Werknemers Pensioen Mixfonds Offensief 3e kwartaalbericht 2014
Marktontwikkelingen Ondanks grote verschillen tussen regio’s en landen, is de groei van de wereldeconomie de afgelopen tijd per saldo redelijk stabiel gebleven (3 tot 3,5%). Wat de afgelopen maanden daarbij vooral opviel was het contrast tussen de Amerikaanse economie en die van de eurozone. Terwijl de VS in het tweede kwartaal met een BBP-groei van ruim 4% op jaarbasis een sterk herstel liet zien na een zwak eerste kwartaal, balanceert de eurozone na een pril herstel begin 2014 inmiddels weer op de rand van een recessie. Dit is vooral toe te schrijven aan tegenvallende prestaties van Duitsland, dat tot voor kort juist de groeimotor van Europa was. Het vertrouwen van Europese ondernemers en consumenten staat onder druk, wellicht mede als afgeleide van de opgelopen geopolitieke spanningen, met name rond Oekraïne. Inmiddels lijkt daar wel sprake van enige stabilisatie, maar het effect van de wederzijdse sancties tussen Rusland en de EU zal de komende maanden pas echt in de cijfers zichtbaar worden. Voor de eurozone als geheel is het positief dat inmiddels sprake lijkt van een toenadering in het economisch herstel tussen de ‘kern’ (met name Duitsland) en de ‘periferie’. Vooral Spanje en Ierland laten een verbetering zien, terwijl de Duitse concurrentiepositie juist verslechtert door oplopende loonkosten. Voor de eurozone als geheel is daarbij de recente verzwakking van de euro een pluspunt. De vooruitzichten voor opkomende markten zijn niet eenduidig. Ze kunnen profiteren van het sterke Amerikaanse groeiherstel, maar anderzijds zijn zij kwetsbaar bij een onverwachte verhoging van de rente door de Amerikaanse centrale bank. Met het verslechteren van de economische groeivooruitzichten voor de eurozone is ook de inflatiedruk de afgelopen maanden verder afgenomen. Inmiddels bedraagt de inflatie voor de eurozone als geheel nog slechts 0,3%. Hoewel vanuit groeiperspectief een laag blijvende inflatiedruk, of zelfs deflatiedreiging, aannemelijker is dan hogere inflatie, zijn er ook argumenten te bedenken waarom de inflatiedruk wel kan toenemen. Lage prijzen, onzekere geopolitieke ontwikkelingen, invoering minimumloon in Duitsland kunnen bijdragen aan een hoge inflatie. Per saldo lijkt daarmee het scenario van langzaam toenemende inflatiedruk wat ons betreft waarschijnlijker dan een ‘Japans’ deflatiescenario. Hoe het inflatiebeeld in de eurozone zich verder ontwikkelt, zal ook in belangrijke mate afhangen van het beleid van de ECB. Begin september verraste ECB-voorzitter Draghi financiële markten opnieuw met een onverwachte verdere renteverlaging en de aankondiging van een additioneel stimuleringsprogramma. In de VS ziet het inflatie- en rentebeeld er behoorlijk anders uit dan in de eurozone. De verwachting is dat de Amerikaanse centrale bank (Fed) volgens planning begin 2015 de rente zal verhogen, met als doel dat eind 2016 de rente ronde 3% zal moeten uitkomen. In Japan is de centrale bank de afgelopen jaren zeer actief geweest om een einde te maken aan de jarenlange deflatie. Dit is geslaagd mede dankzij een verhoging van de consumptiebelasting eerder dit jaar en importinflatie (als gevolg van de eerdere depreciatie van de Japanse yen). Naar verwachting zal de inflatiedruk de komende tijd weer afnemen, althans wanneer aanvullende maatregelen uitblijven. Financiële markten stonden in het derde kwartaal aanvankelijk vooral onder invloed van tegenvallende macro-economische cijfers (althans in de eurozone) en oplopende geopolitieke spanningen, met name rond Oekraïne en het Midden-Oosten. Richting het einde van het kwartaal verbeterde het klimaat weer enigszins.
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 1 van 8
Aandelen Op de belangrijkste aandelenbeurzen in de VS en Europa bleven koerswinsten en –verliezen in het derde kwartaal per saldo beperkt tot 1-2%. Tussentijds was er wel sprake van behoorlijke koersbewegingen, met aanvankelijk koersdalingen in Europa, gevolgd door een sterk herstel in de tweede helft van het kwartaal. Binnen Europa behoorden Duitsland en de periferie (met name Portugal en Griekenland) tot de achterblijvers, terwijl Nederland en Zwitserland juist relatief goed presteerden. Elders vielen vooral Japan, China en Latijns Amerika (Mexico, Brazilië, Argentinië) in positieve zin op, en Rusland in negatieve zin. Staatsobligaties Per saldo vertoonden obligatiemarkten in het derde kwartaal van 2014 een vergelijkbaar beeld met dat in het eerste halfjaar. Op alle belangrijke markten voor staatsobligaties daalden de lange rentes, met enkele basispunten (bijv. de VS en Japan) tot 20-40 basispunten voor Nederlandse, Duitse en Franse tienjaars rentes. Bedrijfsobligaties De credit spreads bewogen redelijk in lijn met aandelenkoersen. Aanvankelijk liepen spreads uit, maar tegen het einde van het kwartaal lagen ze weer rond de niveaus van eind juni. Binnen de beleggingscategorie ondervond Amerikaanse high yield de meeste koersdruk. Speads op deze sub-categorie stonden eind september nog altijd hoger dan aan het begin van het kwartaal. Performance Na de positieve beurzen in de 1e helft van 2014 keerde het sentiment in juli en zagen we dalingen voor de aandelen. Dit werd vervolgens in het 3e kwartaal grotendeels weer goedgemaakt in de maanden augustus en september. De vastrentende waarden, zowel staatsleningen als bedrijfsobligaties, noteerden dit kwartaal wederom hoger, vooral dankzij de daling van de rente op de kapitaalmarkt. Vastgoed tenslotte noteerde in het 3e kwartaal een klein plusje, dat betreft voornamelijk het directe rendement uit huurinkomsten. In deze marktomgeving laten alle Mixfondsen van het Werknemers Pensioen positieve rendementen zien, met koersstijgingen van 0,43 tot 1,50% in dit kwartaal. Hierbij is de beste performance behaald in het defensieve profiel, vanwege het grotere belang in obligaties. Gedurende het kwartaal is voor de tactische positionering een neutrale positie ingenomen. Dit zien we terug in de relatieve performance, alle Mixfondsen van het Werknemers Pensioen hebben dit kwartaal een rendement behaald dat in lijn is met hun respectievelijke benchmark. Vooruitzichten Voor het laatste kwartaal van 2014 gaan we ervan uit dat ‘search for yield’ weer een meer bepalende factor zal zijn voor financiële markten. Dit thema is des te actueler geworden naarmate lange rentes de afgelopen maanden verder zijn gedaald. Daarnaast lijken de (politieke) risico’s nu beter te overzien dan een kwartaal geleden, en ook qua macro-economische ontwikkelingen en vooruitzichten voor monetair beleid is de onzekerheid eerder af- dan toegenomen. Vooruitzichten aandelen Wij gaan er daarom vanuit dat aandelen en bedrijfsobligaties de komende maanden beter zullen presteren dan staatsobligaties. Ten opzichte van staatsobligaties zijn aandelen nog altijd relatief aantrekkelijk gewaardeerd, maar dit kan wel snel veranderen bij oplopende rentes. Wanneer we de waardering van Amerikaanse aandelen bekijken lijken deze te duur gewaardeerd te zijn. Europese aandelen lijken wat dat betreft aantrekkelijker gewaardeerd. Vooruitzichten staatsobligaties Voor staatsobligaties schatten wij de kansen op hogere lange rentes in de eurozone nu groter in dan die op verdere rentedalingen. Daarbij hoeven spreads van de perifere landen in de eurozone niet per se uit te lopen, zolang de concurrentiepositie van de periferie verder aantrekt (zoals bijvoorbeeld blijkt uit de relatieve loonontwikkeling).
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 2 van 8
Vooruitzichten bedrijfsobligaties Wij gaan er daarom vanuit dat bedrijfsobligaties (en aandelen) de komende maanden beter zullen presteren dan staatsobligaties. Weliswaar zijn credits niet bijzonder aantrekkelijk gewaardeerd, maar dit geldt meer voor Amerikaanse en high yield-obligaties dan voor Europese investment grade credits. Europese bedrijven zijn minder vergevorderd in de cyclus dan Amerikaanse, zodat er vanuit dat perspectief hier ook meer potentieel voor verdere ‘spread tightening’ is dan in de VS. Vooruitzichten Geldmarktrente Per saldo gaan wij ervan uit dat geldmarktrentes, mede gezien het voortdurende ruime monetaire beleid van centrale banken, voorlopig laag zullen blijven. Dit geldt zeker voor de eurozone, waar van renteverhogingen voorlopig geen sprake zal zijn Integendeel, begin september verraste ECB-voorzitter Draghi financiële markten nog met een onverwachte verdere renteverlaging en de aankondiging van een additioneel stimuleringsprogramma. Afgaande op de woorden van Draghi is wat de ECB betreft daarmee nu ook de bodem bereikt voor wat betreft het rente-instrument, maar van renteverhogingen zal voorlopig zeker geen sprake zijn.
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 3 van 8
NPPEMO Beleggingsstrategie Het vermogen van het Werknemers Pensioen Mixfonds Offensief (WPMO) wordt in wisselende verhoudingen binnen een tactische bandbreedte belegd in verschillende beleggingscategorieën, namelijk aandelen, staatsobligaties, bedrijfsobligaties en vastgoed. Dankzij de beleggingsmix is het een totaaloplossing die geschikt is voor vermogensopbouw op langere termijn. Vanwege efficiëntie vinden de beleggingen plaats door te participeren in andere, al dan niet gelieerde, beleggingsfondsen. 110,0 108,0 106,0 104,0 102,0
Fonds
Rendement 1 maand 3 maanden 6 maanden Sinds start (*)
WPMO 1,27 % 0,43 % 4,49 % 8,25 %
Benchmark 1,36 % 0,44 % 4,25 % 7,83 %
(*) periode langer dan 1 jaar geannualiseerd
sep-14
aug-14
jul-14
jun-14
mei-14
apr-14
mrt-14
feb-14
jan-14
98,0
jan-14
100,0
Benchmark
Technische kenmerken Totale activa (x1000)
€ 160,60
Aantal uitstaande units (x1000) Nettovermogenswaarde per unit
2,97 € 54,06
Berekening Oprichtingsdatum
Dagelijks 02 jan 2014
Manager Op- en afslagkosten (maximaal)
Jos Gijsbers 0,00 %
Lopende kosten(**) Valutarisico
0,35 % Beperkt
(**) De Lopende kosten betreft de beheer- (0,25 %) en servicevergoeding (0,10 %) van het Mixfonds. Dit is exclusief de eventuele rentekosten, belastingen en portefeuilletransactiekosten van de onderliggende beleggingsfondsen. De onderliggende beleggingsfondsen kennen geen beheer- of servicevergoeding.
Investeringsklasse
Benchmark
ASR Euro Aandelen Basisfonds ASR Europees Vastgoed Basisfonds ASR Euro Staatsobligatie Basisfonds ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds
Euro STOXX 50 Total Return Index ROZ /IPD + FTSE/Nareit Liq 40 Cap + exUK Cap BofA ML EMU Direct Gov Index(Net tot ret) Carve BofA ML EMU Direct LCAPS Index(Net total ret)
3e kwartaalbericht 2014
Gewicht 80,0 % 10,0 % 5,6 % 4,4 %
Pagina 4 van 8
NPPEMO Dividendbeleid Het WPMO keert geen dividend uit Verdeling per investeringsklasse ASR Euro Aandelen Basisfonds
Anker Let Op! Perc 80,3 %
ASR Europees Vastgoed Basisfonds
9,8 %
ASR Euro Staatsobligatie Basisfonds
5,5 %
ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds
4,4 %
Cash
0,0 %
Totaal
100,0 %
Een belegging in Werknemers Pensioen Mixfonds Offensief (WPMO) is onderhevig aan marktschommelingen en aan de risico’s die inherent zijn aan het beleggen in roerende waarden. De waarde van de belegging en de inkomsten ervan kunnen zowel stijgen als dalen. Het is mogelijk dat beleggers het initieel belegd kapitaal niet terugontvangen.
Disclaimer De waarde van uw belegging kan fluctueren, in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Deze publicatie is op zichzelf geen aanbod tot het kopen van enig effect of een uitnodiging tot het doen van een aanbod met betrekking tot dit effect. De beslissing om units in WPMO aan te kopen dient uitsluitend te worden genomen op basis van het informatiememorandum. In het informatiememorandum is informatie opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Lees het Informatiememorandum. Het Informatiememorandum en overige informatie is verkrijgbaar bij a.s.r. of op www.amersfoortse.nl
Vragen? Amersfoortse Stadsring 15 3811 HM Amersfoort www.amersfoortse.nl Bron ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden verleend.
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 5 van 8
ASR Euro Aandelen Basisfonds
P0803ASR Euro 80,3Aandelen % Basisfonds
10 voornaamste posities
Zone
ISHARES EURO STOXX 50
NL
4,9 %
Total SA
FR
4,7 %
Sanofi
FR
4,1 %
BAYER AG
DE
3,5 %
Banco Santander S.A.
ES
3,5 %
SIEMENS AG
DE
3,0 %
Anheuser-Busch InBev NV
BE
2,6 %
BASF AG
DE
2,5 %
Daimler-Chrysler AG
DE
2,3 %
BNP PARIBAS
FR
2,2 %
ASR Europees Vastgoed Basisfonds
P0098ASR Europees 9,8 % Vastgoed Basisfonds
10 voornaamste posities
Zone
ASR PROPERTY FUND N.V.
NL
ASR Euro Staatsobligatie Basisfonds
P0055ASR Euro 5,5Staatsobligatie % Basisfonds
10 voornaamste posities
Zone
DUITSLAND 4% 04/01/2037
DE
0,2 %
DUITSLAND 5.5% 04/01/2031
DE
0,2 %
DUITSLAND 1.75% 15/02/2024
DE
0,2 %
DUITSLAND 2.25% 04/09/2020
DE
0,2 %
DUITSLAND 1.5% 15/02/2023
DE
0,2 %
DUITSLAND 3% 04/07/2020
DE
0,2 %
NEDERLAND 3.75% 15/01/2023
NL
0,1 %
HYPO ALPE-ADRIA 2.375% 13/12/2022
AT
0,1 %
DUITSLAND 2% 04/01/2022
DE
0,1 %
DUITSLAND 0.25% 13/04/2018
DE
0,1 %
Perc
Perc 9,8 %
Perc
ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds P0044ASR Euro 4,4Bedrijfsobligatie % Basisfonds 10 voornaamste posities
Zone
Perc
EIB 4.125% 15/04/2024
SP
0,1 %
KFW 1.625% 15/01/2021
DE
0,1 %
KFW 1.125% 16/10/2018
DE
0,1 %
DEXIA 1.375% 18/09/2019
FR
0,1 %
SAECURE 14 A2 30/01/2019
NL
0,0 %
DEUTSCHE KREDITBANK 1.375% 25/02/2021DE
0,0 %
EUROPESE GEMEENSCHAP 3.375% 10/05/2019 SP
0,0 %
KBC 1% 25/02/2019
BE
0,0 %
STORM 2012-3 A2 FRN 22/05/2017
NL
0,0 %
EUROPESE GEMEENSCHAP 2.75% 04/04/2022 SP
0,0 %
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 6 van 8
Bijlage Werknemers Pensioen Mixfonds Offensief Intrinsieke waarde 02-01-2014 31-01-2014 28-02-2014 31-03-2014 30-04-2014 30-05-2014 30-06-2014 31-07-2014 29-08-2014 30-09-2014
NAV Fonds Benchmark 49,94 49,59 51,51 51,74 52,55 53,87 53,83 52,49 53,39 54,06
100,00 99,22 103,04 103,44 104,89 107,46 107,36 104,54 106,39 107,83
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 7 van 8
Bijlage Werknemers Pensioen Mixfonds Offensief Prijzen laatste maand 01-09-2014 02-09-2014 03-09-2014 04-09-2014 05-09-2014 08-09-2014 09-09-2014 10-09-2014 11-09-2014 12-09-2014 15-09-2014 16-09-2014 17-09-2014 18-09-2014 19-09-2014 22-09-2014 23-09-2014 24-09-2014 25-09-2014 26-09-2014 29-09-2014 30-09-2014
NAV Fonds 53,41 53,47 53,98 54,76 54,74 54,64 54,32 54,29 54,20 54,15 54,11 53,95 54,15 54,60 54,63 54,46 53,82 54,31 53,75 53,96 53,56 54,06
3e kwartaalbericht 2014
Pagina 8 van 8