OV E R T O E Z I C H T
OV E R L O B B Y E N
OV E R A B P
W E R E L D # 2 _ 2 0 1 4 _T R A N S P A R A N T
OV E R KO S T E N
Relatiemagazine ABP OV E R B E L E G G E N
We r e l d
01.0075.14.1
3
‘Eerst een vast inkomen’ Sanne Spring in 't Veld 20 jaar ‘Ik heb nog geen idee wat ik van mijn pensioen kan verwachten. Ik moet nog beginnen met mijn carrière en heb nog niet aan mijn pensioen gedacht. Ik wil eerst op zoek naar een vaste, leuke baan in het onderwijs en zorgen dat ik een vast inkomen heb.’
COLOFON W E R E L D
# 2 _ D E C E M B E R
ABP Wereld is het relatiemagazine van ABP Uitgever Stichting Pensioenfonds ABP Oude Lindestraat 70 6411 EJ Heerlen abp.nl
2 0 14 _T R A N S PA R A N T
Redactie APG Marketing, Communicatie en Distributie Bestuursbureau ABP
Tekst Joost Bijlsma, Hans-Maarten Dagelet, Gerhard Sluiter, André de Vos
Concept & realisatie Scripta Communicatie scripta.nl
Beeld Applus RTD, Maurits Giesen, Hilz & Verhoeff, Hollandse Hoogte, Stefan Laberer, Maarten Willemstein, Michael Wolf
Art director Matthijs Koppen matthijskoppen.nl
Lithografie Grafimedia Amsterdam Drukwerk Roto Smeets
We r e l d
5
‘Ik zie het wel’
Timothy van der Vliet 41 jaar ‘Ik werk me drie slagen in de rondte als docent maatschappijleer in het voortgezet speciaal onderwijs. Ik werk vier dagen, waarvan ik de helft van de tijd bezig ben met lesgeven, de rest met voorbereiden, dossiers bijhouden, oudergesprekken en kinderen begeleiden. Ik hoop dat ik het volhoud tot mijn pensioenleeftijd, 67 toch? Ik zie veel collega’s die dat niet redden. Maar verder houd ik me helemaal niet bezig met pensioen, het zou misschien wel moeten, maar ik zie het wel.’
We r e l d
7
‘Het komt wel goed’
Willem Papilaya 60 jaar ‘Ik heb zoveel plezier in mijn werk, dat ik niet bezig ben met pensioen. Ik werk al 26 jaar fulltime als docent in het speciaal basisonderwijs op het Altra College. Als het kan, wil ik graag blijven werken na mijn pensioenleeftijd. Wel op een andere manier: minder dagen, en ik zou niet meer voor de klas willen staan, maar coaching en begeleiding doen. Ik weet niet hoeveel pensioen ik krijg, ergens vertrouw ik erop dat het wel goed komt.’
We r e l d
9
‘Ik ben dik tevreden’
Geert Grosfeld 81 jaar ‘Ik heb van 1954 tot 1958 in het basisonderwijs gewerkt. Van 1958 tot 1962 was ik AVO-leerkracht binnen het lhno. In 1962 keerde ik terug als docent in het basisonderwijs en werd in 1968 “hoofd der school”, zoals de directeur toen heette. In 1989 mocht ik gebruikmaken van de DOP-regeling en kon ik voor de helft met de VUT, dus ik zit inmiddels 25 jaar thuis. En ik ben dik tevreden met wat ik krijg.’
We r e l d
VOORWOORD De roep om transparantie klinkt luider dan ooit. Maar wat is transparantie eigenlijk? Volgens de Van Dale ‘gemakkelijk te doorzien’ en ‘helder van structuur’. Voor mij als fondsbestuurder betekent transparantie het inzichtelijk maken van complexe materie, zoals pensioenen. En dat kan simpelweg beter. Hoe? Door te vragen, te onderzoeken en daardoor te wéten wat mensen willen. Zelfs als ze dat niet hardop uitspreken, zo wijst neurowetenschappelijk onderzoek uit. In dit nummer lezen we namelijk wat deze - voor de pensioensector innovatieve - onderzoeksmethode aan nieuwe inzichten oplevert. Wat blijkt: deelnemers zijn - onbewust - enthousiaster over papier of weilanden dan over pensioenen. Dat is niet positief en het wil zeggen dat er nog een wereld aan interesse, betrokkenheid en vertrouwen te winnen is. Gelukkig realiseert iedereen zich dat, zo blijkt uit de gesprekken die we voor dit nummer voerden met onder andere SZW, AFM en DNB en enkele Tweede Kamerleden. ‘Transparantie is essentieel’, zo hoorden we meer dan eens. Maar hoe ver mogen we daarin gaan? Dan heb ik het niet alleen over de pensioensector, maar over onze maatschappij. Steeds meer informatie ligt op straat. Is dat de transparantie die we nastreven? Dat we alles en iedereen online kunnen vinden? En dat, zoals hoogleraar Corien Prins in dit nummer voorspelt, het niet lang meer zal duren voor je een drone gewoon bij Kruidvat kan kopen?
11
Dat gaat ons ook te ver. Wat we wél kunnen en moeten doen, is helder en open communiceren over onze belofte voor 2020 ‘Samen bouwen aan goed pensioen’. Over onze regeling, over onze financiële positie en de risico’s die daaraan verbonden zijn voor de belanghebbenden bij het fonds. Wij willen ook helder en open verantwoording afleggen over de invulling van de aan ons opgedragen taak, het beleid dat wij voeren en de resultaten daarvan. Met andere woorden: zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Daarmee zijn we voor onze deelnemers een duurzaam en betrouwbaar pensioenfonds dat zijn financiële verplichtingen nu en in de toekomst kan waarmaken. En ik hoop dat op die manier het merendeel van onze deelnemers dik tevreden is. Cees de Veer Vicevoorzitter ABP
Cees de Veer (1945) is sinds 1 juni 2014 tweede vicevoorzitter van het bestuur van Stichting Pensioenfonds ABP. Hij neemt, samen met vicevoorzitter José Meijer, de taken waar van Henk Brouwer, die op 1 juni zijn functie als bestuursvoorzitter heeft neergelegd.
A B P
We r e l d
I N H O U D 49
54
21
50 39
25
22
33
14_20 I N T E R V I E W ABP-vicevoorzitter José Meijer over transparantie. ‘Als je alles naar buiten brengt zonder toelichting, zien mensen door de bomen het bos niet meer.’
21 A N N A & MEDIA Anna Nicolaewna Grebenchtchikova, bestuurslid CNV Jongeren, wordt doorgelicht. ‘Zolang ik wakker ben, whatsapp ik klaarblijkelijk.’
22_24 H E E L BENADERBAAR Wat betekent transparantie voor Roos Vermeij (PvdA), Steven van Weyenberg (D66) en Pieter Omtzigt (CDA)?
14
25_32 F O T O R E P O R TA G E Onze privacy ligt sinds de komst van Google Street View letterlijk op straat.
33_38 N E U R O MARKETING Een mens zegt wat hij denkt, maar doet wat hij voelt. Ook als het gaat over pensioen en pensioencommunicatie.
42
39_41 B E N C H M A R K ‘Uiteindelijk draait het om de combinatie van kosten, risico en rendement’
42_48 O P E N H E I D Als pensioenfondsen echt niet meer openheid kunnen of willen geven, zijn er altijd nog de toezichthouders.
49 A N N A & FOOD Van geitenroomkwark tot een muffi n in een mok, Anna eet wat ze tegenkomt.
50_53 I N F O G R A P H I C Feiten & cijfers over kosten pensioenbeheer.
54 A N N A & X - R AY Niet alleen Anna zelf maar ook haar tas wordt doorgelicht. Letterlijk, welteverstaan.
14
A B P
W E Z L E I N J A K N D E R S
We r e l d
1 5
Van transparantie moeten geen wonderen worden verwacht, vindt ABP-vicevoorzitter José Meijer. ‘Laten we transparantie niet verwarren met eenvoud. Als we kiezen voor het simpelste stelsel, komen we zeker niet bij het beste stelsel uit.’
INTERVIEW JOSÉ MEIJER t e k s t _ A N D R É D E V O S b e e l d _ M AU R I T S G I E S E N
16
A B P
We r e l d
I n t e r v i e w
17
En dan is er ook geen noodzaak meer voor transparantie? Een jaar is José Meijer nu namens de werknemers vicevoorzitter van ABP. Geen makkelijke functie. Sinds het uitbreken van de crisis ligt het grootste pensioenfonds van Nederland geregeld onder vuur. Vanwege de lage dekkingsgraad en de korting. Vanwege beleggingen in defensie-industrie of Israëlische banken. Met grotere openheid probeert ABP de kritiek te pareren. Dat heeft niet altijd het gewenste resultaat. Dat kan ook niet, vindt Meijer. ‘De roep om meer transparantie is het gevolg van een groot wantrouwen tegen de pensioensector. Maar met transparantie alleen ben je er niet, zeker niet bij zo’n moeilijk onderwerp als pensioenen.’
WERELD
JOSÉ MEIJER
Wat moet er dan gebeuren? ‘Transparantie is niets anders dan verantwoording afleggen. Uitleggen welke besluiten je neemt en waarom. Je deelnemers meenemen in die keuze. Dat is iets anders dan mensen overstelpen met informatie en vervolgens zeggen, zoek ’t maar uit. Als je alles naar buiten brengt zonder toelichting, dan zien mensen door de bomen het bos niet meer. Dan ben je niet transparant, dan gebruik je een trucje.’ Hoe verklaart u het grote wantrouwen tegen de pensioensector?
‘Pensioenfondsen scoren lager dan de rest van de financiële sector als het om vertrouwen gaat. Dat vind ik jammer maar wel begrijpelijk. Ik heb overigens niet de indruk dat het wantrouwen het bestuur geldt, of de mensen die hier werken. De voornaamste oorzaak is simpelweg de lage dekkingsgraad en het feit dat we deelnemers niet of onvoldoende vooraf hebben geïnformeerd. Ondanks dat we mooie beleggingsresultaten boeken, kunnen we niet waarmaken wat we hebben beloofd en daar worden we terecht op afgerekend. Als de dekkingsgraad gaat stijgen, zal het vertrouwen ook toenemen.’
‘Juist wel. Die les hebben we nu wel geleerd. We moeten uitleggen wat er aan de hand is met de pensioenen, hoe het fonds ervoor staat. Dat hadden we al moeten doen in 2002, bij de vorige crisis. Toen openbaarden de problemen zich. Maar het herstel volgde vrij snel, waardoor het gedrag van het fonds niet wezenlijk veranderde. Het bleef bij “wij weten wat goed voor u is, maakt u zich maar geen zorgen”. Een wat paternalistische, misschien zelfs arrogante houding die voortkwam uit het feit dat iedereen bij ABP ervan overtuigd is het beste te doen voor de deelnemers. Wij zijn immers betrouwbaar, degelijk, deskundig. We hadden toen al moeten vertellen dat pensioenen niet altijd zeker zijn, dat er risico’s zijn, dat de resultaten kunnen tegenvallen. Maar we zijn doorgegaan met “business as usual”. Ook al omdat veel deelnemers toen niet echt geïnteresseerd waren.’ Nu is er volop discussie en wordt u die arrogantie kwalijk genomen. Misschien had het geholpen als ABP wat schuldbewuster was geweest over het feit dat het mensen in de waan heeft gelaten dat alles koek en ei was? ‘Een mea culpa kan helpen, maar heeft alleen zin als er vervolgens ook echt verbeteringen worden doorgevoerd. Daar werken we nu hard aan.’ Is het nu makkelijker om uit te leggen wat het fonds precies doet? ‘Deelnemers tonen veel meer belangstelling, juist vanwege de lage dekkingsgraad. Maar pensioen is niet minder ingewikkeld geworden. Het duizelt mij ook als iemand de modellen voor levensverwachting uitlegt. We hoeven ook niet alle details naar buiten te brengen. We moeten ons best doen om alle deelnemers duidelijk te maken welke keuzes we maken en wat de consequenties zijn. Dan moet je transparant zijn, maar vooral mensen meer betrekken bij het fonds. Daar doen we ons uiterste best voor.’ Bij de verkiezingen voor het verantwoordingsorgaan was de opkomst slechts 4 procent. ‘Heel teleurstellend. Achteraf kun je constateren dat er misschien te veel kandidaten waren en te weinig voorbereidingstijd. De volgende keer moet de opkomst echt hoger zijn.’ Misschien zat u niet te wachten op kritische geluiden van nieuwkomers?
‘Een mea culpa heeft alleen zin als er vervolgens ook echt verbeteringen worden doorgevoerd’
‘Wij zijn juist heel blij dat er nu nieuwe instroom plaatsvindt - hoe beperkt ook - van jongeren, van vrouwen. We zijn het als groot fonds verplicht om criticasters binnen te halen, want dat zijn ook onze deelnemers. Hun geluid is misschien te weinig gehoord. Maar transparantie betekent niet dat je je oren moet laten hangen naar de ander. We hebben uitgelegd hoe we omgaan met Israëlische banken. We gaan in gesprek over hoe en waar we beleggen. Wakker Dier, de anti-rookcampagne. We leggen onze keuzes uit, maar die hoeven niet in lijn te zijn met wat andere partijen willen. Als we maar laten zien wat de argumenten zijn.’
1 8
A B P
Is ABP nu transparant genoeg? ‘Het kan altijd beter. We kunnen ook niet altijd zo transparant zijn als we zouden willen. We zitten in een lastig parket als het gaat om de relatie met de politiek. Iedereen denkt wel dat het grote ABP de dienst uitmaakt in Den Haag, maar zo werkt het niet. Het kabinet zit ons juist op de huid, bemoeit zich met pensioenregelgeving waar het niet alleen politiek belang bij heeft, zoals lagere premies, maar ook als werkgever. Dat is een lastig spel waar we niet altijd even open in kunnen zijn. We hebben de politiek nodig, maar we willen ook laten zien dat we niet worden beïnvloed. We hebben vorig jaar een advertentie van de pensioensector tegen de verlaging van het Witteveenkader mede ondertekend. Omdat we vonden dat we onze mening moesten geven. Heel transparant dus. Maar die openheid kan schadelijk zijn voor onze relatie met de politiek. En dat is weer niet in het belang van onze deelnemers.’ We zitten nu midden in de stelseldiscussie, over solidariteit, de doorsneepremie. Hoe stelt ABP zich in dat debat op? ‘Wij gaan die discussie graag aan. Hoeveel en welke solidariteit willen we, wat kost de doorsneepremie, of afschaffing ervan? We willen in dat debat een rol, maar wel met draagvlak van de achterban. We moeten het lef hebben duidelijk te schetsen wat de consequenties zijn van de keuzes in dat debat. Ook als dat betekent dat het stelsel wijzigt op een manier die wij geen verbetering vinden.’ In de huidige ABP-regeling (Defined Benefit) zit allerlei moeilijk uitlegbare solidariteit. Een ‘beschikbarepremieregeling’ (Defined Contribution) waarin iedereen zijn eigen potje heeft, is een stuk transparanter. ‘Misschien is dat zo. Maar het levert aan het eind ook minder op. En uiteindelijk draait het de deelnemer toch om wat er straks aan pensioen voor hem is. Laten we transparantie niet verwarren met eenvoud. Als we kiezen voor het simpelste stelsel, komen we zeker niet bij het beste stelsel uit. Ik geef toe dat dat lastig communiceert, maar het is niet anders.’ Pensioenen zijn domweg te ingewikkeld? ‘Er wordt soms wel erg veel geëist van de burger. Transparantie werkt alleen als je de problematiek ook begrijpt. Ik vind dat we daar het bevattingsvermogen wel eens overschatten.’ Onlangs vertrok ABP-voorzitter Henk Brouwer voortijdig. ‘Om persoonlijke redenen.’ Dat klinkt allerminst doorzichtig, zeker bij een fonds dat een ongelukkig recent verleden heeft als het om voorzitters gaat.
‘Transparantie is niets anders dan verantwoording afleggen. Uitleggen welke besluiten je neemt en waarom’
We r e l d
I n t e r v i e w
1 9
2 0
I nt e r v i e w
A B P
We r e l d
INKOMEND
‘Dat is een goed voorbeeld van hoe lastig het soms is. Ik begrijp dat het niet zo transparant klinkt, maar het gáát om persoonlijke omstandigheden. En we wilden het persoonlijke besluit respecteren om daar verder geen toelichting op te geven.’ Hoe open bent u zelf in uw gedrag en opvattingen?
2 1
WhatsApp
mail
mobiel
Facebook
Twitter
sms
22:00
21:00
20:00
‘Ik neem niet snel een blad voor de mond. Dat heeft me in het verleden wel eens in de problemen gebracht. Ik heb geleerd dat je als bestuurder af en toe je mond moet houden als je het beste resultaat wilt bereiken.’ Aan welk gebrek aan transparantie ergert u zich als burger?
19:00
18:00
‘Ik ben niet zo snel geërgerd. Zoals iedereen kan ik af en toe boos worden over de gang van zaken bij bedrijven, ondoorzichtige tarieven van telefoon of vliegticket. Maar goed, dat wéét je. Als burger maak ik me meer druk over de ondoorzichtige benoeming van Frans Timmermans in Brussel of de decentralisaties van de zorg naar de gemeenten. Dan zegt staatssecretaris Martin van Rijn dat het allemaal wel goed komt. Waarop is dat optimisme gebaseerd? Leg me dat maar eens uit.’ Bij de vakbond en het overleg met de werkgevers spelen de achterkamertjes een belangrijke rol. Daar gebeurt het. Wat zegt het als vrijwel alle pensioenfondsen kiezen voor behoud van het paritaire bestuursmodel en niet voor een model met onafhankelijke deskundigen. Angst voor pottenkijkers?
17:00
Anna Grebenchtchikova, bestuurslid CNV Jongeren, stelt zich open voor Wereld. Stap 1: media.
16:00
15:00
14:00
13:00
12:00
11:00
10:00
‘Nee, het zegt vooral iets over dat rare modellencircus dat is opgetuigd. Pensioenfondsen zijn een zaak van de sociale partners, dus het is logisch dat dat paritaire model niet wordt verlaten. Maar onafhankelijke deskundigen worden al op grote schaal geraadpleegd en binnengehaald. Natuurlijk is de pensioensector een besloten wereldje, maar ik zie daar toch veel in verbeteren.’ Aan u de keuze: een optimaal resultaat voor de achterban in de achterkamertjes of een wat minder resultaat met volledige transparantie?
09:00
08:00 UITGAAND
WhatsApp
mail
mobiel
b e e l d _ M A A R T E N
José Meijer (59) is bestuurder bij AbvaKabo, waar ze sinds 1988 werkt. In augustus vorig jaar werd ze vicevoorzitter van ABP. Daarvoor was ze vijf jaar lang lid van het dagelijks bestuur van Pensioenfonds Werk en (re)Integratie. Voor 1988 was Meijer onder meer werkzaam bij de gemeenten Leiden en Leidschendam, als docent maatschappijleer in Lisse en bij het ministerie van Justitie. Ze werkte zeven jaar bij het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs West- en Midden-Brabant. Meijer studeerde organisatiekunde in Leiden. Ze woont samen en heeft vijf kinderen. Daarnaast heeft ze twee pleegkinderen mee grootgebracht.
1 ANNA & MEDIA
Facebook
Twitter
sms
W I L L E M S T E I N
‘Zolang ik wakker ben, whatsapp ik klaarblijkelijk.’ Je kunt van Anna Nicolaewna Grebenchtchikova gerust zeggen dat ze druk bezig is. Ze volgt twee studies (wiskunde en linguïstiek), ze is actief in de media (onder andere bij een radioprogramma), is bestuurslid van CNV Jongeren, zet zich in voor het PensioenLab, leest minimaal twee boeken per week en ze laat tussen dat alles door via alle mogelijke communicatiekanalen van zich horen. Zo gebruikt ze WhatsApp de gehele dag door (ze ontvangt ruim 400 berichten en verstuurt er zo’n 200), verstuurt ze bijna 40 e-mails en ontvangt er ruim 80, twittert ze tussen de 20 en 30 keer, sms’t ze vijf keer, is ze vanaf het eind van de
middag actief op Facebook en belt ze, tot slot, ongeveer twee uur. Op pagina 49 komt haar eetpatroon aan de beurt, waarna we op pagina 54 haar tas letterlijk doorlichten. Hoe transparant is dat? •
2 2
A B P
t e k s t _ G E R H A R D
HEEL BENADER BAAR
We r e l d
Wo o r d v o e r d e r s
2 3
S L U I T E R , A N D R É D E V O S b e e l d_ H I L Z & V E R H O E F F
Wat betekent transparantie voor Roos Vermeij, Pieter Omtzigt en Steven van Weyenberg, de drie pensioenwoordvoerders van respectievelijk PvdA, CDA en D66?
ROOS VERMEIJ TWEEDE KAMERLID PVDA ‘De opstelling van de pensioenfondsen in politiek Den Haag is veel constructiever geworden, en niet alleen omdat ze behoefte hebben aan handelingsvrijheid. De sector beseft dat hij in gesprek moet met de politiek. Een mooi voorbeeld is de hogere pensioenleeftijd. Dat was een politiek taboe, maar dat is door de sociale partners goed opgepakt, met als resultaat verschillende akkoorden. De pensioensector is enorm complex en daardoor niet altijd transparant. Er zijn veel stakeholders. Je moet als Kamerlid goed weten met wie je praat. Fondsen, uitvoerders, sociale partners, pensioenfederatie, ze komen allemaal langs. De belangen liggen steeds net weer wat anders. Die verschillen moet je kennen om een goed oordeel te kunnen vellen. En je moet ook beseffen dat sommige groepen in de discussie amper aan bod komen, zoals jongeren en vrouwen met een deeltijdbaan. ABP is de laatste tijd zichtbaarder in Den Haag. Een paar jaar geleden zagen we vooral mensen van APG. Maar dat is de uitvoerder. Wij willen spreken met de mensen die het beleid maken, de bestuurders. Die boodschap is goed overgekomen. Lobbyen is niet zo geheimzinnig als iedereen denkt. Wat lobbyisten ons voorleggen, staat vaak gewoon op de website van hun instelling. Het is handig om nadere uitleg te krijgen bij moeilijke onderwerpen. Maar ik raadpleeg meer bronnen. Experts in mijn eigen partij,
‘Lobbyen is niet zo geheimzinnig als iedereen denkt’
economen, onafhankelijk deskundigen. Zo bouw je een goed beeld op. Wat mij betreft gebeurt lobbyen zo open mogelijk. Ik ben een groot voorstander van openbare hearings waar iedereen zijn zegje kan doen. Veel transparanter. De Ultimate Forward Rate is een heel goed voorbeeld van een onderwerp dat door de sector op de politieke agenda is gezet. Dat hebben de politici niet bedacht. Wij hadden geen weet van de problematiek. Maar deze rekenrente voor langjarige contracten is nu wel een heel belangrijk onderwerp. Ik kan me herinneren dat ik daar een paar jaar geleden over werd bijgepraat door een FNV-bestuurder. “Weet jij wat de Ultimate Forward Rate is?” Ja, nu wel. Munitie Politici kunnen aan lobbyisten toetsen hoe bepaalde besluiten in de praktijk uitpakken. Als de politiek bedenkt dat het Witteveenkader voor lagere premies moet zorgen, is het fijn te weten of dat ook gaat gebeuren. De PvdA wil een collectief pensioenstelsel behouden, dus dan vraag ik de sector om die voordelen precies op een rijtje te zetten. Dat geeft mij politieke munitie. Maar uiteindelijk ben ik er niet om het de sector naar de zin te maken, maar de deelnemers. Toen ik het onderwerp pensioenen in 2009 oppakte, waren mijn fractiegenoten blij dat zíj het niet hoefden te doen. Pensioen? Saai, ingewikkeld, niet relevant. Dat is helemaal veranderd. Pensioenen zijn een heel belangrijk maatschappelijk onderwerp geworden. En daarmee ook transparantie.’ •
PIETER OMTZIGT TWEEDE KAMERLID CDA ‘De pensioensector is nog steeds onvoldoende transparant. Dat komt doordat de pensioenregelingen ingewikkeld zijn en de kostenstructuur ondoorzichtig. De politiek is daar deels verantwoordelijk voor, met alle nieuwe wetgeving. Een politiek compromis introduceert bijna per definitie meer complexiteit. Wij maken het met het netto-pensioen ook niet simpeler, maar de sector zelf kan beter zijn best doen dan nu. Ik hoop dat de huidige pensioendiscussie leidt tot minder complexiteit, maar ik heb er een hard hoofd in. Veel partijen bewijzen lippendienst aan eenvoud in de pensioenwereld, maar uiteindelijk zijn er veel belangen om het systeem complex te houden. Er wordt veel verdiend aan complexiteit, via vermogensbeheer, via advisering. Daar moet je alert op zijn. Een open discussie over pensioen is bovendien moeilijk. Het ligt allemaal heel gevoelig. De vorige discussie rond het pensioenakkoord kostte de voorzitter en de tweede man van de FNV de kop. Dan gaat iedereen vanzelf wat omzichtiger manoeuvreren. Keuzes Politici moeten continu keuzes maken. En omdat het onmogelijk is om als Tweede Kamerlid overal verstand van te hebben en álle stukken te lezen, moet je een beroep doen op kennis van partijen in het veld. Ik stel de contacten met gepensioneerden en deelnemers erg op prijs. Ik heb een eigen netwerk van deskundigen. Maar ook lobbyisten hebben een rol bij kennisverwerving. Dat is normaal. De pensioenlobby in Den Haag is redelijk sterk, maar ook wel verdeeld. ABP kiest soms een andere koers dan de Pensioenfederatie, dat maakt het er niet overzichtelijker op.
Nederland pensioenland voert op zijn beurt weer een lobby in Brussel over de Europese pensioenrichtlijn. Daarin zijn we veel te meegaand geweest. Dat hadden we niet moeten doen. We hadden gewoon onze kont tegen de krib moeten gooien, coalities met andere landen smeden, nee zeggen. Nu valt juist het Nederlandse stelsel als een van de weinige in Europa onder de richtlijn. De pensioensector is in een maalstroom van hervormingen terechtgekomen. Dat zou je niet moeten willen. De ene wet is nog niet aanvaard of we zijn alweer met de volgende bezig. Het is de bedoeling dat het hierdoor allemaal transparanter wordt voor de deelnemer. Neem de Wet pensioencommunicatie. Goed bedoeld, maar de deelnemer schiet er niet genoeg mee op. De belangrijkste verbeteringen blijven liggen. Als je dan hecht aan openheid, geef de deelnemer dan ook de instrumenten om die openheid af te dwingen. Dat hij naar de rechter kan stappen als er in zijn UPO beloftes worden gedaan die een fonds niet kan hardmaken. Dan maak je echt werk van transparantie!’ •
‘Er wordt veel verdiend aan complexiteit’
2 4
Wo o r d v o e r d e r s
A B P
STEVEN VAN WEYENBERG TWEEDE KAMERLID D66 ‘Voor mij betekent transparantie rekenschap afleggen van ons handelen. Dat is een uitdaging voor iedereen die verantwoordelijkheid draagt, of dat nou een pensioenfondsbestuurder is of een politicus. Zodat mensen weten wat je doet voor hun steun, hun stem of hun geld. Zo kunnen mensen zich een mening vormen en op grond daarvan actie ondernemen. Ze kunnen bijvoorbeeld ervoor kiezen om niet langer op mij of mijn partij te stemmen. In de pensioensector ontbreekt die keuzevrijheid. Juist daarom mag wat mij betreft de lat daar extra hoog gelegd worden. Ik ben de geestelijk vader van de eis in de pensioenwet dat pensioenfondsen evenwichtig en correct moeten communiceren. Voor hen is het een grote uitdaging om hun deelnemers nog duidelijker te laten zien wat ze doen, hoe en waarom. Door transparant te zijn, kunnen pensioenfondsen het vertrouwen van de deelnemers herwinnen. Niks schimmigs Bij het vormen van een mening maken we in de politiek gebruik van het werk van lobbyisten. Daar is niks schimmigs aan, zolang helder is met welk doel mensen komen en wat hun belang is. Dus ook de lobbyist moet transparant zijn. Zelf heb ik daar goede ervaringen mee, ook bij ABP. De Tweede Kamer kent een register van lobbyisten dat helpt die transparantie te borgen. Voor mij is de uitdaging om met veel verschillende belanghebbenden te spreken, dus om informatie te verkrijgen vanuit verschillende standpunten. Dan kan de lobbyist je wel degelijk verder helpen. Zo wees een belangenbehartiger uit de pensioensector me op een lacune in de wet bij het recht op waardeoverdracht bij verzekeraars. Prima! Alleen met organisaties praten die lobbyisten in kunnen huren, is trouwens niet verstandig. Ook op straat, in bedrijven en via social media steek ik mijn antenne uit. Uiteindelijk zal ik zelf een standpunt moeten bepalen, zonder me te laten gijzelen door deelbelangen.
‘Social media helpen om transparant te zijn’
Social media zijn natuurlijk niet alleen een modern middel om informatie te verzamelen. Ze helpen ook om transparant te zijn. Je kunt zichtbaar maken wat je doet en je hoopt er natuurlijk mensen door te overtuigen om op jouw partij te stemmen. Je bent er benaderbaar door. Als je een mening uit, dan stromen al snel de reacties binnen. Ik probeer naar beste kunnen daar ook op te reageren. Juist die benaderbaarheid is voor mij een belangrijk onderdeel van transparantie.’ •
We r e l d
P r i v a c y
2 5
WE STRUGGLE F O R PRI VAC Y t e k s t _ H A N S - M A A R T E N b e e l d _ M I C H A E L W O L F
DA G E L E T
Onze privacy ligt sinds de komst van Google Street View letterlijk op straat.
2 6
A B P
We r e l d
P r i v a c y
2 7
De Duitse fotograaf Michael Wolf maakte een kunstproject van het fenomeen Street View. Wolf plaatste een camera op een statief voor het beeldscherm van zijn computer en fotografeerde de beelden van Google Street View. ‘A series of unfortunate events’ kreeg een eervolle vermelding bij World Press Photo in de categorie ‘Contemporary Issues’.
Hoe transparant zijn we? En misschien nog belangrijker: hoe transparant willen we zijn? Op social media kiezen we ervoor om ons privéleven te openbaren. Sommigen gooien zelfs hun hele hebben en houden online. Maar in elk geval uit vrije wil. Het wordt anders zodra we ons niet meer bewust zijn van het feit dat we online te vinden zijn, zeker als het gaat om gênante, schokkende of komische situaties. De onbemande auto’s van Google Street View hebben al een aardige verzameling van dergelijke beelden opgeslagen. Maar Google beperkt zich niet tot het straatbeeld. Zelfs het basiskamp op de Mount Everest is maar een muisklik verwijderd, of de McDonald’s in Las Vegas. Alles is zichtbaar, niets blijft verborgen. Gaan we langzaam maar zeker naar een maatschappij waarin privacy wordt gezien als diefstal, zoals beschreven in The Circle van auteur Dave Eggers? Waarin het niet wordt geaccepteerd als je de ander de mogelijkheid onthoudt om mee te leven én mee te profiteren van jouw ervaringen? Waarin technologische ontwikkelingen het mogelijk maken dat alles en iedereen continu zichtbaar is? Of is het al zover? En kunnen we het nog veranderen? Lees verder op pagina 32
Google Street View: alles allesis iszichtbaar, zichtbaar,niets nietsblijft blijftverborgen. verborgen
2 8
A B P
‘Je kunt denken: ach, ik doe mijn deur dicht en dan zien ze toch niets’
We r e l d
P r i v a c y
2 9
3 0
A B P
We r e l d
P r i v a c y
31
‘Mensen zijn naïef over privacy’
3 2
P r i v a c y
‘WIE HOUDT ZICH AAN DE REGELS?’ Vervolg pagina 24 Ze lijken onschuldig: de bizarre, pijnlijke of grappige beelden die de camera’s van Google Street View toevallig hebben opgevangen. Maar de Tilburgse hoogleraar Recht en Informatisering Corien Prins ziet ook iets anders in de foto’s van de Amerikaanse internetgigant: privacyschending. ‘Je kunt denken: ach, ik doe mijn deur dicht en dan zien ze toch niets’, zegt ze. ‘Maar wat nou als er straks kleine onbemande vliegtuigjes met cameraatjes rondom je huis cirkelen? Het zal niet lang duren voor je zo’n drone gewoon bij Kruidvat kan kopen.’ Prins doet onderzoek naar onder meer regulering van informatietechnologie en de digitale overheid. Daarin is privacy een belangrijk thema. Ze vindt dat burgers veelal een naïef beeld hebben van de digitale wereld. ‘Mensen denken nog steeds dat privacy iets is dat speelt bij één organisatie, bijvoorbeeld bij Google’, zegt ze. ‘Mijn gegevens worden gebruikt door Google, denken ze dan. Maar die informatie wordt continu doorgegeven. Het gaat niet meer zozeer over het verstrekken van gegevens, maar veel meer over het delen en bewaren ervan.’ Een voorbeeld: ‘Stel, ik wil een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dan vul ik een digitaal formuliertje in, maar ondertussen zit de verzekeraar ook te googelen. Als ik toevallig op een forum heb lopen klagen dat ik geregeld last heb van Corien Prins
A B P
We r e l d
3 3
mijn knie, kan die verzekeraar zeggen: die knie houden we buiten de verzekering.’ Prins’ ervaring is dat burgers meer vrees hebben voor het bedrijfsleven dan voor de overheid, terwijl die laatste op informatiegebied veel machtiger is. ‘Ik kan immers niet naar een andere overheid stappen als ik niet tevreden ben.’ Een ander voorbeeld: ‘De slimme energiemeter houdt precies bij wanneer ik hoeveel stroom verbruik. Zo kan de energiemaatschappij zien hoeveel mensen ongeveer gebruikmaken van de douche. Als het UWV fraude vermoedt, mogen die gegevens worden opgeëist. Dat kan vervelende gevolgen hebben voor een alleenwonende met een bijstandsuitkering die een prille relatie heeft en samenwonen voorzichtig uitprobeert.’ Wat moet hiertegen worden gedaan? Prins is geen voorstander van meer wetgeving. ‘Op zich zijn er voldoende regels. De grote vraag is alleen: wie houdt zich daaraan?’ Het College Bescherming Persoonsgegevens, de Nederlandse privacytoezichthouder, is volgens Prins een veel te kleine club. Rechterlijke uitspraken zijn er niet en bovendien zijn burgers zelf veel te passief. Wat burgers dan kunnen doen? ‘Het heft in eigen handen nemen’, zegt Prins. ‘Wat ik doe als ik gegevens verstrek aan een partij, is meteen een drietal verzoeken indienen, meestal per mail. Ik wil dat ze de informatie over twee jaar weggooien. Ik wil dat ze me laten weten aan wie ze de gegevens verstrekken. En ik wil dat ze eens in de zoveel tijd een overzicht sturen van welke informatie ze over mij hebben. Gegevens zijn een enorm verdienmodel voor deze partijen, daar mag ik best wat voor terugeisen. En op deze manier houd je ze scherp op de privacyregels.’ •
Een mens zegt wat hij denkt, maar doet wat hij voelt. Ook als het gaat over pensioen en pensioencommunicatie. t e k s t _ G E R H A R D S L U I T E R b e e l d _ M A A R T E N W I L L E M S T E I N
3 4
BP ziet graag dat zijn deelnemers regelmatig met hun pensioen bezig zijn, dat ze naar de website gaan, inloggen en allerlei nuttige informatie lezen. Veel mensen doen dat niet. Ze kijken nog wel naar het jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht en het ABP Magazine, maar daar houdt het vaak op. ‘Dat kenmerkt inderdaad pensioenen; het is weerbarstige materie’, meent Andries van der Leij, senior researcher bij Neurensics. ‘Vooral voor jongeren is het een negatief onderwerp, waar ze zich liever niet het hoofd over breken. De vraag is dus: hoe kun je mensen benaderen, zodat ze informatie tot zich nemen en daardoor ook meer betrokken raken bij hun pensioen? Wat speelt zich af in hun hoofd, als het om pensioen gaat? Neurensics lichtte het brein van de deelnemer door. Neuromarketing Neurensics houdt zich bezig met neurowetenschap en meer specifiek met neuromarketing. ‘Neuromarketing wil het consumentengedrag beter begrijpen’, vertelt Van der Leij. ‘Met behulp van een hersenscan kunnen we meten
A B P
hoe iemands brein reageert op een merk of product. Wij onderzoeken bijvoorbeeld het effect van reclames op de consument. Een bedrijf of organisatie kan daardoor inzicht krijgen in de werkelijke belevenis van de consument. Een mens zegt wat hij denkt, maar zijn acties zijn gebaseerd op een mix van bewuste overwegingen en veelal onbewuste gevoelens en emoties. De resultaten kunnen gebruikt worden om het gedrag van de consument te voorspellen.’ In opdracht van APG, pensioenuitvoerder van ABP, onderzocht Van der Leij de reacties in het brein van de pen-
sioendeelnemer op pensioencommunicatie. ‘We hebben daarbij een verdeling gemaakt tussen de deelnemers aan het ABP pensioenfonds en andere gepensioneerden. We hebben ook onderscheid gemaakt tussen mensen ouder en jonger dan 45 jaar, en tussen mensen met veel en weinig contacten met ABP.’ Futuristisch Wat moeten we ons voorstellen bij zo’n onderzoek? ‘Onze proefpersonen gaan in een MRI-scanner’, legt Van der Leij uit. ‘Die meet de breinactiviteit. Je denkt ergens over na en je hebt er aller-
We r e l d
lei gevoelens over. We hebben veertig proefpersonen zinnen laten lezen. Een bepaald gebied in het brein is daarvoor actief geweest en heeft dus zuurstof verbruikt. Vlak daarna stroomt daar zuurstofrijk bloed naartoe en die bloedtoevoer wordt gemeten. Je kunt zo een plaatje krijgen van diverse punten in het hoofd, die je kunt clusteren in netwerken. We hebben daar een model voor ontwikkeld, zodat we weten dat bepaalde netwerken horen bij bepaalde emoties.’ Het klinkt allemaal wat futuristisch, erkent Van der Leij. ‘Maar hierover is wetenschappelijk al veel gepubliceerd en de modellen die we gebruiken zijn gevalideerd. Dus we weten dat je met gemeten breinactiviteit inderdaad kunt voorspellen wat iemand gaat doen. We kunnen verdedigen dat dit inmiddels breed gedragen wetenschap is.’ Maar maakt Neurensics het niet onnodig ingewikkeld? Je kunt de deelnemers toch gewoon naar hun mening vragen? ‘Dat is minder betrouwbaar’,
N e u r o m a r k e t i n g
3 5
DEELNEMER WENDY LODDEMA (39 JAAR) ‘Ik heb aan dit neuromarketingonderzoek meegedaan omdat de werking van het brein mij boeit. Ik heb me ook buiten deze onderzoeken om in de materie verdiept. Ik probeer altijd onbevooroordeeld de MRI-scan in te gaan, maar het brein laat zich denk ik toch niet door mijn wil sturen. Als je last hebt van claustrofobie moet je niet meedoen aan zo’n onderzoek in een scan. Je hoofd komt in een soort mal te liggen, zodat je niet kunt bewegen. Daar komt een kap overheen. Je wordt in de machine geschoven; het is best smal en je ligt er strak in. De eerste keer brengen de onderzoekers je brein in kaart door een uitgebreide scan. Als je al vaker bent geweest, zoals bij mij het geval was in dit pensioenonderzoek, maken de medewerkers in een korte scan een overzicht van het brein vóór het werkelijke onderzoek. In dit onderzoek kreeg ik stellingen te zien met foto’s. Als ik dezelfde stelling met dezelfde foto nog een keer te zien kreeg, moest ik op een knop drukken. Dit pensioenonderzoek vond ik interessant. Het zette me weer aan het denken over mijn eigen pensioen. Normaal ben ik daar niet zo mee bezig, omdat het best ingewikkeld is.’
3 6
A B P
We r e l d
weet Van der Leij. ‘Er komt dan een laagje bij, waarin meespeelt wat je eigenlijk hoort te vinden, of wat de vragensteller wil horen. Uiteindelijk gaat het om de keuzes die je maakt. En het blijkt in de praktijk dat onze metingen gedrag beter voorspellen dan antwoorden op een vragenlijst.’ Een beetje eng Terug naar het onderzoek. Daar komen verrassende resultaten uit. Misschien wel het minst verrassend: mensen vinden pensioen een beetje eng. Ze voelen weerstand bij het onderwerp. ‘We zien dat feitelijke zinnen over bijvoorbeeld papier of weilanden positiever worden ervaren dan stellingen over het pensioen. Mensen weten dat er veel te doen is rond de pensioenen. Maar ze weten niet precies wat. Pensioen is wat we na ons arbeidzaam leven krijgen. Hopen we, denken we erachteraan. Maar de meeste mensen gaan niet uitzoeken hoe het zit. Er is een behoorlijke drempel. Mensen moeten positieve associaties aan pensioen verbinden om daadwerkelijk over die drempel heen te stappen, zo blijkt uit ons onderzoek.’ Wij denken vaak dat eenvoudige, enigszins emotionele informatie het beter doet dan feitelijke, ‘saaie’ informatie. Maar dit onderzoek toont wat anders aan, heeft Van der Leij gezien. ‘Mensen hebben er behoefte aan te weten waar het op staat, maar wel in zo eenvoudig mogelijke bewoordingen. Het jaarlijkse pensioenoverzicht UPO wordt als relevant ervaren. Je weet daarmee heel snel waar je persoonlijk aan toe bent.’
N e u r o m a r k e t i n g
37
Weerstand overwinnen Heel interessant, deze resultaten, maar wat kun je ermee? ‘Maatwerk leveren is de belangrijkste boodschap’, aldus Van der Leij. ‘Het pensioenfonds kan het beste mensen aanspreken in hun eigen situatie, dat is beter dan algemene informatie te leveren. Beginners en deelnemers die weinig of geen contact hebben met hun pensioenfonds, moeten de pensioenwereld ingelokt worden; de weerstand of angst tegen het fenomeen pensioen moet je eerst overwinnen. Door duidelijke en feitelijke informatie te geven. Met als uitgangspunt dat iemand die pas is begonnen minder weet dan iemand die al lang bij het pensioenfonds is. De informatie moet je daarop aanpassen.’ Voor beginners en weinig betrokkenen moet de informatie dus niet al te complex zijn. ‘In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het vaak simpele dingen zijn die ons in beweging brengen’, legt Van der Leij uit. ‘Meer dan het complexe. Dat doet mensen sneller afhaken. Als ze dan een beslissing moeten nemen, is dat meer een gevoelskwestie dan een beredeneerde keuze. Het moet “goed voelen”. Op het moment dat het contact er eenmaal is, gaat het ook meer leven. Misschien voor de hand liggend, maar het wordt door ons onderzoek onderbouwd.’
3 8
N e u r o m a r k e t i n g
Aankleden ‘Nu krijgt iedereen hetzelfde Uniform Pensioenoverzicht. Maar je zou ook verschillende UPO’s kunnen uitgeven, om te zorgen dat deelnemers betrokken raken. Zo zou je jongeren met zo eenvoudig mogelijke bewoordingen uit moeten leggen hoe het systeem in elkaar zit. Op het moment dat ze de spelregels ongeveer kennen, kun je het complexer maken.’ Dat klinkt aardig, maar is lastig in praktijk te brengen omdat de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars de UPOmodellen en de handleiding maken. Het pensioenfonds heeft daar alleen indirect invloed op. Van der Leij: ‘Wat je wel zelf kunt doen, is het UPO voor beginners “aankleden” met extra informatie, voor of na het UPO of eromheen. Na bijvoorbeeld twee jaar is die informatie bij veel mensen geland, en kun je weer andere informatie geven.’ Een andere aanbeveling is het werken aan intrinsieke motivatie. ‘Het aanbieden van bijvoorbeeld een iPad is helemaal niet nodig om mensen in beweging te brengen. Je moet duidelijk laten zien wat dit voor de ander betekent; what’s in it for you. Je moet laten zien dat betrokkenheid bij je pensioen en bij je pensioenfonds wel degelijk voordeel oplevert. Mensen die meer contact hebben met hun pensioenfonds, kijken positiever naar hun pensioen en naar hun fonds.’ Ei van Columbus? Is neuromarketing het ei van Columbus voor pensioenfondsen? Daar is Van der Leij terughoudend over. ‘De corebusiness van pensioenfondsen is natuurlijk het beheren en uitkeren van pensioenen. Maar als je betrokken deelnemers wilt, is het belangrijk om te weten wat zij willen en vinden. Neuromarketing is een tool om daarachter te komen.’
A B P
We r e l d
3 9
Geen gimmick Van der Leij: ‘Aan de hand van neuromarketing kun je maatwerkproducten maken en onderzoeken of die producten brengen wat de pensioensector ervan verwacht had. En verder kun je breder onderzoek doen: willen mensen wel dat voor hen alles wordt geregeld in een collectief stelsel? Of zouden ze meer autonomie willen? Hebben ze behoefte aan aanvullende regelingen? Allemaal vragen waar neuromarketing behulpzaam zou kunnen zijn.’ Want neuromarketing is geen gimmick, maakt Van der Leij nog eens ten overvloede duidelijk. ‘We geloven dat dit andere informatie geeft dan via traditionele kanalen wordt verkregen en van betere kwaliteit.’ •
‘Het aanbieden van een iPad is helemaal niet nodig om mensen in beweging te brengen’
‘UITEINDELIJK DRAAIT HET OM DE COMBINATIE VAN KOSTEN, RISICO EN RENDEMENT’ t e k s t _ A N D R É D E V O S b e e l d_ S T E FA N L A B E R E R
Andries van der Leij (36) is als senior researcher bij Neurensics verantwoordelijk voor het ontwerpen en analyseren van breinonderzoek. Daarnaast verzorgt hij bij de Universiteit van Amsterdam een collegereeks Neuro-economie en hoopt hij binnenkort te promoveren op de relatie tussen breinstructuur en individuele verschillen in persoonlijkheid en gedrag.
De aandacht voor de kosten van pensioenfondsen is sterk gestegen. Niet alleen in Nederland. ‘Wereldwijd beseffen pensioenfondsen dat je moet kunnen laten zien hoeveel de uitvoering van een pensioenregeling kost’, zegt Mike Heale van het Canadese bedrijf CEM Benchmarking, dat de beheerkosten van grote institutionele beleggers met elkaar vergelijkt.
4 0
A B P
N
ederlandse pensioenfondsen boeken relatief hoge rendementen tegen lage kosten, zo blijkt uit recent onderzoek van CEM Benchmarking. Gemiddeld betalen Nederlandse pensioenfondsen (red: net als ABP, zie jaarverslag 2013) 0,44 procent van het belegd vermogen aan beheervergoedingen. Iets minder dan elders in Europa en beduidend minder dan Amerikaanse fondsen. ‘Maar je moet je niet blindstaren op die percentages’, waarschuwt Mike Heale, bestuurder bij CEM. ‘Kosten zijn niet inherent slecht. Het draait om kostenefficiëntie: hoe kun je als pensioenfonds je doelstellingen bereiken tegen zo laag mogelijke kosten.’ Dat is precies wat CEM meet. Het bedrijf vergelijkt de beheerkosten van pensioenfondsen en rapporteert daarover aan fondsen die voor die informatie willen betalen. In Nederland maken 35, vooral grotere, pensioenfondsen – waaronder ABP - gebruik van de benchmark. CEM geeft aan hoe goed ze het doen in vergelijking met andere pensioenfondsen. ‘Elk fonds is uniek, maar je kunt kosten wel degelijk vergelijken. Op het gebied van pensioenadministratie is de opgave voor alle pensioenfondsen min of meer hetzelfde. Bij vermogensbeheer, de grootste kostenpost, zijn er verschillen in bijvoorbeeld de beleggingsmix, maar die zijn niet extreem. Zeker de beleggingen van grote institutionele investeerders vertonen veel overeenkomsten. Dan kun je dus ook de kosten vergelijken.’
Aandacht Sinds de crisis is de aandacht voor de kosten van pensioenfondsen toegenomen. De dekkingsgraden zijn laag, dus elke euro die kan worden bespaard is meegenomen. Nederland is daarin niet uniek, maar loopt volgens Heale wel voorop. Mede dankzij de aandacht voor het onderwerp van toezichthouders DNB en AFM en de richtlijnen die de Pensioenfederatie heeft opgesteld. ‘Het is een uitstekende zaak dat pensioenfondsen inzicht geven in hun kostenstructuur. Het kostenniveau zegt iets over de kwaliteit van het bestuur van een pensioenfonds. Pensioenfondsen kunnen kosten gebruiken om beslissingen te nemen. En het is vanzelfsprekend dat je als fonds aan je stakeholders, zoals deelnemers, verantwoording aflegt over wat je doet en wat dat kost. Zo bouw je een relatie op.’ Kosten verstopt Inzicht in kosten verschaffen is niet eenvoudig, zeker niet bij vermogensbeheer. Lange tijd was het gebruikelijk dat kosten werden verrekend met de rendementen. Pensioenfondsen zagen alleen de netto opbrengsten van hun beleggingen en dus niet de kosten. Dat maakte het voor externe partijen mogelijk dat (hoge) kosten verstopt werden. Vergelijkingen tussen fondsen waren moeilijk. Dat is inmiddels verleden tijd. Pensioenfondsen moeten rapporteren over zaken als beheerkosten, transactiekosten en eventuele prestatiebonussen van beleggers die ze inschakelen. Die toegenomen transparantie maakt het voor een bedrijf als CEM weer makkelijker om de kosten te vergelijken en een oordeel te geven over de hoogte ervan. ‘We hebben een uitgebreide dataset van pensioenfondsen.
We r e l d
We laten een pensioenfonds weten of ze het beter of slechter doen dan fondsen met vergelijkbare beleggingen. Dat doen we op een vrij gedetailleerd niveau. Het is vervolgens aan de fondsen zelf om te bepalen wat ze met die gegevens doen. Wij adviseren niet. Dat past niet binnen ons businessmodel.’ Race to the bottom Pensioenfondsen staan niet te trappelen om uitgebreid over hun kostenstructuur te publiceren. Het veelgebruikte argument is dat elk fonds zijn eigen unieke kenmerken heeft en niet is te vergelijken. Onzin, vindt Heale. Maar hij begrijpt de aarzeling. ‘Ik vind dat pensioenfondsen transparant over hun kosten moeten zijn richting alle stakeholders. Hogere kosten zijn prima te verdedigen als je daarmee ook een hoger rendement haalt. Uiteindelijk draait het om de combinatie van kosten, risico en rendement. Als je die drie niet in samenhang bekijkt, bestaat het gevaar dat er alleen nog maar wordt gekeken naar de absolute hoogte van
B e n c h m a r k
41
‘Ons werk is af en toe net alsof je een ui afpelt’
de kosten. Dan krijg je een “race to the bottom”. Dat moet je voorkomen. Het is een complex verhaal, maar het is volgens mij wel degelijk goed uit te leggen.’ Grote fondsen hebben relatief lage kosten. Door hun omvang zijn ze in staat betere contracten met externe vermogensbeheerders uit te onderhandelen. Bovendien kunnen ze meer in eigen huis doen, wat doorgaans goedkoper is. Maar dat wil niet zeggen dat de grootste fondsen ook de laagste kosten hebben. Juist grotere fondsen beleggen vaker in ‘lastiger’ beleggingscategorieën, zoals onroerend goed en private equity. Heale: ‘Beleggingen in de private markt hebben een hogere en minder transparante kostenstructuur. Daar moeten in principe betere rendementen tegenover staan. Maar ook in die categorieën kun je fondsen vergelijken.’ Ui afpellen Nog steeds zijn er pensioenfondsen die zelf niet precies weten welke kosten ze maken, maar hun aantal daalt. Ook zijn er nog altijd moeilijk te achterhalen kosten, vooral op het gebied van transacties. Heale: ‘Ons werk is af en toe net alsof je een ui afpelt. Denk je alle kosten boven tafel te hebben, kom je weer iets nieuws tegen. Maar we staan steeds minder vaak voor verrassingen.
De grote kostenposten zijn bekend en het is lastig geworden om kosten te verstoppen.’ Het toenemende kostenbewustzijn levert pensioenfondsen geld op. De kosten, met name die van vermogensbeheer, dalen. Heale ziet ruimte voor nog meer efficiëntie. ‘Grotere fondsen kunnen misschien meer zelf doen in dure beleggingscategorieën. Dat is voor kleinere fondsen lastig, tenzij ze daarin gaan samenwerken. Benchmarking kan helpen bij de keuze tussen passief en actief beleggen. Om die vragen kan een pensioenfonds nu niet meer heen. Kostentransparantie dwingt tot betere beleggingsbeslissingen.’ •
4 2
A B P
t e k s t _ A N D R É D E V O S / J O O S T b e e l d _ M A U R I T S G I E S E N
We r e l d
To e z i c h t
4 3
B I J L S M A
O P E N H E I D
Deelnemers en politiek kunnen samen voor meer transparantie in de pensioensector zorgen, vindt staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De deelnemer moet dan meer interesse tonen, de overheid zorgt voor de wettelijke kaders. En als pensioenfondsen echt niet meer openheid kunnen of willen geven, zijn er altijd nog de toezichthouders.
SZW
Jetta Klijnsma werd op 5 november 2012 benoemd tot staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-RutteAsscher. Eerder bekleedde ze deze functie in het kabinetBalkenende IV. Van 1990 tot 2002 was ze gemeenteraadslid voor de PvdA in Den Haag.
‘In de goede tijden was transparantie geen issue. In de jaren negentig ging het alleen maar bergopwaarts. De UPO’s belandden ongelezen op de stapel. Maar plots maakte de kredietcrisis pijnlijk duidelijk dat onze pensioenen niet zeker zijn. Dat er soms geen indexatie is, of zelfs een korting. Dan schrikt iedereen wakker en neemt de belangstelling van mensen toe. Ineens is transparantie essentieel.
Pensioenfondsen gaven in het verleden te weinig inzicht in de risico’s in slechte tijden. “Gaat u maar rustig slapen, wij zorgen wel voor uw pensioen.” Dat dat niet meer kan, was echt een cultuurschok. Fondsen hebben dat over het algemeen goed opgepakt. Ze staan open voor vragen van deelnemers, ze houden bijeenkomsten om de mensen te bereiken die niet zelf contact zoeken. Pensioenfondsen moeten een moeilijke boodschap verkondigen, maar ze zijn dapper genoeg om het te doen. De roep van de deelnemers om meer transparantie dwingt de sector om met de billen bloot te gaan. Wij – de overheid – maken vervolgens de wettelijke kaders om die transparantie te borgen. Met het Witteveenkader, de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, het nieuwe Financieel Toetsingskader en de Wet pensioencommunicatie proberen we meer eenduidigheid, en daarmee meer transparantie te creëren. Eén lijn voor alle pensioenfondsen, zodat het
4 4
ook voor deelnemers die bij meerdere pensioenfondsen zitten duidelijk is waar ze recht op hebben. Het nieuwe toetsingskader dwingt fondsen bijvoorbeeld te laten zien hoe ze hun premie en beleggingsmix vaststellen en hoe ze omgaan met indexatie en onderdekking. Pure winst. Met de Nationale Pensioendialoog wil ik een open discussie op gang krijgen over het pensioenstelsel van de 21ste eeuw. Maar de gewone deelnemer erbij betrekken is lastig, zelfs nu nog. Bij de startbijeenkomst in Maarssen zag ik gelukkig naast de bekende gezichten van vakbonden en fondsen ook nieuwe mensen. Mensen die daar op persoonlijke titel waren, die zelf willen meedenken over hun pensioen. Een eenvoudiger stelsel is per definitie transparanter. De complexiteit van pensioenen zit hem met name in de verdeling van de behaalde rendementen over de generaties. De valkuil is dat de discussie daarover snel erg technisch wordt en dat wil je vermijden. Maar collectiviteit is nu eenmaal ingewikkeld. En veel mensen willen die collectiviteit behouden. Dat hoor ik ook van jongeren. Die zijn kritisch op het huidige stelsel en hebben goede ideeën over hoe het anders zou kunnen. Ze beginnen met een blanco blad, maar uiteindelijk lopen ze tegen dezelfde hobbels aan als in het huidige stelsel. Ook zij vinden die collectiviteit belangrijk en daarmee kies je voor complexiteit. Maar die kan beter worden uitgelegd dan tot nu toe gebeurt. Ook daar moet de Wet pensioencommunicatie aan bijdragen.
A B P
We r e l d
To e z i c h t
Voor deelnemers en gepensioneerden staat transparantie eigenlijk gelijk aan communicatie. Maar wat moet je communiceren? Je wilt mensen niet overspoelen met informatie. Dus moet je bepalen wat de gemiddelde deelnemer nog wel kan volgen en wat niet en daar de informatie op toesnijden. Maar de deelnemer moet ook zelf interesse tonen. Transparantie bij fondsen krijg je alleen als de deelnemer echt betrokken is. Het gaat om 18, 19 procent van het salaris. Daar moet je toch echt van willen weten wat ermee gebeurt!
nemers wel stroken met de werkelijkheid. Ik denk dat de financiële crisis van 2008-2009 deelnemers wel op een pijnlijke wijze met de neus op de feiten heeft gedrukt. Ons prachtige pensioenstelsel, met hoge ambities en veel veronderstelde zekerheid, bleek door economische en demografische ontwikkelingen flink onder druk te staan. Daarom is het juist nu cruciaal dat het draagvlak voor het stelsel stevig blijft. En dus moeten we opnieuw naar ons pensioenstelsel kijken.
De kosten van pensioenfondsen zijn een belangrijk politiek issue. Vooral de kosten van vermogensbeheer. Het is mij ook een doorn in het oog dat er nog steeds bonussen worden betaald zonder dat daar goede uitleg over is. Als pensioenfondsen die keuze maken, laat ze dan maar uitleggen waarom je juist voor die beheerder kiest en waarom die bonussen gerechtvaardigd zijn. Misschien blijkt dan wel dat die keuze helemaal niet zo vanzelfsprekend is. De transparantie van de pensioensector kan wel een onsje beter en dan druk ik me voorzichtig uit. Pensioenfondsen die geen openheid van zaken geven, kunnen rekenen op kritiek van de eigen achterban. En de toezichthouders AFM en DNB zitten er ook bovenop.’ •
Merel van Vroonhoven is sinds 1 april 2014 voorzitter van het bestuur van de AFM. Daarvoor was Van Vroonhoven lid van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Spoorwegen en directeur van het collectief pensioenbedrijf van Nationale Nederlanden. Ze werd in 2012 uitgeroepen tot topvrouw van het jaar 2012.
‘De gewone deelnemer betrekken is lastig, zelfs nu nog’ Jetta Klijnsma
4 5
'Bij de AFM houden we ons bezig met de vraag of de ‘klanten’ op de financiële markten wel goed worden behandeld. Worden ze goed geadviseerd? Krijgen ze de juiste informatie? Handelt de instelling wel in het belang van de klant en niet te veel in het eigen belang? Dat zijn de vragen waar we antwoord op willen, om zo invulling te geven aan onze rol als toezichthouder. Daarbij kijken we naar financiële producten en dienstverlening, maar ook naar de bedrijfsvoering van financiële ondernemingen.
AFM
Ook de manier waarop deelnemers worden voorgelicht over hun pensioen valt onder onze opdracht – en zo komen we op het terrein van ABP. Zorgen dat deelnemers een goed beeld hebben van hun pensioen is een belangrijke taak voor een pensioenfonds. Een goed beeld van wat er is opgebouwd, maar ook van de onzekerheden en risico’s die met het opbouwen van pensioen gepaard gaan. Maar de AFM kijkt ook naar het bredere beeld. We willen ook graag weten hoe de pensioeninstellingen ervoor kunnen zorgen dat ons pensioen nu en voor toekomstige generaties eerlijk uitpakt, en of de verwachtingen van de deel-
De meest waarschijnlijke ontwikkeling is, dat het werknemerspensioen soberder wordt en dat de risico’s meer dan nu bij de deelnemer komen te liggen. Dit betekent voor de deelnemer dat hij gedwongen wordt om goed financieel te plannen en waar nodig actie te ondernemen. Maar dan moet hij eerst wel goed weten hoe hij er precies voor staat. Op basis van die kennis kan hij verantwoordelijkheid nemen voor de invulling van zijn oudedagvoorziening. Om die reden ben ik erg blij met de nieuwe Wet pensioencommunicatie. Die schrijft immers voor dat op de website mijnpensioenoverzicht.nl voortaan het totale pensioeninkomen is te zien. Niet alleen de situatie van dat moment, maar ook de mogelijke ontwikkelingen. Wat is de verwachte pensioenuitkering in een pessimistisch scenario? En wat in een optimistisch scenario? Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt raak en wat als ik mijn baan verlies? De mate van onzekerheid en de
4 6
eventuele risico’s moeten klip-en-klaar zijn. En wat mij betreft worden in de toekomst ook andere financiële gegevens aan dat overzicht toegevoegd, zoals opgebouwd pensioen in de derde pijler, opgebouwd vermogen in de eigen woning en spaartegoeden. De consument krijgt dan een nog beter financieel overzicht en kan beter plannen. In de huidige discussie over aanpassingen in het pensioenstelsel gaat het om de vraag hoe mensen meer verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de invulling van hun oudedagvoorziening. Om de vraag hoe we het stelsel beter kunnen laten aansluiten bij de persoonlijke behoeften en omstandigheden van deelnemers. Daar hoort ook een vorm van individuele keuzevrijheid bij. Dat vind ik ook een goed uitgangspunt. Maar er is ook wel een kanttekening bij te plaatsen. Keuzes maken op het gebied van de persoonlijke financiële planning is niet simpel en de beslissingen worden niet altijd op rationele gronden genomen. Je weet dat je moet sparen voor later, maar je wilt ook graag een nieuwe auto. Kortom: hoe maak je de afweging tussen huidige en toekomstige bestedingen? Tussen sparen en consumeren? Het zijn complexe keuzes en je krijgt niet veel kans om van je fouten te leren. Bij de aanpassing van het pensioenstelsel moeten we dus heel goed kijken op welke onderdelen het verstandig is om deelnemers meer keuzevrijheid te geven en waar dat minder verstandig is. Ook moeten we ervoor zorgen dat de keuzemogelijkheden optimaal aansluiten bij wat de deelnemer wil en kan. Zo is het verstandig als we keuzevrijheid op onderdelen vergezeld doen gaan van slimme standaardkeuzes. De deelnemer kán dan van de standaardoplossing afwijken, maar hij zal dat waarschijnlijk niet zomaar doen. Dat is beter dan een systeem waarin iedereen geheel op eigen houtje zijn weg moet kiezen.
A B P
Een goed voorbeeld van een terrein waarop we mensen meer keuzevrijheid kunnen geven is de hoogte van de premie-inleg. De ene deelnemer heeft immers meer behoefte aan aanvullend pensioen dan de ander. Wie zijn huis helemaal heeft afgelost, heeft andere wensen dan iemand op wiens huis nog een forse hypotheek ligt. We zouden dus bij voorbeeld een minimuminleg kunnen introduceren - met een goede standaardkeuze voor wie geen eigen keuze kan of wil maken. Natuurlijk is ook hier transparantie noodzakelijk: deelnemers moeten goed kunnen overzien wat de gevolgen zijn van deze keuzes. De keuze van een beleggingsprofiel vind ik al een stuk ingewikkelder liggen. Ik geloof niet dat het verstandig is om deze keuzemogelijkheid verder uit te breiden. Uit onderzoek blijkt namelijk dat deelnemers niet altijd rationele keuzes maken bij het kiezen van beleggingen. Als het goed gaat in de markt zijn ze geneigd veel meer risico´s te nemen dan bij een dalende markt, ongeacht of dit voor hun eigen financiële situatie ook verstandig is. Samengevat moeten we gesprekken over een duurzaam en toekomstbestendig stelsel blijven voeren. Ook de AFM levert hier een bijdrage aan. Want voor ons is het klip-en-klaar: een goed beeld van wat je opbouwt als deelnemer is niet alleen vandaag belangrijk, maar juist ook morgen.' •
To e z i c h t
4 7
Om te voorkomen dat wij met zijn allen weer een te rooskleurig beeld van onze pensioentoekomst krijgen, moeten pensioenfondsen het hele verhaal vertellen. Ze moeten open en eerlijk durven communiceren. Dit betekent ook: de tegenvallers benoemen en uitleggen. Zodat deelnemers beter beseffen wat hen te wachten staat en zij daar in hun financiële planning rekening mee kunnen houden.' Overigens vindt Elderson dat de fondsen al wel de goede weg zijn ingeslagen. Daarbij vraagt het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK) dat per 1 januari 2015 wordt ingevoerd, nadrukkelijk van de pensioenfondsen dat zij meer inzicht geven in wat deelnemers kunnen verwachten. In dat FTK staat onder meer dat ze meer inzage moeten geven in het indexatiebeleid en het omgaan met mee- en tegenvallers. 'Hoe meer duidelijkheid aan deelnemers wordt gegeven, hoe beter dit is voor het vertrouwen in de fondsen.
Frank Elderson is sinds 1 juli 2011 directeur van De Nederlandsche Bank. Voor zijn toetreding tot de directie was Elderson divisiedirecteur Juridische zaken (2007) en afdelingshoofd Toezicht ABN AMRO (2006).
‘Onzekerheid en eventuele risico’s moeten klip-enklaar zijn’ Merel van Vroonhoven
We r e l d
‘In de economie draait alles om vertrouwen, onder meer in fi nanciële instellingen, zoals pensioenfondsen. In dat vertrouwen zit nu een diepe deuk. Dat die deuk zo diep is, komt onder meer doordat we voor de crisis een te rooskleurig beeld hadden van onze pensioentoekomst. Deelnemers realiseerden zich nauwelijks dat er naast vette ook magere jaren kunnen zijn. Dat besef is nu wel doorgedrongen. Zeker na de wettelijke herstelplannen die pensioenfondsen moesten maken en de daaruit soms voortvloeiende kortingen.
DNB
De crisis heeft alle spelers in de pensioenwereld opnieuw doordrongen van het belang van transparantie. Ook De Nederlandsche Bank zelf. We proberen zo transparant mogelijk te zijn. We publiceren onze toezichtsbegroting en -thema’s en leggen daarover verantwoording af. Ook proberen we open te communiceren over wat wij zien in de sector. In die openheid zijn we wel begrensd door de wet. En daar is ook
4 8
To e z i c h t
een goede reden voor, omdat fondsen zo namelijk vrijer zijn om alle noodzakelijke informatie te delen die wij nodig hebben voor goed toezicht. Dat vertrouwen kunnen wij dus niet zomaar schenden. Binnen onze wettelijke mogelijkheden zoeken we wel de grenzen op. Wij zijn transparanter dan in het verleden. Zo publiceren we eerder over boetes die we opleggen. Vroeger was het “we publiceren niet, tenzij”, nu staat in de wet “we publiceren wel, tenzij”. Wat we ook meer zijn gaan doen, is het aan de orde stellen van issues die we bij meerdere fondsen constateren. Dat doen we bijvoorbeeld via seminars en allerlei communicatiemiddelen. Soms laten wij onze tanden zien om pensioenfondsen tot meer openheid te bewegen. Zoals een jaar geleden, toen na een onderzoek van ons bleek dat een kwart van de pensioenfondsen geen inzage kon geven in de kosten van vermogensbeheer. Nadat we dreigden met boetes, gaven instellingen daarover meer openheid.
A B P
We r e l d
4 9
voorbeeld algemene “best practices” van fondsen die in onze ogen goed presteren. Ook willen we meer kerncijfers over pensioenfondsen gaan publiceren. Meer openheid over pensioenen is niet alleen een verantwoordelijkheid van pensioenfondsen maar van ons allemaal. We moeten met zijn allen het hele verhaal vertellen. Zo geloof ik dat we open moeten zijn over de noodzaak om het stelsel te veranderen, juist ook om in de toekomst een wereldwijd geprezen stelsel te behouden. Vanwege maatschappelijke trends – minder loopbanen bij één werkgever, doorzettende vergrijzing – zijn veranderingen aan ons wereldwijd hoog aangeschreven stelsel onvermijdelijk. Ik verwelkom daarom de Nationale Pensioendialoog. Het is belangrijk dat daarbij iedereen wordt gehoord, ook de jongeren. Ik hoop dat we daarbij geen heilige huisjes hebben en dat iedereen beseft dat het niet alleen maar rozengeur en maneschijn is. Uiteindelijk is Nederland gebaat bij een realistisch stelsel dat voor de lange termijn houdbaar is.’ •
Voor de toekomst ziet De Nederlandsche Bank mogelijkheden om transparantie van pensioenfondsen verder te bevorderen. Dit streven is belangrijk in onze visie op toezicht voor de komende vijf jaren. We kijken of we ook positieve feiten naar buiten kunnen brengen, bij-
‘We moeten het hele verhaal vertellen, ook de minder mooie dingen’ Frank Elderson
2 ANNA & FOOD
Lunch: Water: AH Gember & citroenmelisse water (flesje 250 ml). Salade van veldsla, komkommer en tomaat. Glutenvrije bagel
Anna heeft glutenintolerantie en dus eet ze zoveel mogelijk glutenvrij. Ze woont vlakbij Marqt en dus haalt daar vaak haar boodschappen. ‘Ik eet wat ik tegenkom.’
16.00 uur: Zelfgemaakte muffin: met muesli, banaan en bosbessen (te bereiden in de magnetron met ei, sojamelk, glutenvrij meel in een grote mok op de hoogste stand)
Ontbijt: Geitenroomkwark (Marqt) met verse bosbessen en perzik of nectarines. Thee: Tension Tamer Herbal Tea, Celestial Seasonings Tussendoor: Kinder Surprise ei, Ferrero. Koffie: Grande Latte Macchiato sugar free Vanilla Soya van Starbucks
b e e l d _ M A A R T E N
W I L L E M S T E I N
Diner: Zelfgemaakte soep: biologisch zeewierpasta / kelp noodles (toko). Miso pasta (Japanse smaakmaker) met avocado en boerenkool. Mix van pindakaas, zout, peper, water en olijfolie toevoegen Avond: Whisky (zonder ijs): Supernova, Ardbeg •
5 0
A B P
FEITEN & CIJFERS PENSIOENBEHEER ABP
Gemiddelde van bij CEM aangesloten internationale fondsen 2013: n.b. 2012: € 81 2011: € 80 2010: € 82 2009: € 73
25% Aandelen ontwikkelde markten
Kosten per deelnemer ABP 2013: € 89 2012: € 89 2011: € 90 2010: € 92 2009: € 92
Servicescore 2013: 2012: 2011: 2010: 2009:
n.b. 75 74 73 74
Gemiddelde van bij CEM aangesloten Nederlandse fondsen 2013: n.b. 2012: € 86 2011: € 87 2010: € 84 2009: € 83
Servicescore 2013: 2012: 2011: 2010: 2009:
n.b. 82 81 80 80
51
16% Staatsobligaties 14% Bedrijfsobligaties
Aantal actieve en gepensioneerde deelnemers (x 1.000) 2013: 1.889 2012: 1.897 2011: 1.893 2010: 1.890 2009: 1.868
Servicescore (maximum=100) 2013: n.b. 2012: 76 2011: 75 2010: 75 2009: 75
I n f o g r a p h i c
Kostentransparantie is nauw verbonden met goed pensioenbeheer, net als kostenbeheersing. Beide staan hoog op de agenda in de pensioenwereld; het gaat immers om pensioengeld van deelnemers. Onderstaande grafieken maken uitvoeringskosten, beheer- en prestatievergoedingen inzichtelijk, maar geven ook nadere uitleg over het beleggingsbeleid.
Uitvoeringskosten van pensioenbeheer (x 1.000) 2013: € 169.002 2012: € 168.567 2011: € 169.969 2010: € 173.598 2009: € 172.302
Kosten pensioenbeheer per deelnemer en servicescore
CEM wereldgemiddelde 2013: n.b. 2012: € 90 2011: € 88 2010: € 88 2009: € 82
We r e l d
Servicescore 2013: 89 2012: 90 2011: 89 2010: 89 2009: 89
9% Indexobligaties
9% Vastgoed
Uitvoeringskosten
8% Aandelen opkomende markten
Uitvoeringskosten van pensioenbeheer betreffen kosten die verband houden met communicatie met deelnemers, werkgevers- en gegevensbeheer, governance, financieel beheer en deelnemerstransacties. Deze transacties omvatten de betaling van de pensioenen, administratie van de pensioenopbouw, premie-inning en waardeoverdrachten. Het aantal deelnemers voor de berekening van de kosten per deelnemer is de som van het aantal actieve en gepensioneerde deelnemers. In vergelijking met de pensioenfondsen in de CEM-benchmark lagen de kosten voor pensioenbeheer per ABP-deelnemer in 2012 boven het benchmarkgemiddelde. Deze hogere kosten hangen samen met de complexiteit van de regeling en de doelstelling van het bestuur om met het serviceniveau tot de top van de pensioenwereld te behoren. Over 2013 bedragen de totale uitvoeringskosten van pensioenbeheer 89 euro per actieve of gepensioneerde deelnemer. Dit is gelijk aan 2012.
Waarin belegt ABP zijn vermogen? 5% Hedgefondsen
5% Private equity
3% Infrastructuur
3% Grondstoffen 2% Emerging markets debt
Beleggingscategorieën De keuze van de beleggingsmix is bepalend voor de omvang van de beleggingsrisico’s. De figuur laat de strategische verdeling zien over de categorieën in de beleggingsportefeuille.
1% Assetallocatie & Overlay
5 2
A B P
We r e l d
I n f o g r a p h i c
5 3
Totale vermogensbeheerkosten per beleggingscategorie
Vermogensbeheerkosten per beleggingscategorie 2013
Beheervergoedingen
Prestatievergoedingen
Alternatieve beleggingen bp 32,2 / € 930 mln.
Alternatieve beleggingen bp 27,7 / € 800 mln.
Alternatieve beleggingen bp 59,9 / € 1.730 mln.
Alternatieve beleggingen bp 57,3 / € 1.506 mln.
Aandelen bp 5,2 / € 151 mln.
Aandelen bp 3,3 / € 93 mln.
Aandelen bp 8,5 / € 244 mln.
Aandelen bp 6,8 / € 177 mln.
Vastrentende waarden bp 3,1 / € 90 mln.
Vastrentende waarden bp 0,9 / € 25 mln.
Vastrentende waarden bp 4,0 / € 115 mln.
Vastrentende waarden bp 4,2 / € 112 mln.
Overlay bp 2,4 / € 69 mln.
Overlay bp 0,0 / € 1 mln.
Overlay bp 2,4 / € 70 mln.
Overlay bp 3,4 / € 89 mln.
Inflatiegerelateerd bp 0,9 / € 24 mln.
Inflatiegerelateerd bp 0,0 / € 0 mln.
Inflatiegerelateerd bp 0,8 / € 24 mln.
Inflatiegerelateerd bp 0,9 / € 23 mln.
Totaal basispunten 43,8 / € 1.264 mln. Een basispunt (bp) is een honderdste procentpunt.
Totaal bp 31,9 / 919 mln.
Totaal kosten bp 75,6 / € 2.183 mln.
Totaal kosten bp 72,6 / € 1.907 mln.
Beheervergoeding bp 43,8 / € 1.264 mln. Prestatievergoeding bp 31,9 / € 919 mln.
Beheervergoeding bp 47 / € 1.233 mln. Prestatievergoeding bp 26 / € 674 mln.
Relatieve netto bijdrage (waar de prestatievergoeding over wordt betaald) bp 148 / € 4.262 mln.
Relatieve netto bijdrage (waar de prestatievergoeding over wordt betaald) bp 37 / € 978 mln.
Rendement van 1993 t/m december 2013 (cumulatief)
450 7,2%/jaar nominaal rendement
400
350
300 5,2%/jaar reëel rendement 250
200
3,25%/jaar prudent reëel rendement
150
Vergoedingen Rendement
100 1993
1996
1999
2002
2005
2008
2011
2013
2013 | 2012
Door een actief beleggingsbeleid is over 2013 een extra rendement van 1,48 procentpunt/48 basispunten behaald (2012: 0,37 procentpunt/37 basispunten). Dit komt overeen met 4,3 miljard euro (2012: 1,0 miljard euro).
De beheervergoeding bestaat uit de aan vermogensbeheer toegerekende kosten van het uitvoeringsbedrijf. De prestatievergoedingen zijn vergoedingen aan externe managers voor een meerjarige performance boven het (meerjarig) benchmarkrendement.
A B P
b e e l d _ A P P L U S
R T D
‘Mijn tas is best groot en ik heb er aardig wat spullen in: make-up, een haarborstel, elastiekje, flesje water, mijn paspoort, sleutels, mijn telefoon, wat pennen. Ook een laptop die ik Squishy noem, naar een visje in de animatiefilm Finding Nemo. Ik heb 'm altijd los in mijn tas. De camera ervan heb ik afgeplakt. Ik weet hoe makkelijk het is om binnen te komen. De oplader voor mijn iPhone zit standaard aan mijn laptop, zodat ik mijn telefoon altijd op kan laden. De oortjesindustrie verdient goed aan me. Ik raak die dingen altijd kwijt.
3 ANNA & X - R AY
Mijn pasjes en mijn geld heb ik los in mijn tas. Dat heb ik van mijn moeder geleerd. Ik ben opgegroeid in Rusland. In Moskou kunnen ze je portemonnee snel rollen, daarom heb ik er geen. Ik probeer wekelijks één of twee boeken te lezen. Zoals Bill Bryson’s ‘One Summer’ en ‘Introductory Econometrics’. Die laatste is voor mijn studie wiskunde. Daarom ook een notitieblok. Het is lastig om wiskundige aantekeningen te maken op een laptop. Dat ronde ding? Dat is een chocolade-ei met kindersurprise. Daar had ik toevallig zin in en ik heb er fijne herinneringen aan.’ •
01.0075.14.1
5 4
COLOFON W E R E L D
# 2 _ D E C E M B E R
ABP Wereld is het relatiemagazine van ABP Uitgever Stichting Pensioenfonds ABP Oude Lindestraat 70 6411 EJ Heerlen abp.nl
2 0 14 _T R A N S PA R A N T
Redactie APG Marketing, Communicatie en Distributie Bestuursbureau ABP
Tekst Joost Bijlsma, Hans-Maarten Dagelet, Gerhard Sluiter, André de Vos
Concept & realisatie Scripta Communicatie scripta.nl
Beeld Applus RTD, Maurits Giesen, Hilz & Verhoeff, Hollandse Hoogte, Stefan Laberer, Maarten Willemstein, Michael Wolf
Art director Matthijs Koppen matthijskoppen.nl
Lithografie Grafimedia Amsterdam Drukwerk Roto Smeets