Welzijn en
opvoedondersteuning in de buurt en altijd kansrijk
Newtonlaan 115, Postbus 3332, 3502 GH Utrecht Tel 030 - 298 34 34, Fax 030 - 298 34 37, www.mogroep.nl De Maatschappelijk Ondernemers Groep is de brancheorganisatie van Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang.
Gemeenten en welzijnsorganisaties hebben wat aan elkaar Preventie in plaats van repressie Geen gemeente wil bekend staan om jeugdoverlast en -achterstand. Waar tot voor kort nog voornamelijk repressief werd opgetreden, zetten gemeenten nu steeds meer in op preventie. Dat is de toekomst. Repressieve ingrepen door jeugdzorg, politie en justitie zijn ineffectief, duur en bezorgen gemeenten een negatief imago. Gemeenten willen problemen met jeugd voorkomen. Ze willen dat kinderen zich goed ontwikkelen, dat ouders meedoen, dat kinderen buiten kunnen spelen, dat buurten mee opvoeden en jongeren een schooldiploma halen en hun talenten ontwikkelen. Preventief jeugdbeleid, dichtbij, in de eigen buurt, helpt hierbij. Welzijn: partner in opvoeden Welzijnsorganisaties zijn uitvoerders van lokaal jeugd beleid en kunnen dat mede vormgeven. Hun deskundige professionals bieden programma’s in peuterspeelzaalwerk, kinderwerk, jongerenwerk en (school)maatschappelijk werk. Zij werken mee aan een optimaal opgroeiklimaat voor kinderen en jongeren met activiteiten en laagdrempelige opvoedondersteuning voor ouders. Samenwerking in plaats van verkokering Bij lokaal jeugdbeleid zijn veel partijen betrokken: gemeente, ouders, familie, buurt, kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs en politie. Allemaal met hun eigen rol. Welzijn is gewend om met al die partijen samen te werken. Welzijn heeft korte lijnen en goede samenwerkingsafspraken met consultatiebureaus, Bureaus Jeugdzorg en de GGZ. Welzijn werkt samen in buurtnetwerken, het onderwijs en de Zorgadviesteams, de Centra voor Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis. Die samenwerking is noodzakelijk voor een integrale aanpak. Welzijn verbindt partijen.
2
Opvoeden begint aan de basis In de basisvoorzieningen in de buurt Opvoeden begint bij de gewone dagelijkse dingen. Buurtbewoners ontmoeten elkaar in het wijkcentrum, de speeltuin, de peuterspeelzaal of de brede school waar ze terecht kunnnen voor advies, opvoed- of taalcursussen. Kinderen en jongeren spelen en leren daar, vinden er een eigen plek voor vrijetijdsbesteding en talentontwikkeling of kunnen er terecht om problemen te bespreken. Allemaal basisvoorwaarden voor opgroeien, mede geboden in de pedagogische basisvoorzieningen van welzijn in de eigen buurt. Nog vóór er problemen zijn De professionals van welzijnsorganisaties werken in de basisvoorzieningen, lopen op straat en komen bij de mensen thuis. Als ze problemen signaleren, schakelen ze het sociale netwerk in. Ze geven advies aan ouders en indien nodig kortdurende ambulante hulp aan kind, jongere en gezin. Altijd gericht op het versterken van de eigen kracht. Signalen voor actie zijn: een kind dat een achterstand in taal of gedrag heeft of dreigt te krijgen, een jongere die spijbelt of zich teruggetrokken gedraagt, die te veel op straat hangt en overlast geeft of anderszins over de schreef gaat. Welzijn signaleert problemen en pakt ze vroegtijdig aan. Vér voor de jeugdzorg, politie of justitie in beeld komen. Welzijn medicaliseert niet, criminaliseert niet en is laagdrempelig. Welzijn is van de preventie, signalering en vroeghulp. Vanaf de jongste jaren Welzijn draagt in verschillende leeftijdsstadia en leefdomeinen bij aan de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren. In een doorgaande leef- en leerlijn. Welzijn kent de bewoners. Dat is de grondslag voor het preventief kunnen werken van welzijn. Welzijn groeit mee met kinderen van 0 tot 4 jaar, kinderen van 4 tot 10 à 12 jaar en jongeren van 10 à 12 plus.
3
Kinderen van 0 tot 4 jaar Leefdomein: thuis of in de opvang. Kleine kinderen willen spelen. Ze ontwikkelen zich en leren de taal. Welzijn biedt peuterspeelzalen (vaak in combinatie met het consultatiebureau), maatschappelijk werk en opvoedprogramma’s. Noodzakelijke voorzieningen voor kinderen en ouders die geen gebruik maken van de kinderopvang. Samen met ander wijkgericht aanbod is dat steeds vaker onder één dak te vinden bij de Brede School. • A lle peuters en kleuters kunnen zich spelenderwijs ontwikkelen in de peuterspeelzalen. Zo vroeg mogelijk, met en zonder achterstand, van diverse afkomst. Dat bevordert integratie en buurtsamenhang. Ouders ont moeten elkaar. Kinderen leren van elkaar. • Peuterspeelzalen signaleren taal- of ontwikkelingsachterstand. Ze krijgen ook signalen door van het consultatiebureau, en in de toekomst van het CJG. • Peuters en kleuters met taalachterstand krijgen vroeg- en voorschoolse educatie (vve) die de achterstand wegwerkt. • Ouders krijgen opvoedondersteuning en advies aangeboden. Ook actief outreachend. In ouderontmoetingen, cursussen of opvoedspreekuren. Moeders kunnen op taalcursus en soms zelfs een opleiding volgen, op stage of werken, waardoor ze beter integreren. Peuterspeelzalen kunnen ouders doorverwijzen naar maatschappelijk werk, met gezinsgerichte programma’s, eigen kracht bijeenkomst of schuldhulp. Doel is: eigen kracht van gezinnen versterken.
Een zwerm vliegen in één klap Peuters Nordin en Samia gingen eerst naar VVE-peuterspeelzaal Het Speelrijk van Stichting Peuterspeelzalen Arnhem (SPA). De leidsters spreken wekelijks met de ouders en betrekken hen zo bij de ontwikkeling van hun kind. Ook thuis. Toen ze drie jaar en negen maanden waren, stroomden Nordin en Samia door naar de Voorschoolgroep van Het Speelrijk en basisschool het Mozaïek in Arnhem. Daar zingen ze dezelfde vertrouwde liedjes uit het taalstimuleringsprogramma Puk & Ko. Goed voorbereid gaan ze straks naar de basisschool. Ondertussen heeft Amal, de moeder van Samia, de kans gegrepen om als assistent-peuterleidster bij SPA werkervaring op te doen. Ze heeft haar diploma Sociaal Pedagogisch Werk 3 gehaald, daarmee een omslagpunt in haar leven bewerkstelligd: haar eigenwaarde is vergroot, isolement is doorbroken en ze kan in haar eigen inkomen voorzien. Amal kon tijdens haar opleiding de aanvullende taalcursus volgen, een assertiviteitstraining, een cursus ‘verantwoord omgaan met je geld’ en een sollicitatietraining doen. Er is geen betere inburgering denkbaar. Directeur Ton Biesta van SPA: “De vrouwen ervaren op de speelzaal hoe belangrijk het is dat ze de taal beheersen. Ze hebben te maken met andere ouders, regels en normen. Hun wereld wordt groter, ze breiden hun netwerk uit. Je ziet ze zelfstandiger worden.” Amal kan haar eigen kinderen nu veel beter begeleiden in hun schoolcarrière en opvoeding in de Nederlandse maatschappij. Daar hebben de kinderen veel baat bij!
4
5
Kinderen van 4 tot 10 à12 jaar Leefdomein: thuis, op school, in de opvang, op straat in de buurt, op sport of muziek. Lokaal is er de (brede) school met het ZAT en het CJG. Welzijn speelt hierin een cruciale rol. Voor sommige kinderen is er buitenschoolse opvang, muziekles en de sportvereniging. Voor kinderen die dit niet van thuis door hun ouders aangeboden krijgen, biedt jeugdwelzijn naschoolse activiteiten, huiswerkbegeleiding, een jeugdhonk, buurthuis, sport en spel op straat. • K inderen en jeugd tot 10/12 jaar krijgen een veilige plek. Welzijn vangt basisschoolkinderen en tieners op na school, met mogelijkheden voor spelen, clubs, huiswerkbegeleiding en taallessen. Dat laatste ook voor ouders. • Kinderen worden in beweging gebracht. Welzijn organiseert sportactiviteiten rond trapveldjes en dansactiviteiten in het buurthuis. Kinder- en jongerenwerkers leren zo de jeugd in de buurt nog beter kennen. Bewegen draagt bij aan een gezondere leefstijl. • Kinderen worden geholpen als ze aan de zijlijn staan en krijgen verantwoordelijkheid. Onder andere via sport met spelregels, gedragsregels en gestelde grenzen. Welzijn leidt jeugd toe naar algemene sport- en cultuurvoorzieningen, kent de weg naar subsidies voor sport en maakt combinaties: eerst huiswerk, dan sport. • Jeugd wordt gebonden aan de buurt. Betrokken zijn bij de eigen buurt, met name in de leeftijdscategorie 10-14 jaar (de kritieke overgangsleeftijd van basis- naar voortgezet onderwijs), helpt jongeren op het juiste pad te blijven. • Buurtbinding wordt versterkt in de Brede School. Welzijn is een belangrijke partner in de Brede School, waarin het kind centraal staat en kinderen én ouders samen komen, in de buurt. Het biedt gelijke onderwijskansen en brede sociale ontwikkeling. Een laagdrempelige buurtfunctie voor opvoeding, ontmoeting en onderwijs. • Kinderen en ouders kunnen in deze basisvoorzieningen van welzijn terecht met hun problemen. Ouderschap kan onder druk staan door problemen met schulden, gezondheid, huisvesting, scholing, werk, relatie en verslaving. Die context én de mogelijkheden van kind en gezin staan centraal. Maatschappelijk werk is partner in het CJG en het ZAT en biedt laagdrempelige oplossingen, in de eigen omgeving, met een integrale aanpak. Doel is: versterken van de eigen kracht van gezinnen.
De Speelkamer van Alcander in Heerlen Bas is soms onzeker. Hij vindt het moeilijk om contact te leggen. Hij reageert soms agressief, heeft moeite met luisteren en tja… regels… Mina is juist erg verlegen. De school wees hun ouders op de Speelkamer. Kinderen met gedragsproblemen leren daar spelenderwijs hoe het anders kan. Twee keer per week worden leuke begeleide activiteiten aangeboden: speurtochten doen en teamspellen spelen, collages maken over ruzie maken, op bezoek bij de groenteboer, kinderboerderij, of samen eten. De ouders worden nauw betrokken. De begeleiders houden contact met de ouders, bespreken de vorderingen en geven tips en adviezen. Alle ouders van de speelkamerkinderen wordt de cursus Opvoeden en Zo! aangeboden tijdens het traject. Bas heeft in die negen maanden Speelkamer geleerd om te zeggen wat hij voelt. Hij is nu rustiger op school. Samen met zijn ouders pakken ze het ook thuis beter aan. Mina is minder bang en heeft zelfs een vriendinnetje overgehouden aan de Speelkamer. Er is ook contact tussen de school en de begeleiders van de Speelkamer over de vorderingen en gedragingen van het betreffende kind.
6
7
Jongeren vanaf 10 à 12 jaar Leefdomein: minder in gezin, meer op straat. Jongeren willen hangen, flaneren, kletsen, leren, bewegen, dansen, talenten ontwikkelen, een eigen plek, een betaalde (bij)baan. Voor jongeren is er de (brede) school met het ZAT en de sportvereniging. Veel ouders regelen zelf sport- en muziekactiviteiten voor hun kind. 15-20% is afhankelijk van het aanbod van de gemeente. Welzijn biedt vrijetijdsaanbod, huiswerkbegeleiding, coaching, (jeugd) maatschappelijk werk, schuldhulp en toeleiding naar opleiding of werk. • W elzijn is actief in het méé opvoeden binnen en buiten het gezin. De maatschappelijk werker komt achter de voordeur, biedt ondersteuning, psychosociale hulp, huisvestingshulp en schuldhulp. Op straat zijn er jongerenwerkers. In de school schoolmaatschappelijk werkers en jongerenwerkers. Ze dragen bij aan het voorkomen van schooluitval, via inloopspreekuren, coachings- en maatjestrajecten en via deelname aan het ZAT. Ze helpen bij toeleiding naar werk. • Jongeren willen graag een steun in de rug. Inzet van jongerenwerkers werkt. Ze kennen de jongerencultuur, spreken hun taal, kennen als geen ander de netwerken de hangplekken, valkuilen en problemen die bij deze leeftijdsgroep horen. • Jongerenwerk biedt begeleide vrijetijdsbesteding, in het buurthuis of een jeugdhonk, gericht op talentontwikkeling (of het nu muziek, dans, sport of techniek is) en omgangsvormen. • Jongerenwerkers signaleren beginnende problemen op school en op straat en pakken die aan. Ze combineren hard met zacht, straf met hulp. Grijpen jeugd in de kraag, maar bieden ook een luisterend oor en perspectief of een nieuwe kans iets van het leven te maken. Altijd gericht op empowerment. Ze zijn coach en mentor, buurtpedagoog en rolmodel. • Jongerenwerkers doen buurtbemiddeling tussen jeugd en buurtbewoners, en betrekken jongeren daarbij. Ze helpen overlast voorkomen.
Voetbalproject Doelbewust, welzijnsorganisatie Divers Het Bossche voetbalproject ‘Doelbewust’ bestaat nu vier jaar. ‘Doelbewust’ is uitgerold over de hele stad ’s-Hertogenbosch waar nu 9 teams actief zijn en 90 jongeren bij het project betrokken zijn. Risicojongeren met grenzeloos gedrag, moeilijk aanspreekbaar, met weinig respect voor autoriteit, gaan sporten voor gedragsverbetering. Talenten worden bevorderd en benut op een stimulerende wijze. Voetbal is het smeermiddel. Moussa: ‘Ik had niks met regels en zo, maar ik ben wel voetbalgek. Nu zit ik in een team. Alsof we een profclub zijn. We doen dit samen, en als ik te laat ben of afspraken niet nakom, lig ik eruit en heeft het team ook een probleem. Ik coach nou nieuwe jongens en leer hun ook dat je soms echt verder komt met discipline, respect en regels.” Deelname is niet vrijblijvend maar wel vrijwillig. Het aanleren van sociale vaardigheden is de rode draad in het project. De jongeren spreken elkaar aan op gedrag, zowel positief als negatief en corrigeren en helpen elkaar. Minimaal tien maal per seizoen worden thema’s besproken op het gebied van gezondheid, seksualiteit, drugs, pesten, voeding en politiek. In de wijken waar het project al langer loopt is overlast verminderd, zijn schoolresultaten verbeterd en is de betrokkenheid en participatie van jongeren, ouders, school, buurtbewoners en politie toegenomen. Doelbewust was in 2009 Winnaar van de Hein Roethofprijs.
8
9
Jeugdwelzijn en het Centrum voor Jeugd en Gezin Opvoedondersteuning wordt ook gegeven vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Bij deze algemene voordeur kunnen alle ouders en jeugd aankloppen voor informatie, advies en hulp bij opvoeden en opgroeien. Het CJG kan niet zonder jeugdwelzijn in de wijk. Jeugdwelzijn levert het opvoedingsondersteuning aanbod vanuit de basisvoorzieningen en de buurtnetwerken die rond het CJG liggen: de speelzaal, de brede school, de wijk, de straat. Daar worden beginnende problemen gesignaleerd en wordt de eerste vroeghulp geboden. Jeugdwelzijn is er in de praktijk vooral voor die ouders en jeugd die klem zitten, minder kansen hebben, niet deelnemen en meedoen, geen vragen stellen, die afglijden en een steun in de rug kunnen gebruiken. Dit betreft die ouders, jeugd en jongeren die niet zo snel zelf het CJG zullen binnenlopen.
Preventief lokaal jeugdbeleid
Colofon
Goed preventief lokaal jeugdbeleid vereist: • echte betrokkenheid van de gemeente bij jeugd en buurten, en vertrouwen in de preventieve kracht van (jeugd)welzijnswerk in de buurt • actieve, innovatieve, alerte welzijnsorganisaties • korte directe lijnen tussen welzijnorganisaties en de wethouders Wmo, jeugd, wijken, sociale zaken en sport • inbreng van jeugd • ruimte voor jeugd en jongeren: accommodaties, sportvelden, speelplaatsen, brede stoepen • structurele investering in lokaal jeugdwelzijn en in de snelle korte vroeghulp door: - voldoende basisvoorzieningen en aanbod van basisactiviteiten - voldoende aanbod van lichte ambulante hulp - goed opdrachtgeverschap en effectmeting door gemeente - goed geschoolde welzijnsprofessionals • verplichte samenwerking tussen partners in het lokale veld, inclusief het CJG • goede afspraken over directe door- en terugverwijzing naar en van de tweede lijn (= de zorg), zonder tussenkomst van Bureau Jeugdzorg • een heldere financiering van preventie, vroeghulp en zorg • gemeentelijke regie, ook over het vrijwillige kader van de Jeugdzorg.
Welzijn en opvoedondersteuning in de buurt en altijd kansrijk
Oplage 13.000
Uitgave MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening Newtonlaan 115 Postbus 3332 3502 GH Utrecht telefoon: 030 - 298 34 34 e-mail:
[email protected] www.mogroep.nl/welzijn
Bestelwijze Bij MOgroep W&MD, per e-mail of via de website, met vermelding van titel en brochurenummer WMDB0039. ISBN 978 90 5568 261 4 NUR 752 Utrecht, mei 2010
Tekst MOgroep W&MD Vormgeving Vormers, Utrecht Fotografie Wilbert van Woensel, Amsterdam Foto p.9 Voetbalproject Doelbewust De foto’s in deze publicatie zijn bedoeld als illustratie. De afgebeelde personen hebben geen directe relatie met het onderwerp.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de MOgroep. Bij overname is bronvermelding verplicht.
Goed preventief jeugdbeleid voorkomt verloedering, overlast door jongeren, criminaliteit, schooluitval, onveiligheid, achterstanden, brandjes blussen. Het bevordert prettig wonen en welzijn voor burgers.
10
11