Na de bevalling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Na de bevalling Informatie voor patiënten

F0259-1011 april 2012 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00

Inleiding U bent onlangs bevallen op de Kraamafdeling en Verloskamers (prinses Maxima afdeling) van Medisch Centrum Haaglanden. In deze folder vindt u informatie over praktische zaken en informatie over de zorg voor moeder en kind na de bevalling.

Praktische zaken Als u een kindje heeft gekregen zijn er veel dingen die u moet regelen. U moet uw kind aangeven bij de gemeente en uw zorgverzekeraar en de kraamzorg op de hoogte stellen. Wij adviseren u dit zo snel mogelijk te doen. Aangifte Na de geboorte moet u uw kind binnen drie dagen aangeven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Van de geboorte wordt een akte opgemaakt. Deze akte wordt opgenomen in de registers van de burgerlijke stand. De akte is het juridische bewijs van de geboorte van een persoon. Als de termijn van de geboorteaangifte afloopt op een zaterdag, zondag of feestdag, dan mag het ook een dag later op de eerstvolgende werkdag. U kunt aangifte doen bij één van de 8 stadsdeelkantoren in Den Haag. De stadsdeelkantoren zijn: 1. Centrum: Spui 70 2. Escamp – Adres: Genemuidenstraat 208 3. Haagse Hout – Adres: Loudonstraat 95 4. Laak – Adres: Slachthuisplein 25 5. Loosduinen – Adres: Kleine Keizer 3 6. Leidschenveen / Ypenburg – Adres: Ypenburgse Stationsweg 303 7. Scheveningen – Adres: Scheveningseweg 303 8. Segbroek – Adres: Fahrenheitstraat 190 Openingstijden zijn van maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 14.00 uur. Elk kantoor is op één dag in de week geopend van 12.00 tot 20.00 uur. Informeer bij het hoofdkantoor naar de exacte tijden (070-353 20 00) of kijk op www.denhaag.nl. Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

2

Wat heeft u nodig? • Verklaring van de arts of verloskundige • Geldig legitimatiebewijs van de aangever (zie voorwaarden legitimatie) en de moeder Voorwaarden legitimatie • Heeft u de Nederlandse nationaliteit? Dan kunt u zich identificeren met een geldig paspoort of identiteitskaart. Dit kan niet met een rijbewijs. • Heeft u géén Nederlandse nationaliteit? Dan identificeert u zich met een geldige verblijfsvergunning en/of een geldig buitenlands paspoort of identiteitskaart. Consultatiebureau De gemeente geeft de geboorte van uw kind door aan het consultatiebureau. Deze nemen in de eerste week na de geboorte contact met u op voor de eerste afspraak bij u thuis. Aanmelding zorgverzekeraar Het is belangrijk om uw baby binnen 30 dagen aan te geven bij uw zorg verzekeraar. Melden geboorte bij de kraamzorg Als u weet wanneer u naar huis kunt, geef dit dan door aan de kraamzorg waar u zich heeft ingeschreven. Zij kunnen er dan voor zorgen dat u thuis kraamzorg krijgt. U heeft van de kraamzorgorganisatie telefoonnummers gekregen bij wie u uw bevalling moet melden.

Zorg voor moeder en kind Tijdens uw verblijf op de Kraamafdeling en Verloskamers heeft de verpleegkundige voor u en uw baby gezorgd. Zij heeft u hierbij al informatie gegeven over de zorg voor uw baby, de zorg voor u zelf en over de borstof flesvoeding. Wanneer u thuis bent zal de kraamverzorgende de zorg overnemen. Hieronder volgen enkele belangrijke punten.

Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

3

Moeder De stand van de baarmoeder Na de bevalling wordt de baarmoeder weer kleiner. Dit kan gepaard gaan met buikpijn, ook wel naweeën genoemd. Vooral tijdens het geven van de borstvoeding kunt u hier last van hebben. Er worden dan hormonen aangemaakt die er zowel voor zorgen dat de borstvoeding op gang komt als dat de baarmoeder samentrekt. U kunt tegen de pijn pijnstilling innemen. U mag 3 keer per dag twee tabletten paracetamol van 500 mg innemen. Vloeien Na de bevalling kunt u gedurende zes weken vloeien. De hoeveelheid zal in de loop van de tijd afnemen. Wanneer u een tijdje heeft gelegen, kunt u een bloedstolsel verliezen. Meldt u dit altijd aan de verpleegkundige of kraamverzorgende. Wanneer u meer dan een maandverband vol bloed verliest per uur moet u dit ook vertellen aan de verpleegkundige of kraamverzorgende. Lichamelijke verzorging Een goede persoonlijke hygiëne is belangrijk. U kunt na uw zwangerschap en bevalling een verminderde weerstand hebben. Dit maakt u vatbaarder voor infecties en bacteriën. Door goede hygiëne kunt u infecties voorkomen. De eerste week na de bevalling is het belangrijk dat u 1 keer per dag gaat douchen. Was hierbij zorgvuldig het gebied van de vagina, en de anus en het gebied ertussen. Om zwelling tegen te gaan kunt u dit doen met lauw of koud water. Gebruik geen zeep. Dep het gebied droog met een handdoek. Na de bevalling vloeit u nog 4-6 weken. De eerste week wat heviger dan de daarop volgende weken. In deze tijd mag u niet in bad, omdat de wond van de placenta in de baarmoeder eerst moet genezen. Door baden heeft u meer kans op infectie van de baarmoeder. Urineren Ga regelmatig (om de 2 tot 3 uur) naar het toilet ook als u niet hoeft te plassen. Dit is nodig omdat het een blaasontsteking kan voorkomen. U kunt elke keer nadat u naar het toilet bent geweest het beste de vagina spoelen met water. Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

4

U kunt hiervoor een halveliterfles gebruiken en deze vullen met lauwwarm kraanwater. • Verschoon eerst het maandverband • Zorg dat u een washandje bij de hand heeft om (als u dit prettig vindt) de vagina mee na te deppen/drogen in plaats van toiletpapier • Zorg dat u wijdbeens op het toilet zit • Spoel de vagina tijdens en na het urineren Ontlasting Belangrijk is dat u na de bevalling goed drinkt en een gezonde vezelrijke voeding gebruikt. Het kan een paar dagen duren voor de ontlasting weer op gang komt. Als u ontlasting heeft gehad, kunt u het beste met vochtig toiletpapier de anus schoonmaken. Zorg er hierbij voor dat u niet in de richting van de vagina en eventuele hechtingen schoonmaakt. Handen wassen Spoel vóór u naar het toilet gaat uw handen af. Als u naar het toilet bent geweest moet u uw handen goed wassen met zeep. Was altijd uw handen vóórdat u uw baby verzorgt. Aambeien Deze kunnen veroorzaakt worden door het persen tijdens de bevalling. U kunt er veel last van hebben. Drink goed en eet gezonde, vezelrijke voeding. U kunt zalf tegen aambeien gebruiken of het gebied rond de aambeien koel houden met natte doeken. Maandverband Elke keer nadat u naar het toilet bent geweest moet u het maandverband verwisselen. Gebruikt u daarvoor luchtdoorlatend kraamverband. Dit is verband zonder plastic laagje. Tot 6 weken na de bevalling mag u geen tampons gebruiken om inwendige infecties te voorkomen.


5

Hechtingen Als u gehecht bent na de bevalling, kunt u hier pijn en last van hebben. Het is dan erg belangrijk om na elk toiletbezoek te spoelen met water om het gebied goed schoon te houden. Nog beter is om het gebied rond de vagina en anus, waar u gehecht bent, een aantal maal per dag onder de douche te spoelen. De straal van de douche maakt het goed schoon en masseert de huid wat de doorbloeding bevordert en dus ook de genezing. Ook helpt een goede en snelle genezing van deze wond, door op een harde ondergrond gaan zitten, bovenop uw hechtingen. Dit kan de eerste dagen erg pijnlijk zijn maar ook dit wordt vanzelf minder. De meeste hechtingen lossen vanzelf op na 10-14 dagen. Wanneer u erg veel last van de hechtingen heeft kunnen deze ook 5-7 dagen na de bevalling door de verloskundige of huisarts worden verwijderd. Keizersnede Als u een keizersnede heeft gehad, heeft u een wond van ongeveer 10-15 centimeter in de onderbuik. De eerste 24 uur moet de pleister die tijdens de operatie is aangebracht op de wond blijven zitten. De verpleegkundige controleert of de wond niet lekt. De wond wordt meestal met oplosbare hechtingen gehecht. Deze zitten onder de huid en zijn niet zichtbaar. Soms is de wond gesloten met nietjes. Deze nietjes worden rond de 7e dag verwijderd door de verloskundige thuis. Om de wond schoon te houden is het belangrijk dat u 1 keer per dag gaat douchen. Gebruik de douchekop om de wond schoon te spoelen. Dit om infectie van de wond te voorkomen. Na het douchen kunt u de wond goed droog deppen of ‘aan de lucht’ laten drogen. De verpleegkundige controleert de wond iedere dag. Ze kijkt of de wond nog steeds goed gesloten is, of deze niet rood is, en of er geen wondvocht uit komt. Dit kunt u zelf ook in de gaten houden en melden aan de verpleegkundige of verloskundige. Als u thuis bent controleert de verloskundige de wond.


6

Borsten Goede hygiëne van de borsten is belangrijk om een borstontsteking te voorkomen. • Douche u minstens 1 keer per dag en was de borsten goed, gebruik geen zeep • Elke dag een schone bh aandoen. • Bij elke voeding/kolven, nieuwe zoogkompressen gebruiken. • Handen wassen met zeep: elke keer voordat de baby aan de borst gaat of voordat u gaat kolven. • Gebruik eventueel desinfectans. Dit alleen voor de handen gebruiken en niet voor de borsten of tepels. • Tepels insmeren met Bepanthen of de laatste druppel melk die uit de borst komt na het voeden of kolven, dit werkt tegen tepelkloven. Seks Na de bevalling vloeit u nog 4-6 weken. Het is belangrijk dat u pas weer geslachtsgemeenschap heeft als u gestopt bent met vloeien. Dit om infectie van de baarmoeder te voorkomen. Anticonceptie Anticonceptie is niet het eerste waar u aan denkt zo vlak na de bevalling. Toch is het belangrijk dat u hier over nadenkt. U bent namelijk weer heel snel vruchtbaar. Ook wanneer u borstvoeding geeft kunt u opnieuw zwanger worden. Het is dus belangrijk dat u met uw verloskundige, gynaecoloog of huisarts bespreekt welke vormen van anticonceptie bij u mogelijk zijn. Meer informatie over anticonceptie vindt u in de folder ‘Anticonceptie’ die u mee heeft gekregen.


7

Wanneer een arts waarschuwen Als u last krijgt van de volgende klachten moet u de huisarts, verloskundige, gynaecoloog of de kraamverzorgende waarschuwen. • koorts • sterk ruikende of abnormale afscheiding • extreme buikpijn of pijn aan de wond • bij meer bloedverlies dan dat u normaal gesproken bij een menstruatie heeft. Heeft u vragen over hygiëne, dan kunt u terecht bij uw verloskundige, huisarts of kraamverzorgende.

Baby Temperatuur Uw baby wordt drie keer per dag getemperatuurd, zo nodig vaker. Een goede temperatuur is tussen de 36,5 en de 37,5 0C. Urineren en ontlasting Voor iedere voeding moet uw baby een schone luier. De eerste twee dagen na de geboorte kan het zijn dat uw baby nog niet heel veel plast. Als de borstvoeding goed op gang komt, gaat de baby meer plassen. Vanaf dag vier heeft de baby 6 - 8 natte luiers per 24 uur. De eerste ontlasting van uw baby is zwart en plakkerig, dit heet dit meconium. Wanneer de voeding goed op gang komt, verandert de ontlasting van kleur en gaat eruit zien als normale ontlasting. De kleur is afhankelijk van de voeding die uw baby krijgt. Bij borstvoeding is de ontlasting geel en zalfachtig met een zurige geur. Uw baby heeft dan 2 tot 5 keer per 24 uur ontlasting. Bij flesvoeding is de ontlasting gelig met een onaangename geur. De baby heeft dan één tot 4 keer per 24 uur ontlasting.


8

Huilen Huilen is voor uw baby de enige manier om met u te ‘praten’. Uw baby kan om verschillende redenen huilen: • honger • vieze luier • aandacht • krampjes U mag uw baby altijd oppakken. Wanneer u daartoe in staat bent, kunt u de baby verschonen en aanleggen of gewoon lekker knuffelen. U mag altijd de verpleegkundige/kraamverzorgende om hulp vragen. Krampjes treden pas op wanneer de voeding goed op gang is. De darmpjes moeten nog even wennen aan het voedsel. Soms helpt het om de baby bij u te leggen of al lopend te wiegen. U kunt dan de baby met de buik op uw onderarm leggen. Navel Direct na de geboorte is de navelstreng van uw baby afgeklemd. De navel strengstomp droogt daarna, in de loop van de tijd, in. Na 48 uur, als de stomp droog is, mag het klemmetje verwijderd worden. Wanneer het stompje nat is of vies ruikt waarschuwt u dan de verpleegkundige/kraamverzorgende. Kleur Een gezonde baby ziet roze. Soms zijn de handjes en voetjes wat blauw doordat de baby het koud heeft en de doorbloeding naar handjes en voetjes nog niet optimaal is. Iedere baby kan na 2 - 3 dagen geel worden. Dit is normaal. Merkt u dat uw baby eerder geel wordt en suf is, dan is het belangrijk dat er naar gekeken wordt door de kinderarts. Geef dit door aan de verpleegkundige of thuis aan de kraamverzorgster of uw verloskundige. Gewicht Alle baby’s vallen de eerste dagen na de geboorte af. De eerste week mogen ze 5 tot 10% van het geboortegewicht verliezen. Daarna komen ze gemiddeld 25 gram per dag aan.


9

Baden en verschonen In het ziekenhuis gaat uw baby pas in bad wanneer hij/zij meer dan 24 uur oud is. Op deze manier kan het huidsmeer waarmee een baby wordt geboren, goed intrekken. Het huidsmeer biedt een bescherming biedt tegen infecties. Een andere reden waarom een baby in het begin niet in bad gaat is dat het hierdoor te snel kan afkoelen. Een baby is namelijk nog niet in staat om zijn of haar lichaamstemperatuur vast te houden. Een baby wordt niet vies, en hoeft dus niet dagelijks in bad. Daarnaast kan zeep bij dagelijks gebruik het tere huidje uitdrogen. De verpleegkundige/kraamverzorgende legt u en uw partner uit hoe u een baby moet wassen en verschonen. Bloedonderzoek Soms is het nodig om bloed te prikken bij uw baby, bijvoorbeeld om glucosewaarden te meten. Dit wordt u dan uitgelegd. Bij alle baby’s wordt op de 4e dag na de geboorte de hielprik uitgevoerd. De verpleegkundige neemt dan een beetje bloed af uit de hiel van uw baby.

Voeding Moeder Wanneer u borstvoeding geeft, is dit vaak een reden om uw eigen voedings gewoonten nader te bekijken. Wanneer u gevarieerd en gezond eet, kunt u er zeker van zijn dat de moedermelk alle voedingsstoffen bevat die uw baby nodig heeft. Hieronder staat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voeding voor vrouwen die borstvoeding geven: • 6 tot 7 sneetjes brood, liefst bruin of volkoren; meer of minder naar eetlust • 4 tot 5 aardappelen (deegwaren, rijst of peulvruchten); meer of minder naar eetlust • 4 groentelepels gekookte groente (200 tot 300 gram, waarvan maximaal 2 keer per week nitraatrijke groente) of een portie rauwe groente • 2 porties fruit • Melk, inclusief koffiemelk, yoghurt, karnemelk vla, etc (3 tot 4 glazen) Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

10

• 1 tot 2 plakken kaas • 80 gr vlees, kip, vis, ei (maximaal 3 per week), tahoe of tempé • 1 tot 2 plakjes vleeswaren • Boter, 5 gram per snee • 15 gram vet of olie voor de bereiding • 2 liter vocht zoals: (mineraal)water, niet te sterke (kruiden)thee en (granen) koffie, bouillon, vruchtensap, melkproducten Hieronder staat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voeding voor vrouwen die flesvoeding geven: • 5 tot 7 sneetjes brood, liefst bruin of volkoren; meer of minder naar eetlust • 3 tot 5 aardappelen (deegwaren, rijst of peulvruchten); meer of minder naar eetlust • 3 tot 4 groentelepels gekookte groente (200 tot 300 gram, waarvan maximaal 2 keer per week nitraatrijke groente) of een portie rauwe groente • 2 porties fruit • Melk, inclusief koffiemelk, yoghurt, karnemelk vla, etc (2 tot 3 glazen) • 1 tot 2 plakken kaas • 100 gr vlees, kip, vis, ei (maximaal 3 per week), tahoe of tempé • 1 tot 2 plakjes vleeswaren • Boter, 5 gram per snee • 15 gram vet of olie voor de bereiding • 1 1/2 liter vocht zoals: (mineraal)water, niet te sterke (kruiden)thee en (granen)koffie, bouillon, vruchtensap, melkproducten Wanneer u extra trek heeft, kunt u dit menu het beste aanvullen met 1 snee brood of 1 aardappel; 1 glas melk of 1 plak kaas; of een extra stuk fruit.


11

Baby Een baby drinkt de eerste maanden alleen melk. Dit kan zijn moedermelk (borstvoeding) of kunstvoeding (flesvoeding). Borstvoeding Borstvoeding is de beste voeding voor uw baby. In het ziekenhuis zal de verpleegkundige en/of kraamverzorgster u helpen met het de eerste keren aanleggen van uw baby aan de borst. Zij zal u vertellen hoe u dit moet doen en waar u op moet letten. Borstvoeding wordt meestal op verzoek van de baby gegeven, dit wordt ook wel ‘on demand’ genoemd. Dit houdt in dat wanneer uw baby aangeeft dat hij/zij honger heeft, u de baby aan de borst legt. Dit kan de eerste dagen wel 6 tot 12 keer per dag zijn. Door vaak aan te leggen komt de borstvoeding snel op gang. Wanneer de melkproductie goed op gang is zal er langzaamaan een routine komen in de voedingen en zal uw baby 6 tot 8 keer per dag aan de borst willen drinken. Voor meer informatie over borstvoeding verwijzen we u naar de desbetreffende folder. Flesvoeding Ook al is borstvoeding de beste voeding voor een baby, er kunnen redenen zijn waarom ouders kiezen voor flesvoeding. Wanneer een moeder geen borstvoeding kan of wil geven, wordt haar keuze gerespecteerd door alle medewerkers van de Kraamafdeling en Verloskamers. Soort voeding In Nederland is er alleen babyvoeding van goede kwaliteit in de handel. Wanneer u vooraf weet dat u flesvoeding gaat geven, kunt u alvast de voeding van uw keuze in huis halen. Starten met de voeding Kort na de geboorte zal uw baby het eerste flesje krijgen. De hoeveelheid voeding wordt berekend aan de hand van het geboortegewicht volgens onderstaand schema. Niet alle baby’s drinken vanaf het eerste flesje alles op. U hoeft zich hier niet ongerust over te maken. Na een paar dagen oefenen komt dit in de meeste gevallen vanzelf goed. Afhankelijk van hoe uw baby de flesjes Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

12

drinkt, wordt de voeding de komende dagen opgehoogd. Een pasgeborene heeft 150 tot 200 ml voeding per kg lichaamsgewicht nodig. Per dag krijgt de pasgeborene 6 tot 7 voedingen. Per dag hoogt u met 10 ml per voeding op tot 100 ml per voeding, zie onderstaande tabel. Verder ophogen gebeurt in overleg met het consultatiebureau. 2500 - 3500 gram

3500 - 4500 gram

1 dag

10

20

2e dag

20

30

3 dag

30

40

4e dag

40

50

5 dag

50

60

6e dag

60

70

7 dag

70

80

8e dag

80

90

9 dag

90

100

10 dag

100

100

e

e

e

e

e e

De hoeveelheid voeding per 24 uur wordt gedeeld door het aantal voedingen die de baby nodig heeft. Gezonde baby’s krijgen minimaal 6 voedingen. U kunt uw baby ook de fles geven als hij/zij dat aangeeft. Baby’s met een laag of hoog geboorte gewicht hebben extra voedingen nodig. De verpleegkundige zal u hierover informeren als dit bij u van toepassing is. Het kan voorkomen dat een baby door de kinderarts 8 voedingen voorgeschreven krijgt om een andere reden dan het gewicht van de baby. Als een baby 8 voedingen nodig heeft, kunt u uw baby niet ‘on demand’ voeden. De baby moet dan elke 3 uur gevoed worden. Werkwijze Lees voor het bereiden van de voeding de instructie op de verpakking. U mag flesvoeding klaarmaken met water uit de kraan. U mag ook warm water uit de kraan gebruiken (hoeft dus niet gekookt te worden). Als er in uw huis loden waterleidingen zijn raden we aan om bronwater te gebruiken. U kunt ook kant-en-klare voeding kopen.


13

Opwarmen U kunt wanneer u gebruikmaakt van koud (bron)water of kant-en-klare voeding de melk opwarmen in de magnetron, in een pan heet water of in een flessenwarmer. Controleer altijd voordat u de voeding geeft de temperatuur op de binnenkant van uw pols. De melk heeft de juiste temperatuur als u de druppel melk niet voelt op de binnenkant van uw pols. Instructies voor het geven van flesvoeding • Neem voor het geven van de fles rustig de tijd • Het voeden duurt gemiddeld tussen de 15 en 30 minuten • Houd de fles schuin, zodat de speen gevuld is met voeding • Neem de baby, niet helemaal plat, in uw arm om verslikken te voorkomen • Na de voeding komt er meestal een boertje • Leg daarom als de fles leeg is een spuugdoekje over uw schouder en til de baby net iets boven de schouder uit • Wrijf zachtjes over zijn rug en wacht rustig af tot het boertje komt • Eventuele rest weggooien Tip: Niet alle baby’s drinken goed uit dezelfde fles of speen. Wij adviseren u om niet te veel flessen en spenen te kopen, voordat u weet uit welke fles uw baby het beste drinkt.

Ontslag en nazorg

Op de dag dat u naar huis mag kunt u over het algemeen rond 10.00 uur naar huis. De verpleegkundige of kraamverzorgende zal met u een ontslaggesprek houden en u krijgt dan ontslagformulieren en eventuele recepten mee naar huis. Controle kinderarts Afhankelijk van uw situatie of de conditie van de baby komt de kinderarts nog naar uw baby kijken. De kinderarts komt om 08.30 uur op de afdeling. Visite van de arts Soms vindt de arts het nodig om u voor ontslag nog even te zien. Ook wanneer u nog vragen heeft voor de arts kunt u dit aangeven en zal hij/zij voor ontslag nog bij het langskomen. Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

14

Ontslaggesprek Op de dag van ontslag heeft u een gesprek met de verpleegkundige of kraamverzorgende. Zij vragen u hoe u de bevalling heeft beleefd en wat uw mening is over uw verblijf op de Kraamafdeling en Verloskamers. Als u nog extra informatie nodig heeft over de zorg voor uzelf en uw baby, dan zal de verpleegkundige of kraamverzorgende die aan u geven. U kunt uiteraard vragen stellen. De ontslagformulieren Van de verpleegkundige/kraamverzorgende ontvangt u de volgende papieren: • Overdracht voor de kraamzorg en het consultatiebureau • Overdracht voor de verloskundige • Aangiftekaartje (als u die nog niet heeft) • Indien nodig een afspraak voor een controle bij de gynaecoloog • Indien nodig een afspraak voor een controle van de baby bij de kinderarts • Indien nodig een recept • De testisregistratie bij jongens • Informatiefolders • Uw MCH patiëntenpas • Stickers met uw gegevens voor de verloskundige • Borstvoedingsoverdracht voor de kraamverzorgende thuis De verloskundige De verpleegkundige brengt de verloskundige die u thuis begeleidt op de hoogte van uw ontslag. Geeft u daarom aan de verpleegkundige/kraamverzorgende door waar u uw kraamtijd doorbrengt. De verloskundige neemt dan contact met u op of komt zo snel mogelijk bij u thuis langs om te controleren hoe het met u en uw baby gaat. Bij problemen thuis in de avond of nacht neemt u ook met haar contact op. In de meeste gevallen heeft u al tijdens de zwangerschap een verloskundige benaderd die uw kraambed komt controleren. Is dit niet gelukt, dan wordt dit door de secretaresse geregeld en krijgt u een verloskundige toegewezen.


15

Medicijnen Vitamine K Iedere baby die volledig borstvoeding krijgt, heeft extra vitamine K nodig. Direct na de geboorte krijgt de baby 1 milligram. Dit is genoeg voor de eerste week. Na de eerste week krijgt de baby dagelijks 5 druppels vitamine K (fytomenadion 150 microgram). De verloskundige zal u hierover informeren. Bij ontslag krijgt u een recept mee, maar u kunt het ook kopen bij de drogist. Vitamine D Iedere baby krijgt vanaf de 8e dag t/m het 3e jaar vitamine D druppels. Dit is voor de opbouw van botten en tanden. Bij ontslag krijgt u een recept mee. Ook vitamine D is bij de drogist verkrijgbaar. De verloskundige zal u hierover verder informeren. IJzertabletten Het kan zijn dat u na de bevalling een laag ijzergehalte heeft. De arts zal u dan een recept meegeven voor ijzertabletten. Pijnstilling U kunt eventueel thuis paracetamol gebruiken. Dit kunt u gewoon kopen bij de drogist of apotheek. Wanneer uw baby opgenomen is op de kinderafdeling Het kan nodig zijn dat uw baby na bevalling opgenomen moet worden op de kinderafdeling. De kinderafdeling (Zuigelingenunit) bevindt zich op de 13e verdieping. Na de bevalling wordt u zo snel mogelijk naar uw baby gebracht. Op de kinderafdeling zal een kinderverpleegkundige u informeren over het verzorgen van uw baby en de voedingstijden op de afdeling. Wanneer het niet mogelijk is om zelf naar de kinderafdeling te gaan zal de kraamverpleegkundige u brengen met een rolstoel. U krijgt een pasje waarmee u de deuren van en naar de Zuigelingenunit kunt openen. We vragen hiervoor een borg van € 15,- Zolang uw baby op de kinderafdeling opgenomen is, streven wij ernaar dat u op de kraamafdeling kunt blijven. Of dit mogelijk is, Na de bevalling • F0259-1011 • april 2012

16

hangt af van de beschikbare plaats op de afdeling en van de voorwaarden voor een langer verblijf in het ziekenhuis van uw zorgverzekeraar.

Bereikbaarheid De Maxima-afdeling is dag en nacht telefonisch bereikbaar: • Kraamunit C12a (070) 330 22 19 • Verlosunit C12b (070) 330 21 04

Foldermateriaal Wilt u meer informatie dan kunt u dit aan u verpleegkundigen of kraamverzorgende aangeven. Er bestaan verschillende folders op de afdeling die door de gynaecologen/verpleegkundigen geschreven zijn. Op de afdeling is een folderrek met commerciële informatie. U kunt hier vrijblijvend gebruik van maken.


17

Na de bevalling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Recommend Documents