:
Kame neren we er D53J een ? Onderzoek naar drinkgedrag bij T.H.-studenten, die zich
a~ldden
bij het Bureau Studentenpsychologen.
Studiejaar 1979 - 1980.
Werkstuk in het kader van het
Nijrnegen, januar1 '81
seminar Gewoontegedrag & Verslaving,
Annemarie de Wit
van
GerardSchi~rs.
Paul Reijnen
,,<
•
lNII0UD
1
Inlciding
L
1I
Litcratuur
L
111
Onderzoek
5
IV
ResultatEm
7
V
Bespreking van.de resultaten
9
I.iteratuur Bijlagen
12
~. ','
',~
- 2 -
1. Inleiding_ Voor het seminar Gewoontegedrag en VersJaving besloten wij een beperkt exploratief onderzoek te verrichten naar alcaholgebruik bij studenten, die zich in het studiejaar 1979
~
1980
aa.ru:reldden op het Bureau Studentenpsychologen van de 'l'edmische Hogescllool te Eindhoven. We hel:::ben ons hierbij spE.."Ciaal gericht op de groep probleemirinkers, ten eerste an een indruk te krijgen van
O.d.
de grootte van deze groep, de problerratiek, 1eef-
tijd en werkbaa.r:heid. Ten tweede an van daaruit te k()1'ren tot enkele hypotheses en suggesties voor verder onderzoek. Op de derde plaats in de hoop, dat deze gegevens ook nog van enig nut zouden zijn voor de praktijk. II. Literatuur. De laatste jaren komt het alcoholgebruik steeds vaker ter sprake. In kranten en artikelen wordt regelmatig het schrikbarend aantal liters bier, wijn en gedistilleerd per hoofd van de bevolking per jaar ve:rneld. Met al die liters kc:m::=n we uit op 3 glazen alcohol per dag per Nederlander. Vrouwen drinken gemiddeld 2 glazen, mannen 4 glazen per dag. De lever van een gezond iemand kan per dag 1100guit 4 glazen alcohol verwerken. We zitten daarmee dus praktisch aan de limiet (Wolffers, 1979).
Hoe liggen deze cijfers in de studentenwereld ? Blijkbaar was er vroeger al reden tot bezorgdheid i reeds begin deze eellW werd de drankbestrijding een punt van aktie voor de Katholieke ;
studenten. Janssen en Voeste.rmans (1978) ve:rnelden dat ' ••• een toenenend aantal studenten de geheelonthouding prefereert en in 1910 wordt de eerste drankweercentrale voor roams katholieke stuctenten te Delft opgericht.' (p.87) i
s tudenten e..'1.
'j
de daanree san'enhQngende proDlerren i!:i !:ichaar!:i. In bet k<..l.dt;r van hWl cultuurpsychologisch ollderzoek naar voorbije en ilktucle onlVJikkelinqen bilmen de Nijnet.:..g:::.e studentenwereld zochten Janssen en Voestera.a, naar cij
llli.lIlli
anLrent het drilnkgwruik van t;:er!:iwjaarsstu-
denten. Wddrui t het proDlematisch karakter van alcoholgebruik 00staat is niet zo gemakkelijk aan te geven. Vuak wordt benadrukt, dat overmatig gebruik verwijst naar psychische problaratiek, Loch is gt.~nte,
drinken vaak ook een
ingebed in het alledaags leefpatroon
thuis, bij vrienden, in het gezin en op het werk. Studenten zijn bij uitstek een groep - van oudsher al - waarvoor rnoeilijk is aan te geven, wat de grehs is tussen conviviaal aicoholgebruik en het zg.
f
roping behavior.
I
De ci j fers wat betref t alcoholgebruik bi j
eerstejaars kunnen als voIgt weergegeven worden (in [Jt!rcentages) :
Alcoholgebruik
Steekproef
N
;:=
140
-geen
4
<1 glas 1
a2
3
a
per dag
:.13
giazen p.d.
44
5 glazen p.d.
13
)5 glazen p.d.
6
Zij concluderen, dat drankgebruik niet louter een kwestie is van gezelligheid en contact, maar ook dient am het hoofd te bieden aan ervaringen van zinloosheid. Hieroooer verstaan zij ervaringen als zich lam:Jelegd voelen, zich terugtrekken in een eigengemaakte wereld, vergetelheid zoeken, er genoeg van hebben, zich onaangesproken voelen, nega lief en gespannen voelen in de grote groep I zich geIsoleerd voelen, ongevraagd, ongelnspireerd en nachteloos. Van Rooijen (1980) deed oooerzoek naar probleenrlrinken onder studenten aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Bij een aantal van 536
2e, 4e en 6e jaarsstudenten, verdeeld over verschillende
studierichtingen werd een nederlandse aanpassing van de Short Michigan Alrohol Screening 'rest (SMAS'r) afgel1O('(eD. Op grond van hWl score
werd~ ,je
resr:;ondenten ingedeeld in een van de volgende
dric cuLt::.>(Jorilx..;ll, rll.: nO!1luie L'n de IJrooleclIk.Jr1ukers.
Vi.ll1
dr.inker~;,
de 3L()
lui
Z(J.
m:.lIHIEcdljkc;
ri,)1<.' (Jrl.rikers
rc~sp:.JfKk;IiLen
.ll '6 in dL~ cuteyociv prublecm,lrinkJ.::r::>,
lL
ri::>k' en 77 % wen! als flonna,dl drinker
(Jckt.~rt:.}dlt;tsl.
'1,
vi.el
lode CaLL'<jU( 1e 'at Vuor
ell::;:
207
vrouwen - vuor wit' eniy::>:,dn5 stn.mgerL! nurm:;n goldt;;(J ! - we::nlen de volgende rcsultdLen genoeno : 14
~
prol)i(;;Ull.lrinker::>, 13 % in
de groep 'at risk' en 73 % viel in de ci.tLequrie normaal. Van Rcx::>ijen uit in de diskussie zijn l-wijfcl::> umlrent de betrouwbaarheid van de SMAST, gezien de verwarrin(J, die optn..:.edt, ardat Vi;U1
de resp::mdE'..nten zowel interpretatit;;s als feitelijke infonm-
tie worden gevraagd. Van de probleem::lrinkurs werd in dil ondl;rzoek geconcludE-"erd, dat zij minder tevrcden waren rret
hilli lEN(.:f)
als geheel, o.a. wat
betreft hW1 financiele Ix)sitie, WOOftSituatit;;, ::>tudie en studieresullalen, gezondheid (;n contactcn H.:.;:t fanliiie 'at risk' (lrinkL!r::>.
8fJ
vrienden dan de
\.varetl op hun LeurL 'tlcer minder tevreden
Ot::20
net DovenYl!nOerrde Z&L!lJ dan de nur1n.:J.lc: Jr lll)<.l:r::; . BovendiL!n ervClt::!reli vr0bleendr inkers gen dan de
re::>p:~mdentel1
bleem:ir inkers iets
m::~er
ui t de andere
l1':':c!
JeprE.:ssieve slenmin-
Cd tt.~Jorieen.
Alhoewel pro-
kr i l i ok leken t e LeblJen or het gegeven
onderwijs I loch bleek geen duidelijk 'll:rLi..Ind le bestaan tussen het problematlsch drinken VillI deze studentt.:rl en de ervaren conflicten en s[:>al1ning m.b.t. hun studie. Noq eun L'Onclusie
WdS,
dat: de l.JroLh::c:.rrLirutkers als groep niet
nrer eenzaa.rnheid ervaarden dilll
hill1
col
tucierllen. Wanneer zij
zich echter eenzaam voelden waren ze neer geneigd tot alcoholgebruik dan anderen. Bovendien vertoonden z i j meer psychosanatische stress-symptaren, die gedurende het voorafgaill1de jaar nog ernstiger waren ge\NOrden. De probleerrdrinkers waren niet maer of minder geneigd dan de anderen am aktie te ondernemen in socia Ie si tuaties, die zouden kwmen Ieiden tot negatieve gevolgen I de zg. 'social risk taking'. Zij vertoonden ook niet meer of minder sociale angst dan de nonmle drinkers. Van Rooijen eindigt rret te zeggen, dat de resultaten van dit onderzoek met veel zeggen over de toekanst van de student als
- 4 -
I
probleelldrillker. Mo<Jelijk l(X)IJl alcoholism:~ I,
dent een
~ijn
rrogelijk (X)k verdwijnt
~paalde
yulrd<J uit. in 'Volwilssen {K:t
probleem WdfU)L>er de stu-
levensstijl onlgroeit en andere rollen en ver-
antW(X)rdeUjkheden op
~ich
nL"effit.
'rot slot willen wij ncxJ enkele geyeverlli vernelden van een onderzoek dat Dijkstra (1980) deed onder studenten van de 'l'echnische IIogesctl(X)1 te Eindhoven. Hij verza.rrelde de gegevens van 237 mannelijke studenten, waarbij hij zocht
r~ar
relaties tussen
alG~
holgebruik en l;>urgerlijke staat, YIOOnsituiltie en studiejaar (zie bijlage). De v(X)rnaamste conclusies uit het onderzoek van Dijkstra waren als voIgt. Van de totale groep hleek 5.5 % ITeer dan 5 glazen alcohol per dag te gebruiken. Er is een tendens te constateren, dat naannate een student langer staat ingeschreven het alcoholgebruik toeneemt. Het alcoholgebruik van studenten
bij
de ouelers thuis wonell blL:ek aanzienlijk !l\.jnder dan dat van studenten, die op een stuul::ntenEldt of -hUIS 'uonen. coholgeLruik
l.~n bunJt~r 1 i
~vat
al-
Jkc sLaat ziJn nUflder E.:cflduidig(;! conclu-
sies to Ln.!l
gevens van 241 studenten, die zich aanrneldden bij het llureau Studentenpsycholgen van de Technische Hogeschool te Eindhoven in het tijdvak september 1979 tot septerrDer 1980. Van hen werden de volgende gegevens verzarreld : - leeftijd - geslacht - studierichting en jaar
Varl
inschrijving
- aantal glazen alcoholgebruik per dag, zoals door hen zelf aangegeven op een intakefornulier, door hen bij aanrrelding ingevuld. Als probleemdrinkers werden dIe studenten beschouwd, die vijf glazen of IIEer per dag drinken volgens de eigen opgave of wie dit later bleek op grond
Varl
infonnatie.
- 5 -
Varl
in verdere contacten verkregen
i: "
J
Vrouwc!lijke clienten werden nJel bij het onderzoek beLrokken. Van de 15 marmelijke clienten, die 5 glazen alcohol of neer per dag dronken, werden naast de reeds genuenrle gL"Yevens de volgende fakloren nagegaan : - eventuele eerdere aannelding - aard van de problematiek - duur van de problematiek - is alcohol in de cc)ntacten ter sprake gek.(JII'(::11 ? - is er direkt aan het alcoholgebruik
g~~erkt
?
- was de client werkbaar ? - werd de client verwezen ? - was de client zelfwerkzaurn ? Deze gegevens werden verkn"''CJen via het intakeformulier en de aantekeninqen en eindevaluatie van de betroYJ-.en ps:!cholCYJen. (Zie tilhd
I).
Als l~xtrd lll[unll
w,;nl bto·keken uf zij
n1ukgclt.'Ollllldl
VJII
dcze cli(;ulen nagl:!gaan
li,ILllil,·lijkt.: klaclltt.:H vvnlleldden.
- 6 -
,
-""'" I
.
":10. f;eo.dat..
t'·)(.U,
'I
!)., !~.i. ~.I,(J:
h.J.COD.ch
(\.L....'GhClJ.-
jaar gebruiJ(. Jaang·.·.lProblerratiek.
(~i'~erk:: ?
). jr.1
N:--'
"··l-~
'St 260152 N 71 15
a
10
N.v.t. I Afstudeerproblemeni faal-
~ I 040756 IE 75
l60753 IE 71
1')
a 10
Febr I 77 Studieproblerren i vertra-
p. dag
studie ging i.v.m. contactprob.
8
cont.
en alcohol. Weinig
Ale.?
zelfinzicht
Dagelijks!N.v.t.
B 75 I Hoeveelh.
;'1
,:fiQ4S9 IN 77
10 p.d.)
weg nEt zijn gevoelens.
3 p.dag (8
?
Afwezig
Afwezig-'l
Alleen m.b. t. d .. ~ i studie
Ja.Vanafl Nee.
Werd zich iets
Afwachtend. Is
Ie gespr
bewuster van
op confrontatie
dingen
weggebleven
Goed
Aktief
T"wijfel of er
Weinig aktief
INee
?
Nee
I I
1
I
N.v.t. jStudieproblemen. Alcohol.
p.d.)
IUd (..LE
bruik
sep . ' 78!Keuzeprobleem. std.vrd Ale. 2
,';200860 IE 79
r-_ 1 nn L;.V d
Werkbaarheid---Ty~;t .zeifwer~r-r··
l
Angst. Afstudeerproblerren. Eenzaamheid. Kill1 niet over
f
4 jr'IJa, van Nee. Was zelf niet verIe gespr ontrust over alcoholge-
Existentiele prablematiek.
wisselt.
5 p.dag
?
angst
p. dag
~. (i"'l.J
Dtiur I t. sprake
~
jr.! Ja. Vanaf I Ja I
Stemmingswisselingen.Conc.
echt iets ver-
2e gespr
a"1derde . ;;
300160
IT
78 15 p.dag B 79 weekend
IN.v.t. jStudie. Relatie rret thuis. Ik-zwakte.
Nee
?
Nee
Absoluut niet. ' Ervoer het zelf
rceer
250459 Iw 78iDoordewk.
13
Totaal afwezig
niet als probl. N.v.t.
Keuze. Slechte studieres.
niet.Feest
Problem relatie met thuis.
wkend erg
Alcohol.
jr 'jJa. In 2e gespr
1
WeI iets gedaan
Nee
Nauwelijks
m.b. t. keuze.
Wilde geen ver-
veel.
dere gesprekken
(ovenn. alc.geb. ) 'i /
300860
,f
I
IT 78/Weekend Gem.i.d.
wk.lO pi.
N.v.t.
.s.
Studie; keuze. Hoofdpijn.
1
Ruzie nEt sief. Gespannen ..
1~
Depres-
a jr.
?
Nee
e
Geen vat op te krijgen
Aanvankelijk we) Later 'gelaten'
I
__J
~
i
~~
(~
l
·1
. --.-~-
~b.Jat-J;~;a~~ t=~~p~~~~'~~~--
I 1.80354
! I I
I B 72 rGem.
~~::;~:r~!:~:~~l
Duur
N. v. t. I Afstudeerproblematiek. Minder- ruirn I Ja.
Nee
Werkbaarheid
EJ.r~~~~id
M.b.t. studie
minim.
waardigheidsgevoelens . Onzeker. 2 j r .
wel wat. Rest zag
5 p.dag
Subassertief.
hij niet problem.
Nauwelijks
-
I
. Nihil
ruim 5)
I \
t " ! ;J0250
IE
I
72 Minim.
N. v . t. I Afstudeerproblenen. Algem.
6 p.d.
j
ui tstel van zaken.
ZekerlNee 2 jr.
Nee
Absoluut niet
--
Meer \IJa.vanaf dan 2e gespr.
Nee.Zijde-
M.b.t. dieper
T.spr'lvri j laag
lings ter
liggende probl.
gewst.
sprake ge-
niet bereid er
Wilde
weest
aan te werken
niet.
I
I
·1 ; ·,l)0458
I
B 76/5 i! 10
p.dag
Mrt ' 78 Keuze: doorgaan of stoppen.
Std./
Depressie.Ernstige contact-
I
cont.
prabl. Alcoholgebruik.
5 Jr.
Depr. )40560
)00654
(:
-'
)~l0661
B 7914 i! 5
N.v.t'IOnzekerheid. Crisis. Studie-
Lang
Ja. Vanaf
p.dag
probl. i. v .m. onzekerh. Min-
);ie-:
2e gespr.
10 i! 15
derw.gev.Alcohol am te ver-
pre::'.
p.dag )
geten.
bek.
I
I
E 72110 glz. B 79 p.dag 1 N 7916
a7
N. v . t. t Studie. OVerspannen. Rela-
?
Afwerend. Niet
Weinig
bereid er echt aan te werken
6 jr. Ja.Vanaf
tie thuis (vader).
Nee
Redelijk goed.
Goed
Rustiger en rea-
1e gespr.
listischer 1
N. v . t. IKeuzeprobleem. Depressie.
?
IJa.Vanaf I
p.dag
Nee
Ja.Is minder
Aktief
gaan drinken
Ile gespr.
Fasen ::; . )';0561
IB 79110 p.d.
!N.v.t.!Concentratie. Agressie. PsychopaL~iforme
trekjes.
?
Ja.Va..'1af le gespr.
?
Weggebleven.Niet 1-bereid er aan te werken
1Nihil
IV. Hesultaten. 'l'otaal aantal aanmaldingen Bureau Studentellp::;ychulocJeIl in het studiejaar 1979 - 1980
241
Aantal vrouwelijke studenten
18
Aantal
15
I
probleenrlrinkers I
1. Van de 223 mannelijke clienten bleek een ac:rntal van 15 als
I
pro-
bleerrrlrinker ' gekentrerkt te kunnen worden. Oit is 6,7 %. Van de 18 vrouwelijke clienten was er 1 zg. probleerrrlrinker I dit is 5,5 %. Deze groep is verder niet onderzochL 2. Gerniddelde leeftijd van de drinkers
: 22 jr. Varier-end van
18 - 29 jaar. Ganiddelde leeftijd van de niet-drinkers
20 jr. en 4 rrod. Va-
rier-end van 18 - 34 jaar. Van de nonlla18 aanneldinCj8n {niet-drinkers) 1.8 51 % eerstejaars. Van de drinkers is 27 % eersLejaars. 3. Vcm de 15 probleendrinkers hadden 3 studenten zich al een\eerder bij het Bureau Studentenpsychologen aangerreld. 4. Wat betreft de proble:matiek hadden aile drinkers studieproblerren. Oit was als voIgt verdeeld a. Afstooeerproblerren
4
b. Keuzeprobleem
3
c. Concentr ./vertrag.
8
Hilar daarnaast wag er steeds sprake van andere problemen.
5. wur van de problematiek. Deze is voor zover bekend vrij aanzienlijk. Van enkele clienten ontbreken de gegevens. 6. Alcohol ter sErake geweest ? Zoja, in Vlelk stadium? Is er direkt ~
het problean 2ewerkt ?
Bij 10 clienten is alcoholgebruik ter sprake gekorren; bij 9 hiervan gebeurde dat reeds in het Ie of 2e gesprek. In 1 geval is er op een direkte manier aan het probleem gewerkt. _ 7 _
,I '
7. Werkbaarhe
zoals ai:.UlgL"'<Joven in de eindC!valUdl ies.
In 6 gevallen
Wi.lS
de werkLaarheid nihil.
elienlen was sprdke van en1ge resuHilten m.b. L. de studie
Blj 4
of de keuzeproblematiek. Zij waren oehler nlet bereid veL-der op problemen in to gaan of er aan te werken. Slechts in 3 gevallen kan gesproken worden van een goede werkbaarheid. Bij 2 elienten was het twijfelaehtig of er" echt iets veranderde. Verwijzin;Ien. Het aantal hiervan was O. Geen enkele student werd doorverwezen r~ar
een andere instantie. 7
Zelfwerkza~lneid.
6
Grafisch weergegeven op een
5
waarderingsschaal. Betek.enis j
Vern de scores
14
1. nihil
I~"
2. weinig
3. redelijk ~.
4. vrij goed
l
2
3
2
I
5. goed 1
3
5
4
Rookgewoonte (sigaretten per dag)
Lich~lElijke
niets
geen
19
niet IlEer
afgekeurd op longen Mil.D.
35
20
geen
54
15
geen
55
5
geen
57
25
geen
73
niets
Aangeb. hartafwi jk. Overgewich.t
87
niet
Hartafwijking. Hoofdpijn.
91
20
106
20
114
25
Astma.Allergie.
132
niets
AstIn.bronchitis.
168
20
220
niet
8. No.
5
Jreer
klachten
geen
A 25
a
30
Rugpijn. LDngzi~te.
Voetverlamming gehad.
geen
~ ..
'
V.
J~U$
va II Ut! reo; til
l i l l ell.
dll 1. Wat opvalL i::; dat Janssen en
Voest~mllilllli en
venrelden van respektievelijk 6 en 5,5
Dijkstra percentages
~ pJ:.-obl~fdrinkers,
hetgeen
niet 20veel afwijkt van hot percenb..Hje probleentirinkers, dat zich aarureldde op het Bureau Studontenpsycholgen, n1. 6,7 !t. Voor dit vrij geringe verschil zijn IlD<::Jej ijke v8rklaringen - Op de:le vrij jonge le8fi:ijd 2iet nen zel f nog geen duidelijk ver-
band tussen ervaren problematiek en alcoholgebruik. - De rrensen die veel drinken zijn rninder geneigd hulp te zoeken.
- Mogelijk zijn een aantal probleemdrinkers onder de aannelders
~
niet gesignaleerd. Deze percentages wijken overigens vrij veel af van het percentage van 11 % dat door van Rooi jen gevonden wordt. [)(:)or hem werd ook een ander criteium gebruikt, waardoor de gegevens ook noeilijk te
vergelijken :lijn. ad 2. De gemiddelde leeftijd van de probleerrdrinkers is signifikant hoger
( p
en
keuzeproblerren. Maar bij dc:)robleerrdrinkers spelen in aIle gevallen ook andere problerrer. een rol, zoals depressiviteit, pro- . blematische relatie net tl>·.•:_s en minderwaclrdigheidsgevoelens. Dit is in overeenstenming !retJ.'2: bevindu)gen van Janssen en Voestermans en Van Rooijen. ad 5. De duur van de problemat~_ek was niet alt'.jd exact vast te stellen !ret de beschikbare gegevens. Bovendien is hier de vraag of het gaat
ern de duur van het alcohlprobleew of ern de duur van andere proble-
m:m. Wellicht zou infonnatie ovex: de
dUll
van zowel alcoholgebruik,
als van arrlere probLerren ook iet.:S van de sarrenhang tussen beide
-9-
;';'
aan het licht kunnen brengen. <.ld 6. In 10 van de 15 gevallen is in ieder geval alcoholgebrui.k in het
Ie of 2e c'Ontact ter sprake gekDiren. In een geval is er direkt
Qafl
het probl(..>e[n ge,.verkt. llelaas ontbreken gegevens over eventuele veranderingen in het alcoholgebruik. Het lijkt aloof alcoholgebruik weI als
problt~n
gesignaleerd "WOrdt,
terwijl het daarna toch naar de achtergrand. verdwijnt. Mogelijk hangt dit sarren net het feit, dat de clienten het zelf nog niet
als probleem ervaren of er niets aan willen veranderen. Wellicht is hierin ook de attitude van de hulpverlener van invloed. Het zou nuttig zijn de faktoren, die hierbij een ral spelen nader te onderzoeken • ad 7. Over het algeneen kan gesteld "WOrden dat deze groep probleerrdrin-
kers nauwelijks werkbaar was en dat de zelfwerkzaarnheid veelal ontbrak. Een interessante vraag hierbij is, of deze geringe werkbaarheid en zelfwerkzaamheid ook een
gevolg is
Vi:i11
over:rnatig
drankgebruik. Met de beschikbare gegevens is dH echter noeilijk na te gaan. Mogelijk staan de geringe werkbaarheid en zelfwerkzaamheid ook weer in verband net het niet als problerratisch genoeg ervaren van de problenen of het drankgebruik.· Deze nensen te motiveren blijkt een zeer zware opgave. Niernand van de groep drinkers werd naar een andere instantie verwezen. Bij
een
client werden daartoe weI pogingen gedaan, die
echter met succesvol waren. ad 8. Wat de extra gegevens omtrent rookgewoonten en licharrelijke
klachten betreft kan het volgende gezegd worden. 40 % van deze groep rookt neer dan 20 sigaretten per dag, hetgeen waarschijnlijk een veel hoger percentage is dan gemiddeld voor de T.H.- student of voor de gehele clientenpopulatie. Op dit terrein is uiteraard nag veel orrlerzoek te doen.
47 % meldt Iichamelijke klachten. Het is onbekend hoe dit percentage ligt yoor Je ge..J.iddelde TH-sluuent of de gehele .::li::iittcupvyl.lladtl. Gegevens over leeftijdgroepen per studierichting zijn nog niet voorhanden. Zo zou kunnen worden nagegaan of er verb and bestaat - 10-
lUtiGen alcoholgebruik, leefUjd en GludierichLlIl<J.
Onder de dcx)r ons onder:wcht groep was een clien,t_ 1 wiens vader leed
ililD
eell lL'!ver:de.kle Len gevolge van ov(:rlllaL i'3 a 1001 lDlgt:Lruik •
aet :wu interessant :djn te bekijken hoe in het gezin net {Jroblenen wordt OiIBegaan en welke drinkge.voonten daar hE::c,r::::>cn.
Li LeraLuur . Dijk!:itra, L.
Geyeven::..; uit onderzoek
Illii.:.tr
hL:t
wl~lZtjfl vdn studenten.
Eindhoven 191)0. Jan!:lsen, J. en Voesl<.;rm.ln!:l, P. De ver~rUlsde wJivL:rsiteit. Nijm;;..>gen,
Witte
Studentenpt.~rs,
1978.
Rt..xJijen, L. vau, ProLlem drinking anong Dutch university students.
Paper presented at the InternCltional Conferehce on Alcoholism A.L.C. 80, University of Bath, England. Sept.1980. 1rVo1ffers, 1. Verslavin<J. Baarn : Anll:xJ B.V.
12 -
, 1979.
~~colholgebruik
naar ::itudiejaar
1972
nooit
1 glas per dag
3
1974
7. 1
1
2.2
4
tOLaal
6. g
14
I 5 . .J
22
9.3
10 23.8
12 26.7
19 32.2
33
36.3
74 :; 1 • ::
22 48.9
26
'+-1. 1
32
35.2
100 -Ii.:::
6 10. ?
9
9.9
28 17. 8
(,. g
3
3. 3
13
1-3
II
20 47.6
3-5
"
5 7I . 9
8
17. 8
> 5
II
4
9.5
::
4.4
totaal per studiejaar
1978
1976
42
45
4
59
curstef: ir % van kolomtotulen
91
237
5.5
7. J
All~lholgebruik
naar woonHltuatie
blj ouders thuia
op.kamers
16 19. 3
14 34. 1
74
37.3
41 49.4
18
43.9
100 42.2
9
13.4
13 lS.7
5
1Z. 2
28 11 . 8
2
3.0
9.6
2
4.9
11.9
21
4;. 7
23
34.3
1-3 "
16
34.8
25
3-5 "
1
Z.Z
> 5 "
1
2.2
1 glas per dag
totaal per woonsituatie
46
tot.aal
22
8
--::
elgen woning
4.9
7 15.2
nooit
atudent.enflat/huis
67
5
8
6.0
83
2
41
13
237
't.j
j
1• ~
I i
;. 5 ,
I
curaief: in % van kolomtotalen
ii,
'
8.
gehuwd
SBlDcn-
yuste
won end
rclatie
geen vus te relatie
totaal
; - - -..
lloo1t
1
glal:l per dug
1
4.3
11
41.8
9.3
5.3
18
12. 5
22
3 23. 1
16 28. 1
44
30.6
74 31. 2
25 43.9
62 43. 1
0
-
1-3
II
6
26. 1
1 53.8
3-5
II
3
13.0
3
> 5
II
2
8. 7
0
23. ,
3
100
42.2
9
, 5. 8
13
9.0
28 11 . :;
4
7.0
7
4.9
13
,. ,
I
!
! totaal per staat
23
13
57
144
237
cursief: in % van kolomtotalen
'I,'
I',
,
1