Rood Ledenblad van de Partij van de Arbeid • 5e jaargang • nummer 1 • februari 2008
THEMANUMMER ONDERWIJS
Jeroen Dijsselbloem over de onderwijscommissie
‘We schoppen nogal wat heilige huisjes omver’
Ronald Plasterks volksverheffing Onderwijsdrama volgens Arnold Heertje PvdA-leden berichten uit de praktijk Jeroen Dijsselbloem (41), voorzitter parlementaire onderzoekscommissie
Sterk en sociaal
Tekst Anne Marie Zimmerman Foto Tessa Posthuma de Boer
Bert-Jan Dokter komt uit een gezin waarin politiek niet zo belangrijk was. ‘De achtergrond van mijn ouders en familie is CDA. Daar ben ik als jongeling in meegegaan, totdat ik dacht: dit is het niet. Toen ben ik PvdA gaan stemmen.’ In 2003 werd Bert-Jan lid van de PvdA en sindsdien is hij actief in de gemeente Oldebroek-Wezep.
de rode loper
De Rode Loper wordt uitgerold voor PvdA’ers die normaal gesproken achter de schermen werken. Meestal willen ze dat ook graag. Voor een portret in Rood wordt deze keer een uitzondering gemaakt door Bert-Jan Dokter, actief als voorzitter van het afdelingsbestuur in Oldebroek-Wezep, lid van de steunfractie en webmaster voor Oldebroek en gewest Gelderland.
‘De tijd van Pim Fortuyn is een keerpunt geweest. Ik hoor niet bij de mensen die hetzelfde als Fortuyn over de samenleving denken, ik ben veel socialer. Ik wilde iets doen en ergens bij horen. De PvdA was een logische keuze.’ Bert-Jan doet veel voor de regionale samenwerking in de werkgroep Website staten/gewest. ‘Het is belangrijk dat alle geledingen binnen de PvdA met elkaar communiceren. Voor de man op straat moet er eigenlijk niet zoveel verschil zitten tussen de lokale PvdA en de landelijke PvdA. De fractieleden doen veel werk, maar de band met de rest van de PvdA is niet zo goed, dat heeft me wel verbaasd toen ik lid werd.’ Bert-Jan zou graag zien dat de PvdA meer zichtbaar is en hij vindt dat het internet daarin een belangrijke rol kan spelen. ‘Je kunt natuurlijk pas een standpunt naar buiten brengen op het moment dat een item erg actueel is, maar in mijn ogen is het een grotere uitdaging om dat eerder te doen. Het is natuurlijk moeilijk, maar als je de discussie op een eerder moment aanzwengelt, gebeurt er meer. Het internet is daar een geschikt medium voor. De ‘meer Rood op de digitale straat’-gedachte. Als je in een kleine afdeling de leden wilt bereiken, kun je wachten tot de pers het oppikt óf je kunt zelf een website bijhouden. Op een eigen website heb je de controle over wat je plaatst en kun je mensen een 24-uursplatform geven. Andere media benaderen en je gezicht op straat laten zien, dat hoort er natuurlijk allemaal bij. Maar hoeveel makkelijker dan met een website wil je het nog krijgen?’
‘Meer rood op de digitale straat’ Bert-Jan steekt veel tijd in de PvdA. ‘Als ik ergens in geloof, wil ik er ook veel voor doen. Ik ben vrij snel actief geworden voor de lokale website. Als je niet op let, ben je er zo elke avond mee bezig. Mijn computer staat ook midden in de kamer, anders zien ze me thuis nooit.’ 2 ROOD februari 2008
inhoud
5 6 9 10
5
6
10
12
14
18
20
22
FORUM Reacties op een stelling over excessen in topinkomens INTERVIEW Jeroen Dijsselbloem, voorzitter onderwijsonderzoekscommissie VIJF VRAGEN AAN Anja Timmer PLATFORM Gelijke kansen dankzij de onderwijsvernieuwingen?
12 14 15 18 20
22
PROFIEL Hans Spekman ACTUEEL Liliane Ploumen & integriteit
25
ACTUEEL De volksverheffing van Ronald Plasterk
26
114 JAAR KLASSENSTRIJD Geschiedenis van het sociaaldemocratisch onderwijs
28
REPORTAGE Advies van leden aan minister Plasterk OPINIE Arnold Heertje en het onderwijsdrama INTEGRATIE Job Cohen over Amsterdam: ‘Er ontbreekt regie.’ ROOD IN DE REGIO Water!
EÉN JAAR KABINET De balans opgemaakt
van de voorzitter Partijgenoten, Dit nummer van Rood staat in teken van het thema onderwijs. Niet voor niets, want nog maar enkele dagen geleden presenteerde de Parlementaire Onderzoekscommissie Onderwijs onder leiding van Jeroen Dijsselbloem haar resultaten. Resultaten waar we op het Politiek forum van aanstaande zaterdag uitgebreid over zullen discussiëren. En daar ben ik trots op, want met dit onderzoek heeft de PvdA haar verantwoordelijkheid genomen om het onderwijsbeleid uit het verleden kritisch tegen het licht te houden. Onderwijsbeleid dat helaas niet altijd het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Daar trekken we vandaag dan ook lering uit voor de dag van morgen. Want politiek draait uiteindelijk om het bereiken van onze idealen. En aan idealen ontbreekt het onze partij gelukkig niet. Dat ervaar ik elke keer weer bij mijn bezoeken aan afdelingen in het land. Afdelingen waar onze lokale vertegenwoordigers en bestuurders invulling geven aan onze beginselen: spreiding van kennis, macht en inkomen. Onze beginselen zijn duidelijk, hoe zij zich verhouden tot onze koers niet altijd. Dat heeft verschillende oorzaken: soms weten we ons verhaal niet goed over het voetlicht te krijgen, soms is er sprake van een inhoudelijk tekort en
soms van spanning tussen de manier waarop wij onze idealen zouden willen verwezenlijken. Het evenwicht tussen markt en overheid, vrijheid en gelijkheid, collectief en individu is nog niet altijd gevonden. De Commissie Vreeman sprak dan ook over de noodzaak van een sterkere koppeling van beginselen en beleid. Mensen moeten op basis van onze beginselen weten waar wij voor staan en wat we doen. Dat vraagt om duidelijke, richtinggevende keuzes. Keuzes gemaakt op basis van stevige debatten in de partij. Ik ontmoet overal mensen die zeggen dat ze graag mee willen denken en discussiëren. Daar gaan we deze bestuursperiode dan ook fors in investeren. We gaan het in ieder geval hebben over drie concrete thema’s: arbeid, de publieke sector en integratie. Ik beloof u landelijke debatreeksen voor leden en experts én inhoudelijke congressen. Dit jaar trappen we af met het thema arbeid. Het Kabinet vraagt zich af hoe we tweehonderdduizend mensen aan het werk krijgen. Iets wat bij de Partij van de Arbeid in vertrouwde handen is: arbeid is ons thema! Wij laten niemand aan de kant staan. Dit voorjaar starten we dan ook een project over het thema arbeidsparticipatie. Een project waarin u mee kunt discussiëren en uw stem kunt laten horen. In bijeenkomsten bij u in de regio én in juni op ons congres!
Lilianne Ploumen
[email protected], www.lilianneploumen.pvda.nl
februari 2008 ROOD 3
brieven
Cartoon Peter Pontiac
Amsterdam Zuidoost Over de politiek in Amsterdam Zuidoost, waar de PvdA sinds jaar en dag de machtigste partij is, hangt al vele jaren een sluier van cliëntalisme. Harde bewijzen zijn er niet, maar het lukt de PvdA ook niet om dit beeld duidelijk te weerleggen. Juist in een situatie van voortdurende verdenkingen over deze vorm van politiekbedrijven dient elke schijn van belangenverstrengeling te worden vermeden en is transparantie een absolute voorwaarde voor geloofwaardige politiek. Door de Amsterdamse rekenkamer is op basis van een zorgvuldig onderzoek vastgesteld dat drie leden van de PvdA-fractie ten aanzien van de aspecten belangenverstrengeling en transparantie onzorgvuldig hebben gehandeld. Door het onderzoeksbureau Bing dat een tegenonderzoek heeft verricht, zijn min of meer dezelfde feiten
Heeft u Rood iets te melden? Stuur uw brief naar: Partij van de Arbeid, Redactie Rood, postbus 1310, 1000 BH Amsterdam of mail naar:
[email protected]. (De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten.)
vastgesteld. De door het landelijke bestuur van de PvdA ingestelde commissie onder voorzitterschap van Dolman heeft net als de Amsterdamse rekenkamer en het bureau Bing, vastgesteld dat de betrokken fractieleden hebben meegestemd over subsidie van een organisatie waar zij deel van uitmaken, en in sommige gevallen hebben verzuimd melding te maken van
nevenfuncties. De commissie Dolman tilt niet zo zwaar aan deze politieke fouten omdat dit nu eenmaal past in de politieke cultuur van Amsterdam Zuidoost. In een poging om het negatieve beeld van de politiek in Zuidoost te doorbreken had het voor de hand gelegen als het eindoordeel van deze commissie zou hebben geluid dat de betrokken raadsleden terecht zijn geschorst. Nu het landelijk bestuur het blijkbaar niet aandurft om de PvdA in Amsterdam Zuidoost eindelijk te verlossen van het beeld van cliëntalisme, zal alles in Amsterdam Zuidoost bij het oude blijven. Als inwoner van dit stadsdeel en lid van de PvdA stemt mij dit zeer droevig. Bij de volgende verkiezingen voor de stadsdeelraad zal ik wederom niet op de PvdA stemmen. Ronny van de Water
Het eigen risico
Wéér niet goed gedaan Als ik aan veel van mijn vrienden vraag waarom ze niet gaan stemmen, volgt er altijd een stellig antwoord. ‘Waarom zou ik? Het maakt toch geen moer uit.’ Het komt door de ondoorzichtigheid van de Haagse achterkamertjespolitiek. Een volksvertegenwoordiging die weinig tot niets in de melk te brokkelen heeft, en een regeerakkoord waarin bijna alles voor de komende vier jaar is vastgelegd. Alles wat daar niet in staat, maar wel voorbijkomt, lossen we in de achterkamertjes wel op. Het komt de geloofwaardigheid allemaal niet ten goede. Heel even had ik met het aantreden van dit nieuwe kabinet de hoop dat het anders zou zijn, en dat mijn vrienden over vier jaar wel de moeite zouden nemen om naar de stembus te gaan. Een jaar later is die hoop bruut de grond ingeboord door politieke domheid van de bovenste plank. Natuurlijk zijn het ontslagrecht en Uruzgan twee totaal verschillende onderwerpen. Maar het zijn tegelijkertijd twee cruciale onderwerpen op de politieke kalender. De PvdA wil het ontslagrecht, het CDA Uruzgan. En wat doe je dan als volwassen politieke partij? Je wandelt naar het torentje, doet wat handjeklap en komt er met z’n tweeën uit. Twee partijen tevreden, de Tweede Kamer heeft weinig meer in de melk te brokkelen en dat scheelt een hoop gezeur. Ik weet niet óf het zo gegaan is, maar die zweem hangt er wel omheen. En ik snap mijn vrienden weer verrekte goed. Want zelf twijfel ik inmiddels aan de zin van het stemmen. Mijn advies aan de politieke leiders van onze partij is: voorkom dit soort akkoordjes. Voer eerst in de Tweede Kamer een stevig debat over de heikele punten en maak daarna je keuze. Niet ervoor. Pas als je dat heel lang volhoudt, kun je misschien de ontstane schade aan je geloofwaardigheid nog repareren. Rob Geleijnse 4 ROOD februari 2008
Een hele pagina werd er gevuld met dit belangwekkende ‘item’. Het meest opvallend was het bovenschrift over de belofte van de PvdA in het verkiezingsprogramma: afschaffing van de no-claim voor de gezonde Nederlanders. Helaas werd er niet bij gezet wat ervoor in de plaats zou komen: een eigen risico, nota bene. En dat allemaal onder het motto solidariteit en het zou ‘in principe’ leiden tot lagere premies. Terloops worden nog even de ouderen genoemd die, maar dat wordt al jaren zonder cijfermatige onderbouwing geroepen, de zorgkosten doen stijgen. Iedereen tevreden? Nee dus. Van mijn zorgverzekeraar kreeg ik op mijn vraag of ik als chronisch zieke zou worden beschouwd, het antwoord: ‘Verzekerden die in aanmerking komen voor een financiële compensatie, worden in het laatste kwartaal van 2008 geïnformeerd door het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten (CAK-BZ)’. Met andere woorden: iedereen betaalt het eigen risico en hoort dan later over een eventuele compensatie. Samengevat: mijn ziektekostenverzekering gaat met € 150,– per persoon omhoog. Vooral jammer voor degenen die het eigen risico niet kunnen voorschieten. Dit had in uw artikel moeten staan en niet als inlossing van een verkiezingsbelofte. Drs. Ben de Bruijn
PvdA forum
Samenstelling Michiel Reijnen Foto’s De Beeldredaktie
In het PvdA Forum drie opmerkelijke meningen van PvdAleden over een actueel en relevant onderwerp. Deze keer: Topinkomens. Bezoekers van de site konden reageren op de stelling: ‘Er moeten maatregelen genomen worden om de excessen in topinkomens aan te pakken.’
Christine Kliphuis (50, Voorburg) is communicatieadviseur. Ze heeft een bureau voor tekst, communicatieadvies en mediation en schrijft kinderboeken.
‘Nederland is geen eiland’ ‘Veel verdienen is niet per definitie fout en iets om je voor te schamen. In Nederland is een klimaat ontstaan waar de maatschappelijk teleurgestelden de toon bepalen en waar iedereen die het waagt boven de middenmoot uit te stijgen, een zakkenvuller wordt genoemd. Laat het bedrijfsleven de inkomens van hun topbestuurders zelf reguleren. En zorg ervoor dat het economisch vestigingsklimaat in Nederland niet ten onder gaat aan de jaloezie van mensen die minder verdienen en het een ander niet gunnen. Topinkomens horen nu eenmaal bij het internationale bedrijfsleven. Nederland is geen eiland, maar lijkt het soms graag te willen worden.’
Henk van Bruggen (62, Middelburg) was voor hij met de VUT ging vestigingsmanager bij TNT-Post. Hij doet vrijwilligerswerk als ‘adviseur arbeidsvoorwaarden’.
‘Stop uitverkoop bedrijven’ ‘Extreme verschillen in beloning zijn nooit goed te praten. Een extreme belasting zou hiervoor een oplossing kunnen zijn. Dat bedrijven weglopen naar het buitenland vanwege een Nederlands of liever Europees belastingklimaat, lijkt mij een verkeerd argument. Als er veel geld te verdienen valt voor aandeelhouders en bestuurders, wordt zo’n bedrijf namelijk toch wel aan het buitenland verkocht. Kijk maar naar ABN/ AMRO. Wouter Bos en Jan Peter Balkenende stonden erbij en keken ernaar. Het voorkomen van de uitverkoop van Nederlandse bedrijven door zakkenvullers heeft voor mij een hogere prioriteit dan het willen aanscherpen en controleren van adviezen van de commissie Frijns.’
Melle Vos (61, Hoogezand) heeft 37 jaar gewerkt bij de rechtbank Groningen. Nu is hij met de VUT. Vos is lid van de gemeenteraad in Hoogezand-Sappemeer.
‘Zelfregulering onvoldoende’ ‘Ik ben het uiteraard eens met de stelling. Uit de praktijk blijkt dat zelfregulering volstrekt onvoldoende is. In mijn vorige werkkring had ik te maken met ontslagprocedures. Er was een schril verschil tussen de CAO-loners en de managers en directeuren. Veel van laatstgenoemden hadden in hun contract al laten vastleggen wat ze de komende jaren zouden gaan verdienen en wat ze mee zouden krijgen bij ontslag. Daarom regels, het liefst in Europees verband. Wij als PvdA moeten niet toegeven, omdat we anders belazerd worden waar we bijstaan. Daarom: maak het waar in deze kwestie Wouter, onze achterban verwacht dat!’
U
Kijk voor meer reacties op www.pvda.nl > forum februari 2008 ROOD 5
interview
Tekst Michiel Zonneveld Foto Tessa Posthuma de Boer
Naar aanleiding van onvrede over de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen twintig jaar heeft de PvdA het initiatief genomen voor een onderwijsonderzoekscommissie,. Deze werd onlangs gepresenteerd. Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de commissie, over de uitkomsten.
Een slecht rapport ‘J
a absoluut,’ antwoordt Jeroen Dijsselbloem op de vraag of hij nerveus was toen hij als voorzitter het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de onderwijsvernieuwingen moest presenteren. Het was maar afwachten hoe de bevindingen en afwegingen in het rapport zouden vallen. En dat er ook kritiek zou komen, leek onvermijdelijk. ‘Het is nogal wat als je vaststelt dat de overheid een kerntaak, namelijk het garanderen van goed onderwijs, heeft verwaarloosd,’ zegt hij op zijn werkkamer in het gebouw van de Tweede Kamer. ‘Dan kun je reacties verwachten van degenen die verantwoordelijk zijn geweest voor dat beleid.’ ‘We schoppen in ons rapport verder ook nogal wat heilige huisjes omver. We zijn zeer kritisch over de wijze waarop de basisvorming en de schaalvergroting op het onderwijs is ingevoerd, en de manier waarop het zogeheten ‘nieuwe leren’ wordt doorgezet.’
Vreesde u niet dat uw partij door het onderzoek de kop van jut zou worden? Het rapport rekent af met een beleid van nogal wat PvdAbewindslieden. ‘Het is waar dat de PvdA in hoge mate medeverantwoordelijk is voor wat er de afgelopen jaren is gebeurd. Niet alleen de bewindslieden overigens. Het beleid is door de PvdA-fractie in de Tweede Kamer gesteund. Toch was ik een warm voorstander van het onderzoek, want het biedt ons juist een kans om weer een rol in het onderwijsdebat te spelen.’ Doet de PvdA dat dan niet meer? ‘Door alle kritiek op de onderwijsvernieuwingen bestond er bij ons wel een beetje het gevoel dat we het recht van spreken hadden verloren. Toen we in de fractie discussieerden over de vraag of we dit onderzoek wilden, was voor mij daarom een belangrijk argument dat het een manier 6 ROOD februari 2008
kon zijn om aan onze verlamming een einde te maken.’ Waarvan bent u uiteindelijk het meest geschrokken tijdens het onderzoek? ‘De enorm negatieve sfeer die er in en om het onderwijs hing. Je zag bij veel docenten en anderen in het onderwijsveld een gevoel van cynisme ten aanzien van de politiek. En dat terwijl er juist in het onderwijs altijd veel politiek geëngageerde mensen rondlopen. Veel mensen in die sector behoorden ook tot de achterban van de PvdA. Velen waren zeer teleurgesteld. In de jaren negentig wilde de overheid te veel in te korte tijd: de basisvorming, het studiehuis, de schaalvergroting, enzovoort. En dat terwijl er geen extra geld was om de vernieuwingen te faciliteren. Daarbij kwam het gevoel van docenten – en van ouders – dat veel van de veranderingen topdown werden ingevoerd. En ik moet ook bekennen dat de manier waarop PvdA-bewindslieden hun beleid bleven verdedigen, me soms ontluisterde.’ In welk opzicht? ‘Ze vertelden vooral dat zij het goed hadden gedaan. Zelfs nu nog blijken ze weinig oog en gevoel te hebben voor de weerzin die hun beleid heeft opgeroepen.’ Je kunt ook zeggen dat ze voor hun beleid staan. ‘Oh zeker, en op zich is het goed als politici dat doen. Maar je moet ook openstaan voor waarschuwingen dat het de verkeerde kant opgaat, of voor reële kritiek van mensen die ook hart voor het onderwijs hebben.’ Waarom doen ze dat dan niet? ‘Voor een deel een heilig geloof in het eigen gelijk. Verder is het ook een politiek verdedigingsmechanisme om je af te sluiten voor kritiek. Laten we ook eerlijk zijn: het is soms nodig om gewoon door te pak-
ken. Dat was wat Jacques Wallage (staatssecretaris van Onderwijs in het derde kabinet-Lubbers) tijdens het gesprek met onze commissie zei. ‘We moeten overigens ook weer niet doen alsof alles wat in het onderwijs mis is gegaan, de schuld van de PvdA zou zijn. In het rapport stellen we bijvoorbeeld vast dat bijna alle partijen in de Tweede Kamer voor de wet op de basisvorming stemden, inclusief de schaalvergroting in het voortgezet onderwijs. Er is ook kritiek mogelijk op de manier waarop CDA-minister Wim Deetman het aanpakte. Hij probeerde ook, zelfs tot drie keer toe, een vorm van middenschool door te voeren, maar hij kreeg het draagvlak niet georganiseerd.’ Wat is volgens u de belangrijkste conclusie die uw partij moet trekken? ‘Dat de PvdA te veel waarde heeft gehecht aan het belang van het algemeen vormend onderwijs in de basisvorming. Dat heeft alles te maken met de oude emancipatiegedachte van de sociaal-democratie. Het idee is dat kosten wat het kost moest worden voorkomen dat arbeiderskinderen voor het behalen van hun diploma de fabriek in moesten of naar een ambachtschool gingen. Het mocht nooit meer gebeuren dat talent werd onderschat. Je ziet dan ook grote huiver voor aparte leerroutes voor jongeren voor wie dat algemeen vormende en theoretische onderwijs te hoog gegrepen was. Vanuit die gedachte is door Jacques Wallage afgeweken van het oorspronkelijke plan van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die nadrukkelijk wel voorstelde om binnen de basisvorming te differentiëren naar twee niveaus, plus een aparte leerroute met mogelijkheid tot ambachtelijk onderwijs. Met het doorzetten van die visie hebben we enorme risico’s genomen met kwetsbare leerlingen. Het gevolg is dat veel jongeren helemaal zonder
‘Dit onderzoek biedt ons een kans om weer een rol in het onderwijsdebat te spelen’
vast dat in het onderwijs nu veel meer wordt gedaan aan schattend rekenen. De prestaties op dat gebied zijn verbeterd. Maar onze kritiek is dat het niet duidelijk is wie bepaalt wat er wel of niet geleerd moet worden. En als je dat niet vastlegt, is het risico levensgroot dat de onderwijsprestaties achteruitgaan. De belangrijkste conclusie uit het rapport is dan ook dat de overheid haar eigen rol duidelijk afbakent en zich in het onderwijsveld weer zelfbewust gaat opstellen. Vooral onder Loek Hermans (voor de VVD minister van Onderwijs in het tweede kabinet-Kok) en Maria van der Hoeven (CDA) heeft de overheid zich teruggetrokken en te veel waarborgen losgelaten.’
diploma van school zijn gegaan. Een factor die daarbij ook een rol speelt, is dat de omvang van de groep kwetsbare leerlingen is onderschat. Er is te weinig oog geweest voor de problematiek van veel allochtone leerlingen die een taalachterstand hebben. De groei van het aantal zorgleerlingen, dus jongeren met leermoeilijkheden, die naar het vmbo moesten, is totaal verkeerd ingeschat. Er is overigens al een kentering geweest in het denken van onze partij. Daarvoor moet je Karin Adelmund krediet geven. Als staatssecretaris maakte ze het mogelijk dat leerlingen leerwerktrajecten, gericht op de arbeidsmarkt, kunnen kiezen. Maar daarover is wel een harde confrontatie geweest in het kabinet. Tineke Netelenbos, toen minister van Verkeer en Waterstaat en daarvoor zelf staatssecretaris van Onderwijs heeft zich er tot bijna het laatst tegen verzet.’
Schetst uw commissie niet een te zwart beeld van het onderwijs? Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat Nederland goed scoort. ‘Op de resultaten van die onderzoeken dingen we als commissie veel af. Het blijkt heel lastig om dat soort vergelijkingen te maken. De landen en onderwijssystemen verschillen daarvoor te veel. Tegelijkertijd kun je op basis van onderzoeken wel vaststellen dat in ons land het niveau van leerlingen op basisvaardigheden in de afgelopen twintig jaar is teruggelopen. We hebben het dan over taal en rekenen. Een goed voorbeeld zijn de rekenprestaties van Pabostudenten.’ Die kunnen dan geen staartdelingen meer maken. Maar we kunnen ons ook de vraag stellen of dat in de tijd van de rekenmachine zo vreselijk nodig is. ‘Daarover kun je van mening verschillen. In ons rapport stellen we bijvoorbeeld
Wat houdt die nieuwe rol van de overheid in? De klacht in het onderwijs was toch ook dat de overheid zich soms tot in detail bemoeide met de bedrijfsvoering en de manier van lesgeven? ‘Dat willen we dan ook niet. Ik denk dat het terecht is dat scholen en docenten aan de overheid vragen zich niet bezig te houden met wat we in ons rapport de hoe-vraag noemen. Het pedagogisch-didactische klimaat is iets wat de scholen zelf aangaat. Zij moeten in hoge mate zelf bepalen op welke wijze ze kennis en vaardigheden willen overbrengen. Wel vinden we dat de verantwoording beter geregeld moet worden. Ook ten opzichte van de ouders, overigens. Maar het gaat ons in de eerste plaats om de watvraag: wat willen we dat de leerlingen kennen en kunnen?’ Wat betekent dat in de praktijk? ‘Om te beginnen moet je als overheid al in staat zijn de kwaliteit van het onderwijs dat gegeven wordt, te meten. Het is niet goed dat in een stad als Amsterdam een groot deel van de leerlingen aan het eind van het basisonderwijs geen Cito-toets doet. We februari 2008 ROOD 7
JEROEN PRIVÉ ONDERWIJSGESCHIEDENIS ‘Ik kom uit een Brabantse onderwijsfamilie. Zowel mijn beide ouders, tien ooms en tantes als mijn opa zaten in het onderwijs. Opa leerde, als directeur van de Ambachtsschool in Gemert, de vele boerenzonen van de arme zandgronden een vak en gaf hen een kans op een betere toekomst. Zelf kreeg ik na de basisschool mavo-advies en haalde dankzij twee brugklassen in 1985, dus voor de grote onderwijsvernieuwingen, mijn vwo-diploma. Na te zijn uitgeloot voor diergeneeskunde werd het economie in Wageningen.’ DRIVE VOOR HET ONDERWIJS ‘Bij ons thuis was onderwijs al het allerbelangrijkste. School ging voor, de rest kwam op de tweede plaats. Het besef dat je jezelf kunt, nee moet verbeteren door onderwijs zit diep. Onderwijs als de belangrijkste kans die je krijgt. Tegelijkertijd heb ik ook van nabij gezien wat achtereenvolgende grote veranderingen uit ‘Zoetermeer’ hebben betekend voor gemotiveerde onderwijsmensen.’ ERVARINGEN MET MIJN KINDEREN ‘Sommige dingen, goed en slecht, zie ik
eerste geval gaat het om de uren dat je in de klas les krijgt van een bevoegd docent, en onder het bredere begrip onderwijstijd kunnen ook zelfstudie of stages vallen. Er moet vervolgens ook geld op tafel komen om aan de nieuwe norm te kunnen voldoen.’
in de praktijk van de school van mijn kinderen terug. De verschuiving binnen het rekenonderwijs naar “schattend rekenen” bijvoorbeeld. Of het accent op de verbale kant van taalbeheersing. Maar ook de grotere mogelijkheden om kinderen ‘op maat’ te helpen met eventuele problemen, wat natuurlijk pure winst is.’
‘We hebben te veel waarde gehecht aan het belang van het algemeen vormend onderwijs in de basisvorming’ bepleiten dat die verplicht wordt. Verder zouden alle leerlingen in groep 3 een soort begintoets moeten krijgen, waardoor eventuele taal- en rekenachterstanden tijdig kunnen worden ingeschat. Voor het voortgezet onderwijs geldt wat de commissie betreft dat de overheid dient te bepalen wat het zogeheten kerncurriculum voor de leerlingen moet zijn. Over de inhoud daarvan moet met vakdocenten worden gesproken, maar het gaat erom dat duidelijk is wie verantwoordelijk is. Verder moeten er duidelijke leerstandaarden komen voor basisvaardigheden als rekenen en taal.’ Worden die niet al getoetst op het examen? ‘Objectief is die toets niet. Er is inderdaad een centraal schriftelijk examen. Maar bij de schoolexamens zijn de verschillen in standaard groot. Leerlingen die het slecht doen op het centraal schriftelijk, worden nog wel eens aan een voldoende geholpen doordat ze op het schoolexamen een hoger cijfer kregen.’ 8 ROOD februari 2008
Hoe kan je dat voorkomen? ‘Je moet om te beginnen bij het opstellen van de schoolexamens gebruik laten maken van mensen van buiten de school. Zij kunnen helpen bij het maken van de opgaven, of het geven van opdrachten. Je moet ze ook een rol geven bij het beoordelen van de studenten. Daarmee voorkom je dat allerlei subjectieve factoren een rol spelen bij het geven van een cijfer. Verder zou je kunnen eisen dat zowel voor het schoolexamen als het centraal schriftelijk het resultaat voldoende moet zijn.’ Als het dan om die wat-vraag gaat: waarom wenst uw commissie dan wel eisen te stellen aan het aantal uren dat er les gegeven wordt? ‘We willen ook niet alles loslaten. Als overheid zijn we bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het onderwijsstelsel als geheel. De onderwijstijd hoort daar bij. Iets anders is natuurlijk of je aan de huidige urennorm moet vasthouden. Als commissie stellen we voor een onderscheid tussen lestijd en onderwijstijd te maken. In het
Als u vindt dat de overheid zich niet moet bemoeien met het pedagogisch-didactisch beleid van de scholen, waarom dan die kritiek op het Nieuwe leren? ‘We schrijven dat enkele vooronderstellingen die ten grondslag liggen bij de invoering van het Nieuwe leren, geen of weinig wetenschappelijke onderbouwing hebben. Er is ondertussen een grote verschuiving van kennisoverdracht naar het ontwikkelen van vaardigheden, zelfstandig werken, contextrijk leren en samenwerkend leren. Je moet dan vaststellen dat daarmee grote risico’s zijn genomen. Verder bieden we de scholen wel enkele ‘controlevragen’ aan voor de introductie van vormen van het Nieuwe leren; voor welke leerlingen zet ik deze methode in, welke kennis of vaardigheden wil ik ermee aanbrengen.’ Veel mensen in de onderwijswereld zeggen ook: de kern van het probleem is dat Nederland in vergelijking met andere landen een klein deel van haar nationaal inkomen aan onderwijs uitgeeft? ‘Maar we zijn een heel rijk land, dus als je dan weer kijkt naar wat we per hoofd van de bevolking uitgeven doen we het ten opzichte van de andere landen niet slecht. Het zou daarom te gemakkelijk zijn om te zeggen dat de problemen in het onderwijs veroorzaakt worden door een gebrek aan geld. Aan de andere kant kun je wel zeggen dat het tekort aan budget een rol heeft gespeeld bij de vernieuwingen. Soms waren budgettaire overwegingen zelfs leidend. Pas in deze kabinetsperiode wordt er geïnvesteerd om het vak van de leraar aantrekkelijker te maken, zodat een toekomstig tekort aan leerkrachten voorkomen kan worden. Bezuinigingen waren ook een reden om geen apart onderwijs meer te geven aan zorgleerlingen, en voor de fusies in het voortgezet onderwijs. Het was ook de echte reden waarom het moeilijker is gemaakt om opleidingen te stapelen. Iemand die de mavo had gedaan, kon daardoor veel minder makkelijk doorstromen naar havo en vwo. Uit het oogpunt van het geven van kansen was dat natuurlijk desastreus. Dat moeten we dus dringend corrigeren.’
5 vragen aan… Tekst Anne Marie Zimmerman Foto Tessa Posthuma de Boer
ANJA TIMMER (46) is sinds november 2007 weer Tweede Kamerlid voor de PvdA. Ze heeft een brede portefeuille met onder meer maatschappelijke opvang, homobeleid, algemene zaken, koningshuis, werknemerszaken en familierecht. Van 2003 tot 2006 was Timmer ook al lid van de Tweede Kamer.
1
Typisch Anja Timmer? ‘Eerlijk, betrouwbaar en sociaal. Ik doe wat ik zeg. Als ik zaken niet kan doen omdat ze niet in de ideologie passen of niet realistisch zijn, ben ik daar eerlijk over. Sociaal houdt voor mij in dat we rekening moeten houden met en letten op de mensen om ons heen, of dat nou privé of beroepsmatig is.’
2binnenWaardemoet meer aandacht voor komen politiek?
‘Iedereen moet meedoen en een kans krijgen. Mensen zijn echter niet gelijk. Je ziet dat binnen de politiek meer nadruk komt op de verschillen in plaats van de overeenkomsten. Je kan als politicus bijdragen aan een positievere houding van de maatschappij door niet de tegenstellingen te benadrukken, maar juist de overeenkomsten. Als het bijvoorbeeld gaat over Marokkaanse jongeren kan ook gezegd worden dat het met het grootste gedeelte van de groep gewoon goed gaat.’
3
Hoe beïnvloedt de politiek uw privéleven? ‘Ik volg alle actualiteitenrubrieken en lees de kranten. Mijn kinderen roepen wel eens: “Nu eens een keer niet NOVA op!” Verder ben je als volksvertegenwoordiger altijd aanspreekbaar, ook als het een keer niet uitkomt. Ik woon van maandag tot vrijdag in Den Haag en ben dus weinig thuis. Het wordt wel eens onderschat wat het betekent om vanuit de regio hier te werken.’
4
Waar heb je slapeloze nachten van? ‘Soms over de koers van de partij. In het jaar dat ik niet in de Tweede Kamer zat, snapte ik soms niet waar de partij mee bezig was. Nu volg ik het van binnenuit en de lijnen die we hier uitzetten, zijn nu weer duidelijker voor mij. Als ik mensen vraag die er van buitenaf tegenaan kijken, hebben ze nog steeds het gevoel dat we op bepaalde terreinen te onzichtbaar zijn.’
5
Wat zijn je ambities? ‘Ik wil proberen deze periode zichtbaarder te zijn dan de vorige. Mijn portefeuille biedt daar nu ook meer mogelijkheden toe; er is veel aandacht voor de onderwerpen die ik heb. Ik wil ook graag iets doen aan de manier waarop de partner-alimentatie in Nederland is geregeld. Daarnaast wil ik graag een bijdrage leveren om Nederland sterker en socialer te maken.’
februari 2008 ROOD 9
MEDIA
OP PVDA PLATFORM KOMEN PARTIJDEBAT, INTERNET EN
Het NRC Handelsblad kopt in september 2007
Schoolsysteem vergroot achterstand In 1998 werd de directeur van het Utrechtse Niels Stensen College, Mathé Sjamaar, nog weggestuurd omdat hij stelde dat scholen met een meerderheid aan achterstandsleerlingen de achterstand vergroten. Diverse schoolleiders bevestigen nu zijn bevindingen vanuit de praktijk. ‘We stevenen af op een tweedeling in de samenleving en het onderwijs helpt daar aan mee’, zegt Fred Kulik, directeur van het Etty Hilversum Lyceum in Deventer. De cumulatie van achterstand op vmbo-scholen is slecht voor de leerlingen, werkt schooluitval in de hand en leidt ertoe dat met name allochtone leerlingen niet doorstromen naar het hoger onderwijs. ‘Het is slecht voor deze kinderen,’ zegt scheidend directeur Sean Clancy van het Zuiderpark
College (vmbo) in Rotterdam over scholen met voornamelijk kinderen met leerachterstanden. ‘Ze versterken elkaars achterstand.’ Dat in Nederland relatief weinig allochtonen doorstromen naar het hoger onderwijs, was al vastgesteld door de Organisatie voor Economische en Sociale Ontwikkeling (OESO). Het ‘voorsorteren’ op twaalfjarige leeftijd in het Nederlandse onderwijssysteem, naar enerzijds vmbo en anderzijds havo en vwo, is volgens de OESO een belangrijke oorzaak van de segregatie. In de praktijk, zeggen schoolleiders, betekent deze vroege selectie dat vooral de kansarme leerlingen naar het vmbo gaan, en de kansrijke naar havo en vwo.
Het Parool bericht begin dit jaar over
‘Superscholen’ in Slotervaart Niet alleen onderwijs, maar ook gezondheidszorg, naschoolse activiteiten, schuldhulpverlening en inburgeringcursussen. Dat moeten drie basisscholen in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart over een paar jaar bieden. Aan leerlingen én hun ouders. Liefst drie ministers ondertekenden donderdag de afspraken die dit allemaal mogelijk moeten 10 ROOD februari 2008
maken: Wouter Bos (Financiën), Ella Vogelaar (Wijken) en André Rouvoet (Jeugd en Gezin). Ook de Amsterdamse wethouder Hennah Buyne (Onderwijs) en stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch mochten een krabbeltje zetten. De nieuwe centra moeten gezinnen helpen zich aan hun achterstandspositie te ontworstelen.
De onderwijsvernieuwingen hebben niet geleid tot gelijke kansen voor alle leerlingen. Volgens een aantal onderwijskundigen is het effect van alle inspanningen soms zelfs averechts.
V
olgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben ongeveer 350.000 van de ruim 1,5 miljoen leerlingen in het basisonderwijs een leerachterstand. Jaarlijks wordt er 487 miljoen euro uitgetrokken voor het bestrijden van onderwijsachterstanden. ‘Het onderwijsachterstandenbeleid heeft tot doel om achterstanden te voorkomen en terug te dringen, zodat kansen, leerprestaties en schoolloopbanen van deze kinderen en jongeren verbeteren,’ aldus het ministerie. Naast verbetering van de schoolloopbaan zou ook een beter toekomstperspectief aan deze zin toegevoegd kunnen worden. Want een eenmaal opgelopen achterstand achtervolgt het kind niet alleen tijdens zijn hele schoolcarrière, maar ook in zijn professionele carrière. Begin dit jaar besloot PvdAstaatssecretaris van Onderwijs Sharon Dijksma daarom nog eens 70 miljoen extra uit te trekken voor achterstandsleerlingen.
ZWART/WIT Voor de PvdA zijn het verkleinen van de verschillen in de maatschappij en het bieden van gelijke kansen altijd de belangrijkste doelen van onderwijs geweest. De PvdA staat voor goed, toegankelijk en betaalbaar onderwijs voor iedereen. PvdA-woordvoerder in de Tweede Kamer Margot Kraneveldt: ‘Een van de speerpunten van het onderwijsbeleid van de PvdA is het opheffen van achterstanden in de basisvaardigheden als taal en rekenen. Dat begint al in het primair onderwijs. De scheiding van zwarte en witte basisscholen is een zeer slechte ontwikkeling, de verdeling moet gelijkwaardiger. We moeten goed onderwijs aan alle kinderen kunnen garanderen. Sommige kinderen komen automatisch op een zwarte school terecht met relatief veel achterstandskinderen, waardoor het nog moeilijker wordt een eventuele achterstand in te halen.’ Kraneveldt benadrukt dat je ook de sociaal-economische positie van de ouders moet versterken: ‘Want daar begint het, de kinderen beginnen hun schoolcarrière vaak al met een achterstand. Daarom vinden we voor- en vroegschoolse educatie (VVE) zo belangrijk. We willen VVE voor alle kinderen toegankelijk maken, zodat je zo vroeg mogelijk iets voor alle kinderen kan betekenen, daarin ondersteunen we het beleid van onze staatssecretaris.’ Wel wijst Kraneveldt op het gevaar dat basisscholen ‘verzwarten’ wanneer ze gekoppeld worden aan VVE’s. ‘VVE moet iets positiefs zijn voor alle kinderen, niet alleen voor kinderen met een achterstand. De VVE moet niet een strafinstrument worden, met gedwongen kleutertoetsen zoals de VVD en Verdonk willen. Het moet iets positiefs zijn voor alle kinderen. Het moet kansen bieden.’
RUGGENGRAAT VAN ONGELIJKHEID Jaap Dronkers, hoogleraar aan het Europees Universitair Instituut in Florence, legt in zijn boek De ruggengraat van ongelijkheid een pijnlijke tegenstelling bloot. Onderwijs zou inderdaad bij uitstek de manier kunnen zijn om de maatschappelijke ladder te beklimmen. Ook als je niet uit een bevoorrecht milieu komt. Maar tegelijkertijd is onderwijs een manier om de bestaande maatschappelijk machtsverhoudingen te handhaven. Het belang van kennis is alleen maar
REGULIERE MEDIA BIJ ELKAAR. DEZE KEER: ONDERWIJSACHTERSTANDSBELEID
platform Tekst Ottolien van Rossem Foto Spaarnestad
gen werden politiek breed gedragen. Wat er wel misging, is dat we soms te weinig hebben gekeken naar de verschillen tussen kinderen. Je moet de kansen voor iedereen vergroten, gelijke kansen voor iedereen, maar je mag niet uit het oog verliezen dat niet alle kinderen gelijk zijn.’
OPTIMISME OP HET VMBO
Gelijke kansen? toegenomen en in onze moderne kenniseconomie is het onderwijs volgens Dronkers zelfs de ruggengraat van óngelijkheid geworden. Het huidige onderwijssysteem houdt de verschillen in de achtergrond van kinderen juist in stand. De inspanningen van de sociaal-democraten om iedereen gelijke onderwijskansen te bieden via onderwijsvernieuwingen hadden vaak averechtse effecten. De achterstanden van bepaalde groepen in het onderwijs werden in veel gevallen juist vergroot. Het breder maken van de vakkenpakketten bijvoorbeeld, had een positief effect op kinderen
Start
Zoek
die van huis uit goed waren in taal en rekenen. Maar kinderen met een achterstand kregen door de brede aandacht voor veel onderwerpen juist minder gelegenheid om hun achterstand in te halen. Hetzelfde geldt voor de nadruk op zelfstandig werken. Ook daar worden achterstandsleerlingen volgens Dronkers de dupe van, omdat ze niet genoeg begeleiding en aandacht krijgen. Kraneveldt: ‘Allereerst is het belangrijk om aan te geven dat het niet alleen sociaal-democratische vernieuwingen waren. Het is te makkelijk om de schuld aan de sociaal-democraten, de vernieuwin-
Bart Engbers is directeur van het Vader Rijn College, de naar eigen zeggen zwartste school van Utrecht met relatief veel achterstandsleerlingen. Maar hij is optimistisch: ‘De start van sommige kinderen is misschien wat traag, maar als ze eenmaal op stoom komen dan zie je de talenten die ze hebben. Als ik zie hoe ze in het leven staan en hoe ze zich op school gedragen denk ik vaak, wat een kanjers!’ Maar hoe zorg je dat kinderen op stoom komen? ‘Wij concentreren ons op vier ankervakken: taal, rekenen, burgerschapskunde en bewegen. We dwingen de kinderen op die vakken vooruitgang te boeken. Dat is soms worstelen, vooral op het gebied van schrijven, maar we boeken resultaat.’ Dat komt overeen met de visie van Dronkers dat brede vakkenpakketten niet werken voor achterstandsleerlingen. Dat betekent volgens Engbers niet dat alle onderwijsvernieuwingen slecht uitpakken voor achterstands leerlingen. ‘Naast de concentratie op de vier ankervakken moeten we ook een brug naar de samenleving slaan voor deze jongeren. Je moet met de leerlingen de wijk in, de stad in, laten zien hoe ze aan een sociale infrastructuur voor de stad bij kunnen dragen, dat lukt niet in de schoolbanken, daar moet je als school ruimte voor krijgen.’
Contact
FORUM
Op het forum van pvda.nl werden mensen deze keer uitgenodigd om hun ervaringen met en hun meningen over de verschillende onderwijsvernieuwingen te delen.
Een deel van de reacties bevestigt de theorie van Jaap Dronkers. Zoals Cor Gradisen stelt: ‘Studiehuis: een zegen voor kinderen met gestudeerde en met rijke ouders, maar een ramp voor de kinderen uit een achterstandsmilieu. De verslagencultuur en zelfstandigheid heeft er helaas alleen toe geleid dat kinderen minder door school en meer door hun omgeving gestimuleerd werden. Leraren zitten leerlingen niet meer achter de broek maar de ouder wel.’ Jaap van Rijn voegt daaraan toe: ‘Ik ben begonnen als een enthousiaste studiehuisdocent in de jaren negentig. Ondertussen ben ik daar vrijwel volledig van teruggekomen. Ik sta 28 uur in de week voor de klas en merk dat het rendement het hoogst is als ik klassikaal les geef, de leerlingen via een planner gecontroleerd opgaven laat maken, individuele aandacht besteed aan leerlingen en zorg voor afwisseling. Voor bijscholing is geen tijd. Met de gemiddeld vijftig uur per week die ik werk en de hoge werkdruk, vind ik het lerarensalaris slecht. Mensen kiezen daarom niet voor onderwijs. Dat moet veranderen.’ Maar er zijn zeker ook genoeg enthousiaste reacties op de onderwijsver-
nieuwingen, zij het onder bepaalde voorwaarden. Jorna Tas: ‘Het nieuwe leren blijft een interessante onderwijsvorm, ook voor leerlingen die niet gemakkelijk leren, mits er aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: docenten moeten de tijd krijgen zich hier op voor te bereiden en het moet niet als middel tot bezuiniging gebruikt worden, helaas is dat maar al te vaak zo.’ Ook Richard Stuivenberg is enthousiast over de vernieuwingen, alleen minder over de manier waarop ze zijn ingevoerd: ‘Mijn ervaringen met onderwijsvernieuwingen zijn positief. Ze zijn hard nodig. De maatschappij is veranderd, ons mensbeeld is veranderd, dus zal ook het onderwijs moeten veranderen. De vernieuwingen hebben echter te weinig kans gekregen te ‘landen’ en de overheid heeft zich teveel op detailniveau met het onderwijs willen bemoeien. Scholen en leerkrachten moeten zélf weer sturing krijgen over het onderwijs. De overheid schetst de kaders, de scholen geven daar invulling aan op een wijze die past bij hun specifieke situatie.’
U
Discussieer mee op www.pvda.nl > forum februari 2008 ROOD 11
Armoedebeleid
Tweede Kamerlid Hans Spekman besloot de Tweede Kamer in te gaan nadat hij als wethouder in Utrecht tegen de grenzen van het overheidsbeleid aan liep. Rood vraagt naar zijn ervaring in het eerste jaar. Van wethouder naar Kamerlid. Een groot verschil? ‘Het werk als Kamerlid is minder leuk. Natuurlijk is het een hartstikke mooie baan, want wie kan er nu werken aan iets waar hij in gelooft? Maar mijn werk als wethouder was superrechtstreeks. Iedereen kon op m’n spreekuur komen, je bedacht wat je ging doen, nam een besluit en klaar. In Den Haag gaat alles langzamer. Je moet problemen agenderen, overleggen en medestanders zoeken. En de verdedigingsmechanismen in Den Haag zijn groot. Zeker als het zich afspeelt tussen ministeries, soms lijkt het een sport om niet verantwoordelijk te zijn voor een probleem. Zo hebben we er vorige week voor gezorgd dat mensen die gedwongen worden opgenomen, hun bijstandsuitkering niet verliezen. Voorheen was dat wel zo. Het ene ministerie probeert mensen beter te maken, terwijl het andere ministerie verbiedt dat er bijstand wordt betaald en er daarmee voor zorgt dat iemand bij terugkomst uit de instelling op straat staat. Dat is stompzinnig. Dergelijke mechanismen moet je doorbreken. Maar ik werk nog altijd vanuit het verhaal van mensen en probeer elke week zo veel mogelijk mensen op te zoeken. Alleen op maandag niet, dan ben ik er voor m’n drie kinderen (2, 5 en 9 jaar).’ Waarom heeft u toch voor deze overstap gekozen? ‘Als wethouder kun je heel veel. Bij Hoog Catharijne waren er twaalfhonderd daklozen die in hun eigen poep en pies sliepen, toen ik wegging waren dat er nul. Alle noodzakelijk voorzieningen zijn er gekomen. Maar op een bepaald moment loop je tegen grenzen aan. In Utrecht deden we veel aan armoe12 ROOD februari 2008
profiel
Tekst Michiel Reijnen Foto Hollandse Hoogte
uit ergernis debestrijding, Utrecht werd zelfs uitgeroepen tot de meest sociale gemeente van Nederland. Maar ik kon dat moeilijk vertellen aan een alleenstaande moeder die niet kon rondkomen omdat het rijk bezuinigde op armoedebeleid. Dat ergerde mij. De tweede ergernis was het asielbeleid. We konden mensen wel opvangen in de noodopvang, maar het mechanisme van mensen op straat zetten ging gewoon door. Ook dat kon ik niet veranderen vanuit Utrecht en dus ben ik de Tweede Kamer ingegaan, mijn ergernis achterna.’ Heeft u in het jaar dat u in de Kamer zit, hier al iets aan kunnen veranderen? ‘Op het gebied van armoedebestrijding denk ik wel. Kinderen mogen niet in armoede opgroeien en worden uitgesloten door de samenleving. Daarom heb ik samen met twee medewerkers een plan gemaakt dat uiteindelijk door het kabinet is overgenomen. Hierin is vastgelegd dat van de kinderen die nu niet mee kunnen doen omdat hun ouders te weinig geld hebben, 50 procent aan het einde van de kabinetsperiode gewoon wel mee doet. Ahmed Aboutaleb wilde voor dit plan zijn nek uitsteken. Op het gebied van asielbeleid is het moeilijker snel iets te bereiken. Het generaal pardon is geweldig voor die 26 duizend mensen die nu een toekomst kunnen bouwen, maar is lang niet genoeg voor de verbeteringen in het asielbeleid die nodig zijn. Er zijn in Nederland nog steeds te veel mensen die ‘met onbekende bestemming’ vertrekken. Ik geloof echt dat het sterke mensen zijn die ooit gevlucht zijn, of het nu echte asielzoekers zijn of niet. Natuurlijk, niet iedereen die hier komt, kan hier blijven. Maar de mensen die terug moeten, behoren wel weer een kans te krijgen in hun land, waar zij van grote betekenis kunnen zijn. Ik wil samen met Nebahat Albayrak,
Bert Koenders en mijn collega Chantal Gill’ard een plan maken om die mensen perspectieven te bieden in de landen van herkomst, in plaats van ze alleen maar in het vliegtuig te zetten en dan maar te zien wat ervan komt.’ Naast asielbeleid en armoede, heeft u onder andere de huur-en zorgtoeslag, schuldhulpverlening en uitkeringen in uw portefeuille. Met welke instelling benadert u deze portefeuille? ‘Ik geef mensen nooit op. Als ze pech hebben of een keer een misstap begaan, horen ze een nieuwe kans te krijgen. Maar ik ben keihard voor mensen die keer op keer misbruik blijven maken van de sociale voorzieningen. Daar heb ik echt een hekel aan, zij ondermijnen de solidariteit en het draagvlak. Dat is ook een groot verschil met de SP en GroenLinks. Daar is de fraudeaanpak een ondergeschoven kindje en zit men nog te veel in de zieligheidsfeer.’ Waar komt deze overtuiging vandaan? ‘Ik ben altijd politiek bewust geweest. Thuis hadden we het niet breed, omdat mijn moeder een weduwe was met vier jonge kinderen. Mijn vader stierf toen hij 46 was. Ik voelde thuis het verschil tussen Den Uyl en Wiegel. Dat voelde ik als jongetje, terwijl ik van de hele politiek nog niet veel begreep. Maar tijdens de verkiezingen was er spanning in huis, het ging ergens om! En ik merkte nu met de laatste verkiezingen dat het weer ergens om ging. Want voor de kinderen die te maken hadden met het generaal pardon, ging het erom of het Bos of Balkenende zou worden. En die zaten van de zenuwen te bibberen thuis, net als ik vroeger.’
‘Ik geef mensen nooit op. Als ze pech hebben of een keer een misstap begaan, horen ze een nieuwe kans te krijgen’ februari 2008 ROOD 13
Tekst Lilianne Ploumen Illustratie Pieter M. Dorrenboom
Zo zijn onze manieren Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Amsterdam Zuidoost waar drie politici al een half jaar onderwerp zijn van discussie, zet voorzitter Liliane Ploumen op een rij wat de afspraken over integriteit zijn, welke dilemma’s daarbij komen kijken en welke acties er door het partijbestuur en lokale afdelingen moeten worden genomen. INTEGRITEIT De Partij van de Arbeid heeft integriteit, dus ook die van volksvertegenwoordigers en bestuurders hoog in het vaandel staan. We hebben strenge regels wat betreft financiën, maar ook een gedragscode die alle politici moeten ondertekenen als ze een politieke functie voor de PvdA aanvaarden. DE REGELS De PvdA stelt strenge eisen aan haar volksvertegenwoordigers. Er is een gedragscode waarin een aantal kernwaarden gedefinieerd staat, die een richtsnoer vormen voor het handelen van politici. Deze kernwaarden zijn: betrokkenheid, geloofwaardigheid, onafhankelijkheid, openheid, respect en verantwoordelijkheid. Politici kunnen alleen geloofwaardig beslissingen nemen als er geen twijfel is over hun integriteit en dat is meer dan je alleen aan de wet houden. De PvdA hanteert hiernaast ook strenge regels bij het accepteren van giften. Zo maakt de partij alle giften van personen openbaar en accepteert de partij als een van de weinige politieke partijen in Nederland geen giften van het bedrijfsleven. AMSTERDAM ZUIDOOST Dat integriteitkwesties zich vaak in een schemergebied bevinden, heeft de PvdA de laatste maanden in Amsterdam Zuidoost aan den lijve ondervonden. Er moest een PvdA-Commissie van Goede Diensten aan te pas komen om te oordelen of de handelswijze van drie PvdA-raadsleden hen dusdanig moet worden toegerekend dat terugroeping uit hun vertegenwoordigde functie geboden was. De commissie moest zich bij haar oordeel baseren op twee tegenstrijdige rapporten van de Amsterdamse Rekenkamer en van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten plus de resultaten van een eigen accountantsonderzoek. De commissie heeft de vraag over integriteit in haar context proberen te beantwoorden en oordeelde dat de opstelling van de drie betrokkenen niet foutloos is geweest, maar dat er geen reden was om ze terug te roepen uit hun functie. Ook oordeelde de commissie op basis van het aanvullende onderzoek dat er absoluut geen sprake van zelfverrijking is geweest. Het bestuur vertrouwt op het onafhankelijk oordeel van de leden van de commissie van Goede Diensten onder leiding van oud-Kamervoorzitter Dick Dolman en neemt het oordeel van de commissie over. GRENZEN NIET ZWART-WIT Het is lang niet altijd duidelijk waar de grenzen liggen, alleen al omdat niet iedereen dezelfde ideeën heeft over wat wel en niet kan. Politici leven in een glazen huis. Men beseft vaak pas als het te laat is dat politiek, werk en privé niet altijd te scheiden zijn. Dit geldt zeker voor politici op lokaal niveau. Van raadsleden wordt verwacht dat ze actief deelnemen aan de maatschappij. Dat ze naast hun raadslidmaatschap ook een (volwaardige) baan hebben. Dat ze zich inzetten voor de voetbalclub, dat ze participeren in het sociale leven van de stad, dat ze gewoon hun kinderen naar school sturen in hun eigen stad. Dat levert soms lastige dilemma’s op. Mag een gemeenteraadslid meestemmen over de onderwijsbegroting terwijl hij/zij schoolgaande kinderen heeft? En als dat gemeenteraadslid ook in de ouderraad zit of in het schoolbestuur? Waar die grens ligt is niet éénduidig vast te leggen. Een onderwijzer kan zonder 14 ROOD februari 2008
probleem woordvoerder Onderwijs zijn in de Tweede Kamer, maar het ligt alweer ingewikkelder met een leraar die woordvoerder Onderwijs is in de gemeenteraad. Het is ongewenst dat de directeur van het Provinciale Landschap in de Provinciale Staten het woord voert over de aankoop van natuurterreinen. Ongewenst, maar niet verboden. Uiteindelijk beslissen PvdA-volksvertegenwoordigers zelf over het aannemen van nevenfuncties. Ze moeten daarop altijd aanspreekbaar zijn. Indien echter het handelen van PvdA-volksvertegenwoordigers en -bestuurders in strijd is met de PvdAgedragscode, dient het partijbestuur in te grijpen.
ACTIES Het bestuur van de PvdA is van mening dat de discussie over integriteitszaken permanent gevoerd moet worden binnen alle fracties in het gehele land. Ook vindt het bestuur dat de kennis van de gedragscode van de PvdA moet worden vergroot. Door middel van trainingen en gebruikmakend van voorbeelden uit de praktijk dient er meer duidelijkheid te komen over wat wel en niet kan. Het partijbestuur neemt zich dan ook voor op korte termijn het thema Integriteit op te nemen in een verplicht opleidingsaanbod voor iedere PvdA’er die zich kandidaat stelt voor een politieke functie. Naleving, handhaving en waar nodig aanscherping van de gedragscode van de PvdA heeft voor het partijbestuur de komende periode top prioriteit.’
2x actueel
Tekst Ronald Plasterk Foto Tessa Posthuma de Boer
In dit nummer waarin het onderwijs centraal staat, mag de visie van de minister van Onderwijs natuurlijk niet ontbreken. Ronald Plasterk over het wegvallen van de structuur en andere trends die het onderwijs beïnvloed hebben. Hoe zou de agenda voor het onderwijs- en het cultuurbeleid van de sociaal-democratie van vandaag er volgens hem uit moeten zien?
Volksverheffing D e voorganger van de PvdA, de SDAP, werd wel eens de Schoolmeesters-, Dominees- en Advocaten-Partij genoemd. Dat was natuurlijk om te pesten met het feit dat de partij zich opwierp voor de arbeiders, terwijl het kader grotendeels niet uit arbeiders bestond. Opvallend is overigens dat destijds het beroep van de schoolmeester als vanzelfsprekend in een rijtje werd gezet met andere notabelen; inmiddels lijkt dat niet meer zo vanzelfsprekend (al zou het dat wel moeten zijn!). Maar als je terugkijkt op eerdere periodes in de sociaal-democratie dan deed men inderdaad niet moeilijk over het feit dat de partij ‘de arbeidersklasse wilde verheffen’. Daarbij werd een behoorlijke dosis paternalisme niet geschuwd, denk aan de Blauwe Knoop, de beweging tegen alcohol; gezinnen werden verwoest doordat vader zijn loon direct naar het café bracht, en dus riepen de schoolmeesters, dominees en advocaten de achterban op om van de drank af te blijven. De vernieuwing die de PvdA, en in feite de hele samenleving, na de jaren zestig doormaakte was er een van bevrijding: bevrijding van armoede, bevrijding van een verstikkende seksuele moraal, van het taboe op drugs en alcohol, van autoritaire systemen in de hele samenleving, inclusief het onderwijs. In de psychiatrie werd de tegenstelling tussen patiënt en gezonde mens gerelativeerd (‘Wel eens een normaal mens ontmoet? En, beviel het?’). In het onderwijs werd de nadruk verlegd van kennisoverdracht naar het ontplooien van de bij leerlingen als latent aanwezig veronderstelde gaven. Laat er geen misverstand zijn: van die bevrijding is een groot deel waardevol. Een normaal gesprek over seksualiteit of voorbehoedsmiddelen was voor veel mensen onmogelijk. Homoseksualiteit was lang illegaal. Vrouwen die als ambtenaar werkten, werden tot in de vijftiger jaren bij hun huwelijk direct en automatisch ontslagen. En het schoolse onderwijs van honderd jaar geleden heeft grote groepen leerlingen weggejaagd; zo ideaal was het allemaal niet.
sector te duiden in bedrijfsmatige termen (‘afrekenen op output’), de schaalvergroting en het daarmee gepaard gaande primaat van management over professionals, dit alles in combinatie met een verlies aan structuur, autoriteit en cultureel richtingsgevoel, werkte niet goed uit. Daarbij kwam de fatale combinatie van bezuinigingen en snel uitgerolde vernieuwing in het onderwijs.
Anderzijds is er bij die bevrijding ook iets verloren gegaan. De seksuele revolutie was achteraf deels een mannenrevolutie, met onvoldoende oog voor de schadelijke kanten zoals prostitutie en porno. Drugs werden verheerlijkt of vergoelijkt zonder oog voor de schade die ze aanrichtten. En het wegvallen van structuur in het onderwijs, wellicht goed voor de meer krachtige leerlingen en leerlingen wier ouders thuis achterstanden konden signaleren en desnoods met wat bijles wegwerken, maakte het voor sommige kwetsbare groepen lastig om maatschappelijk weerbaar te worden. Zo kon het gebeuren dat in gezinnen die twintig of dertig jaar geleden naar Nederland zijn gekomen, kinderen opgroeiden die de Nederlandse taal tot op de dag van vandaag niet goed beheersen, en de schooluitval tot op heden in deze groepen navenant hoog is. Er zijn andere trends geweest die dit effect versterkten. De neiging om alles in de overheids-
De agenda voor het onderwijsbeleid en het cultuurbeleid van de sociaal-democratie van vandaag zou dit moeten zijn: geen nostalgie naar hoe het was, maar wel opnieuw zoeken naar richting, structuur, soms ook wel degelijk naar autoriteit. Elite is geen vies woord; elite niet in de zin van de miljonairsfair, of mensen die anderen voor zich laten hollen, maar wel in de zin van mensen die het goede voorbeeld geven, die durven kiezen, richting geven, die grenzen durven stellen. Een van mijn voorgangers op Cultuur (geen PvdA overigens) zei ooit: “ik ben niet zo van de volksverheffing”. Ik zou zeggen: wij zijn dat wel! Cruciaal hierbij is de goede leraar. Die leraar draag je je hele leven met je mee. Die wordt een stemmetje in je hoofd dat zegt: ‘Zou je niet eens wat meer je best doen, dat kan je best!’ ‘Hier ben je heel goed in, ga er mee door!’ ‘Wees eens wat aardig tegen die andere.’ ‘Jokken moet je niet doen.’ ‘Dit moet je echt weten.’ ‘Je kunt heel veel bereiken!’ De goede leraar behoort tot de maatschappelijke elite. De agenda van volksverheffing maakte en maakt van de sociaal-democratie een culturele beweging. Verheffen is veel meer dan goed verdienen; mensen met een goede opleiding en culturele bagage staan sterker in het leven. De sociaaldemocratie vecht voor rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid van mensen, maar dat doet ze uiteindelijk om mensen, alle mensen, toegang te geven tot het Goede Leven, met hoofdletters.’
februari 2008 ROOD 15
UIT DE PARTIJ
plaatsen naar Lelystad. Al het verkeer dat vanuit het oosten naar Lelystad Airport wil, moet hiervoor over de N302, door Harderwijk. De PvdA-Harderwijk heeft een werkgroep opgericht om te kijken wat de gevolgen en de kansen
Eindhoven – De PvdA-Eindhoven heeft onderzoek gedaan naar stageplaatsen. Er is gesproken met ROC-stagebureaus, bedrijven, instellingen en studenten. De belangrijkste conclusies zijn dat er te weinig afstemming is tussen de organisaties die betrokken zijn bij stageplaatsen en dat de vraag naar studenten niet aansluit op het aanbod. Bepaalde studierichtingen hebben te veel, andere hebben juist te weinig studenten. Ook de stagebe-
geleiding kan beter. De belangrijkste aanbevelingen van de onderzoekers zijn daarom: bundel verschillende initiatieven, wijs een stageambassadeur aan als coördinator en maak een centraal registratiepunt voor stageplaatsen en stagiairs. Voor meer informatie of het opvragen van het boekje kunt u mailen naar:
[email protected].
PvdA-Eindhoven onderzoekt stageplaatsen
Harderwijk – De provincie Flevoland, de gemeende Lelystad, Lelystad Airport en de Schiphol Group hebben overeenstemming bereikt over uitbreiding van het vliegveld in Lelystad. Schiphol wil voor 2010 tienduizend vluchten per jaar ver-
zijn van deze uitbreiding. Door in gesprek te gaan met zowel de Statenfracties van Gelderland en Flevoland, de Tweede Kamerfractie, directie Lelystad Airport en afdeling Lelystad heeft de werkgroep een breed gedragen plan kunnen opstellen, waarin gepleit wordt voor een intercitystation aan de rand van de stad op de kruising van de snelweg A28 (Zwolle – Amersfoort), de N302 en het spoor. Door dit station te voorzien van een goed transferium met een snelle busverbinding naar het vliegveld, kunnen passagiers eenvoudiger het vliegveld bereiken via het openbaar vervoer. De locatie is gekozen naast de snelweg, waardoor het nieuwe station tevens kan functioneren als randstadportaal: een eenvoudige toegang tot de randstad met voldoende parkeergelegenheid. Dat geeft ook de mogelijkheid om bezoekers aan het Dolfinarium en de binnenstad op te vangen en via pendelbussen de stad in te geleiden, waardoor de op dit moment grote parkeerproblemen gereduceerd worden. Een motie van de Harderwijkse fractie, waarin gevraagd wordt de mogelijkheden te onderzoeken van een tweede station is inmiddels unaniem aangenomen door de gemeenteraad.
Plan intercitystation Harderwijk
WETENSWAARDIGHEDEN, OPVALLENDE ZAKEN EN ACTUALITEITEN UIT DE REGIO, HET LAND EN UIT EUROPA
NIEUWS Nr. 1 • februari 2008 • samenstelling: redactie Rood
Meer informatie over de profielschetsen en de sollicitatieprocedures vindt u op www.pvda.nl.
Beroepscommissie De beroepscommissie bestaat uit drie leden en doet bindende uitspraken over onder andere royement, een afwijzende beslissing inzake toelating tot het lidmaatschap van de PvdA, terugroeping van een volksvertegenwoordiger uit een of meer van zijn/haar functies of onregelmatigheden bij een ledenraadpleging. Precieze en gedegen partijleden worden uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de beroepscommissie.
PES-Congresdelegatie Alle sociaal-democratische partijen in de 27 lidstaten van de Europese Unie samen vormen de Partij van Europese Socialisten (PES). De PvdA is een van de in totaal 32 volwaardige lidpartijen van de PES. De Nederlandse PES-Congresdelegatie heeft twee hoofdtaken: het, in samenwerking met het partijbestuur en de verkiezingsprogrammacommissie, leveren van een concrete bijdrage aan de totstandkoming van het PESmanifest voor de Europese verkiezingen. En het intern functioneren van de PES-partij democratischer maken.
Congrespresidium Het Congrespresidium zit het Congres, het Politiek Forum en de Adviesraad Verenigingszaken voor. Het partijbestuur is op zoek naar mensen die gezaghebbend zijn, betrokken zijn bij de politieke actualiteit en bekend zijn met de partijorganisatie. Vanzelfsprekend is het van belang dat er zowel vrouwen als mannen, of zij nu jong of oud zijn en al of niet hun wortels in Nederland hebben, in het presidium zitting hebben.
Op het PvdA congres van 13 en 14 juni 2008 wordt een nieuw congrespresidium, een nieuwe PEScongresdelegatie en beroepscommissie gekozen. De kandidaatstelling voor deze verschillende functies is vanaf nu geopend.
kandidaten!
Gevraagd:
over de ideeënoorlog tussen linkse en rechtse denktanks, de rol van de media in de politiek, de positie van de vakbeweging, de noodzaak van het creëren van een verzorgingsstaat, immigratie en de kernwaarden van Amerika, godsdienst als inspiratiebron voor progressieve politiek en de buitenlandse politiek van Washington. Het boek biedt achtergrondinformatie waarmee u de Amerikaanse verkiezingen met kennis van zaken zult kunnen volgen. Redactie: Frans Becker, Menno Hurenkamp en Michael Kazin. Teake
politiek wetenschap essay
diederik samsom * pierre heijnen * adri duivesteijn gerrit voerman * marijke linthorst * thijs wöltgens
2007
De redactie van Rood kreeg onlangs het volgende mailtje: ‘Ik ben ongeveer dertig jaar geabonneerd op S&D. Ik ben zo dom of zo verstandig 7/ 8 geweest om alle nummers te bewaren. Ik doe er niets mee en weet ook Verder na Vreeman Wie wijst de PvdA de weg? niet wat ik er mee zou moeten doen. Maar ik kan niet besluiten om alles met het oud papier mee te geven. Ik geef ze graag weg aan een geïnteresseerde. Degene die ze wil hebben, kan ze bij mij ophalen.’ Interesse? Stuur een mailtje naar
[email protected].
Socialisme & Democratie in de aanbieding
Houten – Tijdens een nieuwjaarsbijeenkomst van het Gewest Utrecht heeft Lilianne Ploumen het jubileumboek ter ere van 30 jaar PvdA-Houten in ontvangst genomen van Emiel Rolink, afdelingsvoorzitter van de PvdA Houten. Het jubileumboek met de titel Doorbraak in Houten; 30 jaar PvdA-Houten in beeld verwijst naar de naoorlogse ‘doorbraakbeweging’ in de Nederlandse politiek, die als het ware met vertraging de afgelopen dertig jaar ook in Houten zijn beslag heeft gekregen. Een full color, chronologisch beeldverhaal over dertig jaar PvdA-Houten, maar ook over Houten zelf in de context van het politieke decor op nationaal en internationaal niveau. Het beeldverhaal wordt onderbroken door columns van markante figuren uit dertig jaar PvdA-Houten. PvdA-leden kunnen het tegen het gereduceerde tarief van € 9,50 bestellen door een e-mail met naam, adres en woonplaats te sturen naar
[email protected].
Lilianne Ploumen ontvangt Jubileumboek PvdA-Houten
HEEFT U OOK NIEUWS VANUIT UW AFDELING DAT INTERESSANT KAN ZIJN VOOR HET HELE LAND? MAIL HET ONS DAN TOE:
[email protected]
Er is een gerede kans dat in november een Democraat de Amerikaanse presidentsverkiezingen wint. Als de Democraten ook de meerderheid behouden in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, zal dat een politieke verandering inluiden. Wat valt er precies te verwachten van een wisseling van de macht? In Op zoek naar progressief Amerika schetsen vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers en publicisten de onhoudbare polarisatie in de VS onder Bush. Zij schrijven onder meer
Zuidema, woonachtig in Pittsburgh, maakte een fotoreportage over wat eens Steel City heette. U kunt Op zoek naar progressief Amerika bestellen via de webwinkel van de PvdA op www.pvda.nl. Bestelnummer 742, prijs € 25,-
In november 2008 worden de verkiezingen gehouden voor de besturen van de waterschappen. Door een wetswijziging kunnen ook politieke partijen aan deze verkiezingen deelnemen. Op het congres van 6 oktober is besloten dat de Partij van de Arbeid mee zal doen. Mocht u interesse hebben in de kandidatuur voor het lidmaatschap van een waterschap dan moet u dit uiterlijk dinsdag 1 april voor 12:00 uur melden bij uw gewestelijke bestuur of de PvdAkandidaatstellingscommissie van het betreffende waterschap. Uw gewestelijk bestuur kan de gegevens verstrekken. Kandidaten dienen uiterlijk zes weken vóór de sluitingstermijn over hun actieve en passieve ledenrechten te beschikken. Voor nadere informatie over de sollicitatieprocedure en de profielschets kunt u contact opnemen met uw gewestelijk bestuur.
In 2003 werd door Tijs Broeke en Joyce Hamilton het initiatief genomen tot de vorming van een netwerk homo-emancipatie. Voor dit netwerk is een nieuw bestuur gekozen voor de periode van één jaar: Gaatse de Vries (Heemskerk) (co-)voorzitter, Herman van der Plas (Rotterdam) secretaris en Jan Beugelaar (Schoonhoven), Patrick Huisman (Nijmegen), Watze Berger (Den Haag), Marco Florijn (Leeuwarden), Norbert Wille (Velsen) en Erwin Adelmund (Oud-Beijerland) algemene leden. De functie van co-voorzitter staat nog open voor een vrouw. De nieuwe bestuursleden vinden een actief overheidsbeleid nodig om een samenleving te creëren en in stand te houden waarin niet alleen sprake is van een juridisch gelijke positie van homo’s, maar ook van tolerantie voor seksuele diversiteit in alle geledingen.
‘Op zoek naar progressief Amerika’
WATERSCHAPSVERKIEZINGEN
HOMO-EMANCIPATIE NETWERK
Elke PvdA-er die wel eens op het partijbureau geweest is, kent de levensgrote foto van Den Uyl, die staat voor een volle zaal congresgangers met links op de voorgrond een jongetje. Dezelfde foto stond ook in het laatste decembernummer van Rood op pagina 12. Maar wie is dat jongetje en hoe gaat het nu 30 jaar later met hem? Het jongetje heet Erik Mouw en werkt als politieagent in de regio Rotterdam Rijnmond. Op de foto is hij een jaar of 8. ‘Ik werd door mijn moeder ( Rietje Koole, actief PvdA-er) als kind vaak meegenomen naar partijbijeenkomsten, maar van de dag dat de foto gemaakt is, staat me eigenlijk niets meer bij.’ Zelf is Erik sinds 2003 lid. ‘Ik stemde al jaren PvdA en als lid kan ik de partij wat extra steunen.’
Het jongetje naast den Uyl
Geschiedenis van het sociaal-democratisch onderwijs
114 jaar klassenstrijd Voor de PvdA, de partij van schoolmeesters, was het onderwijs de manier om arbeiderskinderen betere kansen te bieden. De meest bekende rode onderwijzer is Theo Thijssen. Maar zijn ‘gelukkige klas’ is niet de ‘gelukkige klas’ van vandaag. De maatschappij verandert en het onderwijs verandert mee. PvdA’ers stonden de afgelopen decennia vaak aan het roer van die veranderingen. Sociaal-democratisch onderwijsbeleid in vogelvlucht.
B
ij de oprichting van de SDAP in 1894 was de insteek van de partij dat het ouderlijk milieu niet langer bepalend moest zijn voor toegang tot het onderwijs. De partij wilde door de overheid gegarandeerd toegankelijk onderwijs voor iedereen, een algemene leerplicht en de afschaffing van kinderarbeid. Geloof moest een privé-zaak zijn; sociaal-democraten waren voor openbaar onderwijs. In 1901 werd kinderarbeid afgeschaft en in datzelfde jaar werd ook de leerplicht vanaf 6 jaar ingevoerd. Maar de verhouding tussen het confessionele en het openbare onderwijs veroorzaakte nogal wat politieke strubbelingen. In 1902 besloot de partij toch in
1901
te stemmen met het gelijkstellen van openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs. Zo hoopte de partij onder andere gelovige arbeiders voor zich te winnen en de confessionele partijen over te halen in te stemmen met algemeen kiesrecht. Deze schoolstrijd werd uiteindelijk beslecht in een advies van een staatscommissie, waarin Troelstra de SDAP vertegenwoordigde, om het openbaar en bijzonder onderwijs financieel gelijk te stellen. In 1917 werd dit in de Grondwet opgenomen. In de jaren twintig tot zestig waren de sociaal-democraten voornamelijk actief in het lokale onderwijsbeleid. Altijd vanuit het ideaal onderwijs toegankelijk te maken voor iedereen en de rol van de lokale overheid in het onderwijs te
vergroten. Het kleuteronderwijs en het beroepsonderwijs hadden daarbij hun speciale aandacht.
DE MIDDENSCHOOL Bij aantreden van de eerste langzittende PvdA-onderwijsminister Jos van Kemenade (1973-1977) was de Mammoetwet al een aantal jaren oud. Deze wet maakte een einde aan de enorme hoeveelheid schooltypen en introduceerde onder meer de brugklas. Doel van de wet was leerlingen betere mogelijkheden te bieden om door te stromen en te zorgen voor een betere aansluiting tussen schooltypen. In zijn Contourennota van 1975 schetste Van Kemenade zijn visie op het onderwijsbestel. Onderwijs
1917
1901 afschaffi f h ffifing kinderarbeid k d ki b id d en invoering i i leerplicht l lii h vanaff 6 jaar j 1917 financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs
18 ROOD februari 2008
1968 6 M 68 Mammoetwet 1993 Basisvorming
1998 Tweede fase 1999 vmbo
redactioneel
Tekst Ottolien van Rossem Foto’s IISG, Wikipedia
was in zijn ogen een essentieel onderdeel in het verminderen van sociale ongelijkheid door spreiding van kennis, macht en inkomen. Verder was hij een voorstander van een breed vakkenpakket. Naast taal en rekenen, moest er ook ruimte zijn voor vakken als handvaardigheid en zorg. Een academische titel moest niet langer gezien worden als het hoogst bereikbare ideaal, ook praktische vaardigheden waren van essentieel belang voor de maatschappij. Zijn idealen moesten gestalte krijgen in de middenschool waar in het hele land mee werd geëxperimenteerd. Alle kinderen tussen 12 en 15, ongeacht afkomst of talent, gingen drie jaar naar dezelfde soort school. Zo werden beroepsen studiekeuze op latere leeftijd gemaakt. Het idee hierachter was dat kinderen uit kansarme milieus beter zouden doorstromen naar hogere vormen van onderwijs. De experimenten met de middenschool werden niet als een succes ervaren en het kwam niet tot wetgeving. Het ideaal van Van Kemenade om de sociale ongelijkheid te verkleinen was wel de grondslag voor latere veranderingen in het onderwijs zoals de invoering van de basisvorming en het VMBO. Ook maakte Van Kemenade zich al hard voor het achterstandsbeleid.
BASISVORMING Het einde van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig werden vooral gekenmerkt door bezuinigingen, ook in het onderwijs. Zo werd het collegegeld verhoogd en de prestatiebeurs ingevoerd. Bovendien moest schaalvergroting leiden tot meer efficiency. Ook werd er een einde gemaakt aan de ‘oneigenlijke leerwegen’ het zogenoemde stapelen van diploma’s, bijvoorbeeld van mavo naar havo naar vwo.
In de jaren negentig werd ook de basisvorming ingevoerd. Het werd in het schooljaar 1993-1994 voor alle scholen verplicht. Leerlingen kregen de eerste jaren van de middelbare school dezelfde vijftien vakken, die op twee verschillende niveaus gegeven werden. Het ministerie van Onderwijs stelde kerndoelen op die de leerling aan het eind van de basisvorming geacht werd te bereiken. Al vrij snel ontstond er onvrede over de basisvorming en werden er hervormingen doorgevoerd en kregen scholen meer vrijheden. De onvrede bleef echter bestaan. Scholen vonden het vooral moeilijk om binnen de basisvorming om te gaan met leerlingen van verschillende niveaus en ze vonden dat er te veel vakken en kerndoelen waren. In augustus 2006 werden er nieuwe hervormingen doorgevoerd om aan deze klachten gehoor te geven. Het aantal vakken en kerndoelen verminderden en scholen kregen meer vrijheid in het samenstellen van het lesprogramma. Er wordt niet meer gesproken van basisvorming, maar van de onderbouw.
STUDIEHUIS EN VMBO Ook in de bovenbouw werden er in de jaren negentig een aantal veranderingen doorgevoerd. In 1998 werd de tweede fase ingevoerd in de bovenbouw van de havo ( jaar 4 en 5) en het vwo ( jaar 4, 5 en 6). De pakketkeuze werd vervangen door zogenoemde profielen en het studiehuis werd ingevoerd, al bestaat ‘het’ studiehuis niet, omdat de overheid er geen regels voor heeft opgesteld. Met deze term wordt de werkwijze van scholen bedoeld waarbij leerlingen leren om zelfstandiger te werken. De achterliggende gedachte is dat van leerlingen op het hbo of op de universiteit ook veel zelfstandigheid wordt verwacht. Door het studiehuis worden ze hier
alvast op voorbereid. Ze worden geacht zelfstandig hun eigen studie te plannen en krijgen meer ruimte om bijvoorbeeld in groepjes opdrachten uit te voeren en gebruik te maken van ICT. Een andere verandering van de jaren negentig was de invoering van het vmbo. In 1999 werden de mavo, vbo en een aantal vormen van voortgezet speciaal onderwijs tot het vmbo samengevoegd om zo de aansluiting op het middelbaar beroepsonderwijs en de havo te verbeteren. In het vmbo zijn er vier leerwegen die leiden naar het mbo. Elke leerweg heeft een andere balans tussen theorie en praktijk. De vier leerwegen zijn weer onderverdeeld in de sectoren economie, techniek, zorg en welzijn en landbouw.
VERANDERING OP VERANDERING Al deze veranderingen zijn mede onder verantwoordelijkheid van PvdA-staatssecretarissen en -ministers ingevoerd. Veel van de vernieuwingen stuitten op kritiek. Zo zouden kinderen met achterstand juist verder achterop raken door de brede vakkenpakketten en het zelfstandig leren, er zou te weinig les gegeven worden en de kwaliteit van het onderwijs zou achteruitgaan. De voorstanders daarentegen vonden de vernieuwingen noodzakelijk en meenden dat er niets mis was met de kwaliteit van het onderwijs. Wetenschappelijke onderbouwing van de verschillende standpunten is niet altijd makkelijk. Het besef dat in het onderwijs te veel overhoop was gehaald, leidde er in ieder geval toe dat vanaf 2002 geen nieuwe blauwdrukken voor het onderwijs zijn ingevoerd. Informatie: Leergeld. Sociaal-democratische onderwijspolitiek in een tijd van nieuwe verschillen, Wim Meijnen en Sjoerd Karsten
Van links naar rechts: Jos van Kemenade, Jo Ritzen en Jacques Wallage (door Waldemar Post), Job Cohen, Tineke Netelenbos, Karin Adelmund
1968
1993
1998 1999
Regeerperiode PvdA-bewindspersonen op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur: Jos van Kemenade, minister in het kabinet-Den Uyl (1973-1977) en in het Tweede kabinet-Van Agt (1981-1982) Jo Ritzen, minister in het derde kabinet-Lubbers (1989-1994) en in het eerste kabinet-Kok (1994-1998) Jacques Wallage, staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers (1989-1993)
Job Cohen, staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers (1993-1994) Tineke Netelenbos, staatssecretaris in het eerste kabinet-Kok (1994-1998) Karin Adelmund, staatssecretaris in het tweede kabinet-Kok (1998-2002)
februari 2008 ROOD 19
sterk, groen en sociaal Nebahat Albayrak, staatssecretaris van Justitie Met het aannemen van de Pardonregeling van Nebahat Albayrak door de Tweede Kamer ging een lang gekoesterde wens van de PvdA in vervulling. Eindelijk kwam er een eind aan de onzekerheid van duizenden mensen. Albayrak nam maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat gezinnen met kinderen in vreemdelingbewaring worden gesteld. Daarnaast zorgde ze ervoor dat het in opspraak geraakte TBS-systeem veiliger werd en dat binnen afzienbare tijd de detentieboten voor vreemdelingenbewaring de deuren sluiten. De kennismigrantenregeling die de toestroom van hoogwaardige kennis naar Nederland moet vergemakkelijken, is verder verbeterd: de zoektermijn is verlengd naar een jaar, het salariscriterium voor jongere werknemers is verlaagd naar 25 duizend euro en de aanvragen van gezinsleden worden versneld behandeld. Ronald Plasterk, minister Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wat niemand voor mogelijk hield, lukte Ronald Plasterk in zijn eerste jaar als minister van Onderwijs: hij maakte meer dan een miljard euro vrij voor een verhoging van de lerarensalarissen. Ook op het terrein van de homo-emancipatie
boekte hij succes. Er wordt harder opgetreden tegen homodiscriminatie en ook het budget voor voorlichting over homo’s en lesbiennes op scholen en in sportclubs steeg fors. Om kinderen vertrouwd te maken met kunst- en cultuurvormen stelde Plasterk musea gratis toegankelijk voor jongeren tot 12 jaar. Jongeren tot 18 jaar krijgen een cultuurkaart. De emancipatie van vrouwen is weer prioriteit van het kabinetsbeleid. Wouter Bos, minister van Financiën De eerste begroting van Wouter Bos had een duidelijk PvdAstempel: sociaal, solide en groen. Er wordt weer geïnvesteerd in de samenleving: in de wijken, het milieu, het onderwijs, de zorg, en de werkgelegenheid. De overheidsfinanciën zijn gezonder dan ooit en de lagere inkomens zijn ontzien in de koopkrachtplaatjes. Voor het eerst komen er maatregelen voor topinkomens, bijvoorbeeld door het aanpakken van excessieve beloningselementen, maar ook door het versterken van de rol van de ondernemingsraden en commissarissen. Eigenaren van huizen van meer dan één miljoen gaan daarover meer belasting betalen. De voortgaande privatisering van staatsdeelnemingen is een halt toegeroepen. Niet langer is het motto privatiseren tenzij..., maar publiek tenzij... De privatisering van Schiphol is van de baan.
PvdA 1 jaar in het kabinet Frank Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk maakt zich sterk om vrijhandel niet vrijblijvend te laten zijn. Hij stimuleert Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen niet alleen in Nederland, ook tijdens bedrijvenmissies naar landen als India en China heeft hij dit op de agenda gezet. Tevens creëert hij meer ruimte voor bedrijven en zelfstandigen om te ondernemen, bijvoorbeeld door microkredieten ter beschikking te stellen voor startende ondernemers. Overheidssoftware wordt beschikbaar en meer toegankelijk voor nieuwe en innovatieve ictbedrijven. Daarnaast staan bij Frank Heemskerk de rechten van de consument voorop. Zo realiseerde hij een ‘bel-me-niet-register’ om ongevraagde telefonische verkooppraatjes een halt toe te roepen, wordt spam aan bedrijven strafbaar gesteld en is het automatisch langdurig verlengen van een internet- of telefoonabonnement niet meer toegestaan. Frans Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken Bij de onderhandelingen voor het nieuwe Europese hervormingsverdrag wist Frans Timmermans de inzet van het kabinet en daarmee ook de belangrijkste punten van de PvdA te realiseren. Resultaat: een wijzigingsverdrag met een duidelijke 20 ROOD februari 2008
bevoegdheidsverdeling tussen Nederland en de EU. Een verdrag dat Europa democratischer en slagvaardiger maakt. Zo krijgen nationale parlementen meer invloed om onnodige Europese bemoeienis te voorkomen en kunnen mensen via een burgerinitiatief zelf iets op de Europese agenda zetten. Timmermans zet zich daarnaast vanaf dag één in voor een volwaardig debat over Europa in Nederland. Lees het weblog van Frans op www.nederlandineuropa.nl. Guusje ter Horst (minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) Veiligheid staat voorop in het beleid van Guusje ter Horst. In haar eerste jaar als minister van Binnenlandse Zaken zorgde ze voor vijfhonderd extra wijkagenten en kregen gemeenten 28 miljoen euro extra voor het bestrijden van radicalisering onder jongeren en polarisatie. Ernstige overlast, zoals voetbalgeweld, wordt eindelijk hard aangepakt. Guusje ter Horst wil veel meer aandacht voor preventie bij criminaliteitsbestrijding, zeker als het gaat om jongeren. Daarnaast presenteerde Ter Horst samen met haar collega’s een plan van aanpak om het overmatig alcoholmisbruik onder jongeren terug te dringen. Tevens sloot Ter Horst een bestuursakkoord met gemeenten waarbij op tal van terreinen afspraken zijn gemaakt om te werken aan één effectieve overheid in dienst van de burger.
Tekst Saskia Schinck Foto Roel Rozenburg
Jacqueline Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer In 2020 wil Cramer 30 procent minder broeikasgas, flinke energiebesparingen en het gebruik van duurzame energie van 2 procent naar 20 procent. Iedereen moet inspanningen leveren om de ambities te halen. Het werkprogramma Nieuwe energie voor het klimaat bevat een pakket maatregelen per sector: industrie, energie, vervoer, landbouw en overheid. Cramer maakt zich tevens sterk voor de open ruimten in Nederland. De ongebreidelde groei van bedrijventerreinen is voor een groot deel gestopt, zodat de verrommeling tegengegaan wordt. Verder is het zwerfafval aangepakt, wordt plastic gescheiden ingezameld, zijn er subsidies voor roetfilters, zonneboilers, woningisolatie en energielabels voor huizen ingevoerd. Jet Bussemaker, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport In het beleid van Jet Bussemaker staan de cliënt en de werker in de zorg centraal. Dankzij Bussemaker komen er extra handen aan het bed in de verpleeghuizen en zijn mantelzorg en vrijwilligerswerk weer op de kaart gezet. Met bijna een verdubbeling van
het budget geeft Bussemaker een flinke impuls aan de uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de vrouwenopvang en de bestrijding van eergerelateerd geweld en genitale verminking. Samen met twee christelijke partijen in het kabinet heeft Bussemaker ervoor gezorgd dat op het terrein van abortus en euthanasie de keuzevrijheid van de vrouw en de patiënt voorop blijven staan. Bussemaker stelde twintig miljoen euro extra beschikbaar voor sport, omdat ze vindt dat ieder kind moet kunnen sporten. Bert Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking Omdat onze snel veranderende wereld om moderne ontwikkelingssamenwerking vraagt, investeert Bert Koenders in fragiele staten zoals Congo en Burundi, die niet moeten terugvallen in chaos en oorlog. Hij zet zich in voor de gezondheid en rechten van vrouwen in ontwikkelingslanden, die het meest kwetsbaar zijn, maar ook de motor zijn voor ontwikkeling. Het kabinet reserveert daarnaast 500 miljoen om ontwikkelingslanden te helpen zich aan te passen aan klimaatveranderingen die juist hen het zwaarst treffen. Koenders heeft economische groei en verdeling weer op de agenda gezet: solidariteit tussen en binnen landen. Internationale samenwerking is voor Bert Koenders een zaak van iedereen, van het kabinet, bedrijven en burgers.
Eén jaar PvdA in het kabinet. Wat heeft het Nederland opgeleverd? Maakt de PvdA het verschil? Rood maakte een rondje langs de ministeries voor een inventarisatie.
Ahmed Aboutaleb, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Het afgelopen jaar kwam er extra geld beschikbaar voor armoedebeleid (oplopend tot 80 miljoen extra in 2011), werden de WAO-uitkeringen verhoogd naar 75 procent van het laatst verdiende loon en de WAO-herkeuringen vanaf 45 jaar stopgezet. Ook sloot Aboutaleb een akkoord met de gemeenten om te zorgen dat meer mensen uit de bijstand aan een baan worden geholpen. Aboutaleb begon een grootscheepse campagne tegen het aangaan van schulden (‘Blijf positief’) en nam maatregelen om te voorkomen dat mensen in problematische schulden raken. Sharon Dijksma, staatsecretaris Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De prestaties op het gebied van taal en rekenen moeten omhoog. De leerplichtwet is gewijzigd zodat falende (particuliere) scholen eerder kunnen worden aangepakt. In het eerste jaar van dit kabinet regelde Dijksma dat schoolleiders er netto 275 euro in de maand bij krijgen en dat er genoeg geld is om vijftienhonderd nieuwe conciërges op scholen in dienst te nemen. In de veertig krachtwij-
ken komt er minimaal één brede school. En op korte termijn worden er in de buitenschoolse opvang zestienduizend plaatsen gecreëerd om de wachtlijsten tegen te gaan. Dijksma wil maatwerk in het zorgonderwijs. Dat betekent extra investeringen en passend onderwijs voor ieder kind. Ella Vogelaar, minister voor Wonen, Wijken en Integratie Het besluit om deze kabinetsperiode de huren niet meer te laten stijgen dan de inflatie, was een van de eerste daden van het kabinet. Hiermee drukte de PvdA meteen haar stempel op het kabinetsbeleid: het is de laagste huurstijging in 25 jaar! Daarnaast ging Ella Vogelaar voortvarend aan de slag met de aanpak van de veertig grootste achterstandswijken van Nederland. Dit moeten weer prachtwijken worden: veiliger, schoner en leefbaarder met minder werkloosheid, goed onderwijs en een beter ondernemingsklimaat. Tevens nam Vogelaar met het nieuwe Deltaplan Inburgering afscheid van het onuitvoerbare inburgeringsbeleid van Verdonk. De komende jaren gaan meer mensen met meer succes de Nederlandse taal leren en inburgering wordt gekoppeld aan een baan, stage of vrijwilligerswerk. Integratie is kansen bieden en die kansen ook pakken. En weg met het wij-zij denken.
februari 2008 ROOD 21
reportage Rood sprak met vijf PvdA-leden die in hun dagelijks leven te maken hebben met onderwijs. Zij praten onder meer over de problemen waar zij tegenaan lopen en geven minister Plasterk advies.
‘Schaf
Astrid Ben Benschop (17) zit in 5-havo op het Picasso Lyceum in Zoetermeer. Ze is lid van Jonge Socialisten in de PvdA en wil volgend jaar de lerarenopleiding Geschiedenis gaan volgen. lerarenople lerarenopleiding vooral volgen, omdat ‘Ik ga de le geschiedenis een interessant vak is. Ik denk dat ik geschieden uiteindelijk niet voor de klas zal komen te staan, maar dat iik na het halen van de propedeuse overstap naar de Universiteit om daar geschiedenis te gaan sstuderen. Op onze onz school hebben we weinig problemen met de 1040-uren norm. Iedereen moet zeven uur pe per week in de mediatheek studeren, daar liggen verschillende opdrachten voor ons klaar. E Er wordt echter nauwelijks meer gecontroleerd of je er ook echt bent. Ik denk dan ook niet dat ik de 1040 uren haal! Sommige Sommi onderwijshervormingen zijn goed. Het is bijvoorbeeld goed bedacht dat er meerb dere examenmomenten komen, dus niet alleen exa in mei. Dat D verlaagt de werkdruk voor de leerlingen. Op onze school is hiermee geëxperimenteerd, maa maar er is niet goed over nagedacht: de week na de examens was het meteen de normale toetsweek! Minister P Plasterk zou ervoor moeten zorgen dat alle leraren gemotiveerd zijn en goede didactische vaardigheden vaardighed hebben. Je ziet nu erg veel verschil: sommige leraren staan met veel plezier voor de l klas en doe doen er alles aan om iets goed uit te leggen, terwijl terwij het bij anderen lijkt alsof ze het alleen voor het ge geld doen. Ik merk dat verschil ook meteen in mijn resultaten.’
‘Alle lleraren zouden gemotiveerd moeten zijn’ gemo
22 ROOD februari 2008
‘Motivatie, empathisch vermogen en zelfreflectie zijn belangrijk’ Barbara Knol (54) werkt al bijna dertig jaar in verschillende functies in het onderwijs. Sinds anderhalf jaar is ze directeur van een school voor Langdurig Zieke Kinderen (LZK) in de leeftijd van drie tot twintig jaar. ‘Onderwijs wordt door de samenleving ondergewaardeerd. Nederland is zo rijk! Er wordt zoveel over problemen als jeugdcriminaliteit en integratie gesproken. Potverdorie, geef dan ook meer geld aan onderwijs uit! Daarnaast moet de beroepsgroep zich meer voor laten staan op haar professionaliteit en meer naar zichzelf kijken. Ik ben blij en trots als ik docenten zie die vol passie met kinderen bezig zijn. Helaas zijn er ook veel leraren die hun uurtjes heel mechanisch vullen. Als je in het onderwijs werkt, zou je je elke dag moeten afvragen: “Wat is vandaag mijn meerwaarde geweest in het leven van dat kind?” De kwaliteit van de beroepsgroep kan onder meer worden verhoogd door de lerarensalarissen te verhogen. Zo wordt het vak aantrekkelijker en is er meer ruimte voor selectie aan de poort. De keuze voor het onderwijs moet een positieve zijn. Motivatie, empathisch vermogen en zelfreflectie moeten belangrijke criteria zijn voor aanstaande docenten. Mijn advies aan minister Plasterk: schaf groep acht af. Onder andere doordat de puberteit tegenwoordig vroeger komt, is groep acht nu te heterogeen van aard. Dat werkt niet goed. Het jaar dat nu aan groep acht wordt besteed kan efficiënter worden gebruikt, zeker voor de zwakke leerlingen, bijvoorbeeld om hen een schakelklas aan te bieden. En in het algemeen: mensen in het onderwijs moeten beter verdienen.’
Tekst Michiel Reijnen Foto’s De Beeldredaktie
groep 8 af!’ Const Constantijn Jansen op de Haar (24) studeert geschiedenis aan de lerarenopleiding in gesch Utrecht en is namens de PvdA raadslid Utrech diezelfde gemeente. Constantijn hoopt in diez binnenkort af te studeren. binnen twijfel er erg sterk aan of ik wel voor de ‘Ik twi wil gaan staan. Omdat er zoveel is klas w vastgelegd, is er nauwelijks ruimte voor de vastge creativiteit van de docent. Dat er vastgestelcreativ einddoelen zijn is onvermijdelijk, maar de ein het is voor een docent te moeilijk om van vastgestelde programma af te wijken. het va Als een ee klas bijvoorbeeld een onderwerp uitgebreid heeft behandeld, ben je toch al uitg verplicht dat onderwerp te behandelen. Aan verplic andere kant is het moeilijk lang en uitgede and breid sstil te staan bij een onderwerp waar de leerlingen veel interesse voor hebben, zoals leerlin Wereldoorlog. de Tweede Twe Overigens zie ik wel lichtpuntjes door het Overig invoeren van het nieuwe leren voor het invoer vmbo. Het nieuwe leren geeft namelijk wel vmbo om dieper op een bepaald de mogelijkheid mo onderwerp in te gaan door aan te haken bij onder interesses van de leerlingen in bepaalde de inte onderwerpen. Mijn ervaringen hiermee op onder Vader Rijn College in Utrecht waren erg het Va goed. Wat ik Ronald Plasterk zou willen meegeven is dan ook helder: geef de leraren meer ruimte en mogelijkheden om hun eigen keuHet zou de aantrekkelijkheid ze te maken. m een vak in ieder geval enorm vergroten.’ van ee
‘E is nauwelijks ruimte ‘Er voor de creativiteit vo van de docent’ va
februari 2008 R ROOD OOD 23
reportage ‘Meer differentiatie bij de lerarenopleiding nodig’ Bram Wondergem (51) is anderhalve dag per week docent aan een de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam, waar hij tweedegraads docenten biologie opleidt. Daarnaast is hij wethouder in Eemnes. ‘Het grootste probleem in het onderwijs is het toenemend lerarentekort. Een paar jaren geleden was het aantal inschrijvingen voor de lerarenopleiding dramatisch laag. Er zit al geruime tijd groei in studentenaantallen, maar niet voldoende om alle vacatures te kunnen opvullen. Het beroep van leraar is bij scholieren en studenten minder in trek dan vroeger. Ik denk dat dit samenhangt met de ontwikkelingen in de maatschappij. Mensen, dus ook scholieren, zijn veel mondiger geworden en het beroep van leraar is daardoor heel anders dan dertig jaar geleden. Op de lerarenopleiding leggen we daarom het accent niet alleen meer op didactische vaardigheden, maar gelukkig steeds meer op pedagogische vaardigheden. Studenten behalen bij ons nog steeds allemaal hetzelfde diploma, terwijl er meer gedifferentieerd moet worden. Iemand opleiden tot leraar op het
vmbo vereist andere accenten, dan wanneer je iemand opleidt om voor een vwo-klas te gaan staan. Als ik minister Plasterk was, zou ik als eerste de doorstroming binnen het onderwijs verbeteren. Ik ben opgegroeid met de Mammoet-wet, waarin je makkelijk kon doorstromen van mavo naar havo en vwo. Dat is veel te lastig geworden. Ook zou ik een veel sterkere koppeling creëren tussen onderwijs en jeugdgezondheidszorg, samengebald in het school maatschappelijk werk. Dat zou winst zijn voor alle partijen.’’
‘Docenten hebben weinig doorgroeimogelijkheden’ Pauline Wenderich (28) is drie dagen per week docent Nederlands op het Leidsche Rijn College in Utrecht. Daarnaast werkt ze twee dagen als onderwijsadviseur bij het CPS. In deze functie adviseert ze scholen, voornamelijk op het gebied van taalbeleid. ‘Als docent loop je vooral aan tegen de werkdruk. Naast de uren in de klas moet je lessen voorbereiden, nakijken, met ouders en collega’s praten, et cetera. Als je een beetje serieus met je vak bezig bent, haal je dat nooit binnen het reguliere aantal uren. Bovendien zijn de klassen in Nederland veel te groot, waardoor het bijvoorbeeld moeilijk is naar niveau te differentiëren. En voor dit alles krijgen docenten niet veel betaald. Docenten hebben weinig doorgroeimogelijkheden. Je kunt alleen in salaris en schaal omhoog gaan, 24 ROOD februari 2008
wanneer je een managerfunctie gaat vervullen. Iemand die graag lesgeeft, wil dit vaak niet. Zo ontstaat het risico dat academici geen toekomst in het onderwijs meer zien en uit het onderwijs verdwijnen. Wel ben ik tevreden over de manier waarop het onderwijs zich ontwikkelt. Zo is met de Wet op de Beroepen in het onderwijs (BIO) geregeld dat er bekwaamheidseisen komen voor het onderwijspersoneel: docenten moeten laten zien dat ze professi-oneel bezig zijn. Dat is alleen maar goed, ook voor de docenten zelf. Je ziet gelukkig sowieso steeds meer professionalisering binnen het onderwijs. Maar er is nog wel veel te doen! Aan minister Plasterk zou ik willen vragen in te zet-ten op kleinere klassen op alle niveaus, ook al is dat at verschrikkelijk duur. Ik weet zeker dat alle leraren hiervoor zouden tekenen.’
opinie Van het huidige onderwijssysteem lijken zo langzamerhand meer tegenstanders dan voorstanders te zijn. Hoe is het zo ver gekomen en wat moet er veranderen? Arnold Heertje maakt de balans op.
Serieus onderwijs, svp D
e dramatische toestand van ons onderwijs is thans in brede kring doorgedrongen. Leerlingen vechten om de kwaliteit van het onderwijs. Zij staken als er onvoldoende lessen worden gegeven door vakbekwame docenten. Zij weigeren mee te doen aan de spelletjes van bestuurders om ophok-uren als serieuze lessen Frans of wiskunde af te vinken. Ouders merken de achteruitgang in het onderwijs als hun familieleden in het ziekenhuis overlijden door rekenfouten van het verplegend personeel. Academisch opgeleide docenten zijn in groten getale vervangen door opzichters die sociale behendigheid paren aan vakinhoudelijke leegte. Ouders en leerlingen voelen zich bedot, ook al regent het valse spookcijfers en frauduleuze resultaten van schoolexamens. Onze partij draagt een grote verantwoordelijkheid voor het drama. De bewindslieden Van Kemenade, Ritzen, Wallage en Netelenbos staan aan de wieg van alle thans als mislukt te boek staande veranderingen. Middenschool, basisvorming, lerarenopleiding, grote scholengemeenschappen, tweede fase, studiehuis en vmbo, ze liggen alle op de puinhoop van de geschiedenis. Bij de commissie-Dijsselbloem is gebleken dat onze partijgenoten of nog steeds achter hun misbaksels staan of beweren dat ze er niet voor verantwoordelijk zijn. Een beschamend schouwspel. De criminele gevolgen van de door Ritzen ingevoerde grootschaligheid halen regelmatig het nieuws. Onze partijgenoten manifesteren zich niet alleen als bewindslieden, maar ook in het onderwijsveld. Als managers, als onderwijskundigen en als bestuurders van allerlei overbodige instituten zoals de SLO hebben zij een grote invloed uitgeoefend bij het uitvoeren van het smadelijke beleid. Het intimideren van leraren die er anders over denken, het opleggen van stupide onderwijsconcepten, zoals het nieuwe leren en het uitdragen van een misplaatst gelijkheidsideaal zijn karakteristieke gedragingen van de leden van onze partij aan wie machtsposities zijn toegevallen. Onder deze omstandigheden is de taak voor Ronald Plasterk niet eenvoudig. Hij zou het belang van leerlingen en studenten voorop moeten stellen. Immers, waar doen we het voor, het onderwijs op scholen en universiteiten en de zorg in ziekenhuizen en verpleeginrichtingen? Voor leerlingen en patiënten, als consumenten van nu en straks, zou ik zeggen.
Maar als dit uitgangspunt wordt gekozen dan zou Plasterk het advies van Rinnooy Kan leraren beter te belonen naarmate zij beter vakinhoudelijk zijn opgeleid, hebben omarmd. Dan zou hij veel zwaarder inzetten op een academische lerarenopleiding. Dan zou hij het gewicht van het centraal schriftelijk eindexamen met externe deskundigen herstellen. Dan zou hij toejuichen dat de scholieren, verenigd in LAKS, opkomen voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en een puur kwantitatieve norm voor de lessentabel, weten te relativeren. Al deze overwegingen zijn in het belang van de leerlingen. Uiteindelijk zijn zij niet gebaat bij de vele katten in de zak die zij nu kopen. Geen serieus onderwijs, geen serieuze beoordeling en geen serieus diploma. Kennelijk deinst Plasterk terug voor de weerstand die een op de leerlingen en studenten gericht beleid oproept bij de managers van de instellingen, de onderwijskundigen en de overbodige bestuurders van vermolmde instituten. Die weerstand berust op het vasthouden aan in het verleden gewortelde machtsposities van onze partijgenoten. Strikt genomen zou Plasterk zich hier niets van aan moeten trekken, maar zijn ambitie nog een tweede periode van vier jaar te regeren, maakt hem in dit opzicht afhankelijk. Niettemin wedt hij zodoende op het verkeerde paard. Voor een volgende periode staat hij sterker aan de start indien hij enkele resultaten heeft geboekt en de huidige zig-zaglijn verlaat. Ik noem het daadwerkelijk terugdringen van het management en het herstel van de positie van de docent. Het overhevelen van de lerarenopleidingen van hbo naar de universiteit. Een einde maken aan het klimaat van intimidatie in het onderwijs. Stoppen met het beleid van grootschaligheid. Perverse financiële prikkels elimineren en zorgen dat onze kleinkinderen weer leren rekenen, lezen en schrijven. Ophouden met realistisch rekenen, realistische wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Terug naar de abstractie, de ultieme bron van alle kennis, inspiratie en creativiteit. En bovenal, de voedingsbodem voor de grootscheepse toepassingen die een economisch en maatschappelijk leven kwalitatief verrijken. Doen we het niet dan staat ook op dit terrein de SP klaar om het van ons over te nemen. En dat zou jammer zijn. Arnold Heertje
Rood heeft ruimte voor een goed betoog. Rood stelt graag iets aan de kaak. In de rubriek Opinie kunt u uw ei kwijt. Heeft u een uitgesproken mening, of iets anders te zeggen dan wat al gezegd is over een maatschappelijk of politiek thema? Zet uw betoog op papier en stuur het ons: Redactie Rood, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam, of per e-mail:
[email protected].
februari 2008 ROOD 25
integratie: een drieluik De integratie van verschillende bevolkingsgroepen is voor de Partij van de Arbeid een urgent politiek thema. Dat onderstreepte ook de commissie Vreeman in haar rapport. Een interview met Job Cohen, burgemeester van Amsterdam, over de aanpak in zijn stad.
I
n uw nieuwjaarstoespraak sprak u over een tweedeling in de stad. In het centrum gaat het goed, maar daarbuiten vertonen jongeren onaanvaardbaar gedrag. Hoe kon die tweedeling ontstaan en wat is de oplossing? Cohen: ‘Ik heb gezegd dat het in het centrum van Amsterdam, binnen de ring zoals wij dat noemen, echt goed gaat. Daar zijn nieuwe investeringen gedaan, daar is een nieuwe dynamiek. Maar vervolgens heb ik gezegd dat er in sommige andere delen van de stad jongeren zijn die we ondanks alle inspanningen niet bereiken. Daar spelen sociaal-economische factoren in mee en factoren die met migratie te maken hebben. Immers, in het verleden hebben wij goedkope arbeidskrachten uit Turkije en Marokko gehaald om hier het vuile werk op te knappen, werk dat wij niet meer wilden doen. De tweede en derde generatie en dan vooral de jongens, veroorzaken nu problemen. We hebben talloze instellingen en organisaties die zich allemaal met die jongens bezighouden. Maar ze slagen er niet in de problemen op te lossen, integendeel. Al die clubs, al die organisaties hebben hun eigen positie, eigen beleid, eigen aanpak. Van coördinatie is geen sprake. De een kiest voor een harde aanpak, de ander weer voor een zachte aanpak. Er ontbreekt dus regie en de keuze voor een heldere lijn wordt gemist. Daardoor is het volstrekt onduidelijk wat nu de bedoeling is van de overheid. Daarom wil ik een dubbele boodschap geven: kijk niet alleen naar het ene probleemkind, maar bezie het gehele gezin en kies als overheid voor één, te begrijpen, heldere lijn.’ In hoeverre verschilt het gedrag van de jongeren in uw stad van jongeren in Armuiden, in Terneuzen, in Emmeloord of Veendam? ‘Natuurlijk gaat het ook hier om gedrag van jongeren, van jongens, en in die zin lijkt het natuurlijk op ontwikkelingen die je ook elders in het land ziet. Onze stad is echter heel divers. Mensen hebben velerlei achtergronden, maar tegelijkertijd moet je erkennen dat de samenleving van Amsterdam zo groot en divers is dat gebeurtenissen in de wereld hier gelijk gevoeld worden en een grote rol spelen. Zie maar, na de aanslagen in de Verenigde Staten spreekt men hier niet meer over Turken en Marokkanen maar over moslims. De polarisatie tussen godsdiensten is niet alleen een Amsterdams probleem, maar een afspiegeling van een globale ontwikkeling. In die zin verschillen de omstandigheden hier met andere plaatsen in het land.’ Wat zijn uw uitgangspunten in het integratiedebat? ‘De boel een beetje bij elkaar houden is in een stad als
26 ROOD februari 2008
Amsterdam al moeilijk genoeg. De stad fungeert als een magneet, waar steeds maar nieuwe mensen op af komen, met altijd andere achtergronden. Binnen dat gegeven wil ik bindend optreden en zorgen dat een ieder zich kan ontplooien, rekening houdend met de ander. Dat doe je door hard op te treden waar nodig is, en zacht waar dat kan.’ U bent burgemeester maar ook PvdA-er. Waaruit blijkt dat? ‘In de beeldvorming staat de VVD voor hard en rechts beleid, harder dan mijn beleid wat als soft wordt beschreven. Ik ben het wat dat betreft eens met Pauline Krikke, (VVD, burgemeester van Arnhem), die na haar aantreden zei dat er geen links of rechts beleid bestaat. Niemand spreekt ooit over de harde kanten van mijn beleid, of de zachte hand van mijn collega uit Rotterdam, Ivo Opstelten. Maar goed, Opstelten staat natuurlijk ook aan de linkerkant van de VVD, en die vleugel heeft natuurlijk veel overeenkomsten met de wat vrijere kant van de PvdA (lacht).’ Hoort bij het harde beleid ook de aanpak van drugs, prostitutie en de band tussen de onderwereld en de bovenklasse? Was de mentaliteit van doorgeschoten vrijheid blijheid geen goed voorbeeld voor jongeren? ‘Dat heeft er niets mee te maken. De aanpak van de problemen op de Wallen is de uitvoering van de conclusies van de parlementaire enquêtecommissie Van Traa, waarin werd vastgesteld dat de onderwereld vooral op de Wallen de winsten konden witwassen. Het duurt dan een aantal jaren voor je de wettelijke instrumenten hebt waardoor je die misstanden kunt aanpakken. Ons raadslid Karina Schaapman heeft daarbij aandacht gevraagd voor de misstanden in de prostitutie. We dachten dat met de legalisering van prostitutie alles in orde zou komen, nou het tegendeel blijkt het geval. We pakken de Wallen nu aan om de ontwikkelingen daar beheersbaar te maken.’ Sommigen noemden de excessen op de Wallen Sodom en Gomorra. Een heel slecht voorbeeld van de mentaliteit dat hier alles kan, want alles mag. ‘Ik ben niet tegen Sodom en Gomorra, zolang het binnen de regels blijft van de democratische rechtsorde, en we de uitwassen bestrijden. We willen de Wallen niet weg, maar wel de misstanden in de prostitutie, of het witwassen van zwart en crimineel geld. Maar we moeten oppassen dat we niet doorschieten. Het verbod op paddestoelen, paddo’s, is zo’n voorbeeld. Drugs zijn niet goed, alcohol ook niet en gelukkig wordt dat
deel 1
Tekst Jan Schuurman Hess
De stad als emancipatiemachine nu aangepakt. Ik vind wel dat we internationaal scherper stelling moeten nemen over softdrugs. Een verbod daarop is evenzeer onwenselijk als de drooglegging dat was in de crisisjaren in de Verenigde Staten.’ Wat kunnen PvdA-ers in het land ontlenen aan uw aanpak? ‘Wat ik van belang vind, is mijn onvoorwaardelijke engagement voor de democratische rechtsstaat. Dat impliceert dat beleid; hard waar nodig, zacht waar het kan. De democratie brengt niet altijd wat je wilt; je zult de democratie moeten onderhouden. Wie had tien jaar geleden kunnen denken dat we de vrijheid van meningsuiting zouden moeten bespreken, of de vrijheid van godsdienst? De essentie van mijn inzet is echt de democratische rechtsstaat: dit zijn onze regels en die zullen we handhaven. Voor iedereen die van buiten komt, moet dat duidelijk zijn. En omdat hier zoveel verschillen tussen de mensen bestaan, moet je rekening met elkaar houden opdat een ieder zich kan ontwikkelen Een raadslid noemde de stad eens de emancipatiemachine: men komt hier binnen, schoolt zich, verbindt zich aan een ander, krijgt kinderen en vertrekt weer. Zo vernieuwt de stad zich steeds en verheft zij de mensen. Juist daarom is het zo van belang dat er wordt geïnvesteerd in het onderwijs. Er zijn nu te veel jongens die niet op hun talenten worden aangesproken, en dat kan de stad zich eigenlijk niet veroorloven.’ Dit is het eerste deel van een drieluik over de aanpak van een integratie. Volgend nummer Patrick Janssen, burgermeester van Antwerpen
‘Niemand spreekt ooit over de harde kanten van mijn beleid, of de zachte hand van mijn collega uit Rotterdam’ februari 2008 ROOD 27
Waterschapsverkiezingen
Tekst Jan Schuurman Hess
Waterbeheer wordt een van de belangrijkste politieke thema’s als gevolg van de klimaatverandering en de unieke positie van Nederland in de wereld. In november worden waterschapsverkiezingen georganiseerd en de Partij van de Arbeid zal daar voor het eerst met eigen lijsten aan deelnemen.
Waarheen met het T ot nu toe spraken waterschapsverkiezingen nauwelijks tot de verbeelding. Voor de meeste burgers was het volstrekt onduidelijk waarom, waarvoor en op wie ze stemden tijdens die verkiezingen. Waterschappen zijn echter onze oudste democratische besturen, ze spelen een cruciale rol in de organisatie en het voortbestaan van het land. Zij gaan immers over de strijd om, met en tegen het water, over de zuiverheid van water en bij gevolg over landschap, landbouw en zorg voor natuur. Om die onduidelijke verkiezingen inzichtelijker te maken is de waterschapswet veranderd. Niet langer kunnen individuen met een bepaald belang zich kandideren, de kandidaatstelling verloopt nu via lijsten van belangenorganisaties en politieke partijen. De samenstelling van het waterschapsbestuur zal meer gaan lijken op de samenstelling van gemeenteraden, provinciale staten of de Tweede Kamer. Daardoor zullen kiezers beter kunnen zien en begrijpen wie wat waarom doet.
WATERMANIFEST De Partij van de Arbeid zit daarbij evenwel in een lastig parket. Het congres in Rotterdam, waar het verkiezingsprogramma voor 2006 werd vastgesteld, besloot zonder veel discussie de waterschappen af te schaffen. De PvdA wilde namelijk de vier bestuurslagen tussen Rijk en gemeenten – regio, provincie, waterschap en landsdeel – terugbrengen tot maximaal twee. Met dat voorstel wilde de partij die ingewikkelde ‘midden’ bestuurslaag saneren en de rol van de provinciebesturen verstevigen. In het regeerakkoord is het schrappen van het waterschap evenwel niet overgenomen. De realiteit is nu dat er in november weer waterschapsverkiezingen worden georganiseerd en dat het daarbij om een verdeling van macht gaat. De rol van water wordt, naast een goed watermanagement, steeds belangrijker. Op het afgelopen Congres van 6 oktober is daarom besloten dat de PvdA meedoet aan de waterschapsverkiezingen. Het landelijk partijbestuur heeft een commissie ingesteld die een watermanifest schrijft dat een zekere inhoudelijke richting zal aangeven, maar dat in de verschillende regios’s kan worden aangevuld, of aangepast.
INHOUDELIJKE VRAGEN
Volgens Hans Oosters, dijkgraaf en voorzitter van de commissie die het watermanifest schrijft, was het besluit om de waterschappen op te heffen een ‘ongelukkig misverstand’. ‘Gegeven de problemen die met het toekomstig waterbeheer zijn gemoeid, is het beter ons te richten op de inhoudelijke in plaats van de organisatorische vragen. Want het gaat om vragen als: Zijn wij in staat om tegen aanvaardbare kosten en op een duurzame wijze ons land ook in de toekomst droog en veilig te houden? In hoeverre moeten ruimtelijke ordening en economische ontwikkeling inschikken ten behoeve van het waterbeheer? Kunnen we van de technisch beste naar de maatschappelijk meest aanvaardbare oplossingen komen? Wat moeten we verstaan onder een duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied? Wat betekent de klimaatsverandering voor ons als het gaat om internationale solidariteit?’ ‘Het watermanifest heeft een landelijk karakter maar is niet zoiets als het verkiezingsprogramma,’ zegt dijkgraaf Lambert Verheyen, een van de schrijvers van het Watermanifest. ‘Het is veeleer een tekst op hoofdlijnen, want in ieder waterschap spelen specifieke kwesties.’ Voor de PvdA is het van belang een eigen, sociaal-democratische invalshoek te kiezen. Daarbij is het kostenaspect een belangrijke kwestie. Verheyen: ‘Hoe worden de lasten voor het waterbeleid verdeeld? En natuurlijk is voor ons de situatie in de Randstad van het grootste belang. Hoe verzeker je daar veiligheid, en wie zal dat betalen? Moeten de inwoners van Drenthe solidair zijn met het laag gelegen Zuid-Holland? En wie organiseert die veiligheid? Welke overheid wordt daarvoor verantwoordelijk? De waterschappen, of het rijk? Kijk, wij hier in Den Bosch, in het waterschap Aa en Maas, beveiligen de stad zo dat de bewoners eens in de 150 jaar kans hebben op natte voeten. Maar volgens de officiële normen moeten wij ons beveiligen tegen een ramp eens in de honderd jaar. Die extra maatregelen nemen we hier zelf, dus zijn we ook voor die meerkosten verantwoordelijk. Maar ja, wat doe je met problemen die veel ingrijpender zijn, zoals in de Randstad, waarvoor de kosten bovendien ook veel hoger zullen zijn? En dan is er natuurlijk het aspect dat de bijdrage voor het waterschap niet inkomens afhankelijk is, waardoor mensen met lage en middeninkomens evenveel betalen als mensen met de hoogste inkomens. Je ziet dat het bestuur van het waterschap wel degelijk te maken heeft met politiek.’
‘Zijn wij in staat om tegen aanvaardbare kosten en op een duurzame 28 ROOD februari 2008
rood in de regio DE FEITEN
water? RUIMTE GEVEN De waterschapsbestuurders in het rivierengebied, geschrokken na de overstromingen in de jaren negentig van de vorige eeuw, hebben nu als filosofie dat zij het water de ruimte willen geven. Dat is in het overvolle Nederland niet overal een vanzelfsprekende oplossing. In het verleden is op vele, laag gelegen plaatsen, zoals in uiterwaarden, of in de veenweidegebieden van Holland, gebouwd. Dat is nauwelijks meer terug te draaien. Bovendien is de druk om meer huizen te bouwen, vooral in de Randstad, onverminderd hoog. Die bouwwoede kan niet zonder een goede waterhuishouding; daarom zal er ruimte in en rond de steden moeten worden geschapen waar water tijdelijk geborgen kan worden in geval van overlast. Soms lukt het ook om op het platteland mogelijkheden te vinden die in de samenleving breed gedragen worden, zoals in de omgeving van de Biesbosch. Daar, in een polder van 300 hectare, hebben de boeren ervoor gekozen hun boerderijen op terpen te bouwen waardoor de polder gebruikt kan worden voor een overloop en extra berging. Wanneer het water komt, via de Bergse Maas, kan het vee op de hoog gelegen plaatsen in veiligheid worden gebracht. Het zijn ingrepen die erg veel geld kosten maar misschien, op termijn, wanneer wateroverlast extreem wordt, zich uitbetalen doordat de schade beperkt blijft. Vanzelfsprekend is water ook een grensoverschrijdende kwestie. Vandaar dat de Europese Unie een richtlijn heeft opgesteld waarin afspraken zijn gemaakt over kwaliteit en beheer van beken en rivieren: de Europese Kader Richtlijn Water. Voor Nederland betekent dat extra aandacht voor de verontreiniging van het oppervlaktewater die vaak het gevolg is van lozingen stroomopwaarts in andere landen. ‘Maar andere landen, stroomopwaarts, komen nu ook bij ons met hun eisen,’ vertelt dijkgraaf Verheijen. ‘Voor Wallonië betekent een schone, levende rivier dat er vis in zit, zalm en forel, maar die krijgen door onze waterkeringen geen of onvoldoende kans stroomopwaarts te trekken. Daardoor ervaren zij de rivieren als dood.’ Dorette Corbey, woordvoerder in het Europees Parlement namens de PvdA, wijst erop dat vanaf 2015 water een werkelijke prijs moet krijgen. ‘Het klimaat heeft ingrijpende gevolgen voor de waterhuishouding in heel Europa. De droogte in Zuid-Europa is nu al vast te stellen en zal in de toekomst alleen maar nijpender worden. Waterbeheer en waterzuivering worden van het grootste belang en Nederland kan die technieken exporteren. Bovendien hebben we in Europa afgesproken dat we waterproblemen niet op buurlanden afwentelen, maar in onderlinge solidariteit moeten oplossen.’
Inhoudelijk worden die verkiezingen voorbereid door een Commissie Watermanifest onder leiding van dijkgraaf Hans Oosters. Het partijbestuur zal zich nog beraden over de vraag of het Watermanifest tijdens het congres kan worden geamendeerd.
UITGANGSPUNT WATERBEHEER 21E EEUW De Unie van Waterschappen onderschrijft de hoofdprincipes van het waterbeheer in de 21e eeuw. Dat betekent: meer ruimte voor water, met als gedachteleidraad de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren en water moet meer ordenend zijn. Deze principes brengen een belangrijke verandering teweeg in het maatschappelijk bewustzijn ten aanzien van de vraag hoe met water om te gaan. Ook waterkwaliteit, waterschaarste, verdroging en het tegengaan van verzilting moeten onderdeel zijn van de plannen die de waterschappen ontwikkelen voor het nieuwe waterbeheer. Waterschappen zoeken bij de uitvoering van de plannen in het kader van WB21 naar een combinatie met ander belangen, bijvoorbeeld natuur, wonen en recreatie.
EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER De Europese Kaderrichtlijn Water gaat over schoon en gezond water in rivieren, meren, kanalen, beken en sloten. Schoon water om in te zwemmen, te vissen, te varen én om te drinken. De kwaliteit van ons grond- en oppervlakte hangt af van hoe wij in Nederland met water omgaan, en hoe men dit in de omliggende landen doet. Onze grote rivieren stromen immers niet alleen in Nederland. De Europese lidstaten hebben daarom afspraken gemaakt over gemeenschappelijk beleid voor schoner water en duurzamer gebruik van dat schonere water.
VERKIEZINGEN WATERSCHAP 2008 Waterschappen zijn aparte overheden met een democratisch gekozen bestuur en een eigen belastingsysteem. In november 2008 vinden landelijke waterschapsverkiezingen plaats voor de bestuursperiode 2009 t/m 2012. Doelstelling van de waterschapsverkiezingen is te komen tot een democratisch gekozen bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit een bij reglement vastgesteld aantal leden van tenminste 18 en ten hoogste 30 leden. De categorieën eigenaren hebben samen ten minste 7 en ten hoogste 9 zetels.
wijze ons land in de toekomst droog en veilig te houden?’ februari 2008 ROOD 29
varia Breinbreker
20
HORIZONTAAL: 1. Trots naast blank op televisie (4+2+8); 8. Amerikanen die niet willen dat WA op de troon komt (13); 9. Spaans telefoontje op een tweewieler (8); 12. Artsen op wie wordt gescholden (9) 15. Bokita (4); 16. Help! Een woord met acht medeklinkers achterelkaar! (13); 17. Voormalig ruimtewezen (1+1); 18. Roest (4); 20. Hobbyist in het minnespel? (10) ; 22. Afterparty (6). 23. Van binnen verscheurd? (6+8) VERTICAAL: 1. Kraamoverleg (15); 2. Engelse top; 3. Leeg maar niet waardeloos (9); 4. Examen in uitbetalingen? (15); 5. Ruzie op de dansvloer? (5); 6. Winnaar (9); 7. Wat doet nou zo’n weg? (12); 10. Niet off (2); 11. Opnieuw de instrumenten testen, maar dan harder (11); 13. Deze burgemeester lijkt twee koppen groter (2+7 of 9); 14. Heel zwart (3); 19. Twee streepjes hoog (6). 21. Versteende televisie (5)
Stuur uw oplossing vóór 5 maart naar PvdA, redactie Rood, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. De winnaar ontvangt het boek Op zoek naar progressief Amerika, het WBS jaarboek 2007 DE PRIJSWINNAAR VAN DE BREINBREKER IN HET VORIGE NUMMER IS: M. Bode uit Utrecht
Bedenkt u puzzels ? Mail ons:
[email protected]! OPLOSSINGEN BREINBREKER 19: Horizontaal: 1. Onderwijssysteem; 6. Taalstreek; 8. Keer; 9. Lagere overheden; 10. Groene energie; 11. Badhok; 12. Slangen; 14. Spriet; 16. Uitzicht; 17. Waar; 18. Rugdekking; 19. Loonvoorstellen Verticaal: 1. Ontslag; 2. Draagmoeder; 3. Witte werkster; 4. Sterven; 5. Merknaam; 7. Kernenergie; 8. Kledingwinkel; 11. Bestwil; 12. Snugger; 13. Stegen; 15. Ieren.
Prijsvraag Wat gebeurt hier? Heeft u een idee of scherpe associatie bij deze foto of wéét u gewoon welk politiek moment hier wordt verbeeld?
Foto Roel Rozenburg
Schrijf dan een origineel, krachtig onderschrift dat de foto verduidelijkt. De winnaar ontvangt het boek Op zoek naar progressief Amerika, het WBS jaarboek 2007. Stuur uw oplossing vóór 5 maart naar:
PvdA, redactie Rood, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam of mail uw oplossing naar
[email protected].
In de volgende editie van Rood wordt het werkelijke onderschrift bij de foto prijsgegeven. De winnaar van de prijsvraag uit Rood nr. 6 is J. Zegers uit Den Haag. ‘Het zijn sterke benen, die de ‘sorg’ kunnen dragen!’ werd door de redactie als meest origineel bestempeld.Het werkelijke onderschrift luidde: Den Haag, 30 oktober 1995. Minister Sorgdrager van Justitie en premier Kok wachten in de Eerste Kamer op een televisieopname.
30 ROOD februari 2008
Uitgesproken
agenda Maart Zaterdag 1 Politiek forum, jaarbeurs Utrecht
Rood Ledenblad van de Partij van de Arbeid
Het partij bestuur organiseert samen met de schrijvers van het pamflet Meer Pit! en de Rooie Veren vijf regiobijeenkomsten om met de leden te discussiëren over hun plannen voor de toekomst van de partij. Het partijbestuur roept u allen op om te komen.
Zondag 9 Heerenveen
Maandag 10 Arnhem
Woensdag 12 Rotterdam
Vrijdag 14
HET POLITIEKE BREIN
Weert
Wanneer een politicus aangevallen wordt op zijn principes of persoon, moet hij een aantal dingen vooral níet doen. Een van die dingen is zijn opponent in de media te vragen met de aanvallen te stoppen. Zo’n oproep heeft namelijk drie ongewilde consequenties: het lijkt alsof de politicus zwak is, alsof hij ondergeschikt is aan diegene die hem aanviel, en het zorgt ervoor dat de media de aanval steeds blijft herhalen. Aldus Drew Westen in zijn boek The Political Brain. Aan de hand van voorbeelden uit psychologisch onderzoek en Amerikaanse verkiezingscampagnes laat de Amerikaanse psycholoog zien hoe kiezers omgaan met politieke informatie. Westen maakt duidelijk hoe belangrijk het is om kiezers op de juiste manier aan te spreken en zowel bewust als onbewust de juiste associaties op te roepen. Hij legt uit dat er een verschil is tussen negatieve campagnes en onethische campagnes. Aanvallen mag best, zolang het maar op een ethische manier gebeurt. Sterker: een goede campagne maakt gebruik van zowel positieve als negatieve emoties. Volgens Westen denken de democraten in de VS te vaak dat kiezers rationeel zijn en dat ze aan te spreken zijn met het opsommen van feiten en cijfers. Misschien kan over de PvdA hetzelfde gezegd worden. Gelukkig voor de Democraten (en voor de PvdA) heeft Westen een aantal adviezen. Voor wie wil weten wat voor adviezen dat zijn en hoe de PvdA ze toe zou kunnen passen, is dit boek een aanrader. Josje den Ridder
Haarlem
Drew Westen, The Political Brain, uitgeverij PublicAffairs, ISBN13: 9781586484255, € 16,99
Zaterdag 15 Zaterdag 29 Duurzaamheidsfestival. Museon, Den Haag, vanaf 13.00 uur. Met onder anderen Jacqueline Cramer, Frank Heemskerk, Bert Koenders en Frans Timmermans
April Zaterdag 5 De JS organiseert maandelijks een dag vol politieke inhoud en trainingen. Meld je aan via www.js.nl.
Zaterdag 19 De Afrikadag 2008 van de EVS vindt plaats in de Haagse Hogeschool in Den Haag van 10.00 tot 17.00 uur. Voor meer informatie kun je terecht op www.afrikadag.nl
RECTIFICATIES In Rood nr. 6 staat op bladzijde 16 een oproep voor donaties voor de restauratie van de Zonnehal op de Paasheuvel. Het gironummer is foutief vermeld. Het juiste gironummer is: 79.04.800 t.n.v. St. Paasheuvelgroep te Vierhouten o.v.v. restauratie Zonnehal. U kunt donateur worden voor € 12,50 per jaar of eenmalig een aantrekkelijk bedrag over maken. Meer informatie: www.paasheuvelgroep.nl Op bladzijde 14 in Rood nr. 6 staat onder de bovenste foto dat het de file is naar de demonstratie tegen kernwapens in Amsterdam. Echter de file staat naar Den Haag Zuid. Het is de file op het prins Clausplein naar de demonstratie in Den Haag.
5e jaargang • nummer 1 • februari 2008
Colofon Rood is het positief/kritische ledenblad van de-Partij van de Arbeid waarin leden van de partij centraal staan. Leden worden van harte uitgenodigd te reageren op de inhoud van Rood en de redactie van ideeën, suggesties of-kopij te voorzien. Rood verschijnt zes maal per jaar en wordt gratis verspreid onder de leden van de PvdA in een oplage van 63.000-exemplaren. Niet-leden kunnen een abonnement aanvragen via de ledenadministratie (ledenadministratie@ pvda.nl of-020-5512290). Rood verschijnt ook in gesproken vorm voor mensen met een leeshandicap. Info: FNB, tel.: (0486) 486486. Partij van de Arbeid Herengracht 54 / Postbus 1310 1000 BH Amsterdam 020-5512155 / www.pvda.nl Redactieadres: Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam
[email protected] Redactie: Angelina Scalzo (hoofd communicatie), Jan Schuurman Hess, Michiel Reijnen, Ottolien van Rossem Eindredactie: Roselie Kommers Art direction en vormgeving: Studio Pollmann, Amsterdam Medewerkers aan dit nummer: Wouter Bos (column), Arnold Heertje, Michael Juffermans (Breinbreker), Ronald Plasterk, Lilianne Ploumen, Josje den Ridder, Saskia Schinck, Yasin Torunoglu, Anne Marie Zimmerman Fotografie: De Beeldredaktie, Hollandse Hoogte, IISG, Tessa Posthuma de Boer, Roel Rozenburg, Spaarnestad Cartoon: Peter Pontiac, Bussum Illustratie: Pieter M. Dorrenboom, Rotterdam Lithografie: Grafimedia Amsterdam Drukwerk: vdBJ / Print Support, Bloemendaal Rood verschijnt onder verantwoordelijkheid van het partijbestuur. Overname van (delen van) artikelen, foto’s of illustraties alleen na uitdrukkelijke toestemming van-de-uitgever.
ISSN 1574-2733
mei 2007 ROOD 31
column
Foto Hollandse Hoogte
Onnodige paniekzaaierij Veel mensen vroegen zich af waarom ik vorig jaar koos voor de plek van minister van Financiën. Is dat nou een plek voor een sociaal-democraat, maakt het nu uit of er een PvdA-er of een VVD-er zit? Ja, nou en of! Laten we beginnen met de vaststelling dat ik in een mooie traditie sta van sociaal-democraten die het op die plek uitstekend deden: Lieftinck, Duisenberg, Kok, dat is niet niks. En ook alle drie ministers van Financiën die lieten zien dat je sociaal-democraten kunt vertrouwen als ze in de buurt van de schatkist verkeren: zuinig en degelijk. Dezer dagen merk ik nog een ander groot voordeel, namelijk de manier waarop het begrotingsbeleid is georganiseerd. De afgelopen jaren hebben we een begrotingsbeleid gehad dat in een aantal opzicht de noodzaak tot investeringen in de publieke sector tegenwerkte. Bijvoorbeeld omdat de economische groei heel behoedzaam werd ingeschat, waardoor er minder ruimte voor investeringen was dan bij een realistische inschatting. En vervolgens werd er ook nog een keer afgesproken dat als er meevallers waren, deze niet mochten worden aangewend voor extra uitgaven, maar of de staatsschuld in gingen of gebruikt werden voor lastenverlaging. Dit dubbele slot op de deur betekende ook een dubbele rem op het doen van noodzakelijke investeringen in de publieke sector. Dat doen we nu gelukkig anders. We gaan niet meer uit van een behoedzame, maar van een realistische raming van de groei waardoor we meer ruimte hebben. Nog steeds gebruiken we meevallers niet om meteen de uitgaven omhoog te gooien, maar spiegelbeeldig gaan we ook niet meteen bezuinigen als er tegenvallers zijn. Een begrotingsregel van Zalm die ik graag overnam en waar we in deze tijden van economische onrust ook de vruchten van plukken. In dat licht is met name de opstelling van de VVD verbijsterend. De partij die zich zo graag profileert als degelijk en zuinig en goed voor ondernemers en bedrijfsleven, doet op dit moment echt alles fout. Ze proberen ons een recessie aan te praten, terwijl ondernemers vooral problemen hebben om hun vacatures te vullen. Ze reageren op de economische onrust met allerlei belastingplannen en laten daarmee hun eigen Gerrit Zalm als een baksteen vallen. En ze willen ons doen geloven dat ze voor belastingverlaging zijn, maar betalen het door elders te bezuinigen op de koopkracht van mensen, door bijvoorbeeld de verhoging van de WAOuitkeringen terug te draaien of de schoolboeken terug te draaien. Allemaal opportunisme en paniekzaaierij. De Nederlandse economie gaat ongetwijfeld minder hard groeien vanwege de problemen in de Verenigde Staten. Maar we staan er goed voor en kunnen tegen een stootje. Het laatste wat we nodig hebben is een kabinet dat de onrust vergroot. Dat is noch in het belang van burgers noch in het belang van consumenten. Dat hebben we jarenlang in de oppositie betoogd. Dat kunnen we nu waarmaken. Wouter Bos, politiek leider
De volgende Rood verschijnt begin april