Wat je moet weten over
VEILIGHEID GEZONDHEID MILIEU in het ziekenhuis
WELKOM
Van harte welkom in ons ziekenhuis! We hopen je een goede, veilige en gezonde werkplek te kunnen aanbieden. Dit is niet altijd even vanzelfsprekend: een ziekenhuis, hoe modern ook, is nooit vrij van risico’s. Daarom stelden we dit boekje samen voor je.Het geeft je een overzicht van de risico’s die je kan lopen en hoe je hier het best mee omgaat.Ook maak je kennis met een aantal procedures en afspraken rond veiligheid en milieu, die voor iedereen gelden. Natuurlijk is dit maar een eerste stap in de goede richting. Op je werkplek zal je verder geïnformeerd en opgeleid worden. Met deze publicatie willen we vooral aantonen dat jouw welzijn net als het welzijn van je collega’s en de patiënten - voor ons van het hoogste belang is. P. Vankersschaever Uw ziekenhuisdirecteur
F. Vandevoorde De voorzitter
Beleidsverklaring Met het oog op een kwalitatieve dienstverlening hecht het bestuur prioritair belang aan het voeren van een actief preventiebeleid. Vertrekkend van de wettelijke bepalingen wensen we verder te gaan dan het voorkomen van ongevallen, beroepsziekten of materiële schade maar gaat het ook om het lichamelijke en geestelijke welzijn van onze medewerkers. Om dit doel te bereiken zijn middelen en tijd nodig en moet iedereen samenwerken. • Hiervoor engageert het bestuur zich om op een dynamische manier en rekening houdend met de voorhanden zijnde mogelijkheden, maximaal te streven de nodige middelen en tijd ter beschikking te stellen om: - preventie integrerend deel te laten uitmaken van het globale beleid en dit door te trekken naar alle niveaus; - het personeel te informeren en op te leiden over de risico’s op het werk en zijn/haar werkpost; - een beleid uit te werken en te ondersteunen dat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk bestrijdt en preventief werkt; - de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) in staat te stellen hun taken op professionele wijze te vervullen; - iedereen te sensibiliseren voor verbetering van welzijn op het werk. • Iedereen die leiding geeft moet het beleid uitvoeren. Zij zijn bevoegd om medewerkers alle maatregelen te doen naleven die nodig zijn voor het welzijn van de werknemers. Opsporen van risico’s en gepaste maatregelen nemen om risico’s uit te schakelen of te beheersen is hun continue opdracht. • Van alle medewerkers wordt verwacht dat zij werken volgens de instructies, de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken en zorg dragen voor de eigen veiligheid en die van anderen. Iedereen heeft ook de plicht gevaren te melden aan de directe chef, de IDPBW, de leden van het Comité PBW. Het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (CPBW) is het overlegorgaan inzake Welzijn, waarin werkgeversafgevaardigden en werknemersafgevaardigden zetelen en in een opbouwende zin samenwerken. Zorg dragen voor veiligheid, preventie en welzijn op het werk is een belangrijk aandachtspunt bij de evaluatie van ieder personeelslid. Een verhoging van het welzijn op het werk leidt tot een betere kwalitatieve dienstverlening aan patiënt, bewoner, cliënt en bezoeker. Deze beleidsverklaring geldt voor het OCMW, de verenigingen waarin het OCMW participeert, het AZ Sint-Jan AV en Infohos. Brugge, december 2003.
De voorzitter Frank Vandevoorde
Taakverdeling binnen de instelling In ons streven naar welzijn op het werk heeft ieder zijn taak: • De werkgever is de hoofdverantwoordelijke. Hij moet het beleid sturen en uitwerken en ervoor zorgen dat men weet welke de risico’s zijn. Rekening houdend met de voorhanden zijnde mogelijkheden streeft hij maximaal om de nodige tijd en middelen hiervoor ter beschikking te stellen. • De dienstverantwoordelijke - en iedereen die leiding geeft aan anderen - moet het beleid uitvoeren. Hij of zij ziet toe op de naleving van de voorschriften en zorgt voor meer informatie en opleiding. Als er iets misgaat, neemt de dienstverantwoordelijke de juiste maatregelen. Hij staat in voor het onderzoek en poogt herhaling te voorkomen. • Jij als werknemer dient zorg te dragen voor de veiligheid en gezondheid, zowel van jezelf als je collega’s. Je houdt je aan de voorschriften en gebruikt beschermingsmiddelen wanneer deze voorzien zijn.
Preventie Bescherming
Een aantal mensen is specifiek betrokken bij de preventie en bescherming op het werk: • Het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (CPBW) Hier overleggen werkgever en werknemer via verkozen vertegenwoordigers. Het CPBW krijgt informatie over alles op het gebied van veiligheid en gezondheid. Het brengt vaak advies uit en werkt mee aan de klachtenbehandeling en het onderzoek naar arbeidsongevallen. • De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (IDPBW) Afdeling Risicobeheersing. Interne specialisten geven informatie en advies aan iedereen. De dienst heeft ook heel wat wettelijke verplichtingen op het gebied van de veiligheid. • De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (IDPBW) Departement Gezondheidstoezicht. Deze dienst, vroeger de arbeidsgeneeskundige dienst genaamd, staat in voor alle gezondheids- en medische aspecten. Je kan ook beroep op hen doen voor specifieke metingen of onderzoeken.
Veilig werken Veilig werken is meer dan geen ongevallen tegenkomen. Om echt veilig te werken moet je op drie stappen letten.
1 Gevaren en risico’s herkennen Je dient te weten welke gevaren en risico’s je in je werkomgeving kan tegenkomen. Dit informatieboekje is een eerste stap. Je dienstverantwoordelijke moet ervoor zorgen dat je met de risico’s van je werkplek vertrouwd raakt.
2 Gevaren en risico’s evalueren Niet alles is even gevaarlijk. Je dient te weten welke nadelige gevolgen iets kan hebben, zowel voor jezelf als voor anderen. Zo kan je inschatten wat je moet doen.
3 Gepast reageren Wanneer je net aan een ongeval ontsnapt bent, is het niet de bedoeling dat je gewoon verder werkt. Gepast reageren betekent dat je één of andere maatregel neemt of laat nemen om dit risico onschadelijk te maken. Soms is dit iets eenvoudig en kan je het zelf oplossen, soms zal je beroep moeten doen op anderen. Maar één of andere reactie is altijd nodig! Meld het voorval ook steeds aan je dienstverantwoordelijke.
Prik- en spatongevallen
1
Waarom? Een prikongeval en spatongeval laten meestal slechts zeer kleine letsels na, die ogenschijnlijk niet hoeven verzorgd worden. Weet dan dat elke huidwonde en de ogen een open poort zijn voor allerhande micro-organismen als bacteriën, virussen en andere ziektekiemen. Het voornaamste risico bij prikongevallen en spatongevallen is het besmettingsrisico. Bloed en met bloed vermengde lichaamsvochten kunnen belangrijke ziekteverwekkende kiemen bevatten als het hepatitis B- en C-virus en het HIV.
Daarom • Noemen we een prikongeval en spatongeval elke gebeurtenis waarbij de mogelijkheid bestaat dat lichaamsvochten van een andere persoon ongewild ons lichaam zouden binnendringen. • Voorziet je dienst aangepaste kledij en beschermbril. • Staan er naaldcontainers, dozen en vaten ter beschikking om gebruikte naalden veilig op te bergen. • Kunnen veilige naaldsystemen op risicodiensten overwogen worden (naalden, katheters, bloedafnamesystemen) zodat prikongevallen worden vermeden. • Zijn er specifieke procedures voor het werken bij en verzorgen van besmette patiënten.
Wat doe je ermee? • Je vermijdt elk contact met bloed en/of andere lichaamsvochten. Wanneer dit onmogelijk is, draag dan handschoenen, aangepaste kledij, zo nodig ook een masker en een bril. • Je steekt nooit een gebruikte naald terug in haar beschermhuls. • Je laat nooit scherpe voorwerpen rondslingeren. • Je werpt nooit scherpe voorwerpen in een vuilbak of vuilniszak. • Je gooit scherpe voorwerpen weg in de hiertoe bestemde naaldcontainers. • Je vult een naaldcontainer nooit meer dan driekwart. • Je sluit volle naaldcontainers onmiddellijk en verwijdert deze via de dozen besmet afval. • Indien je toch in aanraking kwam met bloed of bloedhoudende lichaamsvochten volg dan de procedure handhygiëne. • Heb je toch een prikongeval, meld je dan binnen de 2 uren bij spoedgevallen en vertel hen precies wat er is voorgevallen; zij weten wat ze in dat geval verder moeten doen. • Om prikongevallen uit te sluiten kunnen op risicodiensten veilige naaldsystemen overwogen worden. Deze systemen zorgen ervoor dat de naalden tijdens of onmiddellijk na gebruik beveiligd worden, zodat prikongevallen worden vermeden.
Orde en netheid
2
Waarom? • Veel kleine ongevallen zoals stoten of vallen, zijn direct te wijten aan voorwerpen die niet op hun plaats staan of liggen. • Veel prikongevallen zijn het gevolg van het feit dat de naald niet meteen na gebruik in de naaldcontainer geplaatst wordt. Bij het opruimen prikt men zich aan deze naald, die is blijven liggen. • Een gang vol bedden, toestellen en karren verhindert een vlotte evacuatie in geval van nood. Daarenboven hindert dit de patiënten en bezoekers en bemoeilijkt het het intern transport. • Het willekeurig plaatsen van zaken in de gang kan de toegang tot brandblusapparaten of haspels belemmeren of het automatisch sluiten van een branddeur blokkeren. Ook uitgangen, nooduitgangen en trappen kunnen moeilijk bereikbaar worden. Weet dan dat in geval van brand elke seconde telt.
Daarom • Moet alles op de dienst zijn plaats hebben. • Is orde een aandachtspunt voor iedereen op de dienst. • Moeten zaken die in de gang gezet worden allemaal aan dezelfde kant van de gang staan, zo blijft er ruimte vrij voor iedereen, ook in noodgevallen. • Moeten brandblusapparaten en haspels ten allen tijde vlot bereikbaar zijn. • Moeten branddeuren vlot kunnen sluiten in geval van nood. • Moeten nooduitgangen vrijblijven, ze zijn aangegeven met groen-witte pictogrammen.
Wat doe je ermee? • Hou je werkplek ordelijk en net, dit is erg belangrijk als je veilig wilt werken. • Leg of zet grote en kleine dingen steeds op hun plaats. • Steek naalden in de naaldcontainer, onmiddellijk na gebruik. • Je respecteert de regels van het intern rampenplan: hou de gang en evacuatiewegen zoveel mogelijk vrij. • Als je toch iets in de gang moet zetten, plaats dit dan aan één kant, zodat er een doorgang vrij blijft. • Je houdt de brandblusmiddelen en branddeuren vrij, zij kunnen levens redden. • Je houdt de uitgang, nooduitgang en trappen vrij van obstakels: bij evacuatie telt elke seconde.
Stralingsrisico’s
3
Waarom? In een ziekenhuis geven sommige activiteiten aanleiding tot de aanwezigheid van straling, telkens met een specifiek risico. Straling kan je niet zintuiglijk waarnemen (niet horen, ruiken, smaken, voelen of zien). Ioniserende straling (radioactiviteit) tref je onder meer aan bij radiologie, radiotherapie, nucleaire geneeskunde en in de laboratoria. Niet-ioniserende straling doet zich onder meer voor bij nucleaire magnetische resonantie, bij laserstraling (bv. in de chirurgie) of bij ultravioletstraling (bv. bij lassen).
Daarom • Worden zones met stralingsrisico met de nodige signalisatie aangegeven: o toegangsdeuren tot zones met ioniserende straling worden aangegeven met volgend pictogram: o toegangsdeuren van lokalen met bepaalde laserstralers worden aangegeven met volgend pictogram: • Worden de nodige persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen voorzien. • Wordt specifieke opleiding georganiseerd. • Ontvangen alle medewerkers die in een zone met ioniserende straling werken een individuele dosismeter die de opgelopen stralingsdosis registreert. Een wettelijk bepaalde dosislimiet mag hierbij niet overschreden worden. • Is het gebruik van een GSM in het ziekenhuis verboden. Dit wegens mogelijke interferentie met hoogtechnologische medische apparatuur. Enkel de draagbare telefoontoestellen van het ziekenhuis mogen gebruikt worden.
Wat doe je ermee? Je blijft altijd uit de aangegeven risicozones. Indien je toch met deze stralingen te maken hebt, volg dan de procedures, preventie- en beschermingsmaatregelen strikt op. Hou de blootstelling steeds minimaal. • Uiteraard gebruik je steeds de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen die je ter beschikking gesteld worden: o Bij blootstelling aan ioniserende straling gebruik je steeds loodafscherming. o Bij blootstelling aan laserstralers draag je steeds gepaste oogbescherming. o Bij blootstelling aan ultravioletstraling draag je steeds gepaste oogbescherming en beschermende kledij (handschoenen, ...). • Je neemt actief deel aan de aangeboden opleiding. • Je kent de procedures bij een incident of ongeval en leeft deze strikt na. • Als medewerker blootgesteld aan ioniserende straling draag je steeds je individuele dosismeter. Lever deze dosismeter tijdig in! • Personen die in het ziekenhuis toch een GSM gebruiken spreek je aan en vraag je om het toestel uit te schakelen.
Manueel hanteren van lasten
4
Waarom? Zowel in je dagelijks leven als tijdens het uitoefenen van je beroepsactiviteiten kunnen bepaalde handelingen dermate je rug belasten dat er letsels ontstaan. Deze letsels kunnen heel pijnlijk zijn en dikwijls de oorzaak van een lange inactiviteit. Dit is meestal niet prettig voor jezelf, noch voor je thuis- en beroepsomgeving. Vaak denkt men dat manueel tillen sneller gaat. Maar bij de kwaliteit van de zorg zijn specifieke hulpmiddelen een belangrijk onderdeel. Ze verhogen het comfort en de veiligheid van alle betrokken partijen.
Daarom • Is het belangrijk dat je leert op een verantwoorde en veilige wijze om te gaan met je rug. • Moet je een ‘til’-situatie kunnen analyseren en beoordelen. • Worden speciale lessen in hef- en tiltechnieken gegeven. • Heeft je dienst aangepaste hulpmiddelen. • Wordt aangepaste kledij aangeboden die het heffen en tillen op een juiste manier mogelijk maakt. • Is een goede conditie belangrijk. • Kan je een bed in de hoogte instellen. • Zijn er op sommige afdelingen ‘hoog/laag’-baden.
Wat doe je ermee? • Je volgt de lessen in hef- en tiltechnieken en brengt ze in de praktijk. • Je gebruikt de aanwezige hulpmiddelen als tillift, rolstoel, transpalet, glijmat, steeklaken, dien- en transportwagens... • Je zorgt dat je steeds het juiste hulpmiddel gebruikt voor het werk dat je verricht. • Indien nodig doe je beroep op je collega’s. • Je gebruikt gesloten schoeisel waarvan de hiel op zijn minst omsloten is door een riem. (Op sommige diensten is een veiligheidsschoen verplicht.) • Je onderhoudt je conditie door wekelijks minimum een tweetal uurtjes te trainen.
Gevaarlijke stoffen
5
Waarom? • Elke gevaarlijke stof heeft specifieke risico’s, eigen aan de stof. Men kan deze risico’s rangschikken door zich te baseren op de aard of de ernst van de inwerking. • Vooreerst zijn er de risico’s van ontploffingen of branden. Vervolgens de huidletsels, irritaties of allergieën door contact van stoffen met de huid. Ten slotte zijn er de acute ziekten die zich plots voordoen na een eenmalige blootstelling of die zich kunnen ontwikkelen na verscheidene jaren blootstelling.
Daarom • Werden deze stoffen ingedeeld volgens hun hoofdrisico. Dit kan je herkennen aan de hand van het symbool op het etiket. Dit wil echter niet zeggen dat deze stof enkel en alleen het risico van het symbool inhoudt. • Worden deze producten in een speciaal daarvoor voorzien lokaal of veiligheidskast bewaard. Op je dienst heb je enkel kleine hoeveelheden voorradig. • Zijn op sommige diensten afzuiginstallaties geïnstalleerd. • Zijn er productveiligheidsfiches voorzien die je kan opvragen bij je dienstverantwoordelijke.
Wat doe je ermee? • Voor je een stof gebruikt, lees je eerst het etiket op de verpakking. • Je draagt, indien nodig, aangepaste bescherming voor de stof waarmee je werkt. • Je gebruikt de voorziene afzuiginrichting wanneer je met producten werkt, welke stofdeeltjes, gas, damp, uitwasemingen of rook kunnen produceren. • Je gebruikt geen maaltijd in de lokalen waar met gevaarlijke producten gewerkt wordt. • Je vervangt je werkkledij wanneer deze bevuild is met de stoffen waar je mee gewerkt hebt. • Je mag zeker niet roken of cosmetische producten gebruiken. • Je drinkt slechts nadat je ervan overtuigd bent dat je handen en de recipiënt, waar je uit drinkt, proper zijn. • Je brengt nooit je handen noch enig ander voorwerp naar je mond. • Je doet onmiddellijk aangifte van elke verwonding, aantasting van de slijmvliezen of enig ander mogelijk ongemak. • Je verwijdert elke mogelijke ontstekingsbron als open vlammen, kapotte elektrische draden, sigaret, vonken, verhitte materies, ... • Wanneer je gebruik maakt van ontvlambare stoffen zorg dan steeds dat je weet waar eventuele blusmiddelen voorhanden zijn. • Je (over)schrijft nooit op een etiket van een gevaarlijk product. Dit kan tot verwarring leiden.
Brandvoorkoming Brandbestrijding
6
Waarom? Brandveiligheid in een ziekenhuis is uiterst belangrijk. Een kleine onachtzaamheid kan tot een ware catastrofe leiden. De voornaamste brandoorzaken in een ziekenhuis zijn: • • • • • •
roken (algemeen rookverbod!) elektriciteit (kortsluiting) kwaadwilligheid technische installaties gebruik van zuurstof aanwezigheid van brandbare producten
Daarom • Worden er opleidingen georganiseerd: brandvoorkoming, brandmelding, brandwaarschuwing, het onderscheiden van verschillende soorten branden, aangepaste blusmiddelen kunnen gebruiken, de indeling van het gebouw kennen en respecteren, de evacuatieprincipes kennen en kunnen toepassen. • Zijn in het ziekenhuis de nodige hulpmiddelen aanwezig om in brandvoorkoming en brandbestrijding te voorzien.
Wat doe je ermee? Je bent steeds alert rond brandvoorkoming. Je kent je werkomgeving. In geval van brand is het belangrijk om: • de brand snel te ontdekken door het ruiken van rook of verbrande stoffen, het zien van rook of vlammen, het horen van alarmkreten, het voelen van abnormale temperatuur. • de instructies in geval van brand juist en snel uit te voeren: 1. meld de brand. Hoe? Door de brandmeldingsknop in te drukken. Tel. 2085 voor campus AZ Sint-Jan Tel. 5999 voor campus SFX 2. waarschuw de personen in je omgeving 3. doe één bluspoging bij een beginnende brand 4. sluit ramen en deuren 5. vermijd paniek 6. gebruik NOOIT de liften Je neemt actief deel aan de opleiding. Zo leer je onder meer de meld- en waarschuwingsprocedures kennen, met de brandblusmiddelen omgaan en de evacuatieprincipes toepassen.
7 Veilig werken met beeldschermen
Waarom? Oogvermoeidheid, spier-, gewrichtspijnen en stress vormen de meest voorkomende risico’s bij het werken aan een beeldscherm.
Daarom • Worden personen die tijdens een aanzienlijk deel van hun tijd met een beeldscherm werken gevolgd en getest door onze arbeidsgeneesheer.
• Worden maatregelen genomen om de risico’s zoveel mogelijk te in te dijken: o een juiste schermopstelling vermijdt flikkering. o een juiste opstelling in verhouding tot het daglicht (raam) en aangepaste kunstverlichting voorkomt reflecties. o aangepast kantoormeubilair zorgt voor een juiste werkhouding.
Wat doe je ermee? • Je besteedt aandacht aan de opstelling. • Je gebruikt bewust de instelmogelijkheden van je kantoorverlichting, zonwering, werkstoel, klavier, muis, helderheid en contrastregeling. • Je laat te losse en te lange kabels onmiddellijk wegwerken. Je belemmert nooit de warmteafgifte van de toestellen. • Je merkt op dat zowel computer, beeldschermen en toetsenbord onder spanning staan en nooit met water mogen gepoetst worden. • Je strekt regelmatig eens de benen en de armen. • Je zorgt dat je werkplek zuiver en ordelijk blijft. • Je kunt advies vragen aan de IDPBW. Zij beschikken over deskundigen in de ergonomie die u met raad en daad kunnen bijstaan.
Elektrische veiligheid
8
Waarom? De aanwezigheid van talrijke medische apparatuur en complexe elektrische installaties kenmerken onze instelling. Kortsluiting, implosie, elektrocutie vormen risico’s voor de werknemer, maar ook voor de patiënt en de gebouwen.
Daarom • Worden alle apparatuur en installaties periodiek gekeurd door onafhankelijke en erkende controleorganismes. • Worden voor sommige afdelingen (het operatiekwartier, intensieve zorgen, ...) specifieke veiligheidsmaatregelen uitgeschreven. • Wordt een noodstroom- en veiligheidsverlichtingsnet opgebouwd om bij stroomuitval de nodige acties en continuïteit te kunnen waarborgen.
Wat doe je ermee? • Je volgt de richtlijnen bij het blussen van elektrische branden. • Je gebruikt geen aan de instelling vreemde apparatuur. Je brengt deze ook niet binnen. • Alvorens je medische apparatuur gebruikt, zorg je ervoor dat je volledig op de hoogte bent van de gebruiksaanwijzingen. • Je weet dat er in de instelling een ‘technische dienst’ en een ‘dienst preventie’ zijn. Abnormale toestanden kan je daar onmiddellijk melden.
Stress
9
Waarom? Stress is van alle tijden. Het is een symptoom, een alarmsignaal. Iedereen heeft wel eens met stress te maken. De ene al wat meer dan de andere. Door de toenemende arbeidsdruk, ook in de ziekenhuizen, wordt het een steeds belangrijker thema. Stress ontstaat in situaties waarbij de eisen die de omgeving aan je stelt afwijken van wat je aankan, wil, verwacht, of gewoon bent. Stress is het proces van aanpassing en omgaan met de omstandigheden die het lichamelijk en/of geestelijk functioneren verstoren. Dit kan je zowel positief (een uitdaging) als negatief (een bedreiging, een last) ervaren.
Daarom • Is het belangrijk negatieve stress te voorkomen, voor je job, maar bovenal voor je eigen gezondheid! • Ontwikkelt het ziekenhuis diverse initiatieven rond stressbeleid: o toegespitst op de individuele aanpak door de betrokken medewerker. o met een aantal preventieve en ondersteunende maatregelen op organisatorisch vlak.
Wat doe je ermee? Herken de alarmsignalen: • lichamelijke klachten hoofdpijn, buikpijn, rugklachten, slapeloosheid, verhoogde bloeddruk, verhoogde bloedsuiker, zweten, eetzucht, overmatig drinken,... • emotionele klachten angst, vlug huilen, achterdocht, gebrek aan zelfvertrouwen, niets kunnen verdragen. Wanneer deze klachten samengaan leidt dit tot overspanning of een burn-out. • psychische signalen prikkelbaarheid, sakkeren en jammeren, meer of opnieuw roken, ongeduld, verkeersagressie. Bij aanhoudende en sterke klachten of signalen raadpleeg je je arbeidsgeneesheer of huisarts. Bij het negeren van de stresssignalen raak je enkel nog verder in de knoop. Stress voorkom je door een goede slaap, goede eet- en drinkgewoonten en voldoende ontspanningsmogelijkheden. Belangrijk is je mogelijke stressproblemen bespreekbaar te maken met je collega’s en/of je dienstverantwoordelijke. Neem deel aan de vorming, opleiding en begeleiding die wordt aangeboden!
Beveiliging
10
Waarom? Een ziekenhuis is een vrij toegankelijk gebouw, waar zich naast patiënten, dokters, personeel en bezoekers nog andere personen in kunnen bevinden. Dit met gewenst of ongewenst gedrag en bedoelingen. Ook kan een specifieke (crisis)situatie voor de patiënt en zijn directe omgeving (familie, vrienden, begeleiding, ...) een verhoogd risico tot agressie en geweldpleging inhouden.
Daarom • Wordt de toegang tot het ziekenhuis buiten de bezoekuren beperkt. • Is er op sommige plaatsen toegangscontrole. • Zijn er beveiligingssystemen. • Wordt van iedere werknemer de nodige individuele waakzaamheid verwacht, als bijdrage tot een verhoogde veiligheid in het ziekenhuis.
Wat doe je ermee? • Je spreekt verdachte personen op een vriendelijke en voorkomende wijze aan en vraagt waarvoor ze in het ziekenhuis op bezoek komen. Zomaar rondzwerven in het ziekenhuis is verboden. Desgevallend vraag je hulp aan een collega. Ook meld je de aanwezigheid van verdachte figuren aan collega’s op andere diensten. • Daar waar mogelijk sluit je steeds de deuren af. • Waardevolle voorwerpen bewaar je op een veilige plaats op je dienst. • Bij agressie of mogelijke geweldpleging roep je tijdig de hulp in van collega’s. • Als slachtoffer van een delict (diefstal, agressie, ...) doe je aangifte bij de politie. Tevens informeer je de directie van het ziekenhuis. Werk je op een dienst met een verhoogd risico op agressie of geweldpleging (bv. onthaal, spoed, psychiatrie, ...) dan krijg je een aangepaste vorming. Maak positief gebruik van deze mogelijkheid.
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
11
Waarom? De grote risico’s op arbeidsongevallen bestaan (een ongeval op weg van of naar het werk uitgezonderd) vooral uit prikongevallen, snijwonden, stoten, rugklachten en klachten van de ledematen. De risico’s voor beroepsziekten in de instelling kunnen in vijf hoofdrubrieken worden ingedeeld: 1. de infectieziekten en de parasitaire ziekten 2. de huidziekten door aanraking van geneesmiddelen en producten 3. de aandoeningen te wijten aan ioniserende stralingen 4. de aandoeningen door gevaarlijke producten. 5. de overbelastingsletsels.
Daarom • Organiseert het ziekenhuis specifieke bijscholingen. • Werden schriftelijke richtlijnen en procedures ontwikkeld. Zij zijn op elke dienst voorhanden. • Bestaan het Comité voor Ziekenhuishygiëne en het Comité PBW die deze procedures opvolgen en actualiseren. • Onderzoekt het departement gezondheidstoezicht de werknemers jaarlijks en schenkt aandacht aan uw specifieke klachten. • Wordt de opvolging van arbeidsongevallen en beroepsziekten verzekerd door de ‘personeelsdienst’ en de ‘dienst preventie en bescherming op het werk afdeling risicobeheersing, die op basis van het ongevallenonderzoek en in overleg met de hiërarchische lijn preventiemaatregelen uitwerken.
Wat doe je ermee? • Je meldt elk ongeval, incident of gevaarlijke toestand onmiddellijk via een daarvoor bestemd aangifteformulier. • Je mag je werk nooit beginnen als je niet vertrouwd bent met de bedieningsvoorschriften en de producten. • Je gebruikt de voorgeschreven beschermingsmiddelen. • Je meldt de aanwezige risico’s aan de dienstverantwoordelijke, preventiedienst of comité PBW.
12 Klachten Meldingen - Defecten Waarom? Ondanks de vele inspanningen op alle niveaus loopt in het ziekenhuis niet alles perfect. Defectmeldingen, klachten en verbeteringsvoorstellen horen er dus bij. Ook omtrent de aspecten van veiligheid, welzijn, preventie en bescherming. Klachten en meldingen bieden de mogelijkheid doeltreffend op te treden. Goede communicatiekanalen en snelle afhandeling verhogen hier zeker de veiligheid en het welzijn.
Daarom Werden in het ziekenhuis kanalen ontwikkeld om de afhandeling van klachten, defectmeldingen,... zo vlot mogelijk te laten verlopen.
Wat doe je ermee? • Klachten, meldingen, suggesties,... omtrent de aspecten van veiligheid, welzijn, preventie en bescherming van de werknemer maak je in eerste instantie over aan je dienstverantwoordelijke. • Het melden van defecten en van technische onvolkomenheden doe je, in functie van herstelling of aanpassing, via de geldende procedure (werkopdracht,...). • Verder zijn de preventieadviseur, de arbeidsgeneesheer en de leden van het comité voor preventie en bescherming hiervoor steeds aanspreekbaar.
Een bijzondere wettelijk omkaderde procedure is voorzien aangaande geweld, pesterijen of ongewenst gedrag op het werk. Een gedragscode werd hiervoor uitgewerkt. Op alle personeelsleden rust de verantwoordelijkheid om bij te dragen tot een arbeidsomgeving waarin de waardigheid van alle werknemers wordt geëerbiedigd. Het niet respecteren van de gedragscode kan aanleiding geven tot een onderzoek en eventueel tot een sanctie voorzien in het arbeidsreglement. In het arbeidsreglement staat een duidelijke procedure. Voor informatie en melding kan je terecht bij de preventieadviseur OGW (Ongewenst Gedrag op het Werk) of de vertrouwenspersoon.
Hygiëne
13
Waarom? • Om patiënten gedurende hun verblijf te beschermen tegen infecties in het ziekenhuis, een goede persoonlijke hygiëne draagt daartoe bij. • om te vermijden dat je infecties overbrengt op patiënten die een verminderde weerstand hebben • om jezelf en je collega’s te beschermen tegen infecties die kunnen ontstaan door contact met een besmettelijke patiënt. Hygiëne en veiligheid zijn twee begrippen die in het ziekenhuis erg nauw samenhangen. Hygiënisch werken betekent ook veilig werken. Veilig werken betekent nauwgezet en verantwoord werken.
Daarom • Zijn er voorzorgsmaatregelen uitgeschreven voor het voorkomen van ziekenhuisinfecties bij de patiënt. Zij zijn van groot belang voor alle medewerkers die in contact komen met patiënten, patiëntenkamers, patiëntenmateriaal, geneesmiddelen, voeding,... kortom voor alle medewerkers in het ziekenhuis. • Zijn er procedures rond afvalverzameling en -verwijdering. • Zijn er voor de voeding- en keukenhygiëne specifieke maatregelen vastgelegd (HACCP). • Voeren we diverse periodieke controles uit. • Is er in het ziekenhuis een geneesheer-ziekenhuishygiëne, verpleegkundigen-ziekenhuishygiëne en een comité voor ziekenhuishygiëne actief die samen de nodige initiatieven nemen en aan voortdurende opvolging doen.
Wat doe je ermee? Je zorgt voor een goede persoonlijke hygiëne: • Handhygiëne - je ontsmet je handen steeds voor en na contact met patiënten en directe omgeving. Een correcte handontsmetting voorkomt de overdracht van micro-organismen. Je wast je handen steeds wanneer ze bevuild zijn. • Je nagels hou je kort en goed verzorgd. Nagellak en kunstnagels zijn niet toegestaan wanneer men in contact komt met patiënten. • Je draagt geen ringen, armbanden of polshorloges. • Je haar is schoon en verzorgd (baard en/of snor zijn kort geknipt). • Je draagt steeds de voorgeschreven kledij, deze moet steeds schoon zijn en regelmatig vernieuwd worden. • Eten en drinken doe je enkel in de daartoe voorbestemde ruimte. • Meldingsplicht (aan de dienstverantwoordelijke) voor medewerkers in de patiëntenzorg of in de voedingsdienst van: huidaandoeningen, diarree, infecties. Je neemt kennis van de procedures aangaande hygiëne en ter voorkoming van besmetting. Uiteraard kan je met vragen i.v.m. voorkomen van ziekenhuisinfecties bij de patiënt steeds terecht bij de dienst ziekenhuishygiëne, andere vragen i.v.m. hygiëne algemeen bij de IDPBW.
Milieu
14
Waarom? Binnen een ziekenhuis wordt er meer en meer belang gehecht aan het milieu. Energie en water vertegenwoordigen een belangrijke kost in een ziekenhuis. Door technische maatregelen proberen we die kost zo laag mogelijk te houden, zonder aan het comfort van de patiënt te raken. Ook de wetgever legt ons verplichtingen op in verband met het milieu. Alhoewel de technische installaties een belangrijke invloed hebben op het water- en energieverbruik, heeft ook het gedrag van ieder van ons hier zijn belang.
Daarom • Is het belangrijk dat je bewust omgaat met verwarming en verluchting. • Moet er geen licht branden waar dit niet nodig is. • Wordt waterverspilling vermeden.
Wat doe je ermee? • In koudere seizoenen heb je aandacht voor het sluiten van deuren en ramen. Deuren en ramen worden eveneens dicht gehouden voor ruimten die gekoeld worden. • Je gaat spaarzaam om met elektriciteit. • Je dooft de lichten in lokalen die niet gebruikt worden en waar het om veiligheidsredenen niet nodig is om ze te laten branden. • Je verspilt geen water. • Je meldt lekkende kranen en toiletten.
Afval
15
Waarom? Ook afval is belangrijk in het ziekenhuis en wel om twee redenen. 1. Het is een belangrijke kost. Het verpakken en selecteren van afval op de juiste manier betekent dat de kost minimaal gehouden blijft, en het milieu minder belast, binnen de wettelijk opgelegde eisen. 2. Maar ziekenhuisafval kan ook gevaar opleveren. Het kan besmet zijn met ziektekiemen. Een ziekenhuis produceert ook afval dat op andere manieren gevaar kan opleveren: producten uit het labo, afval van nucleaire geneeskunde, verf en solventen van de technische dienst, enzovoort. Rond ziekenhuisafval bestaat een strikte reglementering.
Daarom • Zijn er voorschriften, waarin beschreven wordt op welke manier afval gescheiden en verpakt moet worden. • Zijn er speciale vaten en dozen om risicohoudend medisch afval af te voeren. • Gebruiken we vuilniszakken voor het niet-risicohoudend afval.
Wat doe je ermee? • Je verwijdert afval op de juiste manier: o medisch niet-risicohoudend: vuilniszak met deze vermelding o medisch risicohoudend, vast afval: kartonnen doos met vermelding medisch risicohoudend afval o medisch risicohoudend, vloeibaar of pasteus en scherpe voorwerpen: kunststofdoos met vermelding medisch risicohoudend afval. • Je scheidt zorgvuldig en volgens de geldende voorschriften het niet-risicohoudend van het risicohoudend afval. • Het medisch risicohoudend afval kan besmet zijn. Je zorgt ervoor dat de recipiënten niet langs de buitenkant bevuild worden, dat ze niet lekken en dat ze ordelijk gestapeld worden. • Je gaat zorgvuldig om met naalden of andere scherpe voorwerpen. Je zorgt ervoor dat ze niet terechtkomen op plaatsen waar ze prikongevallen bij anderen kunnen veroorzaken: op de grond (schoonmaak), op het dienbord (keuken) of in een vuilniszak (ophaaldienst). • Andere afvalstoffen worden gescheiden opgehaald: papier, karton, glas. • Chemicaliën mag je niet weggieten of met het gewone afval mengen. Deze moeten afzonderlijk afgevoerd worden. Bij twijfel vraag het advies van de milieucoördinator.
16
Rampenplan Waarom? Een ramp kan gebeuren zowel binnen als buiten de instelling. Alle ziekenhuizen beschikken over een uniform intern en extern rampenplan. De provinciegouverneur vraagt dit op en in geval van ramp coördineert hij het.
Daarom • Wordt dit plan uitgeschreven en jaarlijks geactualiseerd. • Kan men bij een ramp iedereen oproepen om een volledige bezetting van de dienst te verzekeren. • Zijn er per dienst actiekaarten en personeelslijsten aanwezig.
Wat doe je ermee? • Dit plan wordt periodiek ingeoefend, lees daarom regelmatig de actiekaart van uw afdeling. • Bij een oproep ga je naar het ziekenhuis, meld je je aanwezigheid en ga je naar je dienst. • Een commandocel coördineert dan elke te ondernemen actie.
WIE IS WIE Mijn naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mijn dienst
..................................................................................................
Mijn dienstverantwoordelijke
........................................................................
Preventie-adviseur arbeidsveiligheid: Luc STRUBBE Preventie-adviseur arbeidsgeneesheer: Dr. K. BONTINCK - Dr. K . VANLERBERGHE Milieucoördinator: Martine SIJMONS Geneesheer ziekenhuishygiëne: Dr. B. GORDTS Verpleegkundigen ziekenhuishygiëne: Hilde JANNES - Aline LENEZ - Bea HEYNEMAN Vertrouwenspersonen: Marc DEMEULENAERE - Lydia NEUCKERMANS Preventieadviseur OGW - Lydia NEUCKERMANS Samenstelling leden comité PBW : zie algemene info bij het onthaal. Het telefoonnummer dat ik gebruik voor de melding van een noodsituatie: Brandmelding 2085 campus AZ Sint-Jan Brandmelding 5999 campus SFX Reanimatie 2003 campus AZ Sint-Jan
Slotwoord Beste medewerker, Leg dit boekje niet onder je hoofdkussen. Hou het bij de hand op je werkplek. Daar is het voor gemaakt, daar hoort het thuis. We hopen dat je er met interesse en plezier in gelezen hebt en dat je dit af en toe nog eens doet. Want veilig werken is niet altijd even eenvoudig. Risico’s kan je over het hoofd zien en procedures vergeet je wel eens. Deze zaken nu en dan eens opfrissen is dus geen luxe. Ook wij zullen je regelmatig herinneren aan het belang van veilig werken. En ook voor ons is dit boekje een leidraad. Want we geloven dat hier alles in terug te vinden is, op een eenvoudige, duidelijke manier. Aarzel niet om vragen te stellen, opmerkingen te geven, zaken te melden. Je feedback is welkom, want ze draagt bij tot een betere, veiligere en gezondere werkplek. En daar streven we allen samen naar. We wensen je een boeiende loopbaan in ons ziekenhuis. Uw algemeen directeur