1 http://www.temanteman.nl/indisch.htm
Wat is Indisch? Achtergronden van Indische Nedelanders
In Nederland wonen ruim ½ miljoen Indische mensen. De meeste daarvan zijn kort na de Tweede Wereldoorlog in Nederland gekomen, na vaak een lange voorgeschiedenis in het koloniale NederlandsIndië (van begin 17e eeuw tot 1949 ). Sommige Indische families zijn zelfs al ontstaan in de periode van de Portugese kolonisatie in de 16e eeuw. Het waren feitelijk de eerste migranten die Nederland na de oorlog ontving. Mengcultuur Hun etnische afkomst is van gemengde aard : een combinatie van Indonesische invloeden en Hollandse invloeden. In het koloniale Indië vormden de Indische mensen een tussenlaag tussen de autochtone bevolking (de inlanders) en de sociale top van Europeanen. Doordat de Indische cultuur geruime tijd sterk beïnvloed werd door de omgang met de autochtone bevolking zijn veel gewoonten, gedrag en b.v. bijgeloof bij Indische mensen sterk verwant aan de cultuur van de autochtone bevolking. Indische mensen komen voort uit gemengde huwelijken van Indonesiërs en Hollanders en zijn dragers van een in oorsprong gemengde-, doch autonome cultuur. Vroeger in de 18e eeuw werd die cultuur ook wel 'mestiezencultuur' genoemd. Later werd de term Indo-Europeanen of Indo's gebruikt. (het woord Indo had ook wel een negatieve lading). In deze tijd is het gangbaar te spreken van 'Indische Nederlanders'. In de Engelse literatuur wordt de groep ook wel als "Eurasians" betiteld. Europeanisering in de 19e en 20e eeuw In het koloniale Indië ontstond vooral na het korte Britse zelfbestuur (1811-1816) een druk op de Indische groep om zich qua cultuur en omgangsvormen zo Europees mogelijk te dragen. Indische vrouwen moesten bij voorkeur geen sarong en kabaja meer dragen, men moest zich Europees kleden en een monogaam Europees huwelijk had de voorkeur boven Aziatische verbintenissen. Ook in de periode na het Britse zelfbestuur werd de druk op de
Indische groep steeds groter . Voor maatschappelijk belangrijke functies in de vorige eeuw, vooral in de grote steden in Indië, waren geboorte en opleiding in Nederland vereist en tal van Indo's kwamen daardoor in problemen. In de binnenlanden echter waren het vaak de Indische families die zich met particuliere landbouw bezig hielden: "de heren van de thee, de koffie en suiker". Tegen het begin van de twintigste eeuw kwamen meer vrouwen uit Europa naar Indië die van verdere invloed waren op de 'Europeanisering' van de Indische cultuur. Om in Indië hogerop te komen moest je je zo Europees mogelijk gedragen. Indo-Europeanen vertoonden destijds alle kenmerken van een minderheidsgroepering. Indo's probeerden zich zoveel mogelijk te gedragen als de dominante groep 'totoks', zonder ooit helemaal door hen accepteert te worden. Japanse bezetting en bersiapperiode Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bedroeg het aantal Europeanen in Nederlands-Indië ruim 300.000 personen, waarvan 60% IndoEuropeaan was.Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) werden alle in Nederland geboren Europeanen (totoks) in interneringskampen ondergebracht. Wanneer bij de registratie van Nederlanders bleek dat zij gemend bloed hadden (Indo-Europeanen waren), werden zij(op uitzonderingen na, zoals in Oost-Sumatra) niet geïnterneerd. Een aantal van hen kwam als krijgsgevangene of echtgenote van een totok wel in een kamp terecht. Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 brak een zeer chaotische periode aan (de zogenaamde bersiapperiode), waarin Indonesië streed voor haar onafhankelijkheid en veel slachtoffers vielen, vooral onder de IndoEuropeanen. Met name de ervaringen gedurende deze tijd heeft veel Indische Nederlanders doen besluiten in de jaren na de soevereiniteitsoverdracht naar Nederland te repatriëren.(het begrip repatriëren
2 is overigens wat misplaatst omdat velen nooit eerder in Nederland waren geweest en er dus geen sprake was van 'terugkomst' naar het moederland wat het begrip repatriëring feitelijk impliceert. ) De Indische diaspora Na de Tweede Wereldoorlog werd Indonesië in 1949 onafhankelijk en kozen de meeste Indische mensen voor repatriëring naar Nederland. Sommigen kozen voor Nieuw-Guinea, maar de omstandigheden waren daar slecht. Vanwege de 'colour bar' lieten veel andere landen alleen migranten toe met Europese gewoonten en uiterlijk. Alleen de Verenigde Staten vormden daarop een uitzondering. De Indonesische regering gaf de Indische Nederlanders in 1949 twee jaar de tijd om te beslissen of men het Indonesisch staatsburgerschap verkoos (warga negara). Slechts een beperkt aantal Indo's koos hiervoor. Velen kwamen na verloop van tijd op dit besluit terug omdat hun maatschappelijke positie in het nieuwe Indonesië sterk onder druk stond. Het gevolg was dat velen daarna alsnog kozen voor migratie naar Nederland ('spijtoptanten') en de Nederlandse nationaliteit verkozen boven de Indonesische nationaliteit. Ruim 300.000 Indische Nederlanders repatrieerden tussen 1946 en 1964 in vier golven naar Nederland; 50.000 van hen emigreerden weer,onder andere naar de Verenigde Staten en Canada. De eerste jaren in Nederland Indische mensen tonen zich over het algemeen sterk aanpassingsbereid, maar dit was ook een vorm van zelfbehoud. Veel Indische gezinnen werden in Holland eerst in contractpensions opgevangen en zelfstandige huisvesting werd alleen gehonoreerd als men zich geassimileerd gedroeg. In die periode was er vanuit maatschappelijke organisaties en overheid sprake van een vorm van betutteling van de Indische groep in combinatie met een benepen opvatting over de groep, met name in de jaren '50. Nederland stelde culturele verschillen gelijk met culturele achterstanden. Bovendien wilde Nederland zo snel mogelijk het hoofdstuk van de koloniale geschiedenis afsluiten. Het steeds maar ingesteld zijn op je aanpassen aan je Nederlandse omgeving kan als gevolg hebben dat Indische mensen hun eigen culturele achtergrond steeds meer onderdrukken of ontkennen.Over de traumatische ervaringen tijdens oorlog en bersiap werd gezwegen, aangezien men in Nederland door de eigen oorlogservaringen geen tijd had om naar de 'verhalen' van de Indische Nederlandres te luisteren. Als niemand in je omgeving interesse toont voor je achtergrond houd je zowel de goedeals slechte herinneringen aan vroeger maar liever voor jezelf. Kinderen van 1e generatie Indische ouders stuiten, als gevolg daarvan, vaak op de 'geslotenheid' van hun ouders als het gaat om het Indisch verleden in Indië. Wat je kwetsbaar maakt daar praat je niet makkelijk over. De ervaringen in de oorlogstijd, met name de Jappense bezetting en
de bersiapperiode, heeft de situatie extra gecompliceerd voor de 1e generatie en ook voor kinderen daarvan die kort voor de Japanse bezetting geboren werden. De combinatie van enerzijds de dierbare herinneringen aan Indië, maar anderzijds ook de trauma's van de oorlogstijd hebben het terugblikken op de verleden tijd voor veel Indische mensen uit de eerste en soms 2e generatie extra gecompliceerd. De vooruitziende blik van Jan Boon (Tjalie Robinson) Jan Boon (1911-1974) was een Indischman die al in zeer vroeg stadium onderkende dat het behoud van die eigen culturele identiteit van Indische mensen een belangrijk goed is. Hij is de grondlegger geweest van het tijdschrift Tong-Tong (nu Moesson), organiseerde de eerste Pasar Malam in Den Haag, de Indische Kulturele Kring, het Indisch Wetenschappelijk Instituut en het INDO Community Center in de Verenigde Staten. In deze tijd ontdekt de 2e en 3e generatie Indische mensen dat met name Jan Boon (alias Tjalie Robinson en Vincent Mahieu) zeer belangrijk werk heeft verricht en hij feitelijk de basis heeft gelegd voor een behoud van de Indische cultuur in Nederland via de door hem opgerichte Indische organisaties. Enige tijd geleden werd bij het pand aan de Pr.Mauritslaan 36 in Den Haag waar Jan Boon startte met het blad Tong-Tong een plaquette door Staatssecretaris Nuis onthuld ter nagedachtenis en respect voor wat Jan Boon heeft verricht. Deze plaquette was een initiatief van het I.W.I. en werd bekostigd door de stichting TongTong, de Pasar Malam Besar BV, het I.K.K. en de Moesson. n.b. Foto rechtsboven van Jan Boon (Tjalie Robinson). Indische 'roots' Zoals adoptiekinderen vroeg of laat willen weten hoe het zit met hun herkomst, zo zijn er ook vele kinderen uit Indische ouders die -vaak bij het ouder worden - zich de vraag stellen : hoe zit het nu eigenlijk met mijn eigen 'Indische roots' ? Indische cultuur wordt vaak vereenzelvigd met Indisch eten, maar is meer dan dat alleen. Het is ook het handelen vanuit een besef dat je eigen wortels nu eenmaal in het verre Indië liggen en je dat verleden als waardevol beschouwd en je daarin wilt verdiepen. Indische cultuur uit zich daarnaast ook in de eigen cultuur, muziek, literatuur en omgangsvormen. Na Indonesië bezocht te hebben wordt dat 'Indisch bewustzijn' bij velen vaak nog eens versterkt. Het land roept, ondanks dat het nu een geheel Aziatische staat is, herinneringen op aan de Indische tijden van vroeger. De behoefte wordt sterker om graag te vertoeven in de prettige 'dampkring' van de Indische cultuur. En de Indische cultuur is nog steeds een levend iets, kijk maar naar de films over Indië, de
3 Indische literatuur, de geschiedschrijving en de Indische culturele activiteiten in deze negentiger jaren. De foto links toont een typisch Indische vrouw op de voorgalerij van haar woning. Drie generaties Indische mensen Er is in de jaren negentig een onderscheid te maken tussen drie generaties van Indische mensen: a. De eerste generatie bestaat uit Indo's die tijdens het koloniale Nederlands-Indië geboren zijn en veelal ook de Japanse bezetting en bersiapperiode hebben meegemaakt. De belevingswereld van deze eerste generatie is uiteraard sterk verweven met het oude Indië en de specifieke Indische cultuur en dierbaar zijn vaak vooral de herinneringen aan de jeugdjaren in Nederlands-Indië. Deze groep sterft nu geleidelijk aan uit. Zie rubriek Levensverhalen van Indische ouderen. b. De tweede generatie vormt de groep die of wel nog net in Nederlands-Indië geboren is vlakvoor of tijdens de Tweede wereldoorlog, evenals de groep die na de oorlog geboren is in Nederland, waarvan één of beide ouders tot de eerste generatie behoort. (Tot deze groep behoor ik zelf ). De tweede generatie is opgegroeid met de verhalen van de uit Indië afkomstige familie. Vaak op wat oudere leeftijd, soms gekoppeld aan het overlijden van een van de Indische ouders, ontstaat de indringende vraag naar de mate waarin je jezelf nog verbonden voelt met je Indische achtergrond. Voor sommigen vormt dat aanleiding die afkomst te koesteren en de Indische achtergrond een plaats te geven in het eigen bestaan via onderzoek naar de eigen roots, het lezen van Indische literatuur, het bezoeken van Indische manifestaties en een bezoek aan het land van herkomst zelf. Anderen, van dezelfde 2e generatie, zijn in het geheel niet geïnteresseerd in die Indische afkomst. De geslotenheid van de door de oorlog getraumatiseerde ouders is vaak voor sommigen van de tweede (en soms ook derde-) generatie een grote handicap omdat het communiceren over het vroegere Indië met de eigen ouders vaak moeilijk verloopt c.q. verliep. Kinderen van ouders die in Jappenkampen hebben gezeten hebben vaak zelf een problematische opvoeding gehad, mede omdat hulpverlening aan de ouders (en hun kinderen) in de jaren vlak na de oorlog niet of nauwelijks aan de orde was. Bij sommigen kinderen uit de 2e generatie wordt door die problematische opvoeding ook ambivalent aangekeken tegen het 'Indisch zijn' ; dat is begrijpelijk vanwege de ervaren problemen in de relatie met de eigen ouders.
c. De derde generatie vormen de Nederlandse kinderen die uit de tweede generatie voortgekomen zijn en alleen uit verhalen weten van de Indische afkomst. Voor deze groep is het Indisch-zijn geen vanzelfsprekende identiteit maar kan wel een proces van bewustwording optreden rond de historische achtergrond van de eigen familieherkomst en etniciteit. Voor deze groep is het gedrag van de 2e generatie, de eigen ouders, ook van belang. Naarmate meer Indo's "vernederlandst " zijn kan er een neiging zijn de Indische afkomst naar de achtergrond te plaatsen. Toch valt te constateren dat een deel van deze derde generatie juist op zoek gaat naar het minder bekende 'Aziatische' deel van zich zelf en deze groep steeds meer geïntrigeerd raakt door het Indisch verleden. Totoks Een deel van de groep die na de oorlog vanuit Indië in Nederland kwam bestond ook uit 'totoks', hieronder worden de Nederlanders verstaan die niet in Indië geboren zijn, maar in Indië wel een deel van hun leven hebben doorgebracht. Dit kunnen zowel mensen geweest zijn die gehuwd waren met Indo's (zoals mijn moeder), maar ook b.v. KNIL-militairen of Nederlanders die onderdeel uitmaakten van het Binnenlands Bestuur. De interesse van deze groep voor de Indische cultuur is gerelateerd aan hun eigen verblijf in Indië. Sommigen zijn in hun hele gedrag, afhankelijk van de duur van het verblijf in Indië, zelf sterk 'verindischt'. De Jappenkampervaringen en bersiaptijd heeft bij sommigen zeer gemengde gevoelens teweeg gebracht als het gaat over het onderwerp 'Indië'. Onbegrip van Nederlandse kant over wat hun is overkomen heeft net als bij de Indo's uit de eerste generatie, die de oorlog indringend hebben meegemaakt, vaak ook geresulteerd in geslotenheid t.o.v. hun kinderen als het onderwerp 'Indië' ter sprake kwam.
Indische identiteit In deze periode zijn velen uit de 2e en de 3e generatie Indo's bezig met hun eigen Indische identiteit. Het bewustzijn van je eigen roots en de vertrouwdheid met de Indische cultuur waarin je bent grootgebracht geeft bij je verdere ontwikkeling vaak aanleiding meer te investeren op de Indische kant van jezelf. In Nederland worden in tal van plaatsen kumpulans en bijeenkomsten gehouden om in de behoefte om met Indo's bij elkaar te zijn tegemoet te komen. Juist de toenemende belangstelling voor b.v. de Pasar Malam Besar in Den Haag, die jaarlijks op het Malieveld in Den Haag gehouden wordt, duidt op een toenemende behoefte om uiting te willen geven aan het Indischzijn. Toch zal de tijd leren of de daadwerkelijke beleving van iets als 'Indische identiteit' geleidelijk aan uitsterft. Immers in een post-koloniale periode (50
4 jaar na de soevereiniteitsoverdracht) is het begrijpelijk dat die hang naar de Indische cultuur nog levend is, maar de kans is groot dat in volgende generaties de Indische cultuur nog alleen maar in musea en geschiedenisboeken wordt aangetroffen en er geen sprake meer is van een 'levende cultuur'. Alleen generaties die daadwerkelijk in de Indische 'dampkring' grootgebracht zijn zullen immers de behoefte voelen die cultuur voort te zetten.
Indonesië 'Indisch-zijn' gaat veelal ook gepaard met een verlangen het 'land van herkomst' terug te zien. Indonesië is een onvoorstelbaar mooi land met vele etnische groepen en een buitengewoon rijke cultuur en historie. Het is een land dat zeker de moeite van bestudering en een bezoek waard is ! Juist vanwege de vele verwantschappen die de vroegere Indische cultuur had met de inlandse cultuur is het boeiend ook de Indonesische cultuur goed te bestuderen.
Met dank aan Rick van den Broeke van het Indisch Informatiepunt op Internet
Een leuk stukje van een onbekende schrijver. INDO STORY
Zoooo ver is die familie van ons inmiddels. Jah, wij zijn al familie sinds de tijd van de VOC. Het ging toen vooral om peper en zout en de hele mikmak. Maar tussen de bedrijven door is er genoeg tijd voor andere dingen. Spelletje scrabble, Mens erger je niet aan hem. Waar 2 culturen elkaar ontmoeten, daar komen vroeg of laat kinderen van. En ja hoor: Daar komen de Indo's. Logisch. Sommigen betreuren dit echter. Volgens hun: No Indo no Cry. De pijnlijke vraag vandaag is: "Hoe ben je in godsnaam nog Indisch, nu Indië allang niet meer bestaat?" Want we hebben ons immers meteen keurig aangepast? Naadloos geïntegreerd. Gelukkig maar, anders worden we strakjes nog door si Verdonk ijskoud terug gestuurd. Schrijnende gevallen, niks mee te maken. Blijft de vraag: www watisindisch dot kom Daarover zijn Indo's het nooit eens kunnen worden. De een loopt met No Indo no cry op zijn baadje. Een ander weer met Belanda goreng. Weer een ander met: Ben helemaal van Lombok. Adoeh zeg, heb meteen gestuurd naar si Ben, deze. Ben helemaal van Lombok. BEHEN, vroeger van de mobieltjes. Ken je hem nog? Ach, wat heb ik al niet als idee naar hem opgestuurd. Ben even naar achtren, weet je. Ben een Indo boy. Ben een Indo doos. Ben Hur joyboy. Ben eindelijk helemaal van haar ........af. Si Bennie intussen hij zwijgt in zeven talen, die vent. Pas vanmorgen stuurt hij een SMSje: Ben al helemaal mati njo. How are you? Wat is Indisch? Sommigen denken bij "Indisch" aan India. Tolol weet je, die lui. In een woord: Bongol, werkelijk. Nou ja, eigenlijk ook niet zo vreemd. Want India heette ooit Brits Indië. "Ons Indië" heette "Oost Indië". Er blijft echter een hemelsbreed verschil tussen "Brits Indisch doof" en "Oost-Indisch doof " Neen. Het "Indisch zijn" wordt vooral verbonden aan de Indo-Europeaan. De gemengdbloedige. Ten tijde van Tempo Doeloe Werd de mate van "Indisch zijn" gekoppeld aan een bepaald percentage. Dat wil zeggen: Je was voor zoveel % "Europees" Jah Illah, soms alleen maar voor een paar promiel! Dan moest je blazen, weet je? En als teveel baoe sambalan peteh, mampoes jij, jouw kantong kempes. Wij Indo's mogen eigenlijk helemaal niet klagen. In Holland staat een huis tegenwoordig, Een Indisch Huis. We hebben een Indisch Cultureel Centrum.
5 Indisch - Indonesische cultuur vinden we toch nog steeds voornamelijk, Eens per jaar, in een tentenkamp op het Malieveld. Buitenlandse toeristen zullen denken, dat het gaat om een model asielzoekerscentrum. Kan ons niks bommen. Al jaren sta ik op die Pasar Malam Besar. Met Indisch - culturele teksten, zoals: Ik eet Indisch, of ik eet niet Maar je hebt ook: Ik eet Indisch en vrij wel d'n helen dag. Voor de computerfreaks: Words for Indows. Ik denk dus ik ben Indo war Deze laatste tekst is van si Pablo. Hij is betul betul lui die fent. Precies zijn moeder, weet je. U kent het merk FILA immers? Hij maakt van die F een G. Smijt dat op een T-shirt. Klaar. Die andere zoon van mij Micha kan er ook wat van. Als ken ken, als ken niet, OPDONDREN! Is zijn filosofie. Of: Dat ene....., zit gewoon Indo genen. De meeste teksten bedenken we zelf, soms krijg ik er eentje opgedrongen. Zoals vanmorgen nog van een Indo op het station. Hij gaat nog zingen: Don't worry, be bongol Laatst komt er 1 opgewonden bij mijn stand staan. Volgens hem ontbreekt er een tekst. "Adoe, mijn tand, hij watert" . Ik praat maar zo'n beetje met hem mee. Je kunt Indo's beter niet tegenspreken, immers. Nog niet eens "watwat" al "watwatjij" bij die lui. Toen hij eindelijk een eindje verderop ging, Heb ik meteen op T-shirt gekalkt: Als niet snel, IK LEL ! Ik mag van mijn psychiater niet meer meteen beuken, als nog niks. Zij vin dat onverstandig. Schrijf het maar op een t-shirt, zegt ze mij. Vandaar. -"Kan ik op je rekenen?!"-, schreeuwt hij mij nog toe vanuit de verte. Wat denkt hij wel, die fen, ik ben geen rekenmasjien! Op de Pasar Malam Besar proef je gewoon de Indische cultuur. Je ruikt overal durian, maar je proeft de Indische cultuur. Laatst, ben ik blozend tot achter mijn oren getuige van de volgende dialoog. Hij: "Jouw piercing boleh seh". Ik denk: Adoe, Indo deze. Zij: "Loh, moet je mijn kwee mangkok proeven, adoe jouw tand hij watert". Op haar t-shirt staat te lezen "Gatel". Soms komen mensen aan mijn kraam met een speciaal verzoek. Een suikerzieke: Tjobak meneer, maak dan voor mij "Ik heb heimwee naar jou mijn insuline". Een vette meneer in Bermuda shorts vraagt om: "Tempo doelloos fitness club" Andere meneer, strak pak weet je, Indoyup 2007, vraagt om voor zijn nieuwe bedrijf te maken: Indisch planburo PlanPlan' Een tante, verre familie ook zij, zij staat nog zo'n beetje te dromen voor mijn standje: Adoe, waar blijf de tijd? Haar zus: Hij kom so ja Ook Indo's van de derde, zelfs vierde naoorlogse generatie. Een meisje van, pakkem beet, net 18, maar haar sociaal emotionele ontwikkeling al helemaal aanwezig, navelpearcing, weet je? Ze wil op haar stretchshirt: Mijn durian stinkt niet, hoor. Indisch zijn na Indië Af en toe hou je wel je hart vast. Op een Indische kumpulan hoor je niet meer alleen maar Indorock. Tjampoer adoek tegenwoordig. Ze geven rustig sateh kambing naast rijstenvlaai. Krontjong Betawi naast Frans Bauer. 'Heb je eten voor mij? Likje sambal drbij...'
6 Nog even en ze geven een Indische carnavalskraker: "Heus heus heus, d'r hangt een upil uit je neus!" Droomt u ook zo vaak, als ik? Ik droom laatst ik ben op het ministerie. Ik ga geld vragen voor de Indische cultuur. Wat is in hemelsnaam Indische cultuur, vraagt de staatssecretaris zich af. Aan haar assistente Sonja, Indo zij, vraagt ze om koffie te zetten. Sonja, nog een beetje suf zo op de vroege ochtend vraagt: "Tubruk or not tubruk?" Opeens weet de staatssecretaris weer. Ze denk ook als Shakespeare, boleh. Ze geef meteen 5000 pop. En bent u ook net zo gek, als ik op reclamefilmpjes? Zoals die ene van "Zijn jullie nog niet begonnen?". Belum. Of hoe toch ook alweer? "Need a Pentium?" Vaak als ik aan Indo's denk, denk ik terug aan mijn allereerste. Niet aan mijn allereerste meisje, aan mijn allereerste computer. Als ik aan mijn eerste meisje denk, door maar "Gatel inside" Zoals bij mijn allereerste computer "Indo inside". Zo langzaam mijn eerste computer. Precies mijn broertje. Djam karet werkelijk, die fen. Bij hem gegarandeerd: Kom tijd, kom laat. Maar je krijgt tenminste de tijd om heerlijk weg te dromen met zo'n trage computer. Naar gebieden 'never ever' ontdekt door Christopholo Sontoloyo Colombo. Naar de Poentjak, Banjoewangi, Tjilatjap, Babi ketjap, Modjokerto, waar maar. Straks, als er eenmaal Indo-tv is, krijgen we allemaal filmen daarover Ze geven ook real Indische soap strakjes onder de titel: Loh, smaak naar spek deze koek, of hoe? en I am Indo mood for love. Je moet ook als Indo een beetje meegaan met jouw tijd. Dus heb ik tegenwoordig mijn eigen website. "Indo Wordart of the Lowlands". Ik ben trots. Maar ja, wat zet je op zo'n website. Zoals ik, belum kawin, denk weet je wat, ik zet een kontakadvertentie d'r op: ZKM prettige vrouw - Liefst Indisch - Klein gebrek geen bezwaar Als maar geen gel gebrek. Als bij zo'n website je kan steekwoorden opgeven voor de zoekmasjien. Dus ik al: Indo, superindo ,botoltjebok, tetehbengek - matakicikutuburung. Help geen fluit, man. Soms vragen ze mij om iets te doen voor de mensen. Ajo Oom, vertel dan weer zo'n sprookje. Wat maar, als maar leuk. En daar kan ik me nou dood aan ergren. Indo's zijn vervelend. Ze willen altijd maar lachen hier, lachen daar. Zeker om hun depressie weg te moflen. Ik wil hebben, bespreek ook eens een serieus onderwerp. Zoals daar bijvoorbeeld is: "Show me the way to go home" Want wij hebben niet als Klein Duimpje kruimeltjes gestrooid, toen wij in Holland verdwaalden. Dus geef ik hun laatst gewoon ?Het Grootsch Indisch Dictee". Ik denk bij mezelf ?ik zal hun leren". Ik zeg à la Philip Freriks: Schrijf op jullie. Ik haat nog lopen naar de benedenstad, als ik si Soophie zie. Ik ben smoor op gaar, je weet. Maar ja, baoe tangan zij, afhelikte boterham. Intussen hun dictee vol met Indische fouten. Geef neks, je beuk maar, blaas maar, als geef maar geleit. Daarna nog de ?Tempo Doelloos Quiz" gedaan. En ik moet eerlijk toegeven, Indo's zijn reuze goed in vaderloze geschiedenis. Alleen dat lachen, ik erger me dood. Nou ja, ik vertrek geen spier. - "Dames en heren, mag ik een beetje aandacht?"
7 Tegelijk commentaar, die lui. - "Adoe, zo zielig si Royke. Hij heeft een beetje aandacht nodig. Kom maar even op mijn schoot zitten, jong". Ik weet gewoonweg niet, waar ik kijken moet, seh. En was het nou maar een dame, die dat zei! Luister, ik zeg: Paree ligt 10 palen ten Oosten van Kediri Vraag: ?Hoe lang is een paal?" Ze weten niet! Andere vraag: ?Wat is de verleden tijd van figuurzagen?" Zegt er een: Wah, niet zo dan Oom. Figuurzagen toch allang de verleden tijd? Van figuurzien. Maar, onze taal is betul betul muulik. Eerlijk waar. Je weet: hij wordt schrijf je met deetee. Derde persoon enkelvoud immers. Katanja: Landtong schrijf je ook met dt. Je zou denken lanttong dezelfde als lonttong. Help te geloven. Dan heb je ook nog langtong. Apa 'tu? Als mijn frien hij ken, langtong zoenen. Ik weet, lachen is gezond. Mijn psychiater zij zeg: lachen maakt gezond, Roy. Toch ben ik maar wat blij, dat mijn moeder ons altijd op het hart heeft gedrukt, dat het leven in Holland na de oorlog beslist geen pretje is. Op dat weilandje ergens tussen Enschedé en Loosduinen. Inmiddels omgedoopt tot International Airport Bushbush. Met wel dertien landingsbanen. Dertien. Om al de bolletjesslikkers veilig te laten landen. Over psychiaters gesproken, wat heb je eigenlijk aan die lui? Ze geven jou door maar pillen. De een nog mooier dan de ander. Wij Indo's zijn daar niet blij mee en gelukkig maar nog een beetje bijgelovig, af en toe. Geef mij maar liever de jamu jamu van oma, dan al die duizelingwekkende medicijnen. Ik laat mij nog liever de hand lezen seh, door mijn tante. Zij houdt ook helemaal niet van medicijnen. Mijn tante, zij praat met engelen, geloof je. Betul! Het begon allemaal op kerstnacht 1953. Zij is nog bezig haar wintertenen in te smeren met purol, adoe. Dan hoort tante opeens ( eeh Tjina mati! ) engelen zingen. Vanaf dat moment, als haar wat mankeert, zij praat eventjes met haar engel, al. Tot op een nacht die engel, hij zegt: Jazeker, de apotheker!!!. Mampus zij. Indische Nederlanders, het laatste restantje van een koloniaal verleden. Ca. 600.000 Indo's wonen inmiddels verspreid over heel Nederland. 600.000 Indo goed voor 16 miljoen Euro. Nadat ze aanvankelijk uiterst koel zijn ontvangen. Heb ik mij laten vertellen door si Kokkie. Willem Kok, mosoh je ken hem niet. Hij is pas maar benoemd tot minister van Staat niet. "Ekskuus, ekskuus", mompelt hij in Den Haag Vandaag. En hij maakt daarbij een gebaar. Het gebaar. Lijkt net, of hij aan het soeten is, die fen.. In ieder geval laat hij mij bij deze alsnog de hartelijke excuses overbrengen. Wadoe, 197 Miljoen Euro, hoor. Krijgen we. Bukan main. Dus ik al 197 min 16 gedeeld door 101.307 3 onthouwen Loh, kurang voor mijn vloerverwarming. Maar we krijgen nog bij. Dank zij een zekere Elizabeth Lubberbuyk. Beslist geen familie. Zij zeg: Geef die Indische kneusjes maar honderd pop extra. Dan zijn ze tenminste weer 50 jaar stil. Veeg haar! Adoe, ik ben razend! Eigenlijk we moeten demonstreren, vin ik. hh. Wij Indo's zijn uitermate koel ontvangen destijds. Dermate koel, dat we spontaan wintertenen krijgen. Weet je nog? Gatel ja? En nu snap ik eindelijk, mijn psychiater zij heeft zelf uitgelegd zij, die wintertenen zitten hoogstwaarschijnlijk tussen mijn oren. Maar ook dat is beslist geen pretje, kan ik je verzekeren. O ja, nou we toch over hebben:
8 Wat is het verschil tussen een nietmasjien en het gebaar? Adoe, je weet niet. Luister goed: Een nietmasjien niet en het gebaar ook niet. En het verschil tussen een nietmasjien en langtong zoenen? Een nietmasjien niet en langtong zoenen graag of niet. Langtong, lang tong lijkt wel een Chinees lestaulant deze seh. Alsof hij net van zijn fiets is gedondrd, die lummel. Tijdens een telefonisch interview met een totokse van de Zwolse Courant, over pantoens, Tjalie, Conimex, de nooit uitbetaalde salarissen gedurende de Japanse bezetting, vraagt de mevrouw aan de andere kant opeens: U bent half Indonesisch, is het niet? Ik hoor het aan uw accent. Even is het stil, maar dan ik: Niet ach, meprouw, Mijn opa is Hongaar, mijn Oma hij speelt mooie gitaar! Ja, onze Oma, oma Betty van mij. Zij heeft werkelijk mijn interesse voor filosofie flink wakker geschud. Zij heeft altijt van die diepzinnige uitspraken, weet je. Sluit jouw klep nou maar eerst, jong. Straks kedjepit jouw detdot. Maar van haar is ook: Verdriet gaat bijna altijd over iets wat niet meer terug komt Bij ons in de familie draait het vooral om Oma. Als jouw zakgeld al op, zij heeft voor jou een bankje van 5. Als je hebt nog honger, ze knikt naar de frigidaire:"Je weet de weg wel, ja? Als al putus met jouw meisje: " Wat moet je ook met zo'n belanda goreng?" Dan mijn ouwe heer, hij zegt nooit een woord, kaia Willem de Zwijger hij. Streng doch rechtvaardig, zoals elke Indische vader. Als hij er lucht van krijgt van dat bankje van 5 van oma Bet je wordt onmiddellijk gekort. Streng hij, vaak regeert hij nog met de riem. Ik stotterde vroeger als kind en op zeker moment vraagt de logopediste aan hem: - Meneer Piette, slaat u uw zoon wel eens? - Jazeker, glimt papa, maar alleen als hij het ook echt verdiend, hoor.- Verlegen vaderland immers? Toch heb ik het nog niet eerder zo durven bekijken, wij zijn ook half Indonesisch. Nog niet zolang, hoor. Pas maar volgens si Verdonk. De Indo is vroeger eerst en vooral van Europese komaf. Wouter Muller beweert weer, dat wij ons inmiddels hebben aangepast. Van botol cebok zuipers tot toiletpapier vreters. Van cebok naar pépér-pépér Die is me er trouwens eentje, hoor. Si Woutje. "Wat is een Indo?", vraagt hij zich af op zijn eerste cd. Lekker belangrijk. Hoe toch hij? Mijn ouwe schoen weet wat een Indo is. Een Indo? Een ziel, twee gedachten. Dat is een Indo. Een Indo wil gewoon op tijd zijn kopi tubruk en hij houdt niet van kabaal maken. Hij houdt wel van mooie meisjes en van mooi weer.........Spelen. Hij is dol op sambalan taotjo en haat te laat komen. Hij haat tegenwoordig trouwens ook naar de wintersport. Zijn liedjes zijn mooi, ja de liedjes van si Wouter. Adoe tranen met tuiten, ik. Zijn nieuwste song: Indo, langzaam maar zeker. Ja, je ziet steeds meer Indo's op wintersport. Het assimilatieproces is gewoon nog in volle gang, man. Lees maar de Telegraaf : Steeds meer Indo's in de lift. Je hoort hun al van verre aankomen: Sret, srot Ik ook. Met mijn oudste dochter en mijn tjoetjoe, naar de Franse Alpen. Enfin, ik stap uit met die kleine, zij ziet die enorme sneeuwmassa en zet het onmiddellijk op een brullen. Weet je waarom zij een keel opzet? Van angst natuurlijk.
9 Voor alles wat blank is. Want die sneeuw daar in Frankrijk is blank hoor. Blanker, dan de mollige bovenarmen van Sneeuwwitje. Die goenoeng heet niet voor niks mond blank. In de loop van de tijd zijn er al diverse definities van Indo in omloop geweest. Een mevrouw, ze komt aan mijn stand. Ze wil op haar stretchshirt: "Ik wil Indo zijn". Paya. Ik wil niet hoor, ik wil niet dertien Indo zijn. Ze drukt mij op het hart: "Als In doos bewaard Oom, gegarandeerd vers tot 2068 na Chr." Wanneer toch vinden wij onze eigen Indische identiteit eindelijk? Een identiteit, die iets verder gaat, dan door maar lekker makan makan, omong kosong, kontrie en westrn. Line dancing. Zoals over Indo's wordt door maar beweerd, dat zij alleen kunnen praten over eten. Fout! Ze kunnen niet alleen praten over eten, ze kunnen ook behoorlijk eten die lui. Demonstrerende Indo's, je moet er toch niet aan denken. Zie je al? Demonstrerende Indo's op het Binnenhof. Het zou me werkelijk verbazen. Wij hebben immers van mamaatje geleerd: Hand voor je mond ja, als je wat zegt, en nooit met volle mond demonstreren. Njang hoe toh? Een Indo heeft nog steeds de mond vol van vroeger. Als je wat krijg, van de staatssecretaris voor Inlandse zaken, Dank u wel zeggen, ja? En een handje geven. Je mooie handje. Nooit je tjebokhandje. Denk daar om. Ik beuk je. Heel af en toe, van tettottet kun je wel op het Binnenhof zo'n groepje Indische demonstranten voorbij zien sjokken: Adœ We want semor, we want semor!!" Vreetzame demonstratie, weliswaar, maar laten ze liever demonstreren voor gelijke gerechten voor de mens, wil ik hebben. Liberté, egalité, fraternité, et toewee toesoek saté!!".....