HANDBOEK
Versie 1.1
Het Stimuleringsfonds Leren/Werken is een initiatief van de bouwbedrijven, het opleidingsbedrijf en maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers in de regio Nijmegen. Het Stimuleringsfonds beoogt het creëren van leer-/werkplekken in de bouwsector. Dit handboek heeft tot doel de werkwijze van het fonds zo eenvoudig mogelijk weer te geven. Het handboek is permanent in ontwikkeling en zal steeds worden geactualiseerd en beschikbaar worden gesteld via de website van het Stimuleringsfonds: www.stifo-lerenwerken.nl Inhoud 1. Probleemschets 2. Doelstelling Stimuleringsfonds Leren/Werken 3. Doelgroepen en ambitie voor de regio Nijmegen 4. Het Stimuleringsfonds 4.1 Bestuur 4.2 Werkapparaat 4.3 Financiën 5. Aanpak 6. Bonus/Malus 7. Verantwoording 8. Projecten 9. Communicatie 10. Veel gestelde vragen 11. Bijlagen 1. Probleemschets De komende jaren ontstaat een groot tekort aan technisch geschoolde vaklieden. De instroom op het vmbo en mbo van leerlingen techniek is de laatste 5 jaren met ca. 50% gedaald en de technische vakken hebben een negatief imago. Volgens cijfers van TechniekTalent.nu zal er in 2014 een tekort zijn van 38.000 vmbo’ers en van 23.000 technische mbo’ers. Daarnaast zijn de huidige opleidingen vooral gericht op de ontwikkeling van de algemene kennis van de leerling en minder op de ontwikkeling van de technische vaardigheid. Dit laatste dient met name op de werkplek ontwikkeld te worden. Het creëren van leer-/werkplekken is dan ook van het grootste belang voor het op peil houden van de technische vaardigheid van de toekomstige vaklieden. Het verkrijgen van leerwerkplekken gaat in deze tijd zeer moeizaam: aannemers zijn bezig met een overlevingsstrijd en hebben nu weinig oog voor leerlingen. Daarnaast proberen ze zo goedkoop mogelijk te produceren en het werken met leerlingen heeft de naam duurder, of in elk geval bewerkelijker te zijn. Binnen afzienbare tijd echter hebben we een schreeuwend tekort aan technisch geschoolde vaklieden. De komende jaren krijgen we te maken met een onevenredig hoge uitstroom van vaklieden door pensionering, terwijl de bouw weer aantrekt. De verkenningen van het EIB laten zien dat de nieuwbouw van woningen zich zal herstellen. Dit gebeurd op een wat lager niveau dan de afgelopen jaren, maar vooral de renovatie en het onderhoud van vastgoed in Nederland zal binnen twee tot drie jaar fors aantrekken. Die tijd hebben we nodig om weer voldoende instroom op te bouwen. Hiervoor moet het imago van de sector worden opgekrikt, moeten de opleidingen beter aansluiten op de beroepspraktijk, moeten de leerlingen een leerwerkplek krijgen en de leermeesters hun laatste jaren voor hun pensioen hun kennis en ervaring overdragen aan een jonge generatie.
Inmiddels stromen de kaartenbakken van de Sociale Diensten en het UWV vol met werkzoekenden en bijstandsgerechtigden. Voor deze groep wordt gezocht naar een nieuw perspectief via Social Return. Een deel van deze doelgroep is wellicht te interesseren voor de bouw en kan via een gerichte omscholing een mooi vak leren. 2. Doelstelling Stimuleringsfonds Leren/Werken Het creëren van leerwerkplekken voor jonge vaklieden en WWB’ers in de sectoren Bouw, Installatietechniek en Schilderen en daarmee: Jongeren die voor het vakgebied hebben gekozen een passende leerwerkplek bieden met perspectief op een vaste baan Jongeren die in een bijstandssituatie geraakt zijn kennis laten maken met de bouwsector en hen perspectief bieden op een betaalde baan De instroom van jonge vaklieden in de bouwsector bevorderen en daardoor het aankomende tekort van vakbekwame technici beperken 3. Doelgroepen en ambitie voor de regio Nijmegen Leerlingwerknemers (BGL/BBL’ers) in de richting timmer,- metsel-, en schilderwerk en installatietechniek. Jongeren in de Wet Werk en Bijstand (WWB) De ambitie voor de regio Nijmegen is als volgt geformuleerd: Na een opstartjaar (2013) willen we jaarlijks 40 leerwerkplekken bouw, 20 leerwerkplekken schilderen, 30 leerwerkplekken installatie/elektro en 30 leerwerkplekken voor mensen in de bijstand uit Nijmegen en de regiogemeenten realiseren. Deze ambitie kan alleen waargemaakt worden met steun van de opleidingsbedrijven in de regio, met de steun van maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers en met steun van maatschappelijk verantwoorde opdrachtnemers. Deze drie partijen hebben het Stimuleringsfonds opgericht. Het Stimuleringsfonds gaat in eerste instantie in de regio Nijmegen aan de slag, maar zal op termijn op 20 plaatsen in Nederland opereren. 4. Het Stimuleringsfonds In januari 2013 is de Stichting Stimuleringsfonds Leren/Werken Gebouwde Omgeving Regio Nijmegen opgericht. De stichting heeft ten doel: het duurzaam realiseren van voldoende leerwerkplekken in de regio Nijmegen en het stimuleren van bedrijven in de technieksector om leerwerkplekken te organiseren, zodat zij in de eigen personeelsbehoefte kan voorzien. Daarnaast heeft de Stichting tot doel het verbinden van maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers en opdrachtnemers, opleidingsbedrijven en overheidsinstanties alsmede het bewaken en stimuleren van kwaliteit in de technieksector in de regio. De samenwerking van de maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers met het fonds wordt vastgelegd in een samenwerkingscontract. Een model van een dergelijk samenwerkingscontract is als bijlage bij dit handboek gevoegd. De basisgedachte van het fonds is dat Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers hun opdrachten laten uitvoeren met een in het bestek voorgeschreven aantal uren leren/werken. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemers verplichten zich tijdens de uitvoering van hun opdracht het voorgeschreven aantal uren leren/werken in te vullen. Voldoen zij hieraan, dan ontvangen zij een bonus uit het fonds. Voldoen zij hier niet aan, dan betalen zij een malus aan het fonds. 4.1
Het bestuur Het bestuur wordt gevormd door ten minste 3 tot maximaal 5 personen. Zij vertegenwoordigen: de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemers de Opleidingsbedrijven
Iedere groep contribuanten kan minimaal 1 en maximaal 2 personen leveren om zitting te nemen in het bestuur. Bij start benoemd het bestuur de volgende twee werkgroepen: 1. de Organisatiecommissie 2. de Calculatiecommissie Organisatiecommissie De Organisatiecommissie wordt gevormd door 3-5 personen en is verantwoordelijk voor de werkwijze van het fonds zelf. De Organisatiecommissie wordt gevormd door vertegenwoordigers van: de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemers de Opleidingsbedrijven Calculatiecommissie De Calculatiecommissie wordt gevormd door 3-5 personen en is verantwoordelijk voor het aantal uren leren/werken dat in het bestek wordt voorgeschreven. Om ongeoorloofde voorkennis van ramingen van projecten te voorkomen, bestaat de Calculatiecommissie uitsluitend uit vertegenwoordigers van: de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers, eventueel aangevuld met een deskundige op calculatiegebied. 4.2 Het werkapparaat Het werkapparaat is klein. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande werkwijzen van de opleidingsbedrijven, bij de werkwijze in de bouw (opdrachtgever-opdrachtnemer relatie vastgelegd in contracten en bestekken) en bij bestaande samenwerkingsverbanden. Het werkapparaat werkt in deeltijd en op contractbasis. Directeur Bij start benoemd het bestuur een directeur die zorg draagt voor de voorbereiding en uitvoering van door het bestuur te nemen besluiten. De directeur heeft daarbij een aantal concrete taken en verantwoordelijkheden: het onderhouden van de relatie met het bestuur de contractering van Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers bij het fonds zich inzetten voor de landelijke ontwikkeling verantwoordelijk voor de financiële exploitatie en commerciële activiteiten vertegenwoordiging fonds in externe contacten Het profiel van de directeur is bij voorkeur iemand met een achtergrond als leidinggevende of bestuurder. De directeur kan zijn/haar netwerk aanspreken om Maatschappelijk Verantwoordelijke Opdrachtgevers te benaderen. Projectleider De directeur kan zich bij het uitoefenen van de aan hem toebedeelde taken en bevoegdheden laten ondersteunen door een projectleider. De projectleider ondersteunt tevens de beide commissies. Naast ondersteuning kan het takenpakket van de projectleider worden aangevuld met: het schrijven van een communicatieplan het organiseren en coördineren van de projecten het onderhouden van de website PR en marketing activiteiten vertalen van de doelstelling naar concrete resultaten Boekhouding en administratie Deze taken kunnen door eigen personeel worden uitgevoerd, of worden uitbesteed. Tijdsbestek
Het tijdsbestek voor de afzonderlijke taken is als volgt (referentie regio Nijmegen): Bestuur: 1 uur per week Calculatiecommissie: 1 uur per week Organisatiecommissie: 1 uur per week Directeur: 8 uur per week Projectleider: 8 uur per week Boekhouding: 2 uur per week Administratie: 6 uur per week Organisatieschema Bestuur
Organisatiecommissie
Calculatiecommissie
Directeur
Projectleider
Administratie
4.3 Financiering en exploitatie van het fonds Het fonds werkt met een startkapitaal en met een bonus/malusregeling. Het startkapitaal wordt bijeengebracht door de branche, het opleidingsbedrijf en de maatschappelijk verantwoorde opdrachtgevers. Iedere opdrachtgever die structureel projecten aandraagt, betaalt entreegeld. Elk opleidingsbedrijf betaalt contributie om lid te worden van het fonds. De gemeenten in de regio dragen ook bij in het startkapitaal door per bijstandsgerechtigde een basisbedrag in het fonds te storten. Voor het fonds zijn een aantal exploitatiescenario’s doorgerekend. Het Stimuleringsfonds regio Nijmegen werkt met een liquiditeitsmodel dat met het huidige startkapitaal een exploitatie van 5 tot 10 jaar mogelijk maakt. Ter illustratie is het liquiditeitsmodel van het middenscenario als bijlage bijgevoegd. 5. Aanpak De aanpak van het Fonds is als volgt: Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers, zoals onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, gemeenten en woningcorporaties, brengen opdrachten in bij het fonds. Voor de omvang van het project geldt een ondergrens van € 500.000 voor de bouwbranche en € 100,000 voor de schilderbranche. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgevers hebben een ‘breng plicht’ voor projecten die aan dit criterium voldoen. De Calculatiecommissie beoordeelt of de werkzaamheden binnen de ingebrachte projecten geschikt zijn voor uitvoering door leerlingwerknemers en WWB’ers en stelt het aantal uren leren/werken vast. Als norm wordt 10% van het totaal aantal verwachte uren gehanteerd. Bij geschiktheid neemt de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever de uren leren/werken op in het bestek. Ter illustratie is een modeltekst voor opname in een bestek bijgevoegd. De opdrachtnemer verbindt zich door het aannemen van de opdracht aan de uitvoering van het aantal uren leren/werken. De opdrachtnemer krijgt voor de ingevulde uren een bonus uit het fonds van € 2,- per uur. Voor de niet ingevulde uren betaalt de opdrachtnemer een malus aan het fonds van € 25,per uur.
De inkomsten uit de malus worden besteed aan: o de uit te keren bonussen o alsnog verzorgen van een praktijkgerichte opleiding voor de leerling, bijvoorbeeld in maatschappelijke projecten die door de deelnemers in het fonds worden aangedragen o uren sociaal maatschappelijke werk Alle informatie met betrekking tot de inzet van leerlingen en WWB’ers op de bouwplaats wordt openbaar gemaakt via de website van het fonds.
6. Bonus/Malus Indien de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer het aantal voorgeschreven uren bereikt, dan ontvangt hij een bonus van € 2,- per uur. Daarbovenop ontvangt de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer een bonus voor het aantal uren leren/werken boven het voorgeschreven aantal uren leren/werken. Ook deze bonus bedraagt € 2,- per uur. Indien de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer geen of te weinig uren leren/werken inzet, dan betaalt hij een malus aan de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever. Deze malus bedraagt het aantal uren van de onderschrijding, vermenigvuldigt met het malustarief van € 25,- per uur. De definitieve verrekening van de bonus/malus regeling geschiedt achteraf bij de verrekening van de laatste termijn. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever verrekent de eventuele malus binnen 2 weken na vaststelling van de laatste termijn met het fonds. Binnen één maand na de laatste termijn volgt de betaling van de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever aan het fonds. 7. Verantwoording De opdrachtnemer dient, met overlegging van de afgetekende urenbriefjes van de leerling, het werkelijk aantal ingezette uren Leren/Werken in bij de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever en bij het fonds. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer heeft dus een informatieplicht aan het fonds betreffende de daadwerkelijk gewerkte uren Leren/Werken. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever heeft een directe relatie met de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer voor de verrekening van bonus en malus. Het bestek is hierbij leidend. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtgever heeft daarnaast een directe relatie met het fonds voor de verrekeningen van bonus en malus. Zij verbinden zich blijvend middels een contract. Het fonds heeft een directe relatie met het desbetreffende Opleidingsbedrijf voor een vervangende praktische opleiding wanneer er te weinig uren leren/werken door de Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer worden geleverd. Hiervoor verleent het fonds opdracht aan het desbetreffende Opleidingsbedrijf en dit Opleidingsbedrijf accepteert deze opdracht.
Relatieschema Stimuleringsfonds
MVOpdrachtgever
Informatieplicht uren leren/werken
Opleidingsbedrijf
MVOpdrachtnemer
8. Projecten De projecten worden door de maatschappelijk verantwoorde opdrachtgever bij het fonds aangemeld. De opdrachtgever neemt hiervoor contact op met de projectleider van het fonds. De opdrachtgever vult de projectgegevens in op het aanmeldformulier, dit is te vinden als bijlage. Om tot het gewenste resultaat te komen stellen wij het volgende voor: De opdrachtgever maakt voor de interne procedure een draaiboek De opdrachtgever benoemt een van zijn medewerkers als interne coördinator De projectleider legt het project voor aan de calculatiecommissie en neemt het berekende aantal uren leren/werken op in het bestek. Dit wordt overgenomen door de opdrachtgever en bij gunning van het project meldt de opdrachtgever dit aan het fonds. De opdrachtnemer benoemt een contactpersoon en neemt contact op met het opleidingsbedrijf en het Projectbureau Social Return. Zij selecteren de kandidaten voor de opdrachtnemer en overleggen over de invulling van de opdracht. Bij oplevering informeert de opdrachtgever het fonds. De opdrachtnemer levert de afgetekende urenbriefjes in bij de opdrachtgever en het opleidingsbedrijf. De opdrachtgever en het opleidingsbedrijf controleren of het afgesproken aantal uren leren/werken is ingevuld. Het fonds controleert of ook de uren voor de SROI-kandidaten zijn uitgevoerd en evalueert het project en de kandidaten met de coördinator van het Projectbureau Social Return. Bij eventuele geschillen bemiddelt de calculatiecommissie tussen de betrokken partijen. De verrekening van de bonus en malus gebeurt achteraf tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer. Er bestaat dus geen directe relatie tussen de opdrachtnemer en het fonds. Het fonds verrekent de bonus/malus ten slotte met de opdrachtgever. 9. Communicatie Het fonds houdt een administratie bij van projecten waarop de voorgeschreven uren leren/werken van toepassing zijn en hoe de inzet van leerlingen op deze projecten verloopt. Deze gegevens zullen openlijk gecommuniceerd worden via de website. De Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer gaat ermee akkoord dat de gegevens over het wel dan niet inzetten van leerlingen op zijn project en de daarmee corresponderende hoeveelheid uren, openbaar worden gemaakt. Men kan dus achteraf zien of een Maatschappelijk Verantwoorde Opdrachtnemer de bonus heeft gehaald dan wel de malus heeft betaald. 10. Veel gestelde vragen Wie is verantwoordelijk voor het aantrekken van leerlingen en bijstandsgerechtigden? De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het aantrekken van leerlingen en bijstandsgerechtigden. De opleidingscoördinator en projectcoördinator Social Return zullen zich inspannen het aanleveren van kandidaten te bevorderen. Hoe worden de leerlingen geworven? Leerlingen zijn in dienst van het opleidingsbedrijf. Zij worden door de maatschappelijk verantwoorde opdrachtnemer ingeleend. De contactpersonen van de betreffende opleidingsbedrijven zijn te vinden in de bijlage van het bestek. Hoe worden de bijstandsgerechtigden geworven? De bijstandsgerechtigden worden geselecteerd door het Projectbureau Social Return van de gemeente Nijmegen. De contactpersonen van het Projectbureau zijn te vinden in de bijlage van het bestek. Wanneer worden de leerlingen en bijstandsgerechtigden geworven? Uiterlijk 7 dagen na de dag waarop de opdracht gegund is, treedt de Opdrachtnemer in overleg met de opleidingscoördinator en projectcoördinator Social Return. In dit overleg worden afspraken gemaakt over hoe de Opdrachtnemer invulling gaat geven aan de uren leren/werken.
Hoe worden de leerlingen betaald? De leerlingen worden betaald door het opleidingsbedrijf. Welk contract krijgen de leerlingen? De leerlingen staan onder contract van het opleidingsbedrijf. Wie levert en betaalt de leermeesters? De leermeesters op de bouwplaats zijn in dienst van de aannemer. De leermeesters in de werkplaats zijn in dienst van het opleidingsbedrijf. Wie levert en wie controleert de urenstaten? De urenstaten worden geleverd door het opleidingsbedrijf en ingevuld door de opdrachtnemer. De urenbriefjes worden gecontroleerd door het opleidingsbedrijf en de opdrachtgever. Hoe worden bijstandsgerechtigden begeleid? De bijstandsgerechtigden worden vakinhoudelijk begeleid door de opdrachtnemer. Hoe worden de bijstandsgerechtigden betaald? De bijstandsgerechtigden werken met behoud van uitkering. Wie is verantwoordelijk voor de bijstandsgerechtigden? Het Projectbureau Social Return is verantwoordelijk voor de bijstandsgerechtigden. Hoe werkt het als een leerling niet komt opdagen? Als een leerling niet komt opdagen, meld de opdrachtnemer dit bij het opleidingsbedrijf. Het opleidingsbedrijf zorgt voor vervanging. In het geval er geen kandidaat geleverd kan worden, vervalt de regeling bonus/malus. Hoe werkt het als een leerling ziek is? Als een leerling ziek is, meldt de opdrachtnemer dit bij het opleidingsbedrijf. Het opleidingsbedrijf zorgt voor vervanging. Bij ziekteverzuim loopt de regeling bonus/malus door. Hoe werkt het als een bijstandsgerechtigde niet komt opdagen? Als een bijstandsgerechtigde niet komt opdagen, meldt de opdrachtnemer dit bij het Projectbureau Social Return. Het Projectbureau zorgt voor vervanging. In het geval er geen kandidaat geleverd kan worden, vervalt de regeling bonus/malus. Hoe werkt het als een bijstandsgerechtigde ziek is? Als een bijstandsgerechtigde ziek is, meldt de opdrachtnemer dit bij het Projectbureau Social Return. Het Projectbureau zorgt voor vervanging. Bij ziekteverzuim loopt de regeling bonus/malus door. Wie is aanspreekbaar voor de kwaliteit van de leerling? Het opleidingsbedrijf is aanspreekbaar voor de kwaliteit van de leerling. Wie is aanspreekbaar voor de kwaliteit van de bijstandsgerechtigde? Het Projectbureau Social Return is aanspreekbaar voor de kwaliteit van de bijstandsgerechtigde. Bijstandsgerechtigden die op het moment van inzet in het arbeidsproces in onvoldoende mate over vakbekwaamheid beschikken, worden zo nodig geschoold. De kosten voor de opleiding komen, in overleg, voor rekening van de gemeente Nijmegen. (Kosten gebaseerd op een VCA-basis certificaat bij bewezen meerwaarde voor de kandidaat). Wie verzorgt de sociale begeleiding van de WWB kandidaten? In principe zijn de geselecteerde kandidaten in staat om goed mee te werken. Is dit niet het geval, dan wordt de niet vaktechnische begeleiding van de WWB kandidaten door de gemeente Nijmegen verzorgd.
Kunnen leerlingen en bijstandsgerechtigden ook op een ander project worden opgevoerd? Nee. Leerlingen en bijstandsgerechtigden worden uniek voor dit contract opgevoerd. Het gaat dus altijd om extra plekken die vacant komen door het toepassen van leer/werkplekken en Social Return. Hoe zit het met de bestaande convenanten met opleidingsbedrijven? De convenanten blijven geldig tijdens de overgangsfase. De opleidingsbedrijven en opdrachtgevers zijn hiervoor verantwoordelijk. Bij projecten die via het stimuleringsfonds worden uitgevoerd, vervalt dat deel van de verplichting uit het convenant, totdat alle projecten onder het fonds vallen. Waarop wordt het aantal uren leren/werken gebaseerd? Het aantal uren wordt gebaseerd op het loonkostenbestanddeel van de totale bouwkosten. Er wordt hierbij rekening gehouden met het soort werkzaamheden. Er is een verschil in de verhouding van kosten voor uren en materiaal bij nieuwbouw en renovatie. Hoe wordt dit beoordeeld? De normering van de calculatiecommissie voor de berekening van het aantal uren leren/werken houdt hier rekening mee. Kunnen projecten ook worden aanbesteed bij opdrachtnemers buiten de regio? Ja, mits zij voor hun verplichte uren leren/werken aanspraak maken op de leerlingen en SROIkandidaten uit de regio. Hoe komt de urenbepaling per project tot stand? De calculatiecommissie bepaalt het aantal uren voor het fonds, maar kan vooraf in overleg treden met de opdrachtgevers en achteraf in overleg treden met de opdrachtnemer. Dit laatste leidt niet tot wijziging van de bonus-malusberekening, maar wordt in de doorontwikkeling van de normering meegenomen. In het verleden hebben convenanten vaak niet gewerkt, waarom zou het nu wel werken? Convenanten zijn in het verleden onvoldoende gecontroleerd. Door het aantal uren op te nemen in het bestek en de bonus/malus regeling hierop toe te passen, zullen partijen hun verplichtingen nakomen. Hoe duurzaam is een projectgebonden investering in bijstandsgerechtigden? Stromen zij na een korte periode weer terug de bijstand in? Gemotiveerde bijstandsgerechtigden worden onder gebracht bij een detacheringsbureau. Vanuit dit bureau kunnen zij worden geplaatst op meerdere projecten en kan beter in hen worden geïnvesteerd. Opdrachtnemers voldoen daarbij aan hun verplichting en kunnen rekenen op vakbekwamere kandidaten op de bouwplaats. In Nijmegen wordt dit gedaan door Vakmasters. Zie: www.vakmasters.nl 11. Bijlagen Statuten van de stichting Model samenwerkingscontract Liquiditeitsmodel Model bestektekst Startnotitie voor interne communicatie Stappenplan Formulier projectgegevens