ARBEIDSTOELEIDING EN STAGE
Wie zijn wij? VSO De Regenboog is een school voor Protestants-Christelijk onderwijs. De school is een ontmoetingsschool. Iedereen, die de identiteit van de school respecteert, is van harte welkom. De school geeft voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende jongeren van 12 tot 20 jaar.
streven naar een vloeiende overgang van school naar werk. Daarom werkt de Regenboog nauw samen met bedrijven en zorginstellingen in de regio. Er wordt tijdens de schoolloopbaan op verschillende manieren stage gelopen. De Regenboog maakt onderscheid in interne stages, groepsstages en externe stages.
Het motto van de school is: “Doen is leren”. Mensen, in het bijzonder jongeren met een verstandelijke beperking, leren vaardigheden het beste in praktische situaties. De school biedt daarom een leeromgeving, waar de leerlingen graag komen en waar zij zich veilig voelen. Op die manier wordt de leerlingen de kans geboden om hun talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen. Zo leren ze om zo zelfstandig mogelijk deel te gaan nemen aan de maatschappij.
Leerlingen worden opgeleid in vaardigheden die haalbaar en betekenisvol zijn. Vanzelfsprekend wordt dat voor elke leerling individueel bekeken. Als het mogelijk is, vindt ook branchegerichte certificering plaats voor de richting waarin de leerling uitstroomt. Op De Regenboog is het mogelijk certificaten te halen voor o.a. de schoonmaak. De zorg voor onze leerlingen stopt niet als zij van school af gaan. We zorgen na de schoolperiode voor nazorg.
‘Doen Is Leren’
Bij het zo zelfstandig mogelijk deelnemen aan de maatschappij gaat het om Wonen, Werken en Vrijetijd. Bij Werken staan arbeidstoeleiding en stage centraal. Op die manier word je goed voorbereid op een toekomstige werkplek.
Leerroutes
Op De Regenboog wordt voor elke leerling de best passende leerroute gezocht. De school maakt onderscheid in drie leerroutes:
Ontwikkelingsprofiel A
Arbeidstoeleiding
Ontwikkelingsprofiel B
Onder Arbeidstoeleiding verstaan we het begeleiden van leerlingen naar een passende arbeidsplaats. Die arbeidsplaats kan een werkplek zijn in een regulier bedrijf. Het kan ook een vorm van arbeidsmatige dagbesteding zijn bij een zorginstelling. We
Ontwikkelingsprofiel C
Leerroute A
Deze profielen weerspiegelen de uitstroomverwachting aan het eind van de schoolloopbaan. In schema:
Leerroute B
Leerroute C
Praktische leerroute, gericht op Praktische- cognitieve Cognitieve leerroute, gericht op een uitstroom naar belevingsleerroute, gericht op een een uitstroom naar gerichte of arbeidsmatige uitstroom naar arbeidsmatige arbeidsmatige dagbesteding of dagbesteding. dagbesteding. arbeid met ondersteuning. 2
Een aanbod op maat Op De Regenboog zijn de stage- activiteiten verdeeld in drie fases van elk twee jaar. In de eerste fase is het onderwijsaanbod breed en algemeen. In de tweede en de derde fase wordt het aanbod steeds specifieker afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden en de wensen van de leerling.
Bij de keuze van een werkgebied houdt De Regenboog de mogelijkheden van de leerling duidelijk voor ogen. Individuele factoren en de inschatting van nog te leren vaardigheden spelen een grote rol. Vanzelfsprekend wordt ook meegenomen wat de kans zal zijn op werk. De keuze voor een werkgebied vindt geleidelijk plaats.
De eerste fase: aanleren
In de tweede fase worden de doelen uit de eerste fase meer toegespitst op wat de leerling binnen zijn/haar leefwereld en werkterrein nodig zal hebben en zal kunnen toepassen. Daarnaast heeft de tweede fase ook doelen die op de praktijk van de werkgebieden gericht zijn: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?
In de eerste fase worden algemene vaardigheden aangeleerd. Het gaat daarbij om algemene vaardigheden op het gebied van de Nederlandse taal, rekenen, kennis van de wereld en sociale vaardigheden. In deze fase wordt ook een begin gemaakt met de elementaire praktische vaardigheden en met de werknemersvaardigheden. Het onderwijs vindt plaats in de eigen groep. In het tweede jaar van deze fase kan de leerling met interne stages al een eerste oriëntatie krijgen op een aantal werkgebieden. Doel van de eerste fase is het bepalen van de mogelijkheden en perspectieven die de leerlingen hebben. Op basis daarvan wordt in hoofdlijnen het leertraject voor de jaren daarna bepaald.
De tweede fase: toepassen De tweede fase is er op gericht om duidelijk te krijgen voor welk werkgebied de leerling belangstelling heeft. Bij De Regenboog richten we de aandacht op een zestal werkgebieden:
Comsumptieve techniek Techniek Huishouding Schoonmaken Administratie Groen
De derde fase: integreren Het belangrijkste doel van de derde fase is de leerlingen naar een werkplek te leiden. De aandacht voor de cognitieve vaardigheden wordt in deze fase volledig toegespitst op wat de leerling in zijn/haar leefwereld en werkterrein nodig zal hebben en zal kunnen toepassen. Gemeenschappelijke doelen in deze fase hebben betrekking op de algemene werknemersvaardighedenvaardigheden. Per leerling wordt bekeken welke praktische vaardigheden aan bod zullen komen. Waar mogelijk zal er sprake zijn van branchegerichte certificering, bijvoorbeeld certificering voor het werkgebied schoonmaak. In deze fase begeleidt de Regenboog de leerlingen naar een zo zelfstandig mogelijk functioneren in werk en in het eigen leven.
Stagetraject De stages spelen een grote rol op de Regenboog. Welke stages doorlopen worden hangt af van de gekozen leerroute. In het eerste fase worden alleen stages aangeboden voor leerroute B. In de tweede en de derde fase zijn er stage- activiteiten voor alle leerroutes.
Leerroute A e
1 fase 2e fase
3e fase
Leerroute B
Leerroute C
Werkzaamheden in de klas Werkzaamheden in de klas Werkzaamheden in de klas Interne Stages Interne Stages Interne Stages Brede vorming Brede vorming Brede vorming Interne Stages Interne Stages Interne Stages Groepsstage Groepsstage Groepsstage Interne Stages Interne Stages Interne Stages Groepsstage Groepsstage Groepsstage Arbeidsinteressetest Arbeidsinteressetest Arbeidsinteressetest Eindtrajectgesprek Eindtrajectgesprek Eindtrajectgesprek Externe Stages Externe Stages Externe Stages
Stagecoördinatoren De stagecoördinatoren van de Regenboog houden contact met alle stagegevers. Ze helpen de leerlingen met het zoeken of kiezen van een stageplaats. Zij gaan met de leerlingen mee op kennismakingsgesprek. Ook zijn zij aanwezig als de leerling de eerste keer naar zijn nieuwe stageplaats gaat. De stagecoördinatoren houden de administratie van de stage bij. Ze dragen zorg voor de stage-overeenkomst, het stagelogboek en de evaluaties met de verslagen ervan. Vorderingen worden besproken met de leerlingen en met hun ouders. Wanneer de leerlingen van school gaan, verzorgen zij ook de nazorg.
Fred Posthumus Stagecoördinator
Jeroen de Slegte Stagecoördinator 4
De stage Waarom stage?
Interne stages
De school richt zich erop, dat alle leerlingen aan het eind van hun schoolloopbaan een passende werkplek hebben gevonden. En een werkplek, waarin ze de geleerde vaardigheden kunnen toepassen. Daarom neemt ‘arbeidstoeleiding’ in ons onderwijs een belangrijke plaats in.
De Interne stages vinden in de bekende en veilige omgeving van de school plaats. De Regenboog biedt interne stages op de werkgebieden te zien in de tabel.
Doelen De belangrijkste doelen van het volgen van stages zijn het leren van vaardigheden op een specifiek werkgebied. Daarnaast richten we ons op de ontwikkeling van goede werknemersvaardig-heden. Daarbij gaat het om vaardigheden als: opdrachten accepteren, beleefd reageren, kunnen doorwerken, problemen oplossen, omgaan met collega’s enz.
Arbeidsoriëntatie Tijdens lessen in de klas krijgen de leerlingen informatie over de verschillende stages op verschillende werkgebieden. Zo kunnen zij zich een beeld vormen van wat voor werk zij zouden kunnen gaan doen en welke stage daarop voorbereidt (arbeidsoriëntatie). Ook wordt in lessen aandacht besteed aan de doelen op het gebied van de werknemersvaardigheden. Die worden in de interne stages in de praktijk geoefend. De leerlingen leren wat ze tijdens hun stage tegen kunnen komen. Tot slot wordt aandacht gegeven aan allerlei aspecten die met stage lopen te maken hebben. Dat zijn de stageovereenkomst, het stagelogboek, rechten en plichten als stagiaire en dergelijke. Dit wordt onder andere gedaan aan de hand van de stagegids voor de leerlingen. Deze stagegids dient als ondersteuning voor deze lessen.
Met de interne stages werkt de Regenboog aan de volgende doelen:
Het aanleren van praktische vaardigheden
De ontwikkeling van vaardigheden in de voorwaardelijke sfeer: werknemersvaardigheden en sociale competentie in eerste instantie binnen een overzichtelijke werkomgeving.
Oriëntatie op de arbeidsmarkt: bij wat voor werk liggen de interesses van de leerling?
Het accent bij deze stages ligt op leerlingen uit de middenbouw en sommige leerlingen uit de onder- en bovenbouw. Wanneer leerlingen aan een interne stage deelnemen doen ze dat in groepjes van 4 leerlingen onder begeleiding van een assistent of een (vak)leerkracht. Er wordt steeds samen met de leerlingen besproken welke werknemersvaardigheden zij gaan leren. Samen met de leerlingen wordt geëvalueerd of zij de voor hen gestelde doelen behaald hebben.
Werkgebied Stagemogelijkheden Consumptieve Techniek
Koken/Horeca
Techniek
Productielijn hout/algemene technieken
Huishouding
Huishoudkunde/lokaal huishoudelijke arbeid
Schoonmaken
Facilitaire dienst
Administratief
Magazijn
Groen
Groen, dierverzorging 5
Certificaten en de portfoliomap: Voor het aanleren van de verschillende vaardigheden in de interne stages (huishoudkunde, keuken, magazijn en facilitaire dienst) werken de leerlingen met werkkaarten. Aan de hand van de werkkaarten kunnen leerlingen na instructie zo zelfstandig mogelijk hun taak verrichten. Aan de werkkaarten zijn portfoliocertificaten gekoppeld. Samen met de leerling bepaalt de begeleider van een interne stage aan welke vaardigheid gedurende een periode gewerkt gaat worden. Aan het eind van de stageperiode toetst de begeleider of de leerling de vaardigheid in voldoende mate beheerst. Als dat zo is, krijgt de leerling een portfoliocertificaat voor in de portfoliomap. We willen, dat leerlingen ook de mogelijkheid gaan krijgen om portfoliocertificaten te halen buiten de stages om. Bijvoorbeeld voor in de klas geleerde vaardigheden zoals bij het koken.
Groepsstage De Regenboog biedt ook groepsstages aan. In een groepsstage werken leerlingen uit de midden- en bovenbouw op een werkplek buiten de school. Deze werkzaamheden worden door een assistent begeleid. Het gaat hier om werkzaamheden bij de Kinderboerderij, in een Verzorgingstehuis en om werk bij een supermarkt. Bij de Kinderboerderij geven de leerlingen dieren te eten, maken ze hokken schoon en doen ze opruimwerkzaamheden. In het Verzorgingstehuis maken de leerlingen de tafels en stoelen in het restaurant schoon, werken ze in het winkeltje en maken ze de materialen van de fysiotherapie schoon. In de supermarkt leren de leerlingen spiegelen, vakken vullen en schoonmaken. Tijdens de groepsstage komen de leerlingen dus onder begeleiding van een bekende van school al in aanraking met aspecten van het werken buiten de school. Het gaat hierbij om andere werkzaamheden, andere collega’ s, andere leidinggevenden. In de supermarkt
leren de leerlingen ook hoe ze om moeten gaan met klanten.
Externe stage Met de externe stages werkt de Regenboog aan de volgende doelen: de leerling loopt zelfstandig stage buiten de school de leerling leert te functioneren als werknemer de leerling leert werken in een arbeidsorganisatie de leerling leert vakspecifieke vaardigheden de leerling ontwikkelt een professionele beroepshouding
Stage in vorm van dagbesteding Deze stages worden over het algemeen gevolgd bij dagcentra of projecten van zorginstellingen zoals Pameijer, Middin, Ipse/De Bruggen, Orion en Helias. Deze stageplaatsen worden voornamelijk bezocht door leerlingen van de eindgroepen van de leerroute A en B. De Regenboog probeert de leerlingen via hun stage geleidelijk in te laten stromen in de vorm van dagbesteding, die het beste bij hen past. Vanwege nieuwe regelingen ten aanzien van de vervoerskosten is dit in de praktijk niet altijd mogelijk.
Stage in het bedrijfsleven Voor meerdere leerlingen van de eindgroepen van de leerroute C lukt het om stageplaatsen bij het bedrijfsleven te vinden. Dit kan gaan om stageplaatsen in bijvoorbeeld: supermarkten; bouwmarkten; horecagelegenheden; garages; zorginstellingen (keuken en/of het restaurant) Soms lukt het leerlingen om na de stage ook daadwerkelijk aan het werk te komen bij de stageplaats. Dit vindt al dan niet met ondersteuning van een jobcoach plaats, gebruik makend van regelingen binnen de gemeente.
6
Stageverslag Macy van Oostrom loopt stage in de keuken van verzorgingstehuis Borgsate van Laurens in Rotterdam. Zij vertelt het volgende over haar stage: “Ik sta om 6 uur op. Ik reis zelfstandig met openbaar vervoer. Neem ik om 7:49 de metro. Bij beurs pak de metro en stap bij Melanchtonweg uit. Om 8:22 de tram. Ben ik om 8:27 op stage. Ga ik mij omkleedden. Dan begin ik met de afwas. Erna doe ik de eieren uittellen. Dan de ketel schoonmaken. Dan tel ik de koeken uit. Plastic voor de soep klaar zetten + voor middags. Dan doe ik fruit bij leggen. Het fruit uit tellen voor de etage. Gelijk kijken of er een nieuwe papier pakken voor 12 uur & 15 uur. Rond kwart voor 11 of 11 uur even drinken. Doe ik kijken of al het eten compleet is of ik niemand mis. Dan zet ik de boxen om 11 uur klaar. Als het bijna kwart over is het toetje in de boxen doen. Dan breng ik hem naar de overkant brengen. Dan was de boxen af die van de dag daarvoor zijn en andere dingen. Doe ik de soep in schinken. Ga ik het eten tempraturen. Brengen ik om 12 uur het eten naar 7 brengen. Blijf ik bij de afwas tot we pauze hebben. Dan hebben we om kwart voor 1 of 1 uur pauze tot half 2. Dan ga ik alle afwas weg werken. Als alle afwas weg is dan ga ik schoonmaken. Als alles is gedaan zet ik alles weer terug op zijn plek. Dan doe ik de glazen en andere dingen afwassen. Gaan we even wat drinken met zen alle. Dan ga ik met Vera mij collega de soep doen om kwart voor 3 of 3 uur. Om kwart over 3 breng je het eten naar boven. Voor meidoorn & trefpunt om half 4 is het afgesloten. We hebben alleen op dinsdag en donderdag soep. Ik vind het super leuk op stage en ik word er blij van. Ik vind het werk ook leuk. Ik word ook blij als ik mij collega’s zie. Ze vragen altijd hoe het gaat dat vind ik leuk. Ik word wat vrolijker als ze met mij praten waar mee ik zit. Ze hebben ook heel veel geduld dat vind ik prettig. Als ik iets niet goed doe dat ze dat gelijk zeggen. Ik voel mij veilig bij stage dat geef mij een goed gevoel.” 7
Samenwerking met instanties Het UWV Vanuit het UWV is aan de school een contactpersoon verbonden. Met hem hebben we contact over de Wajong-trajecten van de leerlingen en over de toekenning van re-integratietrajecten met daaraan gekoppeld een jobcoach. Met verschillende re-integratiebureau’s en de daaraan verbonden jobcoaches hebben we contact over de specifieke behoeften van leerlingen die het reguliere traject in gaan.
Stichting MEE In samenwerking met de schoolmaatschappelijk werkster van Stichting MEE is ondersteuning mogelijk bij het aanvragen van een CIZ-indicatie voor een plaats bij een zorgaanbieder.
Andere zorgaanbieders Zorgaanbieders zoals stichting Pameijer, Middin, Ipse/De Bruggen bieden een stageplaats en een uiteindelijke werkplek in een vorm van Dagbesteding voor een deel van onze leerlingen.
Nazorg Als de leerling van school gaat houdt de zorg van de school voor de leerling niet direct op. De school biedt twee jaar, nadat de leerling van school is gegaan, nazorg. Dat gebeurt actief, waarbij vanuit school contact wordt gezocht met de leerling en/of zijn ouders. Gevraagd wordt of de leerling nog steeds op de plek werkt waarnaar hij is uitgestroomd. Ook wordt gekeken of alles nog naar wens verloopt. Nazorg gebeurt ook passief, waarbij de leerling, de ouders, de werkgever of instanties (het UWV, Stichting MEE, Reïntegratiebureau) de school kunnen benaderen met vragen. Zij kunnen ook ondersteuning vragen als er problemen rijzen bv. met betrekking tot het werk, de uitkering en dergelijke.
8