Werkplaats ‘Zonnedaken, naar een kopieerbaar model’ 1. Inleiding Ruud Schuurs geeft aan dat per 1 januari 2014 nieuwe mogelijkheden door het collectief salderen voor collectieve zonnedaken op basis van het nieuwe landelijke Energieakkoord (dd september 2013) zijn ontstaan. Het onderwerp leeft sterk. In deze werkplaats willen we komen tot kopieerbare en transparante business cases (open source benadering). We willen het zelf goed in de vingers krijgen en tot werkbare concepten komen. De inbreng van casussen van de deelnemende LDE is daarbij van belang. We werken ‘van buiten naar binnen’. Het is voor dit onderwerp van belang dat de feiten worden onderscheiden van meningen, mythen en onduidelijkheden. Er zullen in de werkplaats verschillen van inzicht zijn. Daarbij is het juist van belang om een om een constructieve en productieve dialoog te hebben. Discussiepunten zullen worden gesignaleerd en geagendeerd. De opzet van deze bijeenkomst is de volgende. Op basis van de presentatie van Rogier Coenraads van Stichting Zonne-‐energie Wageningen (onderdeel 2 programma) en de ervaringen van de LDE die aan deze werkplaats deelnemen (onderdeel 3 programma), verzamelen we knelpunten en onderwerpen die de werkplaats voor volgende bijeenkomsten zelf gaat onderzoeken. Dit kunnen interpretatievragen, knelpunten bij de organisatie etc zijn. Onderwerpen die niet oplosbaar zijn, kunnen worden neergelegd bij de secretaris van de Borgingscommissie van het Energieakkoord of bij e-‐Decentraal. De secretaris is geïnteresseerd in de ervaringen van deze Gelderse werkplaats. De werkplaats heeft ook een link naar HIER opgewekt. HIER opgewekt werkt ook aan standaardisering (ledenverklaring, statuten en ledenovereenkomst zijn gereed en op te vragen) en heeft een (digitaal) kenniscluster (zie weblog zonnepark en rekenmodule) dat te benutten is. Uitwisseling van ervaringen en kennis zoals in deze werkplaats plaatsvindt, blijft van belang.
2. Presentatie Stichting Zonne-‐energie Wageningen De sheets en de toelichting van de presentatie van Rogier Coenraads zijn als bijlage opgenomen. Rogier Coenraads gaat in op de opzet van de regeling, de fysieke regeling en geldstromen, de benodigde documenten, aandachtspunten en belangrijke variabelen. Hij geeft de business case van het zonnedak op het gebouw van Marin te Wageningen. In de business case wordt maximaal gebruik gemaakt van de Gelderse investeringssubsidie van 25% op het totale investeringsbedrag. Deze subsidie bedraagt minimaal 5000 euro en maximaal 50.000 euro. De totale investering kan dan 200.000 euro bedragen. De investering voor de 800 zonnepanelen (200 kWp) op het dak van Marin bedraagt 247.000 euro (1.24 euro per Wp). Met gebruikmaking van de provinciale subsidie bedraagt de terugverdientermijn 10 jaar en het rendement op de investering ca 4%. Gelderse LDE 1
kunnen blij zijn dat ze in Gelderland wonen en gebruik kunnen maken van de provinciale subsidie, aldus Rogier Coenraads. Zonder de subsidie wordt de terugverdientermijn 15-‐20 jaar en het rendement op de investering circa 0,5% .
3. Ronde langs de deelnemende LDE 1. Opgewekt Maas en Waal Jorg Janssen en Henk van Elk geven aan dat hun initiatief bestaat uit het plaatsen van 92 zonnepanelen op de basisschool De Octopus. Op dit moment is men met de ledenwerving bezig. Een participatie bedraagt 200 euro. Zie http://www.opgewektmaasenwaal.nl/index.php?pageid=1&componentid=14 . De initiatiefnemers zoeken 500 euro aan subsidie om de notariskosten voor het vastleggen van statuten van de energiecoöperatie. De provincie heeft hier geen regeling voor. Mogelijk wel een lokale Rabobank of de gemeente. Mogelijk wil een zonnepanelenleverancier de 500 euro voorfinancieren. Bij realisatie worden de kosten terugbetaald. 2 11Duurzaam Gerlach Veldhoven geeft aan dat het om een dak van een ondernemer uit Geldermalsen gaat. Men wil er 400 zonnepanelen plaatsen. De ondernemer biedt zijn dak aan omdat hij in het kader van de zgn. CO2 prestatieladder een maatschappelijk project wil ondersteunen. Hierdoor krijgt hij een zgn. virtuele korting op zijn prijs bij aanbestedingen. Aanloopkosten zijn niet opgenomen in de business case. De suggestie wordt gedaan om een soort raamafspraak voor meerdere statuten bij een notaris te maken. Dat zou de kosten kunnen drukken. Mogelijk geeft een lokale notaris ook korting of doet het zonder kosten in rekening te brengen. Jan de Wit wil hierover bij Dirkzwager te Arnhem informeren. 3. Vereniging Kleine Kernen Wichmond Vierakker Wim Dijkstra licht toe dat zij ca. 500 zonnepanelen op de sporthal willen plaatsen en daarvoor een coöperatie willen oprichten. Jammer genoeg ze hebben geen subsidie voor hun business case vanuit de tender ‘de Gelderse Maat’ gekregen. Zij zoeken hier een oplossing voor. Jacqou Harbers van Agem zal met Wim Dijkstra hier overleg hebben. Mogelijk kan Kiemt ondersteunen. 4. Wageningen op Zon De coöperatie (contactpersoon Frank Zegers) is met ledenwerving bezig is. Geïnteresseerden voor deelname kunnen zich via de website opgeven. Zie www.wageningenopzon.nl . Er wordt gesproken met dakeigenaren. 5. TijdVoorGroen Energiecoöperatie TijdVoorGroen (Tonny Stoltenborg) uit Winterswijk werkt nu aan een website. De coöperatie is nu bezig met de voorbereiding van een collectief zonnedak. 2
6. Spijker Energie Arnhem SpijkerEnergie Arnhem (Patrick Hoogenbosch en Theo de Keijzer) wil de daken van het wijkcentrum in het Spijkerkwartier en van een school benutten voor een collectief zonnedak. 7. Landbouwbedrijf De Terp/ Squash Packers Biologisch landbouwbedrijf De Terp te Erichem (Jeroen Robberts) heeft 500 zonnepanelen (120.000 kWh) op twee bedrijfsdaken geïnstalleerd. Het bedrijf heeft twee elektrische auto`s en een elektrische heftruck. Zie http://www.cvdeterp.nl/NL_zonnestroom.asp. Het bedrijf wil een collectief zonnepark op een van de bedrijfspercelen realiseren. 8. ValleiEnergie Arien van der Maas licht toe dat zij een collectief zonnedak bestaande uit 1000 panelen, op het dak van een tennishal willen realiseren. Er zijn enkele eerste berekeningen gemaakt. Zij hebben al geïnteresseerde mensen. Knelpunt is de complexiteit. Veel geïnteresseerden zijn al BTW-‐ondernemer omdat ze op het eigen dak al zonnepanelen hebben liggen. Mogelijk kunnen huisgenoten als lid optreden. 9. EnergieRijk Voorst Wim Braakhekke en Joop Hasselman geven aan dat zij nu actief zijn met ledenwerving voor een collectief zonnedak. Zie: http://www.energierijkvoorst.nl/?p=224 . 10. Rijn en IJssel Energiecoöperatie Arnhem Jan de Wit geeft aan dat de coöperatie op basis van het concept ‘BoerZoektBuur’ zonnepanelen op het dak van zuivelboerderij Ijsseloord wil plaatsen. In ruil voor hun investering krijgen burgers zuivelproducten van de boerderij. Vooralsnog is hier geen sprake van een projectcoöperatie. 11. Novio Volta Novio Volta (Bas van Nisselrooij), burgerwindpark Nijmegen (Pim de Ridder) en gemeente Nijmegen onderzoeken de mogelijkheid van een zonnepark bij het toekomstige burgerwindpark. 12. Lingewaard Energie (verhinderd) Lingewaard Energie (Frans van Herwijnen) onderzoekt de mogelijkheid van drijvende zonnepanelen op de waterbassins (4 ha) van het kastuinbouwgebied Bergerden. Helaas komen ze niet in aanmerking voor de subsidie van de Tender De Gelderse Maat. 13. Berkelland Energie (verhinderd) Berkelland Energie (Frank Knuvers) wil onderzoeken of een collectief zonnepark op het voormalige afvalstort Bellegoor mogelijk is. 3
14. Vereniging Vragender Belang (verhinderd) Van Vereniging Vragender Belang (Jan Gebbink en René Plaggenburg) is het (nog) niet bekend of zij aan een collectief zonnedak willen werken. Zie http://www.vragender.com/pagina/projecten.html. 15. Zonne-‐energie collectief Barneveld (verhinderd) Zonne-‐energiecollectief Barneveld (Harm Jan Wierenga) wil een collectief dak realiseren op de evenementenhal De Veluwehal te Barneveld (of een ander gemeentelijk dak). Hij heeft de gemeente hiervoor benaderd. Agem en Team 3.0 Huissen zijn vanwege de tijd niet aan het woord gekomen. Van deA is niet bekend of ze aan een collectief zonnedak werken. Ruud Schuurs trekt de conclusie dat er een grote diversiteit aan projecten voor collectieve zonnedaken is.
4. Nader te onderzoeken knelpunten en onderwerpen Als nader te onderzoeken onderwerpen worden onder meer genoemd: 1. Uitvoering Verlaagd Tarief Regeling: welke energiebedrijven zullen medewerking verlenen aan de uitvoering van de regeling? Is een verplichting tot medewerking niet beter? 2. Een eenvoudig programma voor administratie. Te reserveren kosten. Zijn er administratiekantoren die hier een rol in willen spelen? Hoeveel tijd vergt het inregelen van de administratie? 3. waar kunnen LDE die buiten de prijzen zijn gevallen bij de Tender Gelderse Maat, verdere financiering voor de uitwerking van hun business case krijgen? Er vindt in februari met deze LDE nog een bijeenkomst plaats. Zijn er mogelijkheden bij kiEMT? 4. Particuliere die BTW hebben teruggevraagd op hun zonne-‐installatie zijn per definitie ondernemer voor de Belastingdienst. Wie checkt dit (Belastingdienst, energiebedrijf)? Welke alternatieven zijn er om toch deel te nemen in een zoncoöperatie? 5. Standaardovereenkomst met de eigenaar van het dak waarop installatie wordt gerealiseerd (recht van opstal)? Wellicht bij Zon op Nederland? 6. Welke vrijheid hebben zoncoops om andere activiteiten te ontplooien? Bijvoorbeeld een tweede installatie die andere subsidie-‐/financieringsregelingen benut? 7. Onderhandeling en overeenkomst met het energiebedrijf inzake tarieven en overige samenwerking. Hoe zo gunstig mogelijk tarief te krijgen? Waarborgen voor lange termijn? 8. Aansluittarief Liander voor tweede aansluiting: wat zijn criteria en welke waarborgen zijn er voor tariefzekerheid lange termijn?
4
9. Rendementsberekening (IRR): bestaat uit installatiegerelateerd rendement en rendement dat voortvloeit uit de coöperatieve samenwerking (bijvoorbeeld inkoopkracht). Hoe hiermee om te gaan? 10. Welke mogelijkheden zijn er voor dekking van opstartkosten zoncoop? (notaris, juridisch advies, administratie, etc.). Hoe maken we gebruik van elkaars ervaring en inspanningen? 11. Hoe kan zonproject bijdragen aan continuïteit van de lokale of regionale coöperatie? Projectcase sluitend krijgen geeft nog geen bijdrage aan bedrijfscontinuïteit. 12. Welke constructies zijn denkbaar voor slimme samenwerking en financiering? Bijv: lease, overdracht op termijn, etc. 13. ‘Helpdesk’ voor doorrekenen en optimaliseren van business cases: maatwerk is wenselijk en samen aan business cases werken geeft inzicht en inspiratie. 14. Communicatie: hoe leg je aantrekkelijkheid en risico’s uit aan potentiële klanten/leden? 15. Ledenwerving: hoe bereik je potentiële klanten/leden? Doorrekenen en optimaliseren business case De aanwezige LDE geven aan dat er de grootste behoefte bestaat uit het doorrekenen en optimaliseren van de business case van hun collectieve zonnedak. Daarnaast is er behoefte aan communicatie over het rekenmodel en ledenwerving/ marketing. Over dit laatste onderwerp wordt verwezen naar informatie over doelgroepensegmentatie van Motivaction. Deze informatie staat op de website www.energiecooperatiesgelderland.nl .
5. Vervolg werkplaats Zonnedaken/ voorbereidingsgroep De volgende deelnemers hebben zich tijdens de bijeenkomst opgegeven voor de deelname aan een vervolg van de werkplaats: • • • • • • •
•
Tonny Stoltenborg, TijdVoorGroen Winterswijk Frank Zegers, Zon op Wageningen Patrick Hoogenbosch, Spijker Energie Arnhem Gerlach Velthoven, 11Duurzaam Jorg Janssen, Opgewekt Maas en Waal Bas van Nistelrooij, Novio Volta Nijmegen Guus Koster, EBEM en Wijkenergiecoöperatie Jason Young van Alliander neemt ook deel aan de CoP en kan ook betrokken worden bij projecten.
[email protected] . 5
•
Bijlage 1. Toelichting bij presentatie Roegier Coenraads, Stichting Zonne-‐ Energie Wageningen
Presentatie Verlaagd Tarief door Rogier Coenraads Rogier Coenraads gaat in op de mogelijkheden van de nieuwe Regeling Verlaagd Tarief Energiebelasting en licht dit vervolgens toe aan de hand van twee cases. Opzet Regeling Het verlaagd tarief bedraagt 7.5 eurocent ex BTW oftewel 9 eurocent incl BTW in de eerste schijf (sheet1). De regeling geldt voor hernieuwbare energie, in coöperatief verband opgewekt en voor VvE`s (sheet 2). De regeling geldt voor een beperkt gebied, de zgn postcoderoos. Uitsluitend natuurlijke personen mogen deelnemen (alleen burgers). Bij deelname van bedrijven is er sprake van staatssteun. Mogelijk wordt op termijn op onderdelen de regeling verbreed. De belastingkorting geldt voor 10 jaar. Fysieke stromen en geldstromen Het zonnesysteem dient eigendom te zijn van de coöperatie (sheet 3). De coöperatie levert de opgewekte zonne-‐energie aan een energiebedrijf. Het energiebedrijf verkoopt de opgewekte stroom aan de leden van de coöperatie. De netbeheerder is verantwoordelijk voor het transport van de energie. Wat betreft de geldstromen (sheet 4) kan het volgende worden gezegd. Het energiebedrijf betaalt de zgn. kale stroomprijs (veelal 5 eurocent per kWh; aangeduid met ‘x’) aan de coöperatie. Het energiebedrijf levert ook GVO `s (Garanties Van Oorsprong)aan de coöperatie. Daarnaast betaalt het energiebedrijf een belastingkorting van 9 eurocent/ kWh aan de leden. Bij de afname van stroom van het energiebedrijf betalen de leden 23 eurocent per kWh. Energiebelasting en BTW bedragen daarbij 16 eurocent/ kWh (parameter ‘y’ is dan 7 eurocent/ kWh). Het werkt optimaal als de leden allemaal lid zijn van hetzelfde energiebedrijf. Dan kan er ook beter onderhandeld worden met het energiebedrijf over de prijs van afgenomen stroom. Het levert een betere onderhandelingspositie. Zie component ‘y’. Mogelijk kan ‘y’ lager worden d.w.z. dat de prijs bij afname van stroom van het energiebedrijf lager wordt. Dat levert een hoger rendement. Motief van het energiebedrijf kan klantenbinding zijn. De coöperatie betaalt BTW en Vpb (vennootschapsbelasting) aan de belastingdienst. Deze bedraagt 25% bij winst. Aan de netbeheerder wordt een aansluittarief betaald. De coöperatie kan een uitkering aan de leden geven dan wel een bijdrage van de leden vragen. De leden investeren in de zonnepanelen. 6
Het energiebedrijf is niet verplicht om mee te werken aan een project. Documenten Er zijn diverse documenten nodig (sheet 5 en 6): 1. Statuten, ledenovereenkomst en ledenverklaring. Hiervoor zijn door HIER opgewekt standaarden opgesteld. Onder meer op basis van de ledenverklaring controleert het energiebedrijf of er niet te veel BTW ondernemers deelnemen. Maximaal 5% BTW ondernemers zijn toegestaan. Burgers die zonnepanelen op hun eigen dak hebben, zijn BTW ondernemer. 2. Aanwijzing (beschikking, vergunning). De belastingdienst geeft een vergunning (‘postcodebeschikking’) af aan de coöperatie. De vergunning geeft aan dat de coöperatie gerechtigd in aanmerking komt voor het verlaagd tarief. 3. Samenwerkingsovereenkomst tussen PV-‐project/ coöperatie en energiebedrijf en Verklaring coöperatie. Beide documenten zijn van belang voor de belastingdienst. Het innen van belastingkorting wordt hierdoor mogelijk gemaakt. 4. PPA, Power Purchase Agreement. Deze overeenkomst regelt de GVO`s (Garanties Van Oorsprong, Groencertificaten). Van belang is om te controleren of er een recht van opstal nodig is. De relatie met de eigenaar van het dak moet worden vastgesteld. Het dak mag bijvoorbeeld niet kapot worden gemaakt. Er dient een regeling te zijn als de organisatie cq onderneming van wie het dak is, failliet gaat. De organisatie ZonOpNederland heeft dit soort contracten. Aandachtspunten (sheet 7 en 8) 1. Om elektriciteit te leveren aan een energieleverancier heeft de coöperatie een eigen aansluiting nodig. Bij een VvE hoeft dat niet. 2. Lease is niet mogelijk. De coöperatie moet juridisch en economisch eigenaar zijn van de productie-‐installatie. 3. De energieleverancier is niet verplicht mee te werken. De hoogte van kosten (zoals aansluitingskosten) is niet gereguleerd c.q. vastgesteld. Wanneer leden bij hun huidige leveranciers blijven, moet voor elke leverancier nagegaan worden of deze de doorrekening van het belastingvoordeel ondersteunt en tegen welke voorwaarden. 4. Stapeling van EIA (Energie Investerings Aftrek) en SDE+ (Subsidie Duurzame Energieproductie) is niet mogelijk. De EIA is van toepassing bij ondernemingen met vennootschap. Belangrijke variabelen Belangrijke variabelen (sheet 9) voor het resultaat van de business case zijn: 1. De locaties van de productie-‐installatie d.w.z. de ligging en omvang van de zgn postcoderoos. In het stedelijk gebied kunnen doorgaans meer leden binnen een postcoderoos worden geworven dan in het buitengebied waar veel minder mensen wonen. 2. De grootte van de PV installatie (en de netaansluiting). Vanwege de Gelderse 7
investeringssubsidie1 van 25% op de totale investering van minimaal 5000 euro tot maximaal 200.000 euro, zal de maximale grootte van de investering 200.000 euro bedragen. Tot dit investeringsbedrag kan men optimaal gebruik maken van de subsidie. 3. Leveringstarief (x,y). Bij veel leden heeft men een betere onderhandelingspositie richting energiebedrijf. Mogelijk kan het leveringstarief ‘y’ dan omlaag. 4. Administratiekosten van het energiebedrijf. 5. Hebben de leden allemaal dezelfde energieleverancier of meerdere energieleveranciers? Bij eenzelfde energieleverancier kan dat mogelijk kostenvoordeel opleveren. 6. Administratiekosten van de coöperatie. 7. Fiscale optimalisatie (BTW en vennootschapsbelasting). 8. Een coöperatie of meerdere coöperaties. Eén coöperatie kan schaalvoordelen hebben. Er zijn dan minder bestuurders nodig. De aanwezige deelnemers vinden dat er wel een lokale binding moet zijn. Wordt de coöperatie te groot, dan kan dat ten koste gaan van de lokale binding. Wat dat betreft is de postcoderoos-‐begrenzing redelijk lokaal. Praktijkcasus Marin (200 kWp) Het Marin te Wageningen is een onderzoeksinstituut waarbij golfslagen van de zee worden nagebootst. De Marin is een grootverbruiker. Door de Regeling Verlaagd Tarief Energiebelasting kan een coöperatie nu wel gebruik maken van het dak en is een business case mogelijk. De omvang van het PV-‐systeem is 320 kWp (sheet 10). De realisatie heeft in december 2013 plaatsgevonden. In de postcoderoos wonen 20.500 huishoudens. Uitgaande van een resultaat bij ledenwerving van 0.5% van de huishoudens, levert dat 100 leden op. Deze leden investeren 2 kWp elk (ca. 2200 euro; 1.1 euro Wp). Dat levert totaal 200 kWp aan productiecapaciteit. Wordt de postcoderoos anders getekend (zie tweede plaatje) dan levert dat 10% extra huishoudens op. Dan is een bereik van 0.4% nodig. Men wil een tweede PV-‐systeem bouwen op een tweede hal (sheet 12). De geplande productiecapaciteit is 200 kWp (800 zonnepanelen van 250 kWp). De investeringskosten (‘Capex’) zijn berekend op 247.000 euro (1,24 euro per Wp). Daarvan bedragen de aansluitkosten ca 20.000 euro (8% van de investeringskosten). Bij de aansluitkosten gaat het om een tweede aansluiting van 160-‐630 kV. De onderhoudskosten (‘Opex’) bedragen 5.500 euro per jaar. De periodieke aansluitvergoeding en het vastrechttransport bedraagt 1.029 euro per jaar. Dat komt neer op 19% van de onderhoudskosten. De verzekering is ook onderdeel van de onderhoudskosten. De periodieke aansluitvergoeding wordt hoger naarmate er meer wordt geleverd. Aansluitkosten bij een veldopstelling zijn relatief hoog. Mede daarom heeft men gekozen 1
Ziehttp://www.gelderland.nl/4/Energietransitie,-‐subsidies.html: de provincie wil een stimulans geven aan initiatieven op het gebied van lokale energieprojecten. De subsidie bedraagt 25% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000 en een maximum van € 200.000. Lokale energiebedrijven die bestaan uit minimaal 50 personen die financieel deelnemen, komen in aanmerking voor deze subsidie.
8
voor een dakopstelling. Kosten vanwege beveiliging tegen diefstal zijn ook veel lager. Effect investeringssubsidie provincie Gelderland Bij een prijs van levering van stroom van 5 eurocent per kWh (‘x’) en een prijs voor afname van de stroom van 23 eurocent per kWh (‘y’ = 7 eurocent) bedraagt het rendement ( IRR, rendement toegerekend naar lid van de coöperatie) 0.4% zonder de investeringssubsidie van de provincie en 4.1% mét de investeringssubsidie van de provincie. De terugverdientijden bedragen resp. 23 jaar en 10 jaar. Als men resp. 1 en 2 eurocent korting op de prijs voor afname van de stroom weet te bedingen bij het energiebedrijf, dan stijgt het rendement van 4.1% naar resp 6.7% en 8.9% (terugverdientermijnen van 9 resp 8 jaar). Als de terugverdientermijn langer is dan 10 jaar, dan zakt het rendement. Na 10 jaar wordt er geen korting op de energiebelasting gegeven. Praktijkcasus Stortplaats De Keijenberg (2 MWp) De postcoderoos levert 17.355 huishoudens op. Om 1000 leden à 2 kWp te werven heeft men een bereik van 5.8% nodig. Dit is een relatief hoog percentage vanwege de ongunstige ligging van de postcoderoos. Rekent men de ligging van de aansluiting mee bij de projectlocatie, dan wordt de postcoderoos vergroot tot 37.979 huishoudens. Om 1000 leden te werven is dan een bereik van 2.6% nodig. Dat is de helft van de eerste postcoderoos. Stappenplan Wanneer initiatiefnemers aan de slag willen met een collectief zonnedak, dan kunnen op hoofdlijnen de volgende stappen/ trajecten worden onderscheiden: 1. Ledenwerving. Mensen enthousiast krijgen voor deelname. Dat vergt relatief de meeste tijd. Ledenwerving is erg belangrijk voor het succes van een collectief dak. 2. Opstellen van een rendabele business case. Dit traject kan parallel met het eerste traject lopen. 3. Een geschikt dak regelen. Daarbij kan men het beste een dak van maatschappelijk vastgoed regelen. Bijvoorbeeld van een gemeentehuis. Een dergelijk dak zal niet snel van eigenaar veranderen. Dat is een belangrijk aspect voor de duurzaamheid van collectieve zonnedaken.
9