op havo-niveau aankan, is een tussentijdse overstap naar de havo op locatie Quintus mogelijk.
Bij het vak KC2 krijg je extra les in beeldende kunst, drama, film en muziek. Daarnaast worden musea en concerten bezocht. Bij het vak LO2 wordt daarnaast veel aandacht besteed aan outdooractiviteiten, sporten met gehandicapten en het organiseren van sport evenementen. Door voor een van deze vakken te kiezen ontwikkel je je creatieve en organisatorische vaardigheden. De algemene vakken worden gekoppeld aan onderwerpen die met sport of kunst & cultuur te maken hebben.
Hulp bij het kiezen De keuzes die je nu maakt, zijn belangrijk voor jouw toekomst. Door nu de goede richting te kiezen heb je het gemakkelijker in je vervolgopleiding of beroep. Bij je keuze houd je rekening met wat je kunt, wat je ervoor wilt doen, waarin je geïnteresseerd bent en wat je toekomstplannen zijn. In de tweede klas helpen we je zo veel mogelijk bij het maken van de juiste keuzes. Bij het vak maatwerk maak je kennis met beroepen uit verschillende sectoren. Ook doe je een belang stellingstest die je mentor gebruikt om je een goed advies te geven. Natuurlijk houden we rekening met wat jij wilt en wat je ouders ervan vinden. In de bovenbouw zullen je mentor en de decaan je verder helpen bij het oriënteren op beroepen en vervolgopleidingen.
In de LO2 klas krijg je extra lessen LO. LO2 dient als een verdieping van het bestaande LO programma. Hele belangrijke aspecten binnen het LO2 zijn het organiseren en regelen van sportlessen en het ontwikkelen van je eigen competenties. Zowel binnen als buiten school worden evenementen georganiseerd, zoals een sport-/doedag voor een basisschool.
7
Begeleiding Leerlingen die in de eerste en tweede klas leerweg ondersteunend onderwijs (LWOO) volgden, blijven dat in de bovenbouw gewoon doen, maar niet meer in een aparte klas. En heb je last van examenvrees, dan regelen we voor jou een examentraining.
Examen Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. Op het Dr. Nassau College begin je al in de derde klas met je schoolexamen voor de vakken die je hebt gekozen. Als je je schoolexamen hebt afgerond, ga je het centraal examen doen. Dat hoeft overigens niet voor de vakken maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en CKV. Het schoolexamen en het centraal examen tellen allebei voor de helft mee in de eindbeoordeling.
Schoolexamen In de laatste twee jaren krijg je een examendossier. Hierin worden jouw resultaten opgenomen die meetellen voor het schoolexamen. We noemen dit het PTA (programma van toetsing en afsluiting). Om je beter te begeleiden bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding, werken we met een portfolio. Het portfolio kun je gebruiken bij de intake in het mbo en wordt gedeeltelijk door jezelf en gedeeltelijk door je docenten ingevuld. Het kan bestaan uit bijvoorbeeld verslagen, beoordelingen en werkstukken.
8
Het cijfer voor het schoolexamen wordt samen gesteld uit alle cijfers en beoordelingen voor de toetsen en praktische opdrachten die je bij een vak hebt behaald.
Centraal examen Het centraal examen in mei en juni is landelijk. De TL-leerlingen doen centraal examen in Nederlands, Engels, twee sectorvakken en twee zelf gekozen algemene vakken. Het centraal examen in deze vakken is schriftelijk. KB en BB-leerlingen doen centraal examen in Nederlands, Engels, twee sectorvakken en het intrasectoraal programma. Het examen voor de algemene vakken en de sectorvakken in de KB zijn schriftelijk en digitaal, in de BB digitaal. Het intra sectorale programma bij deze leerwegen heeft een schriftelijk en een praktisch examen.
Stage In de bovenbouw van het vmbo loop je stage. Je maakt kennis met een bepaald beroep in de praktijk. Je ontdekt de leuke en minder leuke kanten van het beroep, wat je moeilijk vindt en wat niet. Je leert hoe het is om met collega’s om te gaan en je ervaart hoe het is om te werken. Kortom, je komt veel te weten over het beroep. Afhankelijk van de sector waarvoor je kiest, zijn er verschillende vormen van stage. Verderop in deze brochure lees je er meer over.
Je diploma gehaald – en dan? Als je je vmbo-diploma hebt gehaald, kun je door stromen naar het mbo of de havo. Ga je naar het mbo, dan kun je ervoor kiezen om verder te leren in combinatie met werken of om een dagopleiding te volgen.
Werken & leren Als je ervoor kiest om werken en leren te combineren, werk je meestal vier dagen per week bij een organisatie of bedrijf en ga je één dag per week naar een regionaal opleidingscentrum (ROC). Je bent dan in de eerste plaats werknemer en leert allerlei beroepsvaardigheden in de praktijk. Daarnaast volg je beroeps-theoretisch onderwijs via de zogenaamde beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Dagopleiding Je kunt ook kiezen voor een dagopleiding, de beroepsopleidende leerweg (BOL). Je gaat dan de hele week naar school en loopt een paar keer stage.
Verschillende niveaus
De BB sluit aan op de opleidingen op niveau 2. In principe kun je alle opleidingen van de niveaus 2, 3 en 4 binnen het mbo zowel als dagopleiding volgen, als in combinatie met werken. Maar de ROC’s bieden niet allemaal dezelfde mogelijkheden. Informeer hiernaar als je een keuze moet maken. In principe kun je na het behalen van je vmbo-diploma nog alle kanten op. Als je doorstroomt in dezelfde sector heb je wel een voorsprong, omdat je op het vmbo al veel kennis hebt opgedaan over deze sector.
Doorstromen naar de havo Met de TL kun je ook doorstromen naar de havo. Je moet dan wel een vakkenpakket kiezen dat aansluit bij de havo-profielen. De decaan kan je hierover informeren.
Naar het hbo Als je in het mbo een opleiding op niveau 4 hebt gevolgd, kun je eventueel doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Dat kan ook nadat je je havodiploma hebt gehaald.
Ook in het mbo krijg je onderwijs op een bepaald niveau. Er zijn vier niveaus. Als je een TL of KB diploma op het vmbo hebt behaald, dan kun je doorstromen naar niveau 3 of 4 van het mbo. Niveau 3 is de vak opleiding en niveau 4 is de middenkaderopleiding.
9
Theoretische leerweg
10
Secretaresse Receptioniste Telefoniste Boekhouder Juridisch medewerker ICT-beheerder Filiaalbeheerder Inkoopassistent Etaleur Exportmedewerker Kok Brood- en banketbakker Medewerker toerisme Autotechnicus Elektromonteur Meubelmaker Technisch tekenaar Monteur Werktuigkundige Scheepsbouwkundige Edelsmid Opticien Tandtechnicus Offsetdrukker Grafisch vormgever Uitvoerder in de bouw Kraamverzorgende Gezinsverzorgende Bejaardenverzorgende Verpleegkundige Tandartsassistente Apothekersassistente Doktersassistente Sport- en bewegingsleider Hoofd huishouding Sociaal dienstverlener Sociaal-cultureel werker Kapper Schoonheidsspecialiste Pedicure Hovenier Bloemist Natuur- en milieutechnicus Dierverzorger Levensmiddelentechnoloog Bosbouwkundige Fruitkweker Boomkweker Veilingmedewerker Akkerbouwer Melkveehouder Paardenhouder Varkenshouder
De vakken Naast de vakken die iedereen volgt in het vmbo (Nederlands, Engels, maatschappijleer 1, CKV en lichamelijke opvoeding) volg je in de TL één extra moderne taal: Frans of Duits. In de vierde klas volg je naast lichamelijke opvoeding alleen nog de vakken waarin je zowel schoolexamen als centraal examen gaat doen. Aan het eind van de derde klas kies je twee sectorvakken die aansluiten op een mbo-sector: Sector
Sectorvak 1
Sectorvak 2
Techniek
wiskunde
natuur/scheikunde 1
Economie
economie
Duits, Frans of wiskunde
Zorg & Welzijn
biologie
Landbouw
wiskunde
wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde of maatschappijleer 2 biologie of natuur/ scheikunde 1
Daarnaast kies je twee van de volgende vakken: Duits, Frans, wiskunde, natuur/scheikunde 1 en 2, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer 2 en economie. Als zevende vak kan nog voor technologie gekozen worden en leerlingen die in het derde jaar LO2 hebben gevolgd kunnen ook voor LO2 kiezen. Bij voldoende belangstelling kun je ook examen doen in tekenen, muziek of handvaardigheid. Daardoor heb je nog meer mogelijkheden in het mbo.
“Ik wil graag doorstromen naar mbo niveau 4 en daarna hbo, dus TL is de beste richting voor mij. Het is gewoon een goede vooropleiding.”
11
De TL is een brede opleiding die niet direct voorbereidt op een bepaald beroep of een bepaalde beroepsrichting. Na de TL gaan veel leerlingen naar het mbo waar je wel kiest voor een bepaalde beroepsrichting. In de de derde klas krijg je arbeidsoriëntatie. In deze stage van een week kun je kennis maken met een beroep. Door die stage krijg je een beter beeld van de beroepsrichting die je voor ogen hebt.
Grote praktische opdracht Zowel in de derde als in de vierde klas doe je een grote praktische opdracht (GPO). Je maakt een verslag over bijvoorbeeld je stage, over een project op school of over een serie opdrachten die je tijdens een weekexcursie hebt gemaakt. De GPO wordt in zijn geheel beoordeeld en je krijgt een cijfer voor de onderdelen die horen bij de betrokken vakken. Je gaat pas over naar de vierde klas als je een voldoende of goed hebt behaald voor je GPO.
Examen Een belangrijk onderdeel van het schoolexamen in de TL is het sectorwerkstuk over studie en beroep. Je oriënteert je op een vervolgopleiding en schrijft hier een verslag over dat je vervolgens presenteert. Je maakt het sectorwerkstuk in de vierde klas, samen met een klasgenoot. Je moet een voldoende of goed halen op je sectorwerkstuk en de beoordeling wordt apart vermeld op je cijferlijst.
12
Sector Economie
Arbeidsoriëntatie
Boekhouder Secretaresse Receptioniste Telefoniste Juridisch medewerker ICT-beheerder Chauffeur wegtransport Beveiligingsmedewerker Verkoopmedewerker Winkelassistent Filiaalbeheerder Inkoopassistent Medewerker groothandel Exportmedewerker Magazijnmedewerker Vertegenwoordiger Restaurantkok Recreatiemedewerker Medewerker toerisme Broodbakker Banketbakker Instellingskok Kelner Hostess Slager Horeca-ondernemer
De vakken Naast de vakken die iedereen volgt in het vmbo (Nederlands, Engels, maatschappijleer 1, CKV en lichamelijke opvoeding) volg je in de BB en KB twee sectorvakken. Kies je voor de sector Economie, dan volg je het vak economie en je kiest daarbij tussen wiskunde of Duits. Daarnaast kies je voor een intra sectoraal programma: Handel & administratie of Consumptief-breed.
Handel & administratie Dit programma bereidt je voor op beroepen en opleidingen in de handel en in de administratie. Voorbeelden van beroepen in de handel zijn verkoper, magazijnmedewerker en bedrijfsleider. Bij administratieve beroepen kun je denken aan administratief medewerker, beveiligingsmedewerker en afdelingschef. Je maakt verschillende opdrachten, waarbij je veel werkt met de computer. Je krijgt te maken met praktijk- en theorieopdrachten en er worden situaties in een winkel of op kantoor nagespeeld. Je leert onder andere hoe je een etalage inricht, hoe je een telefoongesprek met een klant voert en hoe je met een kassa werkt. Ook leer je hoe je een folder ontwerpt en de boekhouding in een winkel bijhoudt.
14
“Ik wil later mijn eigen restaurant. Maar niet met van die vioolmuziek, wel TMF. Een restaurant voor jongeren.”
Consumptief-breed Met Consumptief-breed leer je werken in bijvoorbeeld de horeca, de catering en op een reisbureau. Je krijgt les in vijf praktijkonderdelen: koken, serveren, banketbakken, broodbakken en recreatie & toerisme. Bij het onderdeel koken leer je voedingsmiddelen herkennen, benoemen en bereiden. Je leert bijvoorbeeld hoe een voedingsmiddel reageert als het gekookt wordt in water. Bij het onderdeel serveren leer je hoe je een driegangendiner aan een gast kunt presenteren. Ook leer je hoe je een tafel feestelijk kunt dekken. Bij de onderdelen banketbakken en broodbakken leer je allerlei deeg- en beslagsoorten kennen en je leert natuurlijk producten bakken, zoals gevulde koeken, gebak en allerlei soorten brood. Bij het onderdeel recreatie & toerisme leer je hoe de reiswereld werkt. Voorbeelden van beroepen zijn recreatiemedewerker en reisbegeleider.
15
In het programma Handel & administratie loop je stage in een winkel, op kantoor of bij een groothandel. Volg je het programma Consumptief-breed, dan vind je een stageplek in bijvoorbeeld een hotel, een recreatiepark of een ziekenhuiskeuken.
Examen Je doet centraal examen in Nederlands, Engels, economie, wiskunde en/of Duits en in het gekozen intrasectorale programma. Het intrasectorale programma heeft zowel een centraal schriftelijk als een centraal praktisch examen. In de andere vakken doe je schriftelijk of digitaal examen.
16
Sector Techniek
Stage
Machinist grondverzetmachines Machinaal houtbewerker Meubelmaker Woningstoffeerder Bouwkundig tekenaar Uitvoerder in de bouw Stratenmaker Tegelzetter Schilder Stukadoor Metselaar Installatiemonteur Laborant Elektromonteur Technicus sterkstroominstallaties Verwarmingsmonteur Onderhoudsmonteur installatietechniek Scheepswerktuigkundige Netwerkbeheerder Monteur koeltechniek Monteur telecommunicatie Monteur technische bedrijfsinstallaties
17
De vakken
Metalektro
Naast de vakken die iedereen volgt in het vmbo (Nederlands, Engels, maatschappijleer 1, CKV en lichamelijke opvoeding) volg je in de BB en KB twee sectorvakken. Kies je voor de sector Techniek, dan zijn dat wiskunde en natuur/scheikunde. Daarnaast kies je voor een intrasectoraal programma: • Bouwen, wonen en interieur • Instalektro • Metalektro
Dit programma bereidt je voor op beroepen en opleidingen in zowel de elektrotechniek als de metaaltechniek. In de elektrotechniek kom je beroepen tegen als onderhoudsmonteur en monteur van consumentenelektronica. Voorbeelden van beroepen in de metaaltechniek zijn draaier, lasser en constructie bankwerker.
Alle intrasectorale programma’s in de sector Techniek zijn opgebouwd uit modules. Ze bestaan uit een kerndeel en een verrijkingsdeel. Als je de BB volgt, kun je het kernprogramma afsluiten met een verrijkingsdeel, maar dat is niet verplicht. Volg je de KB, dan is het verrijkingsdeel wel verplicht. In het verrijkingsdeel maak je een werkstuk over een onderwerp dat aansluit bij het gekozen programma. Dit kan een verslag zijn, maar ook een presentatie in de vorm van powerpoint of een filmpje.
“Praktijk is het leukste – je hebt blokuren van 2 of 3 uur.”
Bouwen, wonen en interieur
Instalektro
Dit programma bereidt je voor op beroepen en opleidingen in de bouw en daarmee verwante richtingen. Voorbeelden van beroepen zijn calculator, kleuradviseur, aannemer en landmeter.
Dit programma bereidt je voor op beroepen en opleidingen in zowel de elektrotechniek als de installatietechniek. De elektrotechniek omvat beroepen als onderhoudsmonteur en monteur van consumenten elektronica. Bij voorbeelden van beroepen in de installatietechniek kun je denken aan cv-monteur en dakdekker.
Het kerndeel bestaat uit oriëntatie op de bouw en bouwberoepen, technische informatica en een introductie in timmeren/meubelmaken, metselen, stukadoren, schilderen, reclame- en decoratietechnieken en infrastructuur (grond-, water- en wegenbouw). In de KB wordt het kerndeel aangevuld met modules over het bouwproces, CAD/CAM en houtbewerkingmachines, industrialisering en automatisering in de bouw, telematica en esthetica. Het verrijkingsdeel bestaat uit modules tegelzetten, meubelmaken, civiele techniek, werkplaatstimmeren, decor- & standbouw en decoratieve technieken.
18
Het kerndeel bestaat uit oriëntatie op beroepen in de elektrotechniek en de metaaltechniek, huisinstallaties, bedrijfsinstallaties, verspanende en niet-verspanende techniek, aangevuld met technische informatica. In de KB wordt het kerndeel aangevuld met modules over CAD/CAM en informatiesystemen. Het verrijkingsdeel bevat modules over elektro technische installaties en CAD/CAM.
Het kerndeel bestaat uit oriëntatie op beroepen in de elektrotechniek en de installatietechniek, huis installaties, bedrijfsinstallaties, het tekenen en aanleggen van leidingen en het aansluiten van toestellen, aangevuld met technische informatica. In de KB wordt het kerndeel aangevuld met modules over elektronica, telematica, automatiseren en CAD. Het verrijkingsdeel bevat modules over sanitair, water- en verwarmingstechniek en gaat verder in op bekabeling en montage in woning en bedrijf.
19
Volg je het programma Bouwen, wonen en interieur? Dan kun je stage lopen bij bijvoorbeeld een bouwbedrijf, een schildersbedrijf of een meubelfabriek. Stageplekken bij Instalektro vind je onder andere bij een installatiebedrijf voor sanitair & cv, een energiebedrijf of water leidingbedrijf. Bij het programma Metalektro kun je denken aan een stage bij een machinefabriek, een elektrotechnisch installatiebedrijf en KPN.
Examen Je doet centraal examen in Nederlands, Engels, natuur- en scheikunde en wiskunde en in het gekozen intrasectoraal programma. Het intrasectorale programma heeft zowel een centraal schriftelijk als een centraal praktisch examen. In de andere vakken doe je schriftelijk of digitaal examen.
“De stage gaat best snel. Ik heb meegewerkt aan een project bij een bouwbedrijf. Je leert er om te gaan met andere gereedschappen en je leert er over de manier van werken.”
20
Sector Zorg & Welzijn
Stage
Kraamverzorgende Gezinsverzorgende Helpende zorg & welzijn Medewerker civiele dienst Bejaardenverzorgende Verpleegkundige Tandartsassistente Apothekersassistente Doktersassistente Sport- en bewegingsleider Sport en bewegen en CIOS Voedingsassistent Cateringmedewerker Hoofd huishouding Sociaal dienstverlener Sociaal-agogisch werk Sociaal-cultureel werker Kapper Schoonheidsspecialiste Pedicure
21
De vakken Naast de vakken die iedereen volgt in het vmbo (Nederlands, Engels, maatschappijleer 1, CKV en lichamelijke opvoeding) volg je in de BB en KB twee sectorvakken. Kies je voor de sector Zorg & Welzijn, dan zijn dat in de derde klas biologie en wiskunde en in de vierde klas biologie en wiskunde of maatschappij leer 2. Daarnaast volg je het intrasectorale programma Zorg & Welzijn-breed.
Zorg & Welzijn-breed Dit programma bereidt je voor op beroepen en opleidingen in de zorg- en welzijnsector. Voorbeelden van beroepen zijn onder andere kapper, verpleeg kundige en sociaal-agogisch medewerker. Het omgaan met anderen staat centraal. Je leert jezelf te presenteren aan anderen, maar ook belangstelling te tonen voor anderen. Je leert rekening te houden met anderen en om gewoonten, normen en waarden van anderen te respecteren. Dienstverlening staat voorop in Zorg & Welzijn, dus je leert servicebewust te handelen. En natuurlijk besteden we ook veel aandacht aan samenwerken. Andere vaardigheden die je leert zijn hygiënisch en veilig werken en rekening houden met het milieu. Maar ook werken met de computer wordt niet vergeten. Je zoekt informatie via internet en je maakt verslagen op de computer.
22
Andere onderdelen in het programma zijn meer gericht op beroepsrichtingen. In het onderdeel sociaal-pedagogisch werk leer je bijvoorbeeld over de ontwikkeling van baby, peuter, kleuter tot basisschoolkind. Ook leer je over de opvoedingsmethoden in verschillende culturen. Tijdens het onderdeel zorg en hulpverlening leer je welke hulpverleningsinstanties en woonvormen er zijn voor kinderen, jongeren, volwassenen, ouderen, zieken en gehandicapten. Ook besteden we aandacht aan de hulpverleningsinstanties voor allochtonen. Je leert hoe je eenvoudige activiteiten kunt voor bereiden en uitvoeren met verschillende groepen mensen. Denk bijvoorbeeld aan voorlezen, knutselen, een spelletje doen en wandelen. In het onderdeel persoonlijke verzorging leer je hoe je er verzorgd uit kunt zien. Dat richt zich op het lichaam in het algemeen, maar ook op de verzorging van handen, voeten, nagels, huidverzorging, make-up en haarverzorging. Ook de relatie tussen reclame en uiterlijk komt aan de orde.
Het onderdeel zorg voor de huishouding leert je over eenpersoons- en gezinshuishoudingen. We besteden aandacht aan voeding, kleding (wassen, strijken), de woning (schoonmaak, onderhoud) en omgaan met geld.
“Je krijgt zo veel verschillende dingen, dat maakt het echt leuk. En je kunt er heel veel kanten mee op. Je hebt veel keuze.”
Het onderdeel facilitaire dienstverlening ten slotte heeft te maken met groothuishoudingen, zoals de huishouding in instellingen voor verpleging & verzorging en ziekenhuizen. We besteden aandacht aan voeding, de linnendienst, de schoonmaak en het onderhoud van gebouwen. Het programma Zorg & Welzijn-breed is dus letterlijk een breed programma. Het bereidt je voor op zeer veel verschillende beroepen en opleidingen. Daarom besteden we ook veel aandacht aan de oriëntatie op studie en beroep.
Bij het onderdeel assisteren en verzorgen leer je hoe je licht verzorgende werkzaamheden uitvoert. Bijvoorbeeld hoe je een patiënt het beste kunt tillen en hoe je een ziekenkamer moet inrichten en onderhouden. Het toepassen van EHBO hoort ook bij dit onderdeel. Bij voedingsverzorging leer je wat gezonde voeding is. Je leert voedings- en genotmiddelen beoordelen, voedingsstoffen omschrijven en je leert hoe je voedselbederf kunt voorkomen.
23
Afkortingen
Stage
BBL BOL CKV GPO havo hbo ICT ISP LWOO mbo PTA ROC vmbo vwo
Bij Zorg & Welzijn loop je stage in bijvoorbeeld een peuterspeelzaal, verpleeghuis, kapsalon of apotheek. Als BB-leerling ga je vier keer tien weken lang één dag per week op stage. Zo leer je een aantal beroepen goed kennen. Als KB-leerling volg je in de derde klas een arbeidsoriënterende stage van twee weken en in klas 4 een beroepsvoorbereidende stage van twee weken. Ook volg je een carrousel programma. Je gaat dan op excursie naar verschillende instellingen om zo een beter beeld te krijgen van een bepaalde beroepsgroep.
24
Beroepsbegeleidende leerweg Beroepsopleidende leerweg Culturele en kunstzinnige vorming Grote praktische opdracht Hoger algemeen voortgezet onderwijs Hoger beroepsonderwijs Informatie- en communicatietechnologie Intrasectoraal programma Leerwegondersteunend onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Programma van toetsing en afsluiting Regionaal opleidingscentrum Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Examen
Colofon
Je doet centraal examen in Nederlands, Engels, biologie en wiskunde en/of maatschappijleer 2 en in het intrasectorale programma. Het intrasectorale programma heeft zowel een centraal schriftelijk als een centraal praktisch examen (CSPE). In de andere vakken doe je schriftelijk of digitaal examen.
Eindredactie: Judith Bordewijk Vormgeving en opmaak: Mirjam Pijning, BOP onderzoek en communicatie Fotografie: Harold Koopmans & Carmen Martino Druk: Drukwerkcentrum Assen Oplage: 1.000 exemplaren December 2010
Contact Centraal adres / stafbureau Postbus 186 9400 AD ASSEN tel (0592) 333 111 | fax (0592) 333 110 e-mail
[email protected]
Locatie Oost-Drenthe Stokleggingslaan 17 9461 CC GIETEN tel (0592) 26 19 83 | fax (0592) 26 16 41 e-mail
[email protected]
Locatie Penta (Vmbo) Industrieweg 3 9402 NP ASSEN tel (0592) 333 160 | fax (0592) 333 165 e-mail
[email protected]
Locatie Noord-Drenthe Schoolstraat 1 9331 AV NORG tel (0592) 67 57 50 | fax (0592) 67 57 57 e-mail
[email protected]
Juniorcollege Esdoornlaan 2 9411 AV BEILEN tel (0593) 53 81 60 | fax (0593) 52 68 63 e-mail
[email protected]