Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
U bent net bevallen en gaat met uw baby naar huis. Met deze folder willen wij u graag informatie geven over de zorg voor uzelf en uw baby als u weer thuis bent.
Aandachtspunten voor de kraamvrouw De eerste zes weken na de bevalling wordt de kraamperiode genoemd. In deze periode vindt het ontzwangeren plaats, zoals het krimpen van de baarmoeder in zijn normale grootte en plaats, en het herstel van de menstruatiecyclus.
Bloedverlies Tijdens de eerste twee dagen na de bevalling is het bloedverlies helder rood, net zoals bij een heftige menstruatie. U kunt ook stolsels verliezen die net zo groot zijn als een tennisbal, dit is normaal. Het komt vaak in golfjes naar buiten en kan erger worden tijdens de borstvoeding, opstaan of naweeën. Na twee dagen wordt het bloedverlies minder en verandert de kleur. Na ongeveer tien dagen neemt het vloeien af en lijkt het op een normale menstruatie en neemt het verder af. Het stopt na ongeveer drie tot zes weken. Bij een drukke dag kan het bloedverlies tijdelijk weer wat toenemen. Wanneer de afscheiding gaat ruiken is het verstandig contact op te nemen met uw huisarts.
Zolang u vloeit mag u alleen douchen en nog geen bad nemen. Als het vloeien (bijna) gestopt is en u alleen nog wat bruinige afscheiding heeft, mag u ervan uitgaan dat de baarmoeder weer gesloten is en kunt u een bad nemen.
Menstruatie De eerste menstruatie kunt u verwachten na zes weken. Als u borstvoeding geeft kan dit wat langer duren (soms zelfs langer dan 22 weken). De vruchtbare periode ligt 2-3 weken vóór een menstruatie. U kunt dus al vanaf drie weken na de bevalling weer zwanger worden. Als u niet meteen weer zwanger wilt worden is het noodzakelijk om anticonceptie te gebruiken. Borstvoeding geven is geen anticonceptie!
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Plassen Het is belangrijk dat u regelmatig, om de drie uur, plast. Ga naar het toilet als u aandrang voelt. Om infecties tegen te gaan en eventuele pijn bij het plassen te verminderen wordt geadviseerd om de vagina tijdens of na het plassen met (warm) water te spoelen. Het is ook mogelijk om onder de douche te plassen. Sommige vrouwen hebben (voelen) na de bevalling geen aandrang. Ga in dat geval wel regelmatig plassen. Het gevoel komt na een tijdje wel weer terug.
Temperatuur opnemen Neem uw temperatuur twee keer per dag, ’s morgens bij het opstaan en ’s middags. Noteer de gegevens voor de kraamverzorgster en verloskundige.
Borsten De eerste dagen na de bevalling worden uw borsten wat voller en voelen ze gespannen aan (de zogenaamde stuwing). Uw temperatuur kan dan ook wat stijgen, dit is normaal. •
Wanneer u borstvoeding geeft en u heeft veel last van stuwing zal de kraamverzorgster samen met u een plan maken hoe u het beste met deze stuwing om kan gaan.
•
Geeft u flesvoeding en heeft u stuwing dan is het aan te raden om een zeer stevige bh aan te doen en deze 24 uur per dag om te houden. Voor de pijn kunt u paracetamol slikken. Soms is het prettig om een ijskompres tegen de borsten te houden. Ook nu kan de kraamverzorgster u tips geven wat te doen.
Zorg ervoor dat de borsten goed schoon blijven: wassen zonder zeep eens per dag is voldoende. Vervang regelmatig de borstkompressen.
Bij tepelkloven kunt u een druppeltje moedermelk uitsmeren over uw tepel en dit aan de lucht laten drogen: er zitten namelijk veel antistoffen in de moedermelk die beschermen tegen infecties en de tepel helpen herstellen. Ook zijn er verschillende zalfjes te krijgen die kunnen helpen bij het herstellen van tepelkloven. Hiervoor kunt u terecht bij de drogist of vraag uw kraamverzorgster.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Keizersnede Wanneer u een keizersnede gehad heeft, mag u niet te zwaar tillen. Til tot zes weken na de keizersnede niet zwaarder dan 6 kilo. Er komt anders te veel druk te staan op de wond. Uw baby mag u wel tillen. Het wondgebied zelf kan wel een half tot een heel jaar na de keizersnede gevoelloos blijven, dit is normaal. De huidzenuwen hebben tijd nodig om te herstellen.
Wanneer het litteken rood, gezwollen en/of pijnlijk is, kan dit een teken zijn dat u te veel lichamelijke arbeid heeft verricht. Doe het dan wat rustiger aan.
Pijnbestrijding U kunt pijn hebben van de naweeën en de hechtingen. Tegen de pijn mag u paracetamol tabletten innemen, maximaal acht keer per dag 500 mg (1 tablet per keer). Of vier keer per dag 1 gr=1000mg (dit zijn 2 tabletten).
Ook als u borstvoeding geeft kunt u paracetamol gebruiken. Dit gaat maar in geringe mate over in de melk en is niet schadelijk voor de baby.
Bekkenbodem en hechtingen Na de bevalling is de bekkenbodem (het perineum) soms opgezwollen en voelt beurs aan. Als u hechtingen heeft, is het perineumgebied gevoelig voor infecties. Spoel daarom na ieder toiletbezoek met water en verwissel regelmatig het kraamverband. Het is belangrijk om gewoon te plassen en te zitten. Ook is het goed dat u tweemaal per dag uw hechtingen spoelt onder de douche. Het perineum geneest snel.
Rust Rust is erg belangrijk in de kraamperiode. Kraambezoek kan soms te veel zijn. Plan daarom niet teveel kraamvisite of wacht hier nog even mee. Probeer overdag zeker twee uur te slapen. U kunt de onderbroken nachten dan beter aan. Geef uw lijf de tijd om te herstellen van de bevalling. Voorkom dat u te veel trappen moet lopen en laat de zware huishoudelijke taken aan iemand anders over.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Sporten U kunt ongeveer zes weken na de bevalling weer beginnen met licht sporten.
De bekkenbodemspieren zij na de bevalling vaak slap. Tijdens een bevalling oefent het babyhoofdje een grote druk uit op uw bekkenverbindingen en rekt het wat op. U bekken kan daardoor in het kraambed tijdelijk wat instabieler zijn. Begin na de bevalling al met het doen van bekkenbodemspieroefeningen. Door deze spieren te trainen voorkomt of vermindert u ongewild urineverlies.
Ongeveer zes weken na de bevalling kunt u uw buikspieren weer gaan trainen.
Bij een keizersnede zal het herstel wat langzamer gaan dan na een gewone bevalling. In principe zijn er na twaalf weken geen beperkingen meer voor u. U kunt alles weer doen wat u zou willen: sport, zware lichamelijke activiteiten etc.
Vrijen Als het vloeien (bijna) gestopt is en u alleen nog wat bruinige afscheiding heeft, mag u ervan uitgaan dat de baarmoeder weer gesloten is en mag u weer gemeenschap hebben. Het moment waarop u er weer aan toe bent om te vrijen, is voor iedereen verschillend. Neem daarom de tijd hiervoor. De eerste keren vrijen na een bevalling kunnen wat gevoelig zijn. Zorg ervoor dat u ontspannen bent en voldoende opgewonden. Als u borstvoeding geeft, kan de vagina wat droger zijn dan gewoonlijk. Gebruik eventueel een glijmiddel.
Wanneer u na de bevalling gehecht bent, kan het litteken wat stug aanvoelen tijdens het vrijen. Het litteken wordt soepeler door het te masseren met olie of vitamine E-crème.
Wanneer u een keizersnede gehad heeft, kan de wond de eerste tijd nog pijnlijk zijn tijdens het vrijen. In principe is de wond binnen drie tot vijf weken genezen. Mocht u twee tot drie maanden na de bevalling toch nog steeds klachten hebben van het litteken, of pijn ervaren tijdens het vrijen, neem dan contact op met uw huisarts.
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Psychisch evenwicht Na de bevalling vinden bij kraamvrouwen hormonale veranderingen plaats, wat zich kan uiten in psychische veranderingen. Tijdens de kraamperiode kunnen positieve en negatieve gevoelens elkaar afwisselen, waardoor kraamvrouwen uit hun evenwicht zijn.
Dit kan zich op de volgende manieren uiten: •
plotselinge huilbuien (de zogenaamde kraamtranen), veel kraamvrouwen zijn emotioneler.
•
snel geïrriteerd raken over kleine dingen.
•
verminderd concentratievermogen en vergeetachtigheid.
Deze verschijnselen zijn normaal en verdwijnen na enige tijd weer vanzelf.
Aandachtspunten voor de zorg van uw baby Temperatuur opnemen Een pasgeborene kan zich nog niet op temperatuur houden. Uw baby heeft een goede temperatuur als hij/zij in de hals net zo warm aanvoelt als uw hand. De temperatuur van de handjes van uw baby zegt niets over de lichaamstemperatuur.
De normale temperatuur van de baby ligt tussen de 36,5°C en 37,5°C. •
Onder de 36,5°C voegt u een warmtebron toe: mutsje, extra deken en als het nodig is een kruik. De kruik altijd controleren op lekkage en deze achter de rug op de deken leggen.
•
Boven de 37,5°C neemt u de warmtebron weg.
Wanneer de temperatuur lager dan 36°C of hoger dan 38°C is moet u de verloskundige bellen.
Plassen en poepen Binnen 24 uur na de bevalling moet een baby eenmaal geplast hebben. De eerste dagen daarna heeft een baby, afhankelijk van de hoeveelheid voeding, minimaal twee tot drie natte luiers per dag. De urine kan oranje van kleur zijn. De eerste ontlasting is zwart en teerachtig, dit wordt meconium genoemd. De ontlasting wordt steeds lichter van kleur tot het lichtbruin of geel is.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Temperatuur in de woonkamer Het streven is om de kamertemperatuur tussen de 20°C en 23°C te laten zijn. Dit is bij warm weer niet altijd haalbaar.
Badje De temperatuur van het badwater moet 37°C zijn. Dit kunt u meten met een badthermometer of met uw elleboog (voelt het aangenaam aan uw elleboog, dan is het goed). Was het gezicht van de baby altijd zonder zeep. Het is belangrijk om niet te veel zeep te gebruiken bij het wassen, want de babyhuid kan snel uitdrogen. Wikkel na het baden uw baby eerst in een droge handdoek of badcape. Dep uw baby vervolgens droog met een hydrofiele luier. Droog eerst het hoofdje en vervolgens de rest van het babylichaam. Dep de huidplooien goed droog, want daar kunnen gemakkelijk huidirritaties ontstaan.
Navelverzorging Vaak is het navelstompje nog niet afgevallen als u met uw baby met ontslag gaat. Dit gebeurt meestal rond de zevende tot tiende dag. Wanneer de navelstomp rood wordt en viezig is kunt u met een wattenstaafje met alcohol 70% de navelstomp schoon maken. Is het wondje na het afvallen van het navelstompje mooi droog, dan hoeft u er niets meer aan te doen. Lekt het wondje nog iets, leg er dan een droog steriel gaasje op.
Gewicht Baby’s vallen vaak de eerste dagen iets af. Een gewichtsverlies van 7 tot 10% wordt in Nederland als normaal beschouwd. Dit wordt veroorzaakt door het uitscheiden van overtollig vocht uit de weefsels en de eerste ontlasting van de baby. Op de 10e levensdag moet de baby weer op zijn geboortegewicht zijn. Een gemiddelde baby in de leeftijd van tien dagen tot drie maanden komt ongeveer 115 tot 225 gram per week aan.
Slapen Over het algemeen slapen baby’s achttien tot twintig uur per dag. Ze zijn vaak alleen wakker tijdens de voedingen en de verzorging.
-6-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
De eerste zes weken zal de baby ’s nachts ook behoefte hebben aan een voeding. Na gemiddeld een week of zes slaapt de baby ’s nachts in de meeste gevallen door.
Leg uw baby niet op de buik te slapen, ook niet een enkele keer (dit is gevaarlijk in verband met kans op wiegendood). Leg uw baby op de rug te slapen. Dit is de veiligste houding. Leg uw baby onder een dekentje te slapen. Gebruik geen dekbedden. Deze zorgen ervoor dat uw baby snel te warm wordt (één dekbed is even warm als drie tot vier dekentjes!). Leg de dekentjes niet te ver over uw baby heen, tot de schouders is ver genoeg. Uw baby kan dan niet makkelijk met zijn hoofdje onder de tekens komen en krijgt ook nog voldoende frisse lucht.
Een normale slaapkamertemperatuur voor uw baby is ongeveer 18 graden. Kleed uw baby niet te warm aan. Ventileer de slaapkamer regelmatig als uw baby uit de slaapkamer is, de lucht wordt dan ververst. Zet het wiegje nooit vlakbij een verwarming, open raam en/of een ventilatierooster.
Hielprik In de eerste week na de geboorte van uw kind worden enkele druppels bloed afgenomen uit de hiel van uw baby. In een laboratorium wordt het bloed onderzocht op een aantal zeldzame, maar ernstige aandoeningen (zie www.rivm.nl/hielprik). Deze aandoeningen zijn niet te genezen. Maar als ze op tijd worden opgespoord, zijn ze wel goed te behandelen. Het is daarom heel belangrijk voor de gezondheid van uw kind dat u meedoet aan de hielprik. De hielprik kan door de verpleegkundige in het ziekenhuis afgenomen worden of door de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau. Wanneer u uw kindje aangeeft bij de Burgerlijke Stand ontvangt u een folder met uitgebreide informatie over de hielprik.
Gehoorscreening Behalve een hielprik krijgt elke pasgeboren baby een gehoorscreening. In de meeste regio’s gebeurt dat tegelijkertijd met de hielprik. Kijk voor meer informatie op de website over de gehoorscreening (www.rivm.nl/gehoorscreening). De gehoorscreening zal uitgevoerd worden door de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau.
-7-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Borstvoeding Houding Borstvoeding kan gegeven worden in verschillende houdingen. Soms kan een gewijzigde/andere houding een oplossing zijn voor een probleem bij de borstvoeding. De meest gebruikte houdingen bij het geven van borstvoeding zijn:
Op uw schoot •
U zit rechtop in een gemakkelijke stoel of in bed met de rugleuning omhoog.
•
Zorg voor voldoende steun voor schouders en rug.
•
Ondersteun het hoofd van uw baby met uw arm.
•
De andere arm/hand is vrij.
Liggend op uw zij •
Dit is een plezierige houding voor u als “verse” kraamvouw maar ook voor ’s nachts.
•
Uw rug wordt ondersteund met kussens en tussen uw knieën kan een kussen worden gelegd.
•
Het hoofdkussen kan het beste stevig tot op de schouder onder het hoofd getrokken.
•
Uw onderste arm ligt om uw baby heen of kan onder het hoofdkussen gelegd worden.
•
De beentjes van de baby liggen tegen u aan.
•
Eventueel heeft de baby een opgerolde handdoek of kussentje in de rug voor steun.
Liggend op uw rug •
Dit is een goede houding bij een grote melkproductie of bij een heftige toeschietreflex (er kan dan in een keer een grote stroom melk uit de borst komen).
•
U ligt ondersteund door kussens iets omhoog.
•
De baby ligt op uw buik of gedeeltelijk op een kussen.
•
U steunt het voorhoofd van de baby, zodat het neusje niet in de borst zakt.
•
Het kinnetje ligt vlak tegen uw borst aan.
-8-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Rugbyhouding •
Dit is een prettige houding voor vrouwen die zware borsten of juist vlakke tepels hebben, of om de baby beter te kunnen zien.
•
De rugbyhouding is ook een goede keuze wanneer u een keizersnede heeft gehad, omdat u hierdoor borstvoeding kunt geven zonder druk op uw wond uit te oefenen.
•
U zit rechtop met de baby onder uw arm.
•
De baby ligt met de beentjes onder uw arm doorgeschoven.
•
Het hoofdje rust in uw handpalm, het ruggetje wordt gesteund door uw onderarm.
•
Zo nodig geven een extra kussen aan uw zijkant en een kussen op uw schoot extra ondersteuning.
Aanleggen en van de borst nemen Als u en uw baby in een goede houding zitten/liggen, uw baby goed is aangelegd en uw baby goed zuigt/drinkt aan de borst, veroorzaakt regelmatig borstvoeden geen pijnlijke tepels. Wordt de baby niet goed aangelegd, dan sabbelt de baby op uw tepel met als gevolg dat de baby weinig drinkt en er tepelkloven bij u kunnen ontstaan. Het eerste aanzuigen van de baby aan de borst kan even pijnlijk zijn, maar dat moet na ongeveer een minuut verbeterd zijn, waarna het voeden pijnloos is. Als u toch last krijgt van tepelkloven kan er een verzachtende zalf op de tepel gesmeerd worden. Ook kunt u na het voeden een druppel moedermelk op de tepelhof uitsmeren en deze op laten drogen.
Om uw baby te helpen met het pakken van de borst, kunt u zachtjes met uw tepel de mond van de baby aangeraken, zodat de zoek- en hapreflex, die uw baby al heeft, op gang wordt gebracht.
Laat de baby uw tepel niet uit zichzelf los en uw baby moet van uw borst af, dan kunt u helpen door uw pink in de mondhoek van uw baby te plaatsen. Hierdoor wordt het vacuüm verbroken en laat uw baby uw tepel vanzelf los.
-9-
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Slaperige baby tijdens voeden Een veel gehoord probleem bij het geven van borstvoeding is dat de baby slaperig blijft tijdens de voeding en daardoor niet goed aan de borst drinkt. U kunt het volgende proberen: •
Leg uw baby al slapend aan de borst, wie weet drinkt uw baby slapende iets, maar let op dat uw baby dan niet alleen sabbelt aan de borst. Is dit het geval, stop dan meteen met voeden, omdat sabbelen de kans op tepelkloven vergroot.
•
Verschoon uw baby vlak voor de voeding.
•
De poppenogenmethode: neem uw baby op schoot en beweeg uw baby van en naar u toe, zoals je met een pop zou doen om de ogen te openen. Maak rustige, gelijkmatige bewegingen met uw baby. De meeste baby’s vinden dit vervelend en zullen er wakker van worden.
•
Kriebel uw baby onder zijn/haar voetzooltjes.
•
Loop met uw vingers over de rug van uw baby.
Voldoende drinken Er zijn verschillende manieren om te kijken of uw baby voldoende aan de borst drinkt: •
Uw baby zuigt en slikt regelmatig en beweegt zowel zijn/haar kaken als lippen.
•
De toeschietreflex van de moeder functioneert. Niet alle vrouwen kunnen voelen wanneer hun melk toeschiet, maar een moeder kan er zeker van zijn dat haar melk is toegeschoten als ze ziet dat haar baby van korte zuigbewegingen overgaat naar lange zuigbewegingen en regelmatig slikken.
•
Uw borsten voelen minder vol aan na de voeding.
•
Uw baby lijkt tevreden na de voeding.
•
Uw baby produceert voldoende urine (6-8 natte luiers per dag) en regelmatig ontlasting. Een baby jonger dan zes weken heeft gewoonlijk tenminste twee keer per dag ontlasting. Minder vaak ontlasting (niet dagelijks) kan normaal zijn voor oudere baby’s.
Uw baby heeft minimaal zes tot acht voedingen per 24 uur nodig. Leg uw baby iedere drie á vier uur aan, of eerder als uw baby zelf aan geeft honger te hebben. Het is verstandig om niet langer dan vier uur met een voeding te wachten, want de bloedsuikerspiegel van uw baby kan dan te veel dalen.
- 10 -
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Kolven Drinkt uw baby nog niet goed aan de borst, of drinkt uw baby maar korte momenten aan de borst, dan is het verstandig dat u zo snel mogelijk na de bevalling begint met kolven. Dit kan al zes uur na de bevalling wanneer u of de verpleegkundige vermoedt dat de baby niet binnen twaalf uur zelf goed aan de borst gaat drinken. Het doel van kolven is om stuwing te minimaliseren en de melkproductie sneller op gang te krijgen.
Kolf met regelmatige tussenpozen, het liefst om de drie uur. De baby moet voordat u gaat kolven eerst zelf proberen aan de borst te drinken. Heeft uw baby dan niet goed of te kort gedronken dan kolft u. Vroeg en regelmatig afkolven geeft een grotere melkproductie. Gemiddeld duurt het ongeveer drie dagen voordat de melkproductie goed op gang is.
Wanneer u thuis gebruik wilt maken van een kolfapparaat, kunt u deze huren bij de thuiszorgwinkel bij u in de buurt.
Moedermelk kan bewaard worden in de koelkast en is dan 5 dagen houdbaar. U kunt moedermelk ook invriezen. Laat ingevroren moedermelk eerst bij kamertemperatuur ontdooien. Het verwarmen van koude moedermelk kan het beste langzaam gaan, om het verlies van antistoffen en voedingstoffen te voorkomen. Warm de melk voorzichtig op tot 37°C in een flessenwarmer of ‘au bain marie’ in een pannetje met warm water. U mag borstvoeding in de magnetron opwarmen echter moet de magnetron dan op een zeer lage wattage ingesteld worden. Dit om snelle verwarming van de moedermelk te voorkomen.
Vitamine K Wanneer u borstvoeding geeft, moet uw baby iedere dag 0,25 microgram vitamine K krijgen. Deze vitamine is noodzakelijk voor een goede bloedstolling. Vanaf de achtste levensdag start u met het geven van vitamine K. Voor die tijd heeft uw baby genoeg aan de hoeveelheid die hij/zij vlak na de geboorte heeft gekregen. U kunt de vitamine K bij de drogist kopen.
- 11 -
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Vitamine D Vitamine D is nodig voor het ontwikkelen van sterke botten en tanden. Vitamine D wordt door het lichaam zelf aangemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Daarnaast wordt het in het lichaam uit de voeding opgenomen. Omdat moedermelk weinig vitamine D bevat, wordt geadviseerd kinderen die uitsluitend borstvoeding krijgen dagelijks 10 microgram vitamine D te geven. Hiermee moet een week na de geboorte worden begonnen.
Lactatiekundige Wanneer het geven van borstvoeding moeizaam verloopt of u heeft vragen over het geven van borstvoeding, verwijzen wij u naar een lactatiekundige. Verloskundigen en/of kraamverzorgsters hebben vaak wel een telefoonnummer van een lactatiekundige. Informeer bij uw zorgverzekeraar of deze de kosten van een consult vergoedt.
U kunt ook op verschillende internetsites informatie lezen en vragen stellen in forums.
Flesvoeding Hoeveelheid voeding Uw baby krijgt gedurende de eerste week in eerste instantie zes tot acht voedingen per 24 uur aangeboden. Vanaf de geboorte krijgt uw baby 10 ml flesvoeding per keer aangeboden. Per dag gaat de voeding met 10 ml per voeding omhoog. Na acht dagen krijgt uw baby dus 80 ml voeding per keer aangeboden. Binnen twee weken na de geboorte van uw baby krijgt u huisbezoek van een verpleegkundige van het consultatiebureau. Samen met deze verpleegkundige spreekt u een individueel voedingsschema voor uw baby af. Als uw baby acht dagen oud is heeft uw baby per 24 uur ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht nodig. Bijvoorbeeld: een baby van 3,5 kilo heeft dus 150x3,5=525 ml voeding nodig in 24 uur. Verdeel dit over de dag in zes tot acht keer voeden, kijk wat de baby aangeeft. In dit voorbeeld wordt dit zes keer 88 ml, zeven keer 75 ml of acht keer 65 ml.
- 12 -
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Baby’s die lichter of zwaarder zijn dan gemiddeld krijgen standaard acht voedingen per 24 uur. Hierbij gaat het om: •
Baby’s die minder dan 2500 gram wegen
•
Baby’s die meer dan 4500 gram wegen
Vitamine K en D Extra vitamines zijn niet nodig, deze zijn aan de flesvoeding toegevoegd.
Voedingstijden Net als bij borstvoeding worden de voedingstijden en de hoeveelheid kunstvoeding afgestemd op de behoeften van de individuele baby. Net als bij borstvoeding zijn strenge richtlijnen voor het geven van kunstvoeding niet gewenst. Aanbevolen wordt om de baby zijn/haar eigen ritme te laten ontwikkelen door voeding aan te bieden als hij daarom vraagt. In principe bepaalt het kind zelf hoeveel het drinkt. Het minimum aantal voedingen per 24 uur is zes.
De duur van de voeding ligt tussen de 10 en 20 minuten. Geeft u uw baby langer dan 20 minuten de fles dan wordt hij/zij moe en is bij de volgende voeding nog steeds moe. De baby zal dan de volgende fles (weer) niet leegdrinken. Stop dus in ieder geval na 20 minuten, ook al is de fles dan nog niet leeg.
Hygiëne en flesvoeding Als je per voeding klaarmaakt hoef je het water niet eerst te koken, je kunt dan koud kraan- of bronwater nemen en opwarmen tot handwarme temperatuur. Voeg per 30 ml water één afgestreken maatschepje poeder toe, even doorroeren en het flesje is klaar. Geef de fles direct aan je baby. Wil je voor een hele dag tegelijk voeding klaarmaken, kook het water dan eerst en laat het afkoelen tot lauwwarm. Doe de benodigde hoeveelheid water vervolgens in een (schone) maatbeker en doe er daarna de benodigde schepjes poeder bij. Na bereiding plaats je de maatbeker goed afgesloten in de koelkast.
- 13 -
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Voor iedere voeding doe je de benodigde hoeveelheid voeding in een schone zuigfles en verwarm je de voeding au bain marie of in de flessenwarmer tot de gewenste temperatuur is bereikt. Controleer de temperatuur altijd door een druppeltje melk op je pols te laten lopen!
Het opwarmen van de flesvoeding kan met de magnetron, maar let dan wel heel goed op dat de voeding gelijkmatig verhit is. In de magnetron wordt voeding namelijk zeer ongelijkmatig verhit en hierbij bestaat het gevaar dat aan de buitenkant lijkt dat de voeding de juiste temperatuur heeft, terwijl het van binnen veel te heet is. Schud voeding die uit de magnetron komt dan ook altijd heel goed door en voel dan pas op je pols hoe de temperatuur is.
Gooi restjes voeding altijd weg.
Spoel zuigflessen en spenen altijd direct na gebruik om met koud water. Maak ze daarna goed schoon. Dit kan het beste in een goed werkende vaatwasmachine. Heeft u geen vaatwasmachine? Maak de fles en speen dan schoon met heet water en een afwasmiddel. Spoel daarna de zeepresten weg met stromend water. Bewaar de fles en de speen droog, bijvoorbeeld in de koelkast. Kook de flessen en spenen de eerste drie maanden elke dag uit. Na drie maanden is 3 keer per week genoeg. Kook de fles, de ring en de dop drie minuten en leg de speen er de laatste minuut bij. Als u de speen langer dan een minuut uitkookt wordt deze plakkerig.
Ontlasting De ontlasting van een baby die flesvoeding krijgt is anders dan de ontlasting van een baby die borstvoeding krijgt. De ontlasting is vaak wat harder en meer gebonden en ruikt wat onaangenaam. Bij flesvoeding is de frequentie van de ontlasting ongeveer 1 keer per dag, soms iets vaker. Uw baby heeft normaal zes tot acht maal per dag een plasluier.
- 14 -
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Aangifte bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente Binnen drie werkdagen na de geboorte moet uw baby aangegeven worden bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente waar uw baby geboren is. Hiervoor is het legitimatiebewijs van beide ouders nodig, het trouwboekje of geregistreerd partnerschapsbewijs en/of de erkenningspapieren. Is uw man of partner niet aanwezig geweest bij de geboorte? Dan mag degene die getuige geweest is van de geboorte de aangifte doen. Ook deze persoon moet zijn legitimatiebewijs meenemen.
Aanmelden bij de zorgverzekeraar Het is belangrijk om uw baby binnen vier maanden na de geboorte aan te melden voor een zorgverzekering. Als u uw baby laat inschrijven op uw polis, is uw baby gratis meeverzekerd tot het 18e levensjaar voor alle kosten uit uw basisverzekering en/of aanvullende verzekering met tandartskosten. Neem voor vragen over de zorgverzekering contact op met uw eigen zorgverzekeraar. Wanneer uw baby niet tijdig is aangemeld of wanneer de juiste verzekeringsgegevens niet bij ons bekend zijn, zullen wij de medische kosten in eerste instantie bij uzelf in rekening brengen.
Vragen Als u thuis nog vragen heeft kunt u altijd contact opnemen met uw verloskundige. Bij haar kunt u tot zes weken na de bevalling terecht met uw vragen. Ook kunt u contact opnemen met uw huisarts wanneer u vragen heeft. U kunt ook gebruik maken van de diensten van het consultatiebureau. Alle ouders of verzorgers van een kind in de leeftijd tot vier jaar kunnen met hun vragen over de ontwikkeling, de verzorging of de opvoeding van hun kind terecht bij de wijkverpleegkundige en de arts van het consultatiebureau. In de tweede week na de bevalling komt de wijkverpleegkundige bij u thuis langs. Daarnaast kunt u om de vier weken naar het consultatiebureau toe voor een controleafspraak van uw baby.
- 15 -
MCL | Patiënteninformatie
Weer naar huis na de bevalling Informatie voor kraamvrouwen
Doel van deze controlebezoeken is het volgen van de lichamelijk en de psychosociale groei en ontwikkeling van uw kind. Het consultatiebureau verzorgt ook de vaccinaties van uw kind.
Tot slot De medewerkers van afdeling E wensen u een fijne kraamperiode toe.
www.mcl.nl
Afdeling E, gynaecologie en kraamafdeling
058 – 286 32 32
©MCL januari 2016 Docnr. 26281 (4)
- 16 -
MCL | Patiënteninformatie