Leren in Antwerpen
Les
1
2
3
4
5
Wegwijs in het Vlaamse onderwijs Over de structuur van het onderwijs 90
Minuten
10 tot 20 Ouders
Opgelet
Deze les heeft een voorbereiding nodig
Beginsituatie Indien de deelnemers nog geen module volgden (samen), kan u best kiezen voor de kennismaking ter inleiding. Taalniveau De ouders dienen een basisniveau Nederlands te hebben. In deze les zijn volgende taalcompetenties essentieel: • Verbale vaardigheden • Leesvaardigheden Kennis over onderwijs De ouders hoeven geen voorafgaande kennis rond onderwijs te bezitten.
Didactisch materiaal • Laptop of PC waarop Microsoft powerpoint werd geïnstalleerd, voorzien van internetverbinding of DVD-lezer • Affiche 1.1 Structuur van het onderwijs • Affiche 1.2 Structuur van het kleuteronderwijs • Affiche 1.3 Instapdata • Affiche 1.4 Structuur van het lager onderwijs • Bijlage 1.1 Woordkaarten (kleuteronderwijs, lager onderwijs, basisonderwijs, secundair onderwijs) en woordpijlen “start leerplicht” en “einde leerplicht” • Bijlage 1.2 DVD Klasse Kleuterparticipatie filmpje 1: ‘Een vlieg in de kleuterklas’ (13’ 22’’) OF online video: http://www.youtube.com/watch?v=ITyDGa1aBt4) • PowerPointpresentatie bij les 1 • White board markers (4 kleuren: blauw, rood, groen, zwart) • Pritt Poster Buddies (verwijderbare en herbruikbare kneedlijm)/plakband • Rode en groene antwoordkaarten • Post-its • Balpennen
Doelstellingen 1.1 De ouders weten dat in Vlaanderen de leerplicht geldt 1.2 De ouders kennen de structuur van het Vlaamse onderwijs 1.3 De ouders weten wanneer hun kind mag starten in de kleuterschool 1.4 De ouders weten waarom het belangrijk is dat hun kind naar de kleuterschool gaat 1.5 De ouders kennen de toelatingsvoorwaarden voor het instappen in het eerste leerjaar 1.6 De ouders weten hoe/waar/wanneer ze hun kind moeten aanmelden in een Antwerpse school 1.7 De ouders weten wanneer scholen een kind mogen weigeren en wanneer niet 1.8 De ouders weten dat kinderen die geen Nederlands spreken ook welkom zijn in het Vlaams onderwijs 1.9 De ouders weten dat er naast gewoon onderwijs ook het buitengewoon onderwijs bestaat voor kinderen met een beperking
Voorbereiding Geef deze les bij voorkeur in de periode van september tot december Bel voor je les naar de Helpdesk Aanmelden. De Helpdesk is te bereiken via het gratis nummer 0800 62 185 of stuur een mail naar
[email protected] en vraag volgende zaken: • Wanneer vallen de instapdata voor dit en volgend schooljaar? • Wanneer vallen de eerstvolgende aanmeldperiodes? • Welke kinderen kunnen er tijdens de eerstvolgende aanmeldperiodes aangemeld worden? • Wie behoort er tot de voorrangsgroep? • Wanneer organiseren de scholen “schoolbezoeken”? Lees de bijlage voor lesgevers om voldoende voorbereid aan de les te beginnen.
Bronnen Decreet basisonderwijs www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=12254 Omzendbrief ‘Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon basisonderwijs’ www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13126 Klasse voor ouders www.klasse.be/ouders
lesverloop 1. Kennismaking 2. Verwachtingen en voorkennis polsen 3. Structuur van het Vlaamse onderwijs 4. Structuur basisonderwijs 4.A Kleuteronderwijs 4.B Lager onderwijs 5. Leerplicht 6. Inschrijven in het Antwerpse basisonderwijs 6.A Eerst aanmelden 6.B Moet een school mijn kind inschrijven? 7. Mijn kind spreekt geen Nederlands 8. Buitengewoon onderwijs 9. Achtergrondinformatie bij les 1
1. Kennismaking 5 minuten
Elkaar voorstellen Verdeel de deelnemers in duo’s. De deelnemers krijgen 2 minuten tijd om zich aan elkaar voor te stellen (voornaam, aantal kinderen, hobby’s, eventuele job …). Hierna stelt deelnemer A deelnemer B voor aan de groep en andersom.
2. verwachtingen en voorkennis polsen • •
Post-its Balpennen
5 minuten
Leg de deelnemers uit dat deze sessie gaat over de structuur van het basisonderwijs in Vlaanderen. Vraag de deelnemers wat ze te weten willen komen tijdens deze sessie. Geef elke deelnemer evenveel post-its als het aantal kinderen dat hij/zij heeft. Op deze post-its schrijven de deelnemers de naam van hun kind en de leeftijd van dit kind (per kind 1 post-it). De post-its worden verzameld op één vlak of muur. De deelnemers vertellen of hun kinderen al naar school gaan en, als ze reeds naar school gaan, in welke kleuterklas/welk leerjaar hun kind zit.
1
3. Structuur van het Vlaamse onderwijs • • •
(doelstellingen 1.1 en 1.2)
Affiche 1.1 Structuur van het onderwijs Bijlage 1.1 Woordkaarten en pijlen White board markers: zwart, rood, groen, blauw
15 minuten
Verdeel de groep in 3 gelijke delen. Hang de affiche 1.1 “Structuur van het onderwijs’”aan een muur OF Projecteer slide 2 -14 van PowerPointpresentatie bij les 1
1.1 STRUCTUUR VAN HET VLAAMSE ONDERWIJS
2 2,5 3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Leeftijd
In Vlaanderen moeten alle kinderen les krijgen vanaf begin september van het jaar waarin ze 6 jaar worden tot 18 jaar. Dit noemen we de leerplicht. Let op: kinderen die na 30 juni 18 jaar worden, moeten maar les krijgen tot 30 juni van het jaar waarin ze 18 worden. Tijdens de leerplicht moeten kinderen leren, maar naar school gaan is niet verplicht. Je kan je kind ook thuis les laten volgen. In Vlaanderen geldt dus de leerplicht, maar geen schoolplicht.
Duid op de affiche 1.1 “Structuur van het onderwijs” aan wanneer de leerplicht start en wanneer deze eindigt door hier de woordkaarten “start leerplicht” en “einde leerplicht” bij te hangen.
Neem Bijlage 1.1 “Woordkaarten en pijlen” Leg de verschillende woordkaarten (1.1.a-b-c-d) door elkaar op tafel en leg bij elke woordkaart de white board marker van dezelfde kleur: 1.1.a. kleuteronderwijs: groen 1.1.b. lager onderwijs: blauw 1.1.c. basisonderwijs: zwart 1.1.d. secundair onderwijs: rood Laat de deelnemers per woordkaart bepalen welke leeftijdsgroep er bij het desbetreffende onderwijsniveau hoort. Met de stiften duiden de deelnemers deze leeftijdsgroepen aan op de affiche. Hang de woordkaarten met de Pritt Poster Buddies bij de bijbehorende leeftijdsgroep op de affiche. Elke deelnemer neemt zijn post-its terug van het vlak/de muur waarop deze werden verzameld en plakt deze bij het juiste onderwijsniveau. Corrigeer indien nodig.
2
4. Structuur van het basisonderwijs (doelstelling 1.3) Het Vlaamse basisonderwijs kan je opsplitsen in 2 delen, namelijk het kleuteronderwijs en het lager onderwijs. Dit houdt in dat je kleuterscholen hebt waar enkel kleuteronderwijs gegeven wordt, dat je lagere scholen hebt waar enkel lager onderwijs gegeven wordt en dat je basisscholen hebt waar zowel kleuter- als lager onderwijs gegeven wordt. Volgens het ideale traject gaat een kind vanaf de leeftijd van 2,5 jaar tot 12 jaar naar de basisschool. Een schooljaar start steeds in september en loopt tot en met juni. In juli en augustus heeft elke school een zomervakantie en kan je kind dus niet naar school. Daarnaast zijn er nog andere vakantiedagen waarop de school gesloten is en geen opvang voorziet voor de leerlingen. Deze vakantiedagen staan steeds in het schoolreglement.
4.a Kleuteronderwijs • Affiche 1.2 “Structuur van het kleuteronderwijs” • Bijlage 1.2 DVD Klasse “Kleuterparticipatie” of online video: http://www.youtube.com/ watch?v=ITyDGa1aBt4) • Rode en groene antwoordkaarten 15 minuten
Hang de affiche 1.2 “Structuur van het kleuteronderwijs” aan de muur OF projecteer slide 15 van de PowerPointpresentatie bij les 1.
1.2 STRUCTUUR VAN HET KLEUTERONDERWIJS
3de kleuterklas 2de kleuterklas 1ste kleuterklas instapklas
Het gewone kleuteronderwijs is, volgens het ideale traject, bedoeld voor kinderen vanaf de leeftijd van 2,5 jaar en loopt tot 1 september van het kalenderjaar waarin ze 6 jaar worden. Het kleuteronderwijs bestaat uit een instapklas (ook wel peuterklas of speelklas genoemd), een 1ste kleuterklas, een 2de kleuterklas en een 3de kleuterklas. (OPGELET! een peuterklas is niet hetzelfde als een peutertuin) Als er alleen kinderen van hetzelfde geboortejaar in eenzelfde klas zitten, dan wordt er gesproken van jaarklassen. De meeste scholen delen hun klassen in per geboortejaar. Sommige scholen kiezen er voor om kinderen van verschillende leeftijden in dezelfde klas te zetten. In dit geval wordt er gesproken van leefgroepen.
3
Stellingenspel kleuteronderwijs Deel aan elke ouder een rode en een groene kaart uit. De ouders steken een rode kaart in de lucht wanneer ze denken dat het antwoord op de vraag fout is en een groene kaart als ze denken dat het antwoord juist is.
Stelling 1: (doelstelling 1.3) Als mijn kind 2,5 jaar oud is, dan kies ik zelf op welk moment tijdens het schooljaar mijn kind naar school begint te gaan Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)
Hang affiche 1.3 “Instapdata” aan de muur OF projecteer slide 16 van de PowerPointpresentatie bij les 1.
Kleuters die nog geen 3 jaar oud zijn, mogen op 7 momenten van het schooljaar starten, volgens de zogenaamde instapdata. Dit zijn de instapdata: • de 1ste schooldag van september • de 1ste schooldag na de herfstvakantie • de 1ste schooldag na de kerstvakantie • de 1ste schooldag van februari • de 1ste schooldag na de krokusvakantie • de 1ste schooldag na de paasvakantie • de 1ste schooldag na Hemelvaartsdag Je kind mag naar school vanaf de eerste instapdatum nadat dat je kind exact 2 jaar en 6 maanden oud geworden is. Vanaf de 3de verjaardag van je kind hoef je geen rekening meer te houden met de instapdata. Als je kind 3 jaar oud is, kan het dus op elk moment tijdens het schooljaar starten in het kleuteronderwijs.
Voorbereiding: Bel voor je infosessie naar de Helpdesk Aanmelden voor de exacte instapdata. De Helpdesk is te bereiken via het gratis nummer 0800 62 185 of stuur een mail naar
[email protected]
Stelling 2: (doelstelling1.4) In het kleuteronderwijs spelen kinderen alleen maar, ze leren er nog niets.
4
Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)
In het kleuteronderwijs leren kinderen • taalvaardigheden (Nederlands: luisteren naar verhalen, nieuwe woorden gebruiken, zelf iets vertellen) • praktische vaardigheden (zoals knippen, tekenen, binnen de lijntjes kleuren) • sociale vaardigheden (zoals samen spelen, speelgoed delen, samenwerken) Daarnaast leren de kinderen ook opdrachten te begrijpen en uit te voeren, wat hen voorbereidt op het lager onderwijs.
Neem bijlage 1.2 DVD Klasse “Kleuterparticipatie” Filmpje 1 “Een vlieg in de kleuterklas” OF online video: http://www.youtube.com/watch?v=ITyDGa1aBt4) Bekijk samen met de deelnemers het filmpje Bespreek wat de deelnemers is opgevallen/bijgebleven.
COVER DVD
Differentiatie: Afhankelijk van de groep die je begeleidt, is het interessant om het filmpje op te delen (door te pauzeren) en tussentijdse vragen te stellen.
4.b Lager onderwijs • •
Affiche 1.4 “Structuur van het lager onderwijs” Rode en groene antwoordkaarten
20 minuten
Hang de affiche 1.4 “structuur van het lager onderwijs” aan de muur OF Projecteer slide 17 van de PowerPointpresentatie bij les 1
1.4 STRUCTUUR VAN HET LAGER ONDERWIJS
6de leerjaar 5de leerjaar 4de leerjaar 3de leerjaar 2de leerjaar 1ste leerjaar Naamloos-5 4
21/08/2015 11:33:55
Na het kleuteronderwijs gaan kinderen in Vlaanderen naar het lager onderwijs. Volgens het ideale traject starten kinderen op de eerste schooldag van september van het kalenderjaar waarin ze 6 jaar oud worden (bv. kinderen die 6 jaar oud worden in januari, maar ook kinderen die pas 6 jaar oud worden in december). Het lager onderwijs duurt 6 jaar.
5
Differentiatie: Aan de sterkere ouders kan je meegeven dat de eerste twee leerjaren behoren tot de eerste graad, het derde en het vierde leerjaar tot de tweede graad en de laatste twee jaren tot de derde graad
Zeg aan de ouders dat je opnieuw een stelling zal voorlezen en dat ze moeten antwoorden met een rode of groene kaart.
Stelling 3: (doelstelling1.5) Het is de eerste schooldag van september van het kalenderjaar waarin mijn kind 6 jaar oud wordt, mijn kind mag sowieso naar het eerste leerjaar van het lager onderwijs. Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)
Normalerwijze start een kind in het eerste leerjaar in september van het jaar waarin het 6 jaar oud wordt, als het ook voldoet aan de zogenaamde toelatingsvoorwaarden: • ofwel moet je kind in kwestie het voorbije schooljaar (de 3de kleuterklas) minimaal 220 halve dagen aanwezig geweest zijn in een erkende Nederlandstalige kleuterschool; • ofwel moet je kind toelating krijgen van de klassenraad van de lagere school om te starten in het eerste leerjaar. De klassenraad is een vergadering met de directeur, de leerkrachten en de zorgleerkrachten, die beslissingen neemt over de kinderen. Net als in de kleuterschool leren kinderen in de lagere school praktische vaardigheden, sociale vaardigheden (hoe ze best omgaan met klasgenoten) en taalvaardigheden (spreken, beginnend lezen en beginnend schrijven). Vanaf het 1ste leerjaar leren de kinderen lezen, schrijven, rekenen; leren ze over de wereld, hoe je het best kan leren en hoe je met de computer kan werken.
Stelling 4: Alle kinderen moeten verplicht naar school gaan van 3 jaar tot 18 jaar. Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)
6
Leerplicht is de plicht om onderwijs te volgen en is vastgelegd door de wet. Een kind kan zowel op school als thuis onderwijs volgen. De leerplicht start pas op de eerste schooldag van september in het kalenderjaar dat je kind 6 jaar oud wordt (bv. kinderen die 6 jaar oud worden in januari, maar ook kinderen die pas 6 jaar oud worden in december). De leerplicht eindigt als je kind 18 jaar oud is of op 30 juni van het jaar waarin je kind 18 wordt (als het na 30 juni verjaart). Als je kind leerplichtig is, heb je een briefje van een dokter nodig om aan te tonen dat je kind ziek is en dus niet naar school kan komen.
Stelling 5: Mijn kind moet niet naar de kleuterschool gaan, maar het is beter voor hem of haar om zoveel mogelijk naar school te gaan. Antwoord: Juist (de groene kaarten zijn juist)
Je kind moet niet elke dag aanwezig zijn in het kleuteronderwijs tot de eerste schooldag van september in het kalenderjaar dat je kind 6 jaar oud wordt. Het is echter aan te raden dat je kind zoveel mogelijk naar de kleuterschool gaat, zodat hij of zij de vaardigheden goed onder de knie krijgt die hem of haar voorbereiden op het lager onderwijs.
Laat de deelnemers telkens stemmen of ze akkoord gaan met de stelling of niet. Pas zelf de data aan volgens het kalenderjaar waarin de sessie wordt gegeven.
Stelling 6: Joris wordt 4 jaar in april 2015, hij is leerplichtig vanaf september 2015. Antwoord: Fout, hij moet pas in september 2017 verplicht onderwijs krijgen
Stelling 7: Karima wordt 6 jaar in februari 2015, ze is leerplichtig vanaf september 2015. Antwoord: Juist (groene kaarten zijn juist)
Stelling 8: Salih wordt 6 jaar in november 2015, hij is leerplichtig vanaf september 2015 (ook al is hij dan nog maar 5 jaar oud). Antwoord: Juist (groene kaarten zijn juist)
7
6. Inschrijven in het Antwerpse basisonderwijs
(doelstelling 1.6)
6.a eerst aanmelden 10 minuten
Als je je kind wil inschrijven voor een kleuterschool, een lagere school of een basisschool in Antwerpen of een Antwerps district, dan kan je je kind best eerst aanmelden voor de school of de scholen die jou het meest aanspreken. Je kan zelf kiezen voor hoeveel scholen je je kind wil aanmelden, maar zorg dat je best minimaal 5 scholen kiest. Hoe meer scholen je kiest, hoe groter de kans op een plekje in een school. Elk aanmeldjaar heeft een vast verloop:
Projecteer indien u beschikt over een computer met beamer slide 18 van de PowerPointpresentatie bij les 1
•
Voorrangsperiode: tijdens deze periode kunnen kinderen aangemeld worden voor de school waar al een broer/zus zit of waar één van de ouders werkt.
•
Aanmelding van alle andere kinderen, ook van kinderen die van school willen veranderen.
•
Je krijgt een brief waarin staat of en in welke school je kan gaan inschrijven.
•
Je neemt contact op met de school waar je je kind kan inschrijven en maakt een afspraak om je kind effectief in te schrijven.
•
Je gaat je kind inschrijven in de school. Hierbij moet je op school je handtekening zetten op de leerlingenfiche van je kind.
Informeer je als lesgever voor de les! Vraag telkens volgende zaken na: • Wanneer vallen de eerstvolgende aanmeldperiodes? • Welke kinderen kunnen er tijdens de eerstvolgende aanmeldperiodes aangemeld worden? • Wie behoort er tot de voorrangsgroep? • Wanneer organiseren de scholen “schoolbezoeken”? • Hiervoor neem je best een kijkje op de website http://www.meldjeaan.antwerpen.be of neem je telefonisch contact op met de Helpdesk Aanmelden via het gratis nummer 0800 62 185 of door een e-mail te sturen naar
[email protected].
8
6.b Moet een school mijn kind inschrijven?
(doelstelling 1.7)
10 minuten
Stelling 9: Een school mag mijn kind weigeren omdat hij/zij geen Nederlands spreekt. Antwoord: Fout (de rode kaarten zijn juist)
Stelling 10: Een school mag mijn kind weigeren omdat hij/zij een andere godsdienst heeft. Antwoord: Fout (de rode kaarten zijn juist)
Stelling 11: Een school mag mijn kind weigeren omdat de klas volzet is. Antwoord: juist (de groene kaarten zijn juist)
Stelling 12: Een school mag mijn kind weigeren omdat hij/zij soms nog in zijn/haar broek plast. Antwoord: Fout (de rode kaarten zijn juist)
Projecteer indien u beschikt over een computer met beamer slide 19 van de PowerPointpresentatie bij les 1
In België is onderwijs een basisrecht. Dat wil zeggen dat iedereen recht heeft op onderwijs. Een school kan en mag dus in principe niet weigeren een kind in te schrijven. Er zijn enkele uitzonderingen. Een school mag weigeren een kind in te schrijven als: • de school volzet is; • de ouder niet akkoord is met het pedagogische project*; • de ouder weigert om het schoolreglement* te ondertekenen; • de school je kind niet voldoende begeleiding kan geven als het een zorgbehoefte heeft, • het kind niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden (zie eerder in deze les).
9
Differentiatie: Je kan de woorden pedagogisch project, schoolreglement en draagkracht verder verduidelijken als hier nood aan is. Als je voelt dat de deelnemers nood hebben aan herhaling, herhaal dan de toelatingsvoorwaarden voor het kleuter- en lager onderwijs.
Informeer de deelnemers! Indien een school een kind onterecht weigert, dan neemt de ouder best contact op met het Lokaal Overlegplatform (LOP) basisonderwijs Antwerpen of met de Commissie Leerlingenrechten. Verwijs hen door naar de Helpdesk Aanmelden (0800 62 185 of
[email protected]) om aan de contactgegevens van de LOP-deskundige te geraken.
Differentiatie: Indien de ouders voorbeelden nodig hebben, kunnen de casussen hieronder gebruikt worden. 1.5 Casussen Je zoont is 6 jaar oud. Je wil het in het eerste leerjaar van de lagere school inschrijven, maar het kind kan nog niet zo goed Nederlands. a. De school mag weigeren om je zoon in te schrijven. b. De school moet je zoon inschrijven, maar zal hem een verplicht taaltraject laten volgen. c. De school moet je zoon inschrijven.
Je zoon is 3 jaar. Hij wil dolgraag naar de kleuterschool van z’n vriendjes, maar kan nog niet op het potje. a. De school mag je zoon weigeren omdat hij nog niet zindelijk is. b. De school moet je zoon inschrijven.
10
Je dochter is in december 6 jaar geworden en kan vanaf september naar de lagere school gaan. Jij wil haar echter nog een jaartje in de kleuterschool laten zitten, omdat ze volgens jou nog niet helemaal rijp is voor het eerste leerjaar. a. De school mag je kind weigeren in de kleuterschool. b. De school moet je kind inschrijven indien jij dat wil, maar mag jou vóór jouw beslissing uitvoerig briefen (ev. samen met het CLB e.a.) over alle consequenties.
Je kind kan naar het eerste leerjaar, maar het is vorig schooljaar door een ernstige ziekte lange tijd thuis geweest, zodat het pas vanaf april naar de 3e kleuterklas is kunnen gaan. a. De school moet je kind inschrijven. b. De school mag je kind inschrijven, indien de klassenraad akkoord gaat. c. De school mag je kind niet inschrijven.
5 minuten
Wanneer een kind tussen 2,5 en 12 jaar oud vanuit een ander land naar Vlaanderen verhuist en geen Nederlands spreekt, kan het gewoon starten in het Vlaamse basisonderwijs. Het is aan de school om te bepalen in welke klas het kind start. De school zal het kind zoveel mogelijk ondersteunen om de Nederlandse taal zo snel mogelijk te leren.
8. Buitengewoon onderwijs (doelstelling 1.9) 5 minuten
In Vlaanderen kan elk kind inschrijven in een school naar keuze. Ook als het kind een beperking of handicap heeft. Enkel wanneer de school onredelijke aanpassingen moet doen om het kind goed onderwijs te kunnen bieden, kan de school een kind weigeren. Dan kan het kind naar het buitengewoon onderwijs. Soms kiezen ouders ook bewust voor het buitengewoon onderwijs omdat ze vinden dat hun kind met een beperking daar betere begeleiding kan krijgen. Een school mag nooit weigeren een kind in te schrijven dat doorverwezen werd naar type basisaanbod of naar type 9. Het buitengewoon onderwijs is bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben tijdens het leren. Wanneer het beter is voor een kind om naar het buitengewoon onderwijs te gaan, zal het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) het kind doorverwijzen naar het buitengewoon onderwijs. Als je vragen of bedenkingen hebt wanneer je kind naar het buitengewoon onderwijs wordt doorverwezen, spreek dan zeker de medewerker van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de school van je kind aan.
Differentiatie: Projecteer indien u beschikt over een computer met beamer slide 20 van de PowerPointpresentatie bij les 1 met de types van het buitengewoon onderwijs • • • • • • • •
type Basisaanbod: leerlingen met een licht mentale handicap en kinderen met een leerstoornis type 2: leerlingen met een matige of ernstige mentale handicap type 3: leerlingen met ernstige emotionele en/of gedragsproblemen type 4: leerlingen met een fysieke beperking type 5: zieke leerlingen die opgenomen zijn in een ziekenhuis type 6: leerlingen met een visuele handicap type 7: leerlingen met een auditieve beperking of met een spraak- of taalstoornis type 9: leerlingen met autisme
11
9. Achtergrondinformatie bij les 1: Wegwijs in het Vlaamse onderwijs
* Klassenraad Er is een filmpje beschikbaar over de klassenraad op de volgende website: http://www.klasse.be/ouders/34120/klassenraad/# De klassenraad is de groep leerkrachten die aan een bepaalde klas les geeft. In principe wordt de klassenraad voorgezeten door de directie, maar meestal door zijn afgevaardigde: de klassenleraar of klastitularis. Deze klassenraad komt op geregelde tijdstippen samen en kan volgende functies hebben: • • • • • •
De toelatingsklassenraad: beoordeelt of een leerling aan de toelatingsvoorwaarden voldoet voor dat leerjaar en of er eventueel afwijking dient aangevraagd te worden. Zo moet de toelatingsklassenraad bijvoorbeeld uitspraak doen of een leerling die wil overstappen van het Buitengewoon onderwijs, een kans maakt in de gevraagde afdeling. De begeleidende klassenraad: leerkrachten overleggen hoe (sommige) leerlingen best ondersteund worden. De adviserende klassenraad: in geval van ernstige tuchtmaatregelen is het advies van de klassenraad vereist. De delibererende klassenraad: beslist op het einde van het schooljaar over het al dan niet slagen van leerlingen
* Pedagogische project Het pedagogische project van een school is een Vlaamse onderwijsterm. Het schoolbestuur geeft met het pedagogische project de visie op onderwijs en opvoeding aan die in de school wordt gevolgd. Het geeft dan ook informatie over de gebruikte pedagogische en onderwijskundige methodes. Het geeft aan wat in die schoolgemeenschap de visie over de mens en de samenleving is en hoe ze er naar handelt. Het pedagogische project van een methodeschool (Steiner, Montessori, Freinet,…) verschilt bijvoorbeeld sterk van dat van een andere school omdat ze een andere visie heeft op opvoeding en leren. Scholen hebben ook een andere kijk op levensbeschouwing. In het Katholiek onderwijs is deze visie gebouwd op “Rooms-Katholieke” waarden. Er worden dan ook katholieke godsdienstlessen gegeven. In andere scholen biedt men wel levensbeschouwelijke vakken aan maar dan bijvoorbeeld onder de vorm van zedenleer.
* Het schoolreglement Het schoolreglement bepaalt de relatie tussen de school, de ouders en het kind. Het Decreet Basisonderwijs verplicht in alle basisscholen een schoolreglement dat besproken is met de ouders. Wat moet er zeker in zo’n schoolreglement staan? • De engagementsverklaring: wederzijdse afspraken tussen ouders en de school. De school belooft om de ouders goed in te lichten over schoolse informatie. Jij als ouder belooft om betrokken te zijn bij de school. • Het orde en tuchtreglement voor de leerlingen (wat mag en wat mag niet, hoe straft de school en hoe kunnen ouders reageren als ze niet akkoord gaan) • Hoe de school getuigschriften toekent (en hoe je als ouder een beroep kan indienen tegen de beslis sing van de klassenraad). •
Hoe onderwijs aan huis wordt georganiseerd (voor langdurig zieken)
* De school is niet de beste keuze voor voldoende begeleiding en opleiding van het kind wegens een bepaalde zorgbehoefte. De inzet van middelen en personeel is disproportioneel. De aanpassingen die de school moet doen zijn niet redelijk. Elke kind met een specifieke zorgbehoefte of beperking heeft het recht in te schrijven in een school naar keuze mits ontbindende voorwaarden. Bij de inschrijving van het kind wordt samen met de school, het CLB en de ouders nagegaan of het aangeraden is voor het kind en zijn omgeving om het op te nemen in de school. Zo worden bijvoorbeeld de fasen van het zorgcontinuüm doorlopen. In het zorgcontinuüm structureert de school haar leerlingenzorg . Zo verduidelijkt ze voor alle betrokkenen welke maatregelen er genomen worden voor alle leerlingen en welke daarenboven voor de leerlingen met specifieke noden.