Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie Verzekeringsartsen KU Leuven, 10 Oktober 2012
0. Inhoud Waarom deze studie? Globale plaatje is goed… 3. … doch niet voor iedereen 4. Op zoek naar „arbeidsvitamines‟ 5. Een nieuwe maat voor de Kwaliteit van de Arbeid in Vlaanderen 1. 2.
1. Waarom nog een studie? Drie
pluspunten:
1. Omvangrijk en heterogeen staal werkenden in Vlaanderen (N = 35.000) – DIOVA-databank 2. Grondig onderbouwde vragenlijst: inhoudelijk rijk, theoretisch goed onderbouwd, grondig gevalideerd: de Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA) 3. Bredere kijk dan gemiddeld: breed en genuanceerd conceptueel (theoretisch) kader
1
Enkele vragen vooraf… Werkkenmerken
Werkbeleving
= beschrijving van werk ‘Hoe is het werk?’ ‘Objectief’ Oorzaken (van beleving)
= beleving door de werknemer ‘Hoe voelt het aan?’ ‘Subjectief’ Gevolgen (van werk)
Componenten van arbeid: 4 A’s
Componenten van de beleving:
1.
2. Positief: hulpbronnen op het werk Negatief: werkeisen (stressoren)
Positief: welzijn, tevredenheid en groei Negatief: spanning, stress en burnout
3. 4.
Voor welke stressor scoren werknemers in Vlaanderen hoger: werkdruk of geestelijke belasting? Voor welke hulpbron scoren werknemers in Vlaanderen hoger: steun door de leidinggevende of vaardigheidsbenutting? Wat overweegt? Bevat het werk in Vlaanderen vooral stressoren of vooral hulpbronnen? Wat overweegt? Plezier in het werk of vermoeidheid door het werk?
2. Nieuws van het werkende front
Figuur 3.1 Beoordeling van de arbeidsinhoud altijd
Werkkenmerken:
Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
dikwijls
Gemiddelde
soms
Werkbeleving: rin ge n
k
de
ed ba c
et ve ra n
Fe G
ee
n
pr ob le
Af w ez
m
ig
en
m
he id
R
va n
ro
old uid
eli jk
lc on fli c
te n
he id
k pr aa In s
dig lfs ta n Ze
dig he id sb e
nu
he id
ttin g
nooit
Va ar
Plezier – betrokkenheid – verloop Herstelbehoefte - spanningen
Af w is se lin g
2
Figuur 3.2 Beoordeling van de arbeidsomstandigheden
Figuur 3.3 Beoordeling van de arbeidsvoorwaarden
altijd
altijd
dikwijls
Gemiddelde
Gemiddelde
dikwijls
soms
soms
nooit
nooit
Werkdruk
Lichamelijke inspanning
Geestelijke belasting
Emotionele belasting
Beloning
Toekomstzekerheid
Loopbaanmogelijkheden
Dus: Goed nieuws van het werkende front…
Figuur 3.4 Beoordeling van de arbeidsverhoudingen altijd
Werkkenmerken: werk is ‘gemiddeld genomen’ van goede kwaliteit: „-‟ Weinig stressoren (werkeisen): duidelijk omschreven, „gemiddelde‟ werkdruk, geen hoge lichamelijke of emotionele belasting -> Wel hoge geestelijke belasting „+‟ Hulpbronnen aanwezig: afwisseling, goede relaties met collega‟s en leidinggevenden -> Wel beperkte loopbaanmogelijkheden en beperkte inspraak
Gemiddelde
dikwijls
som s
nooit
Contactmogelijkheden
Communicatie
Relaties met collega‟s
Relaties met directe leiding
3
Ook positieve beleving van het werk
Conclusie
Figuur 3.5 Beoordeling van welbevinden en spanning op het werk
Werkkenmerken:
Gemiddelde
ja
neen
Plezier in het werk
Betrokkenheid bij de organisatie
Geen verloopintentie
Herstelbehoefte
Piekeren
Slaapkwaliteit
balans helt duidelijk over naar positieve zijde: „goede kwaliteit‟ Geldt ook voor de beleving: werk is eerder plezierig dan vermoeiend Nuancering eenzijdige, negatieve berichtgeving over arbeid („vervreemdend‟) Doch hoe „goed‟ is „soms‟? -> nood aan grenswaarden: vanaf welke waarde „wordt men ziek‟?
2. Maar niet voor iedereen…
Beroepspositie en functie écht onderscheidend
Matige samenhangen met leeftijd, ploegen, geslacht en sector Beperkte samenhangen met contracttype, overheid-privé en arbeidstijden … en ook weinig opvallende verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië…
7
6
Gemiddelde
8
afwisseling vaardigheidsbenutting zelfstandigheid inspraak
5
4
3 arbeider
bediende
zorg of onderwijs
lager kader
hoger kader
4
9
10
8
9
7 8
6
werkdruk lichamelijke inspanning geestelijke belasting emotionele belasting
4
Gemiddelde
Gemiddelde
7 5
plezier in het werk
6
herstelbehoefte
5 3
4 2
3
1
0
2 arbeider
bediende
zorg of onderwijs
lager kader
hoger kader
Grote verschillen naar beroepspositie en functie Beroepspositie: paradox Arbeiders minder gunstige werkkenmerken: beperkte arbeidsinhoud, -voorwaarden, grotere lichamelijke belasting -> minder plezier, maar ook minder vermoeidheid Bedienden en (vooral) kaderleden: meer geestelijke (en emotionele) belasting, (iets) hogere werkdruk -> meer spanning/vermoeidheid maar ook méér plezier Conclusie: Duidelijke verschillen tussen arbeiders en bedienden Heroriëntering aandacht beleid en media (leeftijd, geslacht)
arbeider
bediende
zorg of onderwijs
lager kader
hoger kader
Matige samenhangen met leeftijd, ploegen, geslacht en sector Leeftijd:
intrede en uitstroomproblemen - Jongeren: slechtere arbeidsinhoud & slechter toekomstperspectief -> verloop hoger en binding lager - Ouderen: meer emotionele en geestelijke belasting, verandering taken, minder loopbaanmogelijkheden -> meer spanning - Oudsten: trendbreuk (selectie, „healthy workers effect‟?)
5
Beperkte samenhangen met:
Arbeidstijden:
Dagdienst gunstiger dan ploegen, nachtdienst of onregelmatige uren Geslacht
differentieert weinig Werken in de quartaire sector is leuker:
Betere arbeidsinhoud, toekomstzekerheid, relaties met collega‟s -> meer plezier, betrokkenheid, lager verloop Méér emotionele belasting -> meer spanning
3. Op zoek naar arbeidsvitamines Hoe hangen werkkenmerken samen met de werkbeleving? a. Wat maakt werk plezierig?
Contracten:
vast versus tijdelijk
Tijdelijk iets beter! Inhoud, appreciatie beloning, relaties -> meer plezier (? PC?)
Overheid
versus privé Voltijds versus deeltijds Vlamingen versus Franstaligen: iets minder gunstig voor Franstaligen (bv. meer emotionele belasting doch betere relaties)
Werkkenmerken die er écht toe doen Plezier in het werk
Herstelbehoefte
Arbeidsinhoud Afwisseling
.19
Vaardigheidsbenutting
.24
-.06
Inspraak
.08
-.07
Afwezigheid van rolconflicten
.19
Geen problemen met veranderingen in taken
-.09
Arbeidsomstandigheden
b. Wat maakt werk vermoeiend („stresserend‟)?
Werkdruk
-.07
Emotionele belasting
.32 .12
Arbeidsverhoudingen Sociale steun collega’s Sociale steun supervisor
-.07 .08
6
Samenvatting arbeidsvitamines Wat maakt werk plezierig?
a.
-> arbeidsinhoud: vaardigheidsbenutting, variatie, géén rolconflicten (“tegenstrijdige eisen of verwachtingen”)
b. Wat maakt werk vermoeiend („stresserend‟)?
Werkkenmerken
Werkbeleving
= beschrijving van werk ‘Hoe is het werk?’ ‘Objectief’ Oorzaken (van beleving)
= beleving door de werknemer ‘Hoe voelt het aan?’ ‘Subjectief’ Gevolgen (van werk)
Componenten van arbeid: 4 A’s
Componenten van de beleving:
Positief: hulpbronnen op het werk Negatief: werkeisen (stressoren)
Positief: welzijn, tevredenheid en groei Negatief: spanning, stress en burnout
-> arbeidsomstandigheden: werkdruk en emotionele belasting
Uitvoeren van risico-analyse: gebalanceerde lijst werkkenmerken bevragen 9 essentiële arbeidsvitamines:
Afwisseling Vaardigheidsbenutting Inspraak (afwezigheid) rolconflicten (geen) veranderingen in taken (lage) werkdruk (lage) emotionele belasting (goede) relaties met collega‟s en met leidinggevende
Verrassing: -
arbeidsvoorwaarden niet essentieel (loon, loopbaan) voor welzijn Geestelijke belasting & loopbaanmogelijkheden niet in lijst!
4. Nieuwe maat voor de Kwaliteit van de Arbeid in Vlaanderen Alternatief
voor de „Werkbaarheidsmonitor‟ STV-Innovatie en Arbeid (SERV)
Omvangrijk
survey in 2004 – 2007 – 2010
Inhoud:
Herstelbehoefte (vermoeidheid) Plezier in het werk (motivatie) Vaardigheidsbenutting (leermogelijkheden) Thuis - Werk Interferentie (negatief werk->thuis)
7
Analyse
Knipperlichtmodel
Kritiekpunten:
• 1. OK • 2. Problematisch • 3. Extreem problematisch
Som
scores „2‟ & „3‟ voor elke variabele Hoeveel % scoort „0‟ voor deze som?
Kritieken op WBM
problematische score (ROC):
52.3% geen problemen op het werk 47.7% „werkbaarheidsprobleem‟
• Enkel werkkenmerken bevragen (-> preventief)
Beleidsmatige keuze variabelen
Eenzijdige focus op negatieve
• Selectie op basis van empirisch onderzoek • Rekening houden met zowel positieve als negatieve werkkenmerken, en hun verhouding
Werkkenmerken
Positief
‘Tussenin’
Afwisseling
62,5%
31,0%
6,5%
Vaardigheidsbenutting
45,3%
42,6%
12,1%
Inspraak
43,8%
43,9%
12,2%
Afwezigheid van rolconflicten
61,3%
33,4%
5,3%
En combineren maar…
Negatief
Enkel
rood is echt problematisch => som van rode scores: tussen 0 en 9
Geen problemen veranderingen in taken
Vermenging oorzaken en gevolgen + extra factor
met 94,8%
4,5%
0,6%
Werkdruk
57,9%
33,0%
9,1%
Emotionele belasting
88,2%
9,6%
2,1%
Relaties met collega’s
59,3%
33,2%
7,5%
Relaties met directe leiding
55,9%
33,6%
10,5%
69% scoort „0‟: geen rode scores! Gemiddelde: 0,55 op 9
Ook
kijken naar de positieve zijde: som van groene scores (oranje „buiten beschouwing‟): 0->9
80% minstens één positieve score Gemiddelde: 2,1 on 9
8
Combinatie van positieve en negatieve werkkenmerken in een nieuwe meting van de kwaliteit van de arbeid (in %)
Negatieve werkkenmerken
Waar
is het „cut off point‟ (grenswaarde)?
Na uitvoerige analyse vonden we:
… het „magische cijfer 2‟
Negatieve zijde: laag = 0 & 1; laag = 2 & +
Positieve zijde: laag = 0 & 1; laag = 2 & +
Positieve werkkenmerken
Weinig
Veel
Veel
50,6% (‘gunstig’)
5,5% (‘ambivalent’)
Weinig
36,0% (‘neutraal’)
7,9% (‘problematisch’)
Conclusie De kwaliteit van de Arbeid van Vlaamse werknemers helt over naar de goede zijde:
51% goede kwaliteit 36% „neutraal‟ 14% slecht, waarvan „slechts‟ 8% écht slecht
Nuancering Werkbaarheidsmonitor
9