De tabernakel. deel 1
Welke opdracht ontving Mozes zodat God in hun midden kon wonen? Exodus 25:8-9 8 En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen. 9 Volgens alles wat Ik u zal tonen, een ontwerp van de tabernakel
en een ontwerp van al zijn voorwerpen, zó moet u het maken.
Welk offer vroeg God aan Zijn volk? Exodus 25:2 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij voor Mij een hefoffer nemen.
U moet van iedereen wiens hart hem gewillig maakt, een hefoffer voor Mij nemen.
Wat kon je geven en hoe reageerde het volk? Exodus 25:3-7 3 Dit is het hefoffer dat u van hen moet
nemen: goud, zilver en koper, 4 blauwpurperen, roodpurperen en
scharlakenrode wol, fijn linnen en geitenhaar, 5 roodgeverfde ramshuiden, zeekoeienhuiden en acaciahout, 6 olie voor de lamp, specerijen voor de zalfolie en specerijen voor het geurige reukwerk, 7 onyxstenen en andere edelstenen
als opvulling voor de efod en de borsttas.
Heel het volk gaf meer dan nodig was.
“Breng niet meer offers.” (Exodus 36:6)
Wie werden door God aangewezen voor dit werk? Zie Exodus 31:1-6
De roeping van Bezaleël en Aholiab 2 Zie, Ik heb
Bezaleël, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda,
bij zijn naam geroepen. Ik heb hem vervuld met de Geest van God, met wijsheid, inzicht, kennis en allerlei vakmanschap, 4 om ontwerpen te bedenken en om die uit te voeren in goud, zilver en koper; 5 en om edelstenen te bewerken en in te zetten, en om hout te bewerken,
dus om allerlei werk te verrichten. 6 En Ik, zie, Ik heb Aholiab, de zoon van Ahisamach, uit de stam Dan, aan hem toegevoegd. En in het hart van ieder die vakkundig is, heb Ik wijsheid gegeven zodat zij alles kunnen maken wat Ik u geboden heb:
Hoe wordt de ark beschreven? Exodus 25:10-22
een ark van acaciahout maken; lengte 2½ el zijn; Breedte 1½ el; hoogte 1½ el; met zuiver goud overtrokken; draagbomen; verzoendeksel zuiver goud; 2 cherubs van goud aan beide uiteinden van het verzoendeksel. De ark van het verbond is een symbool van Gods troon. De ark in het aardse heiligdom was een beeld van de hemelse ark in de hemel. Daar staan naast de hemelse ark levende engelen, waarbij elk met één vleugel het verzoendeksel overschaduwt, terwijl een andere vleugel hoog wordt gehouden en de andere vleugels gevouwen zijn als teken van eerbied en nederigheid.
In de ark bevindt zich: Gods wet, 2 stenen tafelen, de Tien Geboden. De grote maatstaf van gerechtigheid en oordeel. Gevolg voor de zondaar is het doodvonnis. Boven de wet bevindt zich het verzoendeksel. Christus zorgt voor verlossing en dankzij Zijn bloed wordt de berouwvolle zondaar vergiffenis geschonken.
Wat is de schechina en had deze een functie? Boven het verzoendeksel bevond zich de schechina, de manifestatie van Gods tegenwoordigheid.
Tussen de cherubs maakte God Zijn wil bekend. Soms werden Gods boodschappen aan de hogepriesters bekendgemaakt vanuit een wolk.
Er viel een licht op de rechter engel om Gods goedkeuring aan te duiden, of een schaduw wolk rustte op de engel links om Gods afkeuring te kennen te geven. Bij de inwijding van de tempel van Salomo (circa 1500 jaar later) wordt ons in 1 Koningen 8.9 verteld dat er niets anders in de Ark aanwezig was dan de twee tafelen van steen die Mozes op Horeb er in had gelegd.
Hoe wordt de tafel voor de toonbroden beschreven en waar verwijst het naar? Zie Exodus 25:23-30
een tafel van acaciahout maken; lengte moet 2 el; breedte 1 el; hoogte 1½ el; met zuiver goud overtrokken en een gouden rand er omheen; de draagbomen van acaciahout; met goud overtrokken; de tafel moet daarmee gedragen worden. Op deze tafel moesten de priester elke sabbat 12 broden plaatsen, in 2 stapeltjes, en deze besprenkelen met wierook. Christus was het Brood van God, de Levende tafel der toonbroden. In de symboliek is het brood van God, het Woord van God.
JEZUS WAS HET VLEESGEWORDEN WOORD.
Johannes 6:51 Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees,
Hoe wordt de gouden kandelaar beschreven en waar verwijst het naar? Zie Exodus 25:31-40 kandelaar van zuiver goud
zijn bloemkelken, zijn knoppen en zijn bloesems moeten er één geheel mee vormen Zes armen moeten uit de zijkanten ervan uitsteken: Elke kant 3 de bijbehorende snuiters als
de bijbehorende vuurschalen moeten van zuiver goud zijn De kandelaar stelt Jezus voor. Zijn Woord geeft ons licht in geestelijk opzicht.
Omdat er geen vensters waren in de tabernakel, werden deze lampen nooit gedoofd, maar bleven dag en nacht branden.
Hoe wordt het reukaltaar beschreven? Zie Exodus 37:25-28 Acaciahout (Sittimhout), lengte en breedte: 1 el; hoogte 2 el; handbomen van acaciahout overtrokken met goud. Op dit altaar brandde de priester elke dag wierook; de hoornen werden bestreken met bloed en op de Grote Verzoendag werd het altaar besprenkeld met bloed.
Hoe wordt het koperen brandofferaltaar beschreven en waar verwijst het naar? Zie Exodus 27:1-8 Acaciahout; Lengte: 5 el, Breedte 5 el, Hoogte 3 el; Horens één geheel met koper overdekken; Koperen rasterwerk; 4 koperen ringen; Draagbomen van acaciahout Het offeraltaar is een symbool voor Golgotha, met koper de plaats waar Jezus als 'lam van God' werd geofferd. overtrokken.
Hoe ziet de tabernakel er uit en wat is de lengte? Zie Exodus 26:15-30 16 De lengte van een plank moet tien el zijn, en anderhalve el de breedte van elke plank. 18 Dan moet u de planken voor de tabernakel maken, twintig planken voor de zuidzijde.
Hoe was de tabernakel bekleed? Exodus 26:1 1 De tabernakel moet u vervolgens maken van tien tentkleden, van dubbeldraads fijn linnen en blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol. U moet ze maken met cherubs erop, werk van een kunstenaar.
De verschillende voorwerpen en onderdelen van het Heiligdom hebben een symbolische betekenis. Zij ontvouwen Gods verlossingsplan voor de mensen.
Welke zijn dit?
De verschillende bouwmaterialen van de tabernakel stellen de vereniging van het goddelijke en het menselijke in Jezus Christus voor. Het goud: Christus als God. Het hout: Christus als mens. Het dak werd bedekt door 4 tentdoeken. Het bovenste doek was van dassenleer. De donkere kleur is een zinnebeeld van Jezus als mens. Daaronder bevond zich een doek van roodgekleurde ramsvellen, wat het lijden van Christus symboliseert. Het derde doek was van wit geitenhaar. Dit stelt de reinheid van Jezus voor. Onderop kwam het vierde doek. Als plafond van de tabernakel. Dit was gemaakt van blauw en purper. Het verwijst naar Jezus als koning.
Hoe wordt het voorhangsel beschreven wat scheidt het af? Zie Exodus 26:31-37
van blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn linnen hangen aan vier pilaren van acaciahout die met goud overtrokken zijn en van gouden haken voorzien, op vier zilveren voetstukken Het voorhangsel moet voor u scheiding maken tussen het heilige en het heilige der heiligen
De twee afdelingen van het heiligdom op deze aarde zijn een afbeelding van het heilige en het heilige der heiligen in de hemel.
Hoe wordt de voorhof beschreven en waarom is de opening zo breed?
De lengte van het voorhof is 100 el.
De breedte van de voorhof is 50 el. De hoogte van het voorhof is 5 el.
Zie Exodus 27:9-19
De gewijde tent stond in het midden van een open ruimte, de voorhof, die omgeven was door gordijnen van fijn linnen, bevestigd aan koperen pilaren. De ingang van de voorhof was aan de oostzijde. In de wasbekken moesten de priester hun handen en voeten wassen, telkens als ze het heiligdom binnengingen of het altaar naderden om een brandoffer te brengen voor de Here. Deze was rituelen zijn een symbool van de reiniging van de zonde bij de doop. Jezus is het levende water.
De brede ingang van de voorhof verwijst naar Gods oneindige liefde, die zo ver gaat, dat Hij IEDEREEN wil redden.
Gods heiligdom verwijst 7x naar het verlossingsplan. Welke zijn dit?
De ingang: Het offeraltaar: Het wasvat: De kandelaar: De tafel met toonbroden: Het reukofferaltaar:
De verbondskist met het verzoendeksel:
Jezus is de deur. Jezus stierf voor mij. Jezus wast mij schoon van alle zonde. Jezus is het licht. Jezus is het brood. Jezus is onze Gerechtigheid.
Jezus verzoent de mens met God.
