Actueel nr 13 / november 2002 Een uitgave van Der Kinderen, Aalbekerweg 16, 6336 AD Hulsberg. Tel.: (045) 405 8888. Fax: (045) 405 8890. Internet: www.derkinderen.com
Lambert’s Perikelen... Communicatie, kent u het? We praten tegenwoordig niet meer met elkaar, nee, we communiceren. Zo in de geest van: “Luister mijnheer de notaris, ik ben nu voor de tweede keer gehuwd en we kopen nu een huis en ik wil niet dat als ik overlijd m’n partner problemen krijgt met de kinderen uit mijn eerste huwelijk”. “Och meneer”, zo zegt de notaris, “wij zullen dat eens fijn voor u regelen. U krijgt van mij een langstlevendentestament en dan hoeft u zich geen zorgen meer te maken”. ”Weet u dat zeker, meneer de notaris?” ”Ja, natuurlijk weet ik dat zeker”. Einde communicatie, iedereen gelukkig, einde eerste bedrijf. Tweede bedrijf, het doek gaat op. We zien een mevrouw met een doodzieke man. Zij probeert de huisarts te bellen, maar wordt doorverwezen naar de “night-care”. “Naar de wát?”, zegt ze in paniek. Zij is maar een gewone Nederlandse vrouw die angstig hulp zoekt bij een Nederlandse arts, en die nu ineens Engels moet kennen. Maar goed, verder dus. “Juffrouw, mijn man doet zo raar. Hij trekt met z’n mond, hij bibbert, ik denk dat hij doodgaat.” ”Nou mevrouw, geeft u hem maar een aspirientje, en als het niet overgaat, belt u nog maar eens.” Of althans iets in die geest. Deze scène herhaalt zich, met telkens andere bewoordingen en bezoeken van een arts, nog een groot aantal malen. Zonder diagnose evenwel. Tot slot zien we mevrouwt haar doodzieke man in de auto slepen en naar het ziekenhuis rijden. “Mevrouw, helaas, we kunnen voor uw man niets meer doen. ➡➡➡ 2
Veranderingen per 1 januari 2003?
Wat hebben de spaarloonregeling, ziekteverzuim en de Wet PEMBA gemeen? Een ‘nieuw’ kabinet zorgt voor nieuw beleid, en soms raakt dat nieuwe beleid u rechtstreeks in uw portemonnee. Hieronder vindt u een aantal maatregelen dat waarschijnlijk per 1 januari 2003 van kracht wordt. Afschaffing spaarloonregeling Waarschijnlijk heeft u het al in de krant gelezen of op radio of tv gehoord: het ‘nieuwe’ kabinet wil de spaarloonregeling per 1 januari 2003 aanpassen. Wat was dat ook alweer, de spaarloonregeling? Onder deze regeling mocht een werknemer jaarlijks maximaal 788 euro van zijn bruto loon afhouden en dit geld op een aparte bankrekening zetten. Meestal regelde de werkgever dat. Na vier jaar kon de werknemer het gespaarde geld dan netto opnemen. Onder bepaalde voorwaarden mocht de werknemer eerder aan het gespaarde geld komen, bijvoorbeeld als hij het geld onderbracht in een lijfrentepolis. Wat gebeurt er in de aangepaste regeling? Het maximaal te sparen bedrag wordt verlaagd van 788 euro naar 470 euro. De gespaarde gelden uit 2001 en 2002 blijven gewoon geblokkeerd, de tot nu toe geblokkeerde gelden uit 1999 en 2000 kunt u meteen opnemen. Dat betekent wel dat u over dat opgenomen geld in box III belastng betaalt! Als uw spaarloon gekoppeld is aan een lijfrentepolis, heeft de afschaffing van de spaarloonregeling tot gevolg dat de premie voor deze polis niet meer automatisch wordt overgeboekt. U kunt dan besluiten de premie zelf te gaan betalen of de premiebetaling stop te zetten. In veel gevallen zal doorbetalen van de premie het beste advies zijn, want de aftrekbaarheid van lijfrentepremies blijft - in tegenstelling van wat velen denken - gewoon bestaan. Alleen moet u toetsen of u geen bovenmatig pensioen opbouwt. Voor die toets kunt u natuurlijk bij ons terecht! Als opvolger van de spaarloonregeling denkt het kabinet aan de Verlofknip. Werknemers kunnen dan vanaf 1 januari 2004 jaarlijks 600 euro sparen voor extra verlof - bijvoorbeeld in verband met een studie, of voor extra tijd voor het gezin. Op het moment dat de werknemer dit verlof wil opnemen, geeft de overheid hem een bonus van 30 procent. Loondoorbetaling zieke werknemers Op 1 januari 2003 wil het kabinet ook een nieuwe wet in werking laten treden, die bepaalt dat werkgevers zieke werknemers voortaan twee jaar loon moeten doorbetalen in plaats van één jaar. De eventuele toegang tot de WAO ➡➡➡ 2
➡➡➡
vervolg Lambert’s Perikelen
Hij heeft tweemaal een herseninfarct gehad inmiddels. Als u nou eerder was gekomen, hadden we misschien…” Einde tweede bedrijf… Derde bedrijf, het doek gaat weer open. We zien diezelfde mevrouw, nu in het zwart gekleed, bij de notaris uit het eerste bedrijf. “Ja, mevrouw”, zegt de notaris, “wat erg dat uw man is overleden.” ”Zeg dat wel,” zegt de weduwe, “ik voel me zo schuldig, ik kon die mensen bij de night-care maar niet duidelijk maken hoe ziek mijn man wel was. En toen ze dan eindelijk kwamen, hadden ze zó hun eigen mening dat ze maar nauwelijks hoorden wat ik zei. Maar goed, herinnert u zich nog dat wij een jaar geleden bij u waren om over het testament te praten? En dat u alles zou regelen?” “Jazeker”, zegt de notaris, “en dat heb ik ook gedaan. U hoeft alleen maar toestemming te vragen aan de kinderen van uw man of u in uw huis mag blijven wonen, en dan is alles geregeld.” “En als die dat nu niet goed vinden?” “Ja mevrouw, dan moet u ze maar uitbetalen.” “Maar wij zijn nog speciaal bij u geweest om te vragen of alles goed geregeld was, en nu ….” Het doek valt, einde derde en laatste bedrijf. En denkt u nu niet dat dit verhaal niet op waarheid berust. Het is helemaal écht zo gebeurd. De notaris, de doktoren en de night-care hebben allemaal met meneer en mevrouw gecommuniceerd. Maar niemand heeft er ook maar íets van gesnapt wat de ander bedoelde. En dat zijn nou exact mijn perikelen. Hoe kunnen we, in deze steeds ingewikkelder wordende tijd, gewoon met elkaar blijven praten. Zodat u weet wat wij bedoelen. Maar belangrijker nog: dat wij snappen waar ú het over heeft. Dat we voorkómen dat we alle twee denken dat alles geregeld is, maar dat we toch “de boot gemist hebben”. Misschien als we ons allemaal nog eens opnieuw realiseren dat ook wij maar mensen zijn? Lambert der Kinderen
➡➡➡
vervolg spaarloonregeling
schuift daardoor één jaar op. De gedachte is dat deze maatregel werkgevers en werknemers stimuleert zich beter in te spannen voor hervatting van het werk. Daarbij is het de bedoeling dat er een doorbetaling komt van 70% van het loon en te verbieden dat dit door de werkgever wordt aangevuld tot 100%. Wet PEMBA vervalt voor kleinere bedrijven Bedrijven met minder dan 25 werknemers vallen vanaf 1 januari 2003 niet meer onder de Wet PEMBA. De Wet PEMBA regelt nu dat bedrijven een fors hogere premie moeten betalen als werknemers in de WAO terechtkomen. Een lage WAOinstroom leidt tot een lage premie. Door het vervallen van de Wet PEMBA gaat elke kleinere onderneming evenveel premie betalen, namelijk 2,38 procent van de loonsom in 2003. Voor een klein aantal bedrijven betekent dit een forse premieverlaging, voor de overgrote meerderheid een premieverhoging met ongeveer één procentpunt. Wij hebben inmiddels alle bedrijven die bij ons daarvoor in aanmerking kwamen, benaderd en met hen besproken of ‘uittreden uit het sociale systeem’ zinvol is. Als u nog vragen daarover mocht hebben meldt u zich dan snel bij ons, want de tijd dringt. Bij het ter perse gaan van deze Actueel bereikten ons berichten dat de huidige demissionaire regering heeft aangegeven dat de spaarloonregeling waarschijnlijk toch behouden zal blijven. Welke verrassingen staan ons nog meer te wachten?... ■■■
beoefenaar van een vrij beroep heeft, als hij of zij arbeidsongeschikt wordt, recht op een uitkering. Dat is geregeld in de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen. Die regeling kent echter een aantal forse beperkingen. Om te beginnen: de uitkering is maximaal zo´n 9500 euro bruto per jaar. Verder bestaat de kans dat er helemaal niets wordt uitgekeerd. Dat komt door de manier waarop er in de wet gekeken wordt naar de mate waarin de ondernemer arbeidsongeschikt is. Als de ondernemer nog andere werkzaamheden kan verrichten (buiten zijn eigen beroep om), dan kan dat al snel leiden tot een vermindering van de uitkering. Deze wettelijke basis is dus onvoldoende - aanvullend verzekeren is verstandig. Een nieuw product Niet iedere ondernemer is gelijk, niet iedere ondernemer heeft dezelfde wensen. Dat realiseert Der Kinderen zich. We zijn dan ook steeds op zoek naar producten die tegemoetkomen aan de wensen die bij onze klanten leven. Zo zijn we onlangs in contact gekomen met een nieuwe verzekeraar op de arbeidsongeschiktheidsmarkt. Deze verzekeringsmaatschappij, met een brede ervaring in onder andere Japan, de Verenigde Staten en Engeland, heeft een geheel eigen kijk op arbeidsongeschiktheid. Dekkingen op maat, zowel qua risico als qua premie zijn mogelijk. Maar wat minstens zo belangrijk is: er wordt daadwerkelijk zorg besteed aan de arbeidsongeschikten. Door snelle begeleiding en reïntegratieactiviteiten wordt er alles aan gedaan om de nadelige gevolgen van een eventuele arbeidsongeschiktheid tot een minimum te beperken.
Ondernemers en arbeidsongeschiktheid
Geen standaardwerk, maar verzekering op maat Arbeidsongeschiktheid. U denkt er liever niet aan. Maar het is een risico dat u als ondernemer niet kunt negeren. Want iedereen kan arbeidsongeschikt raken. Dat is erg genoeg. Financiële problemen kunt u in dergelijke omstandigheden niet gebruiken.
■■■ Iedere zelfstandige ondernemer of
2
| ACTUEEL DER KINDEREN | NOVEMBER 2002 | NR 13
Maatwerk voor ondernemers De verzekeringsmaatschappij waar we het over hebben, kent drie productvarianten. Budgetvariant Variant één is een budgetdekking. Deze verzekering is min of meer bedoeld voor de startende ondernemer. In de overwegingen bij de keuze van een arbeidsongeschiktheidsverzekering spelen namelijk vaak twee factoren een grote rol. De eerste factor is de ontkenning van het feit dat
men arbeidsongeschikt kan worden – mij overkomt het niet. De tweede factor is de hoogte van de premie. Een startende ondernemer die niet zoveel te besteden heeft, besluit vaak de arbeidsongeschiktheidsverzekering achterwege te laten. Bij Der Kinderen vinden we dat ook een startende ondernemer op z´n minst een dekking moet hebben tegen calamiteiten. En dat is precies wat deze nieuwe budgetdekking biedt. Deze variant geeft namelijk een uitkering als er een in de polis vermelde ernstige ziekte geconstateerd wordt - u moet daarbij denken aan calamiteiten als hersenletsel, kanker en hartinfarct. In die gevallen wordt gedurende één jaar uitkering verstrekt zonder dat gekeken wordt of de verzekerde arbeidsongeschikt is. Over de financiën hoeft de ondernemer zich dan in elk geval geen zorgen te maken. Na de uitkering van het eerste jaar wordt gekeken of de verzekerde arbeidsongeschikt is als gevolg van de ernstige aandoening. Gezien de beperking van de dekking tot de echte calamiteiten, is de premie voor deze verzekering veel lager dan die van een reguliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als u altijd dacht dat een arbeidsongeschiktheidsverzekering duur is, dan is deze budgetvariant iets om over na te denken. Voor minder dan de helft van de premie (soms zelfs een kwart) heeft u deze verzekering geregeld. Complete verzekering De tweede variant is een complete verzekering. Hierbij zijn niet alleen de ernstige aandoeningen gedekt, maar is elke ziekte, ongeval of lichamelijk gebrek verzekerd. Wat er ook gebeurd, uw inkomen is bij arbeidsongeschiktheid zeker gesteld. Deze variant geeft de meest complete dekking van dit moment. Het is zelfs mogelijk een kapitaal ineens uitgekeerd te krijgen, indien een van de hiervoor genoemde ernstige ziektes zich voordoet. Bijvoorbeeld voor het aflossen van een schuld, voor het aanpassen van uw woning of onderneming of voor het maken van de lang uitgestelde wereldreis. Modulaire variant De laatste variant is een modulair opgebouwde arbeidsongeschiktheidsverzekering. Nagenoeg iedere wens kan ingevuld worden, passend bij uw
portemonnee of bij uw kijk op het arbeidsongeschiktheidsrisico. Een kapitaal ineens bij arbeidsongeschiktheid, een overlijdensrisicoverzekering, eventueel naast een maatwerk-arbeidsongeschiktheidsverzekering? Het is allemaal mogelijk. Fiscale mogelijkheden De premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering is meestal aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Ook onder het nieuwe belastingplan blijft deze mogelijkheid bestaan. Dit betekent dat de fiscus een groot deel van de premie meebetaalt We vinden het erg belangrijk dat onze cliënten goed worden geadviseerd. Heeft u vragen over uw arbeidsongeschiktheidsverzekering, of heeft u überhaupt nog niets geregeld? Neem dan even contact met ons op. ■■■
Staat uw spaarhypotheek in de goede box? Bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel moesten mensen met een spaarhypotheek aangeven in welke belastingbox zij het spaargedeelte van hun hypotheek wilden onderbrengen: in box 1 of in box 3. Velen kozen standaard voor box 1. De staatssecretaris van Financiën biedt nu tot 31 december 2002 de mogelijkheid deze keuze terug te draaien. Een spaarhypotheek bestaat uit twee delen: de geldlening en het spaargedeelte. Met het spaargedeelte kun je na twintig of dertig jaar de lening aflossen. Officieel heet dat spaargedeelte een ‘kapitaalverzekering eigen woning’. Toen het nieuwe belastingstelsel werd ingevoerd, konden de hypotheekhouders kiezen: wil je het spaargedeelte van je hypotheek onderbrengen in belastingbox 1 of 3? Anders gezegd, met officiële termen: wil je je kapitaalverzekering aanmerken als een ‘kapitaalverzekering eigen woning’ (box 1), of niet (box 3)? Die vraag moest bij de belastingaangifte over 2001 worden beantwoord.
3
| ACTUEEL DER KINDEREN | NOVEMBER 2002 | NR 13
Veel mensen kozen de voor de hand liggende mogelijkheid: ze gaven op dat het spaargedeelte van hun hypotheek inderdaad een ‘kapitaalverzekering eigen woning’ was. Het spaargedeelte was immers bedoeld voor de aflossing van de hypotheek. Daaruit volgde dus dat het spaargedeelte terechtkwam in box 1. De mensen deden dat ook omdat ze dachten: “Als ik kies voor box 3, moet ik vermogensbelasting betalen (even gemakshalve de vermogensrendementsheffing van 1,2% daarmee omdopend tot vermogensbelasting).” Maar véél levensverzekeringen zijn nog oude polissen, die onder één van de vorige belastingregimes vallen en mogelijk een vrijstelling hebben voor deze ‘vermogensbelasting’. Of dat óók geldt voor uw polis hebben wij reeds voor velen van u uitgezocht. Maar daarnaast heeft een gezin in box 3 een vrijstelling van 36.302 euro. Dus zo lang het spaargedeelte van de spaarhypotheek nog niet is opgelopen tot 36.302 euro, hoeft er geen belasting over te worden betaald. De staatssecretaris van Financiën geeft de belastingbetalers die kozen voor het onderbrengen van het spaargedeelte van hun hypotheek in box 1, tot 31 december 2002 de gelegenheid die keuze terug te draaien: ze kunnen alsnog kiezen voor box 3. Maar waarom zou u het spaargedeelte van uw hypotheek willen onderbrengen in box 3? De reden daarvoor is: als het is ondergebracht is in box 1, bent u na twintig of dertig jaar verplicht het gespaarde geld te gebruiken voor het aflossen van uw hypotheek. Staat het spaargedeelte daarentegen in box 3, dan kunt u ook andere dingen met het gespaarde geld doen - de studie van uw kinderen betalen, bijvoorbeeld, of naar de Bahama’s gaan. Of u dat in de praktijk echt zult kunnen doen is natuurlijk wel afhankelijk van de hoogte van uw hypotheek en de waarde van uw huis op dat moment.
■■■
Roel der Kinderen
Heeft u een betrouwbare assurantieadviseur? Misschien kent u de tv-spot voor de financiële bijsluiter wel: twee quizkandidaten staan voor een aantal doorzichtige, plastic kubussen. In één van die kubussen is duidelijk de sleutel van de hoofdprijs zichtbaar. De quizmaster vraagt: “Hebben jullie énig idee in welke box de sleutel zich bevindt?” Ook in de verzekeringswereld zijn nieuwe afspraken ontstaan, die moeten leiden tot meer helderheid en kwaliteitsgaranties voor de klant. Wie of wat is GIDI, Advieswijzer en SKV? GIDI staat voor Gedragscode Informatieverstrekking Dienstverlening Intermediair. Verzekeringsmaatschappijen hebben aangegeven alleen nog maar samen te willen werken met assurantietussenpersonen die zich houden aan de GIDI. Op die manier willen zij zo veel mogelijk garanderen dat hun verzekeringsproducten bemiddeld worden door kwalitatief hoogstaande tussenpersonen. De GIDI houdt in dat de assurantietussenpersoon: • een Advieswijzer voor zijn klanten dient te schrijven; • zich aan moet sluiten bij het klachteninstituut SKV; • moet zorgen voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. In de Advieswijzer moet de tussenpersoon onder meer aangeven hoe zijn werkwijze is, wat zijn relatie met de verzekeraar is (is de tussenpersoon volledig onafhankelijk, of is de verzekeraar mede-eigenaar van het kantoor?) en hoe de beloningsstructuur in elkaar zit. Hierdoor krijgt de klant een helder beeld van zijn dienstverlener. U kunt de Advieswijzer van der Kinderen bij ons aanvragen, of online bekijken op onze website: www.derkinderen.com. Vanzelfsprekend heeft Der Kinderen zich meteen aangeslo-
Financiële bijsluiter Vanaf 1 juli 2002 moeten alle aanbieders van financiële producten - waaronder verzekeraars - voor ieder ‘complex’ product een financiële bijsluiter opstellen. Daarin moet uitgelegd worden welke risico’s er aan het product kleven. Na de enorme daling van de beurskoersen begrijpt u wel waarom wij u vooraf duidelijk willen informeren over de risico’s die bijvoorbeeld beleggen met zich mee kan brengen. Voor verzekeringen vallen naast beleggingsverzekeringen ook levensverzekeringen met winstdeling onder de definitie van ‘complex’ product. Ook deze zijn dus ‘bijsluiterplichtig’. De bijsluiter wordt u vooraf door de leverancier van het product - de verzekeraar - verstrekt. Ons advies is: neem deze bijsluiter eens door - ook al lijkt het saaie kost. Het voorkomt onaangename verrassingen achteraf. ■■■
‘Uw lijfrente vervalt. U ontvangt…’ Kent u dat zinnetje nog? Als je bij Monopoly een Algemeen Fondskaart trok, kon je dat zinnetje tegenkomen. Als kind had je geen idee waar het op sloeg, maar als volwassene weet je wat het betekent als je lijfrente- of levensverzekeringspolis gaat uitkeren. Maar weet u ook dat u in zo’n geval kunt kiezen? Uw lijfrenteverzekering komt op een bepaalde datum, bijvoorbeeld als u 65 wordt, tot uitkering. Het bedrag dat dan vrijkomt krijgt u niet in één keer op uw bankrekening: u moet het periodiek laten uitkeren, bijvoorbeeld in maandelijkse of jaarlijkse termijnen. U sluit dus als het ware een nieuwe polis af. Stel, u heeft elders - niet bij der Kinderen dus - een lijfrenteverzeke-
4
| ACTUEEL DER KINDEREN | NOVEMBER 2002 | NR 13
ring lopen. Bij verzekeringsmaatschappij X, bijvoorbeeld. U zou geneigd kunnen zijn de nieuwe polis ook bij verzekeringsmaatschappij X af te sluiten. Maar dat bent u zeker niet verplicht! Er bestaan grote verschillen tussen de verschillende uitkerende lijfrenteverzekeringen, dus het loont zich om daar eens rustig over na te denken. Heeft u zo’n polis ergens anders lopen? Overleg dan even met ons - een paar maanden voordat hij afloopt. Dan kunnen we samen met u een goede oplossing zoeken en de hoogste periodieke uitkering voor u regelen. Overigens, op dit moment hebben wij een zeer interessante aktie met extra hoge rentes voor u geregeld! Hebt u dus recht op een gouden handdruk of een expirerende koopsom, wees er dan als de kippen bij. Op is op...! ■■■
Apart kenteken verplicht voor aanhangwagens boven 750 kilo Sinds 1 september van dit jaar geldt een kentekenverplichting voor alle aanhangwagens - dus ook caravans en opleggers - met een ‘treingewicht’ (eigen gewicht plus laadvermogen) van boven de 750 kilo. Eigenaren van kentekenplichtige aanhangwagens krijgen tot 1 september 2003 de tijd om het huidige registratiebewijs op het postkantoor in te wisselen voor een kentekenbewijs. Het kentekenbewijs voor aanhangwagens bestaat, net zoals bij motorvoertuigen, uit een deel I met gegevens over de aanhangwagen, een deel II met gegevens over de eigenaar en een overschrijvingsbewijs. Het voordeel van de kentekenverplichting is, dat een aanhangwagen bij diefstal makkelijker opgespoord kan worden. Daarnaast betekent het aanhangwagenkenteken een stap voorwaarts bij bestrijding van fraude. Verzekeringstechnisch verandert er niets. Het aansprakelijkheidsrisico voor schade door de getrokken aanhanger aan anderen veroorzaakt valt nog steeds onder de WA-dekking van de trekkende auto. ■■■
REALISATIE: EVERAERS ADVISER IN PRINT AND DESIGN/MAASTRICHT
ten bij het klachteninstituut SKV, waardoor al onze relaties verzekerd zijn van een onpartijdige scheidsrechter in geval van een klacht. En een beroepsaansprakelijkheidsverzekering hebben wij natuurlijk altijd al gehad. Stel je voor, wij adviseren u een aansprakelijkheidsverzekering en zouden er zelf geen hebben!
Bewaarbrief nr 13 / november 2002 Een uitgave van Der Kinderen, Aalbekerweg 16, 6336 AD Hulsberg. Tel.: (045) 405 8888. Fax: (045) 405 8890. Internet: www.derkinderen.com
De zorgplicht van de werkgever mr. D.S.G. Lie advocaat
Een werkgever moet zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Doet hij dat niet, dan is hij aansprakelijk voor schade die de werknemer mogelijk lijdt. Deze ‘zorgplicht’ van de werkgever is vastgelegd in artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. Bij de invoering van de ‘Flexwet’ in 1999 werd aan dit artikel een vierde lid toegevoegd. Wat betekent dit voor werkgevers en werknemers? Wat staat er in artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek? In het eerste lid van artikel 7:658 staat: “De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.” Het tweede lid van het artikel bepaalt, dat de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk is voor de schade die de werknemer lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij hij aantoont dat hij de in het eerste lid genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Het derde lid zegt, dat van lid 1 en 2 niet ten nadele van de werknemer kan worden afgeweken. In het vierde lid - dat dus in 1999 werd toegevoegd - staat, dat iemand die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, aansprakelijk is voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De vraag die gesteld kan worden is: wat voor soort ‘werkgevers’ en ‘werknemers’ worden in dit vierde lid van artikel 7:568 bedoeld? Voor welke werkgevers geldt het vierde lid van artikel 7:658? Het vierde lid van dit artikel geldt alléén voor personen (‘werkgevers’) die handelen ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’. Dat betekent dat het niet geldt voor: • particulieren (‘natuurlijke personen’ die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf); • overheidswerkgevers. Een overheidswerkgever valt echter wél onder het vierde lid van artikel 7:658 als er sprake is van de uitoefening van een bedrijf. Dat is bij➡➡➡ 2
voorbeeld het geval bij een nutsbedrijf of een gemeentelijk vervoerbedrijf. De aansprakelijkheid van artikel 7:658 lid 4 geldt dus niet voor een particulier of een overheidslichaam. In die gevallen kan wel aansprakelijkheid bestaan op grond van andere wetsartikelen: artikel 6:74 (tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst) of artikel 6:162 (onrechtmatige daad). Het ligt voor de hand dat de zorgplicht van de ‘overheidswerkgever’ daarbij niet minder streng is dan bij artikel 7:658. De aansprakelijkheid van het vierde lid van artikel 7:658 geldt dus voor een ‘werkgever’ die - in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft. Het moet dan wel gaan om werkzaamheden die iemand ook door zijn eigen werknemers had kunnen laten verrichten, maar die hij om een of andere reden door anderen laat uitvoeren. Een voorbeeld. Een notaris geeft aan een schildersbedrijf opdracht om het kantoorpand te schilderen. Bij de werkzaamheden loopt een schilder letsel op. Kan hij het notariskantoor aanspreken op grond van artikel 7:658 lid 4? Nee, want: het gaat hier immers niet om werkzaamheden die de notaris door eigen werknemers kon laten verrichten - werknemers van een notaris zijn geen schilders. Let wel: bij ‘werkzaamheden die iemand ook door zijn eigen werknemers had kunnen laten verrichten’ hoeft niet alleen aan de corebusiness van een bedrijf gedacht te worden. Dat wil zeggen: onze notaris mag dan niet aansprakelijk zijn voor de schilders, hij kan wel aansprakelijk geacht worden voor administratieve krachten of schoonmakers die hij werk laat verrichten zonder dat hij een arbeidsovereenkomst met hen heeft. Dat soort werkzaamheden zou wél door de eigen werknemers van de notaris uitgevoerd kunnen worden. Uitzendkrachten, werknemers van onderaannemers, flexwerkers, stagiaires en vrijwilligers Voor wat voor soort werknemers is een ‘werkgever’ aansprakelijk volgens het vierde lid van artikel 7:658?
Het artikel geldt bijvoorbeeld voor uitzendkrachten en werknemers van onderaannemers - ‘geleende’ werknemers als het ware. Overigens kan een werknemer ook nog steeds zijn eigen formele, ‘uitlenende’ werkgever aanspreken. Verder geldt het artikel natuurlijk voor flexwerkers. Daarbij kan gedacht worden aan oproepkrachten, min/max-krachten, hulpkrachten en thuiswerkers. Is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de flexwerker en zijn ‘werkgever’, dan is deze laatste toch aansprakelijk voor de flexwerker indien deze is ingeschakeld voor normale werkzaamheden in het kader van het beroep of bedrijf van de ‘werkgever’. Ook stagiaires en vrijwilligers vallen onder de regeling van artikel 7:658 lid 4. Geschillen over artikel 7:658 dienen voorgelegd te worden aan de kantonrechter. Denkt U niet te licht over deze wetgeving! Een voorbeeld uit de praktijk van der Kinderen: Een werknemer is aan het lassen aan een H-profiel van ruim 1 meter hoog. (U weet wel, zo’n zware ijzeren balk die bij bruggen wordt gebruikt). Hij heeft de laskap op en ziet dus de omgeving niet. Een medewerknemer sleept een katrolkabel met een haak over de halvloer naar een andere plek. De haak blijft haken achter het H-profiel en deze balk kantelt om en verbrijzelt de enkel en voet van de lassende werknemer. De letselschade kan in de honderdduizenden euro’s lopen. Een aansprakelijkheidsverzekering is dus een must! ■■■
Vanaf 1 januari 2003
Nieuw erfrecht Vanaf 1 januari 2003 treedt het nieuwe erfrecht in werking. Kwesties die tot voor kort speciaal vastgelegd moesten worden in een testament, staan vanaf die datum gewoon in de wet. Wat verandert er? Langstlevende echtgenoot Het komt voor: vader is nog maar nauwelijks gestorven, of één van de kinderen eist zijn erfdeel op. Moeder
2
| BEWAARBRIEF DER KINDEREN | NOVEMBER 2002 | NR 13
is nu gedwongen het huis waarin zij jarenlang gewoond heeft, te verkopen. Echtparen die zo’n situatie willen voorkomen, moeten een zogeheten ‘testament op de langstlevende’ afsluiten. In zo’n testament kunnen zij vastleggen dat de langstlevende echtgenoot de goederen van de erfenis in eigendom krijgt. De kinderen krijgen een vordering op de langstlevende echtgenoot ter waarde van hun erfdeel. Maar zij kunnen die vordering pas opeisen bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot. Moeder kan dus in het huis blijven wonen, en de meubels hoeven niet verkocht te worden. Die bescherming van de langstlevende echtgenoot wordt per 1 januari 2003 gewoon in de wet opgenomen, en hoeft dus niet meer apart in een testament te worden vastgelegd. Onterven Soms willen ouders hun kinderen onterven. Dat kan, maar die kinderen hebben desondanks toch recht op een minimum wettelijk erfdeel ook wel ‘legitieme portie’ genoemd. Na 1 januari 2003 is dat wettelijk erfdeel de helft van het erfdeel dat een kind zou krijgen als er geen testament zou zijn opgemaakt. Dus: als een zoon normaal gesproken 50.000 euro zou erven, kunnen de ouders dat erfdeel terugbrengen tot 25.000 euro door hem per testament te onterven. Onder het nieuwe erfrecht kan ook een echtgenoot onterfd worden - net als onder het oude erfrecht. Maar de onterfde echtgenoot heeft onder de nieuwe wet toch nog een aantal rechten: • hij of zij mag zes maanden in het huis blijven wonen en de inboedel gebruiken; • als de onterfde echtgenoot dat wil, kan hij voor de rest van het leven het vruchtgebruik op de woning plus inboedel opeisen. Als moeder hertrouwt Vader is gestorven, en moeder krijgt een nieuwe vriend. Na een poosje besluiten ze te trouwen. De kinderen hoeven niet bang te zijn dat het antieke bronzen beeld of het kostbare schilderij uit de familie zullen verdwijnen. Ze hebben een zogenaamd wilsrecht op hun erfdeel. Ze kunnen tegen hun vader of moeder zeggen:
“Je wordt vruchtgebruiker van dat beeld of dat schilderij”. Het eigendom gaat dan naar de kinderen. Er schuilt één adder onder het gras: het wilsrecht geldt alleen bij een huwelijk. Als moeder gaat samenwonen zonder te trouwen, staan de kinderen machteloos. Let wel op: mensen die ongehuwd samenwonen en elkaar goed verzorgd willen achterlaten, moeten ook na 1 januari 2003 nog steeds een testament opmaken! ■■■
Rechtsbijstandsverzekering voor ondernemers
Verzekerd van uw recht • U heeft al de nodige investeringen gedaan voor uw nieuwe bedrijfspand, maar opeens weigert de gemeente een bouwvergunning. • U heeft terecht een werknemer ontslagen. Maar deze heeft een jurist van de vakbond ingeschakeld en dreigt met een schadeclaim. • De nieuwe apparatuur die u gekocht heeft, voldoet niet aan de door u opgegeven specificaties. De leverancier ontkent dit en is niet van plan u tegemoet te komen. Welke ondernemer heeft graag te maken met kostbare en tijdrovende juridische conflicten? “Geen enkele”, zult u bij uzelf zeggen. Hoe komt het dan dat er toch zoveel conflicten met behulp van advocaten uitgevochten worden? Conflicten tussen leveranciers en afnemers, tussen werkgevers en werknemers, tussen ondernemers en overheidsinstanties? Kunt u zonder? U kunt natuurlijk denken: ’t zal wel loslopen. En misschien heeft u geluk, misschien raakt u nooit in een juridisch conflict verzeild. Maar de maatschappij verhardt. Afnemers zijn eerder geneigd te klagen terecht of onterecht. Overheidsinstanties verschuilen zich achter regels. Werknemers worden mondiger. En voor u het weet ligt er een brief van een advocaat op uw bureau. Wat doet u dan? Schakelt u pas op dat moment een - zeer kostbaar - advocatenkantoor in? Met alle
tijd die dat van u vraagt, met alle ergernis die zo’n conflict oplevert? Een rechtsbijstandsverzekering geeft u het prettige gevoel dat u op dit soort dingen voorbereid bent. En zorgt er bovendien voor dat u zich te allen tijde kunt concentreren op uw onderneming, en geen tijd hoeft te steken in ingewikkelde juridische procedures.
onheil aanwezig is. • De salvage-coördinator overlegt met de OvD en neemt de situatie ter plaatse op. Hij staat de gedupeerden bij en schakelt zonodig dienstverlenende bedrijven in zoals reconditioneringsbedrijven. (Reconditioneringsbedrijven verrichten opruim- en herstelwerkzaamheden na een brand.)
Nieuw: incassobijstand
• Neem als u bij ons verzekerd bent contact op met der Kinderen.
Jaarlijkse blijven er in het MKB voor 1,03 miljard aan onbetaalde rekeningen liggen. Dat is 4.500 euro per ondernemer. Niet vreemd dus dat verschillende verzekeringsmaatschappijen sinds kort incassobijstand aanbieden. Dat werkt effectief en toch tactvol. Een briefje van uw verzekeraar komt anders over dan een bericht van een incassobureau. Bovendien is de incassobijstand bij een aantal maatschappijen gratis meeverzekerd als u een rechtsbijstandsverzekering afsluit. ■■■
• Der Kinderen zal, indien nodig, een expert inschakelen. • Der Kinderen zal op korte termijn een adviseur sturen voor het invullen van de nodige schadeformulieren. • De expert neemt contact met u op en stelt de schadeoorzaak en het schadebedrag vast. • Der Kinderen zal op basis van het expertiserapport en de polisvoorwaarden bij de verzekeraar uw belangen behartigen en de uitkering mede voor u regelen.
Brand! Wat nu? Je wenst het niemand toe, maar het gebeurt: er breekt brand uit. Wat moet u doen? • Informeer ALTIJD als eerste de brandweer via het algemene alarmnummer 112. • Loop geen onnodige risico’s: probeer geen spullen uit het branden de huis te halen. • Zodra de brandweer er is, nemen zij de zaak over. De Officier van Dienst (OvD) of de bevelvoerder van de brandweer is op dat moment de coördinerende persoon. • De Officier van Dienst zal, indien nodig, de Stichting Salvage inschakelen. (De Stichting Salvage heeft tot doel gedupeerden na een brand snel en adequaat hulp te verlenen.) • De Stichting Salvage benadert een salvage-coördinator, die binnen tien minuten contact opneemt en binnen één uur op de plaats van
3
| BEWAARBRIEF DER KINDEREN | NOVEMBER 2002 | NR 13
Bedenk wel: persoonlijk letsel is altijd erger dan materiële schade. Neem bij een brand dus geen onnodige risico’s! De salvage-coördinator is alleen werkzaam direct na de brandschade, met de bedoeling de eerste noodzakelijke maatregelen te nemen om ook u te helpen. Hij heeft nagenoeg onbeperkte (verzekerings) bevoegdheden voor het beslissen in de eerste momenten. Daarna neemt de expert van de verzekeringsmaatschappij de behandeling echter over. Salvage geldt alleen bij BRANDschades. ■■■
Is uw woning wel voldoende verzekerd ?
De afgelopen jaren is niet alleen de verkoopwaarde van uw woning sterk gestegen maar zijn ook de kosten van bouwen door diverse oorzaken, meer dan gemiddeld, duurder geworden. De oorzaken van de gestegen bouwkosten zijn onder andere gelegen in: • algemene stijging van kosten voor materialen en lonen; • aangescherpte bouwregelgeving, waaronder het “Bouwbesluit”; • gestegen kosten voor betere -en luxe- bouwmethoden; • mobiliteits- en/of bereikbaarheids problematiek met name in stedelijke gebieden; • krapte op de arbeidsmarkt; de vraag en aanbod in de bouwwereld is niet altijd in redelijke balans.
u uitgekeerd krijgt als uw bezit volledig verwoest wordt -door brand, bijvoorbeeld. Om te voorkomen dat u onderverzekerd bent is het raadzaam om met de adviseurs van der Kinderen in contact te treden. Zij kunnen u adviseren om tot een correcte herbouwwaarde vaststelling te komen. Bij bijzondere en duurdere woningen alsmede andere (bedrijfs-)gebouwen kan het gewenst zijn dat een onafhankelijke deskundige uw bezit taxeert, conform artikel 275 Wetboek van Koophandel. Nadere informatie over dit onderwerp is op ons kantoor beschikbaar. Der Kinderen weet als geen ander uw trotse bezit, uw woning maar ook andere zaken zoals de inboedel, kunst en antiek, op de juiste verzekeringswaarde in te schatten. Wij helpen u graag uw bezit optimaal te verzekeren. ■■■ REALISATIE: EVERAERS ADVISER IN PRINT AND DESIGN/MAASTRICHT
Het Verbond van Verzekeraars heeft begin 2002 geconstateerd dat de tot dan gehanteerde richtlijnen voor het vaststellen van herbouwwaarde van woningen niet meer voldoen. Dit kan belangrijke consequenties hebben voor de verzekering van uw woning.
Wat betekent dit alles voor u? Door de stijging van de bouwkosten is het mogelijk dat u niet meer voldoende verzekerd bent. Uw woning is verzekerd op basis van herbouwwaarde, de kosten benodigd voor de (technisch vergelijkbare) herbouw van uw pand, en is tevens het verzekerde bedrag dat
4
| BEWAARBRIEF DER KINDEREN | NOVEMBER 2002 | NR 13