TIA Behandeling op de Spoedeisende Hulp Informatie voor patiënten
F1098-3111 maart 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00
Inleiding U heeft waarschijnlijk een TIA gehad. Dit staat voor transient ischaemic attack (een voorbijgaande beroerte). In overleg met uw huisarts of specialist bent u voor een spoedbehandeling verwezen naar MCH Westeinde. Voor deze behandeling moet u minimaal vier uur uittrekken. Deze folder bestaat uit twee delen. In het eerste deel leest u welke onderzoeken er plaatsvinden en wat er van u wordt verwacht. In het tweede deel vindt u informatie over de nazorg en aandachtspunten na uw ontslag uit het ziekenhuis.
Gesprek en lichamelijk onderzoek De verpleegkundige op de afdeling Spoedeisende Hulp voert bij binnenkomst een gesprek met u. Hij of zij zal u vragen welke klachten u had. Ook stelt de verpleegkundige u vragen over uw gezondheid, uw medische voorgeschiedenis en uw medicijngebruik. Vertel de verpleegkundige als er bij u sprake is van: • nierfunctiestoornissen, • overgevoeligheid voor jodiumhoudende stoffen, • diabetes, • gebruik van metformine, • zwangerschap of wanneer u niet zeker weet of u zwanger bent. Daarna verricht de arts-assistent of de co-assistent van de neuroloog een lichamelijk onderzoek bij u. Als de neuroloog denkt dat er sprake is van een TIA volgt er verder onderzoek.
De onderzoeken Bloedonderzoek De verpleegkundige neemt vanuit een bloedvat in uw arm een aantal buisjes bloed af. Er wordt onderzoek gedaan naar de risicofactoren voor het krijgen van een TIA en naar uw nierfunctie. Hartfilmpje (ECG) Er wordt een filmpje van het ritme van uw hartslag gemaakt. Een hartfilmpje heet een elektrocardiogram (ECG). Nadat u uw bovenlichaam ontbloot heeft, TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
2
brengt de verpleegkundige de elektroden aan op uw borstkas, polsen en enkels. De elektroden registreren uw hartslag. Dit onderzoek duurt ongeveer tien minuten. CT-scan van het hoofd Een CT-scan is een röntgenonderzoek. Hierbij worden er verschillende opnamen gemaakt van de hersenen en de bloedvaten in uw hoofd. CT staat voor computertomograaf. Het CT-apparaat is een combinatie van een computer en een röntgenapparaat. Door de techniek is het mogelijk in zeer korte tijd het hoofd te scannen. Het onderzoek wordt verricht door radiologen en radiodiagnostisch laboranten. Voor het maken van de opnamen van de bloedvaten in uw hoofd wordt gebruik gemaakt van contrastvloeistof. Voor het toedienen wordt er een infuusnaald in uw onderarm of elleboogplooi ingebracht en krijgt u een infuus. Het is belangrijk dat u na het onderzoek ongeveer 2 liter drinkt om de contrastvloeistof weer uit uw lichaam te spoelen. Bij een verminderde werking van de nieren kan het soms nodig zijn dat u vooraf en/of achteraf een infuus krijgt. De reden hiervoor is dat de contrastvloeistof van invloed is op de nierfunctie. Bij ernstige nierfunctie stoornissen zoals dat bijvoorbeeld bij dialysepatiënten het geval is, wordt de scan met contrastvloeistof niet uitgevoerd. In zo’n situatie wordt er een duplexonderzoek gedaan. Informatie hierover staat in deze folder onder Echografie van de halsvaten. Bij een CT-scan ligt u op een onderzoekstafel. De medewerkers helpen u om in de juiste houding te liggen. Het is de bedoeling dat u tijdens het onderzoek in dezelfde houding blijft liggen. U wordt nu in de ronde opening van de CTscanner geschoven. In deze opening worden de foto’s gemaakt. U zult daarbij merken dat u na iedere foto een stukje opschuift. U hoort een zwaar geluid tijdens het maken van de foto’s. Meestal worden er één of twee series van elk ongeveer 15 opnames gemaakt. Tijdens het onderzoek ligt u alleen in de onderzoekkamer. De radioloog en laborant zijn in de aangrenzende kamer. Via een raam kunnen zij u blijven zien TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
3
en houden zij contact met u via een intercom. Het onderzoek neemt ongeveer 20 minuten in beslag. Echografie van de halsvaten (duplexonderzoek) Bij een echografie van de halsvaten onderzoekt de laborant de slagaders in uw hals op onregelmatigheden en vernauwingen. Daarnaast worden op diverse plaatsen de stroomsnelheid van het bloed in de bloedvaten gemeten. Voor dit onderzoek ligt u op een onderzoeksbank. De laborant brengt gel aan op de huid van uw hals. Daarna beweegt hij een apparaatje over uw hals. Dit zendt geluidsgolven uit. Deze geluidsgolven worden teruggekaatst en omgezet in beeld. Van deze beelden worden foto’s gemaakt. Als u buiten kantooruren op de afdeling Spoedeisende Hulp binnenkomt en de zorgverlener vermoedt dat er een vernauwing in een van de halsslagaders is, wordt u opgenomen. Het onderzoek wordt dan de volgende werkdag uitgevoerd. Als tijdens het onderzoek blijkt dat er een vernauwing in de halsslagader zit, bespreekt de neuroloog met u of een operatieve behandeling wenselijk is. Bij een operatieve ingreep (CEA carotis end arteriectomie) wordt de binnenzijde van het bloedvat schoongemaakt en de doorgang verwijd. Deze ingreep moet binnen twee weken na het ontstaan van de klachten worden uitgevoerd. Daarom zult u bij deze diagnose zo snel mogelijk doorverwezen worden naar de vaatchirurg die de risico’s van de ingreep met u zal bespreken. Daarna gaat u om u voor te bereiden op de operatie naar het preoperatieve spreekuur (pos). Hierover ontvangt u een aparte folder.
Eindgesprek U krijgt tijdens het eindgesprek de uitslagen van de onderzoeken voor zover die bekend zijn. Afhankelijk van de uitslagen bespreekt de arts de verdere behandeling en of vervolgonderzoek nodig is. Soms zijn er afspraken bij andere specialisten nodig. In een enkel geval volgt een ziekenhuisopname. Bij dit afsluitende gesprek is het prettig als uw naaste, familielid of bekende aanwezig is. Na het gesprek kunt u naar huis.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
4
Opname In bepaalde situaties wordt u opgenomen op de afdeling Neurologie. Dit gebeurt als uw behandeling langer dan vier uur duurt of als het erg druk is op de afdeling Spoedeisende Hulp. De opname kan een aantal uren of een hele dag duren. Op de afdeling Neurologie wordt het onderzoek verder afgerond. Een andere reden om u op te nemen is dat uit het bloedonderzoek blijkt dat de contrastvloeistof die bij de CT-A scan gebruikt wordt te belastend is voor uw nieren. In zo’n situatie is het nodig dat u voor en soms ook na de scan een infuus toegediend krijgt. Via het infuus krijgt u extra vocht en medicijnen om de nieren te beschermen. De andere onderzoeken zullen terwijl u opgenomen bent, afgerond worden.
Vervolg Als uit de onderzoeken blijkt dat u een TIA heeft gehad, zijn de volgende zaken belangrijk. • U mag twee weken niet autorijden. • U krijgt medicijnen voorgeschreven. (Vervolgrecepten hiervoor kunt u bij de huisarts halen). Het behandeladvies stuurt de arts naar uw huisarts, zodat hij of zij op de hoogte is. U krijgt een afspraak voor een telefonisch consult binnen 2 á 3 werkdagen met de CVA-nazorgconsulent. Zij zal u meer vertellen over de TIA en het gebruik van de medicijnen. Zij geeft u ook leefstijladviezen. De CVA-nazorgconsulent maakt met u een afspraak voor een tweede telefonisch consult. Wilt u de vragenlijst achter in deze folder een paar dagen voor het tweede consult invullen? Houdt u deze vragenlijst en uw medicijnenlijst bij de hand tijdens het tweede telefonisch consult. Als u geen TIA heeft gehad en nog vragen heeft maak dan een afspraak met uw huisarts.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
5
Meer informatie Meer informatie over een TIA, de risicofactoren, het aanpassen van uw levensstijl of het krijgen van ondersteuning, vindt u op de website van het MCH. Kijkt u op www.mchaaglanden.nl bij het specialisme neurologie.
Vragen Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met: CVA-nazorgconsulent (070) 330 20 00 (vragen naar sein: 81716). Tamara Dofferhoff - Vermeulen en Joke de Meris U kunt uw vraag ook mailen naar:
[email protected] of
[email protected]
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
6
Weer thuis na een TIA Inleiding In dit deel van de folder vindt u informatie over het dagelijks leven na een TIA. Als u dit leest, zult u merken dat er weinig dingen zijn die u niet meer mag doen. Mocht u nog vragen hebben of een specifiek antwoord op vragen over uw persoonlijke situatie willen dan kunt u deze met de CVA-nazorgconsulent of uw arts bespreken. Hoe groot is de kans op herhaling van een TIA? De kans op herhaling van een TIA is afhankelijk van de oorzaak en de risicofactoren. Risicofactoren zijn: een verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol, verhoogde bloedsuiker, overgewicht, roken, overmatig alcoholgebruik, leeftijd. De kans op herhaling is dus voor iedereen verschillend. Een algemeen advies is dat u zich regelmatig laat controleren bij uw huisarts. Overleg met uw huisarts hoe vaak een controle nodig is. Moet ik medicijnen blijven gebruiken? De medicijnen die de neuroloog u voorschrijft zijn bedoeld om een nieuwe TIA of een herseninfarct te voorkomen. Over het algemeen moet u deze medicijnen levenslang blijven gebruiken. Het is mogelijk dat u op termijn andere medicijnen moet gebruiken, bijvoorbeeld als er iets in uw gezondheidstoestand verandert of als er nog betere medicijnen worden ontwikkeld. Tegenwoordig worden de meeste mensen na een TIA behandeld met een combinatie van bloedverdunners, bloeddruktabletten en cholesterolverlagende tabletten. Het is verstandig altijd een lijstje bij u te dragen waarop uw medicatie staat vermeld. Dit kunt u bij de apotheek laten maken. • Zie voor meer informatie de brochure ‘Medicijnen en hart- en vaatziekten’ van de Hartstichting. Moet ik een dieet gaan volgen? Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen voeding en hart- en vaatziekten. Een teveel aan verzadigde vetten (vetten die bij kamertemperatuur hard zijn) verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed en daarmee de kans op TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
7
hart- en vaatproblemen. Te veel zout kan de bloeddruk verhogen en een te hoge bloeddruk (boven de 130/80) vergroot de kans op een beroerte. Gebruik dus weinig verzadigde vetten en zout. Voeding kan ook een goede invloed hebben. Gezond eten verlaagt het cholesterolgehalte in het bloed en helpt daardoor de slagaders schoon te houden. Daarnaast houdt gezonde voeding het lichaamsgewicht op peil. Dit kan een hoge bloeddruk helpen voorkomen doordat het hart niet onnodig wordt belast. Algemene adviezen voor uw voeding zijn: • Eet veel vezelrijk voedsel, dus bijvoorbeeld volkorenbrood, volkoren pasta, zilvervliesrijst. • Eet twee ons groente en twee stukken fruit op een dag. • Drink minstens anderhalve liter vocht per dag zoals water, thee, ongezoet vruchtensap, halfvolle melkproducten en koffie (met mate). • Laat vetrijke tussendoortjes staan, neem daarvoor in de plaats fruit, een plakje ontbijtkoek of een boterham. • Gebruik onverzadigde vetten bij het koken. Dit zijn vetten die vloeibaar zijn bij kamertemperatuur, zoals olijfolie, vloeibare bak- en braadproducten, zonnebloemolie. Ga met een gevulde maag boodschappen doen. Hierdoor, zo blijkt uit onderzoek, laat u zich minder snel verleiden tot het kopen van extra vetrijke tussendoortjes. Meer informatie vindt u in de volgende brochures: • ‘Eet gezond! Schijf van vijf’; www.voedingscentrum.nl • De Hartstichting heeft diverse brochures over voeding, gewicht, en koken Moet ik stoppen met roken? U heeft een alarmsignaal gehad. Om de kans op herhaling van een TIA te verkleinen is het verstandig dat u stopt met roken. Roken veroorzaakt namelijk: • Vernauwing van de bloedvaten waardoor de bloeddruk stijgt. • Beschadiging van de wand van de bloedvaten. Deze versnelt het proces van aderverkalking. Dit verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. • Het sneller stollen van het bloed. TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
8
Lukt het u zelf niet om stoppen met roken dan kan uw huisarts eventueel met behulp van nicotinekauwgom, -pleisters of tabletten u hierbij helpen. Uw eigen motivatie om te stoppen is het belangrijkst. Voor meer informatie over stoppen met roken kunt u o.a. terecht bij Stivoro (www.stivoro.nl) of www.nederlandstopt.nu. Aanvullende informatie vindt u in de brochure ‘Uitdrukkelijk voor rokers’ van de Hartstichting (www.hartstichting.nl). Mag ik alcohol drinken? U mag best 1 of 2 glaasjes per dag drinken. Matig alcoholgebruik is waarschijnlijk zelfs gunstig voor mensen met hart- en vaatziekten. Maar let op: 3 of meer glazen drinken is schadelijk. Opsparen om in het weekend meer te drinken is nog schadelijker. Het advies is om twee dagen per week geen alcohol te drinken. Let ook op met alcohol als u overgewicht heeft, want in alcohol zitten veel calorieën. Mag ik autorijden? Na een TIA mag u twee weken niet autorijden en beroepschauffeurs mogen vier weken niet rijden. Voor mensen met een beroerte of hersenbloeding gelden andere regels. Hoe belangrijk is bewegen? Dat voldoende lichaamsbeweging gezond is weet iedereen. Toch blijkt uit onderzoek dat een op de drie Nederlanders onvoldoende beweegt. Een wandeling maken of een stukje fietsen is voldoende. Het advies is om minimaal 30 minuten per dag te bewegen. Dit hoeft niet aaneengesloten te zijn, maar mag ook twee maal 15 minuten of drie maal 10 minuten zijn. Voldoende lichaamsbeweging verkleint de kans op hart- en vaatziekten. Het is goed voor uw spijsvertering, goed voor botten en spieren en ook voor het voorkomen van depressie of geestelijke achteruitgang. Als u voor de TIA sportte zult u mogelijk merken dat uw conditie minder is geworden. Bouw uw conditie rustig weer op. Meer informatie vindt u in de folder: • ‘Bewegen doet wonderen’ van de Hartstichting; www.hartstichting.nl
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
9
Ik blijf zo vermoeid, is dat normaal? Veel mensen zijn eerder vermoeid na een TIA. Het is belangrijk dat u rustmomenten inbouwt en goed luistert naar de signalen van uw lichaam. Train uzelf, activeer uzelf, doseer activiteiten en breidt uw activiteiten rustig uit. Probeer als u weet dat u een drukke dag krijgt de dag ervoor wat meer rust te nemen. Verdeel uw bezigheden over de dag. De Hersenstichting heeft een zorgwijzer ontwikkeld over vermoeidheid. Deze is te vinden op de site www.hersenstichting.nl. Mag ik weer aan het werk? Dat is afhankelijk van hoe u zich voelt en van het soort werk dat u doet. Veel mensen ervaren dat ze sneller vermoeid zijn, soms moeite hebben om hun aandacht ergens bij te hebben en vergeten meer dingen. Neem deze klachten serieus en bouw op tijd rustmomenten in als u moe bent. Als u zich goed voelt is werkhervatting geen bezwaar. Bouw uw uren langzaam op, verdeeld over de week. De CVA- nazorgconsulent kan u hierin adviseren. Soms merkt u op het werk pas dat bepaalde werkzaamheden niet goed lukken. Het is belangrijk dat met de huisarts, bedrijfsarts of neuroloog te bespreken. Het is mogelijk via de revalidatiearts begeleiding te krijgen bij problemen met werkhervatting. Mag ik naar de sauna? Dat mag en hieraan zijn geen beperkingen verbonden. Wel adviseren we u tijdens een saunabezoek voldoende te drinken. Mag ik op vakantie? Daar is meestal niets op tegen. Rust, een andere omgeving en lekker bewegen geeft nieuwe energie. Ook vliegen is na een TIA toegestaan. In warme landen is het verstandig voldoende te drinken (2,5 liter per dag). In de felle zon kunt u beter een hoofddeksel dragen. Tijdens een reis waarbij u veel stil moet zitten is het goed af en toe te bewegen; ga even lopen in het gangpad van bus of vliegtuig. Dit is belangrijk om een trombosebeen te voorkomen. Wanneer u een hoger risico op trombose hebt (bijvoorbeeld als u al eens een trombosebeen heeft gehad) en u langer dan 4 uur moet zitten, wordt geadviseerd extra maatregelen
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
10
te nemen. Maatregelen zijn elastische kousen dragen of een eenmalig fraxiparinespuitje vlak voor de reis. Overleg bij twijfel met uw (huis)arts. Tips en adviezen voor op vakantie: • Vergeet niet een medicijnpaspoort mee te nemen op vakantie. U kunt deze bij de apotheek laten maken. • Verdeel uw medicatie over uw handbagage en koffers voor het geval bagage kwijtraakt. Kan ik door vrijen een nieuwe beroerte krijgen? Mensen die getroffen worden door een TIA en hun partners maken zich soms zorgen over hun seksuele relatie. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat seksuele opwinding een nieuwe TIA kan veroorzaken. Voor die angst is geen reden. Wel is het goed om er rekening mee te houden dat in de eerste tijd de seksuele behoefte verminderd kan zijn. Het is belangrijk dat u samen praat over uw gevoelens. Sommige medicijnen hebben als bijwerking dat ze de zin in vrijen verminderen. Bij mannen kunnen ze de potentie verlagen. Bespreek als u hier last van heeft met uw (huis)arts of er alternatieven zijn. Meer informatie vindt u in de brochure ‘Intimiteit en seksualiteit na een beroerte’. De brochure kan gratis worden gedownload van www.hartenvaatgroep.nl. Wat te doen bij nieuwe klachten? Als u nieuwe klachten krijgt die passen bij een beroerte zoals een scheve mond, verlamde arm, onduidelijke spraak, bel dan direct 112. Noteer de tijd dat de klachten begonnen zijn en hoe lang ze duren. Bij klachten van een TIA die binnen enkele minuten weer verdwenen zijn, adviseren we u direct contact op te nemen met uw huisarts.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
11
Herken de signalen van een beroerte (informatie van de Hartstichting) U weet misschien wel wat de signalen van een beroerte zijn. Maar als het uzelf of uw naaste overkomt, is het toch een stuk moeilijker om ze te herkennen. Waar moet u op letten? Bij de volgende signalen belt u direct 112: Mond: Let op of de mond scheef staat of een mondhoek naar beneden hangt. Hulpmiddel: Vraag de persoon om zijn tanden te laten zien.
Arm: Let op of een arm of been verlamd is. Hulpmiddel: Laat de persoon beide armen naar voren strekken en de binnenkant van de handen naar boven draaien. Kijk of een arm wegzakt.
Spraak: Let op of de persoon onduidelijk spreekt of niet meer uit zijn woorden komt. Hulpmiddel: Laat de persoon een zin uitspreken. Bel direct 112! Tijdverlies = hersenverlies! Maar...misschien is het een TIA. Moet ik dan niet even wachten of de verschijnselen verdwijnen? Nee. Wacht nooit af, maar bel altijd direct 112!
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
12
BIJLAGE TIA-vragenlijst: 2e telefonisch contact Voor een vlot verloop van het tweede telefonisch contact vragen wij u deze vragenlijst thuis in te vullen. Houd deze vragenlijst én uw medicatieoverzicht tijdens het telefoongesprek bij de hand. Het eerste deel van de vragenlijst bevat vragen over mogelijke veranderingen die u ervaart. Het tweede deel gaat over levensstijl.
Vragen over uw gezondheidstoestand 1. Heeft u sinds het doormaken van de TIA lichamelijke klachten? nee ja Zo ja, welke klachten heeft u? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 2. Heeft u sinds het doormaken van de TIA problemen met uw geheugen, aandacht vasthouden en/of initiatief nemen? nee ja Zo ja, welke klachten heeft u? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 3. Heeft u sinds het doormaken van de TIA pijnklachten, hoofdpijn, spierpijn of pijn in andere delen van uw lichaam? nee ja Zo ja, welke klachten heeft u? __________________________________________________________________ __________________________________________________________________ TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
13
4. Merkt u sinds het doormaken van de TIA verandering in uw gedrag? Bent u eerder emotioneel, boos of juist rustiger? nee ja Zo ja, welke veranderingen ervaart u? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 5. Heeft u sinds het doormaken van de TIA vermoeidheidsklachten? nee ja Zo ja, wanneer heeft u het meeste last van vermoeidheid? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 6. Heeft u sinds het doormaken van de TIA problemen met uw werk of andere dagelijkse bezigheden? nee ja Zo ja, waar heeft u problemen mee? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 7. Voelt u zich depressief of angstig? nee ja Zo ja, hoe uit zich dat? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 8. Hoe gaat het met uw partner en/of mantelzorger en thuiswonende kinderen? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
14
Vragen over risicofactoren 1. Bent u als u voor de TIA rookte, gestopt of geminderd met roken? nee ja Zo ja, hoe gaat het nu? Ervaart u voldoende ondersteuning hierbij? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 2. Wat is uw gewicht? ________ kg Heeft u als u overgewicht heeft de wens om af te vallen? nee ja Zo ja, hoe gaat het nu? Heeft u hierbij voldoende ondersteuning? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 3. Beweegt u regelmatig (wandelen, fietsen, sporten)? nee ja Wat kan u helpen om in beweging te blijven? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 4. Gebruikt u regelmatig alcohol? nee ja Zo ja, hoeveel drinkt u per dag / per week? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
15
Wilt u minder alcohol drinken? nee ja Zo ja, hoe gaat dit nu? Ervaart u voldoende ondersteuning hierbij? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 5. Is er sinds de TIA verandering in uw medicatiegebruik? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 6. Ervaart u klachten door uw medicijngebruik? nee ja Zo ja, welke klachten? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Zijn er nog vragen of onderwerpen die u wilt bespreken? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ________________________________________________________ Om de zorg voor mensen met een TIA te verbeteren willen we u vragen om na het tweede contact op de website www.mchaaglanden.nl/umaaktonsbeter uw reactie op de totale begeleiding te geven.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • maart 2015
16