Onderzoeksrapport
Internet & Samenleving: Wie is er verantwoordelijk voor schade, die optreedt na het uploaden van persoonlijke gegevens van vermeende daders?
Geschreven door: Glenn Dibbets, Remco Truffino, Yorick Strijthagen, Twan van Beusekom
Managementsamenvatting: Wij hebben onderzoek gedaan naar wie er verantwoordelijk is voor schade, die optreedt na het uploaden van persoonlijke gegevens van vermeende daders? Om deze vraag te beantwoorden hebben we eerst een onderzoeksplan opgesteld om vast te stellen hoe we te werk zullen gaan en hoe de taakverdeling eruit komt te zien. We hebben voor het onderzoek verschillende onderzoekmethodes gebruikt om een goed antwoord te krijgen op de hoofdvraag en de deelvragen. Ook hebben we gebruikt gemaakt van de volgende middelen: Internet, Bibliotheek, Onderzoeksrapport Project X Haren, 2 derdejaars rechten studenten. Onze hoofdvraag voor het onderzoek was: Wie is er verantwoordelijk voor schade, die optreedt na het uploaden van persoonlijke gegevens van vermeende daders? Als we de regelgeving naast de grote incidenten van de afgelopen jaren leggen kunnen we stellen dat iedere zaak opnieuw moet worden onderzocht op de rol van de uploader, de daders, het slachtoffer en de aanleiding. Doordat social media sterk blijft veranderen kunnen er nog geen concrete wetten worden gemaakt maar er zijn wel richtlijnen waar rechters of advocaten op terug kunnen vallen. De deelvragen waren als volgt: Hoe is de regelgeving in Nederland met betrekking tot social media?
De Wet bescherming persoonsgegevens bied enkel beginselen en richtlijnen voor de bescherming van persoonsgegevens op sociale netwerken. Het is aan de gebruiker zelf om zich op social media te beschermen door bijvoorbeeld goede privacy instellingen te gebruiken en enkel persoonlijke informatie te delen met mensen die de gebruiker offline ook kent en vertrouwd. Welke vormen van schade zijn er opgetreden naar aanleiding van de “grote” incidenten?
Bij schade wordt snel gedacht aan fysieke of materiële schade. Eén ander soort schade die bij alle “grote” incidenten voorkwam is reputatieschade. In het strafrecht wordt reputatieschade aangeduid als smaad en laster. Smaad en laster wordt gezien als het verkondigen van een onrechtmatige mening en wordt dus als schadelijk gezien voor het slachtoffer. Als de keten van delen en retweeten verder gaat, wie is er dan nog verantwoordelijk? Wij hebben deze vraag niet kunnen beantwoorden zonder input van een professional Wat vindt het publiek van het uploaden van persoonlijke informatie na een incident. Uit ons onderzoek is gebleken dat emotie een enorme rol speelt bij de meningsvorming van dit soort gevallen. Ook de heftigheid van bijvoorbeeld een gefilmd incident kan de mening van een kijker sterk beïnvloeden.
Inhoudsopgave Managementsamenvatting:
2
1. Inleiding
5
1.1 Aanleiding van onderzoek
5
1.2 Doelstelling
5
1.3 Hoofdvraag:
6
1.4 Deelvragen:
6
2. Aanpak van onderzoek
6
2.1 Werkveld Bieb:
6
2.2 Werkveld veld:
6
2.3 Werkveld lab:
7
2.3.1 Zichtbaar & identificeerbaar:
7
2.3.2 Zichtbaar & niet te identificeren:
7
2.3.3 Contrast & gevolgen:
7
2.4 Deelvragen indeling:
8
2.5 Termen en richting:
8
3. Deelvraag 1:
8
3.1 Registratie en verwerking
9
3.2 Geef een online persoon een gezicht
9
4. Deelvraag 2: 4.1 Project X in Haren ( 21 september 2012 )
10 10
4.1.1 Verjaardag Merthe.
10
4.1.3 Project X-Haren was geboren.
10
4.1.4 Gevolg:
11
4.2 De “kopschoppers” van Eindhoven ( 4 januari 2013 )
11
4.2.1 Sociaal media
12
4.2.2 Tom Kantelberg
12
5. Deelvraag 3:
12
5.1 Een “nieuw” soort schade
13
5.2 De “grote” incidenten
13
6. Deelvraag 4:
13
7. Deelvraag 5:
14
7.1 Video 1. De schokkende beelden
14
7.2 Video 2. Onherkenbare daders
15
7.3 Video 3. Het slachtoffer / gevolgen
16
7.4 Enquête resultaten
17
8. Conclusie hoofdvraag:
20
8.1 Conclusie deelvraag 1:
20
8.2 Conclusie deelvraag 2:
20
8.3 Conclusie deelvraag 3:
21
8.4 Conclusie deelvraag 4:
21
8.5 Conclusie deelvraag 5:
21
Bibliografie
22
Bijlage:
24
Enquête deelvraag 5:
24
Figuur 1.1 (uitslagen enquête)
24
Uren logboek:
25
Twan van Beusekom
25
Remco Truffino
25
Glenn Dibbets
26
Yorick Strijthagen
27
1. Inleiding Onrecht of onmacht op internet is vervelend en leidt tot veel frustratie. Je zit in een situatie waarin je lastig wordt gevallen, beschuldigd of bedreigd zonder enige aanleiding. Wat doe je in een dergelijke situatie? Ons onderzoek biedt mensen met die vraag duidelijkheid, wat kun je zelf doen en wat zegt de Wet in Nederland over dit thema. Voor ons was een schokkend incident begin 2013 de indirecte trigger die ons tot dit onderzoek heeft geleid. In de aanleiding van onderzoek gaan we dieper in op dit incident en schetsen we de situatie met de vragen die daaruit ontstonden.
1.1 Aanleiding van onderzoek Januari 2013, acht jongens slaan één 22-jarige man tegen de grond en schoppen hem vervolgens tegen het hoofd. Het incident is vastgelegd op camera’s. De beelden van dit incident komen kort daarna op de website van Geenstijl te staan. De beelden op Geenstijl.nl zorgen voor veel en heftige reacties. Er ontstaat een heksenjacht op de daders. Niet veel later komt er een foto online te staan op de website van Geenstijl met daarop de vermeende daders. Eén van de acht daders wordt op de site geïdentificeerd als Tom Kantelberg. Wat het publiek en de redactie van Geenstijl.nl echter niet wisten, is dat er in de regio van Eindhoven nog een Tom Kantelberg woont. Deze Tom Kantelberg die op de site van Geenstijl aangewezen wordt als dader, heeft echter niks te maken met het incident. In de dagen, nadat hij werd aangewezen als de dader, volgde er doodsbedreigingen op zijn adres en ook zijn eigen klusbedrijf moest hieronder lijden. Door dit incident zijn wij geïnteresseerd geraakt naar wie in een scenario als dit, verantwoordelijk wordt gesteld voor eventuele opgelopen schade(s). Mede omdat deze vorm van schade via social media een recentelijke ontwikkeling is en er dus nog geen duidelijke regels/wetten zijn voor gevallen als deze. Tevens willen wij graag weten hoe mensen reageren op ernstige incidenten en of hun mening verandert als ze weten dat het beeldmateriaal een verkeerde indruk geeft van de situatie.
1.2 Doelstelling Wij willen door dit onderzoek erachter zien te komen, wanneer en of iemand verantwoordelijk gehouden kan worden voor schade, die optreedt als gevolg van het uploaden van persoonlijke informatie van een vermeende dader. Ons onderzoek kan vervolgens een hulpmiddel worden voor een advocaat of jurist (in spé), die graag meer wil weten over dit soort incidenten.
1.3 Hoofdvraag: Wie is er verantwoordelijk voor schade, die optreedt na het uploaden van persoonlijke gegevens van vermeende daders op Social media?
1.4 Deelvragen: 1. Hoe is de regelgeving in Nederland met betrekking tot social media? 2. Wat zijn de “grote” bekende incidenten geweest in de afgelopen jaren? 3. Welke vormen van schade zijn er opgetreden naar aanleiding van de “grote” incidenten? 4. Als de keten van delen en retweeten verder gaat, wie is er dan nog verantwoordelijk? 5. Wat vindt het publiek van het uploaden van persoonlijke informatie na een incident.
2. Aanpak van onderzoek Wij zijn bij ons eigen onderzoek met het analyseren van de hoofd- en deelvragen. Waar krijgen wij de meest relevante informatie vandaan en waar kunnen wij het beste gaan zoeken? In de opstartfase van ons onderzoek hebben wij de deelvragen ingedeeld in verschillende werkvelden: Bieb, Veld en Lab.
2.1 Werkveld Bieb: In het werkveld Bieb zochten wij gericht informatie in rapporten op internet, jurisprudentie, boeken met betrekking tot recht op internet en boeken die gaan over de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Jurisprudentie zijn uitspraken die al zijn gedaan door een rechter. Wij hebben gezocht op situaties die betrekking hebben op de incidenten die wij hebben gebruikt voor ons onderzoek, zoals het “kopschop” incident en Project X Haren. Om onze bevindingen te controleren,hebben wij het onderzoeksrapport van Project X Haren er bij gepakt. Wij hebben de conclusies die getrokken zijn in het onderzoeksrapport van Project X Haren vergeleken met onze eigen bevindingen om deze te onderbouwen.
2.2 Werkveld veld: Om de mening van het publiek te peilen hebben wij een enquête gehouden onder familie, vrienden en kennissen via Facebook. Deze enquête bestond uit 12 vragen waarin wij korte scenario’s voorlegde en daarna vroegen wie de ondervraagden dachten dat schuldig was (de enquête is te lezen in de bijlage enquête). Belangrijk bij de enquête is, dat het openvragen zijn. Dit omdat wij willen dat de mensen hun mening moeten geven over het thema. Bij een dergelijk thema zijn de
meningen namelijk vaak uiteenlopend en bij een incident als “de kopschoppers van Eindhoven” waren de reacties erg fel. Door de “persoonlijke” mening te vragen van mensen, kunnen er betere conclusies worden getrokken. Omdat het een enquête is, mag er enige vorm van sturing plaatsvinden. Dit kan zijn om aan te tonen dat de ondervraagden hun mening bijstellen na een X aantal vragen.
2.3 Werkveld lab: Wij hebben naast de enquête ook de mening gevraagd van vijf personen aan de hand van drie video fragmenten. De reacties van de beelden zijn genoteerd en terug te vinden bij resultaten. Belangrijk is dat er bij het tonen van de drie video’s geen enkele vorm van sturing plaats vindt. Het gaat om de “persoonlijke” mening van de personen. 2.3.1 Zichtbaar & identificeerbaar: Eén video toont beelden van “het kopschop incident” waarop de daders goed zichtbaar en identificeerbaar zijn. Het zijn heftige & indrukwekkende beelden, die bij sommige personen als schokkend kunnen worden ervaren. Het is de bedoeling dat de beelden die in de eerste video worden getoond worden in contrast staan met die uit de derde video, de volgorde is van belang omdat het de mening van de personen langzaam aantast door een groeiend besef. 2.3.2 Zichtbaar & niet te identificeren: Eén video toont beelden van Project X Haren, waarop een groep jongeren de Albert Heijn openbreken en vervolgens de sigaretten kast plunderen. Op deze beelden zijn wel de daders te zien maar is het vanuit een hoek gefilmd waar het onmogelijk is om hier enige vorm van identificatie uit te halen. Het doel van deze film is milde reacties uitlokken en de personen bewust te maken van het feit, hoe lastig het is om mensen te identificeren aan de hand van beeldmateriaal. 2.3.3 Contrast & gevolgen: De laatste video die wij lieten zien aan de vijf personen was een interview met Tom Kantelberg. Tom Kantelberg is de jongen, die naar aanleiding van “het kopschop” incident in Eindhoven als schuldige werd aangewezen op de site van Geenstijl.nl, maar onschuldig bleek te zijn. Het is belangrijk dat de derde video in contrast staat met de eerste video, het is de bedoeling dat de personen de verschillende gevolgen zien van het uploaden van de beelden uit de eerste video.
2.4 Deelvragen indeling: Hieronder vindt u het overzicht van de deelvragen en in welk werkveld wij onze onderzoeksresultaten hebben gezocht en gevonden. 1. Hoe is de regelgeving in Nederland met betrekking tot social media? 2. Wat zijn de “grote” bekende incidenten geweest in de afgelopen jaren? 3. Welke vormen van schade zijn er opgetreden naar aanleiding van de “grote” incidenten? 4. Als de keten van delen en retweeten verder gaat, wie is er dan nog verantwoordelijk? 5. Wat vindt het publiek van het uploaden van persoonlijke informatie na een incident.
Bieb Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4 Deelvraag 5
x x x x
Veld
Lab
x x
x
2.5 Termen en richting: Wij zijn gericht gaan zoeken op termen, die voor ons als relevant worden beschouwd. Door middel van een student Rechten zijn wij gewezen op de term jurisprudentie, dit zijn uitspraken van rechters. Omdat er nog geen wetten zijn die direct invloed hebben op social media, enkel op de persoonsgegevens, waren wij genoodzaakt te zoeken op eerdere uitspraken. Enkele zoektermen die ons naar onze bevindingen hebben geleidt: Jurisprudentie, juridisch, social media, wetgeving, internet recht, privacy Wet, Wet bescherming persoonsgegevens, Project X Haren, kopschoppers Eindhoven, kopschop incident Eindhoven, Geenstijl.nl kopschop incident.
3. Deelvraag 1: Hoe is de regelgeving in Nederland met betrekking tot het uploaden van persoonlijke informatie op social media? Hoe ga je in het strafrecht om met situaties op social media? Social media bestaat nog niet lang, het is nieuw en er zijn weinig wetten die richtlijnen bieden waar naar gehandeld kan worden. Om een goed beeld te krijgen van social media en de regels & wetgeving met betrekking tot social media, hebben wij uitgezocht onder welke rechtsvorm dit valt.
3.1 Registratie en verwerking Social media is niets anders, dan een grote verzamelplek van allemaal persoonsgegevens. Juist daarom is het belangrijk, dat je bewust bent van de regels met betrekking tot privacy. Neem bijvoorbeeld Facebook. Je kunt hierop al je persoonlijke informatie kwijt, maar wat gebeurt er met die informatie? De Wet Bescherming Persoonsgegevens zegt het volgende hierover: “De gegevens die worden verzameld tijdens de registratie en de informatie die wordt vermeld in het profiel van de gebruikers zijn persoonsgegevens” (Media Report, 2009) Geraadpleegd op 28 maart 2014, van http://www.mediareport.nl/internetrecht/02102009/de-bescherming-van-persoonsgegevens-op-socialenetwerksites
Verder staat er, dat alleen de beginselen van de privacyrichtlijn worden gehanteerd. Werder is het aan de regels van het sociale netwerk zelf, om de bewaring van persoonsgegevens te garanderen. Dit betekent, dat de gebruiker zelf verantwoordelijk is voor de instellingen met betrekking tot zijn of haar persoonsgegevens.
3.2 Geef een online persoon een gezicht Als je online wordt lastig gevallen door een persoon en hier actie tegen wilt ondernemen, moet je zijn of haar identiteit weten. Als je de identiteit van de persoon niet weet kun je geen aangifte doen. de Wet Bescherming Persoonsgegevens zegt het volgende over een dergelijke situatie: “Bij smaad, laster of bedreiging kunnen websites worden bevolen om de identiteit van de plaatser van de bewering bekend te maken aan de klager, zodat actie kan worden ondernomen tegen deze plaatser”(Meer, Dancet & Dammers, 2013, p.84). Dit betekent dat wanneer je lastig gevallen wordt op internet, je aangifte kunt doen van smaad of laster. Het strafrecht zegt dat de dader, indien schuldig bevonden, een verbod kan krijgen op het plaatsen van berichten, foto’s of video’s, die jij als schadelijk beschouwt. Smaad of laster wordt ook wel aangeduid als reputatieschade. Iemand plaatst iets foutief of onwaar over jou, maar mensen zien het aan voor de waarheid. Zelfs nadat een bericht online is verwijderd, kan deze schade nog lang blijven. Bij deelvraag 3, paragraaf 5.1 gaan wij hier dieper op in.
4. Deelvraag 2: Wat zijn de “grote” bekende incidenten geweest in de afgelopen jaren? Wij hebben ons in 3 grote incidenten verdiept, die ons meer zicht kunnen geven op hoe bepaalde zaken in de praktijk zijn verlopen. De twee incidenten die wij hebben gekozen zijn:
Project X in Haren ( 21 september 2012 ) De “kopschoppers” van Eindhoven ( 4 januari 2013 )
4.1 Project X in Haren ( 21 september 2012 ) De oorzaak van het incident dat in Haren is gebeurd komt door de film: Project X. In deze film geeft een 16-jarige jongen uit Australië een feest bij hem thuis, terwijl zijn ouders op vakantie zijn. Er komen door het verspreiden van informatie over dit feest op social media zo’n 500 jongeren naar dit feest. Het feest loopt compleet uit de hand. De jongeren vernielen zijn huis, maken een puinhoop op straat en gooien met glas en stenen. De politie probeerde op te treden, maar moest zich met schade aan materieel terugtrekken. 4.1.1 Verjaardag Merthe. Op 6 september 2012 nodigt de 16-jarige Merthe uit Groningen haar vrienden/vriendinnen uit voor haar verjaardag feest via Facebook. Ze nodigt 78 vrienden uit. Maar bij de privacy-opties kiest Merthe niet voor de standaardinstelling: vrienden, maar voor “openbaar” (zie afbeelding Privacy instelling hieronder). Dit betekent, dat het verjaardags feestje van Myrhe door iedereen met een Facebookaccount gezien kan worden en zich ook kan aanmelden als gast. 4.1.3 Project X-Haren was geboren. Op vrijdag 7 september 2012 nam het aantal genodigden rap toe. Een aantal mensen op Facebook nodigde al hun vrienden uit, om ook te komen. Om 15:00 uur was het aantal deelnemers 3500, aan het eind van de middag 16.000. Op de evenement pagina waar alle deelnemers berichten konden plaatsten, werd toen verwezen naar de film Project X. Hieruit ontstond Project X-Haren.
Afbeelding: Privacy instelling voor plaatsen evenement op Facebook.
Voor Merthe is ondertussen de lol er af. Na overleg met haar ouders en politie is besloten het evenement van Facebook te verwijderen in de hoop dat het zo vergeten zou worden. Maar het tegendeel was waar. De volgende dag werd er op Facebook een opbenbaar evenement aangemaakt met als naam: Project X - HAREN. Hierop werd het woon adres van Merthe aangegeven als locatie voor het feest. Op donderdag 13 september 2012, studenten avond in Groningen, wordt er zelfs in de stad geflyerd voor het feest. In die week zijn er 24.000 mensen die zich hebben aangemeld voor het feest. 4.1.4 Gevolg: Een massa toegestroomde jongeren verzamelde zich in Haren. Al snel bleek dat het veel te druk zou worden. De sfeer ging van gezellig naar grimmig. Een vrouwelijke bewoonster uit Haren vertelde, hoe ze met haar gezin soep zat te eten aan tafel. Ze keek uit haar raam en zag steeds meer jongeren de straat in komen. Op een gegeven moment dacht ze: Nu wordt het te druk! Ze zag wat er allemaal aankwam en zag dat de sfeer van een gezellig feest veranderde in een rellende menigte. “Wat mij opviel was dat het geen jeugd was. Er stonden mannen van veertig jaar tussen en dat verbaasde mij. Je zag drie linies. De voorste linie waren gooiers die naar de ME gooiden, daarachter stond een linie aangevers die het spul aangaf en daarachter had je degenen die het spul uit de grond haalden. En daarachter stond een hele meute te joelen”(Dionysos Project Haren, 2013).
Haren veranderde in een slagveld en er werd voor vele duizenden euro’s aan schade gemaakt. Haren werd het symbool van de kracht van social media.
4.2 De “kopschoppers” van Eindhoven ( 4 januari 2013 ) Op 4 januari 2013 was er een groep jongens uit België stappen in Eindhoven. Nadat ze uit de kroeg kwamen, waren ze op oorlogspad. Ze vernielden fietsen en werden hierbij aangesproken door een Nederlandse jongen. Dit was voor een enkele van hen reden om deze Nederlandse jongen in elkaar te slaan. Zij begonnen met 3 man
op de jongen in te slaan en hij viel uiteindelijk bewusteloos op de grond. Hij werd nog een enkele keren op zijn hoofd getrapt, nadat de daders hem voor dood achterlieten. 4.2.1 Sociaal media Op verschillende social media verschenen al snel camera beelden, waarop de daders duidelijk te zien waren. Deze beelden werden veel gedeeld en zo begon de jacht op de 8 jongens. Ook dook er een foto van alle 8 verdachten op uit een café, waar zij die avond waren geweest. De foto’s en filmpjes werden ook op GeenStijl en Dumpert gezet, twee bekende media onder jongeren. Door de snelle verspreiding op social media, werd al snel duidelijk wie de verdachten waren. Een enkeling had zich intussen al bij het politie bureau in België gemeld. 4.2.2 Tom Kantelberg De snelle verspreiding van informatie heeft ook een negatieve kant. Daar kwam Tom Kantelberg uit Waalre achter. Op de websites Dumpert en Geenstijl werden de namen van de verdachten al snel bekendgemaakt. Eén daarvan was Tom Kantelberg. De Tom Kantelberg uit Waalre, was echter niet de persoon op de foto of video’s, maar had toevallig de zelf voor-en achternaam. Sinds de publicatie op Dumpert en Geenstijl werd hij constant bedreigd, zo ook zijn compagnon. “Iedereen linkt de naam aan mijn bedrijf, daar ben ik mooi klaar mee” zei hij. Zoals te lezen is bij 5. deelvraag 3 leed Tom Kantelberg hierdoor aan reputatieschade.
5. Deelvraag 3: Welke vormen van schade zijn er opgetreden naar aanleiding van de “grote” incidenten? Na grote incidenten blijven altijd de vragen hoe groot is de schade, wat is de schade en is er een schade vergoeding. Maar wat als de schade niet vergoed kan worden en het zich steeds blijft herhalen? We kennen allemaal fysieke, mentale en materiële schade, maar zijn we ons ook bewust van reputatieschade? Bedrijven zijn zich al langer bewust wat reputatieschade voor impact kan hebben, maar de “gewone” social media gebruiker ziet de gevolgen hiervan pas als het te laat is of als er een groot incident plaats heeft gevonden. Emotionele/psychologische schade hebben we in ons onderzoek niet kunnen behandelen omdat we hier in de gevonden documenten weinig informatie over hebben kunnen vinden. Dit kan komen doordat deze vorm van schade een aparte behandeling vereist en het door privé redenen niet zomaar gepubliceerd mag worden.
5.1 Een “nieuw” soort schade Maart 2014 was er ophef in het nieuws over een Facebookpagina, die foto’s en filmpjes van Marokkaanse meisjes toonde die half naakt waren, alcohol dronken of aan het feesten waren. Deze pagina had de naam: “Marokkaanse Hoeren” en was er om Marokkaanse meisjes te schande te zetten tegen over familie en vrienden.
Nieuws.marokko.nl. (2014, 5 maart). Aangifte na filmpje op Facebookpagina Marokkaanse meisjes. Geraadpleegd op 27 maart 2014, van http://nieuws.marokko.nl/31669/aangifte-na-filmpje-op-facebookpagina-marokkaansemeisjes RTL Late Night. (2014, 5 maart).’Facebook is medeplichtig aan smaad' - RTL LATE NIGHT’ [Videobestand]. Geraadpleegd op 27 maart 2014, van https://www.youtube.com/watch?v=o6ChU8A3H6c
In dit geval gaat het om een nieuw soort schade, die op social media steeds vaker voorkomt namelijk reputatieschade. Reputatieschade is een breed begrip, maar wordt in het strafrecht aangeduid als smaad of laster. Als het gaat om een onrechtmatige (menings-)uiting, kan het slachtoffer een verbod eisen op het plaatsen van deze foto’s en video’s.
5.2 De “grote” incidenten Wij hebben het gehad over twee grote incidenten die op social media zijn aangewakkerd, het “kopschop” incident in Eindhoven en Project X in Haren. In beide gevallen was er sprake van direct aantoonbare schade. In Eindhoven was het de 22jarige man die lichamelijk letsel had naar aanleiding van een mishandeling en in Haren was er voor tonnen aan materiële schade. Tom Kantelberg werd op de website van Geenstijl.nl aangewezen als dader naar aanleiding van het “kopschop” incident in Eindhoven. Hij bleek echter een naamgenoot te zijn van de Tom Kantelberg die te zien was op videobeelden van de mishandeling. De onschuldige Tom Kantelberg leed reputatieschade, klanten belden af en mensen probeerden via zijn bedrijfje hem naar plekken te lokken voor wraakacties.
6. Deelvraag 4: Als de keten van delen en retweeten verder gaat, wie is er dan nog verantwoordelijk? Wij hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden, maar konden hier geen goede informatie voor vinden. Vanaf de eerste week van het onderzoek hebben wij geprobeerd om een afspraak te maken met een professional die onze vraag kon beantwoorden, maar tot op heden hebben wij geen reactie gehad op onze e-mail en zijn we niet terug gebeld.
7. Deelvraag 5: Veranderen de meningen van mensen als je weet wat de gevolgen zijn na het uploaden van beelden op social media? Zoals beschreven bij 2.3 Werkveld Lab hebben wij aan totaal 20 personen drie video’s laten zien, ieder vijf personen uit onze omgeving. Deze video’s hebben wij gecategoriseerd als, daders herkenbaar, daders onherkenbaar en slachtoffer / onschuldig persoon
7.1 Video 1. De schokkende beelden
Video die getoond is, daders herkenbaar in beeld. http://www.dumpert.nl/mediabase/6523482/9b4f06aa/teringtiefustuigh_sloopt_jongen,_8_vs_1.html
De eerste video die wij toonden moest hard zijn, het moest een video zijn die felle reacties uitlokt. Wij hebben het opsporingsbeeld gebruikt van “het kopschop” incident in Eindhoven. De beelden zijn hard, schokkend en er werd fel op gereageerd. In alle gevallen zeiden de personen die de video zagen dat de daders gepakt moesten worden, zelf klappen moesten krijgen en dat het zeer terecht was dat de beelden op veel sites staan.
7.2 Video 2. Onherkenbare daders
Video die getoond is, daders zijn niet identificeerbaar. https://www.youtube.com/watch?v=Pt7AsHyvGPM
De tweede video die wij toonden laat beelden zien van Project X Haren, het doel van de beelden is aantonen, dat het soms heel lastig is een dader aan te wijzen aan de hand van beelden. Op de beelden is duidelijk te zien dat er een Albert Heijn wordt open gebroken en dat er sigaretten worden gestolen. Maar de daders zijn niet identificeerbaar. De reacties op de video waren unaniem: het is goed dat de beelden online staan ter indicatie dat de situatie daar uit de hand liep. Maar de beelden zijn niet bruikbaar omdat geen van de personen die de video zag, iemand zou kunnen aanwijzen aan de hand van de beelden.
7.3 Video 3. Het slachtoffer / gevolgen De laatste video die wij toonden laat zien hoe een online zoektocht ook uit de hand kan lopen, zoals beschreven bij 2.3 Werkveld Lab gaat het om beelden, waar een onschuldig persoon wordt geïnterviewd. Na het zien van de beelden veranderde de mening van de personen heel snel. Bij de eerste video waren ze fel en vonden ze dat het goed was dat de beelden zoveel online staan.
Video die getoond is, een slachtoffer van een valse beschuldiging. http://www.kijk.nl/video/wVJgbCq3nfZq
Na het zien van de derde video krabbelde de personen terug en zeiden ze dat ze liever hadden dat de politie een zoektocht online opzet i.p.v. een site als Geenstijl.nl. Als reden gaven zij aan, dat er vanuit de politie meer controle is op reacties en het eventueel uit de hand lopen van de zoektocht.
7.4 Enquête resultaten
1. Is social Media het juiste medium voor het opsporen van de daders bij gefilmde incidenten? 71,87 % van de respondenten heeft de vraag met een JA beantwoordt. Tegenwoordig is zowat iedereen wel aanwezig op een online platform dus de bereikbaarheid tussen de burgers is enorm, hierdoor is volgens de meeste respondenten social media het juiste medium om gefilmde daders van incidenten op te sporen. 2. Mocht je een filmpje in bezit hebben van een geweldsdelict, zou je deze dan online zetten om zo de dader(s) op te kunnen sporen? De meerderheid van de respondenten heeft deze bovenstaande vraag beantwoordt met een ja. Later in ons onderzoek wordt het duidelijk dat mensen terug krabbelen op het feit dat ze achteraf toch minder snel een filmpje van een geweldsdelict online zouden zetten dan dat ze in eerste instantie zeiden. 3. Jantje upload een filmpje van een geweldsdelict en wijst hierbij Peter aan als dader. - Hierdoor werd de auto van Peter vernield. - Achteraf bleek Peter onschuldig te zijn. Wie is er volgens jou verantwoordelijk voor de opgetreden schade?
53,13% van de respondenten vindt dat Jantje de verantwoordelijke is voor de opgetreden schade. Op deze vraag zijn er de meest verschillende antwoorden(5) uitgekomen, dus de mening is wel verdeeld. Maar uiteindelijk is Jantje degene die door de meerderheid verantwoordelijk wordt verklaart. 4. Vind jij het goed dat beelden, zoals die van het kopschop incident online worden gezet? 81,25% vindt het goed dat zulke beelden zoals in dit geval van het kopschop incident direct online worden gezet. Zulke incidenten horen niet thuis in de maatschappij en de respondenten vinden ook dat zulke daders zo snel mogelijk opgepakt moeten worden, dus dan kan het helpen om zulke beelden online te zetten. 5. Vind jij het goed dat een dader op het internet altijd bekend zou blijven staan als de dader van? De meerderheid 53,12% is van mening dat de daders niet voor het leven getekend moeten worden. Iedereen verdiend een 2e kans dus het filmpje mag/moet online worden gezet en mocht de dader zijn gepakt dan moet het filmpje direct van het net verwijderd worden. 6. Vind jij dat beelden van een incident online moeten worden gezet, zodat de daders sneller opgepakt kunnen worden? De meerderheid van 75% vindt dat de beelden online moeten worden gezet Zoals bij vraag 4 beschreven vinden de mensen dat zulke beelden zeker online moeten worden gezet. Hierdoor wordt de druk op de dader opgevoerd en is de pak kans groter. 7. Vinden jullie dat in het geval van “Project X Haren” het meisje verantwoordelijk is voor de gemaakte schade en daarvoor aansprakelijk moet worden gesteld? De meerderheid met 90,62% is van mening dat het meisje niet verantwoordelijk gesteld kan worden voor de aangerichte schade tijdens het “Project X Haren”. Ze respondenten verklaarden voornamelijk dat het als een grapje bedoeld was en dat zei het niet op zo’n manier heeft bedoeld. De media in dit geval Facebook is het platform geweest waar dit onderwerp zo’n vreselijk groot aantal gebruikers heeft weten te bereiken dat zij het niet heeft kunnen overzien dat dit grapje uiteindelijk op zo’n drama is uitgelopen. 8.Als een onschuldige omstander wordt aangewezen als dader op social Media terwijl later blijkt dat diegene er niks mee te maken heeft moet dit dan van het internet worden verwijderd? De meerderheid met 90,62% vindt dat de beelden per direct van het internet verwijderd moeten worden. Als de beelden op het net blijven staan kan die in de loop van de jaren daar toch bepaalde schaden aan over houden zoals reputatieschade (privacy).
9. Vind je dat de daders direct herkenbaar op beeld moet komen of in later stadium pas? Op deze vraag hebben de respondenten bijna 50/50 ja/nee ingevuld. 46,88% vindt dat de daders direct herkenbaar in beeld moeten/mogen komen zodat het onderzoek sneller in gang kan worden gezet en de daders sneller opgepakt kunnen worden of zichzelf aangeven. 43,75% vindt dat de daders niet direct herkenbaar in beeld moeten/mogen komen. Ze concluderen eigenlijk dat er eerst via de politie naar een andere mogelijkheid moeten worden gezocht. Als daar geen resultaat uit komt dan moet er volgens die 43,75% van onze respondenten pas overgeschakeld worden naar de daders herkenbaar in beeld brengen. 10. Vind je dat onschuldige vermeende daders op social media achteraf recht hebben op een schade vergoeding? De meerderheid met 81,26% vindt dat de onschuldige vermeende daders achter recht hebben op een schadevergoeding. Het enigste probleem wat zich voordeed bij deze vraag is, wie kun je dan aansprakelijk stellen om deze schadevergoeding te laten betalen. 11. Moet de wet aangepast worden in betrekking tot het vrij uploaden van persoonlijke informatie na een incident? De meerderheid met 43,75% vindt dat de wet aangepast moet worden in betrekking tot het vrij uploaden van persoonlijke informatie na een incident. Zij vinden dat iedereen te makkelijk persoonlijke informatie kunnen uploaden waar gevaar achter schuilt. Zoals bij vraag 8 zijn er situaties waarbij er in sommige gevallen een onschuldige dader onterecht de schuld van een incident in de schoot krijgt geworpen. De meerderheid van de respondenten vindt dus dat de wet hierom aangepast moet worden om deze gevallen in de toekomst te kunnen voorkomen. 12. Ben je zelf/ken je iemand die wel eens slachtoffer is geweest van een situatie in betrekking tot de bovenstaande vragen? Maar liefst 96,88% is zelf of kent niemand die ooit in zo’n situatie terecht is gekomen dus dat is een positieve constatering.
8. Conclusie hoofdvraag: Wie is er verantwoordelijk voor schade, die optreedt na het uploaden van persoonlijke gegevens van vermeende daders op social media? Wij zijn van mening dat zaken waarbij materiële of fysieke schade voorkomt en de dader duidelijk identificeerbaar is, dat daarbij de geïdentificeerde dader verantwoordelijk moet worden gehouden. Denk hierbij aan de relschoppers tijdens Project X Haren. In het geval van “het kopschop” incident zijn de daders verantwoordelijk voor het fysieke letsel van de mishandelde jongen. Geenstijl.nl kan verantwoordelijk worden gehouden voor de reputatie schade die Tom Kantelberg uit Waalre heeft opgelopen. Dit omdat zij ten eerste geen rechterlijke bevoegdheden hadden om de beelden van de mishandeling op de site te plaatsen en ze hadden eerst moeten verifiëren of Tom Kantelberg, die onrechtmatig beschuldigd werd, wel dezelfde persoon was als op de beelden. Als we de regelgeving naast de grote incidenten van de afgelopen jaren leggen kunnen we stellen dat iedere zaak opnieuw moet worden onderzocht op de rol van de uploader, de daders, het slachtoffer en de aanleiding. Doordat social media sterk blijft veranderen kunnen er nog geen concrete wetten worden gemaakt maar er zijn wel richtlijnen waar rechters of advocaten op terug kunnen vallen. Dit maakt alle zaken erg complex waardoor er vrijwel nooit direct een dader kan worden aangewezen.
8.1 Conclusie deelvraag 1: Hoe is de regelgeving in Nederland met betrekking tot social media? De Wet bescherming persoonsgegevens bied enkel beginselen en richtlijnen voor de bescherming van persoonsgegevens op sociale netwerken. Het is aan de gebruiker zelf om zich op social media te beschermen door bijvoorbeeld goede privacy instellingen te gebruiken en enkel persoonlijke informatie te delen met mensen die de gebruiker offline ook kent en vertrouwd.
8.2 Conclusie deelvraag 2: Wat zijn de “grote” bekende incidenten geweest in de afgelopen jaren? Volgens ons onderzoek zijn ‘Project X Haren’ en het ‘kopschop incident’ de twee grote en bekendste zaken geweest in de afgelopen jaren. Beide incidenten hebben enorm veel media aandacht gehad met een lange nasleep.
8.3 Conclusie deelvraag 3: Welke vormen van schade zijn er opgetreden naar aanleiding van de “grote” incidenten? Bij schade wordt snel gedacht aan fysieke of materiële schade. Eén ander soort schade die bij alle “grote” incidenten voorkwam is reputatieschade. In het strafrecht wordt reputatieschade aangeduid als smaad en laster. Smaad en laster wordt gezien als het verkondigen van een onrechtmatige mening en wordt dus als schadelijk gezien voor het slachtoffer. Zowel Merthe als Tom Kantelberg uit Waalre zijn slachtoffer geworden van reputatieschade. In het geval van Tom Kantelberg is hij slachtoffer omdat hij naamgenoot was van een van de daders van “het kopschop” incident in Eindhoven. Merthe heeft een fout op Facebook gemaakt en door de jeugd en de media is haar verjaardag gekaapt en uitgegroeid tot een slagveld, zij zal altijd worden herinnerd als het meisje van Project X Haren en heeft dus reputatieschade. Emotionele/psychologische schade hebben we in ons onderzoek niet kunnen behandelen omdat we hier in de gevonden documenten weinig informatie over hebben kunnen vinden. Dit kan komen doordat deze vorm van schade een aparte behandeling vereist en het door privé redenen niet zomaar gepubliceerd mag worden. Het grootste probleem bij deze vorm van schade is het bepalen van de eventuele schade vergoeding, want hoe meet je emotionele/psychologische/reputatie schade?
8.4 Conclusie deelvraag 4: Als de keten van delen en retweeten verder gaat, wie is er dan nog verantwoordelijk? Wij hebben deze vraag niet kunnen beantwoorden zonder input van een professional. We zijn ervan overtuigd dat we met meer tijd ook deze vraag hadden kunnen beantwoorden. Het was namelijk lastig om in dit korte tijdsbestek een interview te regelen met een professional uit het vakgebied. Jammer, aangezien deze deelvraag behoorlijk wat invloed zou kunnen hebben op onze hoofdvraag.
8.5 Conclusie deelvraag 5: Wat vindt het publiek van het uploaden van persoonlijke informatie na een incident. Uit ons onderzoek is gebleken dat emotie een enorme rol speelt bij de meningsvorming van dit soort gevallen. Ook de heftigheid van bijvoorbeeld een gefilmd incident kan de mening van een kijker sterk beïnvloeden. Veel kijkers kunnen niet meer rationeel nadenken na het zien van een heftig filmpje en zijn daardoor sneller geneigd om persoonlijke informatie van vermeende daders op het internet te plaatsen zonder daarbij over de eventuele gevolgen na te denken.
Bibliografie Alberdingk Thijm, C.(2004). Het nieuwe informatierecht - nieuwe regels voor het internet(1e druk). Den Haag: Academic Service, ISBN:9039522499. Daalderop, T. (2013) De 7 grootste social media fails allertijden. Geraadpleegd op 27 maart 2014, van http://www.frankwatching.com/archive/2013/02/23/de-7-grootste-social-mediafails-allertijden/ Dancet, L & Dammers, W & Kager, P.(2013). Privacy - Deskundige en praktisch juridisch advies. Ius Mentis, ISBN:9789081336093 DutchCowboys.(2011). Reputatieschade gezien als grootste gevaar van social media. Geraadpleegd op 27 maart 2014, van http://www.dutchcowboys.nl/socialmedia/23374 E.W. Verhelst(2012). Recht en Praktijk- Recht doen aan Privacyverklaringen (Een juridische analyse van privacyverklaringen op internet). Deventer: Kluwer, ISBN:978901310748-7 Hoofdrapport commissie (08-03-2013), Twee werelden. Den Haag: hoofd commissie. Gedownload op: 11-03-2014, van http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2013/03/08/twee-werelden-hoofdrapport-commissie-project-xharen.html JRF-Producties. (24-9-202) Project X Haren- Dit gebeurde voor de Rellen [HD] [Videobestand]. Geraadpleegd op 18-03-2014, van https://www.youtube.com/watch?v=PcYEO9-mruY Karperman14.(22-09-2012). Winkeldiefstal bij Albert Heijn tijdens Project X Haren [Videobestand]. Geraadpleegd op 18-03-2014, van https://www.youtube.com/watch?v=Pt7AsHyvGPM Leeuwen, R. van.(21-01-2013) Video.Tuig sloopt jongen 8vs1. Geraadpleegd op 18-03-2014, van http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2013/01/teringtiefustuigh_sloopt_jonge.html Hart van Nederland [Videobestand]. Geraadpleegd op 18-03-2014, van http://www.kijk.nl/video/wVJgbCq3nfZq Media Report. (2009). De bescherming van persoonsgegevens op sociale netwerksites. Geraadpleegd op 28 maart 2014, van http://www.mediareport.nl/internetrecht/02102009/debescherming-van-persoonsgegevens-op-sociale-netwerksites/ Nieuws.marokko.nl. (05-03-2014). Aangifte na filmpje op Facebookpagina Marokkaanse meisjes. Geraadpleegd op 27-03-2014, van http://nieuws.marokko.nl/31669/aangifte-nafilmpje-op-facebookpagina-marokkaanse-meisjes/ Omroep Brabant. (22-1-2013) Beelden Bureau Brabant van de mishandeling in Eindhoven. [Videobestand]. Geraadpleegd op 18-03-2014, van https://www.youtube.com/watch?v=cIurRO0r4b4 Paapst, M.H. & Lobber, A.R.(2013/2014). Internetrecht. Nijmegen: Ars Aequi, ISBN:9789069167800
Prof.mr. S. van der Hof, Prof.mr. A.R. Lodder, Prof. mr. G.J. Zwenne (2014). Recht en Praktijk- Recht en Computer. Deventer: Kluwer, ISBN:9789013116090 Project X jurisprudentie, http://jure.nl/project%20x (geraadpleegd op 17-03-2014). Rijkers, D. (2002). Privacy - De wet bescherming persoonsgegevens. Amsterdam: Adformatie Groep, ISBN:9014089473. Robox91.(21-9-2012) Project X Albert Heijn Haren [Videobestand]. Geraadpleegd op 18-032014, van https://www.youtube.com/watch?v=bTzvXfQBdFs RTL Late Night. (2014, 5 maart).’Facebook is medeplichtig aan smaad' - RTL LATE NIGHT’ [Videobestand]. Geraadpleegd op 27 maart 2014, van https://www.youtube.com/watch?v=o6ChU8A3H6c Terstegge, J.H.J.(2002). Dossier - De wet bescherming persoonsgegevens. Alphen aan den Rijn: Samsom, ISBN:901406098. Verheugt, J.W.P.(2009). Inleiding in het Nederlands recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, ISBN:9789089741448. Zoomin Tv Nederland. (1-9-2012). Beelden Project X Haren: 34 Arrestaties. [Videobestand].Geraadpleegd op 18-03-2014, van https://www.youtube.com/watch?v=nivyCT5tMBA
Bijlage: Enquête deelvraag 5: 1. Is Social Media het juiste medium voor het opsporen van de daders bij gefilmde incidenten? 2. Mocht je een filmpje in bezit hebben van een geweldsdelict, zou je deze dan online zetten om zo de dader(s) op te kunnen sporen? 3. Jantje upload een filmpje van een geweldsdelict en wijst hierbij Peter aan als dader. Hierdoor werd de auto van Peter vernield. Achteraf bleek Peter onschuldig te zijn. Wie is er volgens jou verantwoordelijk voor de opgetreden schade? 4. Vind jij het goed dat beelden, zoals die van het kopschop incident online worden gezet? 5. Vind jij het goed dat een dader op het internet altijd bekend zou blijven staan als de dader van? 6. Vind jij dat beelden van een incident online moeten worden gezet, zodat de daders sneller opgepakt kunnen worden? 7. Vinden jullie dat in het geval van “Project X Haren” het meisje verantwoordelijk is voor de gemaakte schade en daarvoor aansprakelijk moet worden gesteld? 8.Als een onschuldige omstander wordt aangewezen als dader op Social Media terwijl later blijkt dat diegene er niks mee te maken heeft moet dit dan van het internet worden verwijderd? 9. Vind je dat de daders direct herkenbaar op beeld moet komen of in later stadium pas 10. Vind je dat onschuldige vermeende daders op Social media achteraf recht hebben op een schade vergoeding? 11. Moet de wet aangepast worden in betrekking tot het vrij uploaden van persoonlijke informatie na een incident? 12. Ben je zelf/ken je iemand die wel eens slachtoffer is geweest van een situatie in betrekking tot de bovenstaande vragen?
Figuur 1.1 (uitslagen enquête).
Uren logboek: Twan van Beusekom 21-03-2014: 1,5 uur gewerkt aan het document “Bieb studie - deelvraag 1”. C-Lounge In het studiecentrum van het FEM gebouw in boeken gezocht naar regelgeving met betrekking tot het uploaden van persoonlijke informatie op social media. 27-03-2014: 5,5 uur gewerkt aan het document “Deelvraag 3”. C015 Inhoud / conclusie In de rapporten van Project X Haren gezocht naar eventuele schade en letsel dat is aangebracht. Gezocht naar reputatie schade en hier bronnen en beeldmateriaal bij opgezocht. ICA Lounge Inleiding / inhoud Inleiding deelvraag 3 beschreven. Inhoud beter uitgediept en concreter gemaakt, moet beter leesbaar zijn voor mensen zonder onze informatie. 28-03-2014: 1 uur gewerkt aan het document “Deelvraag 1”. C-Lounge Inleiding deelvraag 1 beschreven. Inhoud beter uitgediept en concreter gemaakt, moet beter leesbaar zijn voor mensen zonder onze informatie. Conclusie getrokken na verwerking gegevens. 30-03-2014: 1 uur gewerkt aan het document “Deelvraag 5”. Drie video’s laten zien aan vijf personen, de reacties zijn verwerkt in het document deelvraag 5. 01-04-2014: 8 uur gewerkt aan het document “Onderzoeksrapport (word)”. C-Lounge Hoofdstuk 2. t/m 2.5 aanpak van onderzoek beschreven. Deelvragen in document gezet. Conclusies in document gezet. Algemene opmaak, structuur in document doorgevoerd. 02-04-2014: 2,5 uur gewerkt aan het document “Onderzoeksrapport (word)”. C-Lounge Deelvragen in document gezet. Conclusies in document gezet. Algemene opmaak, structuur in document doorgevoerd.
Remco Truffino 18-03-2014 Wat: Begonnen aan deelvraag 2, stuk geschreven over Project X - Haren Hoelang: 1uur 21-03-2014 Wat: Bieb onderzoek deelvraag1 in het studiecentrum in de FEM + enquête vragen gemaakt. Hoelang: 1,5uur
26-03-2014 Wat: Enquête vragen verbeterd, enquête gemaakt en gedeeld. Hoelang: 2uur 27-03-2014 Wat: Deelvraag 2 Project X - Haren informatie opgezocht en toegepast. Hoelang: 1,5uur 31-04-2014 Wat: Deelvraag 2 “kop schoppers” Eindhoven informatie verzameld om toe te passen op deelvraag 2 Hoelang: 2uur 1-04-2014 Wat: Deelvraag 2 kopschop-incident uitgewerkt + Benno L informatie gezocht en toegepast. Later tot de conclusie gekomen dat het Benno L onderzoek niet paste in ons onderzoek. Hoelang: 4uur 2-04-2014 Wat: Deelvraag 5 Glenn geassisteerd met enquête gegevens verwerken. Hoelang: 1uur.
Glenn Dibbets 19-03-2014: wat: gewerkt aan het document “Onderzoeksfilmpjes”. Ze geformuleerd volgens het APA reglement. hoelang: 1 uur 21-03-2014: Wat: gewerkt in het studiecentrum op locatie van de FEM. Bieb onderzoek gedaan in de boeken vanuit onze literatuurlijst met betrekking op de deelvragen. hoelang: 1.5 uur 21-03-2014 Wat: Bieb onderzoek deelvraag1 in het studiecentrum in de FEM + enquête vragen gemaakt. Hoelang: 1,5uur 26-03-2014 Wat: Enquête vragen verbeterd, enquête gemaakt en gedeeld. Hoelang: 2uur 30-3-2014 wat: Respons van de enquête uitgelezen, Enquête vragen verbeterd en veranderd in het document enquête. Respons verwerkt in een percentage schema/grafiek hoelang: 2 uur
31-3-2014 Wat: Filmpjes aan 5 personen laten zien en de reacties daarvan verwerken. Hoelang: 1 uur 1-4-2014 Wat: Het onderzoeksrapport gelezen. De respons van de enquête verwerkt in een grafiek. Hoelang: 1.5 uur 2-4-2014 Wat: Enquête vragen in het onderzoeksplan verwerkt De enquête vragen per stuk onderbouwd met een conclusie. Hoelang: 1.5 uur 3-4-2014 Wat: Het onderzoeksrapport nalezen en spellingcheck Hoelang: 1.5/2 uur
Yorick Strijthagen 21-03-2014: Wat: gewerkt in het studiecentrum op locatie van de FEM. (Bieb onderzoek gedaan in de boeken vanuit onze literatuurlijst met betrekking op de deelvragen.) Hoe lang: 1.5 uur
23-03-2014 Wat: Bieb onderzoek deelvraag1 in het studiecentrum in de FEM. Hoe lang: 1,5uur 25-03-2014 Wat: Op internet gezocht naar informatie voor deelvraag 1. Hoe lang: 2 uur 28-03-2014 Wat: Op internet gezocht naar informatie voor hoofdvraag. Hoe lang: 1,5 uur Op verschillende dagen gesprekken gehad met 2 verschillende rechten studenten. Wat: Informatie gevraagd m.b.t. de hoofdvraag & deelvraag 1. Hoe lang: Totaal 2 uur 30-03-2014 Wat: Incidenten filmpjes laten zien aan 5 personen voor input deelvraag 5. Hoe lang: 1 uur 02-04-2014 Wat: Conclusies + Samenvatting maken Hoe Lang: 4 uur