18 april 2011
Werkgeversdienstverlening Leren en Werken in uitvoering Quick scan werkgeversdienstverlening door tien LeerWerkLoketten
Werkgeversdienstverlening Leren en Werken in uitvoering Quick scan werkgeversdienstverlening door tien LeerWerkLoketten
Henk Bakker Susanne de Zwart Marlies Willemen 18 april 2011
44285
44285
Quick scan werkgeversdienstverlening door tien LeerWerkLoketten
Inhoud
Pagina
1. Inleiding
1
2. LeerWerkLoket Emmen (en Hoogeveen)
5
3. LeerWerkLoket Noord-Holland-Noord
9
4. LeerWerkLoket Rijn-Gouwe
13
5. LeerWerkLoket Roermond (Noord- en Midden-Limburg)
19
6. LeerWerkLoket Rotterdam
23
7. LeerWerkLoket Twente
27
8. LeerWerkLoket Utrecht
31
9. LeerWerkLoket West-Brabant (en Zeeland)
35
10. LeerWerkLoket Zoetermeer
39
11. LeerWerkLoket Zuid-Limburg
43
12. Beschouwing
47
Bijlage: Overzicht geïnterviewden
53
44285
44285
1. Inleiding
Aanleiding voor deze rapportage In de afgelopen jaren zijn, met financiële ondersteuning van de ministeries van SZW en OCW (Projectdirectie Leren en Werken), in de regio LeerWerkLoketten tot stand gekomen. LeerWerkLoketten zijn gezamenlijke initiatieven van regionale partners op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt, die erop gericht zijn om de transparantie van vraag en aanbod van scholing en EVC in het algemeen te vergroten en om de combinatie leren en werken in het bijzonder te stimuleren. De core business van LeerWerkLoketten is het bevorderen dat vragers en aanbieders van EVC en scholing elkaar beter weten te vinden. Daarbij gaat het onder meer om:
Zorgen voor bekendheid met de mogelijkheden voor EVC en duale trajecten voor werknemers, bedrijven en werkzoekenden.
Het bevorderen van samenwerking tussen vragers en aanbieders van scholing en EVC.
Het stimuleren van productontwikkeling (aanbod op maat van de behoefte op de vragersmarkt) bij bijvoorbeeld aanbieders van scholing.
Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het realiseren van landelijke en regionale ambities om ‘leven lang leren’ een forse impuls te geven. Door het bundelen van kennis en expertise op dit gebied wordt de transparantie rondom de mogelijkheden en randvoorwaarden van scholing voor werkgevers verbeterd. Ook partners in de regio hebben belang bij LeerWerkLoketten. De ambitie is dat LeerWerkLoketten bijdragen aan de economische en sociale ontwikkeling in de regio, de werkloosheidsbestrijding, de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Belangrijke kenmerken van LeerWerkLoketten, die gericht zijn op het realiseren van toegevoegde waarde in relatie tot de bestaande organisaties en instellingen in de regio, zijn:
Laagdrempelige en onafhankelijke informatie en advies over EVC en scholing.
Een netwerkorganisatie, met korte lijnen en een gemeenschappelijk doel.
Het belangrijkste kanaal voor deze netwerkorganisaties om werknemers te bereiken wordt gevormd door de werkgevers. In de Handreiking LeerWerkLoketten 1 zijn belangrijke kenmerken van succesvolle werkgeversbenadering genoemd, waaronder:
1
Het werken met een gezamenlijk marktbewerkingsplan.
Handreiking Leerwerkloketten, Berenschot , 2008
44285
1
Gebruik maken van en samenwerken met al bestaande werkgeversnetwerken en intermediairs. Daarbij gaat het natuurlijk in de eerste plaats om de ‘dragende’ partners van het LeerWerkLoket, zoals het UWV WERKbedrijf en de ROC’s. Daarnaast gaat het bijvoorbeeld om de kenniscentra (KBB’s), bedrijvenkringen, actieve branches en de Poortwachtercentra.
Intensief relatiebeheer. Een LeerWerkLoket is gebaat bij een reputatie als betrouwbare partner. Focus op klantvriendelijkheid door consequent te zijn in dienstverlening. Denk bijvoorbeeld aan het nakomen van afspraken en snelheid.
Goede aansluiting tussen front office (i.c. werkgeverscontacten) en back office (de feitelijk door leveranciers in te zetten producten en diensten zoals EVC en (werkend) leren).
In de afgelopen jaren zijn de LeerWerkLoketten – mede op basis van deze uitgangspunten – aan de slag gegaan met werkgeversdienstverlening. Opdracht voor deze quick scan Door de landelijke programmamanager van de LeerWerkLoketten, Marianne Zoetmulder (UWV WERKbedrijf), is aan Berenschot gevraagd om onder de LeerWerkLoketten een onafhankelijke quick scan van “werkgeversdienstverlening in uitvoering” uit te voeren. Hiertoe is in februari en maart 2011 een onderzoeksaanpak uitgevoerd die bestond uit documentenanalyse en interviews met tien regionale LeerWerkLoketten. Bij de documentenanalyse ging het onder meer om businessplannen, marktbewerkingsplannen en productbeschrijvingen van de LeerWerkLoketten. De interviews zijn afgenomen bij de regionale projectleiders van tien LeerWerkLoketten en zo mogelijk ook een of meer netwerkpartners. Alle betrokkenen hebben hieraan flexibel en coöperatief hun medewerking verleend, waardoor snelle oplevering van deze rapportage mogelijk was. In overleg met de landelijke programmamanager zijn op basis van UWV-klanttevredenheidcijfers, de arbeidsmarktsituatie, de monitor Leerwerkloketten en landelijke spreiding de volgende regio’s geselecteerd voor deze quick scan: Noord-Holland Noord
Zoetermeer
Drenthe (Emmen / Hoogeveen)
Rijn Gouwe
Twente
Stad Utrecht
Noord- en Midden-Limburg
Rotterdam Rijnmond
Zuid-Limburg
Bergen op Zoom
Doel van de quick scan is om een goed, actueel beeld te hebben van de wijze waarop in de praktijk door de regionale netwerken van leren en werken uitvoering is gegeven aan de werkgeversdienstverlening. Dit als input voor de bepaling van de verdere ondersteuningsacties vanuit het landelijke programmamanagement en als basis voor verdere kennisdeling tussen alle LeerWerkLoketten: wat kunnen LeerWerkLoketten van elkaar leren op het terrein van werkgeversdienstverlening?
44285
2
Gelet op het karakter van en de mogelijkheden binnen dit korte onderzoek (quick scan) is geen effectiviteitsmeting van (onderdelen van) de werkgeversbenadering van de LeerWerkLoketten gedaan. Daarvoor is een vervolgonderzoek met een andere onderzoeksopzet nodig die rekening houdt met onder andere de gezamenlijkheid en het netwerkkarakter van de LeerWerkLoketten, de gewijzigde arbeidsmarktsituatie en -vraag als gevolg van de economische crisis en met de diversiteit tussen de regio’s gelet op de eis van regionaal maatwerk. In algemene zin kan op basis van klanttevredenheidsonderzoek van UWV over de dienstverlening van de Werkpleinen wel worden vastgesteld dat in de onderzochte regio’s een relatief hoge werkgeverstevredenheid bestaat. Ook is tijdens de quick scan de interviews in kwalitatieve zin doorgevraagd naar good practices in de zin van succesvol gebleken vormen van werkgeversdienstverlening. Leeswijzer In deze rapportage wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 11 kernachtig per regio een schets van de regionale arbeidsmarktcontext weergegeven, de strategie van en betrokkenen bij de werkgeversdienstverlening toegelicht en vervolgens ingezoomd op de werkgeversbenadering en de werkgeversdienstverlening (inclusief de aansluiting van leveranciers van producten en diensten op de werkgeverscontacten in de front office). Hoofdstuk 12 bevat een overall beschouwing op basis van de bestudeerde documenten en gevoerde gesprekken: wat zijn rode draden, wat valt op, wat kan worden geconcludeerd over de toegevoegde waarde van de LeerWerkLoketten voor de gezamenlijke werkgeversdienstverlening. In de bijlage is een overzicht van geïnterviewde personen opgenomen.
44285
3
44285
4
2. LeerWerkLoket Emmen (en Hoogeveen)
Regionale arbeidsmarkt Drenthe telt (2010) ongeveer 182.000 banen van werknemers. De beroepsbevolking groeit in Drenthe nog licht. Op langere termijn krimpt de potentiële beroepsbevolking. De beroepsbevolking is op peil te houden door het vergroten van de arbeidsparticipatie, vooral bij ouderen, vrouwen en laag opgeleiden. De potentiële beroepsbevolking groeide de afgelopen jaren in Drenthe. Tot 2020 is sprake van een beperkte krimp, daarna volgt een langdurige periode van forse daling. In Drenthe en de andere Noordelijke regio‘s begint het proces van vergrijzing eerder dan in veel andere gebieden. In Drenthe is de beroepsbevolking relatief goed opgeleid, met een groot – en nog groeiend aandeel middelbaar opgeleiden (49%). Het aantal lager opgeleiden is de afgelopen jaren afgenomen met 2%, maar is nog steeds fors. Een aantrekkende economie zorgt voor nieuwe schaarste aan hoger opgeleiden en aan middelbaar opgeleiden op de hogere niveaus. Sterk vergrijsde sectoren zijn het onderwijs, de overheid en de landbouw. Drenthe heeft een relatief grote collectieve sector. De sector zorg en welzijn zorgt in Drenthe voor 22% van de werkgelegenheid. Andere grote sectoren zijn de zakelijke dienstverlening (15%), industrie (15%) en detailhandel (11%). Zowel de zorgsector als de industrie zijn relatief sterk vertegenwoordigd. Sectorale structuren en daarmee ook de samenstelling van de werkgelegenheid veranderen. Dit heeft grote consequenties voor de arbeidsmarkt. Er vindt een verdere verschuiving plaats van productiewerk naar diensten. Niet alleen de vraag naar arbeid verandert, maar ook de daarbij behorende kwalificaties. Bijvoorbeeld dienstensectoren vereisen gemiddeld een hoger opleidingsniveau. Dit versterkt de algemene tendens van upgrading. Hierdoor neemt het aantal banen vooral toe voor middelbare en hogere beroepen. Het aandeel banen op het lagere beroepsniveau wordt structureel kleiner in alle sectoren. In Drenthe zijn twee ROC’s actief, is het HBO matig vertegenwoordigd en is er geen universiteit. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Emmen In zuidoost Drenthe is in de afgelopen jaren gewerkt aan commitment van de partners, aan het creëren van het fysieke LeerWerkLoket (hierna LWL) in Emmen en Hoogeveen en aan het meer in onderlinge afstemming benaderen van werkgevers. In 2011 wordt dit verder verdiept en verbreed, opdat het LWL een centrale positie in gaat nemen bij het organiseren van gezamenlijke excellente dienstverlening op het terrein van leren en werken. Het LWL, ofwel het netwerk van ‘leren en werken’, wordt verbonden aan het huidige mobiliteitscentrum en het jongerenloket en waarschijnlijk ook aan relevante andersoortige dienstverlening tot een Loopbaancentrum, zodat er een goed geoutilleerd centrum operationeel ontstaat. Uiteindelijk moeten deze diensten er toe leiden dat in de regio zuidoost Drenthe en de regio Hoogeveen de kwaliteit van het arbeidspotentieel verbetert. Centrale ambities zijn dat meer mensen op het niveau van minimaal een startkwalificatie opgeleid worden en dat fricties tussen vraag en aanbod, zoals hierboven geschetst op de regionale arbeidsmarkt tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht zijn.
44285
5
Hiertoe zijn de volgende strategische keuzes gemaakt:
Het LWL Emmen is opgehangen aan de bestuurlijke “Regiegroep Kennis & Arbeidsmarkt” dat vraagstukken op het terrein van arbeidsmarktbeleid in Drenthe afstemt. De deelnemende partijen hierin zijn: de Provincie Drenthe (voorzitterschap), de gemeenten Emmen, Assen, Hoogeveen en Meppel, Alfa-college, Drenthe College, Onderwijsgroep Noord, Noorderpoort, Stenden hogeschool, Hanzehogeschool, UWV, MKB/VNO-NCW Noord, KvK Noord en Colo en Calibris.
Ter nadere invulling en uitvoering van de op provincieschaal afgesproken kaders functioneert in zuidoost Drenthe het samenwerkingsnetwerk ‘O3’ - waaraan overheid, onderwijs en ondernemers deelnemen. Het O3 netwerk fungeert als regionaal arbeidsmarktplatform van waaruit regionale sturing plaatsvindt. De samenwerking is bekrachtigd middels een convenant. De regionale kaders worden concreet vertaald in een actiejaarplan door het MT van het Werkplein (gemeente en UWV).
De front office van het LWL wordt voor werkzoekenden gevormd door het fysieke LWL op het Werkplein, waar voorlichting over scholing, EVC en duale trajecten en matching van kandidaten plaatsvindt. De front office voor werkgevers (in bovenstaand overzicht ‘back office’ genoemd) wordt gevormd door een netwerk van accountmanagers van de verschillende partners.
44285
6
Werkgeversbenadering De werkgeversbenadering wordt zoveel mogelijk geïntegreerd met alle partners en andere werkgeversdiensten in het Werkplein, vanuit de bestaande organisaties. Dit om te voorkomen dat werkgevers overvoerd worden met bedrijfsbezoeken van verschillende naast en langs elkaar werkende partijen. Eens per veertien dagen komen Ambassadeurs het Werkgeversservicepunt Binnen de werkgeverbenadering zijn ook een drietal ambassadeurs (hierna WGSP), de actief in opdracht van de gemeente Emmen. Dit zijn mensen die een accountmanagers van de grote bekendheid hebben binnen het bedrijfsleven in Zuidoost Drenthe. gemeente, het Zij gebruiken hun netwerk om werkgevers bekend te maken met het Jongerenloket en de Werkgeversservicepunt, brancheservicepunten en leerwerkloket en projectleider LWL bij elkaar tevens om accountmanagers te introduceren. Hiervoor worden naast om de contacten met de bedrijven ook serviceclubs zoals Rotary, commerciële clubs en werkgevers door te nemen sponsorbijeenkomsten bezocht. Het leerwerkloket en de ambassaseurs en signalen uit de markt te hebben onderling korte communicatielijnen bespreken. Daarnaast zijn er korte communicatielijnen met de accountmanagers van het onderwijs. De kern wordt gevormd door negen personen van het WGSP, zeven personen van het Jongerenloket, twee personen van het Mobiliteitscentrum en twee personen van het ROC. Het LWL coördineert en voedt dit en voert zelf ook acties uit in het kader van marktbewerking. In de praktijk valt de gezamenlijke marktbewerking niet altijd mee. De uitdaging voor 2011 is om tot een daadwerkelijk eenduidige, geïntegreerde werkgeversbenadering te komen. Het ‘uurtje van Drenthe’ (zie kader verderop) is een voorbeeld van een initiatief dat daarop gericht is. Een belangrijke rol in de werkgeversbenadering vormt het WGSP. Via bezoeken aan werkgevers wordt geïnventariseerd welke behoefte tot ontwikkeling er is binnen het bedrijf. In 2009 is het werkgeversteam geïntegreerd met de brancheservicepunten. De essentie van de werkgeversservice is ook van toepassing op de brancheservicepunten. Bedrijven worden, branchegericht, door een accountmanager van het WGSP meegenomen. Het LWL voedt het netwerk met kennis en aanbod op het terrein van werkend leren, scholingsvragen worden doorverwezen naar het LWL. Als gevolg van de financieel-economische crisis is een aantal bedrijven in zuidoost Drenthe failliet gegaan met als gevolg een redelijk sterke toename van het werkzoekendenbestand. Deze mensen zijn in eerste instantie opgevangen door accountmanagers van het Mobiliteitscentrum. Hierin participeren UWV, gemeenten, ROC‘s/AOC, Kenniscentra en re-integratiebedrijven (RIB’s). Deze door de crisis verder toegenomen samenwerking heeft er toe geleid dat veel scholingsinstrumenten zijn ingezet en werkgevers zijn benaderd om plaatsingen te realiseren. Om de medewerkers van het LWL nader toe te rusten in hun accountvaardigheden hebben ze een training gevolgd.
44285
7
Levering van diensten Het LWL heeft een duidelijke intermediaire en specialistische functie, voor alle vragen rond leren en werken kan men er terecht. Wanneer de accountmanagers van samenwerkende organisaties een vraag op halen bij een werkgever wordt deze terug gespeeld naar het LWL. Het LWL kent alle kanalen om de juiste scholing in te zetten en te vinden. Met onderwijsinstellingen zijn concrete afspraken gemaakt. Het fysieke LWL is ook aanwezig op voorlichtingsdagen, beurzen of bij andere activiteiten waarbij school- en beroepskeuze een belangrijk rol speelt. Daarnaast zijn voor 2011 (nieuwe) afspraken gemaakt over samenwerking tussen het mobiliteitscentrum en het LWL, zoals een gezamenlijke flyer voor scholen en beurzen en voorlichting ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten. Ook met alle aanbieders van EVC zijn (in het kader van de crisis) afspraken gemaakt, waaronder bijvoorbeeld het aansluiten bij een Ondernemersavond georganiseerd door MKB, KVK en Werkplein.
Het uurtje van Drenthe Het uurtje van Drenthe is een initiatief van de projectleider LWL. Dit ‘uurtje’ vindt eens per kwartaal plaats en wordt bezocht door de brancheorganisaties. Hier worden ervaringen uit de markt uitgewisseld en soms wordt er ook een thema besproken. Onlangs was één van de thema’s: WAJONG. Door dit uurtje van Drenthe houdt het LWL goed voeling met wat er in de praktijk speelt en hoe zij hier op in kan spelen.
Een belangrijke ontwikkeling in zuidoost Drenthe in het bereiken van en dienstverlening aan bedrijven op het terrein van leren en werken is, tot slot, de realisatie van de Kennis Campus Emmen (KCE) rond Stenden hogeschool. Hier realiseren Stenden hogeschool, gemeente Emmen en andere publieke organisaties samen met het bedrijfsleven een publiek-private samenwerking, gericht op innovatie, samenwerking en geïntegreerde dienstverlening. Hier is een sterke verbinding gelegd met het bedrijfsleven in de regio. Doordat de Kennis Campus van en voor bedrijfsleven is, is de drempel richting het LWL lager. Het LWL is om die reden actief bij de Kennis Campus betrokken in de vorm van een fysieke front office-loketfunctie.
44285
8
3. LeerWerkLoket Noord-Holland-Noord
Regionale arbeidsmarkt De potentiële beroepsbevolking van de regio telt ongeveer 427.000 personen. De potentiële beroepsbevolking is, als in de landelijke trend langzaam aan het afnemen. In de regio is de beroepsbevolking relatief vaker middelbaar opgeleid, met lager aandeel hoger opgeleiden (27%) dan gemiddeld. Het aantal lager opgeleiden is de afgelopen jaren gelijk gebleven. Naar leeftijd is de samenstelling vooral lager bij de groep 35-45 jaar (21% tegen 28% landelijk) In Noord-Holland-Noord zijn de sectoren horeca, zorg en welzijn sterk vertegenwoordigd. De regio telde in 2010 ongeveer 250.000 banen, waarvan 20 procent in de detail- en groothandel. Andere grote sectoren zijn de zakelijke dienstverlening (13%), in zorg en welzijn (17%), industrie (91%) en openbaar bestuur (9%). De werkgelegenheid is voor een groot deel afhankelijk van de pendel naar aangrenzende regio’s, met name naar Amsterdam. Dit geldt vooral voor mensen die werken op HBO of academisch niveau. In het algemeen geldt wel dat sprake is van upgrading, de gemiddelde opleidingsvraag voor vacatures wordt steeds hoger, een trend die in de toekomst nog zal doorzetten. De regio heeft twee ROC’s, een AOC en een hogeschool. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Noord-Holland-Noord Het RPA-NHN, UWV WERKbedrijf, Kamer van Koophandel Noordwest Holland, Hogeschool In Holland, ROC Horizon College, ROC Kop van Noord-Holland, AOC Clusius College en COLO/de Kenniscentra vormen samen het LWL. Overige organisaties worden via de dienstverlening op het werkplein of naar behoefte, projectmatig betrokken in de uitvoering. Afgesproken is om aldus een duurzame infrastructuur voor een leven lang leren in de regio Noord-Holland Noord te vormen, waarbij naar ieders vermogen de werkzaamheden van het fysieke en digitale LWL Noord-Holland Noord in stand te houden en continu te ontwikkelen. Deze is erop gericht om werkenden, werkzoekenden en werkgevers in Noord-Holland Noord snel en doeltreffend te bedienen op het terrein van scholing in relatie tot arbeid. Het LWL heeft een regionale functie en heeft haar fysieke plek binnen het Werkplein te Alkmaar. Andere strategische keuzes zijn:
Het LWL valt beleidsmatig onder het RPA Noord-Holland-Noord, via een door het RPA ingestelde stuurgroep waarin het UWV WERKbedrijf, ROC Horizon College, de Kamer van Koophandel Noordwest en de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard vertegenwoordigd zijn.
Het LWL heeft de rol van spin in het web op het terrein van leren en werken en sluit aan bij bestaande structuren zoals het jongerenloket, de gemeenten en het UWV WERKbedrijf.
De operationele uitvoering wordt aangestuurd door de vestigingsmanager van UWV WERKbedrijf.
44285
9
In een schema:
Stuurgroep RPANHN Kennis- en Adviescentrum RPAProjectleider leerwerkloket
Vestigingsmanager Werkplein Alkmaar
Gemeenten
Frontoffice leerwerkloket
BSP
Kennis-
(beroeps-)
UWV WB
techniek,
Centra
onderwijs
Alkmaar
zorg&welzijn
Branche -
Hoorn
organisati
Den Helder
Mobiliteits centra
In Bedrijf
Individuele werkgevers
Jongerenloket/actiepla n
Reïntegrati ebedrijven
Het fysieke deel van het LWL wordt bemenst door het UWV met 1,2 fte en is gevestigd op het Werkplein. Er vindt overleg plaats over aanvullende bemensing vanuit het ROC en een erkende EVC aanbieder om de continuïteit te waarborgen. Werkgeversbenadering Er wordt uitgegaan van een netwerkbenadering, op basis van de behoefte van de werkgevers, vertrouwen en korte lijnen. Alle participerende partijen in de regio benaderen werkgevers. Ook de bedrijfsadviseurs/MKB-adviseurs, werkcoaches van gemeenten, UWV, onderwijs en kenniscentra. In 2011 is op basis hiervan een nieuwe stap gezet in het daadwerkelijk operationaliseren van deze samenhangende werkgeversbenadering. Een dergelijke samenhangende aanpak stelt eisen aan transparantie en communicatie.
44285
10
Via een operationele regiegroep, waarin op dit moment de gemeente het UWV, het Jongerenloket, het ROC en het LWL deelnemen en die maandelijks bijeenkomt, vindt afstemming tussen de partijen over wie naar welke werkgever gaat en overleg over projecten en acties die vervolgens nodig zijn. Uitgegaan wordt van een brede, vraaggerichte HRM-insteek bij de benadering van bedrijven. Genoemde regiegroep, is gestart met een inventarisatie van de contacten van de partners met bedrijven en branches. Op basis hiervan kan aan de geïntegreerde werkgeversbenadering daadwerkelijk handen en voeten worden gegeven, waarbij de partners elkaars diensten en kandidaten “meenemen” naar de werkgever.
De subsidiecalculator De projectleider van het LWL kreeg tijdens contacten met werkgevers terugkerende vragen om overzicht op de subsidies en regelingen die bij bepaalde doelgroepen beschikbaar zijn. De projectleider heeft hier met de diverse partners binnen het LWL-netwerk over doorgepraat en uiteindelijk is daar de subsidiecalculator uit ontstaan. Met de subsidiecalculator is het mogelijk voor een werkgever om snel en helder uit te rekenen welk subsidie hij voor een bepaalde werknemer kan aanvragen. Dit product is een gewaardeerde vraaggerichte service naar werkgevers aan de kop van het proces en kan ook ingezet worden buiten het LWL.
Activiteiten en marktbereik vanuit onder andere het Jongerenloket, de brancheservicepunten Zorg, Horeca en Techniek en de kenniscentra (met name Ecabo en Kenteq) worden actief benut en ingeschakeld. De uitdaging is om ook bij de andere brancheservicepunten en kenniscentra aansluiting te vinden. De Kamer van Koophandel Noordwest Holland zet zich in voor de vergroting van het draagvlak bij het bedrijfsleven en verleent haar medewerking in de vorm van het (mede)organiseren van themagerichte bijeenkomsten. Levering van diensten Het LWL maakt veel gebruik van een vaste EVC aanbieder, waar goede ervaringen mee zijn opgedaan. De diploma’s van deze aanbieder worden erkend door de ROC’s. Vanuit het LWL wordt actief samengewerkt met de ROC’s en het AOC als partners binnen het netwerk van werken en leren. Zowel bij individuele vragen van werkgevers en werknemers, als bij het opzetten en uitvoeren van arrangementen en projecten. De ervaring is dat bedrijven steeds vaker zelf een actieve rol in het opleiden willen nemen. Bij individuele vragen zijn er korte, direct lijnen. Projecten en arrangementen worden vaak besproken tijdens de maandelijkse regiegroepbijeenkomsten.
44285
11
44285
12
4. LeerWerkLoket Rijn-Gouwe
Regionale arbeidsmarkt De (groeiende) beroepsbevolking in regio Rijn Gouwe bestaat uit ca. 370.000 personen. In deze regio is ongeveer 30% van de werkgelegenheid te vinden in de sectoren Onderwijs en Zorg & Welzijn. Andere sectoren die relatief sterk vertegenwoordigd zijn, zijn de zakelijke dienstverlening, Life Sciences, Greenport en Transport & Logistiek. De regio Rijn Gouwe is van oudsher een regio met veel (kleine) MKB-bedrijven en veel bedrijven in de Maakindustrie. Er vindt een verschuiving plaats van productiegerichte beroepen naar dienstverlenende beroepen. De beroepsbevolking neemt nog iets toe, maar de werkgelegenheid zal nog harder toenemen, zodat de regionale arbeidsmarkt krapper wordt vanaf 2012. Tekorten worden, net zoals eind 2008 – voor de recessie-, vanaf 2012 voorspeld op MBO 3 en 4 en HBO niveau. De aansluiting arbeidsmarkt-onderwijs in de regio is onvoldoende. Het gevraagde opleidingsniveau stijgt; er is vooral sprake van een toename van het aantal banen voor hoger opgeleiden; alle sectoren in de economie krijgen in mindere of meerdere mate te maken met tekorten aan gekwalificeerd personeel, vooral als het gaat om de hogere opleidingsniveaus. Nieuwe functies vereisen een steeds hoger kennisniveau. Er bestaat een structureel tekort aan hoger opgeleiden (WO-ers, HBOers en MBO niveau 3 en 4). De regio Rijn Gouwe is landelijk gezien een regio met een eigen problematiek. De regio heeft te kampen met een extreem krappe arbeidsmarktsituatie (en een zeer hoge participatiegraad) die op korte en lange termijn belemmerend kan zijn voor de economische ontwikkelingen en stabiliteit in de regio. Uit de cijfers blijkt verder dat er sprake is van een lage werkloosheid. Rijn Gouwe is een regio met een zeer hoge pendel naar omliggende regio’s. Men woont in onze regio en werkt elders. In de regio Rijn Gouwe zijn enkele ROC’s en HBO-instellingen en een universiteit (Leiden) actief. Strategische keuzes van het Leerwerkloket Rijn-Gouwe Het fysieke LWL is verbonden aan en samengegaan met het bestaande coördinerende LWL van het RPA, Hierdoor is er een stevige verbinding met de overige werkzaamheden vanuit het RPA, vooral via de accountmanager onderwijs/arbeidsmarkt van het RPA. In deze regio is gekozen voor een coördinerende structuur, omdat sprake is van een historisch sterke, daadwerkelijk werkende samenwerking tussen partijen, zowel in RPA-verband (in het bestuur van het RPA neemt het UWV Werkbedrijf deel, samen met het beroepsonderwijs en de gemeentelijke overheid), als daarbuiten. Er is sprake van een sterke regionale structuur. Het uitgangspunt van de partijen van het RPA Rijn Gouwe is een goede infrastructuur waar werkgevers de weg kunnen vinden voor opleidingen en EVC’s. Daarnaast willen de partijen dit bereiken via kennisdelen, kennisoverdracht en samenwerken met een inrichting van een loket wat de beste kwaliteit biedt. Het LWL Rijn-Gouwe is een coördinerend loket. Een klein projectteam (MT scholingsmakelaars en administratieve ondersteuning) faciliteert de afstemming tussen de partijen en zorgt voor nieuwe stimulansen, impulsen en kennisonderhoud.
44285
13
Het LWL organiseert samenwerking tussen bestaande structuren en structureert te ondernemen activiteiten daar waar witte plekken zijn rondom het thema op-, om- en bijscholing vanuit het HRMperspectief en op grond van de vraag naar arbeid. Een aantal uitgangspunten dat gehanteerd wordt is:
Werken vanuit de vraag, waarbij de economie leidend is, én praktijkgericht.
Geen werk opstarten waarvan geen positief (leer)resultaat te verwachten valt.
Blijvende betrokkenheid bij werkgevers en het ontwikkelen van inzicht in HRM.
Er wordt optimaal gebruikgemaakt van opleidingsbudgetten (w.o. die van O&O fondsen).
Duurzaamheid staat voorop en daarom wordt gewerkt met bestaande structuren.
Inmiddels zijn er naast het virtuele, coördinerende loket vier fysieke loketten. De LeerWerkLoketten worden bemenst (fysiek of gecoördineerd) vanuit het UWV WERKbedrijf, RPA Rijn Gouwe, kenniscentra, beroepsonderwijs en gemeentelijke overheid. Zij rapporteren aan het managementteam LWL. Het bestaande regionale en coördinerende karakter van het LWL Rijn-Gouwe is het platform waar vanuit de fysieke loketten werken. Borging is onder meer georganiseerd doordat de directeur van het RPA Rijn-Gouwe ook lid van het MT is van de fysieke LeerWerkLoketten. Het LWL is een knooppunt in de netwerkstructuur voor Leren en Werken voor alle partijen die baat hebben bij inzet van scholing in het kader van re-integratie, personeelsvoorziening en loopbaanontwikkeling. Daarom is het de bedoeling om alle bekende bestaande loketten op inhoud met elkaar te verbinden. Op dit moment zijn dat het jongerenloket, de (tijdelijke) aanpak Jeugdwerkloosheid, het werkgeversloket etc. Dat zal ook gelden voor de op te richten brancheservicepunten. In een schema:
44285
14
Werkgeversbenadering Uitgangspositie en basis voor de werkgeversbenadering zijn de bestaande marktbewerkingsplannen van de plusvestigingen UWV Werkbedrijf Holland Rijnland en Midden Holland (en de werkgeversbenadering van het LWL Rijn Gouwe). In die marktbewerkingsplannen zijn strategische keuzes opgenomen die zich richten op een groter marktbereik, samen met de ketenpartners die nu grotendeels ook onderdeel gaan uitmaken van de fysieke LeerWerkLoketten en die nu al deel uitmaken van het huidige LWL Rijn Gouwe. Vanuit het loket wordt een actieve werkgeversbenadering nagestreefd die voortkomt uit de vraaggerichte opzet. Deze benadering uit zich in:
Bewustwordingstrajecten: dit zijn bijvoorbeeld bijeenkomsten georganiseerd met de partners over het belang van het opleiden van zittend en toekomstig personeel. Daarnaast worden er nieuwsbrieven uitgegeven wordt gebruikgemaakt van de communicatiekanalen van de betrokken partijen zoals een bewustwordingscampagne motto: Holland Rijnland werkt! Waarbij (twee)wekelijks in huis-aan-huisbladen aandacht wordt besteed aan de situatie op de regionale arbeidsmarkt.
PR-campagne, gericht op werkgevers in deze regio motto: 100% gemotiveerd verdient een kans! waarbij werkgevers, al dan niet via de branche-organisatie, worden geïnformeerd over de mogelijkheden van financiering van scholingskosten, loonkostensubsidie, proefplaatsing met behoud van uitkering, jobcoaching en no-riskpolis bij het in dienst nemen van langdurig werkzoekenden, gedeeltelijk arbeidsgeschikten, werknemers met en Wsw-indicatie of nietwesterse allochtonen.
De magische mix: motto: alles wat maar werkt! Een mix van informatiebijeenkomsten, speeddates, banenmarkten, gerichte werving- en selectieacties etc. op verzoek van en in nauwe samenwerking met (grotere) werkgevers en/of de brancheorganisaties.
Bezoeken werkgevers: kenniscentra, onderwijsinstellingen en samenwerkingsverbanden bezoeken werkgevers rondom HRM-advisering, arbeidsmarktsituatie en opleiden van zittend en toekomstig personeel met als doel het feitelijk organiseren van EVC- en duale trajecten.
Informatievragen van werkgevers: werkgevers die rechtstreeks of indirect contact opnemen met het LWL ontvangen een informatie pakket en indien gewenst een bezoek van één van de partijen van het LWL.
Het UWV WERKbedrijf is actief in het LWL door werklozen of met werkloosheid bedreigden te helpen en benut daarvoor haar werkgeversbenadering in het kader van aanbodversterking. Daarnaast is het UWV betrokken via het Jongerenloket en REKO.
Om het vraaggericht werken te borgen is er drie keer per jaar werkgroepoverleg met de kenniscentra, de Hogeschool, het beroepsonderwijs, gemeenten en de werkgevers.
44285
15
Het LWL vraagt cijfers op bij de Kamer van Koophandel voor trend ontwikkeling, en houdt tevens inzicht in de vraag en het aanbod op de markt. Daarnaast zorgt het LWL voor de verbindingen tussen de partners om werkgeverscontacten bij te houden. Het verbinden van deze informatiestromen is essentieel. Voor het opzoeken van die gegevens wordt gebruikgemaakt van www.regiometer.nl, waarin alle benodigde gegevens voorkomen. Temeer omdat daar ook de cijfers van DUO inzitten (in-en uitstroom van beroepsonderwijs). De medewerkers van het loket worden getraind en begeleid om op het niveau van netwerken en regionale vraag van werkgevers te kunnen opereren. Deze trainingen worden door het LWL grotendeels zelf verzorgd. De medewerkers bespreken ook casuïstiek met elkaar. Om de samenhang tussen de loketten te borgen en te zorgen voor informatie-uitwisseling hebben de loketten met regelmaat overleg en is er één verantwoordelijke die ook langs de loketten gaat. Levering van diensten Voor de vertaling van de vraag van werkgevers of branches naar concrete afspraken en arrangementen is m.b.t. (toekomstig) arbeidspotentieel een blauwdruk opgesteld. Onderstaand is in het kort de werkwijze weergegeven. Per werkgeversgesprek zijn tenminste 2, maar bij voorkeur 3 van de ketenpartners aanwezig: iemand namens het UWV Werkbedrijf, iemand namens de gemeenten en iemand namens het ROC. De gesprekspartners kunnen wisselen per branche. Afspraken worden schriftelijk op hoofdlijnen vastgelegd en CC toegezonden aan de leden van de werkgroep marktbewerkingsplan. Gestreefd wordt naar SMART afspraken: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Dat betekent minimaal dat achter elke afspraak een termijn en een naam staat van de eerst verantwoordelijke persoon/organisatie. De afspraken worden als volgt voorbereid en vertaald in acties (voorbeeld zorg): ZORG Aantal vestigingen:
627
Aantal arbeidsplaatsen:
18.437
Groeiprognose 2006-2011:
+ 12,2%
Te verwachten vacatures:
op basis van de groei + 2.250 op basis van vervangingsvraag: PM (vaststellen in overleg met de brancheorganisatie) Werkgelegenheid naar opleidingsniveau: 3% basisonderwijs, 12% vmbo, 47% mbo, 26% hbo en 12% wo Werkgelegenheid naar leeftijd:
44285
10% 15 tot 25 jaar, 52% 25 tot 45 jaar en 38% 45 jaar en ouder.
16
Huidig marktbereik UWV:
4%
Huidige vervullingsquote:
< 25%
Positie in de kwadrantenanalyse:
kwadrant D: actie i.s.m. werkgevers
Inzet op:
werven van vacatures, vooral voor laagopgeleide werkzoekenden werven van (doorlopende) stages voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs, met uitzicht op een arbeidsovereenkomst na afronding van de opleiding speeddates of banenmarkten, in opdracht van (groepen van) werkgevers, bijvoorbeeld Thuiszorg Groot Rijnland, LUMC, Diaconessenziekenhuis, STAG Rijnstreek, Libertas (verzorgingshuizen) of de bemiddelingsorganisaties zoals Care2Care of in de zorg gespecialiseerde uitzendorganisaties (Medi Interim, Randstad) een leerwerktraject voor nieuwe instroom in bepaalde functies
Besproken met (namen, functies van contactpersonen en de organisaties waar zij werkzaam zijn): 1. naam: functie: organisatie: 2. naam: functie: organisatie: TOP-5 van de actuele discrepantie op basis van de vraag van de werkgever Aantal
Aantal werkzoekenden
Beroep
vacatures A
1
Verzorgende individuele gezondheidszorg
27
2
Helpende instelling
24
3
Tandartsassistent
18
4
Verzorgende thuiszorg
14
5
Doktersassistent
15
44285
Vac/wkz
B
Totaal
17
44285
18
5. LeerWerkLoket Roermond (Noord- en Midden-Limburg)
Regionale arbeidsmarkt In 2010 behoren 349.000 personen in Noord- en Midden-Limburg tot de potentiële beroepsbevolking. In recente prognoses van het CBS tot 2040 daalt deze potentiële beroepsbevolking in 2040 met 22% tot 272.000 personen. Landelijk daalt de bevolking tussen 15 en 65 jaar veel minder hard, namelijk met 8%. In Noord- en Midden-Limburg is de beroepsbevolking relatief laag opgeleid. Noord- en Midden-Limburg is een industriële regio. Het heeft veel meer banen in de industrie dan in Zuid-Limburg of landelijk. Maar het aandeel banen in de industrie neemt wel af, terwijl dat van de zorg toeneemt. De diensteneconomie wordt steeds dominanter. Dit betekent tevens dat het vereiste opleidingsniveau toeneemt. De sectoren industrie, transport en logistiek zijn sterk vertegenwoordigd. De gemeente Venlo fungeert als brainport op het gebied van agro-food en logistiek. De regio kent een aantal grote zorginstellingen. Een aantrekkende economie zorgt voor nieuwe schaarste aan hoger en middelbaar opgeleiden. Dit speelt zeker in Noord- en Midden-Limburg, waar de beroepsbevolking lager is opgeleid dan gemiddeld in Nederland. Er wordt een flinke uitbreidingsvraag verwacht in de zorg en welzijn en een lichte uitbreidingsvraag in de landbouw, groothandel en vervoer & logistiek. Door upgrading neemt in Noord- en Midden- Limburg in vrijwel alle sectoren het aandeel vacatures voor middelbaar en hoger personeel toe. On- en laaggeschoolden zullen het ook op middellange termijn moeilijk hebben om werk te vinden. In Noord- en Midden-Limburg worden personeelstekorten verwacht in de techniek en zorg, maar overschotten bij laag opgeleiden en in de economisch-administratieve richtingen. De vergrijzing manifesteert zich de komende jaren steeds sterker en levert een belangrijke bijdrage aan nieuwe kraptes op de arbeidsmarkt. Sterk vergrijsde sectoren zijn het onderwijs, overheid en landbouw. In de regio Noord- en Midden-Limburg bestaat de opleidingsinfrastructuur onder andere uit een ROC, een AOC en een HBO-instelling. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Roermond Bij de start van het LWL in 2008 is door de 15 partners van het samenwerkingsverband een aparte stuurgroep ingesteld, alsmede een dagelijks bestuur. Inmiddels is besloten om het LWL op te hangen aan het in 2010 opgerichte regionaal platform arbeidsmarkt & onderwijs, Kennisalliantie Noord- en Midden-Limburg geheten. De Kennisalliantie fungeert als ontmoetingspunt van bestuurders aan de kant van ondernemers, onderwijs en overheid die betrokken zijn bij de werking van de lokale en regionale arbeidsmarkt, het kwalificeren van de beroepsbevolking en het intensiveren van kennis en innovatie in bedrijven en instellingen. Een aantal bestaande stuurgroepen – waaronder de stuurgroep van het samenwerkingsverband leren & werken – is opgegaan in de Kennisalliantie. Deze strategie is erop gericht dat initiatieven niet beperkt blijven tot hun eigen specifieke doelstelling, maar extra impact krijgen en effectiever zijn door korte lijnen met aanpalende initiatieven.
44285
19
Het LWL is daardoor verbonden met bijvoorbeeld activiteiten van Greenport Venlo (agribusiness, voedingsindustrie, transport & logistiek in Noord-Limburg), Bèta/Techniek (met programma’s waaronder de bijscholing van werknemers in de techniek), RAIL (de beoordeling van de Limburgse arbeidsmarkt), de Actieplannen Jeugdwerkloosheid, het EVC Centrum (van Gilde Opleidingen, Fontys Hogescholen en Citaverde College) en het Hattems Overleg (de inrichting van de opleidingsinfrastructuur in Limburg, onder meer in relatie tot het Leven Lang Leren). Hierdoor is een belangrijk stap gezet op weg naar het inrichten van een gezamenlijk regionaal Loopbaancentrum. Hiermee wordt een bereikbare, professionele en duurzame voorziening gerealiseerd voor alle burgers en organisaties die in Noord- en Midden-Limburg informatie en advies willen over scholing en opleiding, de combinatie van leren en werken, de erkenning van verworven competenties en loopbaanontwikkeling. Deze voorziening moet gedragen en uitgevoerd worden door de organisaties die op deze en aanverwante terreinen een reguliere taakstelling hebben en hun expertise aan de gezamenlijke voorziening beschikbaar willen stellen. Werkgeversbenadering Op het moment van schrijven wordt in Roermond hard gewerkt aan het verbinden van de verschillende benaderingen in de werkgeversdienstverlening. Op lokaal niveau worden de werkgevers actief en samenhangend benaderd, maar het regionale veld is hier nog te complex voor. Het beeld van de gezamenlijke werkgeversbenadering ziet er als volgt uit (bron LWL):
44285
20
Tot voor kort deden organisaties de werkgeversbenadering veelal eigenstandig in relatie tot hun eigen specifieke kerntaak. Het regionale beroepsonderwijs onderhoudt met duizenden (leer)bedrijven contacten in verband met de praktijkovereenkomsten voor werknemers in duale trajecten, de stages van het voltijds onderwijs en de uitvoering van contractscholing. De Kenniscentra onderhouden contacten met bedrijven in verband met o.a. de beschikbaarheid van stageplaatsen en de erkenning als leerbedrijf. De ketenpartners werk & inkomen onderhouden contacten met bedrijven, o.a. om te komen tot plaatsing van werkzoekenden op vacatures. Naast dergelijke vormen van reguliere relaties bestaat een scala projectmatige initiatieven, vaak in samenwerking met lokale en regionale brancheorganisaties. Naast de uitvoering van hun reguliere dienstverlening aan bedrijven/werkgevers, ontwikkelen de partners van de LeerWerkLoketten op dit “tweede spoor” een samenhangende en meer geïntegreerde werkgeversbenadering in hun dienstverlening. Aan de Kenniscentra is gevraagd deze ontwikkeling te trekken. Onder leiding van Kenteq is in 2010 de aftrap georganiseerd voor een aantal rondetafelgesprekken van Kenniscentra, onderwijsinstellingen en UWV WERKbedrijf. Het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband heeft aan de drie brancheservicepunten (detailhandel, techniek en zorg & welzijn) gevraagd aan de follow up deel te nemen, met het oog op samenwerking op het terrein van leren & werken. Het LWL brengt structuur aan door het organiseren van sectorale rondetafelgesprekken en uitvoerdersoverleggen. De rondetafelgesprekken hebben als doel om praktisch en pragmatisch de behoeftes van de regio in kaart te brengen. De uitvoerdersoverleggen vinden eens in de zes weken plaats met de kenniscentra, gemeente, het onderwijs en het UWV. Het doel van dit uitvoerdersoverleg is om kennis te delen. Dergelijke overleggen helpen partners om elkaar makkelijker te vinden en helder te krijgen wie welke werkgevers benadert voor het actief meewerken aan trajecten. Het LWL begint daar waar er vanuit de sector commitment. Een onderdeel van de aanpak om meer structuur te brengen is het maken van ‘foto’s’ van de partners in de regio, de arbeidsmarkt, de projecten en de politieke ambities. Zo moet helder worden welke kennis er is en welke behoeften er op de arbeidsmarkt zijn. Levering van diensten Tot de dienstverlening behoren onder andere de volgende activiteiten:
Actief informeren van werknemers over specifiek op hun bedrijven c.q. branches gerichte scholingsprojecten.
Verstrekking van informatie over scholing/opleiding en EVC, aan zowel actief te benaderen werkgevers als spontane bezoekers.
De functie informatie & advies strekt zich uit tot zowel verstrekking van informatie over EVC- en scholingsmogelijkheden, kosten en subsidies, als ondersteuning bij het oplossen van vraagstukken met betrekking tot scholing c.q. een tekort of teveel aan personeel.
Desgewenst actieve bemiddeling bij plaatsing van medewerkers in EVC-trajecten en/of scholingstrajecten en/of daarop gericht schakeltrajecten, respectievelijk het leggen van contact tussen werkgever en partnerorganisaties van het LWL.
44285
21
Actief informeren van bedrijven/werkgevers over specifiek op hun branches gerichte scholingsprojecten.
Het ondersteunen van werkcoaches, bedrijfsadviseurs en andere medewerkers van de Werkpleinen, alsmede medewerkers van andere partners die bij de dienstverlening aan bedrijven/werkgevers betrokken zijn.
Deze en andere vormen van dienstverlening op het terrein van Sectorale rondetafelgesprekken en uitvoerdersoverleggen leren en werken bestaan uit de Het LWL organiseert sectorale rondetafelgesprekken en bestaande dienstverlening van uitvoerdersoverleggen. De rondetafelgesprekken hebben als deelnemende partners met doel om praktisch en pragmatisch de behoeftes van de regio in betrekking tot zowel algemene kaart te brengen. De uitvoerdersoverleggen vinden eens in de voorzieningen als branchegerichte zes weken plaats met de kenniscentra, gemeente, het initiatieven. Tot de eerste behoren onderwijs en het UWV. Het doel van dit uitvoerdersoverleg is bijvoorbeeld de om kennis te delen. beroepskeuzebegeleiding en het EVC Centrum van het mbo en hbo. Tot de laatste behoren onder meer de Servicepunten Techniek, Zorg & Welzijn en Detailhandel, de reguliere activiteiten van de Kenniscentra en de activiteiten van de Kennisalliantie Noord- en Midden-Limburg.
44285
22
6. LeerWerkLoket Rotterdam
Regionale arbeidsmarkt De potentiële beroepsbevolking van de regio Rijnmond telt in 2010 ongeveer 892.000 personen. Dit aantal daalt tot 881.200 in 2025. In Rijnmond is een relatief groot deel van de beroepsbevolking (26%) laag opgeleid. Het aantal lager opgeleiden is de afgelopen jaren afgenomen. 44% heeft een middelbaar en 30% een hoog niveau. Rijnmond is een relatief jonge regio: het aandeel van jongeren tot 25 jaar (13%) in de regio Rijnmond ligt 2% hoger dan de landelijke situatie. In Rijnmond zijn de sectoren IT en zakelijke dienstverlening, zorg en welzijn, de detailhandel en vervoer en telecom sterk vertegenwoordigd. Verdienstelijking van de economie en upgrading leiden tot verdere verschuiving naar meer banen op middelbaar en hoger niveau. Dit gaat ten koste van banen op lager en ongeschoold niveau. De verdienstelijking van de werkgelegenheidsstructuur betekent dat het aandeel van vooral de zakelijke dienstverlening, zorg en welzijn en onderwijs in de totale vacaturemarkt toeneemt. De vraag is vervolgens of er voor die vacatures ook voldoende aanbod is, zowel kwantitatief als kwalitatief. Tot de opleiding infrastructuur in Rijnmond behoren twee ROC’s, een AOC, twee HBO-instellingen en een universiteit. Strategische keuzen van het Leerwerkloket Rotterdam De regio Rotterdam kent een actieve werkgeversbenadering door de partners van het LWL. Hiervoor worden structurele samenwerkingsafspraken gemaakt. De actieve benadering wordt met name uitgevoerd door accountmanagers van DAAD (DAAD is een samenwerkingsverband van het UWV Werkbedrijf en de dienst SoZaWe van de gemeente Rotterdam Er werken ongeveer 45 mensen bij DAAD, hiervan zijn er vijf vanuit het UWV werkzaam), bedrijfsadviseurs UWV, accountmanagers en BPV coördinatoren van de MBO en HBO instellingen en de opleidingsadviseurs van de kenniscentra. Primair wordt de actieve werkgeversbenadering dus door medewerkers van de partners uitgevoerd, een partner kan de adviseurs van het LWL inschakelen bij de klantbezoeken of deze om informatie vragen waardoor de klant door de partner breder geholpen kan worden.
Het LWL heeft een stuurgroep bestaande uit de volgende partijen: UWV Werkbedrijf, Albeda, Zadkine, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool in Holland, Scheepvaart- en Transport College, Gemeente Rotterdam Jeugd Onderwijs & Samenleving, Sociale Zaken & Werkgelegenheid, Werkgeverservicepunt DAAD, KvK, VNO/NCW Rotterdam, Colo en de Samenwerkende Kenniscentra.
De verantwoordelijkheid van de hiërarchische aansturing op uitvoerend niveau ligt bij het UWV Werkbedrijf.
44285
23
UWV
Opleidings- en
Gemeente
scholingsinstituten
UWV Werkbedrijf
SoZaWe
Albeda
Zadkine
JOS Werkpleinen
DAAD
In Holland Jongerenlok
Leerwerkloket Hogeschool
VNO NCW Scheepvaart- en Kamer van Koophandel Intermediairs
Colo / Kenniscentra
Werkgevers
= Doelgroepen
Werknemers
Werkzoekende
= participerende organisaties
Op dit moment wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor de regionalisering van de werkwijze zoals deze op dit moment voor de stad Rotterdam wordt uitgevoerd door DAAD. Het oprichten van een regionaal netwerk met één benadering vergt een strategische aanpak. Op het moment van schrijven zijn er van de 24 gemeenten in de regio, tien gemeenten die aangeven mee te willen doen met deze regionale benadering. Er is een kwartiermaker (afkomstig van DAAD) aangesteld en het plan van aanpak is in een vergevorderd stadium. Het doel van deze regionale aanpak is dat er één werkgeversbenadering komt op de Werkpleinen in de LeerWerkLoketten en vanuit de dienst SoZaWe.
44285
24
Het is de bedoeling dat dit regionale werkgeverspunt in juni/juli 2011 operationeel is. Ook de kenniscentra zullen een rol krijgen in deze regionale benadering. Opleidingsadviseurs van de kenniscentra sluiten aan bij de accountmanagers van de regio. Werkgeversbenadering De werkgever staat centraal in de dienstverlening. DAAD heeft als uitgangspunt dat de werkgever één aanspreekpunt heeft en dat er snelle actie is die niet per gemeente verschilt. De werkgever moet bijvoorbeeld binnen 72 uur antwoord hebben op zijn vraag. Op dit moment is het (nog) zo dat er verschillende scholingsbudgetten worden gehanteerd vanuit DAAD in Rotterdam en andere gemeenten. De accountmanagers van DAAD hebben meer vrijheid om bijvoorbeeld scholingsbudget in te kunnen zetten op maat. Dit is voor werkgevers onhelder. Het streven is om voor het nieuwe regionale WGSP ook afspraken te maken tussen de verschillende gemeenten over de stroomlijning van de inzet van dit soort instrumenten. Het regionale WGSP zal geen fysiek loket kennen. Het belangrijkste is dat alle partners in dit regionale netwerk op één golflengte zitten en iedereen over hetzelfde ‘koffertje’ van instrumenten en benadering beschikt. In maart 2011 wordt er een plan geschreven om dit ‘koffertje’ te vullen met kennis en vaardigheden (op dit moment is dat plan nog niet beschikbaar). In de eerste fase worden in ieder geval de accountmanagers getraind in eenduidige, professionele klantbenadering. In het regionale werkgeverspunt zal per sector gewerkt worden met een accountteam. In een accountteam zullen, afhankelijk van de grootte, tussen de één en de drie accountmanagers en matchmakers samenwerken. In totaal worden er negen sectoren onderscheiden. Deze accountteams gaan zich richten op bedrijven vanaf ongeveer 50 medewerkers. Het MKB wordt bediend via de Jobhunters/acquisiteurs vanuit SoZaWe. Eéns in de zes weken komen de ketenpartners bij elkaar (DAAD, UWV, kenniscentra, KvK, ROC’s). Ze wisselen dan vooral praktische informatie uit. Ze bezoeken ook gezamenlijk werkgevers. Met name in de techniek en zorg sector loopt de samenwerking tussen de verschillende partners goed. Het LWL heeft voornamelijk een coördinerend karakter. Omdat het LWL zelf niet direct actief werkgevers bezoekt is het essentieel dat de medewerkers van DAAD het LWL meenemen in de gesprekken die zij voeren. Het LWL wordt gezien als een ‘reisbureau’: Ze hebben alle informatie over de reis zelf, benodigdheden voor de reis, bestemmingen en de contacten om het daadwerkelijk uit te voeren. Het LWL zit in hetzelfde gebouw als DAAD. Daarnaast worden er spreekuren gehouden op de vijf Werkpleinen. In Rotterdam is het lastig om bepaalde vacatures te vervullen. Het gemiddelde niveau van opleiding is laag, terwijl de vraag naar arbeid hoger geschoold is. DAAD stuurt meer op functiedifferentiatie zodat iedereen op zijn eigen niveau gaat werken en er geen diploma-inflatie plaatsvindt. Er is een bestand van 30.000 werkzoekenden. DAAD is ervan overtuigd dat hier zeker nog een groep makkelijk te bemiddelden in zit, de vraag is echter hoe je die boven water krijgt. Dat is een belangrijke uitdaging.
44285
25
Levering van diensten DAAD biedt samen met hun partners een brede dienstverlening aan zoals scholing (via een van de vele opleidingspartners), loonkostensubsidie, het verstrekken van financiële vergoedingen, het regelen van vervoer, werken met behoud van uitkering of het bieden van een Beroeps Begeleidend Lerentraject en arrangement waarbij de werknemer met behoud van uitkering drie maanden werkervaring op kan doen. Concreet heeft dit geleid tot een aantal succesvolle arrangementen zoals het arrangement met het ‘Dakpark’ in Delfshaven. Dit is een groot winkelcentrum in aanbouw waar via DAAD, het LWL en een groot aantal partners 1000 tot 1200 leerbanen worden gecreëerd. Er is zeer goede verbinding met de scholen in de regio. De ROC’s hebben zitting in het stageservicepunt en daar wordt goed mee samengewerkt. Het LWL is de verbindende factor tussen DAAD en de ROC’s. Daarnaast is er ook meer samenwerking tussen de ROC’s wat het leveren van diensten ten goede komt. Op dit moment wordt in het kader van het Regionale WGSP gewerkt aan het uitwerken van alle dienstverlening die beschikbaar is (het nieuwe ‘koffertje’) zodat deze ook regionaal ingezet kan worden.
Succesvol arrangement Het LWL heeft een convenant gesloten met de bouwer (BAM en Ballast-Nedam) van het Erasmus MC en diverse partners. Op de campus wordt nog acht jaar doorgebouwd en dit levert nu veel extra en duurzame stageplaatsen en leerwerkbanen op. Door het samenwerkend vermogen vanuit het project Leren en Werken én het leerwerkloket was het mogelijk om de partijen tot een overeenkomst te laten komen. Het initiatief is genomen door de Rotterdamse Stagemakelaar, welke ook verbonden was het project Leren en Werken. Onderstaande partners nemen deel aan dit convenant. In het convenant is vastgelegd wat het doel is van het arrangement, hoe de coördinatie verloopt, wat randvoorwaarden zijn en welke afspraken gemaakt zijn.
44285
26
7. LeerWerkLoket Twente
Regionale arbeidsmarkt Van oudsher kent Twente een sterke textiel- en metaalindustrie. De textielindustrie ging ongeveer 30 jaar geleden verloren en die gevolgen zijn nog voelbaar. De metaal, energie en chemische industrie is nog steeds sterk vertegenwoordigd in deze regio. Twente telt in 2010 ongeveer 309.000 banen van werknemers, waar van de meeste in de zakelijke en overige diensten (17%). Andere grote sectoren zijn de industrie (17%), handel (17%), zorg en welzijn (16%), onderwijs (7%) en bouw (6%). De verdienstelijking van de werkgelegenheidsstructuur betekent dat het aandeel van vooral de zakelijke dienstverlening, zorg en welzijn en onderwijs in de totale vacaturemarkt toeneemt. In de economie van Twente hebben de dienstensectoren al een groot aandeel en dat belang neemt verder toe. Deze sectoren vereisen gemiddeld een hoger opleidingsniveau. Dit versterkt de algemene tendens van upgrading. Hierdoor neemt het aantal banen vooral toe voor middelbare en hogere beroepen. Het aandeel banen op het lagere beroepsniveau wordt structureel kleiner in alle sectoren. Ook Twente krijgt – door de vergrijzing, maar nauwelijks door ontgroening - al snel te maken met een daling van de beroepsbevolking en daardoor problemen in het personeelsaanbod voor bedrijven en instellingen in de regio. In recente prognoses van het CBS tot 2040 telt de potentiële beroepsbevolking van Twente in 2010 ongeveer 407.000 personen. Daarna daalt dit aantal vooral in de regio maar ook landelijk langdurig door de vergrijzing. In 2040 is de potentiële beroepsbevolking in Twente 12% kleiner dan in 2010. Niet alleen, maar ook in de technische sector is door de vergrijzing sprake van een mismatch tussen de vraag naar goed geschoolde werknemers en de opleidingen die jongeren volgen. De meerderheid van de afgestudeerden van de hogeschool en de universiteit verlaten binnen twee jaar na afstuderen de regio. De regio Twente heeft een AOC, een ROC, een hogeschool en een technische universiteit. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Twente Het LWL Twente heeft een belangrijke, herkenbare positie binnen de dienstverlening van de partners (de drie O’s) in het bestuurlijke Platform Onderwijs Werk en Inkomen (POWI) op en rond de Werkpleinen. In het POWI zijn de gemeentes Hengelo, Almelo en Enschede, het UWV WERKbedrijf, het ROC van Twente, Saxion Hogescholen en MKB Nederland/VNO-NCW zitting2. Het LWL functioneert als samenwerkingsverband als verbindende schakel in de netwerkstructuur van onderwijs en arbeidsmarkt: dè organisator en promotor van Leven Lang Leren in de regio. Hiermee zijn alle POWI partijen verantwoordelijk voor de uitvoering van het LWL.
2
Zie de beschrijving van het POWI als succesvolle infrastructuur voor leren en werken in de handreiking Van
Alliantievorming tot Arrangementen (Berenschot, 2010, in opdracht van het ministerie van OCW)
44285
27
Het LWL is een integraal onderdeel van het totale dienstenpakket van de Werkpleinen in Twente. Er wordt steeds gezocht naar integratie met andere initiatieven, organisaties of loketten op het gebied van leren en werken. Hierbij wordt gestreefd de effectiviteit en efficiëntie in de publieke dienstverlening op het gebied van werk en scholing te verhogen voor werkgevers, werknemers en werkzoekenden. Binnen het LWL wordt ingezet op verdere vormgeving van de integrale werkgeversbenadering met name vraaggestuurde dienstverlening bieden aan klanten. Hierbij zijn de behoeften van werkgevers en de afstemming vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt leidend. Het LWL zorgt voor samenwerken van betrokken partijen en betere afstemming van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt en verhoogt de scholingsgraad in Twente door duale trajecten en EVC.
Stuurgroep POWI
Coördinator 1 fte
Applicatie beheer
Fysiek loket: 4 fte WP Enschede 2 fte WP Hengelo 1 fte WP Almelo 1 fte;
Adm. Onderst.
Werkgeversbenadering 4 fte: UWV 1,5 fte, ROC van Twente 1 fte, gemeenten 1 fte, Saxion 0.5 fte
Het LWL Twente kent een sterke netwerkfunctie. Het ROC van Twente en het Werkplein (gemeenten en UWV) vormen hierbinnen samen een duurzaam partnerschap. Dit duurzame partnerschap werkt vanuit vertrouwen zorgt voor commitment, korte lijnen, bereidheid om te investeren, zaken te delen en een cultuur waarin partners elkaar aan kunnen spreken. Werkgeversbenadering Het uitgangspunt is dat de werkgever wordt bediend bij het verhelpen van personele knelpunten. Kwaliteit en a perfect fit met de vraag is doorslaggevend voor vertrouwen en duurzaam partnership.
44285
28
Op het moment dat blijkt dat bijvoorbeeld commerciële partijen als uitzendbureaus een vraag van een werkgever beter kunnen beantwoorden, zal naar deze partijen verwezen worden. Door bundeling van kennis en netwerken ontstaat goed zicht Werkconferenties op de vraag en kan snel en Een beproefd concept in Twente om het bedrijfsleven te bereiken goed worden geleverd. Ook en impact in werkgeversbenadering te hebben is het organiseren samenwerking (dit kan van grote werkconferenties die heel goed worden bezocht. Zo uiteenlopen van kennis delen tot organiseerde het LWL in maart 2011 een werkconferentie met de structureel overleg) met EZbrancheorganisaties, het ROC van Twente en de UWVafdelingen van gemeenten en onderdelen. Het doel was om de behoefte aan en de bijvoorbeeld de Kamer van mogelijkheden van het LWL scherp resp. over het voetlicht te Koophandel is van belangrijke krijgen. Daarnaast wilden de LWL-partners meer partijen toegevoegde waarde, omdat aanhaken. deze partijen ook zicht op de (doorgroei)wensen van ondernemers en krijgen ook de signalen over mogelijke personele knelpunten. Deze partijen verlenen ook diensten aan bedrijven en organisaties. Gekozen is voor een meer sectorale werkgeversbenadering. Er wordt intensief samengewerkt met de brancheservicepunten Bouw & Techniek, Transport & Logistiek, Zakelijke Dienstverlening en de Zorg. Vanuit de werkgeversorganisaties worden veel convenanten aangegaan. Hier maakt het LWL een combinatie van gevraagde competenties en de benodigde ontwikkeling bij de kandidaat. Alle accountmanagers hebben een training gehad om te borgen dat zij het onderwijsaanbod goed kennen. Levering van diensten Bedrijven hebben te maken met werving en instroom van personeel, het opleiden van personeel en door- en uitstroom van personeel. De hiervoor Schakelpunt scholing ROC van Twente genoemde partijen In overleg met gemeenten, UWV en bedrijven is naar voren gekomen dat er richten zich allen op veel behoefte was aan betere, meer gedifferentieerde en laagdrempelige één of meer van deze toegang tot het onderwijsaanbod van het ROC. Hiervoor hebben zij de onderdelen. Door in te zogenaamde P(articipatie)-Tool. Via deze digitale, interactieve en webbased zetten op verdere tool kunnen de belanghebbenden op afstand het totale onderwijsaanbod aansluiting en van het ROC van Twente benaderen, zelf maatwerktrajecten samenstellen samenwerking binnen en aanmelden bij de dienst Maatwerk van het ROC. De P-Tool maakt deze keten is het intussen structureel deel uit van het dienstverleningspakket binnen het LWL mogelijk om voor op de werkpleinen. Daarnaast heeft ROC van Twente i.s.m. de EVC (bijna) alle HRMmakelaar een scholingsprogramma over inzet instrumenten EVC en vragen van werkgevers DT/gekwalificeerde scholing uitgevoerd bij werkcoaches UWV/Werkbedrijf. een passende oplossing te bieden.
44285
29
Hierdoor worden werkgevers gefaciliteerd om optimaal te presteren en wordt een gezonde doorstroom op de arbeidsmarkt bevorderd. De verbinding met het mbo is sterk. Zo kan het ROC van Twente maandelijks, zodra er 15 kandidaten zijn, gestart worden met een niveau 2 traject Zakelijke Dienstverlening, Transport & Logistiek, Zorg en Oriëntatie & Ontwikkeling. Ook AOC-Oost biedt mogelijkheden voor jongeren en volwassenen. In het verleden zijn alle EVC-aanbieders bij elkaar gekomen en zijn er afspraken gemaakt over de vraagprijs en de levertijd. De EVC-aanbieders houden zich aan deze afspraken.
44285
30
8. LeerWerkLoket Utrecht
Regionale arbeidsmarkt Midden-Utrecht telt in 2010 ongeveer 465.000 banen van werknemers, van wie bijna een kwart in de zakelijke dienstverlening. Andere grote sectoren zijn de zorg en welzijn (17%), detailhandel (9%), openbaar bestuur (8%) en onderwijs (8%). Door de aanwezigheid van collectieve sectoren is midden-Utrecht minder conjunctuurgevoelig. Voor komend jaar wordt vooral in de sectoren zorg en welzijn, overige dienstverlening (inclusief toerisme), zakelijke dienstverlening en horeca verdere groei van het aantal banen verwacht. De economie van Midden-Utrecht ontwikkelt zich naar een diensten- en kenniseconomie. Kennisintensieve dienstverlenende sectoren vereisen gemiddeld een hoger opleidingsniveau. Dit versterkt de algemene tendens van upgrading. Hierdoor neemt het aantal banen vooral toe voor middelbare en hogere beroepen. Het aandeel banen op het lagere beroepsniveau wordt structureel kleiner in alle sectoren. Het Colo ziet - ondanks de recessie – vacatures voor mbo-beroepen in de zakelijke dienstverlening. Verder zijn er in de bouwsector vooral baankansen in de verbouw-, renovatie- en onderhoudsmarkt. In de zorg is er voldoende werk voor gediplomeerden op niveau 3 en 4. Tot slot is er in Midden-Utrecht voldoende werkaanbod voor medewerkers in de horeca, groenvoorziening en facilitaire dienstverlening. De potentiële beroepsbevolking, het deel van de bevolking tussen 15 en 65 jaar, groeide de afgelopen jaren in Midden-Utrecht. Tot 2025 is sprake van groei. Vooral bij laag opgeleiden blijft de arbeidsparticipatie achter bij het Nederlands gemiddelde. Voor laag opgeleiden bestaat een werkgelegenheidstekort. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Utrecht Het LWL wil scholingsvragen van werkenden, scholieren, werkzoekenden en/of met werkloosheid bedreigden en werkgevers snel en adequaat beantwoorden. Het LWL wordt beleidsmatig aangestuurd door een stuurgroep van de gemeente, UWV, KVK, VNO/NCW, MKB Utrecht, Stichting Bundel, ROC ASA, ROC MN, Hogeschool Utrecht, het Wellantcollege, Werkartaal, COLO participeert hierin als toehoorder. Er is zeer nauwe samenwerking (in dienstverlening) met het WGSP: Werk(030). Omdat de regio heeft gekozen voor een eenduidige werkgeversbenadering worden de werkgeverscontacten veelal geregisseerd door Werk030. Werk030 is een samenwerkingsverband (met deels dezelfde partners als het LWL) tussen de gemeente Utrecht, UWV WERKbedrijf, ROC Midden Nederland, ROC ASA, Stichting Bundel, VNO-NCW Midden en MKB-Midden. In 2006 is gestart met een digitaal loket en vanwege toenemende vragen van werkzoekenden is per 2008 een fysiek loket ingericht op de locatie Utrecht Zuid. Daarnaast is er één dagdeel per week een vertegenwoordiger van het LWL op de twee andere Werkpleinen. Via het Jeugdwerkloosheidsplan is er een koppeling met vier Jongerenloketten (Zeist, Nieuwegein, Leidse Rijn en Utrecht). Dit contact wordt onderhouden door een makelaar van 1 fte.
44285
31
De projectcoördinator LWL onderhoudt samen met Werk030 de contacten met de werkgevers.
De projectleider LWL zorgt voor inbedding in het bestuurlijke netwerk.
Werkgeversbenadering Stroomlijning van werkgeverscontacten en goede afstemming intern en tussen de verschillende organisaties over één werkgeversbenadering is het afgelopen jaar nadrukkelijk opgepakt, mede naar aanleiding van de evaluatie van Werk030 in 2010. Er is gekozen voor een actieve werkgeversbenadering via Werk030 en de accountmanagers van de ROC’s. Er is een intensief contact tussen het WGSP Werk030 en het LWL, onder meer via wekelijks gestructureerde overleggen. Het LWL voedt de accountmanagers van de ROC’s en Werk030 en de klantmanagers van het UWV met expertise rondom leren en werken, EVC, duale trajecten, om- en bijscholing en bijvoorbeeld financiële regelingen en afgesproken leerwerk arrangementen. In de praktijk blijkt het essentieel dat er een uitwisseling is van kennis tussen het LWL, de ROC’s en de SUWI-partners. De accountmanagers van de ROC’s zijn daardoor bijvoorbeeld beter op de hoogte van kansen in de arbeidsmarkt en knelpunten bij werkgevers. Een goed voorbeeld hiervan is de krapte die ontstond in de Kraamzorg doordat de zijinstroom op het ROC sterk afnam. Het LWL is extra kandidaten gaan werven om de werkgevers beter te kunnen bedienen en zo snel mogelijk goed geschoold personeel af te leveren. Na de evaluatie van Werk030 is gekozen voor een aanpak waarbij gefocust wordt op een top 5 van sectoren waar op dit moment de vraag naar personeel het grootst is. Er wordt daarbij gestreefd naar het benaderen van grote tot middelgrote bedrijven, of een cluster van bedrijven waar goede leerwerk arrangementen mee afgesproken kunnen worden (vaak vanuit urgentie). Behalve het LWL en de ROC’s spelen ook Kenniscentra daarbij een belangrijke rol. Zij brengen bedrijven bijeen en brengen de noodzaak voor bedrijven om mee te doen aan een bepaald arrangement goed over het voetlicht.
44285
32
Het LWL is spin in het web bij het initiëren, opstellen en uitventen van deze leerwerkarrangementen. Zij geven voorlichting aan werkcoaches en klantmanagers over de arrangementen die zijn afgesproken, maar bijvoorbeeld ook over andere scholing, Arrangementen in de zorg leerwerkroutes en EVC trajecten. Samen met het brancheservicepunt zorg en kenniscentrum Daarnaast participeert het LWL in Calibris heeft het LWL alle werkgevers in de zorg in de regio bijvoorbeeld in de Utrecht bij elkaar gebracht. Op dit bijeenkomst waren 80 werkveldoverleggen die het ROC bezoekers van 40 instellingen. De agenda was: organiseert met werkgevers. Het 1. Signaleren van een krapte in de sector: mogelijke LWL participeert ook in diverse oplossing is het verkorte opleidingstraject via zijinstroom netwerken waar werkgevers 2. Een aantal zorginstellingen gaf aan met succes gebruik samen komen. Een voorbeeld van te maken van deze instroom hiervan is het netwerk van HRM3. Het LWL kan zij-instromers werven managers van overheidsbedrijven 4. Het LWL zorgt er voor dat de zij-instromers opgeleid De Utrechtse Rotonde. worden op het ROC in 1,5 jaar In de praktijk blijkt dat de 5. De zorginstellingen geven baangarantie. samenwerking met Uiteindelijk is met 12 instellingen een afspraak gemaakt. brancheservicepunten vruchtbaar Uitvoering van deze afspraken vindt voorjaar van 2011 plaats. kunnen zijn bij het maken van goede afspraken op brancheniveau (in de regio) en het opstellen van gezamenlijke arrangementen. In de zorg is via het netwerk van het brancheservicepunt een groot arrangement afgesloten (zie kader). Om goed voor het voetlicht te krijgen wat het LWL betekent voor verschillende partijen (win-win-win situatie) heeft het LWL het boek Winst! gemaakt als terugblik op de eerste vier jaar van het LWL. In het boek komen verschillende partners aan het woord en wordt ingegaan op het bundelen van krachten, het boeken van succes en het geloven blijven in een aanpak. Daarnaast heeft het LWL onder de titel van het Werkplein wekelijks een paginagrootte advertentie in zes huis-aanhuisbladen. Op deze pagina staan de laatste leerwerkbanen, vacatures, een beschrijving van een arrangement of een actie op het gebied van de arbeidsmarkt en wordt een opleiding uitgelicht. De pagina’s worden betaald door het LWL, het ROC, Werk030 en deels door een subsidie van de Provincie.
44285
33
Levering van diensten Voor de uitvoering van de leerwerktrajecten worden afspraken gemaakt met de ROC’s. Naast deze partijen werkt het LWL samen met uitvoerders zoals In Bedrijf en re-integratiebureau Alexander Calder. Voor ieder leerwerk arrangement wordt een projectplan geschreven. In dit projectplan wordt beschreven hoe kandidaten geworven gaan worden (websites, vacaturekranten, wervingsadvertenties), de procedure omtrent het plaatsen van de kandidaten, de projectorganisatie, de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen, welke opleiding en opleider levert en hoe de financiering eruit ziet. Alle betrokken partijen zetten een handtekening. Zo is het voor alle partners duidelijk wie EVC-café wat gaat Het LWL organiseert in samenwerking met leveren. Ook is Werkgeversservicepunt Werk030, diverse onderwijsinstellingen voor en de Kamer van Koophandel speciaal voor HRM-managers van bijvoorbeeld de vooral MKB-bedrijven een EVC-café. Dit heeft tot nu toe twee klantmanagers keer plaatsgevonden, met succes: een hoge opkomst van circa helder wat ze 50 deelnemers per keer. Tijdens deze bijeenkomsten worden de cliënt thema’s besproken die aansluiten bij de belangen en de concreet mogelijkheden van werkgevers, met zoveel mogelijk werkgevers kunnen bieden aan het woord. Uit deze bijeenkomsten zijn diverse en waar ze ondersteuningsvragen van bedrijven voortgekomen. mee kunnen gaan werven. Daarnaast wordt in het projectplan vastgelegd wie de vaste contactpersoon is voor de werkgever. Dat is meestal of een contactpersoon van Werk030 of een contactpersoon van het LWL. Om een overzicht te houden op de trajecten wordt een excel lijst bijgehouden. Hierin staat precies welke arrangementen en EVC trajecten er mogelijk zijn bij welke werkgever en wie de eigenaar in het proces is.
44285
34
9. LeerWerkLoket West-Brabant (en Zeeland)
Regionale arbeidsmarkt De potentiële beroepsbevolking van West-Brabant telt ongeveer 415.000 personen. Dit aantal neemt de komende jaren, conform de landelijke trend, af. In West-Brabant is de beroepsbevolking relatief hoog opgeleid, met vooral een groter – en groeiend - aandeel middelbaar (45%) opgeleiden. Hoger opgeleiden hebben een aandeel van 28%. In West-Brabant begint het proces van vergrijzing iets eerder dan in veel andere arbeidsmarktregio’s. De sectoren zakelijke dienstverlening, industrie, zorg en welzijn, detailhandel en groothandel zijn sterk vertegenwoordigd. In de economie hebben dienstensectoren al een groot aandeel en dat belang neemt verder toe. Dienstensectoren vereisen gemiddeld een hoger opleidingsniveau. Dit versterkt de algemene tendens van upgrading. Hierdoor neemt het aantal banen vooral toe voor middelbare en hogere beroepen. Het aandeel banen op het lagere beroepsniveau wordt structureel kleiner in alle sectoren. In West Brabant doen zich onder andere discrepanties voor op de arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn en onder lager opgeleiden. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket West-Brabant “Daadkrachtig leertrajecten arrangeren voor werkgevers en mensen naar (ander) werk”. Dat is de missie van het LWL West-Brabant. Het LWL wil zich ontwikkelen tot dè publieke intermediair in de regio op het gebied van leren ten behoeve van werk. Daarbij zijn de volgende strategische keuzes gemaakt:
Het LWL is onderdeel van de dienstverlening van het Werkplein De Brabantse Wal.
Het LWL is een samenwerkingsverband van meerdere organisaties en werkt nauw samen met de bestaande loketten voor Leren Werken.
Het LWL blijft ingebed in de bestaande regionale structuur, inclusief de werkgeversservicepunten en de leerwerkadviseurs bij de grote gemeenten.
Het LWL wordt vraaggestuurd ingericht op basis van geïntegreerde en proactieve klantbenadering en werkgeversbenadering.
Het RPA is het platform waar het bestuurlijk opdrachtgeverschap is belegd. In het RPA WestBrabant werken gemeenten, onderwijs, bedrijfsleven, UWV/WERKbedrijf en werknemersorganisaties samen aan het ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid en het oplossen van knelpunten op de regionale arbeidsmarkt. Waar het RPA het platform voor de bestuurlijke inbedding is, is het REKO verantwoordelijk voor de aansturing op tactisch niveau van het LWL als netwerkorganisatie. Gekozen is voor een LWL-netwerkorganisatie, waarbij de bestaande infrastructuur, waaronder het bestaande WGSP, wordt benut en waarbij de volgende organisaties betrokken zijn: regionale werkgeversorganisaties, UWV/WERKbedrijf, leerwerkadviseurs van de gemeenten, het ROC WestBrabant, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland, P3 Transfer BV en Colo/gezamenlijke
44285
35
kenniscentra. Op ad hoc basis wordt een vertegenwoordiger van de provincie Noord-Brabant uitgenodigd. Bij de marktbewerking wordt uit oogpunt van efficiency en effectiviteit een sectorale benadering gekozen, waarbij voor een aantal sectoren de werkgroepen dè platforms zijn waar projecten worden ontwikkeld en acties worden afgestemd en afgesproken. De kenniscentra spelen een belangrijke trekkersrol bij de werkgroepen. In een schema:
Projectorganisatie West-Brabant werkt door! Werkgroep Zakelijke Dienstverlening Stuurgroep (rpA West-Brabant)
Begeleidingsgroep Leren en Werken West-Brabant (dagelijkse projectleiding, SES West-Brabant)
Werkgroep Loopbaancentrum WestBrabantse gemeenten Werkgroep Techniek Werkgroep Zorg
Werkgroep Logistiek Werkgroep Agrarisch Werkgroep HRM
Werkgroep WSP/ Leerwerkadviescentra
De bestaande werkgroepen richten zich op de zakelijke dienstverlening, de techniek, de zorg, de logistiek en de agrarische sector. Werkgeversbenadering Voorop staat de integrale dienstverlening. Het LWL is vanuit die integrale dienstverlening ondersteunend aan het WGSP en de brancheservicepunten Detailhandel, Zorg, Techniek, Transport en Logistiek bij de Werkpleinen in de regio. Het LWL werkt vraag- en aanbodgericht. Het WSP binnen het Werkplein heeft een proactieve werkgeversbenadering. Werkgevers, WSP en de regio-werkgroepen (zie schema) kunnen een beroep doen op het LWL om kraptes op de arbeidsmarkt ten aanzien van leerbanen aan te geven. Het LWL heeft een actieve rol bij het adviseren over en ontwikkelen van projectmatige oplossingen en/of het doorgeven van de vraag aan de partners van het LWL.
44285
36
2010 was een overgangsjaar. In dat jaar kwam er één integrale dienstverlening op de vijf Werkpleinen. De sectorale overleggen Zorg, Techniek, Groen, Logistiek en Zakelijke dienstverlening hebben een cruciale functie in het verwerven van trajecten. Deze sectorale overleggen vinden eens per maand plaats en worden voorgezeten door het desbetreffende Kenniscentrum. Verder nemen de leerwerkadviseur, de ROC’s en eventueel ook enkele werkgevers deel aan dit overleg. In dit overleg worden voornamelijk vragen van werkgevers besproken. Deze vragen komen binnen via werkgevers zelf, het COLO of de accountmanagers van de scholen. De uitdaging voor 2011 in West-Brabant is om ook buiten de sectorwerkgroepen tot meer samenhang in de werkgeversbenadering te komen. Nu is de benadering vanuit iedere vestiging anders. Door deelname van een leerwerkadviseur van het LWL Zeeland aan het interview met de projectleider van het LWL West-Brabant kon ook worden doorgevraagd naar de verschillen in werkgeversbenadering tussen de beide regio’s. In Zeeland is meer focus op marktbewerking samen met de partners. Heel praktisch worden werkgeverscontacten en acties uitgewisseld respectievelijk afgestemd met onder andere de ROC’s en de Hogeschool. Het Een voorbeeld uit de praktijk van een leerwerkadviseur WGSP in Zeeland is het eerste Ook buiten grotere projecten en arrangementen worden aanspreekpunt voor werkgevers. successen geboekt. Drie kandidaten zaten in een Het begeleiden van kandidaten omscholingstraject. Zij konden uiteindelijk geen werkplek wordt meer door de reguliere vinden. De leerwerkadviseur ging in samenwerking met het werkcoaches gedaan, waardoor er ROC en Kenteq haar eigen contacten in de sector benaderen meer ruimte voor de en kreeg uiteindelijk toch voor elkaar dat twee van hen leerwerkadviseurs is om ‘naar geplaatst werden. De derde maakte uiteindelijk een andere buiten te gaan’. Het is de bedoeling keuze. dat in 2011 het beste van WestBrabant en het beste van Zeeland worden samengesmeed tot de optimale formule om werkgevers te bereiken en te bedienen. Levering van diensten Leerwerkadviseurs richten zich op taken rondom leren en werken richting de werkgevers. De dienstverlening aan werkgevers richt zich op voorlichting over Leven Lang Leren, informatie over de arbeidsmarkt, advies over scholingsvraagstukken, het volgen en stimuleren van trajecten, vormgeven van collectieve scholingsarrangementen, het stimuleren van organisatiegerichte EVCen EVP-trajecten en zijn daarnaast het aanspreekpunt voor de werkgever. Binnen de sectorwerkgroepen stemmen de deelnemende organisaties af wie welke diensten aanbiedt aan werkgevers waar een behoefte op het gebied van leren en werken is gesignaleerd. In West-Brabant is de relatie met het ROC in de werkgeversbenadering en –dienstverlening sterk ad hoc, wellicht omdat er minder urgentie voor meer structurele samenwerking waar in een krimpregio als Zeeland wel sprake van is. Zeeland is een van de regio’s waar intensief wordt samengewerkt met de ROC’s.
44285
37
44285
38
10.LeerWerkLoket Zoetermeer
Regionale arbeidsmarkt De potentiële beroepsbevolking in Zoetermeer had in 2007 een omvang van 82.900 personen. Hiervan is ongeveer 74% beschikbaar voor de arbeidsmarkt (participatiegraad). De feitelijke beroepsbevolking ligt daarmee (inclusief kleine baantjes) op bijna 61.300 personen. De participatiegraad van Zoetermeer ligt ver boven het landelijk gemiddelde (64%). Het Zoetermeerse bedrijfsleven en publieke instellingen bieden werk aan 45.200 personen (cijfer 2007). De personen die in Zoetermeer werken zijn relatief hoogopgeleid. Ongeveer 38% is hoogopgeleid (HBO of WO), 40% is middelbaar opgeleid en 22% is laagopgeleid. Het opleidingsniveau van de werkgelegenheid is daarmee veel hoger dan in Nederland. Zoetermeer kent een drietal speerpunten: ICT, bestuur & belang en leisure. Deze drie activiteiten zijn samen goed voor 34% van de totale werkgelegenheid van de stad. Aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt spelen o.a. technologische veranderingen en het stijgende opleidingsniveau een belangrijke rol. In Zuid-Holland vindt een verschuiving plaats van de werkgelegenheid naar opleidingsniveau, voornamelijk van lager opgeleiden naar hoger opgeleiden. Het aandeel van de vraag naar middelbaar opgeleiden blijft redelijk stabiel. De werkgelegenheidsverschuivingen zijn in de eerste plaats vooral het gevolg van groeiverschillen tussen sectoren. De structurele trend van verdienstelijking ook in deze regio zorgt ervoor dat in de landbouw en visserij, energie en in de meeste industriesectoren de werkgelegenheid in de komende jaren zal afnemen, ten gunste van de bouw, handel en reparatie sector, horeca en zakelijke dienstverlening, overheid, onderwijs en zorg. Met name in laatstgenoemde vier sectoren zal het Drietrapsraket werkgeversbenadering Zoetermeer gemiddelde opleidingsniveau Werkgevers worden benaderd via de volgende drietrapsraket: veelal hoger liggen, waardoor 1. Bewustwording rond het thema Leven Lang Leren de verschuivingen leiden tot 2. Direct benaderen van de werkgever door accountmanagers van een toename van de vraag het WGSP en ondersteuning bij de ontwikkeling van een naar hoger opgeleiden. competentieprofiel van het bedrijf. Daarnaast speelt de 3. Het analyseren van het medewerkersbestand en het bekijken upgrading van kwalificatievan het aanbod bij het RMC, UWV en de gemeente. vereisten binnen beroepen / sectoren een rol: over het algemeen groeit de mate van upgrading harder binnen beroepen waar het opleidingsniveau hoger ligt. Ook het regionale beleid zet in op kennisintensivering, waardoor mensen langer doorleren en de vraag naar hoogopgeleid personeel toeneemt. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Zoetermeer Sinds 2008 is het LWL actief als brug en informatiepunt tussen mens en bedrijf. Daarvoor was er een hoge segmentatie van verschillende loketten en informatiebronnen voor burgers en bedrijven.
44285
39
De gemeente had een apart loket, de brancheverenigingen hadden aparte afdelingen, de lokale ondernemersvereniging(en) hadden informatiemedewerkers, het UWV WERKbedrijf had parate informatie en de kennisinstellingen beschikken over verschillende contactpunten (stagecoördinatoren). Deze versnippering leidde bij bedrijven en burgers tot veel onduidelijkheid over waar men welke informatie over leren en werken kon krijgen. Met de LWL-netwerkorganisatie is hieraan door de partners tegemoet gekomen. De bekendheid is fors toegenomen, met als gevolg meer klanten, meer vragen en meer dienstverlening. Als strategie is gekozen voor een samenhangende aanpak, waarbij wordt voortgebouwd op de bestaande infrastructuur inclusief het WGSP Zoetermeer. Andere uitgangspunten zijn:
De beleidsmatige aansturing vindt plaats door een stuurgroep waarin het ROC ID College, Gemeente Zoetermeer, UWV WERKbedrijf, de werkgevers Vierstroomverzorging en Damman zitting hebben.
Er wordt gewerkt met een structuur van vier werkgroepen: Duaal, LWL/WGSP, EVC en Administratieve ondersteuning/Interne Beheersmaatregelen.
Binnen de LWL-netwerkorganisatie werken de volgende partners samen: gemeente Zoetermeer, VNO-NCW West, COLO, KvK Den Haag, UWV WERKbedrijf, Vereniging Promotie Stadshart Zoetermeer, RVOZ, MKB Nederland Zuid-Holland, ROC ID College, DVZ, Vrouwen Netwerk Zoetermeer e.o., Kon. Horeca Nederland en Coloplatform met Calibris, Ecabo, Kenteq, Innovam, KC Handle, Fundeon, GOC en Aequor.
Er is nauwe samenwerking met het WGSP.
De structuur ziet er schematisch als volgt uit:
44285
40
Het LWL is een schakelvoorziening tussen het aanbod van opleidingen en EVC-procedures van kennisinstellingen en de vraag van het bedrijfsleven, individuele werkenden, met werkloosheid bedreigden en werkzoekenden. Bij werkzoekenden is speciale aandacht voor de Wet WIJ. Werkgeversbenadering Door de nauwe samenwerking met het WGSP is het mogelijk te komen tot een eenduidige benadering. Het WGSP neemt – in samenwerking met en gevoed door het LWL - het bezoeken van de werkgevers, het binnenhalen van vacatures en het zoeken van BBL-mogelijkheden voor zijn rekening. Het WGSP organiseert eens per maand een banenmarkt waar het LWL dan ook aanwezig is. Kenmerkend is dat er actief geëvalueerd wordt met participanten en kennisinstellingen. Het LWL heeft, samen met een externe partner, een workshop ontwikkeld voor werkgevers over subsidies. Dit wordt door de werkgevers zeer gewaardeerd.
Daarnaast wordt veel aan promotie gedaan, met als gevolg meer vragen om dienstverlening. Levering van diensten De afdeling Scholing & Advies van het ROC ID College heeft een centraal meldpunt EVC, waar alle aanvragen naar doorverwezen worden. Daarnaast heeft het ROC ID College zelf een aantal trajecten ontwikkeld. De opleidingen worden afgestemd op de werksituatie en de theorie is gekoppeld aan de werkplek. Er worden diverse soorten trajecten aangeboden in samenwerking met het WGSP: proefplaatsingen, opstapjes, leerwerkbanen, voorschakeltrajecten, stageplaatsen en EVC.
44285
41
44285
42
11.LeerWerkLoket Zuid-Limburg
Regionale arbeidsmarkt In Zuid-Limburg neemt de potentiële beroepsbevolking al geruime tijd af. Momenteel telt de beroepsbevolking 407.500 personen. In 2040 zijn dat er 314.000. In Zuid-Limburg is de beroepsbevolking relatief laag opgeleid. Dit biedt een (gedeeltelijke) verklaring voor de lagere participatiegraad in deze regio. De participatiegraad van lager opgeleiden is doorgaans lager dan die van hoger opgeleiden. In de regio Maastricht zijn er relatief veel hoger opgeleiden door de aanwezigheid van een universiteit. Parkstad Limburg, het samenwerkingsverband van acht gemeenten (Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Nuth, Simpelveld, Voerendaal en Onderbanken) telt relatief veel personen met een lagere opleiding. In Zuid-Limburg zijn de sectoren zorg en welzijn, zakelijke dienstverlening, handel en industrie sterk vertegenwoordigd. Zuid-Limburg telt in 2010 ongeveer 260.000 banen van werknemers, van wie 20% in zorg en welzijn. Andere grote sectoren zijn de zakelijke dienstverlening (17%), handel (15%) en de industrie (14%). De industriële werkgelegenheid zal de komende jaren verder afnemen. Van de andere kant biedt de keten rondom de zonnecellenproductie mogelijkheden. Daarnaast kan de regio profiteren van de gunstige ligging (in internationaal opzicht), van de sterke aanwezigheid van semipublieke kennisinstellingen (ook in Leuven en Aken) en van de aantrekkingskracht op toeristen. Groei van de werkgelegenheid in Zuid-Limburg doet zich de komende jaren in het bijzonder voor in de hogere opleidingstypen (HBO en WO). Dit upgradingsproces zal zich met name in de techniek sterk manifesteren. De verdienstelijking van de werkgelegenheid betekent dat het aandeel van vooral de zakelijke dienstverlening, zorg en welzijn en onderwijs in de totale vacaturemarkt toeneemt. In Zuid-Limburg is het aandeel van zorg en welzijn nu al hoog. In de zorgsector wordt verwacht dat knelpunten in de aansluiting tussen vraag en aanbod zullen toenemen, waardoor de personeelsvoorziening onder grotere druk komt te staan. Door een veranderende vraag van de markt en meer wet- en regelgeving veranderen processen in de sectoren. Het tempo van de beroepsbevolking ligt hier echt op achter. Door vergrijzing (vooral in het onderwijs, bij de overheid en in de landbouw) ontstaan kansen voor werkzoekenden. Sectorale structuren en daarmee ook de samenstelling van de werkgelegenheid veranderen. Dit heeft grote consequenties voor de arbeidsmarkt. Er vindt een verdere verschuiving plaats van productiewerk naar diensten. Niet alleen de vraag naar arbeid verandert, maar ook de daarbij behorende kwalificaties. In de opleidingsinfrastructuur van Zuid-Limburg bevinden zich onder andere twee ROC’s, een AOC, een hbo-instelling en een universiteit. Strategische keuzes van het LeerWerkLoket Zuid-Limburg Duurzame scholing en een kwalitatieve/kwantitatieve match van vraag en aanbod zijn van levensbelang voor de economische ontwikkeling van de regio Zuid-Limburg. Het LWL is gekozen als hét operationele instrument voor een goede inbedding, organisatie en afstemming van de diensten van diverse partners die hierop gericht zijn.
44285
43
Het LWL fungeert ten behoeve van partners als faciliterend en projectontwikkelend apparaat ten behoeve van een klantvriendelijke en gemeenschappelijke aanpak voor de regionale werkgeversbenadering. Een laagdrempelige toegang tot loopbaan-, competentieontwikkeling en scholingsmogelijkheden ten behoeve van werkgever, werknemer, werkzoekenden en schoolgaanden. De samenwerkende werkpleinen Zuid-Limburg is feitelijk een linking-pin organisatie met een bovenlokale netwerkstructuur. Het SWZL wordt gedragen en gestuurd door het REKO-plus ZuidLimburg. Het SWZL (Samenwerkende Werkpleinen Zuid-Limburg, inclusief LWL) heeft het karakter van een resultaatgerichte keten van partijen die actief zijn op de arbeidsmarkt. Gezamenlijk zijn de ketenpartners verantwoordelijk voor de bijdragen aan bestuurlijke kaders, quota van sector convenanten, de uitvoering van marktbewerkingsplannen en tijdelijke subsidieregelingen. Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg
REKO + Zuid-Limburg Lijnmanagement Werkpleinen (UWV en gemeenten), besturen ROC’s, directie Hogeschool Zuyd en districtcoördinatie COLO Adviesgroep leren en werken Zuid-Limburg
Teammanagement Zuid-Limburg (1800 uur per jaar)
Leerwerkloketten Zuid-Limburg Samenwerkende Werkpleinen Heuvelland, Westelijke Mijnstreek, Parkstad Limburg
Fysiek Leerwerkloketten ( 7167 uur per jaar) Informatie & advies werkgevers, werkenden, NWW, NUG, werkloosheid bedreigden en collegae werkpleinen - Sittard-Geleen - Parkstad Limburg
Kennisuitwisseling en vraaggestuurde arrangementvorming - Duale trajecten (combinaties leren en werken) - EVP/EVC
Gecoördineerde marktbewerking ten behoeve van arbeidsmarktprojecten (37807 uur per jaar) - speerpuntsectoren Z-L - kanssectoren Z-L - marktbewerkingsplan Z-L
- overige arrangementen en ondersteuning
- Heuvelland
Aanbod Werkgeversbenadering
44285
Kennis/Expertise
Vraag
44
Werkgeversbenadering Kenmerkend voor de Zuid-Limburgse aanpak is het verbinden van de arbeids- en onderwijspartijen en vraaggestuurd aan de slag te gaan met de werkgevers. Er is sprake van één multidisciplinair team dat aan de buitenkant van de verschillende organisaties werkt. Dat team bestaat uit ongeveer 30 fte. De uitvoering van HRM en HRD projecten wordt opgepakt op de schaal die past bij de werkgever. Het SWZL kent vijf overlegvormen: 1. Het maandelijks overleg tussen de vier fysieke LWL. 2. Voor vijf sectoren is er een aangewezen bedrijfsadviseur die een brug vormt naar de projectleider. Deze bedrijfsadviseurs komen ook samen. 3. Van iedere vestiging komt de primus inter pares werkcoach 3 wekelijks bijeen. Er wordt dan gekeken welke projecten gevuld kunnen worden. 4. Het sectoroverleg vindt plaats op eigen initiatief van de sector. Hierin zitten de accountmanager van het ROC en de Hogeschool, de bedrijfsadviseur, de opleidingsadviseur van het desbetreffende kenniscentrum en eventuele werkgeversvertegenwoordigers als de KvK en het brancheservicepunt. 5. Vier keer per jaar komt iedereen samen en wordt één thema uitgediept. Levering van diensten Er is binnen het netwerk goed contact en samenspel met de ROC’s en de hogeschool. Onderwerp van gesprek is ook het creëren van meer flexibiliteit en dynamiek in het aanbod van leren en werken. Daar is het onderwijs actief mee bezig. Met betrekking tot de gerealiseerde duale trajecten en EVC’s zijn goede resultaten behaald. Een verder ontwikkelpunt is dat het fysieke LWL een rol kan gaan vervullen als specialist op het gebied van EVC of EVP advies. Mogelijk met een doorontwikkeling dat een centraal aanmeldpunt EVC ontstaat via de fysieke Behoefte werkgevers leidend LeerWerkLoketten op Om te horen waar werkgevers tegenaan lopen en goed voeling te houden de vijf werkpleinen. Op vinden er sessies met ondernemers plaats. De vraag is wat hun beeld is van deze wijze ontstaat een de werkgeversdienstverlening. De werkgevers gaven aan dat zij door de relatief specialisme op bomen het bos niet meer zien. “Af en toe kruipt iemand heel even achter een product en boom vandaan, maar vervolgens verdwijnt diegene weer”. Dit was de dienstenniveau voor motivatie voor het SWZL om nog steviger te werken aan de integrale zowel werkzoekenden, dienstverlening. werkende jongeren zonder kwalificatie als medewerkers dat ondersteunend is aan het primaire proces en gelieerde prestatieafspraken.
44285
45
44285
46
12. Beschouwing
Opdracht Door de landelijke programmamanager van de LeerWerkLoketten, Marianne Zoetmulder (UWV WERKbedrijf) is aan Berenschot gevraagd om onder de LeerWerkLoketten een onafhankelijke quick scan van de werkgeversdienstverlening uit te voeren. Hiertoe is in februari en maart 2011 een onderzoek uitgevoerd dat bestond uit documentenanalyse en interviews met tien regionale LeerWerkLoketten. We hebben de businessplannen, marktbewerkingsplannen en productbeschrijvingen van de LeerWerkLoketten bestudeerd en gesproken met projectleiders, leerwerkadviseurs en in enkele gevallen ook met netwerkpartners. Doel van de quick scan is om een goed, actueel beeld te hebben van de wijze waarop in de praktijk door de regionale netwerken van leren en werken uitvoering is gegeven aan de werkgeversdienstverlening. In hoeverre kan worden vastgesteld dat er niet meer sprake is van plannen en convenanten, maar van ‘werkgeversdienstverlening in uitvoering’? Publiek-private netwerken in uitvoering: van visie naar verrichten Ofwel van plan naar uitvoering. Vooral bij de LeerWerkLoketten die al een jaar of drie bestaan zien we een patroon, waarbij het eerste jaar in het teken stond van visieontwikkeling, partijen committeren en planvorming, het tweede jaar gericht was op het omzetten in projectmatige activiteiten en verbreding en verdieping van de netwerken, terwijl in het derde jaar in verregaande mate kan worden gesproken van ‘werkgeversdienstverlening in uitvoering’. Nog steeds met veel uitdagingen en ruimte voor intensivering, maar daadwerkelijk in praktijk genomen. Dit komt tot uiting in concrete publiek-private projecten, automatismen in communicatielijnen en acties, maar we hebben ook ontwikkelingen waargenomen zoals bijeenkomsten en trainingen (eenduidige werkwijze, elkaars diensten kennen en meenemen) van de accountmanagers van de afzonderlijke organisaties en zaken als het vastleggen en uitwisselen van werkgeverscontacten. We hebben diverse voorbeelden gehoord waarbij de LeerWerkLoketten, als makelaars van leren en werken en als katalysator voor aandacht voor EVC en scholing, hieraan een belangrijke bijdrage hebben geleverd. Ook in die zin kan van toegevoegde waarde van de ‘domein verbindende’ LeerWerkLoketten voor de versterking van de regionale sociaaleconomische infrastructuur worden gesproken. Uit de vele praktische voorbeelden, die tijdens de gehouden interviews de revue passeerden, leiden we af dat de LeerWerkLoketten een belangrijke en groeiende rol vervullen bij het realiseren van de aansluiting van arbeidsmarkt (‘SUWI’) en onderwijs (inclusief kenniscentra en sectorale scholingsfondsen en O&O-fondsen). Arbeidsmarktuitdagingen Blijkens de bestudeerde documentatie en gevoerde gesprekken zijn de arbeidsmarktuitdagingen als basis genomen voor de bepaling van de strategie en de acties vanuit de LeerWerkLoketten.
44285
47
Zoals mocht worden verwacht, aangezien het de missie van de LeerWerkLoketten is om een belangrijke bijdrage te leveren aan het realiseren van landelijke en regionale ambities om Nederland in sociaaleconomisch opzicht maximaal op de toekomst voor te bereiden. Om internationaal concurrerend te zijn moet Nederland het niet alleen hebben van factoren als geografische ligging, maar vooral ook van de kwaliteit en kwantiteit van haar human resources: een zo groot mogelijke, goed toegeruste beroepsbevolking. Ontwikkeling van kennis en vakbekwaamheid zijn daarom essentieel. Een goede aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs, innovatie en bij blijven door ‘een leven lang leren’ zijn daartoe randvoorwaardelijk. De arbeidsmarktuitdagingen zijn groot. In de eerste plaats op de korte termijn, waarbij we veel voorbeelden hebben gehoord waarbij LeerWerkLoketten een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de aanpak van jeugdwerkloosheid en het van werk naar werk begeleiden van met ontslag bedreigd personeel: onder andere EVC en scholing zijn daarbij belangrijke instrumenten en samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen evenzeer. Maar ook op middellange en lange termijn zijn de uitdagingen fors: de omslag naar een situatie waarbij vergrijzing, ontgroening, krimp, een enorme vervangingsvraag en toenemende discrepantie tussen het gevraagde en het beschikbare opleidingsniveau de agenda bepalen. De analyse van de Commissie Bakker is niet achterhaald, hooguit vertraagd van toepassing door de crisis. In de plannen van de LeerWerkLoketten en deels ook al in de uitvoering is te zien dat dit wordt onderkend en dat acties worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld in de vorm van een meer sectorale benadering, waarbij tekortsectoren en economisch relevante sectoren zoals zorg en techniek gericht worden benaderd en bediend door het Werkplein, de ROC’s, de gemeenten en andere netwerkpartners. Rode draden in strategische keuzes Er is een aantal rode draden te onderkennen in de strategische keuzes die door de regionale partners, die gezamenlijk de LeerWerkLoketten vormen, zijn gemaakt. De belangrijkste zijn de volgende.
Geen nieuwe structuren opbouwen, maar de bestaande structuren benutten en versterken vanuit de rol van makelaar en expert leren en werken: eigenlijk is in alle regio’s gekozen voor de rol van makelaar en expert op het terrein van leren en werken in nauwe samenwerking met onder andere werkgeversservicepunten, brancheservicepunten, sectorwerkgroepen, jongerenloketten, werkgeversnetwerken et cetera. Aangezien de invulling van deze servicepunten, loketten en werkgroepen per regio niet eenduidig is, is ook de wijze van aansluiten door het LWL per regio verschillend. We hebben gezien dat de LeerWerkLoketten in diverse regio’s als katalysator hebben gefungeerd voor een meer samenhangende werkgeversbenadering door organisaties op het terrein van werk en inkomen enerzijds en organisaties op het terrein van onderwijs en opleiding anderzijds. Het LWL fungeert ten behoeve van partners als faciliterend en project ontwikkelend apparaat ten behoeve van een klantvriendelijke en gemeenschappelijke aanpak voor de regionale werkgeversbenadering. Een laagdrempelige toegang tot loopbaan-, competentieontwikkeling en scholingsmogelijkheden ten behoeve van werkgever, werknemer, werkzoekenden en schoolgaanden.
44285
48
Netwerkbenadering: in het verlengde van de vorige rode draad: er wordt doorgaans uitgegaan van een netwerkbenadering, op basis van de behoefte van de werkgevers. Alle participerende partijen in de regio benaderen werkgevers. Een gezamenlijke front office met uitsluiting van eigen accountmanagement door afzonderlijke instellingen zijn we nergens tegengekomen. Zo maakbaar is de wereld niet, zo is vastgesteld in de praktijk. In plaats daarvan wordt geïnvesteerd in visie, vertrouwen, korte lijnen, transparantie en communicatie. De regio’s bevinden zich wat betreft het succesvol zijn (automatismen, geven en nemen, gemeenschappelijk belang voor ogen) in verschillende stadia. Cultuurhistorische en sociaalinfrastructurele factoren, maar ook de kwaliteit en het charisma van verantwoordelijk dragende bestuurders en managers zijn hierbij van belang.
Een vooral vraaggerichte, maar ook voldoende productgerichte benadering: de strategie is bijna overal, dat accountmanagers, bedrijfsadviseurs en andere professionals in de front office van de werkgeversdienstverlening zich luisterend en meedenkend opstellen op het volledige terrein van de bedrijfsvoering en het HR-beleid van bedrijven en instellingen. Door korte lijnen binnen het netwerk kunnen werkgevers beter worden bediend door aan signalen van bedrijven sneller follow up te geven door de meest geëigende dienstverlener. Intussen worden de professionals in de werkgeversbenadering door het LWL gevoed met kennis over producten en mogelijkheden op het terrein van leren en werken, zodat signalen beter kunnen worden opgepikt en de rol van volwaardig gesprekspartner op dit terrein beter kan worden vervuld. We hebben diverse voorbeelden gehoord, waarbij door korte lijnen met het LWL snel kon worden geschakeld naar een professional op het terrein van leerwerkarrangementen en andere projecten en programma’s.
Minder loketten, verbreding naar een Loopbaancentrum: we hebben in diverse regio’s gezien dat daar weliswaar de bestaande infrastructuur als uitgangspunten wordt genomen, maar dat er ook visieontwikkeling plaatsvindt (of zelfs al in uitvoeringsfase) in de richting van het integreren van het LWL, of wel het netwerk van ‘leren en werken’, met andere loketten zoals het huidige mobiliteitscentrum, jongerenloketten, werkgeversservicepunten en relevante andersoortige dienstverlening tot een Loopbaancentrum, zodat een goed geoutilleerde centrum operationeel is. We zien dit onder andere in Drenthe en Noord- en Midden-Limburg.
Sectorale aanpak: netwerkpartners in de regio’s kiezen steeds vaker voor een duidelijke sectorale werkgeversbenadering. Er wordt intensief samengewerkt met de brancheservicepunten Bouw & Techniek, Transport & Logistiek, Zakelijke Dienstverlening, Dienstverlening en Zorg. In Utrecht is bijvoorbeeld een succesvol zorgarrangement opgezet in samenwerking met het brancheservicepunt, maar zo hebben we nog meer fraaie voorbeelden aangetroffen. Ook wordt in onder andere West-Brabant gewerkt met het concept van sectorwerkgroepen, met een operationele focus. De sectorale kenniscentra komen we ook steeds vaker tegen als een logische, actieve partner in werkgeversdienstverlening vanuit de netwerken leren en werken.
44285
49
Goede bestuurlijke verankering: opvallend vaak zien we dat het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (in diverse benamingen) als bestuurlijk opdrachtgevers fungeert. Vervolgens zien we vaak in een stuurgroep op managementniveau meer partijen vertegenwoordigd (vaak wordt deze rol door het REKO vervuld), zodat heldere operationele verbindingen naar de diverse betrokken organisaties gewaarborgd is. Tot slot wordt het fysieke LWL aangestuurd door de manager of de projectleider van het Werkplein.
Betrokkenheid en rol onderwijsinstellingen neemt toe In de meeste regio’s zien we een actieve opstelling vanuit vooral het mbo, maar in toenemende mate ook het hbo. Niet alleen in de werkgeversbenadering, maar ook in het ontwikkelen en aanbieden van meer maatwerk voor bedrijven. Niet in alle regio’s is daar al sprake van, maar het is een duidelijke tendens. Het samenspel tussen de netwerkpartners, waarbij men elkaar stimuleert en aanspreekt op de gezamenlijke missie, leidt tot grotere activiteit. Niet alleen bij partners als het Werkplein, gemeenten, branchevertegenwoordigers en kenniscentra, maar ook bij de onderwijsinstellingen. Vanuit het LWL wordt actief samengewerkt met vooral de ROC’s en AOC’s als partners binnen het netwerk van werken en leren. Zowel bij individuele vragen van werkgevers en werknemers zijn er korte lijnen, als bij het opzetten en uitvoeren van arrangementen en projecten. Soms zien we ook het hbo als actieve partner toetreden tot het LeerWerkLoketnetwerk, zoals in Emmen, Zeeland en Zuid-Limburg. Behoefte aan landelijke ondersteuning Iedere regio kent eigen omstandigheden die de invulling van tempo en inhoudelijke keuzes bepalen. Ook in die zin zijn de LeerWerkLoketten door maatwerk gedreven echte netwerkorganisaties van en voor de regio. Gevraagd naar de behoefte aan landelijke ondersteuning komt naar voren dat landelijke ondersteuning wel belangrijk wordt gevonden. Landelijk kwaliteitstraject registratie en uitwisseling klantcontacten Zowel in de vorm van Op basis van behoefte van de verschillende leerwerkloketten is landelijk het ‘landelijk hoog op de initiatief genomen om tot een eenduidige manier van registeren van agenda houden’, als ten klantcontacten te komen. Er zijn bijeenkomsten georganiseerd over de door behoeve van kennisdeling, de leerwerkloketten gebruikte registratiesystemen. Voorafgaand aan deze als door facilitering. Met bijeenkomsten is er in november 2010 een oriënterende workshop name van netwerkgehouden met een beperkt aantal leerwerkloketten die o.a. het Klant ondersteunende ICT Registratie Systeem (KRS), het Customer Relationship Management waardoor bijvoorbeeld (CRM)systeem, SONAR, het systeem ‘Leven Lang Leren’ en/of ‘Mens registratie en uitwisseling Centraal’ (het ‘schilsysteem’ van KING) gebruiken. De aanwezige van werkgeverscontacten vertegenwoordigers van de leerwerkloketten gaven aan betere en meer eenvoudiger kan verlopen. eenduidige registratie van groot belang vinden ivm onderlinge uitwisseling Dit is al door de landelijke van gegevens, landelijke transparantie en rapportage. programmamanager opgepakt: er loopt een landelijk kwaliteitstraject dat hierop gericht is.
44285
50
Randvoorwaardelijk bij de landelijke ondersteuning is, zoals overigens volgens de regio’s nu ook al door de landelijke programmamanager wordt gedaan, te onderkennen dat LeerWerkLoketten gezamenlijke regionale netwerken zijn. Gelet op de diversiteit en de gezamenlijkheid moet het accent dus niet liggen op landelijke sturing in klassieke zin, maar op facilitering. Met gevoel voor de notie dat het gaat om per regio sterk verschillende regionale netwerken, faciliteren met ruimte voor maatwerk. Geïntegreerde werkgeversbenadering is niet eenvoudig en op dit moment kwetsbaar Ten aanzien van een gerichte, samenhangende benadering van bedrijven en branches zijn in de afgelopen jaren duidelijk stappen voorwaarts gezet. Gelet op de verschillende wettelijke taken, uitgangssituatie en belangen zijn ‘geïntegreerde werkgeversbenadering’ en ‘elkaars diensten meenemen’ geen vanzelfsprekende zaken. Dat veronderstelt vertrouwen, transparantie, de wil om in elkaar te investeren en over de eigen schaduw heen stappen. Dat is hoe dan ook niet eenvoudig, maar zeker kwetsbaar in tijden waarbij door bezuinigingen altijd de neiging bestaat om voor de korte termijn eigen belangen te gaan. We zijn dit risico tijdens onze bezoeken aan de regio’s enkele malen tegengekomen. We hebben gezien hoe het investeren door de ene netwerkpartner (zoals door het Rijk via UWV WERKbedrijf in een regionale basisinfrastructuur) als hefboom werkt door gemeenten, scholen en bedrijven ook tot eigen investeringen aan te zetten. Omgekeerd zijn we gewaarschuwd voor het tegenovergestelde effect in geval van het door bezuinigingen terugtrekken door een of meer van de netwerkpartners. In die zin bevinden de LeerWerkLoketten als netwerkorganisaties op het snijvlak van onderwijs en arbeidsmarkt zich op dit moment in een kwetsbare fase, waarbij – hoe evident ook het sociaaleconomisch belang in het licht van de genoemde grote arbeidsmarktuitdagingen – continuïteit in de opgebouwde infrastructuur niet vanzelfsprekend is.
44285
51
44285
52
Bijlage: Overzicht geïnterviewden
Emmen (en Hoogeveen) Helga Koops
Projectleider LeerWerkLoket Emmen & Hoogeveen, tevens projectleider Regionaal Mobiliteitscentrum
Rijn-Gouwe Alice Standhart
Directeur Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn-Gouwe
Noord-Holland-Noord Anita Kerssens
Projectleider LeerWerkLoket
Ingrid Dekker
Adviseur LeerWerkLoket
Roermond (Noord- en Midden-Limburg) Henk Smeets
Projectleider LeerWerkLoket
Hans Marell
Vestigingsmanager UWV WERKbedrijf Roermond
Rotterdam Jolanda Wolfs
Manager DAAD
Theo Wehkamp
Coördinator LeerWerkLoket
Twente Marleen Baltussen
Projectleider LWL
Joost Brugge
Adjunct vestigingsmanager UWV WERKbedrijf Enschede
Koert Webbink
Regio Twente economie en arbeidsmarktbeleid
Han Zomer
Bestuurssecretaris ROC van Twente
44285
53
Utrecht Jan Bijvank
Projectleider LeerWerkLoket
Georgette Bello
Adjunct vestigingsmanager UWV WERKbedrijf Utrecht Zuid
Erik de Graaf
Projectcoördinator LeerWerkLoket
Arjen Bungenberg
Werk030 (WGSP)
West- Brabant (en Zeeland) Selwin Umar
Districtscoördinator Leren & Werken
Jerney Havermans
Leerwerkadviseur Oosterschelde Regio
Zoetermeer Wim Koster
Projectmanager Leven Lang Leren Zoetermeer
Herma Derwort
Scholingsadviseur
Zuid-Limburg Manuel Stoffels
44285
Functioneel leidinggevende en beleidsadviseur
54