WBL Nieuwsbrief
Uitgave van de stichting WBL
Werkgroep Behoud Lopikerwaard www.wbl-web.nl Secretariaat: Lekdijk West 8 3411 MT Lopik Jaargang 30, nr. 97 November 2010 In dit nummer o.a.: Landschapsverordening Rijshout en Rozen Eerste deel cartograaf Von Derfelden
Van de redactietafel Wisseling van beroep, verandering van functies. Ziehier de dynamiek waar de inwoners van de Lopikerwaard, als andere Nederlanders, bloot aan staan. Een „bedrijfskolom‟ wijzigen is een avontuur. Vlasteelt, hennepbouw en -bewerking, griendteelt, veeteelt, visserij, eendenkooi, zelfkazende boer, ZZP‟-ers in eigen woning, en ook: van melk tot eindproduct. Zonder „Campina‟ naar de markt. Met 7 werknemers. Na de ruilverkaveling, een ontwikkeling waar de WBL grote moeite mee had: schaalvergroting! Tot kuddes van 400 koeien... Met de barbecue waren we te gast op zo‟n bedrijf. U leest een verslag. Herman de Man beschreef een poging om over te schakelen van griendteelt naar rozenteelt, in zijn roman uit de dertiger jaren: „Rijshout en rozen‟. U leest erover in dit WBL-bulletin, jaargang 30/97. De molens uit de Lopikerwaard zijn stille getuigen dat de technische capaciteit in de Lopikerwaard altijd een rol speelt en zal spelen.
Inhoud WBL Nieuwsbrief nr 97 November 2010 3 4 5 8 10 11 14 15 17 18 19 20 21 22 23 24 26 27
Van de Bestuurstafel Naar een nieuwe Landschapsverordening Terugblik excursies De 9 kernen van Lopik vertellen Hoe mooi zijn de bermen in de buurt Gijsbert Franco Baron von Derfelden van Hinderstein Kleine fotoreportage Rijshout en Rozen Familiekroniek over het leven in de Lopikerwaard Bitterbal in verenkleed Bezoek aan een boerderij-melkfabriek Jeugdrubriek Fietsen door verdwenen rivieren Collage 700 jaar IJsselstein Programma Polderwandelingen 2010-2011 Jeuk en rui WBL-Uitgaven Colofon
Eise Jongsma, eindredacteur
Stichting WBL De Stichting WBL heeft ten doel: het behoud en de versterking van het eigen karakter van de Lopikerwaard en naaste omgeving: te weten de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden in samenhang met de leefomgeving. Zie artikel 2 van de statuten. Inschrijving K.v.K. te Utrecht onder nummer 41179802 2
Van de Bestuurstafel Allereerst wil ik U attenderen op een symposium, hetwelk we samen met de Historische Kring IJsselstein organiseren op zaterdag 27 november a.s., waar wij als WBL, de sociaaleconoom Professor Arnold Heertje, verdediger van Het Groene Hart, hebben uitgenodigd. Tijdens dit symposium komen onderwerpen aan de orde, zoals uitbreidingsplannen van gemeenten, scenario‟s rond krimp van de bevolking, omgang met ons schaarse groen. We verwachten veel interesse uit gemeentelijke hoek. Hoe staat het met de behoefte aan nieuwe woningen, is het wel verstandig om sportvelden te bebouwen en de velden buiten de rode contouren te plaatsen ? Zo wordt er nog vele malen de spa gestoken in ons schaarse groen en ons cultuurlandschap ! Ook een discussie omtrent de vaak ongebreidelde uitbreiding van bedrijfsterreinen is aan de orde. * Noot redactie: Dit symposium gaat door het uitvallen van de spreker onverwachts niet door! Verheugend is de toenemende belangstelling van competente mensen, die het Bestuur willen versterken. Te beschouwen als adviesraadsleden. Op dit moment zijn we enkel op zoek naar versterking in redactionele en juridische zin. Juridisch: we hebben bezwaar gemaakt bij de Raad van State, tegen de slootdemping in Lopik ( WBL-Bulletin 30/96) welke zaak op de rol staat. Ik werd uitgenodigd door de Voorzitter van landgoed Linschoten, Professor Reinink. In de prachtige ambiance, hebben we lijnen uitgestippeld, om onze samenwerking te bevorderen. Zo kwam ter sprake, dat er een dreiging is rond Woerden aan de A12, waar een megahoog hotel gepland staat. Mocht dit concreet worden, dan zullen we gezamenlijk bezwaar maken tegen deze „horizonvervuiling‟, aan de rand van ons werkgebied. We werden uitgenodigd door de opvolger van Wethouder Pauline Goedvolk te Montfoort, de Heer Jonkers. Met name kwam de ontwikkeling rond het bedrijventerrein van Jan Snel aan de orde. Het was een prettige kennismaking. Een constructief gesprek. Dit wethouderschap moge wat dit punt betreft, scoren. Dan, uiteraard, met de goedkeuring van de WBL, de buurtbewoners en de Hugo Kotestein Stichting! Rond de bomenkap (zie brief Gedeputeerde Smink, WBL-Bulletin Jrg. 30/96), zou de Provincie de situatie met het Bestuur Utrechtse Waarden bespreken, maar tijdens de meest recente vergadering, heb ik daar nog geen duidelijk antwoord over verkregen. Als WBL promoten we passend bermbeheer en opteren voor een fraaie oplossing. We blijven kritisch de ontwikkeling volgen!! Zoals eerder vermeld, zijn we druk bezig met plannen, samen met Abrona, en hebben we subsidie aangevraagd, voor jeugdeducatie. Het wordt een activiteitenprogramma rond beroepen uit de Lopikerwaard, met een hoog fysiek gehalte, zoals een hangbrug maken over de sloot. Meer beroepen komen aan bod: hoepelmaker, teenschiller enz. Het wordt een Belevingstocht Lopikerwaard, voor de jeugd, zo kennis makend met onze oude ambachten! 3
Tijdens de Algemene Leden Vergadering (ALV-agenderen : Zalencentrum, Oudewater, D.V. wo. 24/11 a.s. 20.00 u.) zal ik uitgebreid een en ander toelichten. Ik ben erg benieuwd naar ideeën en reacties. Ik eindig niet, alvorens te vragen Uw e-mailadres op te geven via onze website. Doel: flitsberichten en/of andere, korte meldingen, kosteloos, over te brengen. Zo komt U sneller aan informatie over ontwikkelingen in ons werkgebied. Hartelijke groet, Wim Boesten, Voorzitter WBL
Naar een nieuwe Landschapsverordening De provincie Utrecht heeft diverse mooie landschappen. De Heuvelrug, de Gelderse Vallei, het rivierenlandschap en het weidenlandschap; alle met bijzondere kwaliteiten op het gebied van cultuurhistorie, natuur en landschappelijk schoon. Het beschermen en versterken van deze waarden is van oudsher een provinciale taak. Een instrument daartoe is de Provinciale Verordening Natuur en Landschap (VNL). In deze verordening staan onder meer verboden voor woonschepen, oevergebruik, reclameborden, buitenopslag, storten en ophogen en dempen van sloten. Ook is in de VNL aangegeven wanneer iemand ontheffing kan krijgen van zo‟n verbod en voor hoelang. Op deze manier tracht de Provincie de verrommeling tegen te gaan en ons prachtige landschap te behouden. De Provinciale Staten hebben besloten deze landschapsverordening te gaan moderniseren. De belangrijkste aanleidingen daarvoor zijn: de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening en de behoefte aan deregulering en actualisering. Het gaat dan om vragen als “wat moet provinciaal geregeld worden”, “wat kan door de gemeente geregeld worden via het bestemmingsplan en de algemene politieverordening (APV)” en is er behoefte aan nieuwe onderwerpen. Bij nieuwe onderwerpen is gedacht aan kleine landschapselementen, duisternis en hekwerken in natuurgebieden. Eind augustus is er op het Provinciehuis een hoorzitting geweest. Belangengroepen konden daar hun visie en wensen geven over de voorgenomen omzetting van de VNL in een Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) en de Landschapsverordening Provincie Utrecht (LPU). De PRV vormt het kader voor gemeentelijke bestemmingsplannen. De WBL heeft op deze hoorzitting gepleit voor: ● een betere bescherming van het eeuwenoude verkavelingpatroon door een krachtiger verbod op het dempen van sloten. De slootdemping behoort volgens de WBL opgenomen te worden in de LPU. ● de bescherming van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in de bebouwingslinten niet uitsluitend bij de gemeenten te leggen. Gevraagd is nog eens goed te kijken of de nieuwe landschapverordening (LPU) daaraan kan bijdragen. De Provincie wil de nieuwe landschapsverordening voor de zomer 2011 vaststellen. Het ontwerp voor die verordening zal begin 2011 gereed moeten zijn. Tijdens de hoorzitting is toegezegd dat de insprekers op de hoogte gehouden worden en de alle gelegenheid krijgen om mee te denken. Gezien het belang van deze verordening voor het landschap in de Lopikerwaard en omgeving zal de WBL zal hier zeker gebruik van maken. Herman Boonekamp 4
Terugblik excursies Polderwandeling door de Benschopperboezem
De Eendenkooi „Het Beloken Land‟ De start van onze wandeling Een wandeling op deze heerlijke zomerse dag in de eendenkooi. Veel belangstellenden waaronder ook een meisje van vier jaar. We werden ontvangen door de heer Verkaik, eigenaar van deze kooi en onze gastheer voor deze middag. In de hooimijt kregen we een inleiding over de enige nog werkende eendenkooi. Deze is teruggebracht in de oorspronkelijke staat. Hoewel de netten en de nestmanden vervangen zijn door moderne materialen ziet de kooi er oorspronkelijk uit. Diverse materialen voor inrichting en onderhoud komen van het land en de boerderij. Van origine is het vangen en verkopen van eenden een aanvulling op het inkomen van de boer geweest. Het lokken en vangen van eenden hoort dan ook echt thuis in het boerenlandschap. Het is er vooral stil en deze rustige plek, ver van de mensen, bepaalt de kans dat ze hier neerstrijken. Eenden blijken zeer goede reukorganen te bezitten. In de Lopikerwaard bestonden in het verleden veertig kooien. Dat was ook de tijd dat er strijd was om als eerste op de markt aan te komen. Immers, dan werd je verlost van je eenden en kon je nog een goede prijs bedingen. Na de bel van 8 uur werd je niet meer toegelaten met je handel.
Na een kopje koffie of thee liepen we met 11 mensen over de Tiendweg naar het natuurgebied de Benschopperboezem. Het zonnetje scheen en iedereen had er zin in. Het gebied is een tiental jaren geleden weer in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. Dat wil zeggen: de loofbomen zijn verwijderd en gedeelten van percelen zijn afge-
graven zodat natte en droge stukken elkaar afwisselen en naar wens onder water gezet kunnen worden. Het is hierdoor erg aantrekkelijk geworden voor allerlei soorten vogels, die het gebruiken als rusten foerageerplek. We hebben genoten van de ongereptheid en weidsheid van het gebied. Door de relatief hoge temperatuur van de afgelopen tijd waren er helaas nog weinig trekvogels gearriveerd. Leuk om te vertellen is dat het natte boezemgebied op de grens van Utrecht en Zuid-Holland ligt en in vroeger tijden gebruikt werd om smokkelaars tegen te houden. Via de oude Schenkelkade zijn we teruggelopen naar de Hoenkoopserijweg en hebben we de wandeling afgesloten met een appeltje voor de liefhebber. Een nieuw lid uit Schoonhoven meldde zich aan.
Actie en strijd Actie dus op marktdag. In de morgen snel kijken in de vangarmen en met spoed naar de markt snellen om er vóór 8 uur te zijn. Onderweg maakten de kooikers het elkaar wel erg lastig. Bijvoorbeeld door met pek te werken in of bij de kooi van de ander; een geur die eenden verdrijft.... Het is lastig voor de zelfstandige kooiker om zijn gebied goed te bewaken en zulk pestgedrag kwam zeker voor.
Mieke Sinke, excursieleidster
5
Terugblik excursies De Middelste Molen van Cabauw.
Materialen en regels van de overheid Daarnaast werd ook de bemoeienis van de overheid als een belemmering ervaren. Daar kwam nog bij dat materialen schaars en duurder werden. Natuurlijke materialen zoals teen en riet gaan niet lang mee. Ze vergaan snel en daarom werd er gezocht naar alternatieve materialen. Waar het natuurlijke materiaal eerst van het land afkwam, zoals maaisels en riet en stammetjes, zo moet het alternatieve materiaal gekocht worden en dat was niet altijd betaalbaar voor een kooiker. De bekende eendenkorf gaat slechts twee jaar mee. Op dit moment wordt geprobeerd hier plastic jerrycans voor te gebruiken. Veel kooikers hebben het niet gered. Op dit moment zijn alle kooien in bezit van Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten.
18 september was deze excursie slecht bezocht, daar er geen aankondigingen waren geplaatst in de plaatselijke bladen. Met 6 mensen kregen we echter alle aandacht van Doere en Erik Stoop. De naam „wipwatermolen‟ heeft dit type molen gekregen, omdat het water omhoog wordt „gewipt‟. Zomaar één van de vele wetenswaardigheden, die ons werd verteld door de zeer gepassioneerde Erik Stoop. Vele archieven heeft hij al doorzocht, om echt àlles van de molen te weten te komen. Buiten de scheepvaart heeft de Nederlandse taal zeer veel uitdrukkingen ontleend aan het molenaarsbedrijf. Na een bijzonder vriendelijke ontvangst met koffie in de woonkamer-met-bedstee, werd de buitenzijde van de molen bezichtigd. Gedemonstreerd werd het kruien van de molen, dat wil zeggen dat de kop van de molen in de wind gedraaid wordt. De rem werd gedemonstreerd, ter voorkoming van schade bij windkracht 5 en hoger op de schaal van Beaufort. Enkelen durfden in de kop te klimmen, om te zien hoe die rem nu wel werkt. Een van de bezoekers vond het geluid
De lezing en ons bezoek Wij, de bezoekers van „Het Beloken Land‟, mochten een kijkje nemen bij de wagens waar het riet naar de markt werd getransporteerd. We werden direct gevolgd door de kooikershonden. Ook zagen we de maquette en vervolgens de kooi en de grote eendenvijver. Op deze plas verzamelen de eenden zich; ze komen vanuit Noord-Europa en strijken hier neer. De honden lokken ze naar de vangarmen. Dit typische hondenras, de kooikershonden, is hiervoor uitstekend geschikt. Hun witte pluimstaart steekt boven het groen uit en eenden reageren daarop. De heer Verkaik legde ons uit hoe de hond te werk gaat en waar de kooiker zich ophoudt om op het moment-suprême het luik af te sluiten. Al met al was het een plezierige middag. Meer informatie U kunt zelf ook een bezoek brengen aan de eendenkooi. Voor inlichtingen:
Erik Stoop zet de molen 'in-de-wind'.
van de klep bijzonder, deze gaat dicht, als de wind weg valt. Anders zou het water terugstromen. Als je bedenkt, dat van de molen een gezin van 8 personen kon leven, is dat indrukwekkend. Ooit waren er 41 molenaars in de Lopikerwaard. De geluiden van de
Het beloken land Blokland 116 3417 MR Montfoort Telefoon: 0348-471880/0636331301
Nel van der Waart 6
Terugblik excursies draaiende molen, waarbij de hele molen schudt, doet je denken aan een varend zeilschip.De molen heeft iets zeer bijzonders: een 3-dimensionale T.V. Hoe dat precies zit, vertel ik U niet, dat moet U zelf eens gaan aanschouwen. Wat dat betreft, heeft U echt wat gemist. Maar U kan een op komende nieuwsgierigheid een invulling geven, daar de molen bijna iedere zaterdag te bezoeken is. De molen is open van 11.00 u. tot 17.00 u. als de blauwe wimpel of vlag wappert. Het bezoek is gratis. Een vrijwillige bijdrage, voor het onderhoud, wordt op prijs gesteld. De toegang naar de molen begint bij de Lopikerweg-West tussen 101a en 102, dat is tussen Cabauw en Schoonhoven . Ook groepen zijn welkom. Neem dan contact op met de vrijwillige molenaar Erik Stoop, tel. nr. 06-53485449.
(We hebben later contact opgenomen met de boswachter van Staatsbosbeheer en die heeft actie ondernomen naar de gebruiker van het land. Ruigtebegroeiing mag dan voor een boer minder waardevol zijn, voor planten en dieren zijn het oases te midden van het cultuurlandschap).
Willem Alsemgeest, lid excursiegroep WBL Aan het eind van de tocht kwamen we bij de restanten van de afvoer van een inmiddels verdwenen molen in de uiterwaard. Dit was een zogenaamde “voormolen”, waarvan de
Excursie Lopikerhout Er had zich op 13 juni een grote groep belangstellenden verzameld voor deze excursie. Het eerste deel ging door de Lopikerhout, waar uitgebreid gekeken werd naar de flora en over het landschap werd gesproken. We staken de dijk over en kwamen in de uiterwaard van de Lek. Daar liepen we over een kade tot bijna bij de Lek. Daar splitst het pad: we gingen naar rechts en kwamen bij het doorgraven deel. Herman gaf uitleg over de recente veranderingen: het voetpad richting Schoonhoven was hier onderbroken door het graven van een waterverbinding met de grote plas. Maar we konden via wat grote stenen, die in de stroom lagen, naar de overkant. We vervolgden richting Lekdijk, liepen langs de voet van de dijk terug en gingen weer het pad tegenover de Lopikerhout in, om nu linksaf te gaan bij de splitsing. Langs het pad en in de ruigtebegroeiing was hier en daar met onkruidverdelger gespoten. Dat mag helemaal niet in een natuurgebied.
molengang vanaf de huidige provinciale weg onder de winterdijk door tot aan de Lek liep. Er stonden vroeger twee molens in de buurt van de provinciale weg: een voor het droogmalen van de polder de Wiel en de andere voor de polder Vogelzang. We mochten terugzien op een geslaagde excursie. Theo Hattink 7
De 9 kernen van de gemeente Lopik vertellen Je hebt gepensioneerden en gepensioneerden. De één hangt het „Zwitserlevengevoel‟ aan, de ander… Onze leden, voorzitter Dieny Scheffer-Versluis van de Werkgroep Kunst & Cultuur en de pensionado Henk Boer - na zijn pensioen 4 boeken „Pro Deo‟ - gaven in opdracht van de gemeente Lopik het boekje „VOLKSVERHALEN‟ uit. Uit de 9 kernen van Lopik diepte Henk Boer aan de hand van interviews, geschreven- en beeldmateriaal, vele verhalen op over de dorpsbewoners en hun anekdotes. Het verhaal-gedicht van smid Van der Roest, van de „Apenluiders‟ uit het 16e-eeuwse IJsselstein blijft dé topper. Maar wat denkt U hier van? Henk Boer bij zijn presentatie: „een kruiwagen staat recht op in het land. De boer hangt over de handvatten zijn boezeroen als vogelverschrikker. Enige lieden uit het Benno-scoopse zijn op de hazenjacht…. Een jager rent naar de dorpspomp van Benschop en trommelt alle Van den IJssels, Verweys, Verkerken, Lekkerkerkers enzovoort op “Een beer in het veld… !” „ Met riek, spa, hooivork, zeis, bats en wat voor handen is, gaan ze te velde, naar het gruwelijke monster…! Beren waren al jaren verdwenen uit het landschap, maar een
'Trots laten ons lid, Dieny Scheffer-Versluis, voorzitter van de Werkgroep Kunst & Cultuur uit Lopik en Burgemeester Renate Westerlaken-Loos, het aan de Burgemeester aangeboden boekje: 'Volksverhalen', aan het publiek zien. 8
geïmproviseerde vogelverschrikker. Nou, nee! De koos-, plaag-, schimpnaam is aldaar! Henk besluit ‟het monster is thans een Benschop‟s troeteldier‟. Siert met een bronzen beeld de kern van Benschop en is vele malen vernoemd: IJsclub „De IJsbeer‟, badmintonvereniging „De Berenshuttle‟, peuterspeelzaal „Het Berenhol‟. En wat denkt U van Terberg‟s logo? Benschop‟s Bokito? Men zij gewaarschuwd. Burgemeester Westerlaken is blij met het „kernachtige‟ boekje. Ze heeft haar kortstondig wonen in Polsbroek niet hoeven te bekopen met de scheldnaam “Kroos…..”. Afijn, U leest zelf maar, over de „Zonneblussers‟, „IJzeren veulen‟, „Sint Katrijnmelker‟‟, „Grienduil‟, „Teenschiller‟enz. Een leuk boekje voor een kadootje in de Lopikerwaard. Te koop via de gemeentebalie. Er zijn 1.500 exemplaren à. € 5,- per stuk.
WBL verontrust over ontwikkelingen rond recreatiepark ”Westenburg” Regelmatig weten attente bewoners uit ons werkgebied, bij ruimtelijke ontwikkelingen de WBL te vinden. Zo werden we benaderd over het feit dat “Topparken” het bestaande recreatieterrein “Westenburg” heeft overgenomen. Leden vrezen voor ontwikkelingen die het landschap kunnen aantasten. Het zou gaan om uitbreiding van het recreatiepark en het aantasten van de copeverkaveling. Navraag bij de Gemeente Lopik leverde nauwelijks relevante informatie op. We verzoeken derhalve de Gemeente en “Topparken” ons en de buurtbewoners op de hoogte te stellen van hun plannen. Zoals bekend, wil de WBL hoeder zijn van het cultuurhistorische landschap. Mocht u ook in uw omgeving plannen bemerken, die dit landschap dreigen aan te tasten, schroom niet met ons contact op te nemen; dit kan ook via onze website: www.WBL-web.nl
9
Hoe mooi zijn de bermen in de buurt? Door dijken ontstonden er vroeger bermen en dijkkanten die in beheer waren van de aanwonenden, dit waren onder andere boeren en daggelders. De bermen werden in het verleden 3 tot 4 keer per jaar gemaaid en het maaisel werd gevoerd aan de varkens, konijnen, geiten of aan de koe, wanneer de arbeiders die hadden voor de melk. Door het vele maaien en oogsten waren deze dijkkanten zeer bloemrijk. Er werd niet veel bemest en daardoor ontstond verschraling van de grond. Langs de sloten stonden rijen knotwilgen voor de houtproductie, meestal wilg maar ook wel essen, elzen en populier werden geknot. Bij waterkerende dijken was het talud veel breder. Dan stond er vaak nog een rij fruitbomen, bijvoorbeeld appel en peer, op. Dit zie je nog terug in Snelrewaard. De bermen werden dus veelvuldig gebruikt voor veel doeleinden. Na jaren „80 werden de bedrijven groter en was er geen tijd meer voor de kleine lapjes grond en bermenland. Er trad verwaarlozing op er werd niet meer gemaaid De bermen werden aan hun lot overgelaten. Er kwamen bramen, brandnetels en grove onkruiden te groeien. Op zich geen verkeerde biotoop: een geweldige plek voor muizen, egels, vlinders en bijen. De wegen langs de bermen kwamen in het beheer van de gemeenten en velen vonden de bermen rommelig en onveilig voor het verkeer. Dus dat moest opgeruimd worden. Alles werd kort en klein gemaaid en gesnoeid. Men wist niet welke slachting men aanrichtte onder de beestjes en bloemetjes. Daar hadden de heren geen kaas van gegeten. Bij dit maaibeleid liet men het maaisel liggen op de bermen. Hierdoor werd de grond van de bermen steeds rijker. Wat dus een prima voedingsbodem was voor veel grove grassen en brandnetels, die veel andere soorten verdrongen. In het voorjaar bloeit er nog wel veel fluitenkruid en nog enkele andere soorten. Dan zien de bermen er toch wel bloemrijk uit. Helaas wordt er vaak te vroeg gemaaid, namelijk als alles nog mooi in bloei staat. Dit is erg jammer voor de vele fietsers die willen genieten van het voorjaar maar dan aankijken tegen een trieste kort geslagen boel. Het duurt weer even duurt voordat de berm weer hersteld is. Doordat er eind September voor een tweede keer gemaaid wordt, blijf je helaas het hele jaar tegen een vreselijke bende aankijken. Daar wil de werkgroep behoud Lopikerwaard en Vereniging Bewoners Waardsedijk/Snelrewaard wat aan doen. De werkgroep en de vereniging willen 600 m² berm vlinder- en bijvriendelijk maken. Hierbij willen we de bovenlaag verwijderen, daarna wordt de grond verschraald en ingezaaid met een bloemrijk mengsel. Dat geeft het stuk berm weer een bijzonder aanzicht voor fietsers en maakt het weer aantrekkelijk voor de vlinders en bijen. We plaatsen er tevens een informatiebord dat vertelt wat er groeit, bloeit en vliegt en de toerist kan er van genieten. Vervolgens hopen we dat ook andere dijkbewoners het voorbeeld gaan overnemen en dat de bloeiende bermen zich gaan verspreiden over de Lopikerwaard en omstreken. Mocht u interesse hebben, dan kunt u contact opnemen via: www.wbl-web.nl. Deze berm wordt aangelegd aan het begin van de Waardsedijk (aan de kant van de Reinaldaweg). Wij hopen dat dit voorbeeld ook een ommekeer teweeg brengt bij instanties die het bermonderhoud verrichten. Het zal door de natuur breed gedragen worden en hopelijk ook door de mensen. Leo van den Berg Wegberm met kattenstaart. 10
Gijsbert Franco Baron von Derfelden van Hinderstein (1783-1857) (1) Het huis "Snellenburg" heeft een geschiedenis van 300 jaar. Het werd gebouwd in 1709 of 1710 door een zoon uit het geslacht De Milan Visconti, een Utrechtse regentenfamilie, waarvoor gold wat Pieter Langendijk in zijn blijspel Wederzijds Huwelijksbedrog dichtte: "Gij komt uit Utrecht. Zoudt gij niet van Adel wezen?" De familie behoorde tot een netwerk van Lombarden met banken van lening waar men tegen (woeker)rente geld kon lenen. In de achttiende eeuw waren leden van deze familie doorgedrongen tot het bestuur van de Stad en de Staten van Utrecht. Snellenburg was een van de bezittingen van de De Milans.
De in 1887 tot boerderij verbouwde buitenplaats Snellenburg aan het Boveneind te Benschop, 2007. Foto P. Broeders
Toen de laatste telg van dit geslacht kinderloos overleed vermaakte hij zijn bezit aan de vrouw die dertig jaar lang bij hem de huishouding had geleid. Deze stierf ook kinderloos, en liet de erfenis na aan haar nichtje, die de moeder was van Gijsbert Franco. In 1809 ging Gijsbert Franco [die ik verder met 'Von Derfelden' zal aanduiden] samen met zijn moeder, zijn vrouw Adriana Machteld Lycklama à Nijehölt uit IJsselstein, en zijn zuster op Snellenburg wonen. In 1823 overleed zijn moeder. Vanaf 1840 woonde hij een paar jaar in Utrecht waar zijn vrouw overleed, waarna twee leden van zijn schoonfamilie bij hem kwamen inwonen. Maar Een pagina uit de catalogus die voor de veiling van de bibliotheek van de overleden Von Derfelden werd samengesteld, 1858. [In de marge staan op de pagina’s van dit exemplaar de namen van [potentiële] kopers en de bedragen voor de verschillende kavels.] [Bibliotheek van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels. Universiteitsbibliotheek UBA, Amsterdam]
11
Het "Verzamelingsblad van De Kaart van Nederlandsch Oostindie in 8 bladen, Opgedragen aan Zijne Majesteit Den Koning der Nederlanden", het manuscript dat door Von Derfelden werd getekend in de jaren 1833(1835)-1837. [ Kaartenverzameling van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam.]
Benschop bleef trekken, want tussen 1843 en 1847 woonde hij met die familieleden op "Snellenburg". Von Derfelden was van jongsaf aan bezeten van zijn hobby, de geo- en cartografie die hij op professionele wijze beoefende. Hij schafte voor zijn bibliotheek, die voornamelijk op de aardrijkskunde betrekking had, steeds de nieuwste werken aan die in Nederland, Frankrijk Duitsland en Engeland verschenen.
Op zijn geografische kennis en cartografische vaardigheid werd regelmatig een beroep gedaan. In 'Tuinen in de Lopikerwaard' kan men lezen dat in 1826 C. G. Barchman Wuytiers hem gevraagd heeft een kaart te tekenen van het jachtgebied rond zijn buitenplaats "Huis te Vliet" in Lopikerkapel. Barchman Wuytiers kende Von Derfeldens cartografische kwaliteiten, want beiden waren Hoogheemraad in het College van de Lekdijk Benedendams, en in de jaren 1821-1824 had Von Derfelden drie kaarten van de Lek en zijn noorderdijk tussen Vianen en Schoonhoven getekend waarvan er een gedrukt werd. Toen de gouverneur-generaal van Nederlands Oost-Indië Baron Van der Capellen in 1826 in Nederland terugkeerde, werd hun vroegere vriendschap weer opgenomen. Het was Van der Capellen die Von Derfelden ertoe bracht een grote kaart van Nederlands Oost-Indië te gaan tekenen. Er waren massa's deelkaartjes maar een overzichtskaart gericht op de topografie van het eilandenrijk bestond nog niet. Kaartmateriaal dat hijzelf uit de kolonie had meegebracht, stelde hij Von Derfelden ter beschikking maar door zijn contacten in Den Haag zorgde hij er ook voor dat alle belangrijke kaartinformatie in bruikleen in Benschop terecht kwam. Honderden kaarten kopieerde Von Derfelden met de hand en stelde met behulp daarvan zijn kaart in 8 bladen [plus een overzichtsblad] samen. De kaart was 160 cm. hoog en 240 cm. breed. In de ruimte rondom de eilanden tekende hij allerlei detailkaarten met recente informatie. De kopieën van de bruikleenkaarten werden in 1891 door een achterneef van Napoleon opgekocht en worden nu bewaard in het Département des Cartes et Plans van de Bibliothèque Nationale te Parijs. Daarmee kon de ontstaansgeschiedenis van de "Algemeene Kaart van Nederlandsch Oost-Indie" vrij nauwkeurig worden gereconstrueerd. Omdat Von Derfelden in 1827 met dit werk begon, en de militaire en politieke situatie in de Oost daarna regelmatig veranderde, maar ook omdat er steeds nieuwe kaarten van gedeelten van de Indische Archipel verschenen waarvoor betere opnametechnieken waren toegepast, heeft hij enkele bladen wel twee of drie keer opnieuw moeten tekenen. Eind 1837 bood hij de kaart aan om deze te laten graveren en drukken, maar het duurde tot 1843 voor alle 12
bladen gepubliceerd werden. De critici waren verdeeld over het resultaat, want bij het verschijnen was de kaart volgens sommige op allerlei punten niet actueel meer, maar volgens andere betrof het hier toch een zo compleet en best mogelijke kaart. Het werk van Von Derfelden is van grote betekenis geweest voor de cartografie van Indië. De kaarten van de V.O.C waren zeekaarten met alleen de kustplaatsen van de verschillende eilanden. Von Derfelden gaf alle aardrijkskundige informatie die tot op dat moment bekend was over de vorm en de positie van de eilanden, maar ook over de topografie in de binnenlanden. Tegelijk werd duidelijk welke gedeelten nog onderzocht moesten worden. In 1839 werd Von Derfelden door de Utrechtse journalist en uitgever N. van der Monde gevraagd toezicht te houden bij de vervaardiging van een stadsplattegrond van Utrecht, waarop b.v. de singels rond de stad in de opzet zoals J.P. Zocher die tien jaar eerder had ontworpen goed zijn weergegeven. In de volgende nieuwsbrieven zal ik ingaan op de volgende deelonderwerpen: 1. Von Derfelden en het Hoogheemraad van het College van de Lekkendijk Benedendams en de IJsseldam in de jaren 1800-1830. En 2. De kaarten die door Von Derfelden werden vervaardigd van de Lek en zijn noorderdijk tussen Vianen en Schoonhoven. ¹ P.W.A. Broeders ¹ Voor wie meer wil weten over Von Derfelden, kan terecht in mijn proefschrift: P.W.A. Broeders. 2007. Gijsbert Franco Baron Von Derfelden van Hinderstein (1783-1857); leven en werk van 'eene ware specialiteit' in kaart gebracht. ‟t Goy-Houten: HES & DE GRAAF Publishers BV. [544 pp. + CD-Rom met 150 pp. bijlagen en ± 370 kaarten].
In samenwerking met de H.K.IJ. werd voor een volle zaal in het 'Dijkhuis te Jaarsveld' de lezing gegeven, waarbij hier, nogmaals de inhoud. Op de foto: Piet Broeders en Kameraar Henk Boer voor de kaart van de Lek in PowerPoint
13
Zie de rubriek: “Van de Bestuurstafel. Foto‟s genomen bij het bedrijf van Jan Snel.
Vervallen directiewoning bij de steenoven van Montfoort, aan de Hollandsche IJssel. Restauratie als op de Damweg….., het oude stoomgemaal….
Mag minder flexibel, als het maar gebeurt.
14
Rijshout en rozen „Rijshout en rozen‟ is de titel van één van de romans van Herman de Man (pseudoniem van Salomon Herman Hamburger, 1898-1946). Het rijke leven in de Lopikerwaard wordt door hem beschreven. Zijn profiel siert het schutblad. Wie herinnert zich niet in Cabauw, in de tachtiger jaren, de verfilming van zijn roman „Het wassende water‟? In 1925 kwam deze roman uit, die indirect, na de dertigste druk, 6 miljoen kijkers bereikte door deze NCRV-productie . Herman zat op de Ulo in Oudewater. Hij deed een jaar de tekenavondschool. Een goede voorbereiding voor een verhalenverteller. Zoals Maassluis het vaderland is van Maarten ‟t Hart, zo is de Lopikerwaard dat van Herman de Man. Beiden zijn in hun eigen streek niet zo geëerd. „Fantast‟, klinkt het dan. In „Rijshout en rozen‟ (R&R) kom je veel bekende namen tegen uit de waard: Verwey, Verkerk, Van der Vlist, om maar bij de „V‟ te blijven. Het moge duidelijk zijn dat scherpe kritiek op het gedrag van vorige generaties van bijvoorbeeld de naamdragers van de huidige Verkerken, hen niet welgevallig is. Herman de Man behoort tot de categorie „streekromanschrijvers‟. Zijn jaren in Benschop, in het huis met het schrijvershandje in de voorgevel naast het theehuis aan het Dorpsplein, vormden dit gevoelige joodse jochie (“Heilig Pietje de Booy”). Bij de „Goudse Courant‟ werkte hij in 1924 als journalist. Als dienstweigeraar had hij inmiddels 2 jaar gebromd. Hij was een idealist à la Domela Nieuwenhuis. De dichter Henk Kooijman werd in een vorig WBL-bulletin een „polder-sjamaan‟ genoemd. Van Herman de Mans proza „R& R‟ krijg je soms ook weeë gevoelens. In hoofdstuk 1 „Land voor water‟, op blz. 7, brengt hij als schrijvend verteller zo‟n geheimzinnige sfeer over: „Op de weelderige diepe plas, tussen ‟t Hemeltje en de Paardenlaan in IJsselstein, daar wonen de „kwade geesten‟….‟ Generaties van de hoofdpersonen zouden hieronder geleden hebben. Tegenwoordig zou je zeggen: familie DNA-trekje, manisch depressief of iets dergelijks. Calvinistische lotsbestemming, schuld, boete, erfzonde, wedergeboorte; al of niet aan het avondmaal liet hij daarover zijn kroontjespen op het papier krassen. Eén WBL-lid heeft het hele oeuvre van Herman de Man. Google eens rond de prijzen en titels. Tussen rijke boeren, heemraden, kerkvoogden zette hij in de dorpskern de smid, molenaar, slager, kruidenier. Chique mensen als de dokter, de dominee, de notaris met elegante dames figureerden tegenover het arbeidersvolk: griendwerkers, rietsnijders, daggelders, ingehuurd als de vaste knechten het niet alleen aankonden (“Marie, of hoor ook de tegenpartij”). In „R&R‟ wil de jonge kooiker van het kooihuis „Land voor water‟ verder dan zijn vader. Hij wil in plaats van rijshout - een product voor het vlechten van manden, eendennesten, stoelen en andere gebruiksvoorwerpen - rozen gaan telen (in de Hooge Griend?) om daar een bestaan in te vinden. Er waren steeds veranderende markten in de Lopikerwaard. De hennepteelt raakte na de VOC zo goed als verdwenen (met als enige touwfabriek in Nederland nog Van der Lee te Oudewater), net als de griendteelt en het kooikersvak. Rond de eeuwwisseling zie je de ontwikkeling van andere markten zoals die voor de biologische varkensboer, de yoghurtboer/fabrikant (lees elders in dit bulletin het excursieverslag van de WBL-barbecue), agrotoerisme, maneges enz. Die rozenkwekerij in plaats van de griend kwam er overigens niet in „R&R‟. De WBL heeft in Oudewater in de tachtiger jaren een grote Herman de Man-tentoonstelling georganiseerd. Daar stond onder andere een Harley Davidson, waarmee hij in april 1940 voor de komst van de Duitsers naar zijn schrijversoptrekje in Frankrijk reed. Herman was 15
katholiek geworden. Zijn vrouw en kinderen werden uit Berlicum (Noord-Brabant) door de plaatselijke politie overgegeven aan de mof. Op twee zoons na, kwam het hele gezin om in de vernietigingskampen: zijn vrouw Eva Maria Kalker, vier dochters en een zoon. In een bidprentje heeft Herman zijn grote bitterheid over de „gelovige Berlicumse agenten‟ uitgegoten. Mogen we in deze tijd de Musserts in de Tweede Kamer, zo niet erger, onderkennen. De geschiedenis leert dat het je-afzetten-tegen-eenbevolkingsgroep catastrofaal wordt. Via Portugal en Engeland („Radio Oranje‟) kwam hij in Curaçao. Hij was gebroken door de onmenselijkheid van Sobibor en de gaskamers. Hij kon geen literatuur meer aan; Herman was op. In Eindhoven ging hij met zijn twee zoons zaken doen (net zoals met de mollenhuidjes in Polsbroekerdam) in onder andere auto-onderdelen. Komend uit Engeland stortte zijn vliegtuig neer op Schiphol in 1948. Het Gemeentemuseum van IJsselstein eerde hem onlangs onder bovenvermelde titel. Een initiatief dat navolging verdient om de 25 jaar. De schrijver van de Lopikerwaard! In de WBL-reeks gaf de WBL in 1985 „De Lopikerwaard‟ uit, met als ondertitel: „In het land van Herman de Man‟. Dat is inmiddels 25 jaar geleden, en deze titel treft u niet meer aan in ons boekenbestand. Aanleiding om eens in de WBL-ledenvergadering het bestuur te polsen om een gemoderniseerde herdruk te overwegen, als de reserves het toelaten? In 1986 hield de WBL met de Vereniging „Herman de Man‟ een Herman de Man-expositie. Bronnen: mondeling: Mr. Oosterhof, oud-voorzitter van de Vereniging „Herman de Man‟, toenmalig Burgemeester van Oudewater/Lopik. Drs. P., thans Dr. P.W.A Broeders, allen bekend. Personeel Stadsmuseum, IJsselstein; elektronisch: Google, vele websites over Herman de Man; literatuur: genoemde romans en bovengenoemde WBL-uitgave. Repro Holland b.v., Alphen aan den Rijn; Foto‟s: Stadsmuseum, IJsselstein. Eise Jongsma
16
Familiekroniek over het leven in de Lopikerwaard In mei van dit jaar kwam het boek 'Weikeuen, levensverhalen van de familie Verweij uit Lopikerkapel' uit. Dit cultuurhistorische boek over de legendarische familie Verweij werd geschreven door Lydia Blom, die zelf een telg uit dit geslacht is. Blom interesseert zich uitermate voor de streekverhalen uit de Lopikerwaard en heeft getracht door middel van vele gesprekken met (veelal oude) mensen in kaart te brengen hoe het leven van toen eruit zag.
Veehandel De verhalen beginnen bij de oude Dirk, die in het jaar 1837 tijdens de Belgische Opstand geboren werd. Hij was de zevende zoon uit een gezin dat in totaal tien kinderen telde en... er waren alleen maar zoons, er zaten geen dochters tussen! Dat was natuurlijk erg bijzonder en de vader van Dirk, Hendrik Verweij, had flinke mazzel: Koning Willem I bepaalde dat hij 500 gulden toeslag voor Dirk moest krijgen. Als beloning, omdat hij weer een man voor het leger geleverd had. De koning was er namelijk op gebrand de Zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordige België, te behouden en had daarvoor natuurlijk krijgslieden nodig. De mensen in de streek zeiden: 'Uit deze Dirk zal een bijzonder geslacht groeien...' Zij konden toen niet weten hoe zeer dit waarheid zou worden. Dirk werd veehandelaar van naam, was een tijdje inspecteur tijdens een veepestepidemie en handelde tevens in hout en wilgenteen. Hij had een uitnemend verstand en menig streekgenoot kwam bij hem langs als er iets aan de hand was. Dirk gaf dan wijze raad of brouwde een drankje of smeerseltje voor de kwaal. Hij was altijd op zoek naar bijzondere plantjes en wist alle kruiden in de natuur te vinden.
Riet- en griendcultuur Het leven was destijds keihard en de armoede vaak groot. Zo wordt in het boek bijvoorbeeld beschreven hoe de dagen van de griendwerkers uit de Hoge Grienden eruit zagen. 'Het was rotwerk!' vertelt een oude man: 'Heel de dag krom, van de ochtend tot de oavond. En in de zomer veul last van de muggen. Dat was wat in die tijd en dat voor 0,000 cent! Alleen de 'grotes' beurden er geld voor.' Het wilgenteen (eenjarig hout) werd afgesneden en onder andere gebruikt voor de mandenvlechterij. De manden kwamen weer van pas in de fruitteelt, die floreerde in deze streek. Met humor overleefde men zware tijden. Er werden graag grappen uitgehaald, wat misschien wel typerend is voor de familie Verweij. Toch kan het boek goed benaderen hoe het leven van andere mensen uit die tijd geweest zal zijn in de Lopikerwaard. Bovendien drongen grote gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis door in de dorpjes op het platteland en komen deze tot leven in de persoonlijke verhalen van al die bijzondere mensen die hier geleefd hebben. Het leverde prachtige anekdotes op.
Meer informatie Het boek bevat vele oude foto's en is onder andere verkrijgbaar bij: Readshop Lopik, Plus Benschop, VVV Montfoort, VVV Oudewater, VVV Woerden, Readshop IJsselstein, Boekhandel Niestadt Vianen, Boekhandel Manschot Nieuwegein en in Lopikerkapel aan huis bij Lydia Blom. Zie voor meer informatie: www.weikeuen.lopikerkapel.net 17
Bitterbal in verenkleed Het winterkoninkje, een zeer beweeglijk bruin vogeltje met een grappig opgewipt staartje, is een graag geziene gast in onze tuinen. Hij heeft van ons vertederende namen gekregen zoals „klein Jantje‟ en „bitterballetje‟. Met zijn lengte van 10 cm is hij net niet het kleinste vogeltje van Europa. Die eer komt toe aan de goudhaantjes, die 9 cm lang zijn. Zijn kleine formaat compenseert hij met een krachtig liedje; dat is het hele jaar te horen, maar tussen februari en juli gaan alle remmen los! Het mannetje bouwt meerdere bolvormige nesten, soms op de vreemdste plaatsen. Je moet niet vreemd opkijken als je in het voorjaar zo‟n prachtig nestje aantreft op de tuinslang in het schuurtje… Het vrouwtje kiest één van de nesten uit en stoffeert dit met veertjes. Ze legt doorgaans 5 tot 7 witte gespikkelde eieren. Er is zelfs een keer een nest gevonden met 16 (!) eieren. Gewoonlijk brengen ze twee broedsels per jaar groot. De winterkoning verdedigt zijn broedsel fel. Zo is hij bereid tijdens de broedtijd het gevecht met predator poes aan te gaan. Komt de viervoeter te dicht bij het nest dan brengt de bitterbal een hard ratelend „tjerrr‟ of „tek ket tek‟ ten gehore. Dit soort geluiden is blijkbaar zo onaangenaam voor het verfijnde gehoor van de poes dat ze met platte oortjes besluit haar geluk binnenshuis te zoeken. In tegenstelling tot wat hun welluidende naam ons wil doen geloven zijn winterkoningen niet goed bestand tegen strenge winters. Tijdens lange vorstperiodes, wanneer insecten en spinnen schaars zijn, is de sterfte onder hen groot; ook al slapen ze bij koud weer vaak in nestkasten. Ze zitten dan in 2 à 3 lagen boven op elkaar en soms is zo‟n nestkast tot de nok toe gevuld. In Engeland was een vogelaar er op een ochtend getuige van dat 60 winterkoningen een nestkast verlieten! Ze namen er 20 minuten de tijd voor. De gedachte dat bij strenge vorst vele bitterballetjes elkaar warm houden in mijn nestkast heeft een weldadige invloed op mijn nachtrust… Everdien Smeenk
18
Bezoek aan een boerderij-melkfabriek De jaarlijkse donateursdag vond dit jaar plaats op het bedrijf van Jan en Miranda Hoogenboom aan de Damweg 6 te Oudewater. We kregen zoals gebruikelijk een rondleiding. Eerst zagen we het vee op stal. Volgens de boer lopen ze ook in de wei, maar op het moment van ons bezoek stonden ze keurig op een rij in een open stal. De boer, of misschien moet je zeggen de ondernemer, legde uit waar hij allemaal rekening mee moet houden. De eisen zijn streng en diverse controleurs komen regelmatig langs. Dat moet ook wel; het is immers belangrijk voor onze gezondheid. Het bijzondere van dit bedrijf is dat het zowel een agrarisch- als een productiebedrijf is. Dat betekent daarom ook dat er dubbele eisen aan worden gesteld. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen een kleinschalig bedrijf en een groot bedrijf zoals Campina of Melkunie. Nadat we de melkmachine in het pomphuis hadden gezien maakten we een wandeling over het land van de heer Hoogenboom, waar hij ook het een en ander over vertelde. Na de barbecue kwam de fabriek aan de beurt. Ondanks de koelte in de fabriek hielden we het wel uit. Met humor vertelde de heer Hoogenboom over het produceren van zijn yoghurt en hoe hij ertoe kwam om meerdere soorten te gaan produceren. Bij het maken van yoghurt gaat het om centrifugeren, en om het scheiden en mengen van vet en bacteriën om de juiste samenstelling te krijgen. Aanvankelijk werd er alleen instant- en gewone yoghurt gemaakt. Door de samenstelling enigszins aan te passen, maar wel op basis van het oude recept, is het mogelijk om ook andere soorten te maken. De varianten zijn: Bulgaarse yoghurt, Griekse en Turkse yoghurt en voor de Belgische markt een yoghurt die helpt om slank te worden. Helaas konden we de verschillende yoghurtsoorten niet proeven en hadden we een barbecue zonder toetje. Maar de barbecue zelf, geleverd door een nieuwe leverancier, was lekker en goed verzorgd. Deze middag/avond werd door onze donateurs goed bezocht. Nel van der Waart
Boer-ondernemer Jan Hoogenboom weet als een straatevangelist zijn toehoorders te boeien
En hier is het allemaal om te doen: Een voortreffelijke Turkse Yoghurt! 19
Jeugdrubriek Rugstreeppadden Onze achtertuin Eind juni was mijn vader in de achtertuin bezig, want hij ging een plantenbak maken voor mijn broertje. Dat was in een hoekje van de tuin waar eerst een soort zandbak was (een berg zand waarmee je kon spelen). Tijdens het werken vonden we al snel allemaal prachtige rugstreeppadden. Omdat we zo natuurlijk niet verder konden wilden we ze ergens neerzetten. Dus zetten wij ze eerst in een kleine kruiwagen van mijn andere broertje en maakten we een aantal foto´s (zie onder); daarna brachten we ze naar de voortuin. Daar was genoeg ruimte om ze neer te zetten zodat ze wel een mooi plekje met beschutting hadden. Toen we 10 rugstreeppadden in de voortuin hadden gezet wilden we verder gaan met de plantenbak, maar we vonden nog meer rugstreeppadden! Dus brachten we die ook naar de voortuin. Uiteindelijk hebben we wel 26 rugstreeppadden naar de voortuin gebracht! Toen er vorig jaar in onze tuin allemaal vliegende mieren uit de grond kropen, ging een aantal rugstreeppadden eromheen staan om ze te vangen. Dat was een heel grappig gezicht. Herkennen Rugstreeppadden zijn herkenbaar aan de gele streep op hun rug (daar hebben ze ook hun naam aan te danken). Het is een middelgrote pad. Hij heeft een huid met allemaal wratten erop. Zijn rug is grijsbruin of geelbruin met een patroon van groenige vlekken en grote rode of roodbruine wratten. Hij heeft groene ogen met een horizontale pupil. Die ogen vind ik zelf wel erg mooi. Zijn buik is licht met allemaal donkere vlekjes. Verspreiding De rugstreeppad leeft in vrijwel heel Nederland, maar komt vooral voor in het westen en in het midden van Nederland. Hij komt steeds minder voor en staat ook op de rode lijst onder de categorie gevoelig. Er zijn strenge regels, maar toch neemt het aantal rugstreeppadden af. Overig De wetenschappelijke naam van de rugstreeppad is Bufo calamita. Rugstreeppadden hebben een mooie roep. Het geluid kunt u beluisteren op www.ravon.nl. Klik eerst op Soorten, daarna op Amfibieën, en dan op Rugstreeppad. Het geluid van een rugstreeppad lijkt op het geluid van een veenmol en op het geluid van een nachtzwaluw.
20
In Nederland komen 5 soorten padden voor: geelbuikvuurpad, vroedmeesterpad, knoflookpad, rugstreeppad en gewone pad. Alleen de laatste twee komen voor in de Lopikerwaard. Yvet Boele
„Fietsen door verdwenen rivieren‟ Recensie: een handzaam binnenzakboekje, geplastificeerd met routekaarten en genummerde afstappunten Namens de gebiedscommissie „De Utrechtse Waarden„ schreef wethouder Paulien Goedvolk van de gemeente Montfoort onlangs in haar voorwoord: „Aardkundige verschijnselen vertellen ons over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van het landschap, hoe de rivierdelta ons gebied heeft gevormd‟. In het WBL-bestuur noemen we dat: het landschap lezen. Dit boekje is een prima handreiking daartoe: „een wereld gaat voor u open‟. Een fietsrondje Montfoort-Oudewater 28 km, een Lopiks rondje 25 km, een rondje IJsselstein 25 km; alles met een beschrijving van afstapnummers. Een boekje waar Shanti Haazer (Gemeente IJsselstein), Klaas Hemke van Meekeren (gemeente Montfoort) en de auteurs van Landschap Erfgoed Utrecht onze fietsende leden veel plezier mee doen. Bij de VVV en in de boekhandel € 4,- , WBL-leden € 3,- via Eise Jongsma of via de boekentafel bij de Algemene Ledenvergadering.
21
700 Jaar IJsselstein
22
Programma polderwandelingen 2010 - 2011 Dit artikel werd al enige tijd geleden ingeleverd. Een tweetal wandelingen zijn inmiddels al geweest - Red. 26 september 2010 route I Vertrek 11.00 uur bij de T-splitsing Maarschalklaan/Bleek. We gaan via de Tiendweg naar de Reinaldaweg en vervolgens naar de Bloklandse Dijk (west). We proberen bij Abrona boerderij de Haan in Benschop koffie te drinken en keren via de Noordzijdse kade weer terug. ± 2½ uur
31 oktober 2010 route II Vertrek om 11.00 uur bij de Broedkorf ? zwembad te Oudewater. We lopen via de Tiendweg naar Hekendorp ( hier drinken we koffie) en langs de Hollandse IJssel weer terug naar Oudewater. ± 2½ à 3 uur
28 november 2010 route III Vertrek 11.00 uur bij het hek van de boomgaard van de fa. Witteveen, Mastwijkerdijk 21. We wandelen via de Hollandsche kade naar Reyerscop en de voormalige Mastwijkerplas naar de Mastwijkerdijk. 2½ à 3 uur
9 januari 2011 route IV Vertrek 11.00 uur vanaf het IJsselplein. We lopen via de Engherkade naar Linschoten en via het Schansbos en de Montfoortse Vaart weer naar Montfoort. We proberen in Linschoten koffie te drinken. ± 2½ uur
6 februari 2011 route V Vertrek om 11.00 uur hoek Tiendweg - Anne Franklaan. We wandelen via de Tiendweg en het fietspad en Stelhovenweg naar de uitspanning Marnemoende. Hier drinken we koffie. We gaan via de Hollandsche IJssel en de Tiendweg weer terug naar punt van vertrek. 2½ à 3 uur
6 maart 2011, route VI Vertrek 11.00 uur vanaf het IJsselplein. We wandelen via de Snelrewaard richting Oudewater en daarna langs de Lange Linschoten en door de polder naar de Engherkade en via het jaagpad naar Montfoort. ± 2½ à 3 uur Alleen bij forse regen- of sneeuwval gaan de tochten niet door. Bij twijfel kunt u altijd met een van ons contact opnemen. Het is niet nodig u tevoren op te geven. Als schoeisel raden wij u laarzen of waterdichte wandelschoenen aan. De wandelingen zijn gratis. Gebruikte consumpties tijdens de wandelingen zijn voor eigen rekening. Soms staat er nog vee in de wei, honden mogen daarom niet meegenomen worden.
Ad Kemp, tel. 447978 Theo Janmaat, tel. 473626 Henk en Siny Bol, tel. 472030 Greet van der Linden, tel. 471241 23
Jeuk en rui Onze tuin eindigt bij een brede sloot. De sloot wordt deze zomer veel gebruikt door een koppel zwanen met één jong. Geen idee wat er met hun overige jongen gebeurd is. De laatste weken (het is nu begin augustus) leven ze zeer kleinschalig. Vaak op dezelfde plek. Daar omheen liggen, zowel in het water als op het land, veel veren. Dat maakt een enigszins ruige en slagveldachtige indruk, maar ik denk dat ze in de rui zijn.
Uit een artikel in Public Library of Science Biology (juni 2009) weet ik dat knobbelzwanen twee maanden per jaar niet kunnen vliegen, wegens technisch onderhoud. Ze zijn dan “in de rui”. De zwaan laat dan zijn belangrijkste slagpennen allemaal tegelijk uitvallen. Hij moet wel, want met een incompleet stel slagpennen komt hij met zijn enorme gewicht (ongeveer 15 kilo) niet de lucht in. Daarna moet de zwaan wachten tot de nieuwe pennen weer zijn aangegroeid. Bij een groeisnelheid van ongeveer 7 mm per dag duurt het ongeveer twee maanden voor de veer zijn lengte van 40 cm bereikt heeft. Zie de foto op de volgende pagina. De zwaan is gedurende die twee maanden kwetsbaar. Maar hij kan via het water toch meestal wel aan eventuele belagers ontkomen. En hij kan nog steeds lopend en zwemmend voedsel verzamelen. Bij een huismus en bij veel andere kleine vogels, is de rui minder dramatisch. Een huismus weegt zo weinig dat hij niet alle slagpennen tegelijk hoeft af te stoten. Want met enkele pennen minder kan hij toch wel blijven vliegen, tijdens de rui. 24
Ik zie die zwanen in onze tuin zo vaak, dat ik wel eens peins over de psychologische huishouding in die kop. Waarom besteden vogels (dat geldt trouwens ook voor insecten) zo enorm veel tijd en energie aan de verzorging van veren en vleugels? Wat is hun motief daarbij? Mijn hypothese: Ze doen dat niet om iets te bereiken wat ze wel willen (bv. gezondheid, er netjes uitzien, waterafstotend zijn, minder last hebben van parasieten, versleten materiaal vervangen, evolutionair plichtsgevoel etc.). Ze doen het om iets te doen stoppen wat ze niet willen: jeuk. Evolutionair hebben ze misschien (ik formuleer slechts een hypothese) een heftige krab- en schuurimpuls meegekregen, als reactie op het ervaren van jeuk. Als dat waar zou zijn, zou de zwaan de slagpennen niet verwijderen uit een soort APK-voorzorg. Uit een soort preventieve gezondheidszorg. Maar, veel banaler, om van die rotjeuk af te komen. Hoe staat het in dit opzicht met zoogdieren met een haarvacht? Hun „rui‟ manifesteert zich als het geleidelijk verwijderen (actief) of kwijtraken ( passief) van hun versleten vacht. Veel schuren, krabben, stekelige struiken opzoeken etc. Hun motief: Weg met die jeuk! Tenslotte: Hoe gaat het bij zoogdieren zonder vacht, bv. de „homo-toetsenbord”? Hypothese: Wij zijn bloot, zonder veren of vacht, en hoeven dus niet te schuren en krabben. Wij leven grotendeels jeukvrij. Misschien voor de zekerheid wel ons hoofd en minuscule behaarde terreintjes met een pittige tondeuze bewerken. Het (laten) “scrubben” van de huid tel ik niet mee. Gé Tielens 25
Willem van Bezooyen, de laatste machinist van het gemaal “De Batauwe”. 2006 -52 pagina's-cultuurhistorisch en persoonlijk verslag van de bemaling in de polder 'Batuwe' Lopikerkapel. Met foto's en oud kaartmateriaal. Door Lydia Blom. € 10,Ook via Lydia:
[email protected]
WBL-Uitgaven WBL-Natuurwijzer Dieren WBL-Natuurwijzer Planten Vouwkaart (6-vouws, geplastificeerd) of poster Ledenprijs € 4,00. (winkelprijs € 5,00)
Genoemde uitgaven zijn af te halen bij:
Mythe van het Groene Hart (2006) - 100 pagina's-in kleur Door Harm Hoogendoorn Ledenprijs € 10,00
- Het WBL secretariaat, Herman Boonekamp, Lekdijk West 8 te Lopik, 0348-553632; - Eise Jongsma, Frankrijkstraat 156, IJsselstein, 030-6874217; - Nel van der Waart, Waterlelie 31, Montfoort, 0348-752211. Graag eerst even bellen.
Dierenarts in de Lopikerwaard (2003) - 60 pagina's - fotoboek Door Gé Tielens en Peter Arno Broer Ledenprijs: € 5,00 Holland in Touw (2002) - 120 pagina's - 70 foto's Door B.R. Feis, H. Hoogendoorn, P. Stoppelenburg Ledenprijs: € 13,00 (winkelprijs € 15,75)
Linten in de Leegte (uitgave van De Utrechtse Waarden).
Oude Bedrijven in de Lopikerwaard 96 pagina's - 60 foto's Door B.R. Feis, deel 5 Waardenreeks Ledenprijs: € 8,00 (winkelprijs € 10,00)
Het boek “Linten in de Leegte” is voor € 18,95 verkrijgbaar bij de VVV‟s in de regio (IJsselstein, Lopik, Oudewater, Montfoort), de boekhandels in de streek (zie www.lintenindeleegte.nl) en de Stichting Groene Hart (plus verzendkosten). WBL-leden krijgen reductie. Dan voor € 15,00. Alleen af te halen bij Eise Jongsma, Frankrijkstraat 156, IJsselstein. Graag eerst even bellen: 030-68 74217.
Tuinen in de Lopikerwaard 226 pagina's - 130 foto's Door P.A.W. Broeders Ledenprijs € 10,00 (winkelprijs € 15,00) Wandelen in Oudewater 45 pagina's Door C.J.H. Meijerink Ledenprijs: € 6,25 (winkelprijs € 7,50) Vogels kijken, basisgids beginners 160 pagina's Uitgave Tirion, Baarn Prijs € 7,50 Routekaart Lopikerwaard (€ 0,50)
26
Colofon Contributie
WBL Nieuwsbrief
WBL donateurs betalen minimaal € 15,- per persoon of € 20,- per gezin (d.w.z. één woonadres). Het contributiejaar loopt van januari t/m december. U kunt uw bijdrage overmaken op bankrekening 1053029, ten name van “Penn. St. WBL”. Graag o.v.v. uw naam en adres. Indien u zelf uw bijdrage aan het begin van het jaar overmaakt dan bespaart dit ons kosten en kan de donatiebijdrage laag blijven. Donateurs ontvangen drie keer per jaar de Nieuwsbrief, uitnodigingen voor lezingen / excursies en korting op diverse uitgaven van de WBL.
De WBL Nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting WBL: Werkgroep Behoud Lopikerwaard
Bestuur WBL Voorzitter Wim Boesten Herman Boonekamp, secretaris Theo Hattink, penningmeester Eise Jongsma, tweede penningmeester Nel van der Waart Wim van der Putten Leo van den Berg
Secretariaat WBL
Opzegging Opzegging vóór 1 november van het lopende jaar, schriftelijk bij het WBLsecretariaat.
Dhr. H.A.L. Boonekamp Lekdijk West 8 3411 MT Lopik Telefoon 0348 55 3632
[email protected]
Stichting De WBL (Werkgroep Behoud Lopikerwaard) is ingeschreven in het Stichtingenregister K.v.K. 41179802.
Vrijwilliger natuureducatie Theo Hattink (scholen IJsselstein)
Tekeningen schutbladen. Voorblad en in artikel Herman de Man: Stadsmuseum IJsselstein. Achter: Van links naar rechts en van boven naar onderen: „De middelste molen‟ de wipwatermolen van Cabauw (ooit stonden er 41 in de L.W.). Korenmolen „De Valk‟ van Montfoort. Elektrische molens van Lopik. Daartussen het schema van Dick de Haan. Standermolen, voorganger van de „Windotter‟ van IJsselstein. Korenmolen „De Windotter‟ van het 700-jarige IJsselstein. Tekening Ing. Dick de Haan (i.m.).
Redactie Nieuwsbrief Kopij en info aan: Redactie WBL Frankrijkstraat 156 3402 BJ IJsselstein 030 687 4217
[email protected]
Samenstelling redactieteam Eise Jongsma Lisan Adolf Wim van der Putten Nel van der Waart Jeugdlid: Yvet
De volgende Nieuwsbrief verschijnt omstreeks januari 2011. Sluitingsdatum kopij 11-1-2011. Max. 2 pag. in Word met losse afbeeldingen (in jpg-format).
Vormgeving Nieuwsbrief Theo Hattink
WBL op internet: www.wbl-web.nl 27
28