Werkervaringsprojecten en Stage bij Mozarthof

Werkervaringsprojecten en Stage bij Mozarthof

Versie 15 december 2015

Inhoudsopgave 1

2

3

Inleiding ......................................................................................................... 3 1.1

Consulenten stage en arbeid ....................................................................... 3

1.2

Route ...................................................................................................... 3

Werkervaringsprojecten (WEP) .......................................................................... 3 2.1

Wat zijn werkervaringsprojecten? ................................................................ 3

2.2

Doelstellingen van WEP .............................................................................. 3

2.3

WEP-map ................................................................................................. 4

Stage ............................................................................................................. 4 3.1

Wat is stage ............................................................................................. 4

3.2

Doelstellingen van stage ............................................................................ 4

3.3

Stage-traject ............................................................................................ 5

3.3.1

En verder… ......................................................................................... 5

3.4

Leerlingen vervoer..................................................................................... 6

3.5

Stagemap ................................................................................................ 6

3.6

Stagebegeleiding ....................................................................................... 7

4

WAJONG-uitkering ........................................................................................... 8

5

Uitvliegen!! ..................................................................................................... 9 5.1

6

Nazorg ..................................................................................................... 9

Rollen en taken ................................................................................................ 9

Werkervaringsprojecten en Stage bij Mozarthof, 15-12-2015

2

1

Inleiding

1.1 Consulenten stage en arbeid Op de Mozarthof zijn twee consulenten stage en arbeid (CSA) werkzaam. Zij verzorgen samen de stage-trajecten die de leerlingen vanaf hun 17/18e jaar aangeboden krijgen. Dit zijn zo’n 50 leerlingen per schooljaar. Deze trajecten leiden naar een passende werkomgeving voor alle leerlingen op elk niveau. Hieronder wordt kort geschetst hoe een traject verloopt. Uiteraard bieden wij maatwerk en wijken wij waar nodig af. Het individu is leidend voor ons! 1.2 Route • In de brugklas en onderbouw krijgen de leerlingen lessen in basisvaardigheden als voorbereiding op het praktijkgerichte aanbod in de midden- en bovenbouw. • In de middenbouw krijgen de leerlingen praktijklessen en WEP • In de bovenbouw krijgen de leerlingen praktijklessen en Stage. Dit staat allemaal in relatie tot elkaar. Het geleerde in de praktijklessen wordt in WEP of stage in de praktijk gebracht en praktijkervaringen in WEP maken dat het geleerde beter beklijft en de leerlingen leren de transfer te maken naar verschillende praktijksituaties. Dit geldt ook voor de cognitieve vaardigheden. Het cognitieve aanbod wordt functioneel gemaakt, zodat de leerlingen leren hun cognitieve vaardigheden te gebruiken in de praktijk (bijvoorbeeld omgaan met geld, het lezen van een etiket in de winkel etc.).

2

Werkervaringsprojecten (WEP)

2.1 Wat zijn werkervaringsprojecten? WEP is een voorbereiding op stage en een verdieping van in de praktijklessen geleerde vaardigheden. In WEP doen de leerlingen hun eerste ervaringen op m.b.t. werken. Daarnaast ontstaat door het aanbieden van WEP in de verschillende werksoorten een beeld van de belangstelling en talenten van een leerling. Samen met de leerling maakt de mentor keuzes m.b.t. de werkervaringsprojecten (WEP) en de praktijkvakken die de leerling gaat volgen. Ook heeft de mentor een aansturende rol bij het bepalen van de doelen waaraan wordt gewerkt in WEP. (WEP-map en het werken met taakkaarten). WEP wordt aangeboden binnen de schoolomgeving of daarbuiten, maar altijd onder begeleiding van een bekende leerkracht. Momenteel wordt het leeftijdscriterium van 16 jaar gehanteerd om deel te kunnen nemen aan WEP. Er is echter binnen het VSO een groep leerlingen die al in een vroeger stadium behoefte hebben aan meer praktisch aanbod, hetzij in de vorm van WEP, hetzij als praktijkvak. 2.2 Doelstellingen van WEP Een WEP onderscheidt zich van de praktijklessen door de doelstelling. Het hoofddoel van WEP is de voorbereiding op Stage. Dit valt uiteen in doelen voor de leerling en (observatie)doelen voor de (vak)leerkracht.  De leerling doet, onder begeleiding van een bekende leerkracht werkervaring op, buitenshuis (Agragrisch bedrijf, land- en tuinbouw, bosbouw, detailhandel) of binnenshuis (catering, secretariaat, facilitaire services)  Het ontwikkelen en trainen van arbeidsvaardigheden (leerlijn Voorbereiding op Dagbesteding/Arbeid) bestaat uit 9 domeinen:


3

 

We hebben gekozen voor de domeinen: materialen/middelen/gereedschappen en algemene procedures op en rondom het werk. Bij een WEP in winkel/horeca, komt ook het domein: ethisch en klantgericht werken aan bod. Het ontwikkelen en trainen van de fysieke en motorische vaardigheden en mogelijkheden De leerling krijgt zicht op de eigen interesses en mogelijkheden. Hiervoor is het belangrijk dat de leerling al in een vroeg stadium wordt begeleid in het vormen van een positief en realistisch zelfbeeld m.b.t. zijn mogelijkheden voor de toekomst. De leerling kan werken met de WEP-map.

2.3 WEP-map Voor WEP is dit een rode map met daarin lijsten met vakspecifieke vaardigheden. Deze dienen om te werken aan de gestelde doelen en taakkaarten (gestelde doelen uit leerlijn voorbereiding op dagbesteding en arbeid) De map is een middel om alle betrokkenen bij WEP op de hoogte te houden, elkaar wederzijds te informeren en de voortgang in doelen te monitoren. Het is enerzijds een communicatiemiddel en anderzijds een voortgangs- en rapportagemiddel. De leerling krijgt de map bij aanvang van WEP . Deze map neemt hij steeds mee naar WEP.

3

Stage

3.1 Wat is stage De leerling gaat beginnen met stagelopen in het schooljaar waarin hij of zij 17/18 (afhankelijk van niveau) jaar wordt voor 31 december. Indien de leerling na 1 januari 17/18 wordt, start de oriëntatie in het volgende schooljaar. Dit kan als richtlijn gehandhaafd blijven, maar uitgangspunt moet zijn de fase in de ontwikkeling van de leerling. Vrijwel al onze leerlingen stromen uit naar een vorm van dagbesteding. Elle leerling heeft een uitstroomperspectief. Binnen Mozarthof hanteren we uitstroomperspectief 1 t/m 4. Dit houdt in dat hij/zij het best gebaat is bij een werkplek binnen de 1. Ervaringsgerichte dagbesteding 2. Lichte arbeidsgerichte dagbesteding 3. Arbeidsgerichte dagbesteding 4. Regulier bedrijf Een leerling loopt gedurende 3 periodes stage waarbij een periode staat voor 1 deel van een schooljaar. Een leerling loopt dus totaal ongeveer 3x stage. Ook hier geldt: maatwerk! Op stage leert de leerling te functioneren in een arbeidssituatie buiten de school. Uiteindelijk loopt de leerling in periode 3 een laatste externe stage, die veelal zal resulteren in plaatsing in die vorm van dagbesteding of arbeid (uitstroomgerichte stage). 3.2 Doelstellingen van stage De leerlingen lopen stage met als doel voorbereiding op dagbesteding of arbeid na schoolverlaten. Hierbij werken we aan: • Het ontwikkelen en trainen van arbeidsvaardigheden (Leerlijn Voorbereiding op Dagbesteding/Arbeid) hier hebben we gekozen om de domeinen per periode aan te bieden: Periode 1: samenwerken en overleggen en procedures en instructie opvolgen Periode 2: omgaan met druk en tegenslag, plannen en organiseren, omgaan met veranderingen


4

Periode 3: kwaliteit leveren. Ook kunnen nog niet behaalde taakkaarten in deze periode nog meegegeven worden! Een leerling die stage loopt binnen horeca of winkel kan een taakkaart mee krijgen uit het domein ethisch en klantgericht werken.    

De leerling kan werken in een sociale arbeidsomgeving met een leidinggevende, collega’s en klanten De leerling beschikt over praktijkgerichte, vakspecifieke vaardigheden Het ontwikkelen en trainen van de fysieke mogelijkheden De leerling krijgt zicht op de eigen interesses en mogelijkheden.

3.3 Stage-traject Elk traject start altijd met een uitgebreid gesprek met ouders/verzorgers en de CSA. Hiervoor wordt u uitgenodigd door de CSA In dit gesprek zullen we u uitleggen welke stappen we zullen gaan nemen richting de uitstroom en wat daarbinnen de mogelijkheden zijn. Nog belangrijker, u kunt in dit gesprek ook vertellen hoe u de toekomst van uw kind ziet en al uw vragen kwijt. Nauwe samenwerking met ons heeft hoge prioriteit voor ons, samen zullen we er voor zorgen dat de leerling op een passende uitstroombestemming terecht komt. Hierbinnen zijn verschillende mogelijkheden bij diverse zorgaanbieders. In het Gooi hebben we het meeste aanbod van Sherpa en Amerpoort. Denk bijvoorbeeld aan: werken in een supermarkt van Sherpa, zorgboerderij, productiewerk, bakkerij van Sherpa/Philadelphia, horeca van Amerpoort/Sherpa. Aan het eind van dit verslag zal er een lijstje met websites te vinden zijn van de verschillende zorgaanbieders waar we regelmatig mee werken. Kijk eens op de sites! De CSA heeft inmiddels overleg gehad met de mentor en leerling, het IOP gelezen en navraag gedaan bij WEP leerkrachten. Na het kennismakingsgesprek, waar u als ouder/verzorger bij betrokken bent, zullen we samen met u en/of de leerling gaan kijken bij 1 of 2 mogelijk passende werkplekken. De leerling wordt hier in principe bij betrokken. Voor sommige leerlingen is het verwarrend ergens te gaan kijken waar ze misschien stage gaan lopen, terwijl dat mogelijk niet de juiste plek is. 3.3.1 En verder… Het eerste jaar bestaat een stageperiode meestal uit 1 dag in de week gedurende 4 maanden. Dit omdat leerlingen dan kosteloos mee mogen draaien binnen het aanbod van een aantal zorgaanbieders. Sommige zorgaanbieders willen alleen stagiaires met een indicatie voor begeleiding groep aannemen. Voordeel hiervan is dat een leerling een langere stage kan lopen (6 maanden) en vaak ook al meerdere dagen in de week. Afhankelijk van de mogelijkheden zullen we dit goed met u en de zorgaanbieder bespreken. Het tweede jaar ook en het derde en laatste schooljaar kan de stage uitgebreid worden naar meerdere dagen (max.3) en ook kan er op bijvoorbeeld twee verschillende plekken gelopen worden. Evaluatie momenten en werken met stagemap blijft doorgaan zoals in het eerste jaar. De laatste en uitstroomgerichte stage zal altijd op indicatie gaan verlopen. Dit omdat er dan gedurende het hele schooljaar en meerdere dagen (max.3) stage gelopen wordt. Indicatie kan uit PGB maar ook uit zorg in natura. U kunt er in elk geval vanuit gaan dat wij u tegen die tijd en gericht op de specifieke zorgvraag zullen ondersteunen in het aanvragen van de juiste indicatie. Wij hebben in ons netwerk vertrouwde personen waar we u naar kunnen doorverwijzen en zullen u op tijd attenderen op wat u nodig heeft en waar dit aan te vragen. De leerling heeft bij de start van het traject deze indicatie dus niet altijd al nodig!!! We bespreken dit met u en attenderen u hier op tijd op!.


5

Het is de verantwoording van ouders dat, als deze indicatie nodig is, deze indicatie door u wordt aangevraagd. Pas als deze is aangevraagd en afgegeven kunnen wij verder met het stagetraject. Heeft u zelf ideeën? Draag ze aan. Ga zelf ook kijken bij verschillende zorgaanbieders. Mocht er een plek bij zijn waarbij we allemaal een goed gevoel hebben dan start de eerste stage periode! Dag en start worden in overleg met leerling, ouders en leerkracht bepaald en is afhankelijk van wanneer plek is bij de zorgaanbieder. Woensdagen nooit! Dit i.v.m. de inzet van leerlingenvervoer. Dan zou de leerling maar een halve dag stage lopen en dat is niet effectief. 3.4 Leerlingen vervoer Ouders dienen leerlingenvervoer in te lichten en om te zetten voor de duur van de stage en CSA zorgen dat alle papieren in orde komen. Wij attenderen u hier op tijd op. Met alle bezuinigingen en veranderingen binnen de zorg zijn alle zorgaanbieders op het moment aan het zoeken hoe m.n. de vervoersproblemen op te lossen. Ze worden steeds strenger en een aantal locaties gaan sluiten of zijn al gesloten. Simpelweg omdat de cliënten niet meer vervoerd kunnen worden door te hoge kosten. Kort gezegd: Deze transitie is nu gaande en gaat uit van het principe: werken waar je woont. U moet daarbij denken aan een straal van max. 10 km van de woning van de leerling, liefst binnen de eigen gemeente. Een werkplek binnen de dagbesteding die verder weg is kan alleen als er een eigen bijdrage betaald wordt, het bedrag van deze eigen bijdrage verschilt per zorgaanbieder. Tijdens de eerste 2 stage periodes (2 schooljaren) kan leerlingenvervoer worden ingezet om naar stage te gaan, dit is ook weer afhankelijk van wat een gemeente goedkeurt. Om toch zoveel mogelijk in te spelen op de km grens zoeken wij stageplekken binnen de 10 km grens, dit doen we in elk geval bij de laatste stage omdat de laatste stage in de regel zal uitmonden in een vaste werkplek binnen de dagbesteding. Bovenstaande beperkt helaas de keuzevrijheid. Zorgaanbieders spelen daar zo goed mogelijk op in door divers aanbod te creëren op 1 locatie en het liefst per gemeente. Zelfstandig reizen waar mogelijk maakt de keuze iets breder. Als een leerling dit aankan is het raadzaam zelfstandig reizen veel te oefenen! Ook op school zullen we hier aandacht aan besteden. 3.5 Stagemap De leerling krijgt een stagemap, en daar zijn ze bijzonder trots op!! Het werken met een map wordt ingezet als de leerling gaat beginnen met WEP (rode WEP-map). Zo heeft de leerling ook in WEP al leren werken met een map. Voor stage komt er een nieuwe blauwe map, deze map bevat meer informatie en geeft nog meer ruimte aan input van de leerling zelf. En, heel belangrijk, de gestelde doelen uit de leerlijn voorbereiding op dagbesteding en arbeid worden middels taakkaarten meegegeven, deze doelen worden gesteld door de mentor De inhoud van de stagemap: • Handleiding werken met de stagemap • Stage-overeenkomst • (stage)overdracht • Wie ben ik? Overdracht met NAW gegevens en input van de leerling zelf • Leerdoelen uit leerlijn voorbereiding dagbesteding en arbeid (taakkaarten) • Dagregistratie formulier • Handleiding tussen- en eindevaluatie


6

• Stage-evaluatie formulier voor de leerling/stagebegeleider • Vakantierooster De map is ingedeeld met tabbladen waarachter bovengenoemde formulieren zijn ingedeeld. De stagemap is een groeidocument dat in de loop van de jaren gevuld wordt met taakkaarten. De map gaat de dag voor stage mee naar huis zodat ouders ook de kans hebben eventuele zaken te noteren en kennis te nemen van de voortgang op stage. Op schooldagen blijft de map op school zodat deze gebruikt kan worden door de mentor tijdens het mentoruur en stageklas. 3.6 Stagebegeleiding De mentor voert wekelijks een gesprekje met de leerlingen, individueel of in een klein groepje. Hier komt aan de orde hoe het gaat op stage , aan de hand van de taakkaarten en dagregistratie formulieren. Zo kan de mentor goed volgen of en hoe er aan de doelen wordt gewerkt en of deze worden behaald. In dit gesprekje zal de mentor samen met de leerling bepalen of er een nieuw doel (taakkaart) wordt opgenomen in de map en welke doelen voor hem belangrijk zijn om aan te werken. Er zijn dus taakkaarten op de leerlijn Voorbereiding dagbesteding en arbeid. In stage wordt gewerkt aan maximaal 3 doelen uit de leerlijn. Deze doelen zijn opgenomen in de handelingsplanning. De mentor zal regelmatig, eventueel telefonisch, contact hebben met de stagebegeleider over de vorderingen van de leerling in stage. Er is in de mentorklas wekelijks een themakring over stage en WEP. Hier doen alle leerlingen aan mee, ongeacht of ze wel of niet zelf al stagelopen of meedoen aan een WEP. Voor leerlingen die nog geen stage of WEP hebben is het leuk en leerzaam om te horen wat de anderen daarin meemaken. De meerwaarde hiervan is dat leerlingen zo al spelenderwijs worden voorbereid op stagelopen. In de themakring wisselen de leerlingen hun ervaringen uit. De mentor spreekt met de leerlingen over de opgedane ervaringen (positieve en knelpunten) tijdens de stageperiode. De leerlingen kunnen zelf aangeven waar ze tegenaan lopen en wat ze graag nog willen oefenen en ze kunnen elkaar adviseren. De leerling zal het zelf niet altijd kunnen aangeven maar de stagebegeleiders (stageplek), de mentor en de CSA kunnen hier een begeleidende en bevragende rol in hebben. De mentor kan in de kring steeds een ander accent leggen, door gericht te vragen naar ervaringen van leerlingen op het gebied van Werken en Sociale Competentie. Ook kan de mentor het accent leggen op stagevoorbereiding voor de leerlingen die nog gaan stagelopen. Op basis van de individuele gesprekken aan de hand van de stagemap, de informatie die de mentor verkrijgt door overleg met de stagebegeleider en de CSA en de dingen die de leerlingen vertellen in de themakring, krijgt de mentor een compleet beeld van hoe het gaat met de leerling en welke thema’s voor hem een rol spelen. Thema’s die voor meerdere leerlingen een rol spelen, kunnen aan de orde komen in de stageklas. Stageklas wordt gegeven in de basisgroep door de eigen mentor/mentor De CSA heeft regelmatig contact met de stagebegeleider en voert ook evaluatiegesprekken op de stage. Na ca. 8 weken vindt er een tussenevaluatie plaats door de mentor en/of CSA van de betreffende leerling. Ouders worden hierover geïnformeerd of, indien nodig bij uitgenodigd. Tegen het einde van de stage, na ca. 16/20 weken wordt de eindevaluatie gepland door de CSA. Hierbij worden ook de ouders uitgenodigd.


7

Dan wordt ook gesproken over de stage mogelijkheden voor het volgende schooljaar, zodat we ervoor kunnen zorgen dat de leerling op verschillende arbeidsplaatsen ervaring op kan doen. Er zal altijd ruimte zijn voor overleg om in uitzonderlijke gevallen andere afspraken te maken. Zo is het mogelijk dat ouders niet in staat zijn mee te gaan naar een oriëntatiebezoek of evaluatie. De CSA zal dan met ouders afspreken hoe terugkoppeling plaats zal vinden.

4

WAJONG-uitkering

De WAJONG uitkering kan pas worden toegekend als de leerling de school verlaat en minimaal 18 jaar is. Het is echter wel verstandig deze vast aan te vragen op de leeftijd van 17 jaar en 9 maanden. Er volgt dan wel vast een beoordeling door UWV op eventueel arbeidsvermogen. Mocht er geen arbeidsvermogen zijn (zie criteria UWV verderop in dit stuk) dan is dat vastgesteld en gaat de WAJONG in vanaf schoolverlaten. ZML ONDERWIJS valt ook onder opleiding en studie. U kunt bij DUO een studietegemoetkoming aanvragen. Dit kunt u aanvragen bij DUO via www.duo.nl , let goed op de voorwaarden: U kunt Wajong aanvragen als u door een ziekte of handicap geen mogelijkheden heeft om te werken. En als 1 van deze situaties voor u geldt:  U heeft op uw 18e verjaardag een langdurige ziekte of handicap.  U kreeg na uw 18e verjaardag en vóór uw 30e verjaardag een langdurige ziekte of handicap. In het jaar voordat u uw ziekte of handicap kreeg, volgde u minimaal 6 maanden een opleiding. Daarnaast moet u voldoen aan de volgende voorwaarden:  U woont in Nederland.  Uw mogelijkheden om te werken verbeteren waarschijnlijk niet binnen 1 jaar.  U volgt op dit moment geen opleiding. Criteria UWV om wel in aanmerking te komen voor werk:  Je moet elke dag 4 uur per dag kunnen werken, mag in blokken van 2 uur maar minstens 1 uur aaneengesloten.  Beschikken over basale werknemersvaardigheden: instructie begrijpen, zelfstandig uitvoeren, onthouden en meteen aannemen van instructie van je werkgever (geen discussie etc.)  Taak kunnen uitvoeren in arbeidsorganisatie. Dus echt zoals het bedrijf is, geen aanpassingen bijv: dat iemand achter je aan moet lopen om te zeggen dat pauze voorbij is.  Als je aan 1 van bovenstaande bullets NIET kan voldoen, hoef je niet te werken en krijg je WAJONG tenzij je in korte tijd kan leren wel te voldoen, dus 1 criterium is genoeg. DUS: Heeft uw kind een UPP 4: zeer waarschijnlijk geen WAJONG want mogelijkheden tot arbeid. School zal goed moeten insteken op arbeidsvaardigheden om kansen te vergroten. Heeft uw kind uitstroomperspectief 1, 2 of 3 en is het 100% onmogelijk om te gaan werken? Dan tonen we dat aan op de gestelde criteria van werk en zullen we dit zoveel mogelijk onderbouwen!! De leerling krijgt wel WAJONG.


8

5

Uitvliegen!!

De stages zijn afgerond, uw kind is 20 jaar en zal gaan uitvliegen. Er zullen onderweg naar dit moment veel leermomenten zijn geweest voor alle betrokkenen, misschien soms frustratie want zoveel is nog onduidelijk. Maar het is ons nog nooit niet gelukt, en daar gaan we ook mee door! Op het moment dat de leerling tijdens het officiële afscheid (pakken wij zeer groots aan met speeches etc.!!) het Mozarthof certificaat in ontvangst neemt is zo voel- en zichtbaar dat we weer kunnen kijken naar een jong volwassene die stevig de toekomst in zal gaan. Daar zijn we enorm trots op! 5.1 Nazorg Na schoolverlaten heeft de CSA gedurende 2 jaar jaarlijks contact met de werkplek waar de leerling naartoe is uitgestroomd om te monitoren of de leerling inderdaad naar de goede plek is uitgestroomd. Mochten ouders zelf nog vragen hebben kunnen ze altijd naar school bellen/mailen

6

Rollen en taken

Hieronder volgt een beschrijving van de rollen en taken van iedere betrokkene. Wat mag van iedere betrokkene verwacht worden? De leerling  De leerling denkt eraan de stagemap mee te nemen naar huis, stage en school.  De leerling laat de stagemap zien aan de stagebegeleider, zijn ouders en op school de mentor en de CSA. De ouders/verzorgers  De ouders /verzorgers dragen zorg voor het leerlingenvervoer naar het stage-adres.  De ouders /verzorgers dragen zorg voor het tijdig aanvragen van de WAJONGuitkering en de indicatie.  De ouders/verzorgers zullen in geval de leerling ziek is, dit tijdig melden bij het stage-adres en op school  Van de ouders/verzorgers wordt een actieve bijdrage verwacht, door de stagemap samen met hun zoon of dochter te bekijken, te zorgen dat de stagemap meegaat naar het stage-adres en door , indien mogelijk, aanwezig te zijn bij kennismakingsgesprekken en eindevaluaties. De mentor  De mentor heeft overleg met de CSA over de stagemogelijkheden van de leerling  De mentor draagt doelen aan m.b.t. de stage welke in de vorm van taakkaarten worden opgenomen in de stagemap.  De mentor zorgt dat deze doelen overeenkomen met de doelen in het individueel handelingsplan.  De mentor neemt wekelijks de stagemap (of WEP-map) door met de leerling  De mentor onderhoudt contact met en stemt af met stagebegeleider op het stagebedrijf of de vakleerkracht WEP  De mentor (en/of de CSA) gaat met de leerling naar de tussentijdse evaluatie en zorgt voor terugkoppeling aan de CSA (stage-evaluatieformulier) De   

CSA De CSA is de spil in het stage-proces en is contactpersoon voor alle betrokkenen De CSA maakt stage-overdracht a.d.h.v. IOP De CSA voorziet ouders van informatie m.b.t. het aanvragen van benodigde indicaties en het aanvragen van de WAJONG-uitkering.


9

       

De CSA attendeert ouders op bovenbeschreven verantwoordelijkheden. De CSA draagt er zorg voor dat alle stappen in het proces worden gezet, o.a. het maken van afspraken voor de diverse overlegvormen. De CSA draagt zorg voor de administratieve verwerking, o.a. correspondentie, stageovereenkomst, stagemap, stage-evaluatie en trajectformulier. DE CSA maakt een stageoverzicht voor de leerkrachten. De CSA legt samen met de leerling en ouders een oriëntatiebezoek af aan een mogelijke stageplek. De CSA (en/of de mentor) gaat met de leerling naar de tussentijdse evaluatie en zorgt voor terugkoppeling aan de mentor (stage-evaluatieformulier). De CSA gaat samen met ouders en leerlingen naar de eindevaluatie van een stage. De CSA draagt zorg voor nazorg, nadat een leerling de school verlaten heeft

(Vak)leerkracht WEP  Werkt aan de hand van de taakkaarten aan de gestelde doelen (in de WEP-map)  Draagt zorg voor evaluatie van de doelen in de evaluatie IHP  Onderhoud contact met de mentor Stagebegeleider  Werkt aan de hand van de taakkaarten aan de gestelde doelen (in de stagemap)  Draagt zorg voor evaluatie van de doelen m.b.v. het evaluatie formulier  Onderhoud contact met de mentor en CSA

Heeft u vragen? Bel of mail ons gerust! Patitsa Nomikos [email protected] Ingrid Dispa [email protected] Sites van zorgaanbieders: www.amerpoort.nl www.sherpa.org www.reinaerde.nl www.abrona.nl www.philadelphia.nl www.onstweedethuis.nl www.ipsedebruggen.nl zorgboerderijen: www.landzijde.nl kleinschalige initiatieven: www.dimaractief.nl www.kleingroenendaal.nl www.frontaalkunst.nl www.gijsenbrechtje.nl overig: www.uwv.nl


10

Werkervaringsprojecten en Stage bij Mozarthof

Recommend Documents