Welzijn 2.0 Over ONTWIKKELING, ontplooiing en het verheffen van mensen
@ www.groenlinksBREDA.nl
Welzijn2.0.indd 1
6-6-2011 22:34:36
inLEIDING In 2009 publiceerde het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks het rapport ‘Banen of Barbecues’. In de publicatie werd het wijkbeleid geanalyseerd aan de hand van de casus Kanaleneiland. De conclusies waren stuitend. Het wijkbeleid ging gebukt onder een projectenziekte, met te weinig samenhang en focus. Er werd teveel nadruk gelegd op sociale cohesie en te weinig op het verbeteren van individuele achterstandposities. Het rapport was herkenbaar. Was sociale cohesie in Breda ook niet het toverwoord dat alle problemen moest oplossen? Is ook in Breda de aanpak van maatschappelijke achterstanden niet te veel wijkgericht? En moesten we in Breda eigenlijk ook niet schoorvoetend erkennen dat we al decennialang beleid inzetten op dezelfde gebieden en groepen, zonder dat de problemen verdwijnen? Ja, was het antwoord. De welzijnsmachine hapert. Het is tijd voor nieuwe vormen en nieuwe gedachten. Om die nieuwe gedachten te ontwikkelen, hebben we actief de samenwerking gezocht met de werkgroep Zorg en Welzijn van GroenLinks Breda. Met mensen die werkzaam zijn in de sector. Wat opviel was de grote betrokkenheid bij het thema. Wat opviel was dat binnen instellingen als ‘Wij’ de noodzaak van innovatie niet alleen erkend werd, maar ook in de praktijk wordt gebracht. Dat stemt optimistisch. ‘Welzijn 2.0’ beschrijft de kaders van het welzijnsbeleid zoals GroenLinks dat in Breda voor ogen heeft. Een modern welzijnsbeleid dat oplossingen biedt op de problemen van vandaag. Zonder betutteling, met respect voor mensen. Een speciale vermelding verdient het boek ‘De Kunst van het Stijgen’, waarin Heinz Schiller op inspirerende wijze de tekortkomingen van het huidige welzijnsbeleid beschrijft en oplossingen aandraagt. En dank aan vernieuwingsdenker John Beckers, die het boek warm heeft aanbevolen. Selçuk Akinci Adel Koger
Gunstig bijeffect van bezuinigingen is dat we ook eens naar onszelf moeten kijken. Wat kunnen wij, los van overheidssteun, zelf doen voor burgers die onderaan de maatschappelijke ladder staan? Volgens mij heel veel. Het wordt tijd dat we dat eens gaan doen. Heinz Schiller Directeur Doenja Dienstverlening
Welzijn2.0.indd 2
6-6-2011 22:34:36
WELZIJN 2.0 Het welzijnsbeleid is zich de afgelopen decennia meer
Ontwikkeling
en meer gaan richten op probleemgroepen in de sa-
Een welzijnsbeleid dat zich meer richt op talentontwik-
menleving en lijkt daarbij het zicht op de kansen van
keling en kansenmaximalisatie kan niet om het onder-
individuele mensen uit het oog verloren te hebben.
wijs heen. Maar onderwijs is meer dan alleen wat er
GroenLinks wil het welzijnsbeleid radicaal vernieuwen.
binnen de vier muren van een school gebeurt. Met de
De verheffing van mensen, het helpen emanciperen
invoering van het Brede Scholenconcept is het onderwijs-
van kansarmen moet weer centraal komen te staan.
veld in Breda nu al actief bezig met het zoeken van ver-
Niet het verzachten van problemen van een hele groep,
bindingen met andere onderdelen van de samenleving.
maar het maximaliseren van de kansen van het indi-
Dat proces moet nog echter verder verstevigd worden.
vidu moet de focus zijn van een nieuw, vooruitstrevend
Niet alleen elke basisschool, ook elke (reguliere) mid-
welzijnsbeleid in Breda.
delbare school, of het nu het VMBO is of het Gymnasium, moet een brede school willen worden. Een school waarin
GroenLinks wil toe naar een welzijnsbeleid dat de
buitencurriculaire activiteiten georganiseerd worden ter
verbetering van de positie van kansarmen als centraal
ontplooiing van de leerlingen. En een school die actief de
uitgangspunt neemt. Kansarmoede moet niet als col-
deuren opent voor andere Bredanaars om nieuwe kennis
lectief probleem worden benaderd. Er zijn specifieke
op te doen.
factoren die het individu belemmeren om te stijgen op de maatschappelijke ladder. Niet de buurtbarbecue of het
Leren is leuk. Of zou dat in ieder geval moeten zijn. He-
pleinfeest, maar onderwijs en arbeid zijn de instrumen-
laas is er een groep leerlingen die het om wat voor reden
ten die mensen economisch en sociaal kunnen emanci-
ook niet kan bijbenen op school. Zij lopen het risico op
peren. Dat vraagt om vergaande ontschotting binnen de
schooluitval. Vroegtijdige signalering en speciale leer-
gemeentelijke organisatie. Beleidsvelden als onderwijs,
werktrajecten moeten voorkomen dat deze groep de boot
welzijn en reïntegratie moeten niet langer gezien worden
mist en straks niet meer kan aanhaken. Juist voor deze
als aparte beleidsveld, maar moeten in elkaar vervloeien.
groep moeten we extra moeite doen om talenten te ontdekken en tot bloei te brengen. Maar ook op latere leeftijd
Wie naar de cijfers kijkt kan niet anders dan concluderen
moet leren uitdagend blijven.
dat er wijken zijn waarop op sociaal-economische indicatoren aanmerkelijk lager gescoord wordt dan gemiddeld.
‘Een leven lang leren’ moet niet alleen een leuke slogan
Uit onderzoek blijkt dat een wijk of buurt in een nega-
zijn, maar actief in de praktijk gebracht worden. Een
tieve spiraal terecht komt wanneer meer dan een derde
samenleving die continu werkt aan talentontwikkeling.
van de inwoners in sociaal-economische achterstand
Door kennisverbreding op de werkplek bijvoorbeeld, via
leeft. Dan wordt kansarmoede ineens wel een collectief
interne masterclasses en workshops. En door instel-
probleem waar nauwelijks meer aan te ontsnappen valt.
lingen die hun kennis actief ontsluiten aan iedereen die
Deze wijken hebben extra aandacht nodig. In deze wijken
daar behoefte aan heeft. Door culturele participatie, door
moet extra inzet gepleegd worden op de ontwikkeling
sport of actieve kunstbeoefening. Een kennissamen-
en ontplooiing, vooral van kinderen. Zij mogen niet de
leving is een samenleving waarin jong en oud kennis
erfgenaam worden van de situatie van hun ouders.
delen, blijven ontdekken en elkaar leren leren.
GroenLinks en haar visie op de mens GroenLinks heeft vertrouwen in mensen. Mensen willen het liefst voor zichzelf zorgen, zonder afhankelijk zijn van hun sociale omgeving of de overheid. Desondanks is niet iedereen in staat zonder hulp door het leven te gaan. Lichamelijke, psychische of sociale belemmeringen kunnen mensen hinderen in hun eigen ontplooiing. Zij hebben korte of langere tijd hulp nodig om hun eigen kracht te (her)ontdekken. Mensen die deze hulp echt nodig hebben, hebben daar simpelweg recht op. Tegelijk vindt GroenLinks dat wat je zelf kunt, je ook zelf moet doen. Dat is duidelijk en eerlijk. | WELZIJN 2.0 | JUNI 2011 | 3
Welzijn2.0.indd 3
6-6-2011 22:34:36
Zorg en hulpverlening verantwoordelijkheidsTRAP
bij subsidieverstrekking eisen gesteld worden rondom het vrijwilligersbeleid.
Breda hanteert in haar beleid de verantwoordelijkheidstrap. Bij de bovenste trede kan een Bredanaar voor
Om voldoende vrijwilligers te houden kunnen we volop
zichzelf zorgen. Daaronder komt de trede waarop mensen
gebruik maken van de geboortegolf. Jonge ouderen, die
voor elkaar kunnen zorgen, de overheid kan dat wellicht
na hun pensioen nog best actief willen blijven op een
faciliteren. Daarna volgt de trede waarop de Bredanaar
terrein waar hun interesse ligt. Daarnaast, zo blijkt uit
gebruik maakt van collectieve voorzieningen. De overheid
onderzoek, willen jongeren ook best vrijwilligerswerk
participeert dan. Op de onderste trede is er professionele
doen. De aard van dit werk moet wellicht projectma-
inzet nodig. De overheid voert dit zelf uit of regisseert die
tiger liggen. Eén baan voor het leven is, net zo als één
uitvoering.
vrijwilligersklus voor het leven, voor de meesten niet meer aantrekkelijk. Dit vraagt een andere manier van werven en ondersteunen van vrijwilligers. De gemeente-
Mensen die hoog op de verantwoordelijkheidstrap staan,
lijke verantwoordelijkheid ligt bij het ondersteunen van
kunnen zelfstandig en met elkaar werken aan hun ont-
vrijwilligersorganisaties in het werk. Bijvoorbeeld door
plooiing en aan de oplossing van hun eigen problemen.
het organiseren van kennisverbreding en -verdieping,
Maar er zijn ook lagere treden met mensen die tijdelijk
maar soms ook gewoon door het beschikbaar stellen van
of langdurig te veel beperkingen hebben om alles zelf te
faciliteiten of financiën.
kunnen doen of op te lossen. Zij hebben recht op adequate zorg en hulp.
Dienstverlening
Voor een deel kan dit met mantelzorg of vrijwilligers,
Movisie heeft in opdracht van het Ministerie van Volks-
maar veelal moet dit worden aangevuld met profes-
gezondheid, Welzijn en Sport uitgangspunten voor de
sionele hulpverlening. Deze hulp moet gericht zijn op
kwaliteitseisen van dienstverlening opgesteld.
activering en op het wegnemen van zoveel mogelijk belemmeringen. Dus geen verantwoordelijkheid uit
• respectvol bejegenen;
handen nemen, maar leren die verantwoordelijkheid zo
• eigen regie versterken;
veel mogelijk zelf aan te kunnen. Zorg en hulpverlening
• integraal benaderen;
moeten mensen motiveren en prikkelen.
• ontwikkelingsgericht ondersteunen;
• resultaatgericht ondersteunen.
Vrijwilligers en mantelzorg De gedachte van de ‘civil society’ gaat uit van een breed netwerk van zorg in de directe omgeving. Maar mantelzorg kan ook te zwaar worden. Dan zijn voorzieningen nodig om de mantelzorgers te ondersteunen of te ontlasten. Dat kan door sommige taken over te laten nemen door professionals. Maar vaak biedt ook het tijdelijk overnemen van verantwoordelijkheden door vrijwilligers een oplossing, zodat de mantelzorger even vrij is voor ontspanning, zoals een vakantie. In Breda zijn veel mensen vrijwilliger, op allerlei gebied. Sommige organisaties draaien geheel op vrijwilligers en andere gebruiken deze vrijwilligers om het werk van de professional te verlichten en/of de dienstverlening aan klanten te verbeteren/vermenselijken. Binnen een organisatie moet een duidelijk vrijwilligersbeleid ontwikkeld worden. Verantwoordelijkheden moeten duidelijk gescheiden worden, de vrijwilliger moet volwaardig ingebed worden in de organisatie. Voor GroenLinks kunnen
4 | WELZIJN 2.0 | JUNI 2011 |
Welzijn2.0.indd 4
6-6-2011 22:34:37
werk en inkomen Helaas kan niet iedereen zijn hele leven zelf in zijn inkomen voorzien. Er blijft een groep, die door psychische, lichamelijke of sociale omstandigheden moeite heeft met de eigen inkomenvoorziening. Dan is een uitkering een vangnet. Voor GroenLinks geldt daarbij dat iedereen die kan werken ook moet werken. Als dat niet direct op het eigen interessegebied lukt, dan moet dat maar even op een ander terrein. Uitkeringen zoals de WWB of WW zijn bedoeld als vangnet voor die mensen die tijdelijk echt geen werk kunnen vinden. Werk blijft immers de beste garantie voor economische onafhankelijkheid. Voor mensen die ondanks alle inspanningen langdurig afhankelijk zijn van een uitkering is er het armoedebeleid. Een groot deel van dit armoedebeleid moet gericht zijn op kinderen. Het gemeentelijke beleid moet er voor zorgen dat zij niet de dupe worden van de armoede van hun ouders. Deze kinderen moeten juist uitgedaagd worden in hun ontwikkeling, ter bevordering van kansenmaximalisatie. Reïntegratie Reïntegratie wordt nu als instrument gehanteerd bij de WBB, WW, Wajong en WIA om mensen weer naar werk te leiden. Vaak worden dure trajecten ingekocht bij reïntegratiebedrijven die de afgelopen decennia als paddestoelen uit de grond schoten. De commercie zag dat er veel te verdienen was in deze tak van sport. Het Rijk bekostigde deze activiteiten ruimhartig. Tegelijk werd er niet of nauwelijks op effectiviteit gecontroleerd, maar slechts op de aantallen trajecten. Trajecten werden daarmee geen middel, maar een doel op zich. GroenLinks ziet reïntegreren als economisch en sociaal emanciperen. Werken is dan de meest effectieve reïntegratie. Dus geen trajecten, maar werk. Dat betekent een groot offensief naar alle werkgevers in Breda en omgeving. Dat vraagt om banen, stageplekken en leerwerktrajecten, al dan niet gecombineerd met begeleiding. Voor de groep mensen die nog op grote afstand van de arbeidsmarkt staat is als eerste vooral zorg, hulpverlening en/of activering nodig. Activering kan voor de één een cursus zijn en voor de ander een paar uurtjes vrijwilligerswerk. Voor iedereen geldt dat voor een succesvolle reïntegratie het idee van talentontwikkeling bovenaan staat. Het ontwikkelen van een gevoel van eigenwaarde en vertrouwen in de eigen competenties en mogelijkheden. Dat vraagt om maatwerk en individuele klantbenadering en om een cultuurverandering bij de klantmanagers
| WELZIJN 2.0 | JUNI 2011 | 5
Welzijn2.0.indd 5
6-6-2011 22:34:37
inburgering en diversiteit Inburgering
terecht kunnen met onze vragen. Dat vraagt om het in
De huidige inburgeringsindustrie faalt. Inburgering
huis halen van specifieke kennis over diverse groepen in
vraagt om een onorthodoxe aanpak, die niet net als nu
de samenleving. Om een divers personeelsbestand dus
van mensen verlangt te weten wat ze moeten doen als
dat een betere afspiegeling vormt van de samenleving.
de buren een houten ooievaar in de tuin hebben staan,
In het beleid rond subsidies, tenders en aanbestedingen
maar die mensen helpt succesvol de taal te leren en werk
moet de gemeente aanvullende voorwaarden opnemen
te vinden. Culturele integratie vindt niet plaats in een
die deze verandering stimuleert: de uit te keren subsidies
klaslokaal vol nieuwkomers, maar op de werkvloer en het
naar de reguliere organisaties moeten afhankelijk wor-
schoolplein. Inburgering moet weer leuk worden, moet
den gesteld van de mate waarin zij in staat zijn om ook
mensen motiveren en uitdagen. Dat vraagt niet om een
de vragen van de allochtone burgers te beantwoorden.
theoretische benadering, maar juist om een praktische invulling.
Het is te betreuren dat de meeste welzijnsorganisaties nog steeds ‘te wit’ zijn. Bij diverse zelfhulporganisaties
Het onderzoek ‘Werk maken van inburgering’ van de Re-
zit veel kennis over specifieke etnisch-culturele sub-
kenkamer van Den Haag (2009) toont aan dat het volgen
groepen in de samenleving. Die mag niet verloren gaan
van een inburgeringstraject geen enkele invloed heeft op
en moet beschikbaar komen binnen de reguliere instel-
het sneller krijgen van een baan of het krijgen van een
lingen. Daar waar reguliere instellingen nog niet in staat
betere baan. Dat wil niet zeggen dat een taal leren niet
zijn de benodigde expertise in huis te halen, moeten zij
kan helpen, maar dan wel gecombineerd met de praktijk
actief samenwerken met de aanwezige organisaties op
van alle dag. Werkgevers moeten daar een ondersteu-
etnische grondslag. Deze samenwerking moet op termijn
nende rol in spelen.
leiden tot samengaan.
Diversiteit
Van aanbieders vraagt dit een cultuuromslag op strate-
Een nieuwe visie op welzijn vraagt ook om een nieuwe
gisch niveau, vanuit het besef dat een breder pakket van
blik op het gemeentelijk diversiteitsbeleid. In de afgelo-
dienstverlening noodzakelijk is om als welzijnsorgani-
pen decennia is het diversiteitsvraagstuk in Breda altijd
satie te blijven bestaan. En dat dit bredere pakket alleen
gedefinieerd langs etnisch-culturele lijnen. Terwijl dit
vruchtbaar weggezet kan worden als het personeelsbe-
vraagstuk veel breder is: ook mensen met een lichamelij-
stand een afspiegeling vormt van de diverse doelgroe-
ke of verstandelijke beperking komen dagelijks obstakels
pen.
tegen die participatie in de samenleving lastig maken. Net zoals er ook onder groepen als jeugd en ouderen speciale behoeften zijn. Dat vraagt om een integrale benadeling van het thema diversiteit. Elk beleidsveld, elke organisatie in de stad moet zich ten volle bewust worden van de diversiteit in de samenleving. Diversiteit vraagt niet om een apart beleid, maar vraagt om ‘inclusief beleid’. Consequentie van deze nieuwe benadering is dat het niet langer vanzelfsprekend is om allochtone zelforganisaties automatisch te financieren. Deze organisaties komen voort uit de doelgroep zelf en richten zich ook redelijk eenzijdig op een bepaalde etnische groep. In de afgelopen decennia hebben deze organisaties absoluut hun meerwaarde bewezen in het emancipatieproces, net zoals dat eerder het geval was met de verzuiling. Dit beleid past echter niet meer in deze tijd. De reguliere welzijnsinstellingen moeten deze rol over gaan nemen. We zijn tenslotte allemaal burgers in dezelfde stad en moeten dus allemaal ook bij de gevestigde instanties
6 | WELZIJN 2.0 | JUNI 2011 |
Welzijn2.0.indd 6
6-6-2011 22:34:37
tot slot Innovatie Het welzijnsveld staat voor een grote uitdaging. Meer verantwoordelijkheid voor mensen zelf, professionele, klantgerichte ondersteuning wanneer nodig en een benadering die zich richt op de ontplooiing en emancipatie van mensen. Dat vraagt om andere competenties van hulpverleners. Welzijnsinstellingen moeten werken aan productvernieuwing en kwaliteitsverbetering en moeten worden aangesproken op de meetbare resultaten van hun werk. Deze uitdaging kan alleen slagen als de spelers in het welzijnsveld meer gaan samenwerken. De gemeente heeft daarbij een regisserende rol. Zij moet ervoor zorgen dat de inwoners, instellingen en organisaties kunnen excelleren. Ten slotte Een nieuw welzijnsbeleid vraagt om een forse omslag in het denken. In een paradigmaverandering waarbij het individu, zijn de capaciteiten, mogelijkheden en behoeften het uitgangspunt vormen van trajecten. Een beleid dat confectie-oplossingen verruilt voor maatwerk. En dat zich niet meer richt op het wegpoetsen van problemen aan de oppervlakte, maar op het verwijderen van fundamentele barrières die mensen hinderen in hun eigen ontwikkeling en ontplooiing. Dat nieuwe denken staat nog in de kinderschoenen en is een verantwoordelijkheid voor iedereen binnen het welzijnsveld tot ver daarbuiten. Of het nu beleidsmakers, bestuurders, professionals of vrijwilligers zijn. Maar bovenal vergt een nieuwe aanpak flexibiliteit van alle instanties en medewerkers.
uitgave Fractie GroenLinks Breda Stadserf 1 4811 XS Breda tel. 076-5294052
[email protected] www.groenlinksbreda.nl Juni 2011 Deze notitie is tot stand gekomen in samenwerking met de leden van de themagroep Zorg en Welzijn van GroenLinks Afdeling Breda: Hans de Haan, Maria van der Kerkhoff, Kathinka Minzinga, Ben Taffijn, Femke Staelens en Els van Tetering.
| WELZIJN 2.0 | JUNI 2011 | 7
Welzijn2.0.indd 7
6-6-2011 22:34:37
Welzijn2.0.indd 8
6-6-2011 22:34:37