Gideon vat moed door een teken.
Wat vroeg Gideon aan God? Richteren 6:36
36 En Gideon zei tegen God: Als U Israël door mijn hand zult verlossen,
zoals U gesproken hebt, 37 zie, ik ga een wollen vacht op de dorsvloer leggen. Als er alleen op de vacht dauw zal zijn en droogte op heel het land eromheen, dan zal ik weten dat U Israël door mijn hand zult verlossen, zoals U gesproken hebt.
Wat ervaarde Gideon de volgende dag? Richteren 6:38 38 En
zo gebeurde het. De volgende dag stond hij vroeg op, wrong de vacht uit en perste de dauw uit de vacht: een schaal vol water.
Was Gideon helemaal zeker van zijn zaak en wat vroeg Gideon nogmaals aan God? Richteren 6:39 39 En
Gideon zei tegen God: Laat Uw toorn niet tegen mij ontbranden, als ik alleen deze keer nog spreek. Laat mij toch nog eenmaal een proef met de vacht nemen: laat er alleen op de vacht droogte zijn en op heel het land eromheen dauw.
Op welke wonderlijke en unieke wijze werd het verzoek van Gideon door God uitgevoerd? Richteren 6:40 40 En
God deed zo in diezelfde nacht, want de droogte was alleen op de vacht en op heel het land eromheen was dauw.
Was Gideon nu wel overtuigd dat God Zijn volk zou redden in de strijd tegen Midian en bij welke bron werd het kamp opgeslagen? Richteren 7:1
Toen stond Jerubbaäl (dat is Gideon) vroeg op, met al het volk dat bij hem was. Zij sloegen hun kamp op bij de bron Harod, terwijl het kamp van Midian ten noorden van hem lag, achter de heuvel More, in het dal. 1
Wat zei God tegen Gideon en waarom? Richteren 7:2
En de HEERE zei tegen Gideon: Het volk dat bij u is, is voor Mij te talrijk om Midian in hun hand te geven. Anders zou Israël zich tegen Mij kunnen beroemen en zeggen: Mijn eigen hand heeft mij verlost! 2
Wie van de manschappen hoefden niet mee in de strijd en hoeveel mensen waren dat? Richteren 7:3
Welnu, roep toch ten aanhoren van het volk: Laat wie bevreesd is en beeft, terugkeren en zich naar het gebergte van Gilead haasten! Toen keerden er uit het volk tweeëntwintigduizend man terug, zodat er tienduizend overbleven. 3
Was het leger van 10.000 man volgens God nog te groot en welke opdracht kreeg Gideon? Richteren 7:4
Daarop zei de HEERE tegen Gideon: Het volk is nog te talrijk. Laat hen afdalen naar het water; daar zal Ik hen voor u uitzuiveren. Zo zal het gebeuren: van wie Ik tegen u zal zeggen: Deze mag met u optrekken – die mag met u optrekken. Maar al degenen van wie Ik zal zeggen: Deze mag niet met u optrekken – die mag niet mee optrekken. 4
Waar moest Gideon opletten bij het drinken van de strijders ? Richteren 7:5 5 En
hij liet het volk afdalen naar het water. Toen zei de HEERE tegen Gideon: Iedereen die het water met zijn tong oplikt zoals een hond likt, die moet u apart zetten, en iedereen die zich op zijn knieën bukt om te drinken eveneens.
Door welke handeling aan het water werden de mannen aangewezen voor de strijd tegen Midian? Richteren 7:6, eerste deel 6
Het aantal van hen die met hun hand het water naar de mond brachten om het op te likken, was driehonderd man.
Wat beloofde God aan Gideon en met hoeveel man zou Gideon de strijd aangaan? Richteren 7:6, eerste deel 7 Toen
zei de HEERE tegen Gideon: Door de driehonderd man die gelikt hebben, zal Ik u verlossen en Midian in uw hand geven. Laat daarom al het overige volk weggaan, ieder naar zijn woonplaats.
Wat wij mensen als onmogelijk beschouwen, wat zegt de Bijbel daar over? Lukas 18:27 27
Hij echter zei:
De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn
mogelijk bij God.
Wat speelde voor God mee bij het aanstellen van driehonderd strijders? Vaak wordt het karakter door de eenvoudigste middelen getoetst. Zij die in tijden van gevaar alleen dachten aan hun eigen behoeften, konden niet vertrouwd worden in noodgevallen. God heeft in Zijn werk geen plaats voor mensen die onverschillig en gemakzuchtig zijn. De mannen die Hij had gekozen, waren de weinigen die niet toestonden dat hun eigen behoeften hun plicht in de weg stonden. De driehonderd uitverkoren mannen waren niet alleen moedig en beheerst, maar ze waren ook gelovig.
Wat ziet God wat de mens niet ziet en wat speelde mee bij het kiezen van de 300 strijders? 1 Samuel 16:7 7 Maar de HEERE zei tegen Samuel: Kijk niet naar zijn uiterlijk
en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.
De driehonderd mannen hadden zich niet verontreinigd met afgoderij. God kon hen leiden, en door hen de verlossing van Israël tot stand brengen. Succes is niet van aantallen afhankelijk. God kan evengoed door weinigen als door velen verlossing schenken. Hij wordt meer geëerd door het karakter van degenen die Hem dienen dan door het grote aantal aanbidders.