Haal eruit wat erin zit
PROJECTEN • Amersfoort • Crailoo • Breda
ACHTERGROND Ode aan de ploegbergplaats
Een uitgave van SBNS | November 2015
DIGITALISEREN Een omvangrijke operatie
“We zetten ons nog dagelijks in voor het schoner maken van spoorwegterreinen”
Inleiding
“We zetten ons nog dagelijks in voor het schoner maken van spoorwegterreinen” De afbouw van de SBNS is nu echt voelbaar en zichtbaar. Van ongeveer een derde van de SBNS´ers hebben we al afscheid genomen. Het beëindigen van de SBNS lijkt een klus die je projectmatig aan kunt pakken. Uiteraard doen we dat ook. Hiervoor hebben we de nodige overzichten en actielijsten gemaakt die we met grote regelmaat actualiseren. Veel aandacht is er voor het professioneel afronden van lopende
saneringsklussen, het blijven bieden van goede dienstverlening aan de grondeigenaren en een correcte archivering van bodeminformatie. Wat vooraf niet te plannen valt is wat de afbouw doet met alle medewerkers. Sommigen van ons werk(t)en al meer dan 10 of soms 15 jaar voor de stichting. Dan doet afscheid nemen pijn. Dat dit gevolgen heeft voor de werksfeer is evident. Het is niet altijd makkelijk om gemotiveerd te blijven, maar we zullen met elkaar de klus moeten klaren.
van de verontreiniging over neemt van de SBNS. Ook voor het langlopende project Amersfoort voormalige vetgasfabriek lijkt een scenario in zicht voor het eindig maken van de sanering. Ook in deze Bodemsignaal een mooi historisch verhaal over de ploegbergplaats. Geen idee wat een ploegbergplaats is? Leest u dan vooral het artikel op pagina 7. Bruno van Dunné
In deze editie van Bodemsignaal wordt duidelijk dat we ons nog dagelijks inzetten voor het schoner maken van spoorse gronden. Resultaat is dat de bodem geschikt wordt gemaakt voor toekomstig gebruik. In het geval van Breda bijvoorbeeld een fantastisch nieuw station met daaromheen de nodige woningen en kantoren. Voor emplacement Crailoo tekenden we in september een afkoopovereenkomst met de Provincie Noord-Holland, die daarmee de verantwoordelijkheid voor de nazorg
PROJECT | Breda
Bodem speelt grote rol
bij vernieuwing station Breda
Het stationsgebied van Breda heeft de afgelopen jaren een flinke metamorfose ondergaan. Een nieuw station met de grootste OV-terminal (OVT) van Nederland en kantoren zijn gebouwd en er is nieuwe infrastructuur aangelegd. Om deze bouwwerkzaamheden mogelijk te maken is er vanaf eind jaren negentig veelvuldig bodemonderzoek gedaan en zijn diverse saneringen uitgevoerd. SBNS werkt hiervoor al jaren constructief samen met Antea Group. Nadat vanaf eind jaren negentig al plannen waren gemaakt voor bodemonderzoek en sanering van het stationsgebied van Breda is in 2004 een raamsaneringsplan opgesteld. Lees verder op pagina 8. >
2
Bodemsignaal
Inhoud PROJECTEN
4
6
2
7
Amersfoort Voormalige vetgasfabriek
Crailoo Locatie met een roerige geschiedenis
Breda Een flinke metamorfose
ACHTERGROND Ode aan de ploegbergplaats
10
DIGITALISEREN Een schat aan SBNS bodeminformatie
Bodemsignaal
3
PROJECT | Amersfoort
Voormalige
vetgasfabriek
Amersfoort
één van de meest omvangrijke bodem verontreinigingen in het land
Ter plaatse van het emplacement aan de noordwestzijde van station Amersfoort centraal was van 1910 tot 1957 een vetgasfabriek in bedrijf. Deze vetgasfabriek was in eigendom van de Nederlandse spoorwegen en voorzag in de productie van lichtgas op de treinen. Het lichtgas werd destijds geproduceerd uit gasolie in plaats van kolen, zoals we dat kennen van stadsgas productie uit die tijd. Bij het productieproces was het afval product een vloeibare teer, die ook gasolieteer wordt genoemd in de literatuur, maar in diverse rapporten is gerefereerd aan creosoot of Amersfoortse olie vanwege zijn karakteristieke geur en vloeibare eigenschappen. In die tijd is de teer op locatie gedumpt in een greppel en later ook in speciaal daarvoor aangelegde lagunes. Van daaruit kon de teer vrijuit in de bodem zakken. Wat is de aard en omvang van de verontreiniging? Rond 1995 zijn de eerste bodemonderzoeken op de locatie uitgevoerd door de provincie Utrecht. Na de oprichting van de SBNS in 1996 heeft SBNS deze onderzoekstaak voortgezet. Uit de onderzoeken bleek dat het gevolg van de teerlozingen geleid heeft tot een grondwaterverontreiniging met een oppervlak van ongeveer 15 hectare waarbij de aanwezigheid van een verontreinigingscomponent groter is dan de interventiewaarde. Welke saneringsmaatregelen zijn getroffen? De eerste maatregel die is uitgevoerd is een tijdelijke beheersmaatregel, waarbij uit een aantal onttrekkingsbronnen grondwater is
4
Bodemsignaal
opgepompt. Dit om er zeker van te zijn dat de verontreiniging niet nog groter zou worden dan deze al was. De eerste maatregel is ingezet tot er een meer passende maatregel was bedacht en uitgevoerd. Deze passende maatregel bestond uit Isoleren, Beheersen en Controleren, een zogenaamde IBC variant in de vorm van een ‘funnel & gate’ principe en is aangebracht in de periode 1999-2004. Deze IBC maatregel heeft de ontwikkeling mogelijk gemaakt van één van de grootste kantoorpanden van Nederland: het Eempolis gebouw en de appartementen complexen Amor Forte I en II. Aanleidingen verbeteren saneringsstrategie Met het einde van de SBNS in het vizier is er behoefte aan een verbeterde strategie. De huidige maatregel overdragen waarbij de maatregel oneindig lang in stand zal
“Als we anaerobe microbiologische processen in en nabij de pure teer zone beter leren begrijpen, kan er niet alleen op de vetgasfabriek loca tie een efficiënter en eindige strategie worden vormgege ven, maar ook op soortgelijke complexe veront reinigde locaties.” Johan van Leeuwen
Bodemsignaal
moeten worden gehouden is een onwenselijke situatie. Om die reden is in 2010 gestart met het in kaart brengen van de pure teer in de ‘black-box’; dit is de zone binnen de aanwezige damwanden, waarvan we wisten dat er veel verontreiniging aanwezig zou zijn, maar waar nooit teerzones zijn uitgekarteerd. Bij dit onderzoek zijn zowel conventionele als nieuwe innovatieve technieken ingezet als sonic drilling met aqualock, camera sonderingen en multi level samplers. De conclusie was dat er tussen de 2000 en 6000 ton teer in de bodem aanwezig is en dat het grootste deel daarvan zich aan de westzijde bevindt. Dit op een plek waar dit eerder niet in beeld was. Ook bleek uit dit onderzoek dat de veen/ klei laag op 12 meter minus maaiveld veel dunner is op die westelijke teerlocatie dan
managers te laten zien waar het nu eigenlijk om draait bij bodemsanering.
eerder aangenomen bij het bedenken van de IBC variant. Ook blijkt er een significante hoeveelheid teer in het tweede watervoerend pakket aanwezig te zijn, waar tot daarvoor het uitgangspunt was dat dit niet het geval was. Al deze punten samen zorgen ervoor dat een toekomstbestendig scenario en daarmee een verbeterde saneringsvariant moest worden uitgedacht. In 2014 was een internationale delegatie op bezoek op de site. Tijdens het locatiebezoek werd ter demonstratie ook vrije teer opgepompt. Diverse deelnemers waaronder uit Engeland en Frankrijk hebben flessen met teer meegenomen naar huis om aan hun
wetenschappelijk onderzoek. Dit is vormgegeven in een consortium van Deltares, Universiteit van Amsterdam, Wageningen Universiteit en de Universiteit van Utrecht. De antwoorden worden daarna vertaald in een toekomstbestendig scenario en uitgewerkt in een toepassing op de locatie. Mogelijke scenario’s worden nu in een rapportage vormgegeven en direct aansluitend worden onderzoeken opgestart om het voorkeur scenario uit te werken. Het is de bedoeling om een scenario gereed te hebben, waarmee overdracht mogelijk kan worden gemaakt van de SBNS naar het Ministerie van infrastructuur en milieu. <
Welke uitdagingen komen we tegen? Het vormgeven van een verbeterde saneringsmaatregel die toekomstbestendig is, is geen eenvoudige opgave. Dit omdat zowel twee fase stroming van olie/teer, een bijzondere bodemopbouw en daarmee grondwaterstromingen, fysische, chemische en microbiologische processen een rol spelen. Het is belangrijk om al deze processen beter te begrijpen en in te zetten ten behoeve van een totaal visie en toepassing(en). Om dit te bereiken worden fundamenteel wetenschappelijke vragen beantwoord door middel van conventioneel en
5
PROJECT | Emplacement Crailoo
Provincie Noord-Holland heeft verantwoordelijkheid overgenomen voor verontreiniging in Hilversum-Noord
Locatie met een roerige geschiedenis Crailoo? Dat is helemaal geen station? Toch is het terrein al heel lang in gebruik door NS. Het was vroeger een zanderij en een stapelplaats. Het begin van een roerige geschiedenis... Misschien is het terrein beter bekend van de langste natuurbrug ter wereld, destijds nog geopend door koningin Beatrix. Deze brug verbindt het Spanderswoud en de Bussumerheide en ligt net ten noorden van Hilversum Media Park. Het bedrijfsterrein Crailoo is zo lang dat het deels in Bussum en deels in Hilversum ligt. NS Stations is eigenaar van het terrein en verhuurt het aan RailPro Voestalpine B.V., een bedrijf dat onder andere lange spoorstaven produceert. Historie van het terrein In het begin van de 20ste eeuw werd op de locatie zand gewonnen (zanderij) en was er een installatie voor houtverduurzaming aanwezig. Daar werden bielzen geïmpregneerd met creosoot (ook wel teerolie genoemd, een soort carbolineum). De bielzen werden daarvoor in een drukvat geplaatst; dat vat werd vacuüm gezogen waarna de creosoot in het vat gepompt werd. Het spul drong diep in de bielzen die zo langer houdbaar werden. Vervolgens werden de bielzen
6
buiten opgestapeld om uit te druipen (stapelplaats). Het creosoteren gebeurde tussen 1919 en 1937. Het gebruik als stapelplaats heeft geduurd tot begin jaren zestig. Beide processen hebben geleid tot een grote bodemverontreiniging. Verontreiniging In het grondwater reikt de verontreiniging tot 50 meter diep. Ook heeft de verontreiniging zich, met het grondwater, tot ver buiten de locatie verspreid. Ruim 200.000 m3 grondwater is verontreinigd. Het volledig opruimen van de verontreiniging is nagenoeg onmogelijk; in ieder geval onbetaalbaar. Bovendien is het terrein in gebruik als bedrijfsterrein en zijn er dus beperkingen verbonden aan de wijze van saneren. SBNS is aan zet met het onderzoek en de sanering van verontreinigingen op NS terreinen. NS speelt een actieve rol in dit project, omdat het om grote bedragen gaat en vanwege de naderende beëindiging van de SBNS. Hoe pakken we de sanering aan? De SBNS heeft, samen met NS, gekozen voor een aanpak van de bron van de vervuiling. Daarmee worden de meeste kilo’s creosoot verwijderd. De gehele verontreiniging kan niet verwijderd worden omdat die erg verdund is en zich ver verspreid heeft. Die verspreiding noemen we de pluim. De keuze is gemaakt om de beschikbare som geld in te zetten om zoveel mogelijk kilo’s creosoot uit de bron te verwijderen: een kostenefficiënte verwijdering van creosoot. Als er te veel geld besteed moet worden om een kilo creosoot te verwijderen, kan met de feitelijke sanering gestaakt worden. Wat achter blijft behoort tot de pluim en moet in de toekomst beheerd worden.
Gezamenlijk grondwaterbeheer In het Gooi zijn veel van dergelijke pluimen van grondwaterverontreinigingen aanwezig. De provincie Noord-Holland heeft daarom samen met gemeenten en waterschappen het ̒grondwaterbeheer ‘t Gooi’ opgericht. Deze organisatie ziet toe op het beheer van dergelijke pluimen van verontreinigingen, nu en in de toekomst. Tussen de SBNS en grondwaterbeheer ‘t Gooi is overleg geweest over de afkoop van de verontreiniging die achter blijft na de sanering. Uiteindelijk is het besluit om de sanering op kosten efficiënte wijze uit te voeren gekoppeld aan het besluit over hoe om te gaan met de pluim: als er een oplossing is voor wat er achter blijft, kan immers ook pas besloten worden over hoeveel er achter mag blijven.
Afkoopovereenkomst met Provincie Noord-Holland Zo is in de beschikking waarin toestemming gegeven wordt voor de sanering de voorwaarde opgenomen dat met grond waterbeheer ’t Gooi overeenstemming wordt bereikt over de afkoop van de rest verontreiniging (de pluim). Deze overeenstemming is bereikt en op 9 september 2015 heeft de ondertekening door de provincie, de SBNS en de NS plaatsgevonden. Met de afkoop is een bedrag van € 1.065.000,- gemoeid. Dit wordt door de SBNS aan grondwaterbeheer ’t Gooi betaald na afloop van de huidige sanering. Voor de sanering van de bron is door de SBNS bijna vier miljoen euro besteed. Hiermee wordt de grondeigenaar, voor nu en in de toekomst, gevrijwaard van claims in verband met de bodemverontreiniging. <
Bodemsignaal
Achtergrond
Tekst en beeld: Paul Hartman
Ode aan de ploegbergplaats Als je de Van Dale naslaat op het woord ‘ploegbergplaats’ krijg je geen treffers. Ook Wikipedia kan je over dit woord geen informatie geven. Als je in Google zoekt krijg je wel een aantal treffers, die vaak verwijzen naar spoorwegarchieven of beeldbanken. Maar echt veel is het niet. Uitgevoerde bureaustudies Bij SBNS is het wel een veel gebruikt woord. SBNS heeft op 704 NS-hoofdlocaties (zeg maar: emplacementen) een historisch onderzoek laten uitvoeren. In een bureaustudie is op elk station gekeken waar in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden die bodemverontreiniging kunnen hebben veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan een tankplaat, een locomotievenloods, een werkplaats, een kolenloods of een ploegbergplaats… Geval van ernstige bodemverontreiniging SBNS heeft 611 verdachte locaties aangetroffen waar een ploegbergplaats heeft gestaan. Dat zijn er dus nogal wat. Op 243 daarvan is sprake van een NS-sanerings geval. Dat is een locatie waarvan uit een verkennend bodemonderzoek is gebleken dat er sprake is van bodemverontreiniging. Hoe veel en hoe groot werd daarin niet bekeken. Dat gebeurt in een nader bodemonderzoek. Als de verontreiniging ernstig (dat wil zeggen: boven bepaalde grenswaarden) is en groter dan 25 m³ grond of 100 m³ grondwater, is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Op 110 van die 243 NS-saneringsgevallen, dus op 18% van de gelokaliseerde ploegbergplaatsen, blijkt uiteindelijk sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. SBNS heeft in totaal 1650 gevallen van ernstige bodemverontreiniging aangetroffen. Ploegbergplaatsen maken dus 6,5% van het totale aantal gevallen van ernstige bodemverontreiniging uit. Best substantieel dus. Wat is nu die ploegbergplaats? Wat verstopt zich achter die opsomming van droge cijfers en vaktermen die de rest van de wereld toch niet begrijpt en
Bodemsignaal
gebruikt? Spoorwegen slijten. Ze moeten dus onderhouden worden. Dat is niet iets van de laatste tijd, dat is altijd al zo geweest. Tegenwoordig wordt het spoor gecontroleerd door ultrasoon treinen. Dat zijn treinen die met behulp van ultrasoontechnieken de kwaliteit van het spoor controleren. Zitten er geen haarscheurtjes in de spoorstaven? Zijn de schroeven waarmee het spoor op de dwarsliggers is gemonteerd niet los geraakt of zelfs verdwenen? Is het spoor niet verzakt? Allemaal vragen die tegenwoordig geautomatiseerd en heel nauwkeurig worden beantwoord. Hoe anders was dat zestig jaar geleden toen deze ingewikkelde technieken nog niet bestonden. Toen had NS ‘de ploeg’. Dat was een groep mannen die verantwoordelijk was voor de kwaliteit van het spoor op een bepaalde lijn. De ploeg beschikte over een klein voertuigje (‘draisine’) waarmee het spoor werd geïnspecteerd. Als dat nodig was, werden dwarsliggers vervangen, schroeven aangedraaid, een spoorstaaf
vernieuwd, et cetera. Hard werken, bij nacht en ontij en niet geheel ongevaarlijk! Zo’n ploeg heeft natuurlijk ook wel eens pauze. Dat deed men niet in de open lucht. Er bestond een speciaal gebouwtje voor: de ploegbergplaats! Over het algemeen beschikte deze over een kachel, zodat men ’s winters bij een zoemend kolenkacheltje een kaartje kon leggen, een sigaretje kon roken en een boterham kon eten. Om het kacheltje te kunnen laten branden was er vaak een kolenhok aangebouwd. Onder een afdak werden gereedschappen, materialen, vetten (om de wissels te smeren) en dergelijke opgeslagen. Het was dus heel gewoon: 611 ploegbergplaatsen! In heel Nederland. En misschien nog wel meer… Daar vindt SBNS nu dus bodemverontreiniging met PAK’s (van de kolen), zware metalen (van de materialen) en olie (van de vetten). Maar niemand die het de ploeg kwalijk neemt: men wist niet beter… <
7
PROJECT | Breda
Vervolg van pagina 2 >
Best een hele klus omdat het project een groter perspectief en planning heeft waarmee continu rekening gehouden moest worden. “We probeerden steeds te anticiperen op actuele ontwikkelingen en de planning van de bouw te volgen waardoor we werk met werk konden maken” geeft Chris van de Meene, regioprojectmanager van SBNS aan. “Het was regelmatig vechten om aandacht als saneerder tussen alle andere grote(re) partijen! Af en toe trokken we dan ook aan de bel bij de Milieudienst. De rol van de Milieudienst is cruciaal voor een efficiënt verloop van de bodemwerkzaam-
heden. Je wil tenslotte voorkomen dat de bouw tussentijds stil wordt gelegd.” Vanuit Antea Group is Wessel van Oeffelen als bodemadviseur al jaren binnen dit project betrokken. Zowel Chris als Wessel geven aan dat het werken met lokale partijen een positieve invloed heeft gehad op het soepel verlopen van het project. Lokale roots en aanwezigheid zorgen voor vertrouwen en dat werkt prettig en efficiënt. Wessel: “Zo kwam ik regelmatig op maandagmorgen op locatie. Men kent elkaar na al die jaren. Er waren bijvoorbeeld omwonenden die regelmatig een praatje kwamen maken en tips gaven over 'gedumpte zaken' in de grond uit het verleden. Vaak bleek bij graven dat er inderdaad puin of vervuiling aanwezig was.”
Breda ommuurd door een grote vesting en tijdens WOII is het emplacement gebombardeerd. De saneringswerkzaamheden zijn daarom uitgevoerd onder NGE-condities. Uiteindelijk zijn alleen de oude vestingcontouren aangetroffen met als hoogtepunt een heuse Spaanse kanonskogel! Momenteel wordt de laatste fase van de OVT gebouwd en komt er een eind aan de grootschalige grondwateronttrekkingen. De OVT is gebouwd bovenop een omvangrijke grondwaterverontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen. SBNS heeft
Er waren ook diverse leermomenten in het project. Zo geeft Wessel aan: “Bij het graven van de eerste spoortunnel bleek dat door een simpele onttrekking van het grondwater een flinke verplaatsing van verontreiniging plaatsvond via het grondwater. Dit was een tegenvaller, maar heeft wel gewerkt als ‘eye opener’ in het vervolg.” Een bijkomend aspect bij de werkzaamheden was een toegenomen inzicht in het risico van Niet Gesprongen Explosieven (NGE). Dat was niet voor niets: vroeger was
8
Bodemsignaal
Uiteindelijk zijn alleen de oude vestingcontouren aangetroffen met als hoogtepunt een heuse Spaanse kanonskogel! voor de start van de bouwwerkzaamheden de bodem zodanig gesaneerd dat de nieuwbouw zonder problemen kon plaatsvinden. De kern van de bodemverontreiniging is daarbij ontgraven. Daarna is de omvangrijke grondwaterverontreiniging deels gesaneerd door de bronnering die nodig was voor de bouw van de OVT. Een mooi voorbeeld van werk met werk maken. Op dit moment vindt nog onderzoek plaats naar het volume van de overgebleven verontreiniging en wordt een verwachting gemaakt van de pluimontwikkeling voor de
komende jaren; zal de restverontreiniging zich nog verspreiden of juist in omvang afnemen en is er sprake van een verantwoorde eindsituatie? In overleg met de Milieudienst zal de sanering overgaan van actieve maatregelen naar een passieve fase waarin de nog resterende verontreiniging verder zal afnemen door natuurlijke afbraak. Het Raamsaneringsplan met daarin opgenomen de sanering van de 13 gevallen van ernstige bodemverontreiniging is daarmee geheel uitgevoerd en kan in 2016, precies op tijd, worden afgesloten. Veel aandacht is er momenteel voor een verantwoorde over-
dracht van dit project richting NS en Prorail. Terugblikkend op het project dat al ruim 15 jaar loopt geeft Chris aan dat er constructief is samengewerkt met alle betrokken partijen. En dat waren er een heleboel! Wat hij wel een gemiste kans vindt is het ontbreken van een overkoepelende grondbalans met een centrale regisseur. Er zijn in het stationsgebied en de naastgelegen terreinen enorme hoeveelheden grond afgegraven en weer aangevuld. Onderlinge afstemming had voordeel op kunnen leveren. <
Feiten rondom de stationsontwikkeling: ○ In september 2014 is de noordelijke entree van het station (Belcrumkant) in
gebruik genomen. De bouw van de zuidkant duurt nog tot medio 2016. ○ Nu gebruiken zo'n 27.000 mensen dagelijks station Breda; in 2020 zijn dat er
ongeveer 57.000. ○ Het nieuwe station telt 7 sporen, waar per uur 16 treinen aankomen en
vertrekken; 4 daarvan zijn hogesnelheidstreinen. ○ In en rond het station komt plek voor meer dan 4.000 fietsen en op het dak
van het station kunnen straks ruim 720 auto's parkeren ○ In het station komen woningen en kantoren waarvan onder meer de
Belastingdienst gebruik zal maken.
Feiten rondom de bodemonderzoeken en -saneringen: ○ Gestart in 1998 en overdragen aan NS en Prorail in 2016 ○ 45 projecten: historisch onderzoek, oriënterend onderzoek (1998), nader
onderzoek (2002) en saneringen ○ Raamsaneringsplan opgesteld in 2004: 13 gevallen van ernstige
bodemverontreiniging ○ Totale onderzoeks- en saneringskosten: € 4.000.000 ○ Aard verontreinigingen: asbest, olie, PAK, zware metalen en (zeer omvangrijk)
vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen in grond en grondwater ○ Bron/oorzaak verontreiniging: gedempte haven en vestingwerken, tankstation,
lekkende tanks, vatenspoelbedrijf, etc. ○ Uitdagingen op de locatie: Flora & fauna, archeologie (oude kanonskogel!),
bommen en granaten ○ Saneringsmethoden: ontgraving, grondwateronttrekking en in situ aanpak,
gedeeltelijk in combinatie met de bouw van de OV-terminal ○ Saneringsmethoden: ontgraving, grondwateronttrekking en in situ aanpak,
gedeeltelijk in combinatie met de bouw van de OV-terminal
Bodemsignaal
9
Een schat aan SBNS bodeminformatie digitaal opgeslagen
“Digitaliseren
was een omvangrijke operatie”
de zogenaamde stichtingsrapporten. Hoe kan het ook anders na bijna 20 jaar onderzoeken, saneren en evalueren! De eerste rapporten, zogenaamde ‘historische onderzoeken’, zijn overgenomen van de NS. Sinds 1997 is de SBNS de productie gestart met verkennende en oriënterende onderzoeken.
Sinds 2014 zijn alle bodemrapporten die in opdracht van de SBNS zijn geproduceerd gedigitaliseerd. Een omvangrijke en precieze klus waar sinds 2009 projectmatig aan gewerkt is. Een enorm archief vastgelegd in 9300 records in onze databank. Op verschillende zoekcriteria kan de databank bevraagd worden. De data is ook steeds beter gekoppeld aan het BIS. Daarover viel al te lezen in de vorige editie van Bodemsignaal. Fysiek gaat het om 400 archiefdozen.
10
Het archief is altijd raadpleegbaar geweest op de SBNS werkplek. Sinds de invoering van het nieuwe werken ruim anderhalf jaar geleden en het digitaliseringtraject is dit niet meer het geval. We bewaren wel één document als uniek exemplaar. Dit bijvoorbeeld in verband met mogelijke leesfouten en het raad plegen van kaartmateriaal.
Naast de stichtingsrapporten bestaat er ook een ander uniek archief: het bodem archief. Het bodemarchief bestaat uit bodemrapporten verkregen van NS, veelal oud materiaal dat dateert uit de periode vóór 1995. Sinds de laatste jaren komen er steeds meer rapporten bij die in opdracht van derden tot stand zijn gekomen zoals gemeenten, waterschappen en particu lieren. De rapporten zijn gerelateerd aan SBNS locaties. Het zogenaamde bodemarchief omvat momenteel 4.500 records. Dit komt neer op 100 dozen. Van dit bodemarchief is 25 % digitaal beschikbaar.
De verschillende SBNS archieven Binnen de SBNS is een groot aantal onderzoeks- en evaluatierapporten beschikbaar,
Nieuwe documenten worden steeds minder in papier aangeleverd. De data wordt vastgelegd, zo is de databank een
Bodemsignaal
Beelden: Hulshoff
steeds belangrijkere tool bij het vinden van informatie. Sinds de Stichting bestaat zijn er ook SBNS projectdossiers. De afgesloten projecten zijn geregistreerd in 4.000 titels en zijn ook extern opgeslagen in zo’n 400 dozen. Belangrijke documenten zoals beschikkingen zijn hieruit gefilterd en digitaal verwerkt. De wettelijk bewaartermijn voor projectdossiers is 7 jaar. SBNS hanteert een ruime bewaartermijn van 10 jaar. Waar bevindt zich het SBNS archief eigenlijk? Het SBNS archief is ondergebracht bij Hulshoff archiefbeheer. Hulshoff is een familiebedrijf met vier vestigingen, waaronder in Almere en Amsterdam-Noord. Het zijn zeer grote vestigingen met per hal zo’n 1.300.000 dozen in verrijdbare kasten. De hoogte van de hal is 17 meter
en de lengte van een stelling is 48 meter. Omgerekend is dit 400 kilometer aan rechtopstaande A4 blaadjes! SBNS heeft momenteel ruim 2000 dozen in opslag bij Hulshoff, bij de beëindiging van de Stichting zullen dat er ruim 1000 zijn. De opslag van SBNS dozen staat kriskras door elkaar, maar toch is het via het barcodesysteem snel te traceren waar een specifieke doos zich bevindt. Is een document nodig ter inzage dan is het transport binnen 24 uur op de werkplek. Hoe gaat het met het archief na de beëindiging van SBNS? Bij de afwikkeling van de Stichting zal bepaald worden wie de zorg over de unieke rapporten, opgeslagen bij Hulshoff, op zich zal nemen. Gesprekken daarover zijn nu gaande. Momenteel rest ons nog een verbeterslag in de digitale opslag. <
“De papierenschat van 20 jaar saneren, onderzoeken en overdragen is immens. We maken nog steeds verbeter slagen in digitaal documentbeheer. Zo nu en dan een taaie klus, maar één die we willen afronden met tevredenheid” Marie-José
Bodemsignaal
11
Beeld: Paul Hartman
Beeld: Paul Hartman
Wist u dat? - De provincie Noord-Holland, SBNS en NS voor een bedrag van € 1.065.000,- een afkoopovereenkomst hebben getekend over de verantwoordelijkheid voor de grondwaterverontreiniging op de locatie Nieuwe Crailoseweg 8 te Hilversum? De provincie neemt hiermee de verantwoordelijkheid voor de nazorg van de verontreiniging over van de SBNS. - Mart Jansen en Johan van Leeuwen namens SBNS van 8-10 november deelnamen aan het zesde ‘International Symposium and Exhibition on the redevelopment of manufactured gas plant sites’ in Gent? - SBNS volgend jaar een jubileumboek uitgeeft met daarin een prachtig overzicht van ruim 20 jaar bodemonderzoek en - saneringen van spoorgronden?
post Postbus 2809 3500 GV Utrecht
bezoek Catharijnesingel 47 3511 GC Utrecht
contact
[email protected] www.sbns.nl t 030 298 83 10
colofon Tekst: SBNS Ontwerp: Aangenaam Ontwerp