anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
MIIFSCHIP Er vaart een nieuw fenomeen op onze wateren: het huif schip. Een ontmoeting met dit vaartuig wekt óf afgrijzen óf enthousiasme op. In ieder geval een reactie van uitersten. In deze vaarimpressie trachten we het oordeel te nuanceren: om een huifschip hoef je je niet te verbazen. Het heeft voordelen, maar onmiskenbaar ook nadelen. Oordeelt u zelf.
m'
,: !:
' *l|Hp!tr
•'
—
...>»
52 | WK 16 1983
2
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
Het huifschip werd vorig jaar geïntroduceerd en dat ging met nogal wat tamtam gepaard. De Staatssecretaris van Economische Zaken, de heer P. van Zeil, kwam er aan te pas toen dit onconventionele vaartuig werd gepresenteerd als 'n stuk innovatie, een geheel nieuw produkt dat typisch in Groningen zou thuishoren. De bedoeling van de bedenkers en hun sympathisanten, was het huifschip als vemuurmogelijkheid te gaan exploiteren op kanalen, waar ten gevolge van vaste bruggen de doorvaarthoogte beperkt is. Wat eigenlijk voor ieder vaartuig zou moeten gelden, geldt al helemaal voor het huifschip: men moet bij een beoordeling het doel waarvoor het is gemaakt erin betrekken. De kenmerkende eigenschap van het huifschip is dat de kruiphoogte in een handomdraai tot de helft kan worden teruggebracht. Het gaat er dus om de actieradius van de watertoerist in een bepaald gebied te vergroten, en dat is een gezond uitgangspunt. Ponton Ondanks zijn naam is het huifschip geen schip. Het is een ponton, met daarop een verblijf dat het midden houdt tussen een caravan en een bungalowtent. Daarmee bedoelen we niets denigrerends, ook een ponton met opbouw kan functioneel zijn. We zullen niettemin de naam schip aanhouden, omdat de ontwerpers er nu eenmaal die naam aan gegeven hebben en omdat dit ponton zichzelf kan voortstuwen. Als basis dienen twee holle cilinders van ongeveer acht meter lengte, die het gevaarte tevens zijn drijfvermogen geven. De cilinders zijn met elkaar verbonden door dwarsbalken. Hier bovenop is een houten 'bak' geconstrueerd, zo'n 75 cm hoog en met de afmetingen: 2£ bij 6 meter.
Hieronder: Drie 'generaties' huifschip aan de steiger van het eerste hulfschepemerhuurstatlon te Zoutkamp.
Linkerbladzijde: Het allereerste huifschip, een prototype, heeft een aangehangen buitenboordmotor. Oe hultztt niet bepaald mooi strak.
Onder: Het Interieur met op de voorgrond de ene helft van de 'eethoek'als kool Ingericht. Achter de voorhang bevindt ilch de w.c.
den van de bun zijn bergplaatsen voor kerosine (lampen) en extra brandstof.
De motorbun met buitenboordmotor, die vanaf de stuurstand elektrisch kan worden gestart. Oe kisten aan weerszij-
Aan de bovenrand van de bak zijn, scharnierend, beugels bevestigd waaraan de eigenlijk huif is opgehangen. Op zich een simpele constructie. De uitvinders, een kunstenaarscollectief uit Groningen, zijn er vanuit ge-
gaan dat een huifschip zonder gespecialiseerde vakkennis gebouwd moet kunnen worden. Die opzet is niet helemaal gelukt, want in de praktijk is gebleken dat enige inbreng van ervaring met huurboten gewenst wordt. Het huifschip maakt derhalve een evolutie door, en thans is men al aan de derde 'generatie' toe. Wij voeren met twee verschillende huifschepen van de 'tweede generatie', één met'n buitenboordmotor en één met 'n saildrive, en namen ook een kijkje aan boord van de jongste uitgave om te zien wat er zoal was veranderd. Huif Een nadeel van de eerste twee huifschepen is de smalle loopruimte aan weerszijde van de opbouw. Een zware plank steunt op de uiteinde van de dwarsbalken en het vereist enige behendigheid om daarover vlot van voor naar achter te komen. Dat is niet alleen nodig bij het afmeren, maar ook om de huif te laten zakken, zoals we straks zullen zien. Bij de nieuwste uitvoering is dat probleem opgelost, door op de dwarsbalken stalen platen te lassen die tot in de zijden doorlopen. Het gangboord werd daarmee aanzienlijk verbreed en ook bleek de mogelijkheid aanwezig een reling rondom te maken. Een minder prettig aspect van de stalen vloer zijn de 'bobbels' in de leefruimte, plus het feit dat de houten vloer van de 'tweede generatie' gezelliger aandoet. In de'bak'die op het houten, in casu stalen, dek werd geplaatst hebben alle elementen van de accommodatie 'n plaats gekregen. Omdat de gehele accommodatie gelijkvloers ligt, lijkt het huifschip ons uitstekend geschikt voor rolstoelers, na eventueel 'n kleine aanpassing. Hangkasten ontbreken vanwege het feit dat alles wat boven de 'bak' uitsteekt neergeklapt moet kunnen worden. De huif bestaat uit twee delen, die met twee ritssluitingen aan elkaar zitten. Het achterste, en grootste, deel van de huif hangt in een doorlopende rijglijn aan W K 16 1983 I 53
3
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
de beugels. Aan de voorzijde, vlak achter de rits, is dit deel vastgeschroefd aan een dwarsscheeps schot. Ook dit schot kan, compleet met deur, achterwaarts over een pianoscharnier worden gestreken. Als dan de rijglijn voldoende is opgevierd, vallen de beugels vanzelf mee naar achteren. Het opvieren van de lijn geschiedt aan de achterzijde. Het dwarsschot wordt overeind gehouden dooreen kort langsschotje in de midscheeps, dat tevens één wand vormt van het toilet, en zijdelings kan worden neergeklapt. Interieur Het voorste deel van de huif wordt naar voren neergelaten. De twee beugels zijn hier aan de huif vastgezet, zoals bij een kinderwagenkap. Met een leren riempje wordt het voorste deel aan het schot bevestigd en dat viel, vooral met natte handen, niet altijd mee. Als het riempje niet strak genoeg is aangesjord, is het onmogelijk de ritssluiting van beide huifdelen aan elkaar te krijgen. Overigens kan het neerklappen en opzetten van de huif, na enige oefening, vlot door één persoon geschieden. De constructie met de schotten is echter niet ideaal en in de nieuwste versie heeft men dan ook het schot vervangen doorcanvasdoek. Tevens heeft men de beugels in plaats van met een rijglijn, die sterk aan schavieling onderhevig is, direct aan de huif genaaid. Om dan toch de huif te kunnen neerlaten zijn de beugels van dubbele scharnierpunten voorzien. Ervaring met dit nieuwe systeem hebben we niet. Het interieur is sober en strak gehouden. Twee L-vormige banken gescheiden door een schot, waarvan met behulp van de twee tafelhelften, twee tweepersoonskooien kunnen worden gemaakt, aan de achterzijde. Voor de banken twee lage kastjes, waarvan men thans die aan stuurboord aan het ombouwen is voor een koelkastje. Ook aan stuurboord een aanrecht met kastjes. Bergruimte is er voorts onderde zitbanken. De wc, niet meer dan een stalen
Een eerste en tweede generatie huifschip met de gangborden tegen elkaar. De tamelijk smalle plank, maakte plaats nor 'n flink gang boord inclusief reling. DU komt de veiligheid aanzienHikten goede. (Foto's; Thijs Tuurenhout 4x)
pijp met een té grote diameter (kleine kinderen zakken erin weg), wordt afgesloten door een canvas voorhang. Op de nieuwste versie past men 'n pomptoilet toe, maar gezien de kwetsbaarheid van het vaargebied zou aan een chemisch toilet voorkeur gegeven moeten worden. Dan moeten de Groningse gemeenten echter wel opvangvoorzieningen maken, en zover is het nog lang niet. Onze boot was uitgerust met een paraffinekooktoestel, dat naar behoren functioneerde. Inmiddels is men echter op gas over gegaan, waarbij de gasfles een plaats vindt in een van de kisten op het achterdek. De kookplaten zelf zouden afgeschermd moeten worden met een slingerrand, als is het maar om te voorkomen dat je per ongeluk je hand er op legt.
elangrijkste gegevens Lengte van de drijvers Diameter van de drijvers Breedte Diepgang Waterverplaatsing Draagvermogen Hoogte van vaste opbouw boven dek Kruiphoogte met huif neer Kruiphoogte met huif op Stahoogte binnen Aantal slaapplaatsen Bouwmaterialen Motor
Ontwerp Bouw, onderhoud en verkoop Verhuur via Huurprijs
8m ±0,30m ±3,20m ±0,20m 1500 kg 2000 kg
Motoren manoeuvres
0,75 m 2,60 m 1,30 m
±2,00m 6 staal, multiplex en zwaar canvasdoek a) Hamilton Jet diesel, drie cilinders, 16 kW; b) Yanmar, één cilinder saildrive diesel, 5£ kW; c) Evinrude benzinebuitenboordmotorinbun, 11 kW. Omgeefmij Stichting Huifschip Groningen, postbus 3, 9944 ZG Nieuwolda. VVV Groningen, Grote Markt 23, 9712 HR Groningen, tel. 050-13970 ƒ750,—in het seizoen en ƒ 550,— buiten het seizoen voor één week
Het prototype van de huifboot was uitgerust met een aangehangen buitenboordmotor. De tweede generatie huifschepen heeft men, om ervaring op te doen, uitgerust met verschillende motoren, die alle in een bun zijn geplaatst. Zo is er een schip met 'n saildrive, aangedreven door 'n ééncilinder Yanmar, 'n schip met 'n buitenboordmotor en een met 'n straalaandrijving. Met de laatste hebben we niet gevaren, met de buitenboordmotor en de saildrive wel. De mededeling dat het huifschip 'n langzame boot is zal wel geen opzien baren. Hij hoeft ook niet sneller, omdat in dit vaargebied doorgaans niet harder dan 6 km/u gevaren mag worden. Alle motoren kunnen bij de stuurstand, helemaal voorin, worden gestart en bediend. Het manoeuvreren met het huifschip is een kunst waar minder ervaren watertoeristen zeker moeite mee zullen hebben. Omdat de roerganger ver naar voren zit, merkt hij de stuurwerking niet direct; het achterschip
54 I WK 16 1983
4
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
draait als het ware achter hem aan. Hij zat dan ongetwijfeld teveel roer geven, dat weer naar de andere kant gecorrigeerd moet worden en het huifschip zal zich zigzaggend voortbewegen. Veel naar achteren kijken, zodat men in de gaten krijgt hoe het achterschip zich gedraagt is de enige oplossing hiervoor. De buitenboordmotor, waarmee we 'n draaicirkel maakten van ongeveer één scheepslengte over beide zijden, stuurt gemakkelijker dan de saildrive. Dat komt hoofdzakelijk omdat de bun van de saildrive 'n stuk in het water steekt en zowel de vaarsnelheid, als mede de manoeuvreerbaarheid beperkt. Binnen één scheepslengte ligt het huifschip gestopt. De windgevoeligheid is erg groot met de huif op. Bij harde wind - we voeren in de aanwakkerende Hemelvaartsdagstorm op het Rietdiep - valt dit schip op onbeschut water nauwelijks te manoeuvreren. Het strijken van de huif is dan de enige oplossing om de boot enigszins de baas te blijven.
De huif neergeklapt. Ou Mei ijk is aan de voorzijde het schel te zien, met daarachter de beugels waar de huif in hangt.
Tenslotte Het zal uit onze beschrijvingen duidelijk geworden zijn dat het huifschip nog in een experimenteel stadium verkeert. Maar ook als de definitieve versie gereed komt, blijft het toch een vaartuig waarmee men het open water en drukke kanalen moet vermijden. Punten die nu zeker aandacht behoeven, zijn naar onze mening, een vaste (plexiglazen) ruit met ruitewisser in plaats van het plastic venster in de voorzijde van de huif (met regen kan je er moeilijk doorheen kijken), en een andere verwarming (nu staat er 'n losse petroleumvergasser in), naast de punten die we reeds eerder aanstipten.
Rob Olieroock Mei de huil neer kunnen bruggen lot 1,30 -1,2Sm moeiteloos worden gepasseerd. (Foto's: Willy Olieroock3x) WK 16 1983 I 55
5
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters