MEDEDELING 2015/03 directie Lokale Sociale Zekerheid
Aan mevrouw Aan de heer
Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege Voorzitter van het College van de hulpverleningszone
datum 23.02.2015 uw correspondent Rebecca Ortega telefoon 02 239 15 92 e-mail
[email protected]
Mededeling 2015/03 Brandweerhervorming Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S, 31 juli 2007); Koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones (B.S., 1 oktober 2014); Koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones (B.S., 1 oktober 2014); Koninklijk besluit van 19 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (B.S., 21 januari 2015).
Vergoedingen en toelagen toegekend aan het personeel van de hulpverleningszones: - erop verschuldigde bijdragen; - vermelding in de socialezekerheidsaangifte (= DmfAPPL).
Geachte mevrouw Geachte heer
Bij Mededeling 2014/8 heb ik u reeds de eerste informatie bezorgd m.b.t. de socialezekerheidsregeling die toepassing vindt op de personeelsleden van de hulpverleningszones en m.b.t. de aansluiting van de hulpverleningszones bij de DIBISS als werkgever en bij het
Voor alle vragen m.b.t. uw socialezekerheidsaangifte, gelieve contact op te nemen met uw dossierbeheerder.
Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be
1/6
DIENST LOKALE SOCIALE ZEKERHEID MEDEDELING 2015/03
gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen voor het pensioen van hun statutaire personeelsleden. De brandweerhervorming is intussen van start gegaan. De meeste hulpverleningszones zijn op 1 januari 2015 opgericht en hebben de personeelsleden (= beroepspersoneel, vrijwilligers en administratief personeel) overgenomen die behoorden tot het brandweerkader van de gemeenten die deel uitmaken van de zone. Bij deze mededeling wens ik u bijkomende toelichting te verstrekken omtrent de bijdragen die aan verschuldigd zijn op de verschillende vergoedingen en toelagen die aan het personeel van de hulpverleningszones (kunnen) worden toegekend en omtrent de wijze waarop zij in de kwartaalaangifte voor sociale zekerheid (= DmfAPPL) moeten worden vermeld.
A. Vergoedingen en toelagen van het beroepspersoneel
1. Vakantiegeld Strikt genomen zou een afrekening van het vakantiegeld moeten plaatsvinden voor alle personeelsleden die in het kader van de brandweerhervorming overgedragen worden vanuit de gemeentebesturen naar de hulpverleningszones. In de praktijk moet niet noodzakelijk een afrekening van het vakantiegeld geschieden op het ogenblik dat personeelsleden worden overgedragen van het gemeentebestuur naar de hulpverleningszone indien en voor zover de personeelsleden onder dezelfde vakantieregeling ressorteren bij beide besturen. Alsdan moet het vakantiegeld aan de personeelsleden niet vervroegd maar kan het op het normale tijdstip worden uitbetaald. Op grond van artikel 17 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen hebben de hulpverleningszones – net zoals de gemeentebesturen - voor hun contractueel administratief personeel de keuze tussen enerzijds de vakantieregeling van de openbare sector en anderzijds de vakantieregeling van de privésector voor de bedienden, zoals georganiseerd bij titel III van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot uitvoering van de op 28 juni 1971 gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie voor werknemers. Hieruit volgt dat, indien een naar de hulpverleningszone overgedragen contractueel personeelslid van het administratief kader bij het gemeentebestuur een andere vakantieregeling genoot, er voor dit personeelslid wel degelijk een afrekening van zijn vakantiegeld moet geschieden door het gemeentebestuur. Zo zal bv. bij overgang van de private vakantieregeling bij de gemeente naar de openbare vakantieregeling bij de zone het gemeentebestuur een enkelvoudig en dubbel vertrekvakantiegeld moeten uitbetalen op het moment van de overdracht. Voor de vastbenoemde personeelsleden (operationeel personeel en administratief personeel) dient het vakantiegeld niet vervroegd te worden uitbetaald. Net zoals dit het geval was bij de gemeentebesturen vallen zij bij de hulpverleningszones onder de toepassing van de vakantieregeling van de openbare sector. Zij genieten in het nieuw statuut een vakantiegeld onder dezelfde voorwaarden als de federale ambtenaren. Het volledige bedrag van het vakantiegeld openbare sector is onderworpen aan een persoonlijke inhouding van 13,07% en moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncode 312.
Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be
2/6
DIENST LOKALE SOCIALE ZEKERHEID MEDEDELING 2015/03
Het bedrag van het dubbel vakantiegeld privésector is slechts ten belope van 85% onderworpen aan een persoonlijke inhouding van 13,07% en moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncodes 312 (onderworpen gedeelte) en 349 (vrijgesteld gedeelte).
2. Premie voor operationaliteit en onregelmatige prestaties Ter vervanging van de toelagen voor de uitzonderlijke prestaties (prestaties op zaterdag, zondag of feestdag of tijdens de nacht) genieten de beroepsbrandweerlieden in het nieuw geldelijk statuut een premie voor operationaliteit en onregelmatige prestaties. Het beroepspersoneelslid geniet deze premie voor elke daadwerkelijk gepresteerde periode, los van de dag of het uur van de prestatie. De premie voor operationaliteit en onregelmatige prestaties is vrijgesteld van pensioenbijdragen en van socialezekerheidsbijdragen op basis van artikel 30, §2, 5° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de socialezekerheidswet van 27 juni 1969. Zij moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncode 553. 3. Aanvullende vergoeding voor bijkomende arbeidsregeling (= zogenaamde “uren opt-out”)
arbeidsuren
bovenop
de
voltijdse
De beroepsbrandweerlieden kunnen, op basis van een individueel akkoord, maximaal 10 bijkomende uren per week presteren om interventies of wachtdiensten in de kazerne te verzekeren. De aanvullende vergoeding voor de maximum 10 bijkomende arbeidsuren bovenop de normale voltijdse arbeidsregeling, de zogenaamde “uren opt-out”, is enkel onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Er zijn geen pensioenbijdragen op verschuldigd vermits zij niet in aanmerking komt voor de berekening van het pensioen van de overheidssector. Deze vergoeding moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncode 954. 4. Aanvullende vergoeding voor arbeidsuren in het kader van een wekelijkse arbeidsregeling van meer dan 38 uren In 7 hulpverleningszones presteren de beroepsbrandweerlieden in het kader van hun wekelijkse arbeidsregeling meer dan 38 uren (maximum 48 uren per week). Zij ontvangen hiervoor van de zone bovenop hun wedde voor een voltijdse opdracht van 38 uren een vergoeding die onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen. Deze vergoeding genereert geen pensioenrechten zodat er geen pensioenbijdragen op verschuldigd zijn. Zij moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncode 834. 5. Vergoeding van de bijzondere rekenplichtige Het budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van de hulpverleningszone wordt gevoerd door de hiertoe aangestelde bijzondere rekenplichtige die een vergoeding ontvangt waarvan het jaarbedrag wordt vastgelegd door de zoneraad. De bijzondere rekenplichtige is geen vastbenoemd personeelslid maar een tijdelijk statutair personeelslid van de hulpverleningszone zodat hij onderworpen is aan dezelfde socialezekerheidsregeling als de contractuele werknemers. De bijzondere rekenplichtige moet in de DmfAPPL worden aangegeven met het werknemerskengetal 201 (= contractuele hoofdarbeider) en op zijn vergoeding zijn de socialezekerheidsbijdragen voor de contractanten verschuldigd, met inbegrip van de bijdrage voor de pensioenregeling van de werknemers. De vergoeding van de bijzondere rekenplichtige moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncode 974.
Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be
3/6
DIENST LOKALE SOCIALE ZEKERHEID MEDEDELING 2015/03
De prestaties van de bijzondere rekenplichtige moeten in de DmfAPPL worden opgegeven met prestatiecode 1. De omvang van deze arbeidsprestaties wordt forfaitair vastgesteld op 9,50 uren per week (= gemiddeld aantal uren per week van de werknemer).
6. Mandaattoelage van de zonecommandant Elke hulpverleningszone staat onder de leiding van een zonecommandant die verantwoordelijk is voor de organisatie en het beheer van de zone. De zonecommandant wordt door de zoneraad in zijn functie aangewezen voor een (hernieuwbare) periode van zes jaar. Hij ontvangt een mandaattoelage waarvan het jaarbedrag wordt bepaald in functie van de categorie waartoe de hulpverleningszone behoort. De mandaattoelage van de zonecommandant is enkel onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen van de vastbenoemden. Er zijn geen pensioenbijdragen op verschuldigd daar zij niet in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen openbare sector. De mandaattoelage moet in de DmfAPPL worden aangegeven met de looncode 975 B. Vergoedingen en toelagen van de vrijwillige brandweerlieden 1. Vakantiegeld In tegenstelling tot de beroepspersoneelsleden hebben de vrijwillige brandweerlieden bij de hulpverleningszones in het nieuwe geldelijk statuut geen recht op een vakantiegeld openbare sector. Zij hebben daarentegen in voorkomend geval wel recht op een enkelvoudig en dubbel vakantiegeld in de vakantieregeling van de privésector, georganiseerd bij de op 28 juni 1971 gecoördineerde wetten op de jaarlijkse vakantie. Overeenkomstig artikel 38bis van het in uitvoering van deze wetten genomen koninklijk besluit van 30 maart 1967 worden in de vakantieregeling van de privésector slechts de loonelementen, die als basis dienen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen, in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag van het (enkelvoudig en dubbel) vakantiegeld. Hieruit volgt dat enkel vrijwillige brandweerlieden, die aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen vergoedingen ontvangen, vakantierechten kunnen laten gelden. Voor deze vrijwillige brandweerlieden wordt het (enkelvoudig en dubbel) vakantiegeld enkel berekend op basis van de aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen vergoedingen die zij in de loop van het vakantiedienstjaar hebben ontvangen en niet op hun vrijgestelde vergoedingen. Indien een naar de hulpverleningszone overgedragen vrijwillig brandweerman bij het gemeentebestuur reeds de vakantieregeling van de privésector genoot, moet er voor dit personeelslid niet noodzakelijk een afrekening van zijn vakantiegeld geschieden door het gemeentebestuur op het moment van de overdracht maar kan het vakantiegeld op het normale tijdstip worden uitbetaald. Het enkelvoudig vakantiegeld privésector van de vrijwillige brandweerlieden komt overigens in aanmerking voor de bepaling van de al dan niet overschrijding van het kwartaaldrempelbedrag van de vergoedingen voor regelmatige prestaties (zie infra punt 2). Het bedrag van het dubbel vakantiegeld privésector is ten belope van 85% onderworpen aan een persoonlijke inhouding van 13,07% en moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncodes 312 (onderworpen gedeelte) en 349 (vrijgesteld gedeelte).
Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be
4/6
DIENST LOKALE SOCIALE ZEKERHEID MEDEDELING 2015/03
Enkel aan de vrijwillige brandweerlieden die gekozen hebben voor het behoud van het oude geldelijk statuut dat voorzag in een vakantiegeld openbare sector kan de hulpverleningszone nog een vakantiegeld openbare sector toekennen. Op deze brandweerlieden blijven de oude vakantiebesluiten van kracht. Het volledige bedrag van het vakantiegeld openbare sector is onderworpen aan een persoonlijke inhouding van 13,07% en moet in de DmfAPPL worden vermeld met de looncode 312.
2. Vergoedingen en toelagen voor brandweerprestaties Elke door een vrijwillige brandweerman geleverde prestatie geeft aanleiding tot de uitbetaling van een prestatievergoeding die berekend wordt naar rato van het aantal effectief gepresteerde uren. Voor de berekening van de prestatievergoedingen van de vrijwillige brandweerlieden wordt rekening gehouden met de wachtdiensten in de kazerne, de interventies, de preventie, de administratieve of logistieke taken, de oefeningen en opleidingen. Er wordt geen rekening gehouden met de beschikbaarheidsperiodes, noch met de tijd die nodig is om zich te verplaatsen tussen de woonplaats en de plaats waar de prestaties uitgevoerd worden. Benevens de prestatievergoeding genieten de vrijwillige brandweerlieden in voorkomend geval een diplomatoelage, een toelage voor onregelmatige prestaties en/of een toelage voor de uitoefening van een hogere functie. Deze toelagen worden verleend onder de vorm van een (doorgaans procentuele) verhoging van de toegekende prestatievergoedingen. De vergoedingsregeling van de vrijwillige brandweerlieden in het nieuwe geldelijk statuut wijzigt niets aan de bijzondere onderwerpingsregeling inzake socialezekerheidsbijdragen die op basis van artikel 17quater van het voormelde koninklijk besluit van 28 november 1969 toepassing vindt. In deze regeling worden de vergoedingen, die aan vrijwillige brandweerlieden worden toegekend voor uitzonderlijke prestaties (= dringende interventies waarvoor de brandweerman onverwacht wordt oproepen), steeds vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen, ongeacht de hoogte van hun bedrag. De vergoedingen voor regelmatige prestaties (zoals wachtdiensten in de kazerne, preventieopdrachten, administratieve of logistieke taken, oefeningen en opleidingen, niet-dringende interventies, …) worden daarentegen slechts vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen voor zover zij het drempelbedrag van 785,95 euro (geïndexeerd: 1.037,06 euro) per kwartaal niet overschrijden. Met het oog op een correcte toepassing van voormelde onderwerpingsregeling moeten de aan de vrijwillige brandweerlieden toegekende vergoedingen en toelagen (= prestatievergoedingen, diplomatoelage, toelage voor onregelmatige prestaties en/of een toelage voor de uitoefening van een hogere functie) steeds uitgesplitst worden naargelang zij betrekking hebben op regelmatige dan wel op uitzonderlijke prestaties. De vrijgestelde vergoedingen voor regelmatige prestaties (die het kwartaaldrempelbedrag niet bereiken), moeten in de DmfAPPL worden aangegeven met de looncode 542 terwijl de aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen vergoedingen voor regelmatige prestaties (die het kwartaaldrempelbedrag wel bereiken) moeten worden aangegeven met de looncode 942. De vrijgestelde vergoedingen voor uitzonderlijke prestaties moeten in de DmfAPPL worden aangegeven met de looncode 541.
3. Vergoedingen voor dienst 100-prestaties Tot op heden konden de prestaties die de vrijwillige brandweerlieden in het kader van de dienst 100 verrichten niet van socialezekerheidsbijdragen worden vrijgesteld op grond van voormeld artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969. De dienst 100-prestaties van de vrijwillige
Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be
5/6
DIENST LOKALE SOCIALE ZEKERHEID MEDEDELING 2015/03
brandweerlieden werden steeds onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, met inbegrip van de dringende interventies met de ziekenwagen, die samen met de brandweer uitgevoerd worden naar aanleiding van een noodoproep of een brandmelding. Met ingang van 1 januari 2015 wordt ook op de prestaties, die in het kader van de dienst 100 verricht worden door vrijwillige brandweerlieden - d.w.z. vrijwilligers die het statuut van brandweerman hebben en welke onder de toepassing vallen van het koninklijk besluit van 19 april 2014 1 - de vrijstellingsregeling van artikel 17quater toegepast. Dit impliceert dat voor vrijwillige brandweerlieden: -
-
-
de vergoedingen voor regelmatige dienst 100-prestaties vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen indien het totale bedrag van hun vergoedingen voor regelmatige prestaties (= dienst 100-prestaties + brandweerprestaties) het kwartaaldrempelbedrag niet overschrijden; de vergoedingen voor regelmatige dienst 100-prestaties onderworpen zijn aan socialezekerheidsbijdragen indien het totale bedrag van hun vergoedingen voor regelmatige prestaties (= dienst 100-prestaties + brandweerprestaties) het kwartaaldrempelbedrag overschrijden; de vergoedingen voor uitzonderlijke dienst 100-prestaties altijd vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen.
De prestaties, die in het kader van de dienst 100 verricht worden door vrijwilligers die niet het statuut van brandweerman hebben en welke dus onder de toepassing vallen van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 2, kunnen niet vrijgesteld worden van socialezekerheidsbijdragen. Deze vrijwillige ambulanciers dienen in de DmfAPPL te worden aangegeven als contractant (werknemerskengetal 101 of 201) en hun aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen vergoedingen met de looncode 940. Bijkomende informatie omtrent de gevolgen van de brandweerhervorming op de verschillende aspecten inzake sociale zekerheid en omtrent de pensioenregeling van de vastbenoemde personeelsleden van de hulpverleningszones kan u terugvinden in de informatiebrochure CURA, die gepubliceerd is op de website van de DIBISS 3.
Hoogachtend
François Florizoone Administrateur-generaal
1
Koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones. 2 Koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is. 3 Zie www.dibiss.fgov.be / Werkgevers – Lokale Sociale Zekerheid / rubriek Formulieren & documenten.
Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.dibiss.fgov.be
6/6