Informatie voor kraamvrouwen
Inhoudsopgave
Verzorging van de baby ................................................................................. 1 Gebruik van kruiken........................................................................................ 1 Baden ............................................................................................................. 2 Nageltjes knippen ........................................................................................... 2 Navelverzorging.............................................................................................. 2 Oor-, oog- en neusverzorging ........................................................................ 3 Voeding .......................................................................................................... 3 Borstvoeding ................................................................................................. 3 Kunstvoeding................................................................................................. 3 Hoe de voeding klaar te maken .................................................................... 4 Fles- en speenverzorging .............................................................................. 4 Wanneer mag de baby mee naar buiten ........................................................ 4 Aandachtspunten ten aanzien van uzelf ........................................................ 4
Geachte mevrouw Graag feliciteren wij u nogmaals met de geboorte van uw baby. Wij hopen dat u een plezierige kraamperiode in ons ziekenhuis hebt. Als u met de baby naar huis gaat, vindt u het misschien prettig enkele verzorgingstips voor de baby en u zelf mee te krijgen. Daarom geven wij u deze folder.
Verzorging van de baby U kunt de lichaamstemperatuur van de baby in de gaten houden zonder thermometer. U kunt aan uw baby voelen of deze goed op temperatuur is. Als de baby koude handjes heeft, betekent dit niet dat de baby het koud heeft. Bij een te lage temperatuur heeft de baby een koud nekje en koude voetjes als hij uit bed komt. Wanneer de baby te koud is, dan kunt u het beste een kruik geven. Wanneer de baby te klein is of op een koude kamer slaapt of zich moeilijk op temperatuur houdt, is ook aan te bevelen een kruik te geven. Bij twijfel kunt u temperaturen (normale temperatuur is tussen 36.8°C en 37.5°C). Een te hoge temperatuur merkt u als het buikje van de baby zweterig aanvoelt. U kunt het beste dan de kruiken uit de wieg/ ledikantje halen en wat vaker temperaturen totdat de normale temperatuur van de baby is bereikt. Bij twijfel kunt u altijd de verloskundige/huisarts bellen.
Gebruik van kruiken U vult de kruik met kokend water totdat er een 'kop' op staat. Hierna draait u de dop goed vast en controleert of de kruik niet lekt. Boven in de kruikendop zit een rubberen ring, waarvan regelmatige controle op uitdroging nodig is. Wanneer u de kruik niet gebruikt, dan gevuld wegzetten. Dit voorkomt uitdroging van de rubbers en roesten van de fles. Hoe legt u de kruik in de wieg? In verband met het eventueel lekken van de kruik, deze met de opening naar het voeteneind leggen en tussen twee dekentjes.
1
NB: koude kruiken nemen warmte op, daardoor kan uw baby te koud worden.
Baden Waar let u op tijdens het baden? Het water moet op lichaamstemperatuur (ongeveer 37°C) zijn en de omgeving lekker van temperatuur. Laat de baby niet te lang bloot liggen in verband met de afkoeling. Leg van te voren alle benodigdheden klaar, zodat u niet bij de baby hoeft weg te lopen. Let bij het afdrogen erop dat alle lichaamsplooien (nek, liezen enzovoort) goed worden afgedroogd, dit om smetten te voorkomen. Heeft de baby een droge huid, dan kunt u dit wat verbeteren door de baby in te smeren met babylotion/babyolie. Bij rode billetjes, is een vette huidzalf goed te gebruiken.
Nageltjes knippen Het is beter te wachten tot de nageltjes wat harder zijn, alvorens ze met een nagelschaartje te knippen (na ongeveer zes weken). Zijn de nageltjes van de baby te lang dan kunt u de nageltjes voorzichtig vijlen met een kartonnen vijl of voorzichtig afbijten.
Navelverzorging Indien het navelstompje nog niet is afgevallen of wanneer het wondje na het afvallen ervan nog niet droog is, kunt u de navel verzorgen met een gaasje met schoon water.
2
Oor-, oog- en neusverzorging Gebruik liever geen wattenstokje in verband met onverhoedse bewegingen van uw baby, waardoor beschadigingen kunnen ontstaan. Gaasjes zijn veiliger. De oogjes van buiten naar binnen (richting neus) schoonmaken.
Voeding Borstvoeding De eerste dagen na geboorte mag de baby 8 tot 12 voedingen per dag. Vaak aanleggen zorgt ervoor dat de moedermelkproductie sneller op gang komt. Als de baby voornamelijk borstvoeding krijgt is het aan te bevelen de baby na 1 week dagelijks vitamine K te geven. Dit echter wel eerst met uw verloskundige/ huisarts overleggen. Wegen voor en na de voeding is niet nodig. Als de baby tevreden is en voldoende natte luiers per dag heeft (ongeveer evenveel natte luiers als voedingen) mag u er van uitgaan dat de baby voldoende voeding krijgt. De baby kan af en toe "regeldagen" hebben. De hoeveelheid moedermelk voldoet dan niet aan de behoefte van de baby. Door de baby vaker aan te leggen wordt de hoeveelheid voeding weer aangepast aan de behoefte. Als u zelf druiven, sinaasappelen, vruchtensappen, te sterk gekruid eten, koolsoorten en dergelijke eet/ drinkt, kan dit laxerend werken bij de baby. Het gevolg kan zijn dat de baby erg dunne ontlasting (spuitluiers) en buikkrampen krijgt. De normale ontlasting van de baby kan wisselend van kleur en samenstelling zijn. Het komt ook wel voor dat de baby een aantal dagen geen ontlasting heeft. Kunstvoeding Kunstvoeding is verkrijgbaar in poedervorm bij supermarkt, drogist en apotheek. Uw verpleegkundige, kraamverzorgster of verloskundige informeert u over het aantal voedingen en de hoeveelheid per dag.
3
Hoe de voeding klaar te maken Dit staat op de gebruiksaanwijzing van de verpakking. Geadviseerd wordt niet meer dan 1 portie per keer klaar te maken. Fles- en speenverzorging De fles en speen dienen een keer per dag te worden uitgekookt. De fles kan zowel droog als nat worden weggezet; wel omspoelen voor gebruik. De spenen moeten af en toe worden vernieuwd. Als uw baby een grote zuigbehoefte heeft en geen vinger of duim kan vinden is een fopspeen soms een oplossing.
Wanneer mag de baby mee naar buiten In principe mag de baby één week na de bevalling mee naar buiten. Afhankelijk van de buitentemperatuur past u de kleding van de baby aan. Als het erg koud is, kunt u een kruik in de reiswieg/ kinderwagen leggen, op dezelfde manier als u dat in de wieg of het ledikantje doet.
Aandachtspunten ten aanzien van uzelf Het vloeien kan nog doorgaan tot zes weken na de bevalling. Een goede hygiëne is erg belangrijk om eventuele infecties te voorkomen. Wanneer u "ingeknipt" bent of een ruptuur heeft, kunt u de wond na toiletbezoek spoelen met schoon water en dagelijks sproeien met de douche. In het algemeen wordt aangeraden om pas na zes weken in bad te gaan of te gaan zwemmen. Tampongebruik wordt de eerste twee weken na de bevalling niet aangeraden. Ten aanzien van het vrijen wordt aangeraden om, zolang er nog bloedverlies is, geen gemeenschap te hebben.
4
Verder: neem voldoende rust de eerste weken na de bevalling. Bij klachten als ruim bloedverlies, hevige buikpijn, stinkende afscheiding of koorts dient u contact op te nemen met uw verloskundige/huisarts. Als de baby een aantal dagen oud is komt de verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij u thuis langs. Deze zal de hielprik afnemen en een gehoortest doen (als de hielprik in het ziekenhuis al is afgenomen zal de gehoortest op een later tijdstip plaatsvinden). De JGZ verpleegkundige maakt voor u een afspraak bij het consultatiebureau. De JGZ verpleegkundige is 24 uur per dag bereikbaar en voor eventuele vragen kunt u altijd contact met haar opnemen. Heeft u naar aanleiding van deze folder nog vragen of opmerkingen, kunt u deze bespreken met uw verpleegkundige.
12-02-2015/14198
5
6