westvoorne concept raadsbesluit
opdrachtgever nummer datum
: : :
gemeente Westvoorne 199.7325.06 26 maart 2008
opdrachtleider
:
mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer
Inhoud Conceptraadsbesluit
1
blz. 3
Bijlagen: 1. 2. 3. 4.
Verslag hoorzitting. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors. Toelichting ambtshalve wijzigingen. Wijzigingenkaartjes.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Inhoud
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2
199.7325.06
3
Conceptraadsbesluit De raad van de gemeente Westvoorne; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. …; overwegende: dat het wenselijk is een bestemmingsplan vast te stellen voor het gebied Kruiningergors;
dat het voorontwerpbestemmingsplan Kruiningergors overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening, op 15 juli 1999 aan 8 instanties of personen voor een reactie is verzonden; dat de reacties van deze instanties in hoofdstuk 8 van de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen; dat de reacties van commentaar zijn voorzien en dat het voorontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van deze reacties waar nodig is aangepast; dat het voorontwerpbestemmingsplan vanaf 28 mei 2001 gedurende vier weken onderwerp is geweest van inspraak; dat de inspraakreacties van commentaar zijn voorzien en dat het voorontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van deze reacties waar nodig is aangepast, een en ander zoals weergegeven in bijlage 3 van de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan; dat vanwege de vele aanpassingen en de lange tijd die is verstreken sinds de overlegprocedure uit 1999, het gemeentebestuur heeft besloten om het aangepaste voorontwerpbestemmingsplan op 17 juni 2005 opnieuw aan 4 overleginstanties voor te leggen; dat het voorontwerpbestemmingsplan vanaf 11 maart 2005 opnieuw gedurende vier weken onderwerp is geweest van inspraak; dat de inspraakreacties van commentaar zijn voorzien en dat het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van deze reacties waar nodig is aangepast, een en ander zoals weergegeven in hoofdstuk 7 van de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan; dat het ontwerpbestemmingsplan Kruiningergors d.d. 16 januari 2007 vanaf 19 januari 2007 gedurende zes weken ter inzage heeft gelegen, gedurende deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen omtrent het plan kenbaar te maken; dat mede naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen een nieuwe afweging is gemaakt ten aanzien van het aantal gehanteerde uitgangspunten; dat het aangepaste ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 vanaf 16 november 2007 opnieuw gedurende zes weken ter inzage is gelegd, gedurende deze termijn is eenieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen omtrent het plan kenbaar te maken; dat van de terinzagelegging van tevoren mededeling is gedaan in de Staatscourant van 14 november 2007 en in de Westvoornse Courant van 14 november 2007 alsmede op de plaatselijk gebruikelijke wijze; dat van de gelegenheid om zienswijzen kenbaar te maken tegen het ontwerpbestemmingsplan d.d. 16 januari 2007 en/of het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 gebruik is gemaakt door:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Conceptraadsbesluit
4
1. mr. A. Bakker rechtskundig adviseur, Westersingel 4, 3202 XL Spijkenisse, namens dhr. J. Punt, Van der Meerweg 25, Oostvoorne; 2. Boot Franken advocaten, Postbus 23336, 3001 KH Rotterdam, namens Zanddijk 2000 Beheer Ontwikkeling BV te Rotterdam; 3. W. Booy en J.W. Booy-Langendoen, Bakenweg 2, 3233 XA Oostvoorne; 4. W.J. Borremans, Zeehoeveweg 2a, 3233 XK Oostvoorne; 5. Camping Ketjil, familie Sjoukes, Berkenrijsweg 15, 3233 KH Oostvoorne; 6. G.A. Doorduin - Waalboer, Bakenweg 7, 3233 XA Oostvoorne; 7. G. van Driel en A. Zuidgeest, Bakenweg 3a, 3233 XA Oostvoorne; 8. J.A. Freeke en A.G.M. Freeke-Van Rijn, Maasweg 3, 3233 XE Oostvoorne; 9. F.A. Hoek, Velgersdijk 29, 3079 HV Rotterdam; 10. J.C. Hoek, Vegelinsoord 110, 3097 KN Rotterdam; 11. W.H. Hoekendijk, Heindijk 9, 3233 LE Oostvoorne; 12. Y. van der Hoog, Zeehoeveweg 37, 3233 XK Oostvoorne; 13. B.V. Jachthaven Geijsman, Zanddijk 5, 3233 XJ Oostvoorne; 14. E.W. de Jong, Zeehoeveweg 37, 3233 XK Oostvoorne; 15. M.R. Kariem, Heindijk 19, 3233 LE Oostvoorne; 16. fam. J. Kluijtmans, Kamplaan 4, 3233 XD Oostvoorne; 17. M. Kluijtmans, Kamplaan 6, 3233 XD Oostvoorne; 18. R. Korsman, Zeehoeveweg 31, 3233 XK Oostvoorne; 19. Recreatiepark Kruininger Gors, Gorsplein 2, 3233 XC Oostvoorne; 20. M.E.M. Kruse, Heindijk 29, 3233 LE Oostvoorne; 21. W.J. Langendoen, Heindijk 7a, 3233 Oostvoorne; 22. J.G.J.M. van der Linde, Maasweg 2, 3233 XE Oostvoorne; 23. J.W. Meekers, Heindijk 23, 3233 LE Oostvoorne; 24. Moree Gelderblom Advocaten, Postbus 25006, 3001 HA Rotterdam, namens E.Th. Rothuis, Kamplaan 12, 3233 XD Oostvoorne; 25. fam. Van Oudenaarden, Kamplaan 8, 3233 XD Oostvoorne; 26. P.L. Pols, Kalishoek 24, 3181 BP Rozenburg en L.G. Pols, Maasweg 5, 3233 XE Oostvoorne; 27. P.A. Pijnenburg, Heindijk 11, 3233 LE Oostvoorne; 28. Stichting Natuur en Landschap Voorne Putten, Postbus 57, 3230 AB Brielle; 29. Stichting Recreanten Belangen Kruininger Gors, Schrijnwerkerstraat 49, 3123 EJ Schiedam; 30. H. Stoppelenburg, Heindijk 21, 3233 LE Oostvoorne; 31. Tennet TSO B.V., Postbus 718, 6800 AS Arnhem; 32. J.C. van Vliet, Zeehoeveweg 27a, 3233 KX Oostvoorne; 33. W.M. Vrij en W. Vrij, Zeehoeveweg 29, 3233 XK Oostvoorne; 34. P. Waalboer – van Citteren, Bakenweg 5a, 3233 XA Oostvoorne; 35. Zuid-Hollands Landschap, Nesserdijk 368, 3063 NE Rotterdam. dat de zienswijzen die zijn ingediend op het ontwerpbestemmingsplan d.d. 16 januari 2007 voor een deel zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007, maar volledigheidshalve ook zijn behandeld als zienswijzen op het laatstgenoemde ontwerpbestemmingsplan. In de bij dit raadsbesluit behorende nota Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors is aangegeven hoe met deze zienswijzen is omgegaan; dat de zienswijzen onder 1 t/m 3, 5 t/m 21 en 24 t/m 35 tijdig aan de raad kenbaar zijn gemaakt dan wel na doorzending tijdig aan de raad kenbaar zijn gemaakt en voor behandeling in aanmerking komen; dat de zienswijze onder 4 tijdig aan de raad kenbaar is gemaakt voor zover deze betrekking heeft op de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan vanaf 19 januari 2007; dat de zienswijze die betrekking heeft op het aangepaste bestemmingsplan dat vanaf 16 november 2007 ter visie heeft gelegen echter niet tijdig kenbaar is gemaakt, dat van een verschoonbare termijnoverschrijding niet is gebleken en de laatstgenoemde zienswijze niet voor behandeling in aanmerking komt;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Conceptraadsbesluit
5
dat een aanvulling op de zienswijze onder 22 en de zienswijze onder 23 niet tijdig aan de raad kenbaar zijn gemaakt, dat van een verschoonbare termijnoverschrijding niet is gebleken en de zienswijzen niet voor behandeling in aanmerking komen; dat de indieners in de gelegenheid zijn gesteld de zienswijzen mondeling toe te lichten op de op 14 februari 2008 gehouden hoorzitting; dat het verslag van de hoorzitting als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd; dat de inhoud van de zienswijzen, zowel op het ontwerpbestemmingsplan d.d. 16 januari 2007 als op het gewijzigde ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007, alsmede de redenen waarom al dan niet daaraan tegemoet wordt gekomen, zijn weergegeven in bijlage 2 bij dit raadsbesluit; dat naar aanleiding van ambtshalve overwegingen het wenselijk geacht wordt het bestemmingsplan op enkele onderdelen aan te passen; dat de overwegingen die aan de ambtshalve wijzigingen ten grondslag liggen zijn weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage 3; gelet op de bij het ontwerp van het bestemmingsplan Kruiningergors behorende toelichting; gelet op het ter zake bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van het ontwerp van het bestemmingsplan "Kruiningergors"; gelet op het ter zake bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening; BESLUIT met inachtneming van de in het voorstel van het burgemeester en wethouders weergegeven overwegingen, welke geacht worden deel van dit besluit uit te maken: I.
de zienswijzen van reclamanten: - genoemd onder 1 t/m 3, 5 t/m 21 en 24 t/m 35 in behandeling te nemen; - genoemd onder 4 en 22 gedeeltelijk in behandeling te nemen; - genoemd onder 23 niet in behandeling te nemen;
II.
aan de zienswijzen van reclamanten: - genoemd onder 8 en 13 tegemoet te komen; - genoemd onder 2, 16, 17, 18, 19, 22, 24, 25, 26, 31 en 32 deels tegemoet, deels niet tegemoet te komen; - genoemd onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 20, 21, 27, 28, 29, 30, 33, 34 en 35 niet tegemoet te komen;
III.
vast te stellen het bestemmingsplan Kruiningergors bestaande uit plankaart en voorschriften en voorzien van toelichting, een en ander met plannummer 7325.00 d.d. 15 november 2007, met dien verstande dat ten opzichte van het ontwerp zoals dat ter inzage heeft gelegen:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Conceptraadsbesluit
6
A.
voor wat betreft de plankaart, de wijzigingen zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage 4;
B.
voor wat betreft de voorschriften de wijzigingen, zoals hiernavolgend weergegeven;
Artikel 1 Begripsbepalingen -
Na lid 10 wordt een nieuw lid 10a ingevoegd, luidende: "10a. bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen."
-
In lid 57 wordt het cijfer "59" vervangen door het cijfer "58".
Artikel 10 Specifieke wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO -
Lid 1 sub b wordt aangevuld met de zinsnede "binnen het plangebied".
-
Lid 4 wordt vernummerd tot lid 7 en aangepast en nieuwe leden 4 tot en met 6 en 8 worden ingevoegd, luidende: "4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de bestemmingen Gemengd Recreatiegebied, Horecadoeleinden en Groenvoorzieningen, die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "wijzigingsgebied voor verblijfsrecreatie", te wijzigen in de bestemming Groenvoorzieningen, Horecadoeleinden, Verblijfsrecreatieve doeleinden, Verkeersdoeleinden en Water, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. het gezamenlijk aantal recreatiewoningen, kampeermiddelen en trekkershutten mag niet meer bedragen dan 19; b. recreatiewoningen zijn alleen toegestaan ten behoeve van een bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie; c. ten aanzien van de omvang van de recreatiewoningen geldt het volgende: 1. het grondoppervlak van een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 65 m²; 2. de bouwhoogte van een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 3,5 m; 3. bij iedere recreatiewoning mag in aanvulling op het bepaalde onder 1, ten hoogste één berging of overkapping met een oppervlak van ten hoogste 6 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 m worden gebouwd; d. per recreatiewoning respectievelijk kampeermiddel dient te worden voorzien in ten minste 1,4 respectievelijk 1,1 parkeerplaats; e. ten behoeve van de waterhuishouding dient ten minste 10% van het oppervlak van het wijzigingsgebied voor water bestemd te worden; f. horecabedrijven zijn uitsluitend toegestaan, voor zover: 1. deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, met uitzondering van hotels; 2. de bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging ten hoogste 600 m² bedraagt; 3. de maximumgoothoogte 7 m bedraagt; 4. per horecavoorziening ten minste 14 parkeerplaatsen per 100 m² bedrijfsvloeroppervlakte worden gerealiseerd; g. het gezamenlijk oppervlak van facilitaire gebouwen, beheersgebouwen en horecavoorzieningen bedraagt ten hoogste 650 m²; h. de goothoogte van facilitaire gebouwen en beheersgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m; i. één bedrijfswoning is toegestaan, voor zover: 1. het gezamenlijk grondoppervlak van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de bedrijfswoning niet meer dan 90 m² bedraagt; 2. de bouwhoogte van de hoofdbouwmassa niet meer dan 5,5 m bedraagt; 3. de bouwhoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Conceptraadsbesluit
7
5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen Woondoeleinden en Voortuinen (Gorslaan 6 en 8) die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "wijzigingsgebied voor verblijfsrecreatie" te wijzigen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming vRrp, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. de bestemmingen mogen uitsluitend worden gewijzigd voor de feitelijke uitvoering ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van het Recreatiepark Kruininger Gors; b. het gezamenlijk aantal recreatiewoningen, recreatieappartementen, standplaatsen en trekkershutten op het Recreatiepark Kruininger Gors mag niet meer bedragen dan 1.700; c. indien recreatiewoningen niet aaneen worden gebouwd, dient een afstand van ten minste 3 m te worden aangehouden tussen gebouwen en overkappingen op naast elkaar gelegen percelen; d. per recreatiewoning respectievelijk standplaats of trekkershut dient te worden voorzien in ten minste 1,4 respectievelijk 1,1 parkeerplaats; e. ten behoeve van de waterhuishouding dient ten minste 10% van het oppervlak van het wijzigingsgebied voor water bestemd te worden; deze oppervlakte mag gerealiseerd worden op de gronden met de bestemming UvRc, vRrp en GRO; f. voor het overige zijn de bepalingen van artikel 14 van toepassing. 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Tuinen (nadere aanwijzing parkeervoorzieningen) die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "wijzigingsgebied voor woningverplaatsing" te wijzigen in de bestemmingen Woondoeleinden, Tuinen, Voortuinen en Water, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is uitsluitend toegestaan indien hieraan voorafgaand de wijzigingsbevoegdheid zoals bedoeld in lid 5 (Gorslaan 6 en 8) is toegepast; b. de afstand van de woningen tot de voorste perceelsgrens bedraagt minimaal 5 en maximaal 10 m; c. ten behoeve van de waterhuishouding dient ten minste 10% van het oppervlak van het wijzigingsgebied voor water bestemd te worden. 7. Een besluit tot wijziging als bedoeld in lid 1 tot en met 6 mag niet eerder worden genomen dan nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie. 8. Alvorens burgemeester en wethouders een besluit nemen als bedoeld in lid 4, wordt schriftelijk advies gevraagd aan de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond omtrent de verantwoording van het groepsrisico, waarbij wordt ingegaan op de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor hulpverlening ter plaatse." Artikel 14 (Verblijfsrecreatieve doeleinden (vR)) -
In lid 1 sub c2 wordt het woord "stacaravan" vervangen door "kampeermiddel".
-
Lid 1 sub g wordt vervangen door een nieuw sub g, luidende: "g. ter plaatse van de gronden met de subbestemming vRrp, vRk en vRw zijn geen medische voorzieningen, horeca en detailhandel toegestaan."
-
In lid 3 sub f wordt de zinsnede "het bepaalde onder c" gewijzigd in "het bepaalde onder d".
-
In lid 3 wordt sub i vernummerd tot sub m en wordt na sub h een nieuwe sub i tot en met l wordt ingevoegd, luidende: "i. het grondoppervlak van een recreatiewoning mag ten hoogste 35 m² bedragen: j. de bouwhoogte van recreatiewoningen mag ten hoogste 3,75 m bedragen; k. bij/aan/in iedere recreatiewoning mag in aanvulling op het bepaalde onder i ten hoogste één berging of overkapping met een oppervlak van ten hoogste 6 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 m worden gebouwd;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Conceptraadsbesluit
8
l. er dient een afstand van ten minste 3 m te worden aangehouden tussen gebouwen en overkappingen op naast elkaar gelegen percelen indien recreatiewoningen niet aaneen worden gebouwd;" -
Lid 4 wordt vernummerd tot lid 5 en een nieuw lid 4 wordt ingevoegd, luidende: "Vrijstellingsbevoegdheid collectieve parkeervoorzieningen 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 onder f, wanneer bij herstructurering ten behoeve van de kwaliteitsverbetering de afstand tussen collectieve parkeervoorzieningen en verblijfsaccommodaties groter is dan 200 m."
Artikel 17 (Gemengd Recreatiegebied (GR)) In lid 1 sub b1 wordt na de zinsnede "Staat van Horeca-activiteiten" de zinsnede "met uitzondering van hotels" toegevoegd. -
In lid 1 sub c2 wordt het woord "stacaravan" vervangen door "kampeermiddel".
-
In lid 3 sub a1 wordt het woord "stacaravan" vervangen door "kampeermiddel".
-
In lid 3 sub a2 wordt het getal "500" vervangen door "800".
Artikel 20 ( Woondoeleinden (W)) Aan lid 2 sub c wordt de zinsnede "kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten" toegevoegd "en uitgezonderd kleinschalige detailhandel in aardappelen, groente en fruit met een maximumverkoopvloeroppervlakte van 25 m² ter plaatse van Kamplaan 12". Artikel 21 (Horecadoeleinden (H)) In lid 1 wordt na de zinsnede "Staat van Horeca-activiteiten" de zinsnede "met uitzondering van hotels" toegevoegd. Artikel 23 (Bedrijfsdoeleinden (B)) In lid 3 wordt sub c t/m f toegevoegd, luidende: "c. uitsluitend op de gronden met de nadere aanwijzing (w) mag 1 bedrijfswoning worden gebouwd; d. het gezamenlijk grondoppervlak van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 190 m²; e. de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag ten hoogste 9 m bedragen; f. de goothoogte respectievelijk bouwhoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ten behoeve van de bedrijfswoning mag ten hoogste 3 m respectievelijk 4,5 m bedragen." Artikel 31 Uit te werken verblijfsrecreatieve doeleinden – centrumgebied (UvRc) In lid 2 wordt sub e t/m j vernummerd tot f t/m k en een nieuw sub e wordt ingevoegd, luidende: "e. parkeerplaatsen ten behoeve van de bestemming UvRc dienen binnen een afstand van 200 m tot de bestemming UvRc te worden gerealiseerd;" -
In lid 2 k1 wordt na de zinsnede "Staat van Horeca-activiteiten" de zinsnede "met uitzondering van hotels" toegevoegd.
Artikel 33 (Leidingen) In lid 5 sub b wordt na "diepwortelende" toegevoegd "en hoogopgaande".
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Conceptraadsbesluit
9
Artikel 34 (Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming)) Lid 3 wordt vervangen door een nieuw lid 3, luidende: "3. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden (waaronder begrepen: heien en slaan van damwanden) worden verricht die dieper reiken dan: - voor gebied A op kaartblad 2: het maaiveld; - voor gebied B op kaartblad 2: 0,5 m beneden het maaiveld èn een oppervlak beslaan van meer dan 100 m²; - voor gebied C op kaartblad 2: 0,8 m beneden het maaiveld èn een oppervlak beslaan van meer dan 200 m²; - voor gebied D op kaarblad 2: beneden de waterbodem èn een oppervlak beslaan van meer dan 200 m²." -
Lid 7 wordt vervangen door een nieuw lid 7, luidende: "7. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren: a. het verlagen van de bodem of afgraven van gronden, waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist; b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe ook gerekend worden woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen; c. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stoppen worden verwijderd; d. het aanleggen van bos of boomgaard; e. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies; f. het graven en/of verbreden van sloten, vijvers en andere wateren; g. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten; indien zij dieper reiken dan: - voor gebied A op kaartblad 2: het maaiveld; - voor gebied B op kaartblad 2: 0,5 m beneden het maaiveld èn een oppervlak beslaan van meer dan 100 m²; - voor gebied C op kaartblad 2: 0,8 m beneden het maaiveld èn een oppervlak beslaan van meer dan 200 m²; - voor gebied D op kaarblad 2: beneden de waterbodem èn een oppervlak beslaan van meer dan 200 m². "
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Westvoorne, gehouden op 22 april 2008.
de griffier,
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
de voorzitter,
199.7325.06
1
Bijlage 1. Verslag hoorzitting
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Verslag hoorzitting Kruiningergors Gehouden op 14 februari 2008, 9.30-15.15 in het gemeentehuis te Rockanje in het kader van de vaststellingsprocedure voor het bestemmingsplan “Kruiningergors”. Aanwezig: mevr. B.M.A.A. Geers – Van Wijk (wethouder Ruimtelijke Ordening) dhr. G. Groeneveld (beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening) dhr. H.J. Solle (beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening) mevr. J.P. Zevenbergen (opdrachtleider RBOI) 1. De heer/mevrouw P.A. Pijnenburg, Heindijk 11, 3233 LE Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 2. Camping Ketjil, familie Sjoukes, Berkenrijsweg 15, 3233 KH Oostvoorne Reclamanten zijn niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 3. De heer/mevrouw J.A. Freeke, Maasweg 3, 3233 XE Oostvoorne Mevrouw Freeke brengt nogmaals het eerder ingediende saneringsvoorstel onder de aandacht (inruil van de bestemming vRk, de gewenste detailhandel(sub)bestemming en sloop van de bestaande kassen voor één extra burgerwoning). Desgevraagd geeft mevr. Freeke aan dat op het perceel geen verkoop van flessengas meer plaatsvindt. Ook is volgens reclamant nog 1820m2 kas op het perceel aanwezig, in tegenstelling tot de op de plankaart vermelde 1700m2. Mevr. Geers geeft aan dat het voorstel serieus zal worden bekeken. Mevr. Freeke informeert hierop nog naar de mogelijkheden om na eventuele overeenstemming over de extra burgerwoning een deel van de kas als hobbykas te behouden. 4. Dhr. R. Korsman, Zeehoeveweg 31, 3233 XK Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 5.
B.V. Jachthaven H. Geijsman, dhr. A. van Harmelen, Zanddijk 5, 3233 XJ Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 6. De heer/mevrouw M.E.M. Kruse, Heindijk 29, 3233 LE Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 7. De heer/mevrouw M.R. Kariem, Heindijk 19, 3233 LE Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 8. Dhr. W.J. Langendoen, Heindijk 7A, 3233 LE Oostvoorne Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 9. Dhr. W.J. Borremans, Zeehoeveweg 2a, 3233 XK Oostvoorne Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 10. Dhr. J.G.J.M. van der Linde, Maasweg 2, 3233 XE Oostvoorne Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 11. Mevr. W.H. Hoekendijk, Heindijk 9, 3233 LE Oostvoorne Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 12. De heer/mevrouw F.A. Hoek, Velgersdijk 29, 3079 HV Rotterdam Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld.
13. Mevr. T. van Driel en dhr. A. Zuidgeest, Bakenweg 3a, 3233 XA Oostvoorne Reclamanten zijn niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 14. De heer/mevrouw P.L. Pols en L.G. Pols, p/a Maasweg 5, 3233 XE Oostvoorne Reclamanten zijn niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 15. Mevr. Y. van der Hoog, Zeehoeveweg 37, 3233 XK Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 16.
Moree Gelderblom Advocaten, mevr. mr. drs. M.C. van Meppelen Scheppink, Postbus 25.006, 3001 HA Rotterdam Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 17. Dhr. H. Stoppelenburg, Heindijk 21, 3233 LE Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 18. Mevr. G.A. Doorduin - Waalboer, Bakenweg 7, 3233 XA Oostvoorne 19. Mevr. P. Waalboer - van Citteren, Bakenweg 5a, 3233 XA Oostvoorne Mevrouw Doorduin en mevrouw Waalboer zijn gezamenlijk verschenen, inhoudelijk zijn hun zienswijzen ook gelijk. Door reclamanten wordt nog eens benadrukt dat de opgenomen wijzigingsbevoegdheden voor twee percelen bos onjuist en ongewenst zijn. De bomen dienen als buffer tegen geluidsoverlast van de Europoort. Het is niet correct dat de gronden met bestemming bos zondermeer bij de bestemming recreatie kunnen worden gevoegd. Hoewel het misschien gaat om relatief kleine stukken bos hebben deze wel degelijk een functie ter afscherming van binnenvallend geluid (m.n. spoor- en vrachtverkeer). Mevr. Waalboer geeft aan dat vooral in de zomer de bomen een duidelijk geluidsdempend effect hebben. Daarbij wordt in verband met de aanleg van de Tweede Maasvlakte gesproken over de aanleg van geluidsschermen en het aanplanten van bomen. Op het Kruiningergors is dit al aanwezig maar wordt het mogelijk gemaakt om deze te kappen. Dit is niet logisch. Tot slot wijst mevr. Doorduin op een fout in figuur 8 Beleidsvisie (blz. 46 toelichting) in het ontwerpbestemmingsplan. Hierin is een ontsluitingsrichting aangegeven die vanaf de Heindijk de Bakenweg inloopt. Dit is niet correct, de pijl dient de Maasweg de volgen. Mevr. Zevenbergen geeft aan dat de figuur zal worden aangepast. 20. Dhr. W. Booy en mevr. J.W. Booy-Langendoen, Bakenweg 2, 3233 XA Oostvoorne Reclamanten zijn niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 21. Familie J. Kluijtmans, Kamplaan 4, 3233 XD Oostvoorne Reclamanten zijn verhinderd, zie reclamant nr. 24 dhr. M. Kluijtmans. 22. De heer/mevrouw W.M. Vrij en M. Vrij, Zeehoeveweg 29, 3233 XK Oostvoorne Reclamanten hebben zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 23.
Stichting Recreanten Belangen Kruininger Gors, dhr. J. Spanjersberg, Schrijnwerkerstraat 49, 3123 EJ Schiedam Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 24. Dhr. M. Kluijtmans, Kamplaan 6, 3233 XD Oostvoorne Ter verduidelijking van de bestaande wateroverlast laat dhr. Kluijtmans enkele foto’s zien van zijn woning en het campingterrein na enige perioden van regen. Zowel aan de zijde van de Heindijk als aan de Kamplaan is sprake van wateroverlast. Gerelateerd hieraan is de dubbele groenstrook die is opgenomen ten westen van zijn terrein. De groenstrook op het terrein van de Molecaten Groep is nog niet aanwezig en hoeft wat dhr. Kluijtmans betreft niet te worden opgenomen. Door de groenstrook wordt de sloot straks
omgeven door groen, waardoor het onderhoud van de sloot minder goed kan worden uitgevoerd. Dit leidt wellicht tot meer wateroverlast. Een tweede argument tegen de opname van de nieuwe groenstrook is het optreden van schaduw op zijn camping. Mevr. Geers geeft aan dat een oplossing voor de wateroverlast alleen kan worden gevonden wanneer de particuliere grondeigenaren in het gebied samen met het waterschap (de verantwoordelijke waterbeheerder) een oplossing vinden. De gemeente kan alleen zorgen dat eventuele maatregelen niet door het bestemmingsplan worden gehinderd. In bijna alle bestemmingen is ‘water’ daarom opgenomen in de doeleindenomschrijving. Wellicht dat verbreding van de sloot aan de Heindijk een oplossing kan zijn. Dhr. Kluijtmans geeft aan dat dan een deel van de schouwstrook zal verdwijnen. Hierdoor wordt ook het onderhoud aan de bomensingel rondom de camping bemoeilijkt. Hij geeft aan het waterschap te benaderen om te zien wat de mogelijkheden zijn. Reclamant heeft tevens verzocht een gedeelte van het campingterrein wat nu als vT is bestemd te wijzigen naar vRk. Hoewel geen kampeermiddelen direct aan de weg zullen worden geplaatst kan dit stukje terrein wel gebruikt worden voor bijv. een afvalopslag. De terreininrichting zou naar eigen inzicht van de ondernemer moeten gebeuren. Ook van de schuur aan de voorzijde van de woning laat dhr. Kluijtmans enkele foto’s zien. Desgevraagd geeft hij aan dat de schuur al tientallen jaren ter plaatse aanwezig is. Hij is niet bereid de schuur te slopen. Ook verplaatsing naar de achterzijde van de woning is geen optie, de tuin is klein en aan de achterzijde van de woning is een serre gebouwd. Reclamant wil de schuur herbouwen, tegen de woning aan. Wanneer het woondoeleindenvlak wordt uitgebreid door het trekken van een lijn van woning nr. 4 naar woning nr. 12, valt de schuur binnen het W vlak. Deze kan dan via een normale bouwvergunning worden herbouwd. Door aanpassing van het W vlak blijft de voorgevellijn intact, de schuur staat er immers al en zal ook niet worden gesloopt. Omdat de schuur dan tegen de woning wordt gebouwd staat deze verder van de Kamplaan af en is dus sprake van een verbetering van het aanzicht. Reclamant geeft aan dat op het perceel circa 152m2 bebouwing aanwezig is (woning, schuur incl. overstek en hobbykas). Tot slot verzoekt dhr. Kluijtmans om aanpassing van de bestemming Verkeer ter hoogte van de woning Kamplaan 4, welke wordt bewoond door zijn ouders. De weg maakt ter hoogte van de woning een flauwe bocht maar de bestemming is recht door getrokken. Hierdoor valt een deel van de woning van zijn ouders binnen de bestemming Verkeer. 25. Familie van Oudenaarden, Kamplaan 8, 3233 XD Oostvoorne Reclamanten zijn niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 26.
Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, dhr. ir. G. van den Berg, Nesserdijk 368, 3063 NE Rotterdam Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 27.
Recreatiepark Kruininger Gors B.V., dhr. drs. R. Prins, Gorsplein 2, 3233 XC Oostvoorne Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 28.
Boot Franken Advocaten, dhr. mr. J.C.G. Franken, Postbus 23.336, 3001 KH Rotterdam Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 29. Stichting Natuur en Landschap – Voorne Putten, Postbus 57, 3230 AB Brielle Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 30. Dhr. J.W. Meekers, Heindijk 23, 3233 LE Oostvoorne Mevrouw Meekers geeft aan dat men het perceel heeft gekocht als agrarische grond met de mogelijkheid tot oprichten van een glastuinbouwbedrijf. De grond was hierdoor ook duurder
dan ‘normaal’ weideland. Nu is de grond bestemd als Tuin, dit betekent een waardedaling. Desgevraagd geeft reclamant aan dat men nooit een agrarisch bedrijf heeft uitgeoefend, dit is men ook niet van plan. Wel heeft men een tegelzetbedrijf. Mevr. Meekers geeft aan reeds enige jaren bezig te zijn om ontwikkelingen op het perceel mogelijk te maken. Gezien de oppervlakte van het perceel moet bouw van één of twee woningen mogelijk zijn. Aan de Heindijk ontbreekt een huisnummer dus in het verleden zal hier ook een woning hebben gestaan. Met het verzoek is echter nooit ingestemd. Ook is medewerking aan een plan voor sloop en sanering van de aanwezige schuren op het perceel afgehouden tot het nieuwe bestemmingsplan is goedgekeurd. Overigens zou dit ook betekenen dat zou moeten worden voldaan aan de saneringsregeling, welke ongunstig uitpakt. Reclamanten zijn hierdoor min of meer gedwongen om de oude schuren en kas op te knappen en in gebruik te houden. 31. Dhr. mr. A. Bakker, Westersingel 4, 3202 XL Spijkenisse Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld. 32. Dhr. E.W. de Jong, Zeehoeveweg 37, 3233 XK Oostvoorne Reclamant is niet verschenen, zonder kennisgeving vooraf. 33. Dhr. en mevr. Hoek, Vegelinsoord 110, 3079 KN Rotterdam De heer en mevrouw Hoek willen de nadruk leggen op de zeer ongezonde situatie die ontstaat door het drukke verkeer op (het westelijke deel van) de Gorslaan. Begin februari hebben reclamanten het huisje, gelegen direct aan de Gorslaan, bezocht en men was verbaasd over de geringe hoeveelheid aanslag en vuil op de ramen. Dit terwijl in het zomerseizoen wekelijks en soms dagelijks de ramen moeten worden schoongemaakt. Deze vervuiling wordt door recreanten dus ook ingeademd, wat niet gezond kan zijn. Ook het vrachtverkeer op de Gorslaan leidt tot veel overlast en vervuiling. Ter illustratie overhandigd dhr. Hoek enkele foto’s van vrachtverkeer wat de Gorslaan blokkeert. Opgemerkt wordt dat de snelheidsbeperkende maatregelen die zijn aangebracht niet werken. De maximum snelheid van 30km/u wordt niet aangehouden en de verhoogde halve cirkels in het wegdek leiden tot gevaarlijke situaties doordat automobilisten er tussendoor slalommen. Reclamanten stellen voor om van de Gorslaan vanaf parkeerterrein B tot aan het Gorsplein een éénrichtingsweg te maken. Hierdoor zouden meer recreanten worden ‘gedwongen’ om de ontsluitingsroute vanaf de rotonde in de Brielseweg te nemen. Mevr. Geers geeft aan de verkeersproblematiek nogmaals voor te leggen aan de betrokken afdeling bij de gemeente. Wellicht dat een oplossing buiten het bestemmingsplan om (instellen éénrichtingsverkeer of verbod op doorgaand vrachtverkeer) mogelijk is. 34. Dhr. J.C. van Vliet, Zeehoeveweg 27a, 3233 KX Oostvoorne Dhr. Van Vliet benadrukt sinds 1982 bij zijn bedrijf op het perceel Zeehoeveweg 27a te wonen. Reclamant betaalt WOZ belasting en alle andere normale heffingen voor de woning. Nu het bestemmingsplan wordt herzien wil hij graag de woonbestemming opgenomen zien. Dhr. Van Vliet is tevens eigenaar van een perceel grond in de hoek van de Zeehoeveweg en de Maasweg. In het ontwerpplan heeft dit perceel de bestemming Tuin, in eerdere ontwerpplannen was daarbij ook de aanduiding (p) opgenomen. Reclamant wil graag de bestemming T(p) terug. Desgevraagd geeft dhr. Van Vliet aan dat het perceel niet als openbare parkeerplaats zal worden gebruikt maar uitsluitend ten behoeve van eigen parkeerbehoefte. Ook wenst hij de mogelijkheid om op het perceel een recreatiewoning te bouwen zodat hij na bedrijfsoverdracht ’s zomers op het Kruiningergors kan verblijven. Tot slot merkt dhr. Van Vliet op dat wat hem betreft de Gorslaan mag worden afgesloten voor doorgaand verkeer. Het is een drukke en onoverzichtelijke weg en daardoor zeer gevaarlijk. 35.
Tennet TSO B.V., dhr..mevr. C. de Jong, hoofd Grondzaken, Postbus 718, 6800 AS Arnhem Reclamant heeft zich voorafgaand aan de hoorzitting afgemeld.
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
1
1. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Kruiningergors heeft in het kader van de vaststellingsprocedure ter inzage gelegen van 16 november tot en met 27 december 2007. Eerder, van 19 januari 2007 t/m 1 maart 2007 heeft het ontwerpbestemmingsplan eveneens ter inzage gelegen. Mede naar aanleiding van de binnengekomen zienswijzen, is in het voorjaar van 2007 besloten het ontwerpbestemmingsplan nog niet aan de raad ter vaststelling aan te bieden, maar een aantal wijzigingen aan te brengen en het ontwerpbestemmingsplan opnieuw, in aangepaste vorm, ter inzage te leggen. In deze bijlage bij het raadsbesluit d.d. 22 april 2008 zijn de zienswijzen die zijn ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan Kruiningergors samengevat en beoordeeld. Dit betreft zowel zienswijzen die zijn ontvangen in de periode van 19 januari t/m 1 maart als de zienswijzen die zijn ingediend bij de tervisielegging van 16 november tot en met 27 december 2007. De gemeente heeft namelijk aan degenen die begin 2007 een zienswijze hebben ingediend medegedeeld dat deze zienswijzen zullen worden betrokken bij de beoordeling van de zienswijzen naar aanleiding van de latere tervisielegging.
2. Opbouw notitie In de zienswijzen komt een aantal onderwerpen regelmatig naar voren. Deze zijn in het navolgende hoofdstuk samengevat en van een algemeen commentaar voorzien. Daarna komen de individuele reacties aan bod. Voor zover deze vanaf 19 januari tot en met 1 maart zijn ingediend, komen allereerst deze zienswijzen aan de orde. Daarna volgen de zienswijzen die het gemeentebestuur naar aanleiding van de tervisielegging van het voorliggende bestemmingsplan eind 2007 heeft ontvangen. De zienswijzen zijn eveneens samengevat en van een commentaar voorzien. In de conclusie is aangegeven of de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van het voorliggende bestemmingsplan. Voor zover de zienswijze of onderdelen van de zienswijzen bij de individuele beantwoording betrekking hebben op de onderwerpen in het navolgende hoofdstuk, wordt verwezen naar de beoordeling in dit hoofdstuk.
3. Thema's 3.1. Water Reacties In het ontwerpbestemmingsplan is aangegeven dat er een tekort aan oppervlaktewater is in het plangebied. Om wateroverlast te voorkomen, moet de hoeveelheid oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Veel reclamanten geven aan dat het plan niet aangeeft hoe en waar dat water wordt gerealiseerd. Navraag door reclamanten bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamanten willen graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamanten verschillende mogelijke oplossingen aangedragen: de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk bieden een mogelijkheid voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is het laagste gedeelte van het plangebied waardoor weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; een andere oplossing is het verbreden van de watergang onderlangs de Heindijk.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
2
Daarnaast wordt als suggestie aangegeven het verbreden van de watergang onderaan de Heindijk en het verbreden van de sloot achter de woningen Zeehoeveweg 31, 33 en 35. Beoordeling Het beheer van het oppervlaktewater in het plangebied ligt bij het waterschap Hollandse Delta. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is er enkele keren overleg geweest met de waterbeheerder, voor de samenvoeging van de waterschappen met het Waterschap De Brielse Dijkring en naderhand met het waterschap Hollandse Delta. De waterparagraaf die is opgenomen in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan is ook in nauwe samenspraak met het laatstgenoemde waterschap tot stand gekomen. Vooral het feit dat er in het plangebied weinig oppervlaktewater aanwezig is, vormde een belangrijk punt van overleg. Zowel waterschap als gemeente erkennen dat de geringe oppervlakte water aanleiding kan geven tot wateroverlast. Beiden zijn zich er echter ook van bewust dat − uitgezonderd de wegen − het hele plangebied in particulier eigendom is. Hierdoor zijn de mogelijkheden voor het realiseren van waterberging beperkt. De parkeerplaats en de sportvelden langs de Kamplaan maken onderdeel uit van het Recreatiepark Kruininger Gors. Het realiseren van waterberging van enige betekenis op deze locaties betekent dat elders op het recreatiepark vervangende ruimte moet worden gevonden. De ruimte die daar beschikbaar is, is echter ook nodig voor het realiseren van ruimere kavels en enige afstand tussen de bebouwing. Functiewijziging ten behoeve van waterberging ligt om die reden niet voor de hand, hoewel het bestemmingsplan hier alle mogelijkheden voor open houdt. Gelet op de problematiek, is in overleg met het waterschap namelijk besloten om in de doeleindenomschrijving van vrijwel alle bestemmingen op te nemen dat de betreffende gronden ook zijn bestemd voor Water. Mochten zich mogelijkheden voordoen, dan staat het bestemmingsplan de realisering van extra oppervlaktewater niet in de weg. Reclamanten moeten zich er ook van bewust zijn, dat het bestemmingsplan alleen mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen aangeeft, maar betrekkelijk weinig invloed heeft op de concrete realisering. De beperkte mogelijkheden die het bestemmingsplan als juridisch-planologisch kader biedt heeft het gemeentebestuur aangegrepen. In verband met het belang van de realisering van oppervlaktewater is besloten om de bestemming van het centrumgebied te wijzigen in een uit te werken bestemming op basis van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De uit te werken bestemming geeft geen direct bouwrecht, daarvoor is eerst een planuitwerking nodig. Aan het nemen van een besluit tot planuitwerking door de gemeente kunnen voorwaarden worden verbonden, die in het bestemmingsplan worden opgenomen. Een voorwaarde om de bestemming voor het centrumgebied te kunnen uitwerken, is het bestemmen van ten minste 10% van de oppervlakte van het gebied waarop de planuitwerking betrekking heeft voor water. Dit oppervlaktewater mag binnen het centrumgebied worden gerealiseerd, maar een locatie daarbuiten is, gelet ook op de omvang van het centrumgebied, goed denkbaar. Een soortgelijke voorwaarde is opgenomen voor de wijzigingsbevoegdheden ter plaatse van de vroegere vuiloverlaadplaats en de strook tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein. Wat de suggesties betreft voor een mogelijke verbreding van de sloot achter Zeehoeveweg 31 en volgend en de sloot langs de Heindijk, kan worden opgemerkt dat deze sloten hoofdwatergangen zijn. Het gemeentebestuur heeft geen zeggenschap over deze sloten. Het bestemmingsplan vormt echter geen belemmering voor een mogelijke verbreding. Op grond van het voorgaande zal het duidelijk zijn dat het bestemmingsplan in de voorliggende situatie niet kan aangeven hoe en waar extra oppervlaktewater kan worden gerealiseerd. Het bestemmingsplan biedt echter een zeer grote mate van flexibiliteit ten aanzien van het aspect water en zal eventuele initiatieven in de toekomst niet in de weg staan. Conclusie De onderdelen van de zienswijzen die betrekking hebben op het aspect water geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
3
3.2. Veiligheid Reactie Verschillende reclamanten verwijzen naar het advies van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR). De VRR heeft op verzoek van de gemeente advies uitgebracht over de verantwoording van het groepsrisico en de mogelijkheden voor hulpverlening. Reclamanten maken zich zorgen over de bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid van het plangebied voor hulpdiensten. Een aantal reclamanten verwijst daarbij ook naar het Recreatiepark Kruininger Gors, waar de huisjes bestaan uit hout en kunststof en deze dicht op elkaar staan. Beoordeling Het advies van de VRR richt zich vooral op het groepsrisico in verband met de aanwezigheid van hogedrukaardgasleidingen in de nabijheid van het plangebied en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N218. In het advies wordt geconstateerd dat de bereikbaarheid van het plangebied adequaat is, maar dat dit niet geldt voor de bluswatervoorzieningen voor incidenten met de aardgasleiding of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De Intergemeentelijke Brandweer Voorne Putten merkte voorts op dat de bluswatervoorziening in het buitengebied van de gemeente onvoldoende is. Hiervoor is al aangegeven dat het bestemmingsplan het juridisch-planologisch kader vormt voor ruimtelijke ontwikkelingen en geen uitvoeringsplan. De primaire bluswatervoorzieningen in de vorm van aansluitingen op het waterleidingnet zijn in het kader van het bestemmingsplan ook ruimtelijk niet relevant. Gelet op de aard van het onderwerp zal door het gemeentebestuur overleg worden gevoerd met de brandweer. Over de brandveiligheid in relatie tot de bebouwing op het recreatiepark merken wij op dat de bouwvoorschriften voor de recreatiewoningen aangeven dat een afstand van ten minste 3 m moet worden aangehouden tussen gebouwen en overkappingen op naast elkaar gelegen percelen indien de recreatiewoningen niet aaneen worden gebouwd. Deze bepaling gaat dus verder dan het regelen van uitsluitend een afstand tussen de recreatiewoningen en voorziet in een bebouwingsvrije zone van minimaal 3 m tussen de percelen. Conclusie De onderdelen van de zienswijzen die betrekking hebben op het aspect veiligheid geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
3.3. Voormalige agrarische gronden Reactie Een aantal reclamanten geeft aan dat de aankoop van voormalige agrarische gronden voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark geen wenselijke optie is, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als Tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Zij zijn van mening dat de bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen of caravans naast hun huizen. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuinen toegestaan. Dit is volgens de reclamanten niet voldoende om gereedschappen en machines voor het onderhoud op te bergen, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als Tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. Niet alle reclamanten die in hun zienswijze ingaan op de voormalige agrarische gronden onderschrijven dit alternatief. Beoordeling Het voorliggende ontwerpbestemmingsplan biedt geen mogelijkheid om voormalige agrarische gronden te gebruiken voor de kwaliteitsverbetering van het Recreatiepark Kruininger Gors. De betreffende gronden zijn bestemd tot Tuinen en er is in het ontwerpbestemmingsplan geen mo-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
4
gelijkheid opgenomen om deze bestemming door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO te veranderen in Verblijfsrecreatieve doeleinden. Over de bouwmogelijkheden op de gronden met de bestemming Tuinen wordt het volgende opgemerkt. Uitgangspunt van het bestemmingsplan is om bijgebouwen zoveel mogelijk te concentreren rond de woning. Bijgebouwen voor de opslag van gereedschappen en materieel voor het onderhoud van de grond die bij de woningen hoort dient te geschieden binnen de bestemming Woondoeleinden. Binnen deze bestemming kunnen naast woningen ook bijgebouwen worden gebouwd. De regeling hiervoor is afgestemd op de regeling die is opgenomen in het in mei 2007 vastgestelde bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne. Om gronden met de bestemming Tuinen zoveel mogelijk open te houden is hier slechts een klein gebouwtje of overkapping toegestaan. Ruimtelijk gezien is een grotere verspreiding van bebouwing ten opzichte van de woningen niet wenselijk. Conclusie De onderdelen van de zienswijzen die betrekking hebben op de voormalige agrarische gronden geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
3.4. Visuele afscheiding tussen recreatiegebied en woongebied Reactie Een aantal reclamanten vinden het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. Sommigen geven ook aan dat aan andere recreatieondernemers wel de verplichting is opgelegd om een groenzone rond het recreatieterrein aan te leggen. Nu voor het Recreatiepark Kruininger Gors deze verplichting niet is opgenomen, is sprake van rechtsongelijkheid. Beoordeling Het Recreatiepark Kruininger Gors betreft een bestaande situatie, die in een tijdsbestek van meer dan 70 jaar geleidelijk is ontstaan. In het verleden werd veel minder aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing van recreatieterreinen dan tegenwoordig het geval is. Afhankelijk van de mogelijkheden, brengt de Molecatengroep een proces van kwaliteitsverbetering op gang. In een groot deel van het recreatiepark staan de huisjes tot aan de perceelsgrens met het woongebied. Waar nu een groenzone aanwezig is tussen het recreatiepark en de woonpercelen is deze ook als zodanig bestemd. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat, waar een groenzone ontbreekt, bij herstructurering hierin door de Molecatengroep wordt voorzien. Een dergelijke groenzone kan een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit geldt niet alleen voor het omringende gebied, maar ook voor de kavels op het recreatiepark die grenzen aan het niet-recreatieve deel van het plangebied. Het op dit moment opnemen van een bestemming Groenvoorzieningen langs het gehele recreatiepark is echter niet opportuun, omdat de uitvoering hiervan te onzeker is. De gemeente heeft niet de intentie om een groenzone aan te brengen. Realisering hiervan door de Molecatengroep is alleen mogelijk in samenhang met herstructurering van de ter plaatse aanwezige huisjes. Bij recentere kampeerterreinen is veelal wel een groenzone aanwezig. De gemeente heeft een dergelijke groenzone veelal geëist in het kader van de kampeervergunning. Deze situaties zijn in het algemeen niet vergelijkbaar met het Recreatiepark Kruininger Gors. Conclusie De onderdelen van de zienswijzen die betrekking hebben op de visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en het woongebied geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
5
3.5. Parkeermogelijkheden Kamplaan Reactie Voor een aantal reclamanten is het niet duidelijk of er nog een parkeerplaats komt langs de Kamplaan. Mocht er een parkeerplaats komen dan is vinden de meeste reclamanten dat niet bezwaarlijk. Zij zijn wel van mening dat een afschermingstrook van 3 m te weinig is. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting is zeker niet overbodig. Enkele reclamanten vragen zich af of de aanduiding van deze parkeerzone op de plankaart nodig is. In de doeleindenomschrijving van de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden is parkeren namelijk al aangegeven. Zij wijzen erop, dat deze regeling in strijd kan komen met het uitgangspunt uit de toelichting op grond waarvan de afstand tussen parkeerplaats en verblijfsaccommodatie niet meer dan 200 m mag bedragen. Beoordeling De zone langs de Kamplaan is ook in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan aangeduid als zone voor nieuwe collectieve parkeervoorzieningen voor het Recreatiepark Kruininger Gors. De overweging daarvoor is, dat het bij een herstructurering van het recreatiepark aanbeveling verdient om collectieve parkeervoorzieningen zoveel mogelijk langs de rand van het park te situeren. Op die manier wordt het heen en weer rijden van auto's over het park zelf tegengegaan. Op de plankaart is langs de rand van deze zone een groenstrook van 3 m aangegeven. Hiermee wordt voorkomen dat de parkeerplaatsen tot aan de rand van het gebied worden geplaatst en is er eveneens sprake van een visuele afscherming tussen het parkeerterrein ten opzichte van de omgeving. Een beplantingsstrook van minimaal 3 m breed biedt bij een goede inrichting voldoende mogelijkheden voor een goede inpassing en afscherming. Daarbij is overwogen dat langs de Kamplaan aan de noordzijde van de deze weg al een smalle groenstrook aanwezig is in combinatie met een pad. De afstand tussen de noordzijde van dit pad en de grens van de Kamplaan aan de zuidzijde bedraagt circa 9 m. In combinatie met een groenstrook van 3 m komen mogelijke parkeerterreinen aan de Kamplaan op een grens van circa 12 m vanaf de woon- en andere percelen aan de zuidzijde te liggen. In die situatie wordt een strook met opgaand groen van 3 m voldoende geacht. Daarbij is eveneens overwogen dat de feitelijke ruimte voor kwaliteitsverbetering op het recreatiepark geringer is dan wenselijk zou zijn. Op basis van de hiervoor aangegeven afweging is er geen aanleiding om de breedte van de groenzone te vergroten tot 5 m. Zoals in de zienswijzen is aangegeven, voorziet de doeleindenomschrijving van de bestemming Verblijfsrecreatie doeleinden in parkeervoorzieningen. Dit kunnen zowel individuele als collectieve parkeervoorzieningen zijn. Om te bewerkstellingen dat collectieve parkeervoorzieningen langs de rand van het recreatiepark worden aangelegd, is een nadere regeling opgenomen voor de parkeerzone langs de Kamplaan. Deze regeling vormt dus een verbijzondering van de algemene regeling dat parkeervoorzieningen zijn toegestaan. Bij herstructurering van vooral het noordwestelijk deel van het recreatiepark is inderdaad het risico aanwezig dat de afstand tussen de verblijfsaccommodatie en de parkeervoorzieningen te groot worden wanneer ook de bestaande parkeerterreinen bij deze herstructurering worden betrokken. In verband hiermee is het wenselijk om een vrijstellingsmogelijkheid op te nemen van de bepaling dat collectieve parkeervoorzieningen alleen zijn toegestaan in de zone met de nadere aanwijzing (p) indien de bovengenoemde afstand groter zou worden dan 200 m. Conclusie De onderdelen van de zienswijzen die betrekking hebben op de visuele afscheiding tussen het collectieve parkeervoorzieningen langs de Kamplaan geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. Er zal een vrijstellingsmogelijkheid worden opgenomen om ook elders in het gebied ten westen van de Zeehoeveweg collectieve parkeervoorzieningen mogelijk te maken wanneer de afstand tussen de verblijfsaccommodatie en de parkeergelegenheid bij herstructurering meer bedraagt dan 200 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
6
4. Individuele beantwoording 1. Mr. A. Bakker rechtskundig adviseur, Westersingel 4, 3202 XL Spijkenisse, namens dhr. J. Punt, Van der Meerweg 25, Oostvoorne Reactie ontvangen: 23 november 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant wijst er op dat hij namens zijn cliënt reeds op 23 juni 2001 en 12 april 2005 een zienswijze tegen vorige versies van het ontwerpbestemmingsplan heeft ingediend. Aangezien er in het onderhavige ontwerpbestemmingsplan geen voor reclamant relevante wijzigingen zijn, wordt verzocht de zienswijze van 12 april 2005 als geldende zienswijze in behandeling te nemen. In de laatstgenoemde reactie, die is ingediend in het kader van de tweede inspraakprocedure over het voorontwerpbestemmingsplan, is het volgende naar voren gebracht: a. In het voorontwerpbestemmingsplan is onder Maatschappelijke uitvoerbaarheid verwezen naar het feit, dat het voorontwerpplan in het kader van de inspraakverordening vanaf 28 mei gedurende 4 weken ter inzage heeft gelegen. Op pagina 66 wordt mede gewezen op een zienswijze die door de heer Bakker namens de heer Punt werd ingediend. Dit is in zoverre onjuist, dat een zienswijze werd ingediend op het voorontwerpbestemmingsplan Kruiningergors en niet een reactie op een inspraakgebeuren. Ten onrechte wordt de indruk gewekt dat het voorontwerp 2001 juridisch synoniem zou zijn aan het voorontwerp 2005. Tussen het opstellen van het voorontwerp 2001 en het voorontwerp 2005 hebben essentiële wijzigingen in omstandigheden plaatsgevonden, die meebrengen dat de zienswijze van 2001 niet meer past op het voorontwerp 2005. b. In 2001 is verzocht om een bedrijfswoning bij het bedrijf van de heer Punt te kunnen realiseren. Aan deze wens is niet tegemoetgekomen, omdat op provinciaal en gemeentelijk niveau een zeer terughoudend beleid wordt gevoerd ten aanzien van het realiseren van nieuwe woningen in het buitengebied. Dit beleid was een gevolg van het rijksbeleid dat werd bewaakt door de rijksinspecteur. In de Stellingnamebrief Ruimtelijk Beleid van november 2002 wordt gesteld dat het rijksbeleid zal zijn gericht aan het opheffen van de ruimtelijke beperkingen aan de natuurlijke groei van kleine kernen en dat bouwbeperkingen voor landelijke gebieden worden opgeheven. Het beleid van provincie en gemeente kan in dat opzicht worden bijgesteld. In dat kader dient de noodzaak voor de bouw van een bedrijfswoning uit overwegingen van veiligheid mede in aanmerking te worden genomen. c. Nu er in juridisch-planologische zin geen belemmeringen meer zijn voor de realisering van een woning, zou de doelstelling om de recreatieve functie te versterken nog een beletsel kunnen vormen. Het is merkwaardig, dat wel de mogelijkheid wordt geboden om voormalige agrarische bedrijfswoningen die niet meer aan de huidige wooneisen voldoen, elders in het plangebied te vervangen door voor permanente bewoning bedoelde landhuizen. Dit vormt een uitzondering op de doelstelling om het hele gebied een puur recreatieve functie te laten behouden. De voormalige agrarische bedrijfswoningen zijn uitermate geschikt voor een niet-permanente recreatieve functie. d. Nu de gemeente de bovengenoemde uitzondering op de beleidsuitgangspunten maakt, moet zijn cliënt ook aanspraak kunnen maken op een uitzondering. De woning is essentieel voor de controle op het bedrijf buiten de openingsuren. Inbraak en zinloze vernieling in groepsverband zijn in de huidige tijd aan de orde van de dag. Binnen het bedrijf zijn veel goederen aanwezig die binnen de verblijfsrecreatie zeer gewild zijn en bovendien een aanmerkelijke waarde vertegenwoordigen. Ook bij calamiteiten, zoals brand- en/of stormschade is het van groot belang dat iemand die direct bij het bedrijf betrokken is, in de onmiddellijke omgeving beschikbaar is. e. De onder c bedoelde landhuizen liggen aan dezelfde weg waaraan ook het perceel van cliënt is gelegen. Aan weerszijde van het perceel liggen percelen die ook al de functie "wonen" hebben. In verband daarmee is het logisch en ook mogelijk om ook aan zijn perceel een woonbestemming toe te kennen. Het betreffende perceelsgedeelte waarop deze bestemming betrekking zou dienen te hebben is op een kaart ingetekend.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
a.
b.
c.
d.
e.
7
Beoordeling In 2001 is een inspraakprocedure gehouden over het voorontwerpbestemmingsplan Kruiningergors. In die periode zijn inwoners van Westvoorne en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om in het kader van deze inspraakprocedure een reactie te geven op het voorontwerpbestemmingsplan. Daarna stagneerde de planvoorbereiding gedurende langere tijd. Een van de reden hiervoor was dat het gemeentebestuur op een andere wijze vorm wilde geven aan de regeling voor burgerwoningen in het landelijk gebied. Het overleg dat hiervoor nodig was, onder meer met de provincie, heeft meer tijd in beslag genomen dan aanvankelijk was voorzien. Het gemeentebestuur heeft, na aanpassing en actualisering van het voorontwerpbestemmingsplan, het besluit genomen om opnieuw een inspraakprocedure te houden, voordat wordt gestart met de vaststellingsprocedure. Juridisch gezien heeft het plan, waarover in 2005 een inspraakprocedure heeft plaatsgevonden, dezelfde status als het voorontwerpplan uit 2001. De beoordeling van de reacties in 2001 moet worden gezien tegen de achtergrond van het plan zoals dat in 2001 luidde. Voor het deel van het landelijke gebied waarvan Kruiningergors onderdeel uitmaakt, blijft het restrictieve beleid voor het wonen gehandhaafd. Het eind 2005 vastgestelde streekplan RR2020 geeft binnen het streekplangebied enkele landelijke woonmilieus aan, waar in een lage dichtheid extra woningen kunnen worden gebouwd. Kruiningergors hoort hier niet bij. Dit betekent dat woningbouw niet mogelijk is, tenzij gebruik zou worden gemaakt van de Landgoederenregeling of de Ruimte-voor-Ruimteregeling van de provincie. Geen van beide regelingen is in de voorliggende situatie van toepassing. Van de in de inspraakreactie veronderstelde ruimere beleidsvrijheid is daarom geen sprake. Het gemeentebestuur hecht er vooral waarde aan dat in kwalitatieve zin de recreatieve functie van het plangebied wordt versterkt. Functiewijziging van voormalige agrarische bedrijfswoningen − die nu in gebruik zijn als burgerwoning − in recreatiewoningen is geen reële optie. Hiervoor zou het gemeentebestuur de woningen moeten verwerven om deze vervolgens weer als recreatiewoning te verkopen. Hiervoor zijn geen financiële middelen aanwezig en het belang hiervan is zo gering, dat dit geen verschuiving in beleidsprioriteiten rechtvaardigt. De vervangende nieuwbouw voorziet bovendien uitsluitend in een consolidatie van de woonfunctie. Het betreft immers woningen die al jaren lang voor permanente bewoning worden gebruikt. Bestaande rechten worden hierdoor gerespecteerd. In de visie van het gemeentebestuur is er geen strikte noodzaak voor het realiseren van een bedrijfswoning. Ook andere, min of meer gelijksoortige bedrijven, beschikken veelal niet over een bedrijfswoning. Op nieuwe bedrijventerreinen is de bouw van bedrijfswoningen veelal niet meer mogelijk, terwijl de sociale controle daar in de avonduren en gedurende het weekend vaak geringer is dan in een gebied als Kruiningergors. Hiervoor is al aangegeven, dat het beleid er niet op is gericht om de bouw van een bedrijfswoning mogelijk te maken. De bouw van de twee woningen aan de overzijde van de Zeehoeveweg betrof uitsluitend de vervanging van bestaande woningen. Het feit, dat aan weerszijde van het perceel van het bedrijf woningen aanwezig zijn, doet niets af aan het standpunt om geen medewerking te verlenen aan de bouw van een bedrijfswoning.
Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
2. Boot Franken advocaten, Postbus 23336, 3001 KH Rotterdam namens Zanddijk 2000 Beheer Ontwikkeling BV te Rotterdam Reactie ontvangen: 1 maart 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Zanddijk 2000 Beheer en Ontwikkeling BV heeft het voornemen om het recreatiegebied aan de Zanddijk te herontwikkelen. Het doel is opwaardering van de recreatieve functie, zodat verpaupering wordt tegengegaan. De opwaardering gaat volgens reclamant niet gepaard met een intensivering van de recreatieve functie. Reclamant heeft zijn zienswijze onderbouwd in de notitie "Ruimtelijke onderbouwing zienswijzen ter revitalisering recreatieterrein aan de Zanddijk te Westvoorne", Oranjewoud, 1 maart 2007.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
8
De ruimtelijke onderbouwing geeft allereerst een overzicht van het beleidskader. Daarna wordt het gebiedsprofiel geschetst. Hierbij wordt ingegaan op toerisme en recreatie, ecologie, waterhuishouding, bodem, externe veiligheid, luchtkwaliteit, geluid, archeologie, kabels en leidingen. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van de projectlocatie en van het bouwplan. Dit bestaat uit de ontwikkeling van 16 tot 19 drijvende recreatie-eenheden, een zelfstandige woning en een kavel voor het parkbeheer. Daarnaast is er ruimte gereserveerd voor een horecagebouw in de zuidoosthoek van de locatie en een facilitair gebouw voor de recreatie-eenheden. De nabijheid van het Brielse Meer is aangegrepen voor een thematische invulling van de locatie. Het eerste element is een directe relatie met het water. Dit wordt gerealiseerd door het "binnenbrengen" van het Brielse Meer in de vorm van een robuuste watergang. Het tweede element is de beslotenheid naast de weidsheid van het open water. Ter onderbouwing van het plan geeft reclamant het volgende aan: De herontwikkeling van de locatie sluit in grote lijnen aan bij de doelstellingen van de verschillende overheden. De bestaande landschappelijke kwaliteit van de omgeving wordt versterkt door ingrepen in de groen- en waterstructuur. De herontwikkeling zorgt voor een kwaliteitsimpuls en een vergroting aan diversiteit van het recreatieve aanbod. In RR 2020 heeft de locatie geen aanduiding "verblijfsrecreatiegebied". In het ontwerpbestemmingsplan zijn echter ook recreatie-eenheden toegestaan in de vorm van standplaatsen en trekkershutten. De voorgenomen ontwikkeling past in de beleidsvisie van het ontwerpbestemmingsplan. Er is in de huidige situatie sprake van een discrepantie tussen de huidige kwaliteit van de accommodatie en de toenemende vraag naar meer luxe. De grotere vraag naar meer luxe komt ook tot uitdrukking in de vraag naar grotere recreatieverblijven en grotere stacaravans. Uit het onderzoek dat voor dit voornemen is uitgevoerd zijn geen belemmeringen naar voren gekomen, die de herontwikkeling in de weg staan. Beoordeling De inrichting van het gebied aan de Zanddijk heeft jaren geleden plaatsgehad. De toekomstwaarde daarvan is relatief gering. Standplaatsen voor stacaravans, waarvoor in het verleden een kampeervergunning is verleend, zijn in de regio en ook op het nabijgelegen Goeree-Overflakkee, in ruime mate aanwezig. De recreatiewoningen in of direct aan het water dragen dan ook bij aan een verbreding van het aanbod aan verblijfsaccommodatie. De ontwikkeling vormt geen uitbreiding van de verblijfsrecreatie. Door het water naar "binnen" te brengen, wordt het Brielse Meer ook wat nadrukkelijker als zodanig ervaren. Er is geen sprake van een uitbreiding van de verblijfsrecreatie in het plangebied, omdat de 20 standplaatsen voor stacaravans vervallen. Op grond van deze overwegingen is het gemeentebestuur bereid om medewerking te verlenen aan de door reclamant voorgestane ontwikkeling, met uitzondering van het realiseren van een "extra" woning in het gebied. Het bieden van mogelijkheden voor uitbreiding van het aantal woningen in het buitengebied is in strijd met het beleid van gemeente en andere overheden. Voorts maakt het gemeentebestuur een voorbehoud ten aanzien van de logiesaccommodatie, die op de tekening van een van de varianten is weergegeven. Er is onvoldoende inzicht gegeven in de vraag naar logiesaccommodatie voor toeristisch gebruik. Het gemeentebestuur is er geen voorstander van om deze logiesmogelijkheden ook voor andere doelgroepen aan te wenden. In het gepresenteerde plan zitten nog enkele andere aandachtspunten, zoals het voorzien in voldoende parkeergelegenheid en externe veiligheid. Ook bestaat nog onvoldoende inzicht in de economische uitvoerbaarheid. In verband daarmee gaat de voorkeur uit naar het mogelijk maken van de door reclamant beoogde ontwikkeling door middel van een wijzigingsbevoegdheid op basis van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) in plaats van het direct opnemen van deze ontwikkeling in het ontwerpbestemmingsplan. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldoende tot uitdrukking gebracht dat het plan in principe past binnen het gemeentelijke beleid. Deze biedt echter wel de mogelijkheid tot nader overleg met reclamant over een aantal aandachtspunten. Het voornemen tot planwijziging biedt belanghebbenden ook in de gelegenheid hun zienswijze over dit voornemen naar voren te brengen, zodat het gemeentebestuur de mogelijkheid heeft voor een zorgvuldige belangenafweging en besluitvorming.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
9
Conclusie Aan de door reclamant beoogde herwaardering van de inrichting van het plandeel bij de Zanddijk kan in principe medewerking worden verleend, behoudens het realiseren van een extra woning aldaar. Aan de zienswijze wordt in zoverre tegemoetgekomen dat − om deze ontwikkeling mogelijk te maken − een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO voor burgemeester en wethouders in het bestemmingsplan wordt opgenomen.
3. W. Booy en J.W. Booy-Langendoen, Bakenweg 2, 3233 XA Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
Reactie ontvangen: 27 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt de reclamanten dat het bestemmingsplan dat nu (begin 2007) ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in de commissie VROM is behandeld en waarover in december 2006 een informatieavond met de bewoners is belegd. Dit, omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij de reclamanten. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamanten willen graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamanten twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt en is in de vakantieperiode maar voor de helft bezet. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Hierbij moeten alle duikers en bruggen worden aangepast aan de verbrede watergang. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens de reclamanten is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het ZuidHollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens de reclamanten niet voldoende om gereedschappen en machines voor het onderhoud onder te brengen, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewonin-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
a.
b. c.
d. e.
f. g.
10
gen of caravans naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voorRuimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting is zeker niet overbodig. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamanten vinden het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van bluswater en hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Beoordeling Het ontwerpbestemmingsplan van januari 2007 is inmiddels vervangen door het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Hierin zijn de nodige veranderingen aangebracht. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op "Water" wordt verwezen naar paragraaf 3.1. In het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november, zoals dat ter visie heeft gelegen in het kader van de vaststellingsprocedure, is de wijzigingsbevoegdheid voor het populierenbos vervallen. Alleen voor een kleine strook met boombeplanting tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein is het nog mogelijk om de bestemming Bos te wijzigen in Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming Recreatiepark. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op de voormalige agrarische gronden wordt verwezen naar paragraaf 3.3. Figuur 8 uit een eerdere versie van het bestemmingsplan is inmiddels vervallen. Het eerdere model C van de ontsluitingsstructuur is geen optie meer in het voorliggende bestemmingsplan. De betreffende figuur is ook niet meer opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Inmiddels is ter plaatse van de aansluiting Brielseweg/N218 een rotonde aangelegd. Vanaf deze rotonde is via de Breeweg, die is verbreed tot en met de oprit naar de Heindijk, aansluiting mogelijk op deze dijk. Hierdoor zal mogelijk enige spreiding van het verkeer naar en van Kruiningergors plaatsvinden. Voor de beoordeling van het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op de parkeerzone langs de Kamplaan wordt verwezen naar paragraaf 3.5. Het centrumgebied heeft in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan de door burgemeester en wethouders uit te werken bestemming "Uit te werken verblijfsrecreatieve doel-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
h.
i.
j. k.
-
-
11
einden – centrumgebied". Binnen deze bestemming zijn appartementen toegestaan, het aantal appartementen dient in mindering te worden gebracht op het totale aantal te realiseren verblijfseenheden op het recreatiepark. Het beperken van het gebruik tot voornamelijk het zomerseizoen is ruimtelijk minder relevant. Het onderwerp visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en het woongebied komt aan de orde in paragraaf 3.4. Voor de beoordeling van dit aspect wordt verwezen naar deze paragraaf. Het bestemmingsplan geeft de functie van gronden aan. Voor het al dan niet openbaar zijn van wegen geldt ander instrumentarium. Overigens is de Gorslaan eigendom van de gemeente, bij de overdracht van het recreatiepark aan de Molecatengroep is deze weg niet bij de eigendomsoverdracht betrokken. Voor het aspect bluswater en veiligheid wordt verwezen naar de beoordeling die in paragraaf 3.2 is weergegeven. Gebleken is dat er geen schriftelijk convenant is tussen het gemeentebestuur en de Molecatengroep, maar dat een aantal voorwaarden voor de eigendomsoverdracht is neergelegd in de koopovereenkomst. De toelichting is in het bestemmingsplan d.d. 15 november 2007 reeds aangepast. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
4. W.J. Borremans, Zeehoeveweg 2a, 3233 XK Oostvoorne Reactie ontvangen: 13 februari 2007 gericht aan: de gemeenteraad a. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. b. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er wordt door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. c. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
12
naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven.
Aanvullende reactie ontvangen: 2 januari 2008; gericht aan: de gemeenteraad. Deze reactie is buiten de daartoe gestelde termijn ontvangen en wordt om die reden niet in behandeling genomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
13
Beoordeling De onderdelen van de zienswijze onder a t/m k zijn identiek aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamanten. Voor de beoordeling wordt verwezen naar de beoordeling onder 3. Voor de voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming van het recreatiegebied en de parkeerzone Kamplaan, wordt verwezen naar de paragrafen 3.3, 3.4 en 3.5 van de thematische beoordeling.
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
5. Camping Ketjil, familie Sjoukes, Berkenrijsweg 15, 3233 KH Oostvoorne Reactie ontvangen: 31 januari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant zou graag in het bestemmingsplan terug willen zien dat de maatvoering voor stacaravans en recreatiewoningen in het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied en het ontwerpbestemmingsplan Kruiningergors op een eenduidige en duidelijke manier in de voorschriften worden opgenomen. Beoordeling De gemeenteraad streeft ernaar om − waar dit in vergelijkbare situaties mogelijk is − bestemmingsregelingen zoveel mogelijk te uniformeren. Naar aanleiding daarvan zal de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne worden heroverwogen. Er is op dit moment geen aanleiding om de regeling voor het voorliggende bestemmingsplan aan te passen. Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
6. G.A. Doorduin - Waalboer, Bakenweg 7, 3233 XA Oostvoorne
a.
b.
Reactie ontvangen: 26 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er wordt door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakan-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i. j.
14
tieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
k.
l.
m.
n. o.
p.
q.
15
De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Aanvullende reactie ontvangen: 20 december 2007; gericht aan: het college van burgemeester en wethouders. Op de plankaart van het streekplan staat direct ten noorden van het plangebied een groene verbindingszone ingetekend ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden. In dat licht vraagt reclamant zich af hoe het kan dat enkele jaren geleden direct aan de noordwestoever van het Brielse Meer (bij de caravans) een stuk met elzenbomen, waterwilgen en riet is weggehaald. Daarnaast vraagt reclamant zich af hoe het kan dat het caravanterrein dat direct grenst aan de groene verbindingszone als verblijfsrecreatiegebied op de plankaart is ingetekend. Ook het hertenkamp is niet als verblijfsrecreatiegebied opgenomen op de kaart van RR2020. Dit zou natuur moeten blijven. De koopovereenkomst tussen de gemeente en de Molecatengroep, waarin staat dat de verandering van de bestemming van natuur- en duingebied is uitgesloten, moet van kracht blijven. Reclamant vraagt zich af waarom de passantencamping niet wordt vergroot. Reclamant vraagt zich af waarom een jarenlang bestaande landelijke wandelroute door het duingebied ineens wordt afgesloten. Kan deze route weer worden opengesteld, eventueel met gelegenheid tot overnachting in trekkershutten? Reclamant heeft bezwaar tegen de bestemmingswijziging van de voormalige vuilstortplaats omdat deze in het duingebied ligt en een hoge natuurwaarde heeft. Daarnaast dienen de bomen als een buffer tegen het lawaai van de treinen en de Europaweg voor bewoners aan de Bakenweg. Reclamant vraagt zich af waarom de ontwikkelingen zich niet in het centrumgebied concentreren. Hier zouden meer activiteiten kunnen komen, zoals een boulevard met horeca, strand, zeilschool en terrasjes en toegankelijk voor iedereen.
Beoordeling De onderdelen van de zienswijze onder a t/m k zijn identiek aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamanten. Voor de beoordeling wordt verwezen naar de beoordeling onder 3. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, voormalige agrarische gronden, visuele afscherming recreatiepark en parkeerterrein Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 t/m 3.5. Naar aanleiding van de aanvullende zienswijze wordt het volgende opgemerkt: l. Het uitvoeren van de betreffende werkzaamheden was mogelijk op basis van de vigerende bestemmingsregeling. Het stacaravanterrein betreft een bestaande situatie. m. Het hertenkamp heeft vanaf het allereerste begin van de planvoorbereiding al een bestemming ten behoeve van de verblijfsrecreatie gehad. Het is eigendom van de Molecatengroep en biedt mogelijkheden om op het recreatiepark meer ruimte te creëren voor de noodzakelijke kwaliteitsverbetering. Van de zijde van de provincie zijn hier nooit opmerkingen over gemaakt. n. Het is de eerste verantwoordelijkheid van de ondernemer om te bepalen door middel van welke voorzieningen c.q. accommodatie het beste kan worden ingespeeld op de verblijfsrecreatieve vraag. o. Het bestemmingsplan vormt geen belemmering voor wandelpaden door het duingebied. Bij eventuele aanleg van paden moet een aantal voorwaarden in acht worden genomen. De feitelijke openstelling is een zaak van de beheerder van de betreffende gronden. p. Het Recreatiepark Kruininger Gors is verouderd, wat onder meer tot uiting komt in de kleine percelen en de geringe onderlinge afstand tussen de zomerhuisjes. Kwaliteitsverbetering is noodzakelijk. Hiervoor is ruimte nodig. Het ontwerpbestemmingsplan dat begin 2007 ter visie is gelegd, voorzag in een maximumaantal recreatiewoningen en kampeermiddelen van 2.196 (exclusief centrumgebied). Om dit aantal te kunnen handhaven èn kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren was in het genoemde ontwerpbestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Bos van het zogenaamde "populierenbos" te kunnen wijzigen in "recreatiepark". Deze wijzigingsbevoegdheid stuitte op
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
q.
-
-
-
16
veel verzet bij de bewoners van het gebied Kruiningergors en anderen. In verband daarmee heeft opnieuw een belangenafweging plaats gehad. Deze heeft ertoe geleid dat de wijzigingsbevoegdheid voor het populierenbos is vervallen en het maximumaantal verblijfseenheden (inclusief centrumgebied) is bepaald op 1.700. Ondanks dit lagere aantal zal extra ruimte nodig zijn voor de gewenste kwaliteitsverbetering. Hieraan wordt door het gemeentebestuur een groot belang toegekend. In verband daarmee is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de voormalige vuilstortplaats om deze een functie te kunnen geven voor het recreatiepark. Wat betreft geluid zijn de bewoners van Westvoorne die in de periode van begin februari tot begin mei gedurende minimaal 10 minuten het industriegeluid vanaf de Maasvlakte of Europoort horen in de gelegenheid om een vragenlijst in te vullen. De vragenlijst hoort bij het project Geluid in Beeld dat als doel heeft om de hinderbeleving ten aanzien van industriegeluid in en rond Oostvoorne te verminderen. Om verbetering van het centrumgebied mogelijk te maken is een door burgemeester en wethouders uit te werken bestemming opgenomen. Het centrumgebied biedt echter onvoldoende ruimte voor een algehele kwaliteitsverbetering van het recreatiepark. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
7. G. van Driel en A. Zuidgeest, Bakenweg 3a, 3233 XA Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen: 23 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt de reclamanten dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij de reclamanten. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamanten willen graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamanten twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens de reclamanten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
17
is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het ZuidHollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens de reclamanten niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamanten vinden het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven.
Beoordeling De zienswijze is identiek aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamanten. Voor de beoordeling wordt verwezen naar de beoordeling onder 3. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, voormalige agrarische gronden, visuele afscherming recreatiepark en parkeerzone Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
-
-
18
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
8. J.A. Freeke en A.G.M. Freeke - Van Rijn, Maasweg 3, 3233 XE Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
e.
a. b.
Reactie ontvangen: 1 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. In het vigerende bestemmingsplan heeft een deel van het perceel van reclamanten de bestemming agrarisch met de bouwmogelijkheid tot 5.700 m² glasopstanden. Hiervan is nog circa 1.800 m² aanwezig. In het ontwerpbestemmingsplan is een groot deel van het perceel opgenomen in de woonbestemming van Bakenweg 3a. Reclamanten verzoeken de huidige glasbestemming te handhaven en de perceelsgrenzen te respecteren. Nu heeft een deel van het perceel de bestemming Wd4 (woning met detailhandel) In het ontwerpplan is de subbestemming detailhandel niet meer opgenomen. Reclamanten verzoeken de detailhandelsbestemming te handhaven. Rondom het terrein ten noorden van de woning van reclamanten is een brede groenstrook opgenomen. Er zijn bezwaren tegen het gedeelte van de groenstrook direct langs de Maasweg en de woning van reclamant omdat de woning hierdoor wordt geïsoleerd. Reclamanten hebben ambtelijk en bestuurlijk overleg gevoerd met de gemeente over de mogelijkheden om een groot deel van de bestemmingen in te leveren en een burgerwoning te mogen realiseren. Het betreft de detailhandelsbestemming, en de mogelijkheid om 4 chalets te plaatsen. De bestaande glasopstallen ter grootte van circa 1.800 m² met bedrijfsgebouw worden gesloopt indien de gemeente instemt met de woonbestemming. Als het voorstel wordt overgenomen, trekken reclamanten de zienswijze in. Aanvullende reactie ontvangen 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Op verzoek van de gemeente hebben reclamanten een principeverzoek ingediend voor de bouw van een vrijstaande woning. Op dit verzoek is nooit een besluit genomen en reclamanten hebben daardoor ook geen schriftelijk antwoord ontvangen. In het ontwerpbestemmingsplan dat op 19 januari 2007 ter inzage is gelegd is het principeverzoek niet verwerkt. De gemeente heeft als reactie op het ingediende principeverzoek bij brief van 19 maart 2007 aangegeven dat het verzoek van reclamanten niet onredelijk is en serieus zal worden bekeken. In het ontwerpbestemmingsplan is echter niets gedaan met het verzoek. Die eerder ingediende zienswijze blijft gehandhaafd. Aan de raad wordt verzocht bij de vaststelling van het bestemmingsplan de bouw van een vrijstaande woning mogelijk te maken. Beoordeling Reclamanten verwarren een eerder (voor)ontwerpbestemmingsplan met het vigerende bestemmingsplan. Vroeger werden ter plaatse van Maasweg 3a gasflessen verkocht voor de gasten op de recreatieterreinen in het plangebied. Deze verkoop is beëindigd. Er is daarom geen reden om in de bestemmingsregeling detailhandel toe te staan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
c. d.
e.
19
De bestemming Groenvoorzieningen kan grotendeels vervallen (zie onder d). Het ontwerpbestemmingsplan biedt de mogelijkheid om ter plaatse 4 kampeermiddelen te plaatsen. Voor een doelmatig gebruik van het perceel is dit een te gering aantal. Het gemeentelijke beleid is niet gericht op uitbreiding van het aantal kampeermiddelen in het voorliggende plangebied. Gelet op de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door de sloop van de verouderde kassen is het niet bezwaarlijk om ter plaatse een woning toe te staan. Hierover moet echter wel zekerheid bestaan. Reclamanten hebben aangegeven bereid te zijn om hieromtrent een overeenkomst met de gemeente aan te gaan. De bestemming Groenvoorzieningen aan de noordzijde van het perceel blijft − overeenkomstig het voorstel van reclamanten − gehandhaafd. De aangrenzende sloot wordt gedeeltelijk in beperkte mate verbreed als compensatie voor de toename van het verhard oppervlak door de bouw van de woning. De locatie ligt binnen de zone industrielawaai van het industrieterrein Europoort-Maasvlakte. Omdat de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai uit de Wet geluidhinder wordt overschreden, is de bouw pas mogelijk wanneer door burgemeester en wethouders een hogere waarde wordt vastgesteld. Na vaststelling van het bestemmingsplan zal een verzoek hiertoe worden opgesteld. Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde onder d.
Conclusie Aan de zienswijze kan worden tegemoetgekomen. De bestemmingen vRk wordt gewijzigd in de bestemmingen Voortuinen, Woondoeleinden en Tuinen. De bestemming Groenvoorzieningen aan de noordzijde van het perceel wordt aangepast evenals de bestemming Water. In de bestemmingslegging is tot uiting gebracht dat 1 woning is toegestaan.
9. F.A. Hoek, Velgersdijk 29, 3079 HV Rotterdam
a.
b.
a.
b.
Reactie ontvangen: 20 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Afsluiting en/of autoluw maken van de Gorslaan voor gemotoriseerd verkeer vindt reclamant geen goede ontwikkeling. Juist door de openheid en de veelzijdige toegang wordt het park opgenomen in de omgeving. Tevens is ingeval van een noodsituatie bij afsluiting maar één nooduitgang beschikbaar, wat levensbedreigende situaties kan opleveren. De gemeente heeft met de eigenaar van het recreatiepark afspraken gemaakt, dat recreatiewoningen met een onderlinge tussenruimte van minder dan 3 m verplaatst dienen te worden. Reclamant concludeert uit het ontwerpbestemmingsplan dat terreindelen die tot nu toe niet effectief gebruikt worden, zoals het voetbalveld, grote parkeerterrein, hertenkamp en populierenbos, in de toekomst doelmatiger gebruikt gaan worden voor het uitplaatsen van recreatiewoningen die te dicht op elkaar staan. Het belang van de recreanten de een recreatiewoning hebben die niet aan de afstandseisen voldoet, gaat voor de realisatie van nieuwbouw en/of andere plannen. Indien hier geen rekening mee wordt gehouden voorziet reclamant dat in de toekomst geen ruimte meer is om noodgedwongen verplaatsingen uit te voeren. Beoordeling Het bestemmingsplan geeft de functie van gronden aan. Voor het al dan niet openbaar zijn van wegen geldt ander instrumentarium. Overigens heeft het gemeentebestuur niet de intentie om de Gorslaan af te sluiten voor doorgaand verkeer. Een aantal van de door reclamant genoemde locaties voor uitplaatsing van verblijfseenheden is in het voorliggende bestemmingsplan vervallen, zoals het voetbalveld en het populierenbos. De volgorde van kwaliteitsverbetering door middel van verplaatsing van recreatiewoningen is een zaak van de ondernemer.
Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
20
10. J.C. Hoek, Vegelinsoord 110, 3097 KN Rotterdam Reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is sinds 1961 eigenaar van een huisje aan de Larixhof, direct gelegen aan de Gorslaan. Hij is verbaasd dat de Gorslaan niet autoluw wordt gemaakt en dat de afslag bij de nieuw aangelegde rotonde in de N218 niet optimaal wordt gebruikt, door middel van een goede aansluiting op de Kamplaan. Een soms grote verkeersstroom van zowel personenauto's als vrachtauto's wringt zich over de Gorslaan. Dit veroorzaakt veel lawaai, stank en luchtverontreiniging ter plaatse van zijn recreatiewoning. Beoordeling Het bestemmingsplan geeft de functie van gronden aan. Voor het al dan niet openbaar zijn van wegen geldt ander instrumentarium. Het gemeentebestuur heeft niet de intentie om de Gorslaan af te sluiten voor doorgaand verkeer. Voor het autoluw maken van de Gorslaan is een wijziging van de ontsluitingsstructuur van het hele gebied nodig. In het verleden zijn de mogelijkheden hiervoor onderzocht. Er zou dan onder andere een nieuwe verbinding moeten worden gemaakt tussen de Heindijk en de Kamplaan. Dit bleek onhaalbaar. Overigens zal de inmiddels gerealiseerde rotonde in de Kleidijk ter hoogte van de Brielseweg, in combinatie met een verbetering van de Breeweg/Scheitweekseweg, er mogelijk toe leiden dat meer verkeer gebruikmaakt van deze route, waardoor de betekenis van de Kamplaan als ontsluiting van het recreatiepark zou kunnen toenemen. Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
11. W.H. Hoekendijk, Heindijk 9, 3233 LE Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen: 20 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
l.
m.
21
aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voorRuimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Aanvullende reactie ontvangen: 27 december; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is van mening dat in het bestemmingsplan te weinig concrete invulling wordt besteed aan het onderdeel water. Reclamant zou hier meer duidelijkheid over willen verkrijgen. Reclamant plaatst kanttekeningen bij de bestemmingswijziging in verblijfsrecreatie op het hertenkamp en het kappen van een strook bomen. Ook de voormalige vuilstortplaats dient behouden te blijven. Reclamant verzoekt de oorspronkelijke uitspraken en afspraken ge-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
n.
o.
22
stand te doen en infrastructurele, bezettings- en natuur en beplantingsproblemen op te lossen door middel van alternatieven zonder dat de gestelde uitgangspunten geweld worden aangedaan. Het gemeentelijke beleid is erop gericht om bedrijfsactiviteiten landschappelijk in te passen. De verblijfsrecreatieve activiteiten op het recreatiepark moeten op dezelfde wijze worden ingepast. Een groenstrook tussen het recreatiepark en terreinen van derden ontbreekt op veel plaatsen. Reclamant verzoekt om terug te komen op de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten, waarbij iedere ondernemer de landschappelijke inpassing op eigen terrein vorm moet geven. Er wordt geconstateerd dat het bluswater onvoldoende is. Het bestemmingsplan gaat niet in op de mogelijkheden om dit te verbeteren of het risico te verminderen. Dit aspect moet mede bepalend zijn voor de totale gebiedsinrichting.
Beoordeling De zienswijze onder a t/m k is identiek aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamanten. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de aspecten water, veiligheid, voormalige agrarische gronden, visuele afscherming recreatiepark en parkeerzone Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Naar aanleiding van de aanvullende zienswijze wordt het volgende opgemerkt: l. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op "Water" wordt verwezen naar paragraaf 3.1. m. Het Recreatiepark Kruininger Gors is verouderd, wat onder meer tot uiting komt in de kleine percelen en de geringe onderlinge afstand tussen de zomerhuisjes. Kwaliteitsverbetering is noodzakelijk. Hiervoor is ruimte nodig. Het ontwerpbestemmingsplan dat begin 2007 ter visie is gelegd, voorzag in een maximumaantal recreatiewoningen en kampeermiddelen van 2.196 (exclusief centrumgebied). Om dit aantal te kunnen handhaven èn kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren, was in het genoemde ontwerpbestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Bos van het zogenaamde "populierenbos" te kunnen wijzigen in "Recreatiepark". Deze wijzigingsbevoegdheid stuitte op veel verzet bij de bewoners van het gebied Kruiningergors en anderen. In verband daarmee heeft opnieuw een belangenafweging plaatsgehad. Deze heeft ertoe geleid dat de wijzigingsbevoegdheid voor het populierenbos is vervallen en het maximumaantal verblijfseenheden (inclusief centrumgebied) is bepaald op 1.700. Ondanks dit lagere aantal, zal extra ruimte nodig zijn voor de gewenste kwaliteitsverbetering. Hieraan wordt door het gemeentebestuur een groot belang toegekend. In verband daarmee is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de voormalige vuilstortplaats om deze een functie te kunnen geven voor het recreatiepark. Het hertenkamp is van begin af in alle versies van het (voor)ontwerpbestemmingsplan bestemd tot "Verblijfsrecreatieve doeleinden – recreatiepark". Tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein is een smalle bosstrook aanwezig. Na afweging van de belangen acht het gemeentebestuur het verantwoord om deze strook een functie te geven voor de verblijfsrecreatie, zodat een goede aansluiting tussen het hertenkamp en het bestaande terrein kan worden gerealiseerd. n. Voor de landschappelijke inpassing van het recreatiepark wordt verwezen naar de beoordeling in paragraaf 3.4. o. Voor het aspect bluswater en veiligheid wordt verwezen naar de beoordeling in paragraaf 3.2.
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
23
De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
12. Y. van der Hoog, Zeehoeveweg 37, 3233 XK Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
e.
Reactie ontvangen: 23 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt de reclamant dat het bestemmingsplan dat nu (begin 2007) ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in de commissie VROM is behandeld en waarover in december 2006 een informatieavond met de bewoners is belegd. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij de reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamanten willen graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt en is in de vakantieperiode maar voor de helft bezet. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Hierbij moeten alle duikers en bruggen worden aangepast aan de verbrede watergang. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens de reclamanten is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het ZuidHollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens de reclamanten niet voldoende om gereedschappen en machines voor het onderhoud onder te brengen, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen of caravans naast hun huizen. Dit zal waardedaling van hun bezit tot gevolg hebben. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
f.
g.
h.
i. j. k.
l.
m.
n.
24
het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting is zeker niet overbodig. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Een appartementengebouw moet geheel passen in het landschap. Het zal verder aan het zicht van de vaste bewoners onttrokken moeten worden door middel van een voldoende groene buffer aan de rand van het Molecatengebied. Reclamant voegt hier naderhand nog aan toe dat een appartementengebouw moet passen in het landschap. Het zal verder aan het zicht van de vaste bewoners onttrokken moeten worden door middel van een voldoende groene buffer aan de rand van het Molecatengebied. Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. Er is binnen het recreatiepark voldoende ruimte om een visuele afscheiding te regelen en aan te brengen. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van bluswater en hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. Er gaan geruchten dat er 2 woningen worden gebouwd op het huidige parkeerterrein van de Molecatengroep aan de Maasweg. Reclamant is hier tegen en zal zeker een verzoek tot vergoeding van planschade indienen. Betrokkene heeft ervoor gekozen om vrij en ruim te wonen. Het parkeerterrein is in strijd met het geldende bestemmingsplan, maar wordt desondanks al jarenlang gedoogd. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Aanvullende zienswijze ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Aan de noordzijde van het perceel van reclamant is een tuinbestemming opgenomen met de nadere toevoeging parkeerterrein. Dit is geen gewenste situatie. Reclamant is van mening dat er meer aandacht dient te worden besteed aan de milieutechnische aspecten van het parkeergebruik, vooral de niet doorlatende kwaliteit van de ondergrond. Daarnaast is reclamant van mening dat het parkeerterrein op een adequate wijze dient te worden ingepast door middel van het aanbrengen van een groensingel met een minimale breedte van 5 m aan twee zijden van het terrein. Verzocht wordt dit op de plankaart op te nemen. In het verleden zijn enkele binnen het recreatiepark aanwezige woningen uitgeplaatst. Er zijn ook nu nog woningen op het recreatiepark die in slechte staat verkeren. Er is al sprake geweest van uitplaatsing naar het parkeerterrein achter de woning van reclamant. Reclamant verzoekt duidelijkheid te verschaffen over de ruimtelijke aanpassingen in het gebied door het uitplaatsen van woningen, gelet op de consequenties van de gronden en voor de landschappelijke kwaliteit van het gebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
o.
25
Ten aanzien van het gebied dat is ingetekend als tuincentrum (TC) verzoekt reclamant in het bestemmingsplan een verplichting op te nemen voor de ondernemer om op eigen terrein te zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van de bedrijvigheid.
Beoordeling De onderdelen van de zienswijze onder a t/m j en l zijn vrijwel gelijk aan de zienswijze van reclamanten onder 3. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de aspecten water, veiligheid, voormalige agrarische gronden, visuele afscherming recreatiepark en de parkeerzone Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Aan de onderdelen g heeft reclamant nog enkele passages toegevoegd. Hierover wordt het volgende opgemerkt. g. De maximale goothoogte van mogelijke gebouwen met appartementen mag niet meer dan 6 m bedragen. Dit is ook een goothoogte die voor veel eengezinshuizen gebruikelijk is. Qua goothoogte is er daarom geen sprake van een bijzonder grote hoogte. Specifiek met het oog op de mogelijke bouw van recreatieappartementen is er daarom geen noodzaak voor een visuele afscherming door middel van beplanting. Over het onderdeel onder k kan het volgende worden opgemerkt. k. In het ontwerpbestemmingsplan zal een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO opgenomen om de bestemming T(p) ten noorden van het perceel van reclamant te kunnen wijzigen in de bestemmingen Voortuinen, Woondoeleinden, Tuinen zonder nadere aanwijzing (p) en Water. De Molecatengroep heeft de intentie deze verouderde woningen binnen het recreatiepark te vervangen. De mogelijkheden om binnen het recreatiepark een goed woonmilieu te creëren zijn geringer in vergelijking met de locatie aan de Maasweg, terwijl de vrijkomende locaties Maasweg 6 en 8 kunnen worden benut voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark. Wanneer reclamant meent dat er als gevolg van deze ontwikkeling schade ontstaat die redelijkerwijs niet voor zijn rekening dient te komen, dan kan na het van kracht worden van het bestemmingsplan een verzoek worden ingediend de schade te vergoeden. m. De milieutechnische aspecten van het gebruik van het perceel als parkeerterrein moeten in het kader van de milieuwetgeving worden geregeld. De wens om in het bestemmingsplan een groenzone rond het parkeerterrein aan te geven is begrijpelijk, maar het betreft een bestaande situatie. De uitvoerbaarheid van de aanleg van een groensingel gedurende de planperiode kan niet worden verzekerd, ook gelet op de intentie om het gebruik als parkeerterrein te beëindigen en de woningen Gorslaan 6 en 8 naar deze locatie te verplaatsen. In verband daarmee wordt het bestemmingsplan niet in de door reclamant gewenste zin aangepast. n. Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde onder k. o. De uitvoerbaarheid van een groenstrook langs het tuincentrum kan niet worden verzekerd. De gemeente heeft geenszins de intentie om op particuliere gronden groenvoorzieningen te realiseren. Ter plaatse van de strook grond van het tuincentrum langs de Zeehoeveweg mogen geen gebouwen en geen overkappingen worden opgericht. De bestemmingslegging biedt voldoende mogelijkheden voor een goede inrichting. In verband daarmee wordt het bestemmingsplan niet aangepast.
-
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder l (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
26
13. B.V. Jachthaven Geijsman, Zanddijk 5, 3233 XJ Oostvoorne Reactie ontvangen 6 februari 2007; gericht aan: burgemeester en wethouders. Reclamant is van mening dat voor zijn locatie de lijn bouwen en niet bouwen niet juist is aangegeven. Er staan verschillende opstallen op locaties waar dat volgens het voorliggende bestemmingsplan niet is toegestaan. Verzocht wordt om het bestemmingsplan aan te passen. Beoordeling Gebleken is dat de bouwvlakken inderdaad niet helemaal corresponderen met de aanwezige bebouwing. De plankaart wordt hiermee in overeenstemming gebracht. Tevens wordt de maximaal toegestane oppervlakte bebouwing als gevolg hiervan gewijzigd van 500 m² in 800 m². Conclusie De zienswijze is gegrond. Het bouwvlak op de plankaart wordt aangepast.
14. E.W. de Jong, Zeehoeveweg 37, 3233 XK Oostvoorne
a.
b.
c.
a. b. c.
Reactie ontvangen: 17 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is van mening dat in het bestemmingsplan te weinig concrete invulling wordt gegeven aan het onderdeel water. Er worden 3 elementen aangegeven, te weten vasthouden, bergen en afvoeren. Reclamant zou hier meer duidelijkheid over willen verkrijgen in verband met wateroverlast in het verleden en naar verwachting ook in de toekomst. Het is de wens van reclamant dat er een groenstrook met hoge beplanting komt tussen het park en de vaste bewoners van Kruiningergors. Dat er op de bestaande delen van het recreatiepark hiervoor geen ruimte is, is het probleem van de eigenaar van het recreatiepark. In het advies van de Veiligheidsregio Rotterdam/Rijnmond wordt geconstateerd dat het bluswater ontoereikend is bij calamiteiten. Er zouden bij eventuele calamiteiten op het recreatiepark grote problemen kunnen ontstaan in verband met het materiaal van de huisjes en de geringe onderlinge afstand. Beoordeling Voor het aspect water wordt verwezen naar het algemene commentaar onder paragraaf 3.1. Voor de visuele afscherming van het recreatiepark wordt verwezen naar paragraaf 3.5. Voor het aspect bluswater en veiligheid wordt verwezen naar de beoordeling die in paragraaf 3.2 is weergegeven.
Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
15. M.R. Kariem, Heindijk 19, 3233 LE Oostvoorne
a.
b.
Reactie ontvangen: 12 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
c.
d.
e.
f.
g.
h.
27
waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan is hier niets over terug te vinden. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. . Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
i. j. k.
28
wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven.
Beoordeling De zienswijze van reclamant is identiek aan de zienswijze van de reclamanten genoemd onder 3. Verwezen wordt naar de onder 3 weergegeven beoordeling. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming van het recreatiepark en de parkeerzone Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 t/m 3.5.
-
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
16. Fam. J. Kluijtmans, Kamplaan 4, 3233 XD Oostvoorne
a.
b.
Reactie ontvangen 28 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamanten dat de kwaliteitsverbeteringen van een enkele commerciële onderneming het uitgangspunt vormen voor een bestemmingsplan. Iedere onderneming heeft met dergelijke verbeteringen van doen. Daar horen concessies ook bij. Verhoging van de kwaliteit gaat veelal ten koste van de kwantiteit. Daarom is het extra vreemd dat met de bouw van nieuwe appartementen het bestaande aantal recreatiewoningen zelfs wordt vergroot. De ruimte voor kwaliteitsverbetering en uitbreiding is in het plangebied gewoon niet aanwezig en het valt niet te rijmen dat de gemeente de toekomstige mogelijkheden van het recreatiepark laat prevaleren boven die van de vaste bewoners. Het kappen van het populierenbos is volgens reclamant in strijd met de doelstellingen van het bestemmingsplan (blz. 3), de Gebiedsgerichte Verkenning VPR uit 2003 (blz. 11), de Structuurvisie Westvoorne uit 1996 (blz. 11) en het zogenaamde convenant waarin verandering van bestemming van natuur- en duingebied is uitgesloten (blz. 11). Verder is het volgens de reactie van VROM niet gewenst dat uitbreiding van bebouwing ten koste gaat van ecologische waarden. Reclamanten maken zich ongerust over de mogelijke gevolgen van de kap van het bos. Voordat men tot besluitvorming over gaat moet er een gedegen onderzoek naar de effecten worden gedaan. Verzocht wordt, indien ondanks alle bezwaren toch medewerking wordt verleend aan het kappen van het populierenbos, dat in de wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen dat de compensatie in het plangebied dient plaats te vinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
c.
d.
e. f.
g.
h.
a.
b.
c. d. e. f. g. h.
-
-
29
Op blz. 31 van het ontwerpbestemmingsplan: onduidelijk is wat wordt bedoeld met "enkele percelen in principe in aanmerking komen om te worden betrokken bij herstructurering". Gevraagd wordt om welke percelen het gaat. Reclamanten kunnen zich niet vinden in de grootte van de parkeerplaats ten noorden van de Kamplaan. Onduidelijk is hoe deze parkeerplaats zich verhoudt tot het uitgangspunt om parkeerplaatsen dichter bij de verblijfsmiddelen te realiseren. Door het maken van een centrale parkeerplaats zullen meer auto's langs de Gorslaan en Kamplaan worden geparkeerd om te laden en lossen, dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. Op blz. 53 wordt gesproken over de Zeehavenweg, waarschijnlijk wordt hier Zeehoeveweg bedoeld. Het bestemmen van gronden met de subbestemming parkeervoorziening lijkt in strijd met het plan zelf, op gronden met de bestemming "Verblijfsrecreatieve doeleinden" wordt al de mogelijkheid geboden voor bijbehorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen. Het is aan de ondernemer zelf om te bepalen hoe en waar voorzieningen worden ingepland, mits er rekening wordt gehouden met de landschappelijke inpassing. De voorgestelde groenstrook van 3 m tussen de parkeervoorziening en de Kamplaan/Zeehoeveweg is te weinig. Net als elders, is een strook van 5 m met opgaande beplanting een minimum. Ruimtegebrek mag geen excuus zijn om hier vanaf te wijken. Reclamanten zijn blij met de aandacht voor de waterproblematiek in het gebied. In het ontwerp zijn echter geen concrete oplossingen terug te vinden. De wateroverlast beperkt zich niet tot zomerbuien, straatkolken ontbreken, greppels zijn gedempt en watergangen en gemalen hebben een te geringe capaciteit. Reclamanten dringen aan op actie vanuit de gemeente. Indien dit niet binnen het bestemmingsplan kan worden gerealiseerd dan moet het in ieder geval op de beleidsagenda gezet worden. Beoordeling In het voorliggende bestemmingsplan zijn naar de mening van het gemeentebestuur de verschillende belangen evenwichtig tegen elkaar afgewogen. Het gemeentebestuur hecht aan kwaliteitsverbetering van de verblijfsrecreatie. Met een recreatiepark zonder toekomstwaarde is niemand gebaat. Aan de belangen van de bewoners van het gebied is zeker niet voorbijgegaan. Dit komt onder meer tot uiting in het maximale aantal toegestane verblijfseenheden, dat in vergelijking met de vroegere situatie geringer zal zijn. Mogelijke te realiseren appartementen in het centrumgebied moeten ook in mindering worden gebracht op het maximale aantal eenheden elders in het park. De wijzigingsbevoegdheid om de bestemming Bos te wijzigen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden is grotendeels vervallen. Alleen voor een kleine strook met boombeplanting tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein is het nog mogelijk om de bestemming Bos te wijzigen in Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming Recreatiepark. De betreffende passage heeft betrekking op het ontwerpbestemmingsplan van januari 2007. Deze komt niet meer voor in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan. Op de parkeerzone Kamplaan wordt in paragraaf 3.5 ingegaan. De naam is in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan al gewijzigd in Zeehoeveweg. Ook op de bepalingen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden over het parkeren wordt in paragraaf 3.5 ingegaan. Op de groenstrook langs de parkeerzone aan de Kamplaan wordt in paragraaf 3.5 ingegaan. Voor het aspect "water" wordt verwezen naar het algemene commentaar onder 3.1. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan. Aan het onderdeel van de zienswijze onder a is al in zoverre tegemoetgekomen dat het voorliggende bestemmingsplan uitgaat van een vermindering van het maximale aantal toegestane verblijfseenheden. Aan het onderdeel van de zienswijze onder b (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Het onderdeel van de zienswijze onder d geeft aanleiding tot een gedeeltelijke aanpassing van de bestemmingsregeling.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
30
Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
17. M. Kluijtmans, Kamplaan 6, 3233 XD Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
e.
f. g.
h.
i.
Reactie ontvangen: 28 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat de kwaliteitsverbeteringen van een enkele commerciële onderneming het uitgangspunt vormen voor een bestemmingsplan. Iedere onderneming heeft met dergelijke verbeteringen van doen. Daar horen concessies ook bij. Verhoging van de kwaliteit gaat veelal ten koste van de kwantiteit. Daarom is het extra vreemd dat met de bouw van nieuwe appartementen het bestaande aantal recreatiewoningen zelfs wordt vergroot. De ruimte voor kwaliteitsverbetering en uitbreiding is in het plangebied gewoon niet aanwezig en het valt niet te rijmen dat de gemeente de toekomstige mogelijkheden van het recreatiepark laat prevaleren boven die van de vaste bewoners. Het kappen van het populierenbos is volgens reclamant in strijd met de doelstellingen van het bestemmingsplan (blz. 3), de Gebiedsgerichte Verkenning VPR uit 2003 (blz. 11), de Structuurvisie Westvoorne uit 1996 (blz. 11) en het zogenaamde convenant waarin verandering van bestemming van natuur- en duingebied is uitgesloten (blz. 11). Verder is het volgens de reactie van VROM niet gewenst dat uitbreiding van bebouwing ten koste gaat van ecologische waarden. Reclamant maakt zich ongerust over de mogelijke gevolgen van de kap van het bos. Voordat men tot besluitvorming over gaat moet er een gedegen onderzoek naar de effecten worden gedaan. Verzocht wordt, indien ondanks alle bezwaren toch medewerking wordt verleend aan het kappen van het populierenbos, dat in de wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen dat de compensatie in het plangebied dient plaats te vinden. Op blz. 31 van het ontwerpbestemmingsplan: onduidelijk is wat wordt bedoeld met "enkele percelen in principe in aanmerking komen om te worden betrokken bij herstructurering". Gevraagd wordt om welke percelen het gaat. Op blz. 27 staat dat het naastgelegen terrein bij het kampeerterrein is betrokken. Het is niet juist dat op dit terrein de nieuwe kantine is gesitueerd. Dit is niet juist, de horecavoorziening ligt op het "oude" terrein. Reclamant kan zich niet vinden in de grootte van de parkeerplaats ten noorden van de Kamplaan. Onduidelijk is hoe deze parkeerplaats zich verhoudt tot het uitgangspunt om parkeerplaatsen dichter bij de verblijfsmiddelen te realiseren. Door het maken van een centrale parkeerplaats zullen meer auto's langs de Gorslaan en Kamplaan worden geparkeerd om te laden en lossen, dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. Op blz. 53 wordt gesproken over de Zeehavenweg, waarschijnlijk wordt hier Zeehoeveweg bedoeld. Het bestemmen van gronden met de subbestemming parkeervoorziening lijkt in strijd met het plan zelf, op gronden met de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden wordt al de mogelijkheid geboden voor bijbehorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen. Het is aan de ondernemer zelf om te bepalen hoe en waar voorzieningen worden ingepland, mits er rekening wordt gehouden met de landschappelijke inpassing. De voorgestelde groenstrook van 3 m tussen de parkeervoorziening en de Kamplaan/Zeehoeveweg is te weinig. Net als elders, is een strook van 5 m met opgaande beplanting een minimum. Ruimtegebrek mag geen excuus zijn om hier vanaf te wijken. In een eerdere inspraakreactie heeft reclamant gepleit voor het afzien van de groenvoorziening met opgaande beplanting op het parkeerterrein van het recreatiepark. Er is al een groenvoorziening op de Gorshoeve. Tegen de eerstgenoemde groenvoorziening bestaat bezwaar omdat: - een functie ontbreekt; - het onderhoud van de sloot hierdoor onmogelijk wordt; - het risico van schaduwwerking op de Gorshoeve ontstaat.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
r.
s.
31
Reclamant vraagt zich af waar de op blz. 29 genoemde kengetallen hun oorsprong vinden. Het bevreemdt hem dat voor recreatiewoningen slechts wordt uitgegaan van 100 m² terwijl voor stacaravans een standplaatsgrootte van 130 m² wordt geëist. In het ontwerpbestemmingsplan is aangegeven dat het niet bezwaarlijk is om stacaravans te vervangen door chalets. Een hogere kwaliteit en meer luxe hoeven naar zijn mening niet gelijk te staan aan een groter onderkomen. Hij heeft het voornemen om op zijn terrein enkele stacaravans te vervangen door chalets met een oppervlakte van maximaal 35 m². Hij ziet in het bestemmingsplan graag de mogelijkheid opgenomen om stacaravans om te wisselen voor chalets of recreatiewoningen met een oppervlakte van maximaal 35 m². Bij de berekening van de ruimtebehoefte is aangegeven dat voor een kwalitatief goed voorzieningenniveau uitbreiding tot circa 100 standplaatsen nodig is. Hij deelt de mening niet dat uitbreiding van het aantal standplaatsen nodig is om de kwaliteit van de voorzieningen te verhogen. Ten noorden van Kamplaan 6 staat een bouwkundig slechte schuur. De schuur is legaal gebouwd. In de planbeschrijving is aangegeven dat er een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor een beperkte overschrijding van de bouwgrenzen. Het artikel over de overschrijding van de bouwgrenzen biedt de mogelijkheid de schuur aan het huis te koppelen. Verzocht wordt om de mogelijkheid van een betere realisatie van de schuur in het bestemmingsplan mogelijk te maken door de schuur tegen de noordgevel van de woning te situeren. Het bestaande bebouwd oppervlak wordt hierdoor verkleind en de afstand tot de weg wordt groter. Op de plankaart ontbreekt de gasopslag tussen de horecavoorziening en de woning Kamplaan 6, waarvoor in het verleden vergunning is afgegeven. Reclamant ziet deze opslag graag bevestigd in het bestemmingsplan. In de noordoostelijke hoek van het perceel van de Gorshoeve is een gedeelte ingetekend met de bestemming Voortuinen. De grenzen van deze bestemming lijken in relatie tot het huidige gebruik willekeurig en te ruim voor een groen beeld vanaf de Kamplaan. Verzocht wordt deze bestemming te wijzigingen in Verblijfsrecreatieve doeleinden. Reclamant is blij met de aandacht voor de waterproblematiek in het gebied. In het ontwerp zijn echter geen concrete oplossingen terug te vinden. De wateroverlast beperkt zich niet tot zomerbuien, straatkolken ontbreken, greppels zijn gedempt en watergangen en gemalen hebben een te geringe capaciteit. Reclamant dringt aan op actie vanuit de gemeente. Indien dit niet binnen het bestemmingsplan kan worden gerealiseerd dan moet het in ieder geval op de beleidsagenda gezet worden. Aanvullende reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: burgemeester en wethouders. De percelen ten zuiden van de Kamplaan ondervinden met steeds grotere frequentie en intensiteit overlast doordat in het verleden vrijwel alle greppels en watergangen ten noorden van de Kamplaan zijn gedempt. Dit wordt geconstateerd in de waterparagraaf, maar concrete maatregelen worden niet beschreven. Reclamant verzoekt om, net zoals voor het centrumgebied en de voormalige vuilstortplaats, een eis op te nemen ter verbetering waterhuishouding (bijvoorbeeld 8% van het gebied te bestemmen voor water). Gevreesd wordt dat anders maatregelen uitblijven en de overlast alleen maar toeneemt, wat inkomstenderving betekent omdat grote delen van het kampeerterrein van Camping Gorshoeve bij aanhoudende regen onder water staan en onbruikbaar worden om te kamperen. Als primaire doelstelling van het onderhavige bestemmingsplan wordt het behoud van natuurwaarden genoemd. Verder ontwikkeling van het plangebied moet vooral op "vergroening" gericht zijn. Volgens reclamant is, geheel in strijd met deze doelstellingen, een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een strook bos nabij het huidige hertenkamp en het duingebied van de voormalige vuilstortplaats. Reclamant verzoekt om bij de wijzigingsbevoegdheid ter compensatie van het verlies van deze groene lobben binnen het plangebied een herplantingsplicht op te nemen. De passage op blz. 33 over de clustering van woningen in het kader van de Ruimte-voorRuimteregeling roept vragen op. Welke locaties komen hiervoor in het gebied Kruiningergors in aanmerking en wat zijn de voorwaarden?
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
t.
u.
v.
w.
x.
y.
z.
a.
b.
c.
32
In het ontwerpbestemmingsplan wordt geconstateerd dat de bluswatervoorzieningen niet adequaat zijn. Worden er al dan niet binnen het kader van het bestemmingsplan maatregelen getroffen? Reclamant verzoekt de geprojecteerde groenstrook bij de westelijke grens van camping Gorshoeve op het terrein dat behoort bij het recreatiepark Kruiningergors te schrappen en te volstaan met de feitelijke situatie, met de groenstrook zoals die op camping Gorshoeve is gerealiseerd. Daarnaast verzoekt reclamant de aanwezige watergang ook als zodanig te bestemmen, dan wel uit te breiden voor de in dit gebied noodzakelijke wateropvang en -afvoer. Bij het inrichten van het kampeerterrein van camping Gorshoeve werd als eis gesteld dat rondom een groenstrook werd gerealiseerd van onder andere 5 m breedte aan zuid- en oostzijde. Voor de terreinen van het Kruiningergors lijkt deze eis niet te gelden. Reclamant beroept zich op het gelijkheidsbeginsel omdat Camping Gorshoeve door middel van herinrichting van de groenstroken ten behoeve van de gewenste kwaliteitsverbetering dan wel voor een rendabelere exploitatie zo'n 7 extra standplaatsen kan creëren. In de uiterste noordoosthoek van het terrein van Camping Gorshoeve is een gedeelte van het perceel ingetekend met de bestemming Voortuinen. De ingetekende schuur is inmiddels verplaatst ter hoogte van de westelijke gevel van het woonhuis nr. 6. Deze is nog niet ingetekend. Reclamant verzoekt de bestemming Voortuinen te wijzigen in Verblijfsrecreatie (Vrk) omdat deze onderdeel is van de camping. Om een groene aanblik langs de Kamplaan te realiseren, zou een groenstrook van 1 m kunnen volstaan. Aan de noordzijde van het woonhuis aan de Kamplaan 6 vindt zich een schuur annex garage. De betreffende schuur staat dicht op de perceelgrens met de buren en de technische staat laat te wensen over. Reclamant verzoekt in afwijking van de inspraakreactie uit 2005 niet naar een verruiming van de bouwmogelijkheden maar juist om inkrimping. Reclamant verzoekt de lijn die de bestemming Woondoeleinden aangeeft ter plaatse van de woning op Kamplaan 6 te situeren zoals die de voorgevels van Kamplaan nr. 4, 10 en 12 met elkaar zou verbinden. Dit teneinde de aanbouw van de garage mogelijk te maken. De verkeersbestemming ten noorden van Kamplaan 4 en de horecabestemming aan de Kamplaan is niet juist ingetekend. Deze bestemming loopt volgens reclamant nu dwars door de tuin en de buitengevel van het woonhuis. Reclamant verzoekt dit te corrigeren en de verkeersbestemming gelijk te laten lopen met de situering van de weg. Beoordeling Zoals in paragraaf 1.2 van de toelichting is aangegeven, liggen er meerdere doelstellingen ten grondslag aan het voorliggende bestemmingsplan. Uiteraard vormt het mogelijk maken van een verbetering van het recreatiepark een belangrijke doelstelling. Een groot deel van het plangebied heeft een recreatieve functie en veel mensen genieten van hun verblijf in het plangebied. Het gemeentebestuur wil dit in de toekomst ook zo houden. Dit neemt niet weg dat andere belangen, zoals die van de bewoners van het plangebied, nadrukkelijk bij de beleidsbepaling zijn betrokken. Naar aanleiding van zienswijzen van onder meer bewoners van het plangebied naar aanleiding van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan begin 2007 is de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bestemmingsregeling nogmaals tegen het licht gehouden. Daarbij is besloten om het ontwerpbestemmingsplan niet aan de raad ter vaststelling aan te bieden, een aantal wijzigingen aan te brengen en het ontwerpbestemmingsplan opnieuw ter visie te leggen in het kader van de vaststellingsprocedure. Een belangrijke wijziging ten opzichte van het eerdere ontwerpbestemmingsplan, is een vermindering van het maximale aantal verblijfseenheden op het Recreatiepark Kruininger Gors. Eveneens is in het nu voorliggende ontwerpbestemmingsplan bepaald dat mogelijke in het centrumgebied te realiseren appartementen in mindering moeten worden gebracht op het maximale aantal toegestane verblijfseenheden. In het voorliggende ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007is de wijzigingsbevoegdheid voor het populierenbos vervallen. Alleen voor een kleine strook met boombeplanting tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein is het nog mogelijk om de bestemming Bos te wijzigen in Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming recreatiepark. Bij de aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan is de passage over mogelijk bij de herstructurering te betrekken percelen vervallen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d. e. f. g. h. i.
j. k.
l. m.
n. o. p. q. r.
s.
t. u.
v.
w. x.
33
De passage over de ligging van de kantine wordt gecorrigeerd. Op de parkeerzone aan de Kamplaan wordt in paragraaf 3.5 ingegaan. De naam Zeehavenweg is in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan gecorrigeerd. Op de bepalingen over het parkeren in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden wordt eveneens in paragraaf 3.5 ingegaan. Eveneens wordt in paragraaf 3.5 ingegaan op de breedte van de groenstrook langs de parkeerzone. Reclamant heeft tijdens de hoorzitting de problemen met het onderhoud van de sloot nader toegelicht. In de huidige situatie bestaat de betreffende strook uit gras en is er geen opgaande beplanting aanwezig. De strook wordt gebruikt voor het parkeren van auto's. De realisering van opgaande beplanting is niet verzekerd. Gelet op de waterproblematiek en het belang van een goed onderhoud van de sloot kan de bestemming Groenvoorzieningen ter plaatse van het parkeerterrein vervallen. De betreffende kengetallen zijn in het voorliggende ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 geschrapt. Ruimtelijk gezien is het niet bezwaarlijk wanneer reclamant een aantal stacaravans op zijn terrein vervangt door chalets (recreatiewoningen) met een maximumoppervlakte van 35 m². De bouwvoorschriften van de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden worden hiertoe aangepast. De berekening van de ruimtebehoefte is in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 vervallen. De gronden ten noorden van Kamplaan 6 zijn − in afwijking van de bestemming van de gronden aan de voorzijde van andere woningen − bestemd tot Tuinen. Binnen de bestemming Tuinen mag 1 gebouw worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 10 m² en een goothoogte van ten hoogste 2,5 m. De bouwvoorschriften maken het, in samenhang met de plankaart, mogelijk om de bouwvallige schuur te vervangen door een schuur met de hiervoor genoemde afmetingen. Hierbij is het ook mogelijk om de schuur tegen de woning te bouwen. De gasopslag kan worden aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Dit is toegestaan op de gronden met de bestemming vRk. De bestemming Voortuinen aan de noordoostzijde van het perceel kan aan de zuidzijde met enkele meters worden ingekort. Voor de het onderdeel van de zienswijze over water wordt verwezen naar het algemene commentaar onder 3.1. Ook dit onderdeel betreft het aspect water. Verwezen wordt naar paragraaf 3.1. Aan de voorwaarden voor de wijzigingsbevoegdheid voor de strook tussen hertenkamp en bestaand caravanterrein en de voormalige vuiloverslagplaats wordt toegevoegd dat de compensatie binnen het plangebied moet plaatsvinden. Het gebied in Kruiningergors dat voor compensatie in het kader van de Ruimte-voor-Ruimteregeling in aanmerking komt maakt geen onderdeel uit van het voorliggende bestemmingsplan. Voor het aspect bluswater en veiligheid wordt verwezen naar de beoordeling die in paragraaf 3.2 is weergegeven. Onder i is aangegeven dat de groenstrook langs het parkeerterrein kan vervallen, gelet op de groenstrook die langs de Gorshoeve aanwezig is. Binnen de bestemming Groenvoorzieningen is water toegestaan. Vanuit dat oogpunt is er geen directe noodzaak om de sloot te bestemmen tot Water. Vooral in deze hoek van Kruiningergors is het risico op wateroverlast het grootst. Om te voorkomen dat de sloot zou worden gedempt, wordt de plankaart aangepast en krijgt de sloot de bestemming Water. De groenstroken langs de Gorshoeve betreffen een nu bestaande situatie. Het is wenselijk om deze ook als zodanig te handhaven. De bestemming Groenvoorzieningen blijft gehandhaafd. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op de bestemming Voortuinen wordt verwezen naar het gestelde onder o. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op de schuur aan de voorzijde van Kamplaan 6 wordt verwezen naar het gestelde onder m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
y.
z.
-
-
34
De grens tussen de bestemmingen Woondoeleinden en Voortuinen is vrijwel overal ter plaatse van bestaande voorgevels gelegd. Er is geen aanleiding om daar in de voorliggende situatie van af te wijken. De grens van de bestemming Verkeersdoeleinden bij Kamplaan 4 wordt aangepast. De strook tussen de nieuwe grens van de bestemming Verkeersdoeleinden en de bestemming Woondoeleinden krijgt de bestemming Voortuinen. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan de onderdelen van de zienswijze onder a t/m c, f, j en l is reeds tegemoetgekomen of de betreffende onderdelen zijn niet meer van toepassing in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan de onderdelen van de zienswijze onder e, o en w kan gedeeltelijk worden tegemoetgekomen. Aan de onderdelen van de zienswijze onder d, i, k, r, u en z zal worden tegemoetgekomen. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
18. R. Korsman, Zeehoeveweg 31, 3233 XK Oostvoorne
a. b.
c.
d. e.
f. g. h.
i.
j. k.
Reactie ontvangen: 6 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Er zijn procedureel zodanige dwalingen gemaakt dat het ontwerpbestemmingsplan ingetrokken moet worden en moet worden herzien. Het bestemmingsplan is geschreven voor de Molecatengroep, ten koste van de vaste bewoners. Reclamant ziet als oplossing het onteigenen van de Molecatengroep en de duinstrook weer onder beheer van de overheid brengen of eventueel Natuurmonumenten. Er moet meer duidelijkheid komen over het vergroten van het percentage open water. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men het waterprobleem denkt op te lossen. De parkeerplaats en een deel van de sportvelden langs de Heindijk bieden mogelijkheden voor het oplossen van het waterprobleem. Een andere oplossing is het verbreden van de sloot onderlangs de Heindijk. De sloot achter de percelen aan de Zeehoeveweg is particulier eigendom. Reclamant staat toe dat deze sloot met 1 m wordt verbreed zodat er een betere afvoer mogelijk is. Het omvormen van het populierenbos voor de verblijfsrecreatie is geen oplossing. Het bos vormt een scheiding tussen het industriegebied en Oostvoorne. Het aankopen van voormalige agrarische gronden door de Molecatengroep voor de kwaliteitsverbetering van het park is evenmin een oplossing. De vaste bewoners worden hierdoor benadeeld, omdat er kans bestaat dat er naast hun woning recreatiewoningen worden gebouwd of caravans worden geplaatst. Het gebruik van deze percelen in het kader van Ruimte-voor-Ruimte acht reclamant evenmin gewenst. Reclamant is tegen variant C voor de toekomstige ontsluiting, die op een figuur in de toelichting is aangegeven. Reclamant heeft geen bezwaar tegen de parkeerzone langs de Kamplaan, een breedte van 3 m voor afschermende beplanting is te gering. Reclamant heeft ook geen bezwaar tegen appartementen in het centrumgebied, mits deze niet het hele jaar worden gebruikt. Deze mogen geen uitbreiding van het aantal verblijfseenheden betekenen. Het bevreemdt reclamant dat nergens wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en het woongebied. Hij verzoekt in het bestemmingsplan een strook van 10 m breed op te nemen. Reclamant verzoekt in het bestemmingsplan vast te leggen dat de wegen openbaar en in eigendom van de gemeente blijven. De voorzieningen voor bluswater en dergelijke zijn in het hele gebied ontoereikend. Ook de toegankelijkheid voor hulpdiensten is onvoldoende.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
l.
m. n. o.
p. q.
35
Er wordt in het bestemmingsplan gesproken over een convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet bestaat moet het bestemmingsplan geheel worden herzien en herschreven. De belangrijkste doelstelling zou het verbeteren van de woonomgeving van de vaste bewoners moeten zijn. De Molecatengroep zou cijfers moeten publiceren over de aantallen recreanten per maand, zodat inzichtelijk wordt om hoeveel recreanten het gaat. Men heeft zelf de afmetingen van de huisjes op het recreatiepark opgerekt. Hierdoor is nu de brandveiligheid in het geding. Omdat de Molecatengroep heeft gedoogd is nu uitbreiding nodig. Het is een ondernemersrisico dat er minder huisjes kunnen worden teruggebouwd. Nieuwe eigenaren betalen meer voor een groter perceel. Om de karakteristieke uitstraling van het gebied te handhaven moet worden bepaald dat de woningen in het niet-recreatieve deel in oude stijl worden ge-/herbouwd.
Aanvullende reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant vraagt zich af of het juist is dat voor juni 2008 het bestemmingsplan rond moet zijn. Als dit het geval is, is er dan helemaal geen bestemmingsplan meer en hoeft er dan ook geen artikel 19 WRO-procedure te worden opgestart? s. Er ontbreekt een groenstrook met beplanting tussen het recreatieve deel en de vaste bewoners. Het is gemeentelijk beleid dat elke campingeigenaar een strook opgaande beplanting moet realiseren die de recreatie-eenheden aan het zicht onttrekt. t. De afwateringssloot achter de percelen Zeehoeveweg 33, 31, 29 en volgend schijnt eigendom te zijn van de vaste bewoners. De recreatiewoningen grenzen direct aan deze sloot en de terrasjes grenzen eveneens aan de slootkant. Er is geen ruimte voor een groenstrook. u. Er wordt in het bestemmingsplan niet ingegaan op de manier waarop de bluswatervoorziening kan worden verbeterd of anderszins het risico kan worden beperkt. Bluswatervoorzieningen kunnen samengaan met waterbeleid. Er resteert nog ongeveer 1 ha glas. Dit gebied kan worden gebruikt voor opvang bij ernstige regenval. v. Er wordt aangegeven dat paardenbakken veelal een negatieve invloed hebben op het landschapsbeeld. Veelal is niet gelijk aan altijd. In verband daarmee moet een aanvraag voor een paardenbak van geval tot geval worden getoetst. w. Bij het kleinschalig gebruik van de voormalige agrarische gronden moet worden toegevoegd dat deze bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt voor het telen van producten of voor beweiding met dieren. De formulering sluit wateropvang uit en ook de aanleg van een paardenbak wanneer dat van geval tot geval zou worden bekeken. x. Voor het waterbeheer is het essentieel dat het kwelwater van het Brielse Meer wordt tegengegaan. Vroeger was er achter de duinen een dwarssloot. Deze moet opnieuw worden beschreven. y. Reclamant verzoekt binnen het plangebied een herplantingsplicht op te nemen ter compensatie van een bestemmingswijziging voor de strook nabij het hertenkamp en de voormalige vuilstort. z. Reclamant wil inzage in het convenant dat in vroegere versies werd genoemd. aa. In de toelichting wordt gesproken over noodzakelijke uitbreiding van het recreatiepark. Uitbreiding is absoluut niet mogelijk. bb. Voor het recreatiepark is een maximale loopafstand naar parkeergelegenheid opgenomen van 200 m. Reclamant heeft een loopafstand van minimaal 700 m naar de openbare parkeergelegenheid aan de Heindijk. cc. Er worden geen conclusies aangegeven die voor de vaste bewoners van belang zijn, zoals parkeergelegenheid, bluswater of een overloopbassin. Reclamant stelt verder nog een aantal vragen die niet als zienswijzen in behandeling worden genomen. De parkeerproblematiek voor vaste bewoners is groot. Het eigen perceel is te klein om meer dan 4 auto's te kunnen parkeren. De uitwijkparkeerplaats bij een voormalig glastuinr.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
-
36
bouwbedrijf is weg. Bezoek parkeert nu illegaal of in de avonduren bij het tuincentrum. Aan de gemeente wordt gevraagd om: 1. een regeling te treffen met de Molecatengroep, waardoor bijvoorbeeld vergunningen voor 1 avond kunnen worden uitgegeven; 2. een parkeerstrook te maken bij de te bouwen woningen ter plaatse van het voormalige glastuinbouwbedrijf; 3. een vergunningenstelsel voor de bewoners van de Zeehoeveweg, zodat deze normaal kunnen parkeren; het parkeerverbod is waarschijnlijk ingesteld vanwege overlast door recreanten. Hij verzoekt de gemeente de snelheidsremmende maatregel aan de overzijde van zijn uitrit in ogenschouw te nemen, omdat deze praktische problemen oplevert bij het in- en uitdraaien van zijn perceel. Hij verzoekt de buis onder de Zeehoeveweg elke 2 jaar te laten doorspuiten. Hij vraagt of het een optie is om het duingebied weer in overheidseigendom te krijgen. Hij vraagt de gemeente om een oplossing om in de periode van oktober t/m april weer door het duingebied te mogen wandelen met hond en paard. Eventueel met vergunning en betaling aan de Molecatengroep.
Beoordeling De onderdelen van de zienswijze onder d t/m l, s, u en z zijn inhoudelijk gelijk aan de zienswijze van de reclamant genoemd onder 3. Verwezen wordt naar deze beoordeling. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, de voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming rond het recreatiepark en de parkeerzone langs de Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Over de andere onderdelen wordt het volgende opgemerkt: a. Naar aanleiding van zienswijzen van onder meer bewoners van het plangebied naar aanleiding van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan begin 2007 is de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen bestemmingsregeling nogmaals tegen het licht gehouden. Daarbij is destijds besloten om het ontwerpbestemmingsplan niet aan de raad ter vaststelling aan te bieden, een aantal wijzigingen aan te brengen en het ontwerpbestemmingsplan opnieuw ter visie te leggen in het kader van de vaststellingsprocedure. b. Zoals in paragraaf 1.2 van de toelichting is aangegeven, liggen er meerdere doelstellingen ten grondslag aan het voorliggende bestemmingsplan. Uiteraard vormt het mogelijk maken van een verbetering van het recreatiepark een belangrijke doelstelling. Een groot deel van het plangebied heeft een recreatieve functie en veel mensen genieten van hun verblijf in het plangebied. Het gemeentebestuur wil dit in de toekomst ook zo houden. Dit neemt niet weg dat andere belangen, zoals die van de bewoners van het plangebied, nadrukkelijk bij de beleidsbepaling zijn betrokken. c. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op het aspect water wordt verwezen naar het gestelde onder 3.1. In aanvulling hierop wordt opgemerkt dat de sloot achter Zeehoeveweg 31 en volgend een hoofdwatergang is. Deze valt onder de verantwoordelijkheid van het waterschap Hollandse Delta, de gemeente heeft hierover geen zeggenschap. Voor een mogelijke verbreding zal reclamant zich tot het waterschap moeten wenden. Het bestemmingsplan staat verbreding niet in de weg. m. Hiervoor is aangegeven, dat rekening is gehouden met zowel de recreatieve belangen als de belangen van de vaste bewoners. Hiervoor geldt hetzelfde beleid als voor de bewoners van het overige deel van het landelijke gebied van de gemeente. De bestemmingsregeling voor het niet-recreatieve deel is afgestemd op de regeling in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne, dat in mei 2007 door de raad is vastgesteld. n. Het gemeentebestuur beschikt uitsluitend over cijfers over het aantal verblijfseenheden in het recreatiepark. Het aantal recreanten en de periode waarin deze in het recreatiepark verblijven is vooral een zaak van de ondernemer. o. In het ontwerpbestemmingsplan is een minimale afstand van 3 m opgenomen tussen gebouwen en overkappingen op aan elkaar grenzende percelen op het recreatiepark. De recreatiewoningen zijn bouwvergunningplichtig. Bij het beoordelen van bouwaanvragen wordt beoordeeld of aan deze afstandsmaten wordt voldaan. In het kader van het handhavingsbeleid wordt periodiek gecontroleerd of bouwwerken aan de voorwaarden van de bouwvergunning voldoen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
37
p.
Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan uit begin 2007 is in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 het maximumaantal verblijfseenheden al verlaagd. q. Het uiterlijk van gebouwen wordt beoordeeld aan de hand van de welstandscriteria die in de Welstandsnota zijn vastgelegd. Het bestemmingsplan vormt hiervoor niet het juiste instrument. r. Op 1 juli treedt een nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening in werking. Omdat het ontwerpbestemmingsplan Kruiningergors in november 2007 ter visie is gelegd, is de "oude" Wet op de Ruimtelijke Ordening op dit bestemmingsplan van toepassing. t. Zoals in de algemene beoordeling in paragraaf 3.1 is aangegeven, is de sloot achter Zeehoeveweg 31 en volgend een hoofdwatergang. Deze valt onder de verantwoordelijkheid van het waterschap Hollandse Delta, de gemeente heeft hierover geen zeggenschap. Voor een mogelijke verbreding zal reclamant zich tot het waterschap moeten wenden. Het bestemmingsplan staat verbreding niet in de weg. v. In de vroegere bestemmingsplannen Landelijk gebied Oostvoorne en Landelijk gebied Rockanje was een mogelijkheid opgenomen om onder voorwaarden een paardenbak te realiseren. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne echter geconcludeerd dat deze regeling niet voldoet omdat deze leidt tot een aantasting van het landschap die niet wenselijk wordt geacht. In het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne is de mogelijkheid om een paardenbak aan te leggen dan ook niet langer opgenomen. De zienswijze van reclamant geeft aanleiding om de toelichting op dit punt te verduidelijken. De bestemmingsregeling zal echter niet worden aangepast in de door reclamant gevraagde zin. w. In de bestemmingsregeling voor de voormalige agrarische gronden is waterberging niet uitgesloten. Zoals hiervoor is aangegeven vindt het gemeentebestuur de aanleg van paardenbakken uit landschappelijk oogpunt niet wenselijk. x. De maaiveldhoogte varieert van NAP +5 m in de duinen tot 0 m NAP rond de Heindijk. Aangezien het peil van het Brielse Meer ligt op NAP 0 m, zijn er dus delen van het plangebied die even hoog liggen als het peil van het meer, maar lager gelegen delen zullen er nagenoeg niet zijn. De bestemmingslegging staat overigens water bijna overal toe. y. Aan de voorwaarden voor de wijzigingsbevoegdheid zal worden toegevoegd dat de compensatie binnen het plangebied moet plaatsvinden. aa. De betreffende passage is achterhaald door het gewijzigde ontwerpbestemmingsplan. bb. De gemeente is er zich van bewust dat er nauwelijks parkeermogelijkheden zijn in het openbare gebied. Gelet op de omvang van de woonpercelen zullen parkeermogelijkheden op eigen terrein moeten worden gezocht. cc. Voor de onderdelen die betrekking hebben op het parkeren, bluswater of waterberging wordt verwezen naar paragraaf 3.1 en 3.2 en de beoordeling van eerdere onderdelen van deze zienswijze.
-
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder h (geen toename aantal verblijfseenheden door appartementen en convenant) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder y kan worden tegemoetgekomen door aan de wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming Bos toe te voegen dat compensatie binnen het plangebied moet plaatsvinden. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
19. Recreatiepark Kruininger Gors, Gorsplein 2, 3233 XC Oostvoorne
a.
Reactie ontvangen: 1 maart 2007; gericht aan: het college van burgemeester en wethouders. Het plan bevat een aantal passages over het afsluiten van een wandelpad aan de noordzijde van Recreatiepark Kruininger Gors. Dit pad is particulier eigendom en niet openbaar.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
38
In 1995 is het pad gedeeltelijk afgesloten met oog op de veiligheid van de gasten en hun eigendommen. De gemeente stelt zich terughoudend op ten aanzien van particulier eigendom. Voor het strand- en duingebied is echter beleid geformuleerd om rustige vormen van recreatie zoals wandelen en paardrijden toe te laten. Verzocht wordt om dit beleid te schrappen of te wijzigen, het is aan de eigenaar van het recreatiepark te bepalen wie toegang heeft tot zijn terrein en zo ja waar eventueel (wandel)routes worden toegestaan. Verder betwist reclamant de beantwoording van de gemeente op zijn vorige reactie tijdens de inspraakronde in 2005. De organisaties die wandelroutes uitzetten zijn namelijk zelf verantwoordelijk voor de projectie van routes over particulier terrein. Aangegeven wordt dat de veiligheid van de Gorslaan te wensen over laat en dat verbetering gewenst is. In het inrichtingsplan voor het recreatiepark is rekening gehouden met een "knip" in de weg aan de oostzijde van de Gorslaan. Hulpdiensten en bestemmingsverkeer zullen door een paal in de weg, mits deze gemakkelijk is te demonteren, niet gehinderd worden. Indien de Gorslaan aan de oostzijde niet wordt afgesloten, dan wordt visie voor het inrichtingsplan van het recreatiepark in ernstige mate aangetast. Verzocht wordt om het verkeersluw maken van de Gorslaan en de aanpassing van de hoofdontsluiting weer op te nemen als uitgangspunten voor de kwaliteitsverbetering en herstructurering van het recreatiepark. Ook wordt verzocht om de in het plan aan te geven dat een "knip" zal worden gerealiseerd in de Gorslaan conform het inrichtingsplan van het recreatiepark. Het kappen van het populierenbos is geen probleem. De bomen zijn aan het einde van hun levenscyclus en hebben geen natuurwaarde en slechts een beperkte landschappelijke waarde. Het verleggen van de bestemming "Bos" naar een andere locatie kan dan ook geen bezwaar zijn. Het Recreatiepark Kruininger Gors zal te zijner tijd voorzien in een afscherming tussen de verblijfsrecreatie en het duingebied door middel van een beplantingstrook. Het voetbalveld ten zuiden van de Kamplaan is niet meer aangeduid als ruimte op eigen terrein ten behoeve van kwaliteitsverbetering. Met deze nieuwe bepaling kan reclamant niet instemmen, omdat het gebied bij uitstek geschikt is voor de noodzakelijke ruimere opzet van het recreatiepark. Verzocht wordt om het gebied de bestemming vRrp te geven zonder de nadere aanduiding (sp). De bestemming vRrp voldoet in de huidige als in de toekomstige situatie omdat het mede bestemd is als sport- en speelvoorzieningen. Het parkeerterrein ten zuiden van de Kamplaan is niet meer aangeduid als ruimte op eigen terrein ten behoeve van kwaliteitsverbetering. Met deze nieuwe bepaling kan de reclamant niet instemmen, omdat het gebied bij uitstek geschikt is voor de noodzakelijke ruimere opzet van het recreatiepark. Verzocht wordt om het gebied de bestemming vRrp te geven zonder de nadere aanduiding (sp). De bestemming vRrp voldoet in de huidige als in de toekomstige situatie omdat het mede bestemd is als parkeer- en groenvoorzieningen en de voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling. Het voorontwerpbestemmingsplan bevatte nog de mogelijkheid verblijfsaccommodatie te verplaatsen naar de sportvelden en het parkeerterrein ten zuiden van de Kamplaan. Hiervan is mede naar aanleiding van het advies van de Veiligheidsregio vanaf gezien. Het is echter niet duidelijk waarom naar aanleiding van dit advies hier vanaf is gezien. Verzocht wordt om de bestemming vRrp(sp)(z) te wijzigen in vRrp(zk) waarbij (zk) gedefinieerd moet worden als zonder kampeermiddelen. Subsidiair wordt verzocht voor het gesignaleerde probleem een andere oplossing te vinden. De inventarisatie van de ruimtebehoefte omvat een perceel aan de Zeehoeveweg met de bestemming T(p). Dit perceel wordt in het plan ten onrechte aangeduid als Zeehoeveweg 19. Het adres Zeehoeveweg 19 is aan een woning van een derde toegekend. Het zou hier juist zijn te spreken over "een perceel aan de Zeehoeveweg". Reclamant heeft de gemeente geadviseerd om het tracé van de ondergrondse hoogspanningsleiding te controleren bij de eigenaar, de uitkomst van dit onderzoek ontbreekt in de beantwoording van de inspraakreactie. Het Brielse Meer is in de Structuurvisie Westvoorne (1996) aangegeven als "zeegebied met recreatief medegebruik". Volgens het ontwerpbestemmingsplan is de bestemming Water met natuurwaarden. Verzocht wordt om dit te wijzigen in Water met recreatie- en natuurwaarden. Het is volstrekt juist om het Brielse Meer expliciet mede te bestemmen voor het behoud van natuurwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
j. k.
l.
m.
n. o. p. q.
r.
s.
t.
u.
v.
w.
39
De Zeehoeveweg wordt in het plan eenmaal aangeduid als Zeehavenweg. Verzocht wordt dit te corrigeren. Het maximaal toelaatbare grondoppervlak van 45 m² per recreatiewoning voldoet niet aan de in de recreatiebranche geldende normen. Het is gewenst om grotere woningen op grotere percelen toe te laten. Dit leidt tot een ruimere opzet en minder recreanten op het terrein en komt het gebied ten goede. Voor bouwpercelen tot 180 m² is het gewenst de maximale oppervlakte van een recreatiewoning te bepalen op 50 m², gelet op de door de gemeente gehanteerde wijze van meten. Reclamant overweegt nieuwe recreatiewoningen te realiseren met een overstek of overdekt terras. Door de formulering van het artikel over de wijze van meten, tellen overstekken die kleiner zijn dan 1 m niet mee bij de oppervlakte. Overstekken van 1 m of meer tele len geheel mee. Verzocht wordt om deze bepaling zo aan te passen dat de 1 m ook bij grotere overstekken niet meetelt bij de oppervlakte. Op het Molecaten Park Van Iterson zijn recreatiewoningen gerealiseerd met een overdekt terras met een diepte van 1,94 m over een lengte van 2,92 m waardoor een overdekt terras ontstaat van 5,66 m². Voor de kwaliteitsverbetering is het van belang dat deze recreatiewoningen op percelen die kleiner zijn dan 180 m² mogen worden gebouwd. Dit is echter door de wijze van meten in het ontwerpbestemmingsplan niet mogelijk, omdat de maximaal toegestane oppervlakte van 45 m² door het overdekte terras wordt overschreden. Reclamant doet verschillende suggesties voor aanpassing zoals het niet meerekenen van de overkapping, het verhogen van de maximale oppervlakte tot 50 m² of het buiten beschouwing laten van de eerste 2 m van een overkapping. Het zou volgens reclamant beter zijn om in artikel 14 lid 1 onder a1 expliciet recreatieappartementen op te nemen. In artikel 14 lid 1 onder c staat "kampeerplaatsen", waar kennelijk "standplaatsen" is bedoeld. Verzocht wordt dit aan te passen. Reclamant heeft de indruk dat de bepalingen in artikel 14 lid 1 onder d ook van toepassing zijn op de bestemming vRk . Dit zou een te ruime bestemmingslegging tot gevolg hebben. Volgens reclamant is het niet wenselijk om medische voorzieningen, horeca en detailhandel toe te staan binnen de subbestemming vRrw. Het is beter om aan te geven binnen welke (sub)bestemmingsvlakken deze voorzieningen zijn toegestaan. In artikel 14 ontbreekt bij de subbestemming vRrp de bepaling dat bij iedere stacaravan ten hoogste één vrijstaande of aangebouwde berging of overkapping met een oppervlak van ten hoogste 6 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 m is toegestaan. Aan de noordzijde van de meest westelijk gelegen ingang van het recreatiepark (aan het begin van de Gorslaan) is een gebied bestemd tot Groenvoorzieningen. Deze bestemming is ten onrechte gelegd over een deel van parkeerterrein A van het recreatiepark. Verzocht wordt dit parkeerterrein geheel de bestemming vRrp te geven. Aan de zuidzijde van de meest westelijke gelegen ingang van het recreatiepark (aan het begin van de Gorslaan) is volgens de bij het plan behorende kaart een gebied bestemd tot Dijken met natuur- en landschapswaarden. Deze bestemming is ten onrechte gelegd over een deel van het recreatiepark, genaamd Egelantierlaan. Verzocht wordt de bestemming aan te passen in de bestemming "vRrp" en als grens aan te houden de westelijke grens van het kadastrale perceel Oostvoorne sectie A nummer 5918. Aan de oostzijde van de Noorddijk, vanaf de Gorslaan tot aan het perceel met de bestemming vRrw ter plaatse van De Bree, is een zone bestemd tot GRO(o) welke op een drietal plaatsen uitstulpt. Deze uitstulpingen belemmeren een gewenste efficiënte herinrichting van het perceel met de bestemming vRrp. Verzocht wordt de betreffende groenzone over gelijke breedte evenwijdig te laten lopen aan de afwateringssloot. Indien dit niet mogelijk is wordt verzocht om voor de groenstrook een wijzigingsbevoegdheid op te nemen tot vRrp. Aan de noordzijde van de Kamplaan is een gebied bestemd tot vRrp(p) waardoor het realiseren van nieuwe collectieve parkeervoorzieningen ten westen van de Zeehoeveweg uitsluitend binnen dit gebied is toegestaan. Voor een efficiënte inrichting is het volgens reclamant noodzakelijk om de westelijke grens van dit gebied aan te passen. Verzocht wordt om de westelijke grens van dit gebied te verlengen tot het gebied met de bestemming vRrw. Het bestemmingsvlak vRrp(sp) tussen de Kamplaan en de Heindijk heeft aan de zuidzijde een vreemde uitstulping met de bestemming GRO(o). Verzocht wordt om de lijn recht te
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
40
trekken zodat de uitstulping verdwijnt. Indien dit niet mogelijk is wordt verzocht om voor de groenstrook een wijzigingsbevoegdheid op te nemen tot vRrp. x. Over een deel van het parkeerterrein E van het recreatiepark is de bestemming dRNL gelegd. Verzocht wordt om de bestemming dRNL volgens de noordelijke grens van het parkeerterrein te laten lopen. Het parkeerterrein zelf dient te worden bestemd als vRrp. y. Het terrein Abrikozenhof is opnieuw verkaveld. Tussen dit terrein en de woning aan de Heindijk 37 is een groenbestemming opgenomen. Een deel van deze strook aan de noordwestzijde van de woning is geen feitelijke weergave van de huidige situatie. De eigenaar van de woning heeft in het verleden al maatregelen genomen voor een visuele afscheiding. Verzocht wordt om de groenstrook op dit punt de bestemming vRrp te geven. z. Delen van de bestemming Bos zijn ook aangewezen als wijzigingsgebied voor vR. Verzocht wordt om dit te veranderen in vRrp. aa. In de inventarisatie zijn diverse gebieden aangewezen als ruimte op eigen terrein ten behoeve van kwaliteitsverbetering. De aansluiting met de huisjes- en caravanterreinen ontbreekt op een aantal locaties. Verzocht wordt om dit op de plankaart weer te geven door middel van een wijzigingsgebied voor vRrp. Het gaat om de volgende gebieden: voormalige vuiloverslagplaats ten noorden van Gorslaan 31; terrein Zeehoeveweg aangeduid met T(p); terrein Maasweg aangeduid met T(p); twee aangrenzende agrarische terreinen aan de zuidzijde en de gebieden ten zuiden van de Kamplaan die nu zijn aangeduid als vRrp(sp) en vRrp(sp)(z). Reclamant acht het wenselijk om voor de twee agrarische terreinen een algemene bepaling op te nemen dat de wijzigingsbevoegdheid alleen mogelijk is ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark. bb. Verzocht wordt om voor de woningen aan de Gorslaan 6 en 8 een wijzigingsbevoegdheid met de bestemming vRrp toe te kennen, in verband met mogelijke uitplaatsing. In het kader daarvan wordt ook verzocht om het overloopparkeerterrein aan de Maasweg aan te geven als wijzigingsgebied voor Woondoeleinden, Voortuinen en vRrp, waar de woningen geplaatst zouden kunnen worden. Eventueel met de bepaling dat de wijziging alleen kan plaatsvinden in combinatie met de bestemmingswijziging van de woningen aan de Gorslaan 6 en 8. De bestemming vRrp is volgens reclamant passend omdat ingevolge artikel 14 lid 1 automatisch parkeer- en groenvoorzieningen zijn toegestaan. Aanvullende reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: het college van burgemeester en wethouders. cc. De verwijzing naar het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne (2007) kan reclamant niet goed plaatsen. Verwezen wordt naar een aantal passages in het bestemmingsplan. dd. Uit de toelichting zou de indruk kunnen worden gewekt dat het beleid van de Molecatengroep erop is gericht om elders grond aan te kopen om de woningen uit te plaatsen. Reclamant heeft dit voornemen niet en heeft een tekstuele suggestie om deze zin te wijzigen. ee. Reclamant stelt voor om de passage op blz. 32 en de daarmee samenhangende conclusie als volgt te wijzigen: "De voor de kwaliteitsverbetering noodzakelijke herstructurering kan ook, met het oog op de belangen van de huidige recreanten, geleidelijk plaatsvinden. ff. Reclamant vraagt er op toe te zien dat een kwaliteitsverbetering van het recreatiepark blijft gelden als uitgangspunt en dat het plan, later in de procedure niet (opnieuw) wordt aangepast ten nadele van de geldende kwaliteitsdoelstelling. Het maximumaantal verblijfseenheden is al drastisch naar beneden bijgesteld. De nog het plan opgenomen uitplaatsingslocaties dienen niet geschrapt te worden en/of het aantal verblijfseenheden dient niet nog verder te worden teruggebracht, dan wel dat aan de wijzigingsbevoegdheid andere, voor het recreatiepark nadelige gevolgen worden verbonden. Reclamant vraagt of een overgangsregeling is opgenomen voor het huidige aantal verblijfseenheden, dat meer dan 1.700 bedraagt. Hij heeft een tekstuele suggestie voor een passage met betrekking tot de wijzigingsbevoegdheden. gg. In artikel 1 lid 57 wordt verwezen naar artikel 1 lid 59 terwijl een verwijzing naar lid 58 zal zijn bedoeld. hh. In de artikelen 14.1c, 17.1c, en 17.3 staat het begrip "stacaravan" terwijl een stacaravan in de algemene bepalingen niet is gedefinieerd. Kennelijk dient "stacaravan" te worden vervangen door "kampeermiddel".
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
41
ii.
In artikel 14.1.f staat de Zeehoeveweg aangegeven als grens voor wat betreft het aanleggen van collectieve parkeervoorzieningen. Het is beter en duidelijker de grens anders vast te stellen. Bepaald kan worden dat collectieve parkeervoorzieningen "in het gebied ten noorden van de Kamplaan en ten westen van de Zeehoeveweg en ten westen van het gebied Uit te werken verblijfsrecreatie-centrumgebied uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de nadere aanwijzing (p). jj. In artikel 14.3.f wordt verwezen naar het bepaalde onder c terwijl een verwijzing naar d zal zijn bedoeld. kk. Reclamant verzoekt sub d in artikel 31.2, waarin is aangegeven dat het aantal parkeerplaatsen ten minste 1,4 per recreatieappartement of recreatiewoning zal bedragen, geheel te laten vervallen omdat dit leidt tot een ongewenst ruimtebeslag in het centrumgebied. Ten noorden van de Kamplaan is een grote collectieve parkeerplaats geprojecteerd. Als er behoefte is om parkeervoorzieningen te maken in het centrumgebied, dan kan dit op basis van artikel 14 lid 1.
a.
b.
c.
d.
e.
f. g. h. i.
j. k.
l.
Beoordeling Het duingebied is onder meer bestemd voor niet-gemotoriseerde dagrecreatie. Op grond hiervan zijn wandel- en ruiterpaden toegestaan. Het al dan niet openbaar zijn van paden is geen zaak voor het bestemmingsplan. Het realiseren van een andere hoofdontsluiting voor het Kruiningergors is niet haalbaar gebleken. In verband daarmee wordt er niet langer naar gestreefd om een "knip" in de Gorslaan aan te brengen. In het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007, zoals dat ter visie heeft gelegen in het kader van de vaststellingsprocedure, is de wijzigingsbevoegdheid voor het populierenbos vervallen. Alleen voor een kleine strook met boombeplanting tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein is het nog mogelijk om de bestemming Bos te wijzigen in Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming recreatiepark. De circulaire Zonering langs hogedrukaardgasleidingen is nog steeds niet herzien. Hierdoor is ook het gemeentelijke beleid niet gewijzigd. Binnen 375 m vanaf de nabij het plangebied gelegen hogedrukaardgasleidingen worden geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan. In verband hiermee is het niet wenselijk om ter plaatse van de sportvelden verblijfsaccommodatie mogelijk te maken. Op grond van soortgelijke overwegingen is het evenmin wenselijk om ter plaatse van het parkeerterrein verblijfsaccommodatie toe te staan. Wanneer er meer duidelijkheid is over nieuwe afstandseisen, aan de nieuwe eisen kan worden voldaan en het realiseren van verblijfsaccommodatie ter plaatse van het parkeerterrein een aanzienlijke kwaliteitsverbetering tot gevolg heeft, zal dit standpunt worden heroverwogen. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op het advies van de VRR wordt verwezen naar het gestelde onder e. De redactie van de passage die verwijst naar Zeehoeveweg 19 zal worden gewijzigd. Het tracé van de ondergrondse hoogspanningsleiding is gecontroleerd op basis van gegevens van de eigenaar. De recreatieve functie van het Brielse Meer is tot uitdrukking gebracht in de doeleindenomschrijving van de bestemming Water met natuurwaarden (WN). Het Brielse Meer is onder meer bestemd voor dagrecreatief medegebruik. Zeehavenweg zal worden gecorrigeerd in Zeehoeveweg. Bij percelen die kleiner zijn dan 180 m² is de maximumoppervlakte van de recreatiewoning 45 m². Daarnaast mag nog een berging of overkapping van 6 m² worden gebouwd. Het bebouwde oppervlak bedraagt hierdoor 51 m², ofwel 28% van de kavel bij een kaveloppervlakte van 179 m². Ook in de situatie dat de kavel beduidend kleiner dan 180 m² is, zou 51 m² kunnen worden bebouwd. Het bebouwingspercentage neemt navenant toe. Een vergroting van het oppervlak tot 50 m² is niet wenselijk. De regeling voor de wijze van meten is afgestemd op de regeling in het bestemmingsplan Dorpsgebied Oostvoorne. Daarbij is ervan uitgegaan dat een klein overstek, zoals dat vaak voorkomt bij dakgoten of een kleine overkapping, bijvoorbeeld bij de deur van een woning, ruimtelijk niet relevant is. De grens is daarbij gesteld op 1 m. Grotere overstekken zijn medebepalend voor de totale bouwmassa van een bouwwerk. Het is niet wenselijk om in die e situatie de 1 m van het overstek buiten beschouwing te laten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w.
x. y. z.
aa.
bb.
cc.
dd. ee.
ff.
42
Op grond van de onder k en l weergegeven overweging is het niet wenselijk om de wijze van meten aan te passen. Binnen het recreatiepark zijn geen appartementen toegestaan, uitgezonderd het centrumgebied. Het is daarom niet nodig om in artikel 14 appartementen toe te voegen. In het ontwerpbestemmingsplan van 15 november 2007 is kampeerplaatsen vervangen door standplaatsen. Er is geen aanleiding om verenigings- en clubgebouwen binnen de bestemming vRk uit te sluiten. Aan artikel 14 lid 1 onder g wordt vRw toegevoegd, zodat binnen die subbestemming geen medische voorzieningen, horeca en detailhandel zijn toegestaan. In het ontwerpbestemmingsplan van 15 november 2007 is een regeling opgenomen voor een berging bij een kampeermiddel. De bestemming vRrp is gecorrigeerd in het bestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Ook deze correctie is reeds aangebracht in het bestemmingsplan d.d. 15 november 2007. De "uitstulpingen" in zijn in de kaart van 15 november 2007 gecorrigeerd. Op de kaart van 15 november 2007 is dit gecorrigeerd en loopt de grens van de bestemming vRrp (p) door tot de bestemming vRrw. De "vreemde uitstulping" met de bestemming Groenvoorzieningen ter plaatse van de sportvelden komt overeen met de aanwezige boombeplanting. Er is geen aanleiding tot aanpassing. Ook voor de toekomst acht het gemeentebestuur het wenselijk dat ter plaatse groenvoorzieningen aanwezig zijn omdat randbeplanting − gezien over het totale gebied − niet overdadig aanwezig is. In verband daarmee is ook een wijzigingsbevoegdheid om de bestemming Groenvoorzieningen te kunnen wijzigen in vRrp niet op zijn plaats. Op de kaart van 15 november 2007 komt de grens van de bestemming dRNL overeen met de grens van het parkeerterrein E. De bestemmingsgrens is op de kaart van 15 november 2007 al gecorrigeerd. Het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op de wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming Bos is achterhaald door het ontwerpbestemmingsplan van 15 november 2007. Ter plaatse van de voormalige vuiloverslagplaats is in het ontwerpbestemmingsplan van 15 november 2007 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. De drie overige locaties vormen ruimtelijk gezien geen onderdeel van het recreatiepark, maar vormen eerder een overgang tussen het recreatiepark en het deel van het plangebied met overwegend een woonfunctie. Terreinen met verblijfsaccommodatie zijn hier − gelet op de woonfunctie − niet wenselijk. Voor deze locaties wordt de gevraagde wijzigingsbevoegdheid niet opgenomen. Voor het perceel aan de Maasweg met de bestemming T(p) zal overigens een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen ten behoeve van de verplaatsing van de woningen Gorslaan 6 en 8 (zie onder bb). Aan het verzoek van reclamant om de uitplaatsing van de woningen Gorslaan 6 en 8 naar de Maasweg mogelijk te maken kan worden tegemoetgekomen. Hiervoor zal een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO worden opgenomen voor de Gorslaan 6 en 8 en de locatie aan de Maasweg met de bestemming T(p) tegenover Maasweg 3. Het plangebied maakt onderdeel uit van het landelijke gebied van Westvoorne. Het gemeentebestuur streeft een eenduidig beleid na voor het hele landelijke gebied. Het ruimtelijk beleid hiervoor is in mei 2007 vastgelegd in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne. Dit plan vormt een belangrijk referentiekader voor de bestemmingsregeling van de daarvoor in aanmerking komende functies in het voorliggende bestemmingsplan. Waar nodig zal de redactie van door reclamant aangehaalde passages worden aangepast. De redactie over de uit te plaatsen woningen zal in overeenstemming met de door reclamant aangegeven strekking worden aangepast. Het tempo van kwaliteitsverbetering is de eerste verantwoordelijkheid van de Molecatengroep. Het gemeentebestuur gaat ervan uit, dat hierbij voldoende recht wordt gedaan aan de belangen van de huidige recreanten. De woorden "moeten" en "dienen" in de door reclamant aangehaalde passages zijn in deze context niet geheel juist. De redactie zal enigszins worden aangepast. Het gemeentebestuur is van mening dat de in het ontwerpplan opgenomen mogelijkheden een weerspiegeling zijn van een evenwichtige afweging van de verschillende belangen. De tekstuele suggestie in de juridische planbeschrijving wordt overgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
43
gg. De verwijzing in artikel 1 lid 57 wordt aangepast. hh. Het woord "stacaravan" in de betreffende voorschriften zal worden gewijzigd in "kampeermiddel". ii. Door de door reclamant voorgestelde redactie wordt het gebied waar het voorschrift voor de collectieve parkeervoorzieningen betrekking heeft kleiner. Dit is niet wenselijk. jj. De betreffende verwijzing zal worden gecorrigeerd. kk. Het is niet bezwaarlijk wanneer de parkeerplaatsen buiten het centrumgebied worden gerealiseerd, echter wel binnen een afstand van 200 m tot het centrum. De uitwerkingsregels zullen worden aangevuld.
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan De onderdelen van de zienswijze genoemd onder o, r, s, t, u, v, x, y, en gedeeltelijk aa zijn achterhaald door het gewijzigde ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan de onderdelen van de zienswijze onder bb, cc, dd, ee, ff, en kk kan gedeeltelijk worden tegemoetgekomen. Aan de onderdelen van de zienswijze onder g, j, q, gg, hh en jj kan worden tegemoetgekomen. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
20. M.E.M. Kruse, Heindijk 29, 3233 LE Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen: 7 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
44
geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven.
Beoordeling De zienswijze van reclamant is identiek aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamanten. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, de voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming van het recreatiepark en de parkeerzone langs de Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5.
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is in zoverre al tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 no-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
-
45
vember 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is in zoverre al tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
21. W.J. Langendoen, Heindijk 7a, 3233 Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
e.
Reactie ontvangen: 13 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
f.
g.
h.
i. j. k.
l.
m.
n.
46
het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. . Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Aanvullende reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is van mening dat in het bestemmingsplan te weinig concrete invulling wordt besteed aan het onderdeel water. Reclamant zou hier meer duidelijkheid over willen verkrijgen. Reclamant plaatst kanttekeningen bij de bestemmingswijziging in verblijfsrecreatie op het Hertenkamp en het kappen van een strook bomen. Ook de voormalige vuilstortplaats dient behouden te blijven. Reclamant verzoekt de oorspronkelijke uitspraken en afspraken gestand te doen en infrastructurele, bezettings- en natuur- en beplantingsproblemen op te lossen door middel van alternatieven zonder dat de gestelde uitgangspunten geweld worden aangedaan. Reclamant verzoekt om terug te komen op de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten met betrekking tot de landschappelijke inrichting van het recreatiecentrum.
Beoordeling De zienswijze is identiek aan de zienswijze van de onder 11 genoemde reclamant. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, de voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming van het recreatiepark en de parkeerzone langs de Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5.
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
-
47
Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
22. J.G.J.M. van der Linde, Maasweg 2, 3233 XE Oostvoorne Reactie ontvangen: 14 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu (begin 2007) ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in de commissie VROM is behandeld en waarover in december 2006 een informatieavond met de bewoners is belegd. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij de reclamanten. b. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt en is in de vakantieperiode maar voor de helft bezet. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Hierbij moeten alle duikers en bruggen worden aangepast aan de verbrede watergang. c. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. d. De aankoop van voormalige agrarische gronden voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende om gereedschappen en machines voor het onderhoud onder te brengen, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen of caravans naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. a.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
l.
m.
n.
o. p.
q. r.
s.
48
De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. Parkeervoorzieningen voor de gasten van vaste bewoners zijn niet aanwezig of op grote afstand beperkt aanwezig. In het hele gebied geldt een parkeerverbod. Er moet in het bestemmingsplan ruimte worden opgenomen voor algemene parkeerruimte. De ondergrond van de Maasweg is voor de helft eigendom van reclamant. De Maasweg kan dus nooit een openbare weg zijn omdat de gemeente deze grond nooit heeft gekocht. Het is een onomstotelijk feit dat de Maasweg geen openbare weg is. Er gaan geruchten dat er twee woningen zouden komen op het perceel van de Molecatengroep dat voor parkeren wordt gebruikt. Reclamant is hier tegen en zal zeker een verzoek doen om vergoeding van planschade. Hij heeft er voor gekozen om vrij en ruim te wonen. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Aanvullende tweede reactie ontvangen: 12 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Voor de strook bos die nog wel mag worden gekapt moet er een herplantplicht binnen het plangebied worden opgenomen. Het bevreemdt reclamant dat er nergens wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en het woongebied. Er is voldoende ruimte om een dergelijke afscheiding te realiseren. Reclamant ziet in het ontwerpbestemmingsplan graag een strook van 10 m met opgaande beplanting opgenomen. Er is geen parkeergelegenheid voor gasten van vaste bewoners. De ondergrond van de Maasweg is voor de helft eigendom van reclamant. De Maasweg kan dus nooit een openbare weg zijn omdat de gemeente deze grond nooit heeft gekocht. Het is een onomstotelijk feit dat de Maasweg geen openbare weg is. Indien de gemeente een andere mening heeft, dan wil reclamant graag de koopakte zien. Reclamant heeft bezwaar tegen het verplaatsen van de woningen Gorslaan 6 en 8 naar de Maasweg.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
t.
49
Het bouwvlak Maasweg is te klein, ook in vergelijking met de bouwvlakken van andere woningen. Dit geldt ook voor de strook voortuin op het perceel van reclamant, de grens komt niet overeen met de kadastrale begrenzing.
Aanvullende derde reactie ontvangen: 2 januari 2008; gericht aan: de gemeenteraad. Deze reactie is buiten de daartoe gestelde termijn ontvangen en wordt om die reden niet in behandeling genomen. Beoordeling De onderdelen van de zienswijze onder a t/m j en n zijn identiek aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamant. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, de voormalige agrarische gronden, visuele afscherming en de parkeerzone Kamplaan, wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. In aanvulling hierop wordt het volgende opgemerkt. k. De gemeente is er zich van bewust dat er nauwelijks parkeermogelijkheden zijn in het openbare gebied. Gelet op de omvang van de woonpercelen zullen parkeermogelijkheden op eigen terrein moeten worden gezocht. l. Het al dan niet openbaar zijn van wegen hangt niet af van de eigendom van de ondergrond van de weg. Dit wordt geregeld in de Wegenwet. De openbare wegen zijn in het algemeen opgenomen in de wegenlegger. De Wegenwet draagt het opmaken en bijhouden van wegenleggers aan de gemeenten op. Ze bevatten (volgens artikel 49 Wegenwet) een overzicht van alle openbare wegen buiten de bebouwde kom. Er staat in wie de beheerder, onderhoudsplichtige en eigenaar is van de weg (artikel 30 Wegenwet). m. In het ontwerpbestemmingsplan zal een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO opgenomen om de bestemming T(p) ten noorden van het perceel van reclamant te wijzigen in de bestemmingen Voortuinen, Woondoeleinden, Tuinen zonder nadere aanwijzing (p) en Water. De Molecatengroep heeft de intentie de verouderde woningen Gorslaan 6 en 8 binnen het recreatiepark te vervangen. De mogelijkheden om binnen het recreatiepark een goed woonmilieu te creëren zijn geringer in vergelijking met de locatie aan de Maasweg, terwijl de vrijkomende locaties Gorslaan 6 en 8 kunnen worden benut voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark. Indien reclamant meent dat hij door deze ontwikkeling schade lijdt die redelijkerwijs niet voor zijn rekening zou moeten komen, dan kan hij een verzoek doen aan het gemeentebestuur om deze schade te vergoeden. o. Aan de wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming Bos zal worden toegevoegd dat compensatie binnen het plangebied moet plaatsvinden. p. Het onderdeel van de zienswijze over het ontbreken van een visuele afscherming is identiek aan het onderdeel van de zienswijze onder h. Hiervoor wordt ook verwezen naar paragraaf 3.4. q. Voor het onderdeel over het ontbreken van parkeermogelijkheden voor gasten wordt verwezen naar de beoordeling onder k. r. Voor de eigendom van de Maasweg wordt verwezen naar het gestelde onder l. s. Voor de door reclamant veronderstelde bouwmogelijkheid van 2 woningen wordt verwezen naar het gestelde onder m. t. Aan de wens van reclamant om zijn bouwvlak te vergroten kan worden tegemoetgekomen.
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is al in zoverre reeds tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder n (convenant) is al in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
-
50
Aan het onderdeel van de zienswijze onder o zal worden tegemoetgekomen door aan de wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming Bos toe te voegen dat compensatie binnen het plangebied moet plaatsvinden. Aan het onderdeel van de zienswijze onder t zal worden tegemoetgekomen door het bouwvlak ter plaatse van Maasweg 2 te verruimen. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
23. J.W. Meekers, Heindijk 23, 3233 LE Oostvoorne
a.
b.
c.
d. e. f. g.
Reactie ontvangen: 5 maart 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt de reclamant dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden voor de kwaliteitsverbetering van het recreatiepark is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Reclamant is bang voor een forse waardevermindering van zijn bezit als het bestemmingsplan wordt aangenomen. Reclamant vraagt of de bestaande kas mag worden herbouwd wanneer deze bijvoorbeeld door storm in elkaar zakt. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan vastgelegd zien dat de Gorslaan openbaar blijft. De voorzieningen voor brandbestrijding zijn in het hele gebied ontoereikend.
Beoordeling en conclusie De zienswijze is op 5 maart door de gemeente ontvangen. Tot en met 1 maart was er een mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Omdat de zienswijze buiten de wettelijk daartoe gestelde termijn is binnengekomen wordt deze niet in behandeling genomen.
24. Moree Gelderblom Advocaten, Postbus 25006, 3001 HA Rotterdam, namens E.Th. Rothuis, Kamplaan 12, 3233 XD Oostvoorne
a. b.
Reactie ontvangen: 22 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant verwijst naar de inspraakreactie van 13 april 2005. Hij is van mening dat ondeugdelijk gemotiveerd op zijn eerdere bezwaren is ingegaan. In het bestemmingsplan wordt regelmatig verwezen naar het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Het is niet duidelijk of dit convenant er daadwerkelijk is. Als
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
c.
d.
e.
f.
g. h.
i.
j. k.
l.
m.
n. o.
51
dit niet het geval is dan vervalt een belangrijke basis voor het bestemmingsplan zoals het er nu ligt en kan ook niet naar het convenant verwezen worden. De opmerkingen van de commissie VROM en de memo van het RBOI geven aan dat het ontwerpbestemmingsplan op een aantal punten gewijzigd c.q. geschrapt is. Het ontwerpbestemmingsplan dat nu ter inzage ligt is echter ongewijzigd. Volgens reclamant is het begrip paardenbak in artikel 1 onder 48 zo ruim en algemeen dat ook hobbymatige paardrijactiviteiten bij de eigen woning en de voorzieningen die daarvoor zijn getroffen onder deze begripsbepaling vallen. Onduidelijk is wanneer voorzieningen voor hobbymatige paardrijactiviteiten onder de begripsbepaling vallen en wanneer niet. Men zou zich moeten beperken tot bouwvergunningplichtige activiteiten. Reclamant is het verder niet eens met het bijzondere gebruiksvoorschrift dat de gronden met de bestemming Tuinen niet mogen worden gebruikt als paardenbak. De vrijstellingsmogelijkheid in het voorontwerpbestemmingsplan (versie 2005) dient te worden gehandhaafd. Reclamant is van mening dat de verkoop van eigen geweekte agf-producten (aardappelen, groente en fruit) aan huis moet worden bestemd. Indien er een agf-winkel in de omgeving van reclamant zou komen, dan kan de vraag ontstaan of er door reclamant illegaal agfproducten worden verkocht. Er wordt nogmaals verzocht om de verkoop van agf-producten aan huis te bestemmen. Reclamant blijft bezwaar houden tegen de bestemming Bedrijfsdoeleinden voor de bouwmarkt aan de Zeehoevelaan. Er wordt volledig voorbijgegaan aan de reactie ex artikel 10 Bro van de PPC van de provincie Zuid-Holland van 7 december 1999 en dit advies is niet in de reactie van de PPC van 2005 herzien. Reclamant verzoekt om de agrarische bestemming voor het betreffende perceel te behouden. Het is volgens reclamant onbegrijpelijk waarom er, mede gezien het advies van het waterschap, niet meer duidelijkheid wordt geboden voor een oplossing van de wateroverlast. Reclamant kan zich niet verenigen met de eventuele kap van het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gronden voor herstructurering en kwaliteitsverbetering van het recreatiegebied. Verder zou in het bestemmingsplan moeten worden vastgelegd dat er een herplantplicht (aanlegvergunning) geldt voor groen, dan wel een compensatieplicht voor groen elders in het plangebied. Reclamant is van mening dat er een visuele afscheiding van minimaal 5 m met opgaande beplanting tussen het recreatiegebied en het woongebied in het plan moet worden vastgelegd. Voor een betere landschappelijke inpassing van de parkeervoorziening bij de Kamplaan is een strook van 5 m in plaats van 3 m noodzakelijk. Reclamant kan zich vinden met de aanpassingen ten aanzien van de ontsluiting van het gebied. Vreemd is wel dat de ontsluitingsvariant C nog op de kaart (figuur 8 beleidsvisie) is terug te vinden. In de memo van het RBOI van 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied. In het ontwerpbestemmingsplan is hier niets over terug te vinden, dit schept onduidelijkheid. Er zou duidelijk vastgelegd moeten worden welke bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn toegestaan en onder welke voorwaarden in het centrumgebied (geen permanent verblijf). Reclamant is verder niet eens met de wijziging van de voormalige agrarische gronden in een tuinbestemming. Door de beperking tot het bouwen van maximaal 10 m² opstallen wordt niet toegekomen aan de wens van belanghebbenden om dit te verhogen naar 40 m². Het is verder onacceptabel dat dit van kracht is totdat de gronden in eigendom zijn van de eigenaar van het recreatiegebied, die de gronden vervolgens mag aanwenden voor verbetering van de kwaliteit van het recreatiegebied. Aanvullende reactie ontvangen: 28 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. De bezwaren uit de inspraakreacties van 13 april 2005 en 21 februari 2007 blijven gehandhaafd. In de plantoelichting is de passage over het convenant met de Molecatengroep geschrapt. Het is onduidelijk geworden op welke wijze de kwaliteitsverbetering die wordt beoogd ten aanzien van de recreatiebestemmingen nu zal worden gerealiseerd. De belangenafweging
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
p.
q.
r. s.
t.
52
is nog steeds onevenwichtig. De Molecatengroep krijgt de mogelijkheid om uit te breiden nabij het hertenkamp en ter plaatse van de vroegere vuilstortplaats. Reclamant vindt het beleid ten aanzien van paardenbakken onduidelijk en in strijd met het beginsel van rechtszekerheid. Enerzijds wordt gesproken van een paardenbakkenverbod, anderzijds wordt aangegeven dat het niet wenselijk is een paardenbak te hebben of te maken. Reclamant blijft het noodzakelijk vinden dat de verkoop van eigen gekweekte agf-producten met het oog op de toekomst wordt bestemd. Hij blijft bij zijn bezwaren tegen de bestemming Bedrijfsdoeleinden voor de bouwmarkt. Reclamant blijft het onduidelijk vinden hoe het waterbeheer bestemmingsplantechnisch wordt ingevuld. In het gewijzigde ontwerpbestemmingsplan worden steeds meer stukken bos en natuur (hertenkamp en voormalige vuilstortplaats) opgeofferd voor recreatie. Reclamant maakt bezwaar tegen de bestemming recreatie voor het hertenkamp en het kappen van een strook bomen. Ook de voormalige vuilstortplaats dient als groenvoorziening behouden te blijven. Verder blijft reclamant erbij dat een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en het woongebied moet worden aangebracht. Er is sprake van willekeur en onduidelijkheid. Ook kleine ondernemers kampen met het probleem van gebrek aan ruimte. In het advies van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond wordt geconstateerd dat het bluswater ontoereikend is bij calamiteiten. In het bestemmingsplan wordt geen aandacht besteed hoe aan de mogelijkheden tot verbetering en het beperken van het risico. De recreatie-eenheden bestaan uit brandbare materialen. Het bestemmingsplan moet aangeven hoe de veiligheid kan worden verbeterd, bijvoorbeeld door het opnemen van een minimumafstand tussen de recreatie-eenheden.
Beoordeling Het gemeentebestuur deelt de mening van reclamant niet, dat onvoldoende op de reactie(s) van reclamant is ingegaan. De reacties van de bewoners van het plangebied hebben er aanleiding toe gegeven om het ontwerpbestemmingsplan op een aantal onderdelen relatief ingrijpend te wijzigen. b. Het onderdeel van de zienswijze over het convenant komt overeen met het onderdeel van de onder 3 genoemde reclamant onder k. Hiernaar wordt verwezen. c. Het bestemmingsplan dat begin 2007 ter visie is gelegd was op een aantal onderdelen gewijzigd ten opzichte van de eerdere versie. Op de website was abusievelijk een onjuiste versie gepubliceerd. Dit is overigens voor het gemeentebestuur aanleiding geweest om de vaststellingsprocedure op dat moment niet door te zetten. d. Omdat een paardenbak uit ruimtelijk-landschappelijk oogpunt niet wenselijk is, biedt het ontwerpbestemmingsplan geen mogelijkheid om een paardenbak te realiseren. Hieronder vallen ook paardenbakken voor het hobbymatig paardrijden bij huis. Ruimtelijk gezien maakt het geen verschil of de paardenbak hobbymatig wordt gebruikt of bedrijfsmatig. e. Het betreft een kleinschalige vorm van detailhandel, waarvan het gemeentebestuur van mening is dat deze binnen de bestemming Woondoeleinden aanvaarbaar is, gelet op het ondergeschikte karakter. Om misverstanden te voorkomen zal bij de regeling voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten binnen de bestemming Woondoeleinden worden aangegeven dat ter plaatse van Kamplaan 12 kleinschalige detailhandel is toegestaan. f. De bouwmarkt betreft een bestaande situatie. In het verleden is hiervoor vrijstelling verleend op basis van artikel 19 lid 1 WRO. g. Wat het aspect water betreft wordt verwezen naar het algemene commentaar onder 3.1. h t/m m. Deze onderdelen van de zienswijzen zijn inhoudelijk gelijk aan de onderdelen van de onder 3 genoemde reclamant onder c, h, f, e, g en d. Hiernaar wordt verwezen. n t/m t. Deze onderdelen zijn inhoudelijk vrijwel gelijk aan de eerder ingediende zienswijze. Voor het aspect veiligheid en bluswater wordt ook verwezen naar paragraaf 3.2. In aanvulling hierop wordt nog het volgende opgemerkt. o. De feitelijke realisering van de kwaliteitsverbetering is de verantwoordelijkheid van de Molecatengroep. De gemeente geeft uitsluitend de randvoorwaarden waarbinnen de kwaliteitsverbetering moet plaatsvinden. Voor het Recreatiepark Kruininger Gors is dit het voorliggende (ontwerp)bestemmingsplan. q. Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde onder e en f. a.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
s.
-
-
53
Zoals eerder is aangegeven heeft het gemeentebestuur naar aanleiding van zienswijzen van de bewoners van Kruiningergors een nieuwe afweging gemaakt. Deze heeft ertoe geleid dat de wijzigingsbevoegdheid voor verblijfsrecreatie voor de gronden met de bestemming Bos grotendeels is vervangen. Kwaliteitsverbetering blijft echter noodzakelijk. In verband hiermee wordt de mogelijkheid geboden om de voormalige vuiloverslagplaats en de strook tussen het hertenkamp en een bestaand caravanterrein hiervoor te gebruiken. Het hertenkamp bood in alle eerdere versies van het (voor)ontwerpbestemmingsplan al de mogelijkheid om deze locatie te gebruiken voor verblijfsaccommodatie. De hiervoor genoemde functiewijzigingen vormen geen uitbreiding van de verblijfsrecreatie in de zin van een groei van het aantal verblijfseenheden. Het maximale toegestane aantal verblijfseenheden is lager dan het huidige aantal en aanzienlijk lager in vergelijking met het aantal verblijfseenheden ten tijde van de overdracht aan de Molecatengroep. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder b (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. Aan het onderdeel van de zienswijze onder h (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder l is al in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. De onderdelen van de zienswijze onder e en q geven aanleiding tot aanpassing van de regeling voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
25. Fam. Van Oudenaarden, Kamplaan 8, 3233 XD Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
Reactie ontvangen: 28 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamanten dat de kwaliteitsverbeteringen van een commerciële onderneming het uitgangspunt vormen voor een bestemmingsplan. Iedere onderneming heeft met dergelijke verbeteringen van doen. Daar horen concessies ook bij. Verhoging van de kwaliteit gaat veelal ten koste van de kwantiteit. Daarom is het extra vreemd dat met de bouw van nieuwe appartementen het bestaande aantal recreatiewoningen zelfs wordt vergroot. De ruimte voor kwaliteitsverbetering en uitbreiding is in het plangebied gewoon niet aanwezig en het valt niet te rijmen dat de gemeente de toekomstige mogelijkheden van het recreatiepark laat prevaleren boven die van de vaste bewoners. Het kappen van het populierenbos is volgens reclamant in strijd met de doelstellingen van het bestemmingsplan (blz. 3), de Gebiedsgerichte Verkenning VPR (2003 blz. 11) de Structuurvisie Westvoorne (1996 blz. 11) en het zogenaamde convenant waarin verandering van bestemming van natuur- en duingebied is uitgesloten (blz. 11). Verder is het volgens de reactie van VROM niet gewenst dat uitbreiding van bebouwing ten koste gaat van ecologische waarden. Reclamanten maken zich ongerust over de mogelijke gevolgen van de kap van het bos. Voordat men tot besluitvorming over gaat moet er een gedegen onderzoek naar de effecten worden gedaan. Verzocht wordt, indien ondanks alle bezwaren toch medewerking wordt verleend aan het kappen van het populierenbos, dat in de wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen dat de compensatie in het plangebied dient plaats te vinden. Op blz. 31 van het ontwerpbestemmingsplan: onduidelijk is wat wordt bedoeld met "enkele percelen in principe in aanmerking komen om te worden betrokken bij herstructurering". Gevraagd wordt om welke percelen het gaat. Reclamanten kunnen zich niet vinden in de grootte van de parkeerplaats ten noorden van de Kamplaan. Onduidelijk is hoe deze parkeerplaats zich verhoudt tot het uitgangspunt om
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
e. f.
g.
h.
54
parkeerplaatsen dichter bij de verblijfsmiddelen te realiseren. Door het maken van een centrale parkeerplaats zullen meer auto's langs de Gorslaan en Kamplaan worden geparkeerd om te laden en lossen, dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. Op blz. 53 wordt gesproken over de Zeehavenweg, waarschijnlijk wordt hier Zeehoeveweg bedoeld. Het bestemmen van gronden met de subbestemming parkeervoorziening aan de Kamplaan lijkt in strijd met het plan zelf, op gronden met de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden wordt al de mogelijkheid geboden voor bijbehorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen. Het is aan de ondernemer zelf om te bepalen hoe en waar voorzieningen worden gepland, mits er rekening wordt gehouden met de landschappelijke inpassing. De voorgestelde groenstrook van 3 m tussen de parkeervoorziening en de Kamplaan/Zeehoeveweg is te weinig. Net als elders, is een strook van 5 m met opgaande beplanting een minimum. Ruimtegebrek mag geen excuus zijn om hier vanaf te wijken. Reclamanten zijn blij met de aandacht voor de waterproblematiek in het gebied. In het ontwerp zijn echter geen concrete oplossingen terug te vinden. De wateroverlast beperkt zich niet tot zomerbuien, straatkolken ontbreken, greppels zijn gedempt en watergangen en gemalen hebben een te geringe capaciteit. Reclamanten dringen aan op actie vanuit de gemeente. Indien dit niet binnen het bestemmingsplan kan worden gerealiseerd dan moet het in ieder geval op de beleidsagenda gezet worden.
Beoordeling Inhoudelijk is de zienswijze gelijk aan de zienswijze van de onder 16 genoemde reclamant wat betreft de daar genoemde onderdelen onder a t/m c, e t/m h en p. Verwezen wordt naar de daar onder de betreffende punten weergegeven beoordeling. Voor de beoordeling van de aspecten die betrekking hebben op water en de parkeerzone langs de Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 en 3.5.
-
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan de onderdelen van de zienswijze onder a t/m c is reeds tegemoetgekomen of de betreffende onderdelen zijn niet meer van toepassing in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder d. zal gedeeltelijk worden tegemoetgekomen door een vrijstellingsmogelijkheid op te nemen om buiten de gronden met de nadere aanwijzing (p) in het gebied ten westen van de Zeehoeveweg collectieve parkeergelegenheid te realiseren. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
26. P.L. Pols, Kalishoek 24, 3181 BP Rozenburg en L.G. Pols, Maasweg 5, 3233 XE Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen: 23 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamanten hebben op 3 april 2005 hun reactie kenbaar gemaakt op het voorontwerpbestemmingsplan. In het antwoord wordt geconcludeerd dat de toevoeging "parkeervoorziening" kan komen te vervallen. In het nu voorliggende ontwerp is deze aanpassing echter niet doorgevoerd. Verzocht wordt om dit alsnog te doen. Er zijn aanmerkelijke verschillen in de oppervlakte van de bestemmingsvlakken W4. In het kader van het gelijkheidsbeginsel moet er volgens reclamanten naar gestreefd worden om de verschillen minimaal te houden. Een geringe oprekking van het ingetekende bouwvlak is, gelet op de grotere bouwvlakken in de omgeving, redelijk. Verzocht wordt om het bouwvlak aan te passen. Reclamanten hebben eerder getracht duidelijk te maken dat het surplus aan grondoppervlak een bestemming dient te krijgen die meer in overeenstemming is met het huidige ge-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
55
bruik. In het verleden zijn kampeermiddelen toegelaten dan wel geplaatst in dit gebied. Het kan volgens reclamanten niet zo zijn dat dit beleid in een keer van tafel wordt geveegd terwijl grootschalig recreatief gebruik blijft bestaan en zelfs wordt versterkt. Een permanente of semipermanente verblijfsbestemming zou gewenst zijn. Signalen in deze richting zijn op 7 februari 2007 door de VROM-commissie afgegeven. Verzocht wordt ten behoeve van een recreatief verblijf een nadere passende aanduiding op te nemen.
a.
b. c.
-
Beoordeling Naar aanleiding van de zienswijzen is de doeleindenomschrijving van de bestemming Tuinen destijds aangepast. Hoewel het wel de bedoeling was om ook de nadere aanwijzing (p) ter plaatse van de bestemming Tuinen tussen Maasweg 3 en 5 te laten vervallen, is dit niet doorgevoerd. Dit zal alsnog worden gewijzigd. In vergelijking met het bouwvlak van andere woningen, is het bouwvlak Maasweg 5 beperkt. Het is niet bezwaarlijk de diepte van dit bouwvlak enigszins te verruimen. Het beleid voor Kruiningergors is waar mogelijk afgestemd op het beleid dat ten grondslag ligt aan het in mei 2007 vastgestelde bestemmingsplan Landelijk gebied Westvoorne. In dit bestemmingsplan worden bestaande bedrijven als zodanig bestemd, er worden echter geen nieuwe activiteiten mogelijk gemaakt. Het is niet wenselijk om de recreatieve functie van het gebied Kruiningergors op betrekkelijk willekeurige percelen binnen het woongebied uit te breiden. Dit onderdeel van de zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. Conclusie De nadere aanwijzing (p) bij Maasweg 5 kan vervallen. Het bouwvlak met de bestemming Woondoeleinden ter plaatse van Maasweg 5 wordt verruimd. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
27. P.A. Pijnenburg, Heindijk 11, 3233 LE Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen 26 januari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt reclamant dat het bestemmingsplan dat nu (begin 2007) ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij reclamant. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamant wil graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er wordt door reclamant twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens reclamant is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
56
kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het Zuid-Hollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens reclamant niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. . Reclamant vindt het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
l.
m.
n.
o.
57
Aanvullende reactie ontvangen 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is van mening dat in het bestemmingsplan te weinig concrete invulling wordt besteed aan het onderdeel water. Reclamant zou hier meer duidelijkheid over willen verkrijgen, temeer daar Kruiningergors geen onderdeel uitmaakt van het gemeentelijke waterplan. Het totale waterbeheer had vergaand met het waterschap moeten zijn besproken en uitgewerkt in het bestemmingsplan. Reclamant verzoekt zowel planvoorschriften als plankaart aan te passen. Reclamant plaatst kanttekeningen bij de bestemmingswijziging in verblijfsrecreatie op het hertenkamp en het kappen van een strook bomen. Ook de voormalige vuilstortplaats dient behouden te blijven. Reclamant verzoekt de oorspronkelijke uitspraken en afspraken gestand te doen en infrastructurele, bezettings- en natuur- en beplantingsproblemen op te lossen door middel van alternatieven zonder dat de gestelde uitgangspunten geweld worden aangedaan. Het gemeentelijke beleid is erop gericht om bedrijfsactiviteiten landschappelijk in te passen. De verblijfsrecreatieve activiteiten op het recreatiepark moeten op dezelfde wijze worden ingepast. Een groenstrook tussen het recreatiepark en terreinen van derden ontbreekt op veel plaatsen. Reclamant verzoekt om terug te komen op de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten, waarbij iedere ondernemer de landschappelijke inpassing op eigen terrein vorm moet geven. Er wordt geconstateerd dat het bluswater onvoldoende is. Het bestemmingsplan gaat niet in op de mogelijkheden om dit te verbeteren of het risico te verminderen. Dit aspect moet mede bepalend zijn voor de totale gebiedsinrichting.
Beoordeling De zienswijze van reclamant is identiek aan de zienswijze van de onder 11 genoemde reclamant. Voor de beoordeling wordt hierna verwezen. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, de voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming van het recreatiepark en de parkeerzone langs de Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5.
-
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
28. Stichting Natuur en Landschap Voorne Putten, Postbus 57, 3230 AB Brielle
a.
b.
Reactie ontvangen: 28 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant verwijst naar de eerdere ingebrachte bezwaren van 7 april 2005. Deze bezwaren worden onverkort gehandhaafd, met de kanttekening dat door het opnemen van de compensatieverplichting in het ontwerpbestemmingsplan aan een onderdeel van het bezwaar van reclamant is tegemoetgekomen. In aanvulling op de eerder ingebrachte bezwaren brengt reclamant het volgende naar voren. Het doet genoegen dat het beleid gericht is op behoud en versterking van de natuurwaarden en de landschappelijke kwaliteiten. Het gaat reclamant vooral om de kwaliteiten van de restanten van de oude duin- en bosgebieden. Helaas is het restant van de oude duin-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
c.
a.
b.
c.
-
58
en bosgebieden die aan het einde liggen van de duinenrij richting oosten langs de voormalige kust van Voorne niet voldoende beschermd. Reclamant is het eens met de compensatieverplichting voor het bos. Reclamant is het niet eens dat compensatie van het bos dat verloren gaat in fase 2 zoals de Molecatengroep dit voorstaat, elders in het plangebied kan plaatsvinden. De populieren hebben hun laatste groeifase bereikt, waardoor bij zware storm veel bomen kunnen omwaaien. De populieren moeten dan ook vervangen worden door sterkere boomsoorten. Deze compensatie moet volgens reclamant alleen ter plaatse geschieden omdat anders de bufferfunctie verloren gaat. Beoordeling Verwezen wordt naar de beantwoording van de eerdere reactie, zij het dat het voorliggende ontwerpbestemmingsplan met name wat de bestemmingsregeling voor het populierenbos is aangepast. Aan de oostzijde is de vroegere duinstrook vrijwel geheel in gebruik genomen als caravanterrein met aanlegplaatsen voor boten en dagrecreatieterrein. De bestemmingsregeling is afgestemd op dit gebruik. De feitelijke situatie geeft geen aanleiding tot wijziging. Dit onderdeel van de zienswijze is achterhaald doordat de wijzigingsbevoegdheid voor het bos ter plaatse van fase 2 is vervallen. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan de onderdelen van de zienswijze die betrekking hebben op het populierenbos is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan.
29. Stichting Recreanten Belangen Kruininger Gors, Schrijnwerkerstraat 49, 3123 EJ Schiedam
a.
b.
c.
d.
Reactie ontvangen: 27 februari 2007 (per e-mail) en 1 maart 2007 (per post); gericht aan: het college van burgemeester en wethouders. Het idee ontstaat dat de beoogde kwaliteitsverbetering van het Kruininger Gors de wens is van recreanten. Dit is echter niet de wens van de meerderheid van de huidige recreanten. Het gevolg van de huidige plannen is immers dat door de herstructurering minder mensen kunnen blijven recreëren. De huidige recreatiewoningen zijn alle in de loop van de tijd beetje bij beetje opgebouwd en worden als leefbaar beschouwd, evenals het gemiddelde oppervlak van 100 m² per recreatiewoning. Deze woningen zijn niet verplaatsbaar. Indien nu wordt uitgegaan van 150 tot 200 m² per woning moet in het gunstigste geval 80% van de recreanten opnieuw beginnen. Daarbij is de verwachting dat zelfbouw niet meer wordt toegestaan en dat men is aangewezen op chalets zoals deze door de Molecatengroep worden aangeboden vanaf € 40.000,- per stuk. Dit zijn bedragen die door de meeste huidige recreanten niet zijn op te brengen. De inrichting van het bestemmingsplan heeft als uitgangspunt het convenant dat met de Molecatengroep zou zijn gesloten. Gevraagd wordt wanneer en in welke openbare commissie/vergadering dit convenant is gesloten. In eerdere plannen staat dat de verkeerssituatie onveilig is, maar dat er geen financiële middelen zijn om dit te verbeteren. In het huidige ontwerpbestemmingsplan is dit niet meer terug te vinden. Dit is volgens reclamant vreemd, want iets is veilig of niet. Volgens reclamant is de Gorslaan nog steeds onveilig. De besluitvorming om geen geld beschikbaar te stellen voor de veiligheid ziet reclamant met belangstelling tegemoet. Mocht er in de toekomst een fataal ongeluk plaatsvinden dan zal reclamant onderzoeken of de gemeente mede aansprakelijk kan worden gesteld. In het plangebied zijn horeca-activiteiten toegelaten uit de categorieën 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten. Dit zijn volgens de tekst lichte horecabedrijven die slechts in beperkte mate hinder veroorzaken. In categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten staat
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
59
echter: "middelzware horecabedrijven", die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden veroorzaken. De vraag is wat nu juist is, de omschrijving zoals weergegeven in hoofdstuk 3.6 van de toelichting of de regels zoals benoemd in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten. Mocht dit laatste het geval zijn dan bestaan daar grote bezwaren tegen. Volgens reclamant verdwijnen de huidige "grote zaal" en de snackbar. In plaats daarvan komt er een restaurant met feestzalen. Om economische redenen zal dit complex niet alleen op recreanten kunnen draaien en worden er naar verwachting ook feesten, bruiloften en dergelijke georganiseerd. Hoeveel overlast dit zal geven is nog onduidelijk, maar te denken valt in ieder geval aan parkeren en het laat naar huis gaan van feestgangers. Dit zou voor de recreanten geen goede ontwikkeling zijn.
e.
f.
g.
a.
b.
c.
d.
Aanvullende reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: het college van burgemeester en wethouders. Reclamant vraagt wat de status van het ter inzage gelegde plan is en tegen welke versie een zienswijze kan worden ingediend. Er bestaat volgens reclamant verwarring over verschillende versies. Reclamant is van mening dat het huidige ontwerpbestemmingsplan d.d. 15-11-2007 niet bestempeld kan worden als een officieel stuk. De inhoudelijke argumenten zijn daarom gebaseerd op een mengeling van de verschillende plannen. Reclamant vindt dat horeca-activiteiten ingedeeld in categorie 2 niet passen in het centrumgebied. In het plan met een eerdere versiedatum staat dat het alleen wenselijk is om horecabedrijven in de categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten mogelijk te maken. In het ontwerpbestemmingsplan met versiedatum 15-11-2007 is dat vervangen door 1 en 2. Reclamant stelt vraagtekens bij de gehanteerde verkeercijfers. In het plan met de eerdere versiedatum zijn in bijlage 4 (luchtkwaliteit) verkeersintensiteiten opgenomen. In het plan met versiedatum 15-11-2007 is deze bijlage geheel vervallen. Daarnaast is in het plan met versiedatum 15-11-2007 een stuk tekst met betrekking tot verkeerstellingen geschrapt die wel in het plan met een eerdere versiedatum stond. De cijfers blijven wel bestaan en het jaartal 2006 wordt vervangen door 2007. Reclamant eist een duidelijke onderbouwing met recent gehouden tellingen en berekeningen voor fijn stof. Beoordeling Het bestemmingsplan biedt − binnen de aangegeven randvoorwaarden − de mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de ondernemer om van de mogelijkheden al dan niet gebruik te maken. In de uitvoering van toekomstige verbeteringen is voor het gemeentebestuur geen rol weggelegd. Gebleken is dat er geen schriftelijk convenant is tussen het gemeentebestuur en de Molecatengroep, maar dat een aantal voorwaarden voor de eigendomsoverdracht is neergelegd in de koopovereenkomst. De toelichting is in het bestemmingsplan d.d. 15 november 2007 reeds aangepast. In het verleden zijn de mogelijkheden onderzocht om de ontsluitingsstructuur van het recreatiepark te veranderen. Alleen met een vrij forse ingreep in de vorm van het realiseren van een nieuw weggedeelte vanaf de Heindijk zou een andere wijze van ontsluiten tot de mogelijkheden behoren en zou het mogelijk zijn de Gorslaan verkeersluw te maken. Een dergelijke ingreep legt bovendien een behoorlijke claim op de Heindijk. Inmiddels is de Gorslaan ingericht als 30 km/h-gebied. Ook voor de andere wegen in het plangebied geldt dit snelheidsregime. Dit afwegende tegen de kosten van een nieuwe ontsluiting heeft het gemeentebestuur doen besluiten de huidige ontsluitingsstructuur te handhaven. In een eerdere versie van het ontwerpbestemmingsplan waren de mogelijkheden voor horecabedrijven binnen het recreatiepark inderdaad beperkt tot categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten, dit in tegenstelling tot het gebied buiten het recreatiepark, waar ook bedrijven in categorie 2 zijn toegestaan. Het gemeentebestuur heeft overwogen dat, gelet op het feit dat horecabedrijven binnen het recreatiepark alleen in het centrumgebied zijn toegestaan, hier bijvoorbeeld ook een café mogelijk zou moeten zijn. Een dergelijk bedrijf behoort tot categorie 2. Een zekere levendigheid door horeca is inherent aan een centrumgebied. Van de exploitant mag daarbij de verantwoordelijkheid worden verwacht dat levendigheid niet uitmondt in overlast. Op dat punt lopen overigens de belangen van de
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
e.
f. g.
-
60
Molecatengroep en de verblijfsrecreanten parallel. Overlast veroorzakende horeca op het park leidt niet tot het vasthouden van de gasten en geeft het park een slechte naam. Het is overigens niet mogelijk om nieuwe horeca-accommodatie op het recreatiepark structureel een functie te geven voor feesten en muziek- of dansevenementen. Een partycentrum behoort tot categorie van de Staat van Horeca-activiteiten en is niet toegestaan. Het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is het plan dat ten behoeve van de vaststellingsprocedure ter inzage is gelegd. Dit plan zal, met eventuele wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen of op grond van ambtshalve overwegingen, aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden. Voor het onderdeel van de zienswijze dat betrekking heeft op de toelaatbaarheid van horeca wordt verwezen naar de beoordeling onder d. In de eerdere versie van het bestemmingsplan werd de mogelijkheid geboden om het totale aantal verblijfseenheden op het recreatiepark te vergroten door middel van het realiseren van appartementen in het centrumgebied. De toename van het aantal verblijfseenheden als gevolg hiervan moet worden beschouwd als een nieuwe ontwikkeling, die moet worden getoetst aan de daarvoor van belang zijnde wetgeving. Dit was het Besluit luchtkwaliteit (nu Wet luchtkwaliteit). Hoewel geen concrete plannen aanwezig waren voor het realiseren van appartementen is voor inzicht in het effect van een toename van het aantal verblijfseenheden uitgegaan van een aantal appartementen van 50. De mogelijke invloed hiervan op de luchtkwaliteit is berekend met behulp van het daarvoor voorgeschreven rekenmodel. In het voorliggende ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 moet het aantal appartementen in het centrumgebied in mindering worden gebracht op het totale aantal toegestane verblijfseenheden. Hierdoor is er geen sprake meer van een nieuwe ontwikkeling en hoeft de realisering van appartementen in het centrumgebied niet meer te worden getoetst. Dit is ook de reden waarom de eerder opgenomen bijlage met het onderzoek luchtkwaliteit is vervallen. Naar aanleiding van eerdere reacties is de verkeersparagraaf met daarin cijfers over de verkeersintensiteiten geactualiseerd. De vermelde cijfers in tabel 3.5 van de toelichting zijn jaargemiddelde cijfers. In verband met de recreatieve functie van het plangebied kunnen deze intensiteiten relatief sterk fluctueren, afhankelijk van de periode van het jaar. Voor de prognose is als maatgevend jaar 2017 gehanteerd, omdat het gebruikelijk is hiervoor een periode van 10 jaar te hanteren. Door afronding op "ronde" getallen is er geen verschil in intensiteiten tussen twee opeenvolgende jaren. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder b (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
30. H. Stoppelenburg, Heindijk 21, 3233 LE Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen: 26 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant verwijst naar zijn brief van 23 maart 2005 in het kader van de inspraakprocedure over het bestemmingsplan. Hij vindt het onbegrijpelijk dat na twee jaar (vanaf de vorige inspraakperiode in 2005) er geen concepteindtekst kan worden opgeleverd, zodat er nu commentaar moet worden gegeven op een plan dat waarschijnlijk al weer gewijzigd is. Reclamant betwijfelt of de inspraak van de zijde van de gemeente gewenst is, vanwege de opgenomen tekst in de bij het ontwerpbestemmingsplan behorende oplegnotitie "gewoon het plan 4 weken ter visie leggen en vervolgens de brieven die zijn binnen gekomen beantwoorden". Het bestemmingsplan is op een aantal punten zeer vaag. Voorbeelden die genoemd worden zijn het ontbreken van een visie of stellingname op de gevolgen van het vergroten van het oppervlaktewater binnen het plangebied met een factor 3 of 4. Ook het Waterschap De Brielse Dijkring duidde al op het ontbreken van een waterparagraaf. De vaagheid geldt ook voor de ontsluiting van het recreatiepark en de voorkeur voor de variant C voor de ontslui-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
61
ting, waarvoor tegelijkertijd wordt uitgesproken dat de benodigde financiële middelen ontbreken. Ten aanzien van de kwalitatieve verbeteringen die aangebracht zullen worden in het recreatiepark, met onder meer versterking van de dagrecreatieve functie met de daaruit voortvloeiende verkeersintensiteit, wordt voorzien dat de verkeersvrijheid en -veiligheid verder in het geding komen. Zeker omdat inmiddels bekend is dat de Tichelarijweg op korte termijn wordt afgesloten. De Heindijk, Maasweg en Zeehoeveweg kunnen mogelijk een significante toename van verkeer verwachten, maar zijn hier niet op ingericht. In aanvulling op het bovenstaande punt wordt opgemerkt dat het autoluw maken van de Gorslaan onwenselijk is, vanwege de verschuiving van het verkeer naar wegen die hiervoor niet zijn ingericht, zoals de Heindijk. De problemen veroorzaakt door het recreatiepark worden naar de directe omgeving verschoven, wat ten koste gaat van de reguliere bewoners van Kruiningergors. Ten aanzien van deze ontwikkelingen vindt reclamant het niet wenselijk om met veel onduidelijkheden over te gaan tot besluitvorming over toekomstige verkeerskundige maatregelen. Reclamant vindt dat de mogelijkheden voor uitbreiding van (bestaande) woningen te marginaal zijn. Hieruit zou mogelijk opgemaakt kunnen worden, dat het lijkt of er een ontmoedigingsbeleid voor reguliere bewoning plaatsvindt, waarbij op de lange termijn een recreatievoorziening wordt gecreëerd met de Heindijk als natuurlijke zuidgrens. Ten aanzien van de bestemming Tuinen vindt reclamant dat het toestaan van één (bij)gebouw per perceel te weinig, (een combinatie van) meerdere gebouwtjes, zoals een kippenhok en een hobbykas, kunnen een bijdrage kunnen leveren aan het landschappelijke karakter van het gebied. De noodzaak tot verandering van de bestemming Agrarische doeleinden in Tuinen voor de grond van de vaste bewoners, anders dan dat hier een (toekomstig) commercieel belang voor de Molecatengroep ligt, is voor reclamant onacceptabel. Het kappen, ten behoeve van commerciële belangen, van het in het plan aangegeven (populieren)bos is voor reclamant niet acceptabel. Argumenten die reclamant geeft zijn de kans op mogelijke toename van geluidsoverlast en visuele aspecten (horizonvervuiling) vanuit Europoort. De vernietiging van flora en fauna staat volgens reclamant niet in verhouding tot de gewenste verbetering van het recreatiepark. Aanvullende reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is van mening dat in het bestemmingsplan te weinig concrete invulling wordt besteed aan het onderdeel water. Reclamant zou hier meer duidelijkheid over willen verkrijgen, temeer daar Kruiningergors geen onderdeel uitmaakt van het gemeentelijke waterplan. Het totale waterbeheer had vergaand met het waterschap moeten zijn besproken en uitgewerkt in het bestemmingsplan. Reclamant verzoekt zowel planvoorschriften als plankaart aan te passen. Reclamant plaatst kanttekeningen bij de bestemmingswijziging in verblijfsrecreatie op het hertenkamp en het kappen van een strook bomen. Ook de voormalige vuilstortplaats dient behouden te blijven. Reclamant verzoekt de oorspronkelijke uitspraken en afspraken gestand te doen en infrastructurele, bezettings- en natuur en beplantingsproblemen op te lossen door middel van alternatieven zonder dat de gestelde uitgangspunten geweld worden aangedaan. Het gemeentelijke beleid is erop gericht om bedrijfsactiviteiten landschappelijk in te passen. De verblijfsrecreatieve activiteiten op het recreatiepark moeten op dezelfde wijze worden ingepast. Een groenstrook tussen het recreatiepark en terreinen van derden ontbreekt op veel plaatsen. Reclamant verzoekt om terug te komen op de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten, waarbij iedere ondernemer de landschappelijke inpassing op eigen terrein vorm moet geven. Er wordt geconstateerd dat het bluswater onvoldoende is. Het bestemmingsplan gaat niet in op de mogelijkheden om dit te verbeteren of het risico te verminderen. Dit aspect moet mede bepalend zijn voor de totale gebiedsinrichting.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
a.
b. c.
d.
e.
f.
g.
h.
62
Beoordeling Er is in 2005 besloten om over het ontwerpbestemmingsplan een tweede inspraakprocedure te volgen. In paragraaf 7.2.1 van de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan zijn de redenen hiervoor aangegeven. Reclamant legt de woordkeus in de oplegnotitie verkeerd uit; met gewoon wordt bedoeld dat, hoewel al een inspraakprocedure was gehouden, er werd geadviseerd "gewoon" een nieuwe inspraakprocedure te houden. Het is zeker niet de bedoeling geweest om geen inhoudelijke afweging te maken. Voor het aspect water wordt verwezen naar de beoordeling in paragraaf 3.1. Voor de ontsluiting van het plangebied is een aantal jaren geleden onderzocht wat de mogelijkheden zouden zijn om deze te verbeteren. Vooral delen van de Gorslaan werden op sommige tijden als "druk" ervaren, gelet op de doorgaande functie en de menging van langzaam en gemotoriseerd verkeer. Hiervoor is een drietal modellen opgesteld. Daarbij is een voorkeur uitgesproken voor model C. Dit model gaat uit van de aanleg van een rotonde ter plaatse van de aansluiting Brielseweg/N218. Vanaf de rotonde wordt een nieuw weggedeelte aangelegd, aansluitend aan de Breeweg. Vervolgens wordt het verkeer naar de Heindijk geleid en wordt vanaf de Heindijk een nieuwe ontsluitingsweg aangelegd naar de Kamplaan/Zeehoeveweg. Het noordelijke deel van de Zeehoeveweg vormt in die visie dan een centrale ontsluiting van het recreatiecentrum. Op basis van de huidige inzichten houdt de Gorslaan zijn functie als belangrijke ontsluiting van het Recreatiepark Kruininger Gors. Wel is ter plaatse van de aansluiting Brielseweg/N218 inmiddels een rotonde aangelegd. Vanaf deze rotonde is via de Breeweg, die is verbreed tot en met de stoep naar de Heindijk, aansluiting mogelijk op deze dijk. Door deze nieuwe verbinding kan de oversteek van de N218 ter plaatse van de Tichelarijweg vervallen. De gemeente verwacht dat de gevolgen van deze wijzigingen in de wegenstructuur op de intensiteiten op de Maasweg en Zeehoeveweg zeer beperkt zullen zijn. De Heindijk zelf wordt namelijk niet verbreed, waardoor de route via deze dijk niet echt aantrekkelijk wordt. Er zijn geen concrete plannen voor uitbreiding van de dagrecreatieve functie van het recreatiepark voor derden. In het verleden zijn wel plannen ontwikkeld voor bijvoorbeeld een surfschool/watersportcentrum aan het Brielse Meer. Hiervoor zijn vergunningen verleend, maar deze zijn ook weer ingetrokken. De mogelijkheid om aan het Brielse Meer een watersportcentrum te realiseren wordt dan ook geschrapt. Het is niet de bedoeling om de Gorslaan verkeersluw te maken. Om de verkeersveiligheid op de Gorslaan te verbeteren, is voor het gemotoriseerde verkeer een maximumsnelheid van 30 km/h ingesteld. Dit geldt overigens ook voor een aantal andere wegen in het plangebied. De verkeersintensiteiten op de Gorslaan maken een wijziging van de verkeersstructuur niet noodzakelijk. Het betreffende onderdeel van de toelichting over de verkeersstructuur is aangepast. Het gemeentebestuur voert een terughoudend beleid voor de uitbreidingsmogelijkheden van woningen in het landelijk gebied om "verstening" van het landelijk gebied tegen te gaan. Voor de woningen in het gebied Kruiningergors gelden daarbij de uitgangspunten die ook gelden voor het overige deel van het landelijke gebied. Er is zeker geen sprake voor een ontmoedigingsbeleid voor Kruiningergors. Het gemeentebestuur gaat bij de bestemmingsregeling voor burgerwoningen in het landelijk gebied uit van één maximale inhoudsmaat voor woning en erfbebouwing, zoals bergingen en dierenverblijven, samen. Aan de bewoners is dan de keuze voor een grotere woning en minder erfbebouwing, of een ruime oppervlakte erfbebouwing en een kleinere woning. Het uitgangspunt is, dat erfbebouwing nabij de woning wordt gebouwd, binnen de bestemming Woondoeleinden. Het bestemmingsvlak is hiervoor voldoende ruim. Door de erfbebouwing bij de woning te situeren, houden de overige perceelsgedeelten zoveel mogelijk hun groene karakter. Omdat er wel behoefte kan bestaan aan het bouwen van een gebouwtje of overkapping op wat grotere afstand van de woning is, na afweging van het landschappelijk belang en de belangen van de individuele bewoners, gekozen voor een regeling waarbij het bestemmingsplan de mogelijkheid biedt één gebouwtje of overkapping met een maximumoppervlakte van 10 m² te bouwen. Het gemeentebestuur deelt de mening van reclamant niet, dat het bouwen van meerdere gebouwen in de vorm van bijvoorbeeld hobbykassen en kippenhokken, bijdraagt aan de landschappelijke kwaliteit. De bestemming Tuinen in plaats van Agrarische doeleinden is gebaseerd op het feitelijke gebruik van de gronden. Hoewel het grondgebruik in de polder Kruiningergors van oor-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
i.
j.
-
63
sprong overwegend agrarisch was, is er op dit moment nog nauwelijks meer sprake van een bedrijfsmatig agrarisch gebruik. In verband daarmee is er geen aanleiding meer om de onbebouwde percelen tussen de woningen en andere functies te bestemmen voor agrarische doeleinden. Een nadere afweging van mogelijkheden en belangen heeft ertoe geleid dat in het ontwerpbestemmingsplan niet langer de mogelijkheid is opgenomen om de bestemming Bos te wijzigen in verblijfsrecreatie, met uitzondering van een strook bij het hertenkamp. t/m m. Deze onderdelen van de zienswijze komen overeen met de onderdelen l t/m o van de onder 11 genoemde reclamant. Verwezen wordt naar deze beoordeling en naar de beoordeling in paragraaf 3.1 en 3.2. Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder i (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
31. Tennet TSO B.V., Postbus 718, 6800 AS Arnhem
a.
b.
a.
b.
Reactie ontvangen: 27 december 2007 gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant is verheugd dat in het plan rekening is gehouden met de aanwezigheid van de bovengrondse hoogspanningsverbinding. Voor de volledigheid heeft reclamant nog een aantal tekstuele aanvullingen op het aanlegvoorschrift van de bestemming Leidingen. In het lijstje met overleginstanties ontbreekt nog de naam van het bedrijf van reclamant. Verzocht wordt het bedrijf aan deze lijst toe te voegen. Beoordeling Aan de aanlegvergunningenplicht zal worden toegevoegd dat aanlegvergunning ook nodig is voor hoogopgaande beplanting. De overige elementen die reclamant noemt, zoals lichtmasten, hebben geen betrekking op werken of werkzaamheden, maar op bouwwerken. De aangegeven bouwwerken kunnen in het algemeen vergunningvrij worden opgericht. Het ontwerpbestemmingsplan is niet aan Tennet voorgelegd. In verband daarmee is het ook niet zinvol om in het voorliggende bestemmingsplan alsnog de naam van reclamant te vermelden bij de instanties die het voorontwerpbestemmingsplan hebben ontvangen in het kader van het overleg ex artikel 10 Bro. In voorkomend geval zal Tennet worden betrokken bij het overleg ingevolge het Besluit op de ruimtelijke ordening.
Conclusie Aan het onderdeel van de zienswijze onder a kan gedeeltelijk worden tegemoetgekomen. Het aanlegvergunningenstelsel zal worden aangevuld met hoogopgaande beplanting. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing.
32. J.C. van Vliet, Zeehoeveweg 27a, 3233 KX Oostvoorne
a.
b.
Reactie ontvangen: 27 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Op het perceel Zeehoeveweg 27a is jarenlang een bedrijf in automaterialen gevestigd. Het perceel heeft een bedrijfsbestemming, maar er is geen bedrijfswoning toegestaan. Verzocht wordt de bestemmingsregeling aan te passen en een bedrijfswoning mogelijk te maken. Het perceel kadastraal Oostvoorne sectie A nr. 4913 heeft de bestemming Tuinen gekregen. Reclamant geeft aan dat hier altijd de mogelijkheid voor parkeren en stallen van materiaal en voertuigen aanwezig is geweest. Reclamant verzoekt daarnaast op dit perceel
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
64
een recreatiewoning en collectieve parkeervoorziening in het bestemmingsplan mogelijk te maken.
a.
b.
-
-
Beoordeling Uit de gemeentelijke administratie blijkt dat reclamant al ongeveer 25 jaar bij zijn bedrijf woont. In verband daarmee is het wenselijk deze situatie te legaliseren. Gelet op het beleid van het gemeentebestuur om "verstening" van het landelijk gebied tegen te gaan, is het echter niet wenselijk dat de totale toegestane oppervlakte aan bebouwing toeneemt. Het betreffende perceel ligt op de hoek van de Zeehoeveweg en Maasweg. Het gebruik voor het parkeren van voertuigen en het stallen van materiaal is in strijd met het beleidsuitgangspunt om de landschappelijke kwaliteiten van het gebied te behouden. Het is evenmin wenselijk om op betrekkelijk willekeurige percelen binnen het woongebied een recreatiewoning te realiseren. Conclusie Aan het onderdeel van de zienswijze onder a kan worden tegemoetgekomen. Aan de bestemming Bedrijfsdoeleinden ter plaatse van Zeehoeveweg 27a zal worden toegevoegd dat ter plaatse 1 bedrijfswoning is toegestaan. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
33. W.M. Vrij en W. Vrij, Zeehoeveweg 29, 3233 XK Oostvoorne
a.
b.
c.
Reactie ontvangen: 27 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt de reclamanten dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij de reclamanten. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamanten willen graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamanten twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens de reclamanten is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
d.
e.
f.
g.
h.
i. j. k.
65
in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het ZuidHollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens de reclamanten niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op. Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. . Reclamanten vinden het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven.
Beoordeling De zienswijze van reclamanten is gelijk aan de zienswijze van de onder 3 genoemde reclamanten. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, voormalige agrarische gronden, visuele afscherming en parkeerzone Kamplaan, wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5.
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
66
Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
34. P. Waalboer - van Citteren, Bakenweg 5a, 3233 XA Oostvoorne
a.
b.
c.
d.
e.
Reactie ontvangen 26 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Het bevreemdt de reclamanten dat het bestemmingsplan dat nu ter inzage ligt hetzelfde plan is dat in november ter inzage lag. Dit omdat eerder is aangegeven dat diverse punten zijn aangepast en geschrapt. Hierdoor ontstaat verwarring bij de reclamanten. Volgens het bestemmingsplan moet het oppervlaktewater worden vergroot van 2% naar 10%. Hoe, wat en waar dat wordt gerealiseerd in het plan is onduidelijk. Navraag bij het waterschap Hollandse Delta leert dat er in 2006 geen overleg is geweest tussen de gemeente en het waterschap, terwijl in het bestemmingsplan staat dat er in 2006 gezamenlijk begonnen is aan het opstellen van een gemeentelijk waterplan. Reclamanten willen graag in het bestemmingsplan opgenomen zien hoe en waar men de waterproblematiek denkt op te lossen. Er worden door reclamanten twee mogelijke oplossingen aangedragen: - de parkeerplaats en een gedeelte van de sportvelden langs de Heindijk zouden een mogelijkheid bieden voor een groot bassin. Deze parkeerplaats wordt buiten het vakantieseizoen nauwelijks gebruikt. Daarnaast is er een nieuwe parkeerplaats gepland aan de Kamplaan. De parkeerdruk op de eerdergenoemde parkeerplaats bij de sportvelden neemt dan verder af. Dit gebied is tevens het laagste gedeelte van het plangebied waardoor het weinig voorzieningen hoeven te worden getroffen voor de realisatie van een waterbassin; - een andere oplossing is de watergang onderlangs de Heindijk te verbreden. Het uitgangspunt van het bestemmingsplan is kwaliteitsverbetering en herstructurering van de verblijfsrecreatie. Uitgangspunt is handhaving van het aantal verblijfseenheden. Op het recreatiepark is niet voldoende ruimte hiervoor. Mogelijke uitbreidingslocaties zijn het populierenbos en de aankoop van voormalige agrarische gebieden. Volgens de reclamanten is de naam populierenbos niet juist omdat er ook andere bomen in het bos aanwezig zijn. Het kappen van het bos is geen oplossing omdat het in het streekplan Brielse Maas rond 1960 aangemerkt is als visuele scheiding tussen de Europoort en het gebied van Oostvoorne. De verplichte compensatie zou niet in dit gebied kunnen en de kap van het populierenbos zou een verlies betekenen voor het gehele gebied van Oostvoorne. Het alternatief van een smallere strook beplanting is niet gewenst omdat het bos in de loop der jaren een recreatieve functie en een functie voor de flora/fauna heeft gekregen. Het kappen van het bos is dan ook onacceptabel. Een mogelijke oplossing zou zijn om het populierenbos in beheer te geven bij natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten of Stichting het ZuidHollands Landschap. De aankoop van voormalige agrarische gronden is geen wenselijke optie, er is in het bestemmingsplan al voor gekozen om deze gronden als tuin te bestemmen. Daarnaast zijn deze braakliggende gronden het resultaat van het huidig geldende bestemmingsplan uit 1947. Volgens het bestemmingsplan zijn opstallen met een oppervlakte van 10 m² in de bestemming Tuin toegestaan. Dit is volgens de reclamanten niet voldoende, deze maat moet minimaal worden verhoogd tot 40 m². De bestemming Tuinen geldt totdat deze gronden zijn verworven door het recreatiepark. De bewoners worden hierdoor benadeeld vanwege de mogelijke plaatsing van recreatiewoningen naast hun huizen. Een alternatief zou zijn om de voormalige agrarische gronden te bestemmen als tuin en ze te benutten in het kader van de "Ruimte-voor-Ruimte"regeling. Er zou dan in de loop der tijd een lintbebouwing ontstaan. De ontsluitingsvariant C wordt in het bestemmingsplan en in de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 niet meer genoemd. Deze staat echter nog wel ingetekend op figuur 8 van het bestemmingsplan. De indruk bestaat dat indien er voldoende middelen zijn dat deze ontsluiting alsnog gerealiseerd zou worden, wat niet gewenst is. Als alternatief wordt genoemd de route vanaf de Breeweg naar de Heindijk en vanaf de Heindijk de Kamplaan op.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
f.
g.
h.
i. j. k.
l.
m.
n. o.
p.
q.
67
Bij dit alternatief hoeven maar 2 stukjes weg elk over een lengte van circa 50 m te worden verbreed. In het bestemmingsplan wordt er niet meer gesproken over een parkeerplaats aan de Kamplaan. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 nog wel. De vraag is wat nu correct is. Mocht er een parkeerplaats komen dan is dat niet bezwaarlijk, maar een afschermingstrook van 3 m is te weinig. Een strook van minimaal 5 m met opgaande beplanting zou beter zijn. In de memo van RBOI d.d. 8 december 2006 wordt gesproken over gebruiks- en bouwmogelijkheden in het centrumgebied, in het bestemmingsplan echter niet. Appartementen ten behoeve van de recreatie in het centrum zijn in principe geen probleem mits ze alleen in het seizoen (april t/m oktober) worden gebruikt en deze appartementen geen uitbreiding zijn van het aangegeven aantal verblijfseenheden. . Reclamanten vinden het vreemd dat in het bestemmingsplan niet wordt gesproken over een visuele afscheiding tussen het recreatiegebied en woongebied. In het bestemmingsplan zou deze afscheiding moeten worden opgenomen met een minimale strook tussen recreatie en wonen van 10 m met opgaande beplanting. Met een onderhoudsplicht bij de eigenaar van het recreatiegebied en handhaving door de gemeente. In het bestemmingsplan zou vastgelegd moeten worden dat de wegen in het gebied openbaar blijven, een en ander vanwege eerdere plannen om de Gorslaan af te sluiten. Voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten zijn ontoereikend, evenals de bereikbaarheid. Dit moet worden beoordeeld en aangepast. De intentie waaruit het bestemmingsplan is geschreven zou conform de afspraken zijn zoals geregeld in het convenant tussen de gemeente en de Molecatengroep. Wanneer dit convenant niet blijkt te bestaan dan is er ook geen bestaansrecht voor dit bestemmingsplan en zou het moeten worden herschreven. Aanvullende reactie ontvangen: 20 december 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Op de plankaart van het streekplan staat direct ten noorden van het plangebied een groene verbindingszone ingetekend ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden. In dat licht vraagt reclamant zich af hoe het kan dat enkele jaren geleden direct aan de noordwestoever van het Brielse Meer (bij de caravans) een stuk met elzenbomen, waterwilgen en riet is weggehaald. Daarnaast vraagt reclamant zich af hoe het kan dat het caravanterrein dat direct grenst aan de groene verbindingszone als verblijfsrecreatiegebied op de plankaart is ingetekend. Ook het hertenkamp is niet als verblijfsrecreatiegebied opgenomen op de kaart van RR 2020. Dit zou natuur moeten blijven. De koopovereenkomst tussen de gemeente en de Molecatengroep, waarin staat dat de verandering van de bestemming van natuur- en duingebied is uitgesloten, moet van kracht blijven. Reclamant vraagt zich af waarom de passantencamping niet wordt vergroot. Reclamant vraagt zich af waarom een jarenlang bestaande landelijke wandelroute door het duingebied ineens wordt afgesloten. Kan deze route weer worden opengesteld, eventueel met gelegenheid tot overnachting in trekkershutten? Reclamant heeft bezwaar tegen de bestemmingswijziging van de voormalige vuilstortplaats omdat deze in het duingebied ligt en een hoge natuurwaarde heeft. Daarnaast dienen de bomen als een buffer tegen het lawaai van de treinen en de Europaweg voor bewoners aan de Bakenweg. Reclamant vraagt zich af waarom de ontwikkelingen zich niet in het centrumgebied concentreren. Hier zouden meer activiteiten kunnen komen, zoals een boulevard met horeca, strand, zeilschool en terrasjes en toegankelijk voor iedereen.
Beoordeling De zienswijze van reclamant is gelijk aan de zienswijze van de onder 6 genoemde reclamant. Voor de beoordeling wordt hiernaar verwezen. Voor de beoordeling van de aspecten water, veiligheid, de voormalige agrarische gronden, de visuele afscherming van het recreatiepark en de zone langs de Kamplaan wordt ook verwezen naar de paragrafen 3.1 tot en met 3.5.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
Bijlage 2. Samenvatting en beoordeling zienswijzen bestemmingsplan Kruiningergors
-
-
68
Conclusie Wijziging ten opzichte van eerder bestemmingsplan Aan het onderdeel van de zienswijze onder c (populierenbos) is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. Aan het onderdeel van de zienswijze onder g is in zoverre tegemoetgekomen dat het aantal te realiseren recreatieappartementen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 in mindering wordt gebracht op het totale aantal verblijfseenheden binnen het Recreatiepark Kruininger Gors. Aan het onderdeel van de zienswijze onder k (convenant) is in zoverre tegemoetgekomen, dat de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 is aangepast. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende ontwerpbestemmingsplan
35. Zuid-Hollands Landschap, Nesserdijk 368, 3063 NE Rotterdam Reactie ontvangen: 28 februari 2007; gericht aan: de gemeenteraad. Reclamant verzoekt voor het "populierenbos" het compensatiebeginsel op te nemen. De opgenomen wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO om de bestemming Bos te wijzigen in Verblijfsrecreatieve doeleinden, is volgens de reclamant voorbarig. Nut en noodzaak van de aantasting van het bos zijn nog niet aangetoond. Verzocht wordt om de bestemming Bos te handhaven. Beoordeling De wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming Bos ter plaatse van het populierenbos is in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007 grotendeels vervallen.
-
Conclusie Wijzigingen ten opzichte van eerder ontwerpbestemmingsplan Aan de zienswijze is reeds tegemoetgekomen in het ontwerpbestemmingsplan d.d. 15 november 2007. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
1
Bijlage 3. Toelichting ambtshalve wijzigingen -
-
Kaart Naar aanleiding van zienswijzen zijn de bouwvlakken met de bestemming Woondoeleinden ter plaatse van Maasweg 2,en Maasweg 5 en 7 verruimd. Dit is mede aanleiding geweest om ook het bouwvlak ter plaatse van Zeehoeveweg 8 en 8a enigszins te verruimen. Naar aanleiding van een zienswijze is de bestemming vRk ten noorden van Maasweg 3 gewijzigd in onder andere Woondoeleinden. In verband hiermee is tevens het bouwvlak met de bestemming Woondoeleinden ter plaatse van Maasweg 3 enigszins aangepast.
Artikel 1 Begripsbepalingen Voor het gebied nabij de jachthaven is naar aanleiding van een zienswijze een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, die het mogelijk maakt recreatiewoningen te realiseren. Op grond van rijks- en provinciaal beleid zijn nieuwe recreatiewoningen alleen toegestaan indien op de betreffende locatie ook reguliere woningen kunnen worden toegelaten. Een uitzondering hierop vormen complexen van recreatiewoningen waar het recreatieve gebruik door middel van een bedrijfsmatige exploitatie kan worden verzekerd. Onder bedrijfsmatige exploitatie wordt in dit kader verstaan het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt. De woningen van dergelijke complexen hoeven niet te voldoen aan de wet- en regelgeving voor reguliere woningbouw. De exploitant en de gemeente zijn ervoor verantwoordelijk dat permanente bewoning op het complex wordt tegengegaan. In verband hiermee is aan de begripsbepalingen een omschrijving van het begrip "bedrijfsmatige exploitatie" opgenomen. Artikel 17 Gemengd Recreatiegebied (GR) Artikel 21 Horecadoeleinden (H) Artikel 31 Uit te werken verblijfsrecreatieve doeleinden - centrumgebied (UvRc) In deze artikelen is bij de toelaatbaarheid van de verschillende soorten horecabedrijven een verwijzing opgenomen naar de Staat van Horeca-activiteiten. Tot de toegelaten categorieën behoren ook hotels. Hotels richten zich vaak niet alleen op de toerist maar ook op de zakelijke markt. Het gemeentebestuur hecht een grote waarde aan de toeristisch-recreatieve functie van het plangebied. Accommodatie voor de zakelijke markt in het plangebied wordt minder wenselijk geacht. Om die reden zijn hotels uitgesloten. Artikel 34 Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming) Lid 3 van dit artikel regelt de bouwvoorschriften ten behoeve van de samenvallende bestemmingen. Om uniformiteit te bewerkstelligen met de regeling voor archeologie in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne is het betreffende lid qua redactie aangepast aan de redactie die is opgenomen in het laatstgenoemde bestemmingsplan. Op grond van dezelfde overwegingen is de redactie van lid 7 (aanlegvoorschriften) afgestemd op aan de redactie van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06
1
Bijlage 4. Wijzigingenkaartjes
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
199.7325.06