Welkom bij de belijdenisdienst in de Grote Kerk van Papendrecht 27 maart 2016
Voorganger: Ds. P.J. Teeuw Ouderling van dienst: Dhr. J.A. Korteland Organist: Dhr. A.C. Teeuw Koster: Dhr. J. Rietveld
Belijdenis van het geloof wordt afgelegd door: Maartje Adriana Cornelia Janna Witmont Huibert Albert Teeuw Reinier van Uden Geert Theodoor Lindhout
“HOUD IN GEDACHTEN DAT JEZUS CHRISTUS UIT DE DODEN IS OPGEWEKT”
Inleidend orgelspel Zingen van Paasliederen 1. Gezang 53: 1 (NH-Bundel 1938) Wees gegroet, gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis, bij Wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is! Heere Jezus, Trooster aller smarten, Zon der wereld, schijn in onze harten, deel ons Zelf de voorsmaak mee, van der zaal’gen sabbatsvreê. 2. Lied 86 (Uit aller mond) Christus, onze Heer’, verrees halleluja! Heil’ge dag na angst en vrees halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja! Bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja!
Prijst nu Christus in ons lied, halleluja, Die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, Die aanvaardde kruis en graf, halleluja, en aan zondaars ’t leven gaf, halleluja
3. Gezang 440 vers 1 en 3 (Liedboek voor de Kerken 1973) Ik heb de vaste grond gevonden waarin mijn anker eeuwig hecht: de dood van Christus voor de zonden, van eeuwigheid als grond gelegd. Die grond zal onverwrikt bestaan, als aarde en hemel ondergaan.
Daarop wil ik gelovig bouwen, getroost, wat mij ook wedervaart; mij aan Gods vaderhart vertrouwen, wanneer mijn zonde mij bezwaart. Steeds vind ik daar opnieuw bereid oneindige barmhartigheid.
4. Lied 88: 1 en 3 (Uit aller mond) U zij de glorie, opgestane Heer’ U zij de victorie, nu en immermeer! Vol van licht en luister daalt de engel af en verbreekt de kluister van ’t verwonnen graf.
Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer’, Redder van de Zijnen; twijfel nu niet meer. Zie Zijn aanschijn blinken als de morgenzon, laat uw lied weerklinken: “Christus overwon!”
Refrein: U zij de glorie, opgestane Heer’ U zij de victorie, nu en immermeer!
Refrein: U zij de glorie, opgestane Heer’ U zij de victorie, nu en immermeer!
De handdruk 1 Stil gebed2 Votum en groet 3 Zingen: Psalm 118 vers 11 en 12 11. De steen, dien door de tempelbouwers Veracht'lijk was een plaats ontzegd, Is tot verbazing der beschouwers, Van God ten hoofd des hoeks gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen, Door 's HEEREN hand alleen geschied; Het is een wonder in onz' ogen; Wij zien het, maar doorgronden 't niet. 1
de ouderling van dienst geeft de predikant een hand en wenst hem Gods zegen toe een ieder bidt in stilte om een zegen voor deze kerkdienst 3 votum betekent “wijding”. De dienst wordt aan God gewijd. De dominee vraagt of God onze Hulp wil zijn. In de groet worden wij door God Zelf gegroet 2
12. Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Isrels God geheiligd heeft; Laat ons verheugd, van zorg ontslagen, Hem roemen, Die ons blijdschap geeft. Och HEER’, geef thans Uw zegeningen; Och HEER’, geef heil op dezen dag; Och, dat men op deez' eerstelingen Een rijken oogst van voorspoed zag. Lezing van de Wet des Heeren Zingen: Psalm 25 vers 3 3. Denk aan't vaderlijk meêdogen, HEER´, waarop ik biddend pleit; Milde handen, vriend'lijk' ogen, Zijn bij U van eeuwigheid. Sla de zonden nimmer gâ, Die mijn jonkheid heeft bedreven; Denk aan mij toch in genâ, Om Uw goedheid eer te geven. Gebed 4 Schriftlezing: Lukas 24: 1-12 en 2 Timotheüs 2: 1-95 Lukas 24: 1-12 De opstanding 1 En op de eerste dag van de week gingen zij, heel vroeg in de morgen, naar het graf en brachten de specerijen mee die zij gereedgemaakt hadden, en sommigen gingen met hen mee. 2 Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf. 3 En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. 4 En het gebeurde toen We bidden om de hulp van de Heilige Geest bij het lezen van de Bijbel en voor de preek. Ook doen we voorbede voor de nieuwe lidmaten, de zieken, degenen die het moeilijk hebben enz 5 een gedeelte uit de Bijbel wordt nu gelezen 4
ze daarover in twijfel waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende gewaden. 5 En toen zij zeer bevreesd werden en het gezicht naar de grond bogen, zeiden die tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden? 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinner u hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was: 7 De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. 8 En zij herinnerden zich Zijn woorden. 9 En toen zij teruggekeerd waren van het graf, berichtten ze dit alles aan de elf discipelen en aan alle anderen. 10 En het waren Maria Magdalena, Johanna en Maria, de moeder van Jakobus, en de anderen die bij hen waren, die dit tegen de apostelen zeiden. 11 En hun woorden leken hun kletspraat en zij geloofden hen niet. 12 Maar Petrus stond op en snelde naar het graf en toen hij zich vooroverboog, zag hij alleen de linnen doeken liggen. En hij ging weg en verwonderde zich over wat er gebeurd was. 2 Timotheüs 2: 1-9 Strijd en lijden 1 U dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade die in Christus Jezus is. 2 En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen. 3 Lijd verdrukkingen als een goed soldaat van Jezus Christus. 4 Niemand die in het leger dient, wordt verwikkeld in de zaken van het levensonderhoud, opdat hij hem kan behagen die hem voor de krijgsdienst aangenomen heeft. 5 En ook als iemand aan een wedstrijd deelneemt, krijgt hij geen krans als hij de spelregels niet in acht heeft genomen. 6 De landbouwer die zware arbeid verricht, moet als eerste in de vruchten delen. 7 Denk na over wat ik zeg, maar laat de Heere u inzicht geven in alle dingen. 8 Houd in gedachten dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het nageslacht van David, overeenkomstig mijn Evangelie. 9 Daarvoor lijd ik verdrukkingen en draag zelfs boeien als een misdadiger. Maar het Woord van God is niet gebonden. Collecte 6
6
Tijdens het voorspel krijgt een ieder gelegenheid geld – gaven- te geven voor een diaconaal doel
Zingen: Psalm 77 vers 7 en 8 7. 'k Zal gedenken, hoe voor dezen Ons de HEER´ heeft gunst bewezen; 'k Zal de wond'ren gadeslaan, Die Gij hebt van ouds gedaan; 'k Zal nauwkeurig op Uw werken En derzelver uitkomst merken; En, in plaats van bitt're klacht, Daarvan spreken dag en nacht. 8. Heilig zijn, o God, Uw wegen; Niemand spreek' Uw hoogheid tegen; Wie, wie is een God als Gij, Groot van macht en heerschappij? Ja, Gij zijt die God, Die d' oren, Wond'ren doet op wond'ren horen; Gij hebt Uwen roem alom Groot gemaakt bij 't heidendom.
Preek 7 over: 2 Timotheüs 2: 8a: 'HOUD IN GEDACHTEN DAT JEZUS CHRISTUS UIT DE DODEN IS OPGEWEKT' Amen 8
In onze diensten staat de preek centraal. Het is uitleg en toepassing van het gelezen Bijbelgedeelte, zodat het Woord van God ook klinkt in onze tijd en we eraan gehoor zullen geven 8 In deze dienst klinkt steeds het woord “amen”. Het betekent: het is vast en zeker. Met dit woord betuigt de gemeente instemming met wat haar van God gezegd wordt: het is waar, laten we er gehoor aan geven. 7
Zingen: Psalm 105 vers 3 3. Vraagt naar den HEER´ en Zijne sterkte, Naar Hem, Die al uw heil bewerkte; Zoekt dagelijks Zijn aangezicht; Gedenkt aan 't geen Hij heeft verricht, Aan Zijn doorluchte wonderdaân; En wilt Zijn straffen gadeslaan. Lezen van het bevestigingsformulier Gemeente des Heeren, enige broeders en een zuster verlangen nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus. Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn. In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus’ gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten.
Beantwoording van de vragen De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u broeders en zuster, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen: Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere en in de Heilige Geest? Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lid van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk? Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de Hervormde Gemeente, die deel uitmaakt van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en het lezen van de Heilige Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus? Wat is daarop uw antwoord? Maartje Adriana Cornelia Janna Witmont Huibert Albert Teeuw Reinier van Uden Geert Theodoor Lindhout Antwoord: Ja.
Opneming onder de belijdende leden Uit kracht van uw doop en als gevolg van uw persoonlijke belijdenis van het geloof, verklaren wij u, in de gemeenschap van de Kerk van Christus, tot belijdende leden van de Protestantse Kerk in Nederland en nodigen u tot de tafel des Heeren. De God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten. Hem zij de kracht in alle eeuwigheid. Amen (1 Petrus 5: 10 en 11) Zingen door de nieuwe lidmaten: Psalm 17 vers 3 3. Ik zet mijn treden in Uw spoor, Opdat mijn voet niet uit zou glijden; Wil mij voor struikelen bevrijden, En ga mij met Uw heillicht voor. Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten, Omdat G', o God, mij altoos redt, Ai, luister dan naar mijn gebed, En neig Uw oren tot mijn klachten Toezingen (staande): Psalm 17 vers 4 (gewijzigd) 4. Maak Uwe weldaân wonderbaar, Gij, Die Uw kind'ren wilt behoeden Voor 's vijands macht en vrees'lijk woeden, En hen beschermt in 't grootst gevaar. Wil hen Uw bijstand niet onttrekken; Uw zorg bewaak' ze van omhoog; Bewaar z' als d' appel van het oog; Wil hen met Uwe vleug´len dekken. Toespraak
Lezen van het slot van het formulier Geliefde broeders en zuster in de Heere, nu u door uw belijdenis in alle voorrechten van het lidmaatschap van de Kerk van Christus delen mag, bedenkt te allen tijde dat u medeburgers van de heiligen bent en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de hoeksteen is; in Hem wordt ook u mede gebouwd tot een woonstede van God in de Geest (Efeze 2: 19-22) Gemeente van Jezus Christus, nu u de belijdenis van deze broeders en zuster hebt gehoord en hun toelating tot het Heilig Avondmaal hebt vernomen, bevelen wij hen aan in uw liefde en zorg, als leden, die met ons één zijn in de Heere. Gedenk de woorden van onze Heere Jezus Christus: Een nieuw gebod geef ik u dat u elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb, dat u ook elkander liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat u discipelen van Mij zijt, indien u liefde hebt onder elkander. (Johannes 13: 34 en 45) Belijden van ons christelijk geloof: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden, opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; van waar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof een heilige, algemene christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vleses; en een eeuwig leven. Amen. Dankgebed Almachtige en getrouwe God, die beloofd hebt Uw kerk op aarde in stand te zullen houden en die in Uw liefde ook deze broeders en zuster hebt geroepen U te belijden en te dienen, wij bidden U: vermeerder in hen de genade van de Heilige Geest, opdat zij mogen toenemen in het geloof en trouw mogen blijven in de liefde tot U. Heere Jezus, grote Herder, wil ook deze schapen van Uw kudde veilig leiden en, als zij ooit
verschrikt mochten worden door verzoeking en vervolging, hun zwakke krachten sterken en hen bewaren, dat zij niet afdwalen. Behoed hen en ons allen, opdat wij eenmaal na volbrachte strijd mogen ingaan in de vreugde van Uw Koninkrijk, om met allen die Uw Naam belijden, U te loven en te dienen in heerlijkheid. Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen. Slotzang (staande): Psalm 68 vers 10 10. Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, Met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; Wie zou die hoogste Majesteit Dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, Ons 't eeuwig, zalig leven; Hij kan, èn wil, èn zal in nood, Zelfs bij het naad'ren van den dood, Volkomen uitkomst geven. Zegenbede 9
De predikant geeft ons namens God de zegen mee. Deze bede is een vaste wens en belofte van God, die geloofd wil worden: Hij gaat met ons mee. 9
Na de dienst: - u/jij krijgt de gelegenheid om de nieuwe lidmaten, die zich voor de preekstoel zullen opstellen, de hand te drukken. - bij het verlaten van de kerkzaal wordt nog een collecte gehouden om deze kerkdiensten te kunnen blijven houden.