Astma
Wat staat er in deze folder Inleiding voor ouders
3
Astma
3
Je longen
4
Wat is astma?
5
Hoe ontstaat astma?
8
Symptomen
9
Soorten astma
10
Medicijnen
11
Wat kun je zelf doen?
16
Leven met astma
18
Wil je meer weten?
19
Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s) U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie doorgeven per e-mail:
[email protected]
1
Inleiding voor ouders We vinden het belangrijk om uw kind en u goed te informeren over astma. Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. Maar thuis stellen kinderen meestal meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleg geven aan uw kind. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u hierbij. Lees de folder eerst zelf. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek daarna samen of alles duidelijk is. Als u korte vragen stelt over de tekst, kunt u nagaan of uw kind de informatie begrepen heeft.
Astma De dokter heeft je verteld dat jij astma hebt. Als je astma hebt, dan zijn de luchtwegen van je longen ziek. Met zieke luchtwegen kun je niet goed ademhalen. Jij krijgt dan niet genoeg lucht in je longen en je longen kunnen de zuurstof niet goed opnemen in je lichaam. Daardoor voel jij je soms ineens helemaal niet lekker. Je krijgt het benauwd en kan niet meer goed in-en uitademenen (kortademig). Tijdens het uitademen kun je dan zelfs een piepend geluid maken of heel veel gaan hoesten.
2
3
Dit kan zomaar gebeuren. Tijdens het spelen op het schoolplein bijvoorbeeld. Of als er een kat bij je in de kamer zit. In deze folder vertellen we je meer over astma, welke medicijnen je kunt krijgen en we geven tips voor jou en je ouders.
Je longen lijken wel een omgekeerde boom, de luchtpijp is de stam. Op de tekening kun je dat goed zien. Onder aan de luchtpijp zie je twee takken. Aan elke tak zit een long met verdere vertakkingen van de luchtwegen. Een long heeft aan het uiteinde van de takjes longblaasjes. Rondom elk longblaasje zit een héél dun vliesje met bloedvaatjes.
Je longen Ademen met je longen Iedereen heeft twee longen: ze zitten in je borst naast je hart. Daarmee haal je adem. Je krijgt lucht binnen. In lucht zit zuurstof. Zuurstof heb je nodig om te kunnen leven. Je lichaam verbruikt de zuurstof en maakt er dan koolzuurgas van. De lucht komt binnen door je neus en mond en gaat door een grote buis en kleinere takjes naar je longen. Die grote buis noemen we de luchtpijp(trachea). De kleine takjes noemen we luchtwegen (bronchiën).Rondom je luchtwegen zitten kleine spiertjes. Ze trekken samen als je uitademt en ze ontspannen als je inademt.
Hier stroomt je bloed doorheen. In je bloed zitten verschillende bloedcellen. De rode bloedcellen in je bloed nemen zuurstof uit je longen op. Ze brengen de zuurstof dan verder naar de rest van je lichaam. Rode bloedcellen halen ook koolzuurgas op uit het lichaam. Ze geven het koolzuurgas weer terug aan je longen. Dit koolzuurgas blaas je uit als je uitademt. Aan de binnenkant van je luchtwegen zit slijmvlies. Het slijmvlies beschermt de longen en maakt kleine beetjes slijm aan.
Wat is astma? Astma is een ziekte waarbij je je af en toe heel benauwd kunt voelen. Je hebt dan het idee dat je door een rietje ademt, terwijl dat niet zo is. Dit komt meestal doordat jouw longen reageren op prikkels van buitenaf. Andere mensen hebben helemaal geen last van die prikkels, die ademen gewoon door.
4
5
Prikkels waar je last van kunt hebben bij astma zijn bijvoorbeeld: huisstofmijt haren van een huisdier
Je luchtwegen raken ontstoken. Het slijmvlies aan de binnenkant van je luchtwegen wordt dan dikker. Daardoor worden je luchtwegen nauwer. Hierdoor stroomt er minder makkelijk lucht naar binnen.
koude lucht mist parfum uitlaatgassen sommige medicijnen sommige voedingsmiddelen
Wat gebeurt er allemaal in je luchtwegen als jij in contact komt met zo’n prikkel? De spiertjes rondom je luchtwegen trekken zich samen. Je luchtwegen worden daardoor nauwer. Hierdoor stroomt er minder makkelijk lucht naar binnen. Je luchtwegen maken extra slijm aan. Iedereen heeft slijm in zijn longen. Maar als je astma hebt is dat veel meer. Door het extra slijm zitten jouw luchtwegen helemaal vol. Dan is er minder ruimte om de lucht door te laten.
6
7
Astma is een “chronische ziekte”. Chronisch betekent dat je er langdurig last van hebt. Vaak zelfs je hele leven lang. We kunnen astma niet genezen. Wel kunnen we het gelukkig goed behandelen. Ook kun je zelf meehelpen door zo veel mogelijk uit de buurt te blijven van stofjes waar je benauwd van wordt. Toch kun je dan alsnog een astma-aanval krijgen. Je krijgt dan een tijdje veel minder lucht, je moet misschien veel hoesten en je bent benauwd. Dat kan heel akelig zijn. De klachten die je hebt bij astma, zijn heel wisselend. Soms duren ze maar kort, soms heb je er lange tijd last van. De ene keer heb je er bijna geen last van of ben je een tijdje klachtenvrij. Een andere keer heb je er juist meer last van. Je moet er dus altijd rekening mee houden dat je een astma aanval kunt krijgen. Het is dus ook belangrijk dat je altijd medicijnen bij je hebt.
Hoe ontstaat astma? Ruim een half miljoen mensen in Nederland heeft last van astma. Je bent dus niet alleen! Waarom de een het wel krijgt en de ander niet, weten we nog niet helemaal. Wel weten we al dat het vaak erfelijk is. Erfelijk betekent dat jouw vader of moeder ook astma heeft of ergens allergisch voor is. Het kan ook dat iemand in je familie het heeft. Maar ook als niemand in je familie het heeft, is er een kans dat jij zomaar astma krijgt. Wanneer kun je nog meer astma krijgen? • Als je ergens allergisch voor bent. Acht van de tien mensen met astma hebben ook een allergie. • Als je te vroeg geboren bent.
• Als je moeder tijdens de zwangerschap veel gerookt heeft. • Als je werkt met chemische stofjes.
Symptomen Symptomen zijn de verschijnselen die je krijgt wanneer je een astma aanval hebt. Bij astma kun je: • last hebben van een benauwd gevoel; • een piepende uitademing hebben; • veel hoesten; • soms ‘s nachts benauwder zijn dan overdag. Wat kun je dan doen? • Je medicijnen gebruiken. • Het tegen je ouders zeggen; zij weten wat ze moeten doen of ze kunnen met de dokter overleggen. • Zoveel mogelijk uit de buurt blijven van de stofjes waar je benauwd van wordt.
André (8 jaar): ’Mijn beste vriendje heeft thuis een kat, daar kan ik niet tegen. Daarom spelen we altijd bij mij thuis. Maar in de zomer kunnen we lekker bij hem thuis in de tuin spelen. Gelukkig vindt hij het niet erg!’
8
9
Soorten astma
Medicijnen
Niemand heeft precies dezelfde klachten bij astma. Dat komt omdat er verschillende soorten astma zijn. Zo zijn er allergisch astma, niet-allergisch astma en inspanningsastma. Vaak heeft iemand meerdere vormen van astma tegelijk. We leggen ze hieronder uit.
Astma is op dit moment nog niet te genezen. Wel kun je ervoor zorgen dat je er zo min mogelijk of geen last van hebt. Hoe? Met behulp van de juiste medicijnen en door het opvolgen van adviezen die je van je dokter gekregen hebt.
Allergisch astma Allergisch astma komt vaak voor. Bij deze vorm van astma reageren je luchtwegen op allergische prikkels zoals stuifmeel, pollen, huisstofmijt en huidschilfers van huisdieren. Ook bepaalde voedingsstoffen of bestanddelen van medicijnen kunnen een aanval uitlokken. Als je allergische astma hebt, reageert je lichaam op de voedingsmiddelen of medicijnen door het stofje histamine aan te maken. Je longen reageren dan allergisch op de histamine: je wordt benauwd.
Niet-allergisch astma Deze vorm van astma heet ook wel ‘Intrinsiek astma’. Hierbij reageer je op stoffen als parfum, deodorant, schoonmaakmiddelen, uitlaatgassen, kou, vochtige lucht of mist.
Inspannings-astma Hierbij krijg je last van je astma: • Bij ‘’inspanning’’, denk aan sporten of even een stukje rennen. Het gebeurt vooral als je te snel in beweging komt. Daarom is het goed om niet in een keer hard te gaan rennen, maar om het rustig op te bouwen. Zo kunnen je longen wennen aan de inspanning. • Als je je heel erg druk maakt om iets. • Als je in een koude of vochtige omgeving bent.
10
Bij astma krijg je meestal medicijnen die je inademt via je mond. Dat noem je ook wel inhaleren. Dat doe je met klein apparaatje dat we een puffer of inhalator noemen. De medicijnen komen zo direct in je longen. Wanneer je je pufjes, of de inhalator, op de goede manier gebruikt, merk je dat de medicijnen goed hun werk doen.
Soorten pufjes Luchtwegverwijders: deze medicijnen neem je direct als je je benauwd voelt. Ze zorgen ervoor dat de spiertjes rondom je luchtwegen ontspannen, zodat je luchtwegen weer snel wijder worden. Bekende luchtwegverwijders zijn: salbutamol (ventolin®, airomir®). Ontstekingsremmers(cortico-steroïden): deze medicijnen bestrijden de ontstekingen in je longen. Hierdoor reageren je longen minder heftig op prikkels en heb je minder last van je astma. Ze werken dus niet direct als je benauwd bent. Het duurt een paar weken voordat ze hun werk goed doen. Het is daarom belangrijk om deze medicijnen elke dag trouw te gebruiken, zoals de dokter dat heeft voorgeschreven. Bekende inhalatie-cortico-steroïden zijn: fluticason (flixotide®), budesonide (pulmicort®) en hfa- beclometason dipropionaat (qvar®). 11
Combinatie medicijnen: soms zitten ontstekingsremmers en luchtwegverwijders in één puffer. Ze zorgen dus voor bescherming en verwijding van je longen. Ook bij deze medicijnen is het belangrijk om ze trouw elke dag te gebruiken, zoals de dokter dat heeft voorgeschreven. Bekende combinatiemedicijnen zijn: seretide® (flixotide en serevent) en symbicort® (pulmicort en formeterol).
Ga rechtop zitten of rechtop staan (niet in elkaar gedoken). Duw de inkeping helemaal naar achteren. Je hoort dan een klik en een mondstuk komt tevoorschijn. Adem zo diep mogelijk uit, niet in de buurt van de poederinhalator. Zet je tanden om het mondstuk heen en sluit je lippen over het mondstuk van de poederinhalator. Adem rustig en diep in en houd je adem vervolgens 5 seconden in.
Robin (13 jaar):’Ik heb altijd een puffer in mijn schooltas zitten. Zo hoef ik niet bang te zijn dat ik heel erg benauwd word!’
Adem na 5 seconden rustig uit buiten de poederinhalator. Breng de inkeping weer terug in de gewone stand. Spoel je mond na gebruik met water. Zo blijft er geen poeder achter in je mond. Op de poeder-inhalator staat hoe vaak je hem kan gebruiken. Houd dit in de gaten. Het is vervelend als je inhalator leeg is als je hem nodig hebt.
Hoe neem je de pufjes? 1)
een poeder-inhalator: daar zit heel fijn poeder in, dat je inademt. Met een poederinhalator neem je je pufje zo: Een voorbeeld van een poederinhalator
12
13
2)
een dosis-aerosol dosis = een bepaalde hoeveelheid aerosol = Engels woord voor spray / verstuiver. Dit is dus een spray, die je inademt. Je dosis-aerosol kan je het beste innemen met een voorzetkamer. Dit is een soort plastic buis met een kapje of mondstuk aan de ene kant. In de andere kant doe je de dosisaerosol. Je verstuift de medicijnen eerst in de voorzetkamer en ademt ze dan in. Zo is het makkelijker voor jou om alle medicijnen in te ademen. Welke voor jou het beste werkt? Dat is afhankelijk van je leeftijd en wat je zelf het prettigste vindt. Hieronder staan de soorten voorzetkamers die er zijn.
De Aerochambers
Met een dosis-aerosol neem je je pufje zo: Schud de inhalator 5 seconden. Zet hem op de voorzetkamer die voor jou is voorgeschreven. Zet de voorzetkamer met masker op je neus en mond of doe het mondstuk in je mond (tanden op het mondstuk en je lippen eromheen sluiten). Druk de inhalator in en adem 10 keer in en uit (kijk naar het klepje bovenop de voorzetkamer. Dit klepje moet heen en weer mee bewegen met je ademhaling). Als je 2 pufjes moet nemen, schud dan nog een keer 5 seconden en neem op dezelfde manier nog een pufje.
De Babyhaler Een voorbeeld van een aerosol inhalator
De Volumatic
14
Controleer op tijd wanneer de poeder-inhalator of dosis-aerosol leeg is! Soms zit er een teller op de inhalator of aerosol. Zo niet, houd dan bij hoe vaak je de inhalator gebruikt. Op de gebruiksaanwijzing staat hoe vaak je hem kan gebruiken, houd dit goed in de gaten! Het is vervelend als je inhalator leeg is als je hem nodig hebt. 15
Schoonmaken van de voorzetkamer Controleer de kleppen regelmatig: kijk of ze nog wel heen en weer gaan. Maak de voorzetkamer elke week zo schoon: • Laat de voorzetkamer 15 minuten weken in een sopje met afwasmiddel. • Spoel hem af en laat hem gewoon aan de lucht drogen. Droog de voorzetkamer niet af: hij wordt anders statisch en dan werkt hij niet meer goed. • Hierna is hij weer klaar voor gebruik.
Zorg dat je gezond eet. Sporten is goed voor je! Heb je inspanningsastma? Zorg er dan voor dat je langzaam opstart bij sporten. Een dagje zwemmen? Er zijn speciale zoutwater baden zonder chloorlucht. Deze kun je vinden op; http://www.vmce.nl/zwembaden. Je ouders kunnen er voor zorgen dat in je omgeving zo min mogelijk prikkels zijn waar je benauwd van kunt worden. Laat ze daarom de sanerings-adviezen lezen.
Wat kun je zelf doen? Naast je medicijnen bestaat je behandeling uit het vermijden van allergische prikkels. Dus zorgen dat je niet in de buurt komt van stofjes waar je een astma aanval van kunt krijgen. Dat is voor iedereen anders. Maar over het algemeen geldt: Niet zelf roken. Zorg voor een rookvrije omgeving. Geen huisdieren met vacht. Houd het huis schoon.
Voor ouders: Adviezen voor sanering Het is belangrijk om bepaalde factoren die in huis aanwezig zijn te verwijderen of vermijden wanneer uw kind astma heeft: • voorkom en verwijder stofnesten • houd het huis schoon • verdrijf vocht • zorg voor goede ventilatie • zorg voor goede isolatie • kies voor gladde vloeren(geen tapijt) en muren • kies voor meubels met een gladde oppervlakte • zorg voor een rookvrij huis
Zorg dat je kamer opgeruimd is, zo is het minder stoffig. Kijk voor meer sanerings-adviezen op www.longfonds.nl. Zorg dat je genoeg slaapt.
16
17
Wil je meer weten?
Leven met astma Als je voor de eerste keer een astma-aanval krijgt, kun je behoorlijk schrikken: je hebt het benauwd en weet niet wat er gebeurt. Gelukkig kunnen medicijnen je goed helpen. Het helpt ook om te praten met de mensen om je heen, zodat ze je kunnen steunen. Als je astma hebt, moet je daar altijd rekening mee houden: wegblijven bij stofjes waar je benauwd van wordt, op tijd je medicijnen nemen, altijd je medicijnen bij je hebben. Dat kan heel belastend zijn. Ook begrijpen andere kinderen soms niet waarom je ineens zo benauwd bent of waarom je soms niet meedoet met sommige dingen. Het is daarom handig als de mensen om je heen, zoals je leraar, je klasgenoten en natuurlijk je vrienden weten dat je astma hebt en wat dat is. Vertel iets over astma in een spreekbeurt, laat ze deze folder lezen of kijk voor meer informatie op de website van het longfonds.
Kijk dan op: www.longfonds.nl
Een website voor informatie over astma en behandeling voor ouders www.longfonds.nl/astmakids Een website met informatie voor kinderen, een interactieve site www.stivoro.nl Voor ouders die willen stoppen met roken www.cyberpoli.nl Een website voor kinderen vanaf 12 jaar waar je kunt praten met lotgenoten en vragen kunnen stellen www.hetwkz.nl www.kinderziekenhuis.nl www.jadokterneedokter.nl
Heb je nog vragen?
Koen (11 jaar): ‘Door mijn astma kan ik niet goed meekomen met de gymles. Gelukkig weten mijn leraar en mijn klasgenoten dit en word ik hier niet mee gepest.’
18
• Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent. • Voor vragen over je astma kun je bellen met de polikliniek kinderen: telefoonnummer 088 75 540 75. • Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg: op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur telefoonnummer 088 75 542 24 Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
19
Voor ouders Kort na een ziekenhuisopname Tot een aantal dagen na de opname kan uw kind nog symptomen vertonen zoals kortademigheid of benauwdheid of hoesten. Is uw kind al langer bekend met astma, in het WKZ, en wordt uw kind na enige tijd weer kortademig of benauwd of blijft de benauwdheid langer dan een week na de opname? Neemt u dan via het algemene nummer van het WKZ (088 75 555 55) contact op: • binnen kantoortijden: met de behandelend arts van uw kind • buitenkantoortijden: met de dienstdoende arts Soms maakt de behandelend arts andere afspraken met u (speciaal voor uw kind) over wanneer u contact moet opnemen. Is dat bij u zo? Houdt u dan altijd aan die afspraken. Langere tijd na een ziekenhuisopname Wordt uw kind na enige tijd weer toenemend kortademig of benauwd? En krijgt u dit niet meer onder controle? Neem dan contact op met uw eigen huisarts, tenzij dit anders is afgesproken.
Divisie Kinderen Afdeling Kinderlonggeneeskunde © april 2014, Wilhelmina Kinderziekenhuis
20
KITE.04.011
Colofon
Wilhelmina Kinderziekenhuis Lundlaan 6 3584 EA Utrecht Tel 088 75 555 55 www.hetwkz.nl