anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
De techniek die het vanzelfsprekende comfort van gasoven, verwarming en warme douche mogelijk maakt, is aan boord van jachten grotendeels aan het oog onttrokken. Daarom kijken we in deze aflevering achter kastdeurtjes, onder vloerluiken en in de motorruimte. Het gebruik van gas en water aan boord van schepen stelt bovendien speciale eisen aan de gebruikte materialen. Naast een goede aanleg moeten deze garant staan voor de vereiste veiligheid en het gewenste comfort.
27
Installatie van systemen voor drinkwater, vuil water en gas Met een vroegtijdige planning voorkom je dat je in een vrijwel afgetimmerd schip in allerlei hoeken en gaten moet kruipen om leidingen aan te leggen. Het netjes bevestigen van de vele meters pijp voor water en gas gaat immers veel makkelijker wanneer je niet gehinderd wordt door onderdelen van de betimmering. Bovendien is het in een casco waarin alleen de belangrijkste schotten zijn geplaatst mogelijk lange stukken buis te nemen. Het liefst een buis uit een stuk. Want iedere onderbreking in de vorm van een koppeling vergroot de kans op lekkages. Op schepen worden nu eenmaal speciale eisen aan de gebruikte materialen en de manier van installeren gesteld. Trillingen van de motor en de schroef zijn bijvoorbeeld factoren waarmee je terdege rekening moet houden.
Materiaalkeuze en verwerking Het van oudsher geschikte materiaal voor water- en gasleidingen aan boord van schepen is voorgegloeide koperen pijp. Deze pijp wordt op rollen geleverd en is veel zachter dan de koperen buis die in huisinstallaties wordt gebruikt. Hierdoor bestaat er bij dit materiaal minder kans op scheuren tengevolge van vermoeiingsverschijnselen door trillingen. Zijn lekkages in waterleidingen zeer vervelend, in gasleidingen zijn ze regelrecht gevaarlijk. Er is bij de gasinstallatie op de Motorboot 2000 daarom tot aan de eerste verbruiker gewerkt met één doorlopende leiding zonder koppelingen. Om de kans op lekken en beschadigen van leidingen verder te verkleinen, is het nodig om de pijpen op de juiste wijze te beugelen. Dit voorkomt onnodig trillen of zwiepen. Zelfs de zwaarste leidingen gaan door die bewegingen op den duur onherroepelijk scheuren of lekken, vooral op de koppelingen. De op de Motorboot gebruikte gasleiding, die een uitwendige diameter heeft van acht millimeter, is elke 25 centimeter gebeugeld. Bij de iets zwaardere
leidingen (twaalf millimeter) voor warm en koud water, is de afstand tussen de beugels maximaal 35 centimeter. Die beugels moeten uiteraard ook ergens aan het casco vastzitten. De installateur heeft daartoe op verschillende plaatsen strippen over de spanten gelast. Het is betrekkelijk eenvoudig om de kunststof beugels hier met zelftappers op vastte zetten. Pijpen passeren ruimten die als het schip volledig is afgetimmerd niet of nauwelijks zijn te bereiken. Toch moeten leidingen daar ook goed zijn gebeugeld. Ongesteunde lengten pijp van een meter of meer kunnen bij draaiende motor extreem meetrillen en op den duur gaan doorhangen. De risico's daarvan spreken voor zich en een goede scheepsinstallateur zal deze fout niet maken. Verder is het verkeerd om koppelingen en Tstukken in de leidingen achter vaste betimmeringsdelen weg te werken. Daardoor worden ze onbereikbaar voor controle op lekken. Voor zachtkoperen leidingen bestaan er voor de koppelingen overigens speciale klemfittingen. Volgens Rob Heere, die de installatie op de Motorboot 2000 aanlegde, kun je hiervoor ook het type klemfitting gebruiken dat wordt toegepast voor dunwandige stalen leidingen van verwarmingsinstallaties. Vanaf de gasbun naar de verbruikers passeert de leiding een flink aantal schotten. Dit zijn de plaatsen waar leidingen op den duur kapot kunnen trillen, een risico dat je met zogenaamde schotdoorvoeren uitsluit. Zeker voor gasleidingen moet je daarom bij het passeren van ieder schot doorvoeren gebruiken. Deze zijn in feite identiek aan de klemkoppelingen waarmee je twee stukken pijp aan elkaar zet. Wanneer je echter de 'borst' uit de koppeling boort, kun je hem in zijn geheel over de pijp schuiven. Zo hoefje de gasleiding niet te onderbreken bij het passeren van een schot en hou je de mogelijkheid om met één doorlopende leiding te werken.
De water- en gasleidingen op de Motorboot 2000 zijn van voorgegloeid koper. Voor koppelingen en T-stukken is gebruikgemaakt van bijbehorende klemverbindingen.
Links op de foto is in de motorruimte zichtbaar hoe het voor goed beugelen van de leidingen nodig is om extra bevestigingsstrippen in het casco te lassen.
WK 24 1991 I 61
2
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
Gas en veiligheid De veiligheid van de gasinstallatie is van nog meer factoren afhankelijk dan alleen een juiste materiaalkeuze en een goede aanleg. In de ontwerpfase moetje bijvoorbeeld al rekening houden met een veilige plaats voor de gasflessen. Deze staan op de Motorboot 2000 in een stalen bun, achterin de open kuip. De bun is uitgevoerd zoals het hoort. - Eventueel lekgas verdwijnt via een afvoer onderin de bun direct over boord. - De gasflessen zijn aangesloten op de vaste leiding met speciale goedgekeurde slang voor butaangas. Uiteraard horen daar ook slangtules bij en roestvast stalen slangklemmen. - De vaste leiding naar de verbruikers verlaat de bun via een schotkoppeling en de doorvoer is daardoor eveneens gasdicht. - De aangesloten gasfles en de reservefles staan in de bun zodanig pas dat ze in zeegang niet van hun plaats kunnen komen. Naast een hoofdkraan in de bun hebben alle gasverbuikers aan boord een eigen afsluiter en zijn ze bovendien voorzien van een thermische beveiliging. Die zorgt ervoor dat bij ongecontroleerd doven van de vlam de gastoevoer automatisch na enkele seconden wordt afgesloten.
Controle op lekken Wanneer een gasinstallatie is aangelegd zoals het hoort, dan is deze na het gereedkomen gecontroleerd op lekken. De installateur doet dit door de leidingen 'af te persen' met een speciaal testapparaat. Daartoe is het nodig om de gasslang in de bun los te halen. Vervolgens wordt het apparaat aangesloten op het leidingsysteem, dat met een paar slagen van de ingebouwde luchtpomp onder druk wordt gezet. Op een manometer is de druk af te lezen en kun je controleren of deze terugloopt. Als dat het geval is, moeten de lekken worden opgespoord. Daarvoor worden met een kwastje alle verbindingen met zeepsop ingesmeerd. Verschijnen er belletjes in het sop, dan weet je dat je een lek gevonden hebt. Meestal is een lek te verhelpen door de moeren van een klemkoppeling voorzichtig nog een klein stukje verder aan te draaien. Te strak aandraaien kan echter leiden tot scheuren van de koppelingsmoeren of stukdraaien van de klemringetjes die voor de feitelijke afdichting zorgen.
Voor een veilige en comfortabele water- en gas voorziening is op een schip speciale apparatuur nodig, zoals bijvoorbeeld een hydrofoor. Dit apparaat zorgt voor druk in de waterleiding, zodat er net als thuis water uit de kraan komt als je hem opendraait.
Het controleren op lekken is geen eenmalige zaak, maar moet minimaal een keer per jaar herhaald worden, het liefst voor de aanvang van het vaarseizoen. Hoewel je bij twijfel altijd een vakman moet raadplegen, kun je als watersporter nog op een andere manier periodiek de leiding op lekken controleren, namelijk met een gaslekverklikker. De installateur van de Motorboot 2000 heeft zijn eigen huurschepen voorzien van een verklikker van het merk Primus. Hij heeft hier goede ervaringen mee opgedaan. Dit apparaatje dient permanent gemonteerd te zijn aan de lagedrukzijde van het reduceerventiel. Voor een controle draai je de hoofdkraan even open en weer dicht. Met deze handeling staat het systeem onder druk. Wanneer nu alle verbruikers zijn uitgeschakeld en er toch belletjes zichtbaar zijn in het kijkglaasje van de verklikker, dan weet je dat er sprake is van een of meer lekken. Deze controle is zo eenvoudig, dat je hem als je dat zou willen zelfs dagelijks kunt uitvoeren (zie ook test van acht gaslekverklikkers in Wk 9-1989).
Gasdetectoren Er zijn apparaten in de handel die de aanwezigheid van gas in de boot melden. Zo'n gasdetector hoort de opvarenden te waarschuwen voor de aanwezigheid van lekgas (of benzinedamp) voordat dit een gevaarlijke concentratie bereikt. Bij benzinemotoren een nuttig apparaat maar bedenk wel dat een gasdetector een onveilige gasinstallatie niet veiliger maakt en nooit als aanvulling kan dienen om fouten en onzorgvuldigheden te compenseren. Op een schip met een dieselmotor en een volgens de voorschriften aangelegde gasinstallatie is het nut van een gasdetector overigens zeer betrekkelijk. Daarom is de Motorboot 2000 er niet mee uitgerust. Het zal duidelijk zijn dat je de risico's van fouten in gasinstallaties niet ernstig genoeg kunt nemen. Dit bleek tijdens het afgelopen vaarseizoen wederom. Een gasexplosie op een zelfgebouwd stalen zeiljacht in de haven van Muiden rukte het complete dek van de romp. De beide opvarenden overleefden het ongeval als door een wonder, maar een bemanningslid op een naburig schip kwam door de rondvliegende brokstukken om het leven! Waterleiding Een van de eisen in het ontwerp van de Motorboot 2000 was dat het schip geschikt moet zijn voor een lang verblijf aan boord. Naast allerlei specifieke aspecten in het ontwerp zoals bijvoorbeeld royale stahoogte, een stille motorinstallatie, enzovoort, speelt comfort daarbij een belangrijke rol. Daarom beschikt de Motorboot 2000 naast onder andere een goede verwarming en een royale koelkast Na de aanleg wordt een gasinstallatie volgens voorschrift gecontroleerd op lekken. Een vakman heeft hiervoor een afperstoestel. Teruglopen van de drukmeter geeft aan wanneer er sprake is van lekkage.
I62 I WK 24 1991
3
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
over warm en koud stromend water. De energie om het water te verwarmen is afkomstig van het koelwater van de draaiende motor. In een goed geïsoleerde boiler wordt via een zogenaamde warmtewisselaar de warmte van het koelwater overgedragen op het drinkwater. Dit is een veilige en energiezuinige methode. Boilers die volgens dit principe werken, bestaan ervan verschillende merken. Op de Motorboot is een type van Vetus geïnstalleerd, met een inhoud van 75 liter. Na een klein uur varen heeft het water in de boiler een temperatuur van 65 °C bereikt. Er bestaan typen met een extra elektrisch verwarmingselement van 230 volt. Dat biedt de extra mogelijkheid om met een wal stroomvoorziening het boilerwater te verwarmen. Helaas is het beschikbare elektrische vermogen van de meeste walstroomvoorzieningen in jachthavens te klein om van deze mogelijkheid gebruik te maken. De boiler op de Motorboot 2000 heeft daarom geen elektrisch element.
rubberen tussenschot (een membraan) gescheiden van een hoeveelheid samengeperste lucht. Deze constructie zorgt ervoor dat de elektrische pomp niet direct hoeft aan te slaan bij het tappen van kleine hoeveelheden water. De pomp van het hydrofoor vult het water in de druktank naar behoefte aan uit de grote, ingebouwde watertank van het schip. In het schema is te zien hoe het water de verschillende tappunten bereikt. Het warme water in de boiler staat dank zij het hydrofoor ook onder druk. Bij het opendraaien van de warmwaterkraan wordt het verbruikte water in de boiler direct vanaf het hydrofoor met koud water aangevuld. Koud water heeft een grotere soortelijke massa (is zwaarder) dan warm water. Daarom zit de toevoer onderin de boiler en de afvoer bovenin. Zo blijven koud en warm water zo lang mogelijk ge-
Het kunnen beschikken over voldoende warm water is natuurlijk zeer prettig. Maar er is nog een tweede technische voorziening nodig om het water met een draai aan de knop uit kraan of douche te laten stromen. De hiervoor benodigde waterdruk krijgen we er thuis keurig bij geleverd door het waterleidingbedrijf. Aan boord van een schip moet een elektrische pomp of een hydrofoorinstallatie voor de waterdruk zorgen. Een hydrofoor is in feite niets anders dan een goede elektrische drinkwaterpomp met een voorraadtank die onder druk staat. In deze tank worden enkele liters drinkwater door een
scheiden en koelt het warme water niet meteen af. Dat is bijzonder prettig tijdens bijvoorbeeld douchen. Rob Heere geeft doe-het-zelvers nog een advies bij het kiezen van een hydrofoor: let erop dat het pomphuis van roestvast staal is of eventueel van een goede kwaliteit gietijzer. Helaas is dit laatste niet door een leek te controleren. Verkeerd materiaal gaat roesten. Bij het opendraaien van een kraan krijg je daardoor steeds eerst een onsmakelijke straal bruin roestwater. Ter voorkoming van dit ongemak moet ook het fittingwerk op een hydrofoor van brons zijn en niet van gegalvaniseerd ijzer. Het op de Motorboot gebruikte hydrofoor is van het merk Fraco pomptechniek, type Jet Inox, model 10901, en voldoet aan de genoemde voorwaarden.
Een straal bruin roestwater uit de kraan, dat is het gevolg van een hydrofoor waarvan het pomphuis niet van roestvast materiaal is gemaakt.
Afvalwater
warm koelwater motor
Bij het bereiden van maaltijden, het afwassen, douchen en toiletgebruik worden meer of minder vervuilde hoeveelheden afvalwater geproduceerd. Voor de opvang hiervan is de Motorboot 2000 uitgerust met een vuilwatertank. Voor meer bijzonderheden over de verschillende tanks kun je aflevering 14 uit deze serie er nog eens op naslaan (Wk 61991). De vuilwatertank heefteen inhoud van 190 liter. Indien je dit wilt, kun je al het afvalwater in deze tank lozen, maar hij zal dan, weliswaar afhankelijk van het gebruik, betrekkelijk snel vol zijn. Varend op open zee en groot water als het IJsselmeer zul je in principe al het afvalwater direct over boord lozen. Om te kunnen kiezen beschikken de afvoerleidingen van kombuis en toilet over omstelkranen. Hiermee kun je het water direct over boord lozen of in de vuilwatertank. Bij het varen op binnenwateren en in havens kies je normaliter voor lozing op de vuilwatertank.
overdrukventiel 4 bar
Principeschema van het drinkwatersysteem aan boord van de Motorboot 2000. Hydrofoor en boiler zorgen voor warm en koud stromend water.
De afvoer van de doucheruimte loost altijd op de vuilwatertank; hij heeft geen keuzemogelijkheid omdat hij beneden de waterlijn ligt. Daarom moet het douchewater worden weggezogen. Op de Motorboot 2000 is daarvoor een pomp gekozen van het merk Flojet, type 4105 - 114. Deze pomp heeft een terugslagklep en mag drooglopen, waardoor hij voor dit doel zeer geschikt is. In de afvoerleiding van de douchebak zit ook nog een haarfilter en een fijnfilter (merk PAR), die beide de
WK 24 1991 I 63
4
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters
De kranenbank voor afvalwater bevindt zich onder de kajuitvloer. De grote kogelkraan linksonder geeft de keuzemogelijkheid om de tank (in de toekomst) leeg te laten zuigen in een haven of zelf te lozen op het oppervlaktewater met behulp van de ingebouwde versnijderpomp.
afvoerpomp moeten beschermen. Is de vu il watertank vol, dan zal hij moeten worden geleegd. Dank zij een afvoerleiding (0 38 mm) met een driewegkraan kan dit op twee manieren. De beste manier is: leeg laten zuigen/pompen door walvoorzieningen in havens die zijn aangesloten op een rioolzuiveringsinstallatie. Helaas zijn er in Nederland geen of nauwelijks havens waar dit al mogelijk is. Bovendien bestaan er ook nog geen afspraken over uniforme aansluitingen van afzuiginstallaties. Voorlopig is de afzuigleiding van de vuilwatertank daarom aangesloten op een normale dekdop. De Motorboot 2000 doet wat dit betreft zijn naam eer aan: hij is zijn tijd vooruit. Of op het gebied van vuilwaterafvoer al snel wettelijke maatregelen van kracht zullen worden, is nog zeer onduidelijk. De andere en tot heden enige manier om het afvalwater te lozen, is lozen op het oppervlaktewater. Dit hoort uiteraard alleen buitengaats of op groot binnenwater te gebeuren. Voor het leegpompen van de vuilwatertank zorgt een elektrische versnijderpomp, merk en type van de gebruikte pomp: RM 69, 9001 -12/24. Deze pomp heeft wel een nadeel: hij mag niet drooglopen. Maar installateur Rob Heere kent geen alternatiefwaarbij dat wel mag. Tekst: Jan Fraterman. Foto's: Siebold Freeke.
Alternatief voor koperen leidingen De aanleg van koperen leidingen voor gas en drinkwater is arbeidsintensief en daardoor duur. Installateurs op schepen gebruiken daarom voor de waterleiding ook wel kunststof pijpen van tyleen. Dit materiaal is goedkoper en sneller te verwerken. Installateur Rob Heere van Blue Wings maakte kortgeleden kennis met nog een ander kunststof buismateriaal dat de merknaam Fusiotherm heeft. Het zijn lichtgroene buizen die zich erg gemakkelijk laten verwerken en geschikt zijn voor toepassing als waterleiding en verwarmingsbuis in cv-installaties. Aanbrengen van koppelingen en T-stukken gebeurt met warmte, waardoor koppeling en pijp samensmelten en een geheel vormen. Het hiervoor benodigde speciale ge reedschap: een smeltapparaat en een afkortschaar, is helaas niet goedkoop. Hierdoor zijn de pijpen van Fusiotherm minder geschikt voor verwerking door amateurs. Rob Heere denkt echter dat het materiaal in handen van een vakman een aanzienlijke tijdsbesparing kan opleveren bij de aanleg, waardoor het per saldo goedkoper is dan koperen pijp. Naast gemakkelijk aanleggen heeft het materiaal bovendien het voordeel dat het volgens de fabrikant niet kapot kan vriezen. Wie er meer over wil weten kan contact opnemen met: Blue Wings, Postbus 2048, 1500 GA Zaandam.
Fusiotherm is een belangwekkend nieuw buismateriaal voor waterleiding en cv-installaties. Het ma ken van verbindingen vereist echter speciaal gereedschap.
P
164 i WK 24 1991
5
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters