Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden niveau A Wat doe je in deze les? Bij Nieuwsbegrip lees je altijd een tekst. Je gebruikt dan het stappenplan Lezen en de woordhulp. Een stap op het stappenplan is ophelderen van onduidelijkheden. Soms begrijp je de tekst niet zo goed. Je snapt bijvoorbeeld een woord of een stukje tekst niet. Je moet de onduidelijkheden dan ophelderen. De woordhulp bij het stappenplan kan je daarbij helpen. Het is belangrijk om onduidelijkheden op te helderen. Dan snap je de tekst beter. Wat leer je? In deze les leer je hoe je onduidelijkheden kunt ophelderen. En waarom je dat moet kunnen. Ook oefen je met het ophelderen van onduidelijkheden.
Zo staat het in het stappenplan Ophelderen van onduidelijkheden doe je tijdens het lezen. Zo staat het in het stappenplan van Nieuwsbegrip:
Als je een woord niet begrijpt, gebruik je de woordhulp:
pagina 1 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
pagina 2 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Zo werkt het 1. Soms begrijp je een stukje van de tekst niet. Lees het moeilijke stukje dan nog een keer. Dan snap je het stukje tekst meestal wel. 2. Soms begrijp je een woord niet. Lees dan een stukje terug of verder in de tekst. Daar staat soms een woord hetzelfde betekent. Of een woord dat het tegengestelde betekent. Of er wordt uitgelegd wat het woord betekent. Kijk ook naar de plaatjes.
Ik lees ...................................................................................................... Ik zie ........................................................................................................ 2. Denk ook zelf goed na. Soms ken je al een stukje van het woord.
Ik weet ..................................................................................................... ..................................................................................................................... 3. Meestal weet je nu wel wat het woord betekent. Als dat niet zo is, vraag je het aan iemand of je kijkt in het woordenboek.
Dus ik denk ............................................................................................. ....................................................................................................................
4. Controleer altijd of het klopt wat je denkt.
Nu oefenen Oefenen met ophelderen van onduidelijkheden (klas) Gebruik de Hulp van Sam. 1. Jullie spelen Sam. Bij Sam staan een soort wolkjes. Dat zijn tekstballonnen. Lees om de beurt een tekstballon hardop voor.
pagina 3 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
2. Stel vragen aan Sam. Begrijp je nu wat Sam doet? Snap je het ophelderen van onduidelijkheden? 3. Lees nu het stukje tekst over de Hermitage, een museum in Amsterdam. Gebruik de hulp van Sam als je het onduidelijk vindt.
Het gebouw en de tentoonstelling Het gebouw van de Hermitage in Amsterdam is al heel oud. Het is gebouwd in 1681 als verzorgingstehuis. Tot 2007 was het dat nog steeds. Daarna is er twee jaar lang hard gewerkt aan het gebouw. En nu is het een schitterend museum geworden. In het museum staan spullen uit de verzameling van de Russische Hermitage. De tentoonstelling gaat over de Russische tsaren en tsarina's. Je kunt zien hoe ze leefden in hun paleizen. Er worden juwelen, serviezen en avondjurken getoond. Uit: Nieuwsbegrip week 26, 2009
4. In het stukje tekst staat het woord verzorgingstehuis. Dat is een huis waar oudere mensen worden verzorgd. Hoe kom je erachter wat dat woord betekent? A. Je leest een stukje verder. Daar wordt uitgelegd wat het woord betekent. B. Je leest een stukje verder. Je ziet een woord dat het tegengestelde betekent. C. Je hakt het woord in stukjes. Je weet al wat verzorging, zorg, tehuis of huis is. 5. Het stukje gaat ook over tsaren en tsarina's. Dat zijn een soort koningen en koninginnen. Hoe kun je dat weten? A. Je leest een stukje verder. Daar wordt uitgelegd dat tsaren en tsarina's in paleizen woonden. B. Je leest een stukje terug. Daar wordt uitgelegd dat tsaren en tsarina's uit Rusland komen. C. Je leest een stukje verder. Daar staan twee woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
Aan de slag met ophelderen van onduidelijkheden (klas) 1. Pas de strategie Ophelderen van onduidelijkheden toe bij tekst 1. 2. Lees eerst de tekst met het stappenplan. 3. Beantwoord dan de vragen. Gebruik de woordhulp op het stappenplan, de uitleg in deze les en de Hulp van Sam. 4. Kijk onder het kopje 'De leukste traditie'. Daar staat: 'Eieren verven met Pasen is ook populair.' Wat betekent 'populair'? A. Iets wat je alleen met feestdagen kunt doen. B. Iets wat leuk is om met vijf mensen te doen. C. Iets wat veel mensen leuk vinden om te doen.
pagina 4 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
5. Hoe ben je achter de betekenis van 'populair' gekomen? A. Ik heb een stukje terug gelezen. Daar staat dat het gaat om tradities die mensen het leukst vinden. B. Ik heb naar het plaatje gekeken. Daar kon ik de betekenis zien van het woord 'populair'. C. Je kunt de betekenis niet in de tekst vinden. Ik heb het aan iemand gevraagd of opgezocht in het woordenboek. 6. Kijk onder het kopje ‘Bijzonder of gewoon?’ Daar staat: 'Naast eten kun je ook denken aan feesten en gebruiken.' Wat is een 'gebruik'? A. Een gebruik is iets wat buitenlanders in Nederland niet meer doen. B. Een gebruik is iets wat mensen altijd op dezelfde manier doen. C. Een gebruik is iets wat met eten te maken heeft. 7. Hoe ben je achter de betekenis van 'gebruik' gekomen? A. Ik heb een stukje terug gelezen. Daar staat een woord dat ongeveer hetzelfde betekent. Toen wist het. B. Ik heb een stukje verder gelezen. Daar staat een voorbeeld van een gebruik. En toen snapte ik het. C. Je kunt de betekenis niet in de tekst vinden. Ik heb het aan iemand gevraagd of opgezocht in het woordenboek.
8. Kijk onder het kopje 'Tradities veranderen'. Daar staat: 'De Nederlanders hebben dit gebruik toen overgenomen van de Duitse immigranten.' Wat is een 'immigrant'? A. Een Duitser die kerstbomen verkoopt in Nederland. B. Iemand die in een ander land is gaan wonen. C. Iemand die in Duitsland woont en een wasdroger heeft. 9. Hoe ben je achter de betekenis van 'immigrant' gekomen? Schrijf op:
Tekst 1 Nederlandse tradities Haring happen, Koninginnedag ... Dat zijn voorbeelden van Nederlandse tradities. Van alle Nederlandse tradities is er een top 100 gemaakt. De leukste traditie
pagina 5 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Onderzoekers wilden weten welke traditie mensen het belangrijkst vinden. Duizenden Nederlanders mailden de traditie die zij het leukst vinden. En wat blijkt? Sinterklaas staat op 1. Op de tweede plaats staat het zetten van de kerstboom. Eieren verven met Pasen is ook populair. Deze traditie staat op 5. Bijzonder of gewoon? Tradities zijn vaak bijzondere gebeurtenissen. Maar tradities kunnen ook gewone dingen zijn. Bijvoorbeeld pannenkoeken eten (staat op 46). Ook buitenlanders die in Nederland komen wonen, nemen hun gewoonten en tradities mee. Dat begint bijvoorbeeld bij eten. Een broodje pom of shoarma eten is nu gewoon in Nederland. Naast eten kun je ook denken aan feesten en gebruiken. Bijvoorbeeld de Ramadan en het Suikerfeest . Tradities veranderen Er is nu wel een top 100, maar die blijft niet altijd hetzelfde. Want tradities veranderen. Een echte Nederlandse traditie is bijvoorbeeld de was buiten ophangen. Maar steeds meer mensen gebruiken een wasdroger. Of ze hebben geen tuin. Daarom verdwijnt deze traditie. Een ander voorbeeld is de kerstboom. Een kerstboom zetten vinden Nederlanders heel gewoon. Maar heel lang geleden was dat nog niet zo. In Duitsland wordt al veel langer een kerstboom gezet. 500 jaar geleden kwamen veel Duitsers in Nederland wonen. De Nederlanders hebben dit gebruik toen overgenomen van de Duitse immigranten. Naar: www.jeugdjournaal.nl
Moeilijke woorden in de tekst (klas) 1. In tekst 2 staan veel moeilijke woorden. Ze zijn dik en schuin gedrukt. Lees eerst de tekst met het stappenplan. 2. Bedenk om de beurt hardop wat de woorden volgens jou betekenen. Kijk daarbij goed in de tekst. Gebruik de woordhulp op het stappenplan, de uitleg in deze les en de Hulp van Sam.
Ophelderen van onduidelijkheden Ik lees ... Ik zie ... Ik weet ... Dus ik denk ...
3. In het schema staat hoe je de betekenis van een woord kunt vinden. Vul achter de manieren de woorden in. Je vult in van welke woorden je zo de betekenis hebt gevonden.
pagina 6 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Wat kun je doen?
Woorden
1. Lees een stukje terug of verder. Daar staat soms een woord dat ongeveer hetzelfde betekent. 2. Lees een stukje terug of verder. Daar staat soms een woord dat het tegengestelde betekent. 3. Lees een stukje terug of verder. Daar wordt soms uitgelegd wat het woord betekent 4. Kijk naar de illustratie bij de tekst. Misschien heeft het plaatje iets met het woord te maken. 5. Kijk naar het woord. Soms ken je al een stukje van het woord. 6. Soms kom je zelf niet achter de betekenis. Vraag het dan aan iemand anders of zoek het op in het woordenboek.
pagina 7 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Tekst 2
Nederlands kabinet wil minder dierproeven Het kabinet wil dat in Nederland minder dierproeven worden gedaan. Er moeten alternatieven komen. Hiervoor wordt er een kenniscentrum opgericht. Niet zomaar In Nederland doen bedrijven elk jaar 600.000 dierproeven. Dat mag niet zomaar. Een commissie zegt of het bedrijf de proeven echt mag doen. Ook moeten mensen die de dierproeven doen een cursus volgen. Doel van dierproeven Er zijn veel verschillende soorten dierproeven. Deze proeven hebben een doel. Het doel is meestal om onderzoek te doen. Bijvoorbeeld om een nieuw medicament uit te proberen. Als het medicijn goed werkt bij een dier wordt het medicijn gemaakt. Daarna wordt het op vitale mensen getest. Dan pas op zieke mensen. Door dokters in opleiding worden ook dierproeven gedaan. Ze leren bijvoorbeeld hoe ze bloed moeten afnemen. Veel dierenleed Het kabinet wil een kenniscentrum oprichten in 2008 en 2009. Dit centrum moet het aantal dierproeven omlaag krijgen. En ze bedenken alternatieven voor proefdieren. Dieren worden expres ziek gemaakt om bijvoorbeeld vaccins te testen. Door dierproeven moeten veel dieren lijden. Veel dieren sterven. Er moet beter omgegaan worden met proefdieren. Bijvoorbeeld door ze sneller een verdoving geven. Of hun kooi beter in te richten. Europa
In Nederland zijn dierproeven voor cosmetica verboden. Vanaf 2013 moet cosmetica in heel Europa dierproefvrij zijn. Naar: www.telegraaf.nl, www.dierproefvrij.nl
pagina 8 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Lukt het? Weet je nu welke onduidelijkheden je kunt ophelderen? En hoe je dat moet doen? Vul in:
Als ik een tekst lees kom ik soms een woord of een stukje tekst tegen dat ik niet snap. Dan ga ik .............................................................. ophelderen. Als ik een stukje tekst niet snap, lees ........................................................................... ................................................................................................................................................... Als ik een moeilijk woord tegenkomen, gebruik ik ........................................................ Daar staat op wat ik kan doen. Ik kan een stukje ................................................... of .................................................. lezen. Daar staat soms uitgelegd wat het woord betekent. Of er staat een woord dat ............................................................................. of het tegengestelde betekent. Ook kan ik kijken naar het ........................................................ Daarop zie je soms wat het woord betekent. Of ik kijk naar het woord zelf, soms ken je al ......................................................... Zo kom ik erachter wat de .......................................................... is.
pagina 9 van 10
Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden – niveau A
Hulp van Sam Zo doe je het
Ik weet wat ik moet doen Hoi, ik ben Ik weet wat ik moet doen als ik moeilijk
Sam.
als ik een lastig stukje tekst tegenkom. Ik lees het stukje dan nog een keer.
woord tegenkom.
Soms kom ik een moeilijk woord tegen in een tekst. Ik lees dan een paar
Ik kijk ook goed naar een
zinnen vooruit en een
moeilijk woord. Soms ken ik
paar zinnen terug.
een stukje van het woord. Dan kom ik er wel achter wat het woord betekent.
Ook let ik op de In de zinnen ervoor en
plaatjes.
erna staat vaak uitleg
Daar zie ik soms wat
over het woord. Dan
het woord betekent.
weet ik wat het woord betekent.
Soms staat er een woord dat ongeveer hetzelfde
Ophelderen van onduidelijkheden Ik lees ... Ik zie ... Ik weet ... Dus ik denk ...
betekent. Of iets wat het tegenovergestelde is.
pagina 10 van 10